Introductie op het evangelie naar Mattheüs. Matt.1:1 Het geslachtsregister van Jezus Christus, de Zoon van David, de Zoon van Abraham. Overzicht van de vier evangeliën. Het Nieuwe Testament werd pas in 367 na Chr. definitief vastgesteld door kerkvader Athanasius. De evangeliën zijn verslagen over Jezus, waarin maar liefst een derde deel gebruikt wordt voor Zijn dood en opstanding. Ze werden geschreven, omdat er steeds minder levende ooggetuigen waren (1Kor.15:6), terwijl het aantal gelovigen enorm groeide. Er zijn vier schriftelijke verslagen over Jezus, zoals er ook twee verslagen zijn over de schepping (Gen.1+2), en twee over de koningen van Israël (Koningen en Kronieken). Deze vier evangelisten zijn niet de enigen geweest die een poging hebben gewaagd een evangelie te schrijven. Luc.1:1 Aangezien velen ter hand genomen hebben een verslag op te stellen van de dingen die onder ons volkomen zekerheid hebben …… 1: De datering. Marcus schreef als eerste zijn evangelie. Lucas schreef als tweede zijn evangelie. Mattheüs schreef als derde zijn evangelie. Johannes schreef als laatste zijn evangelie. 2: Het hoofdthema. Marcus schreef over de Mensenzoon. Mattheüs schreef over de Koning der Joden. Lucas schreef over de Redder der wereld. Johannes schreef over de Zoon van God. 3: De centrale boodschap. Marcus schreef hoofdzakelijk over wat Jezus deed. Mattheüs schreef vooral over wat Jezus leerde. Lucas schreef ook vooral over wat Jezus leerde. Johannes schreef uitvoerig over wie Jezus was. 4: Aanvangstijdstip. Marcus begint bij Jezus op dertigjarige leeftijd. Mattheüs gaat terug tot aan de aartsvader Abraham. Lucas gaat terug tot de eerste mens Adam. Johannes gaat terug tot de eeuwigheid van God. 5: De doelgroep. Marcus schreef aan ongelovigen om hen op een flitsende manier in aanraking te brengen met het opwindende nieuws over Jezus. Lucas schreef vooral met het oog op ongelovige heidenen om hen bekend te maken met het leven en sterven, de opstanding en hemelvaart van Jezus. Mattheüs schreef aan jonge – vooral Joodse – gelovigen om discipelschap in de weg van het volgen van Jezus bekend te maken. Johannes schreef aan oudere gelovigen om hen aan te moedigen tot volharding door te blijven geloven in Jezus Christus, de Zoon van God (20:31), vooral aan niet-Joden. De evangelist Mattheüs. De naam Mattheüs komt vijf keer in het Nieuwe Testament voor, in Matt.9:9, 10:3, Marc.3:18, Luc.6:15, Hand.1:13; het gaat in deze teksten steeds over dezelfde persoon, namelijk de apostel Mattheüs. De naam Mattheüs is de Griekse vorm van de Hebreeuwse naam Mattitjah, die acht keer in het Oude Testament voorkomt, en deze naam betekent ‘gave van God’. Mattheüs was een van de 12 apostelen van Jezus, en hij wordt in Matt.9:9 genoemd als degene die bij het tolhuis in Kapernaüm zit; in Marc.2:14 en Luc.5:27-29 wordt hij in hetzelfde verhaal Levi genoemd. Hij schreef zijn evangelie vooral voor Joden, wat blijkt uit 29 directe citaten uit het Oude Testament en nog 121 indirecte verwijzingen. Hij citeerde de woorden van Jezus in relatie met de Wet van Mozes (Matt.5:17-19) om te laten zien dat Jezus een Jood was. Om die reden sprak hij ook vrijwel altijd over het koninkrijk der hemelen (32x), en maar zelden over het koninkrijk Gods (4x); en hij is de enige schrijver van het Nieuwe Testament die over het Koninkrijk der hemelen spreekt. Hij deed dat in overeenstemming met het spraakgebruik van de Joden, die nooit de naam van God uitspreken, maar ook de titel God vermijden en in plaats daarvan het woord hemel of hemelen gebruiken. Vlak nadat hij zijn evangelie geschreven had, werden Messiaanse Joden omstreeks 85 na Chr. uit de synagoge gebannen, terwijl de christelijke kerk steeds meer uit gelovigen uit de heidenen bestond. Met zijn evangelie bemoedigde hij jonge Joodse gelovigen, zoals ook de schrijver van de Hebreeënbrief en Jakobus, Petrus en Judas dat met hun brieven deden. Het evangelie van Mattheüs is een handleiding voor gelovigen, niet over een eenmalige keus maar over levenslang discipelschap; het einddoel is Matt.28:18-20, en het hoofdthema is het Koninkrijk der hemelen. En de volgelingen van Jezus zijn ook zonen van God de Vader, die 44 keer genoemd wordt. Belangrijke principes zijn geloof, gerechtigheid en beoordeling/veroordeling. De structuur van Mattheüs. Het evangelie van Mattheüs is geschreven rond de structuur van vijf grote blokken van onderwijs, zoals de vijf boeken van Mozes. De vijf preken van Jezus zijn meestal onderwijs dat bedoeld was voor Zijn volgelingen, terwijl Zijn openbare bediening altijd bedoeld was voor de mensen die naar Hem kwamen luisteren. Maar Zijn openbare bediening bevatte ook veel onderwijs, dat bestemd was voor iedereen. Matt.1-4: introductie op het evangelie. Matt.5-7: onderwijs over de levensstijl van het Koninkrijk. Matt.8-9: de bediening van Jezus. Matt.10: onderwijs over het mandaat van het Koninkrijk. Matt.11-12: de bediening van Jezus. Matt.13: onderwijs over de groei van het Koninkrijk. Matt.14-17: de bediening van Jezus. Matt.18: onderwijs over de relaties in het Koninkrijk. Matt.19-23: de bediening van Jezus. Matt.24-25 onderwijs over de toekomst van het Koninkrijk. Matt.26-27 de kruisiging, het lijden en sterven van Jezus. Matt.28: de opstanding van Jezus en de Grote Opdracht. De geslachtsregisters in Matt.1 en Luc.3. Mattheüs baseerde zijn geslachtsregister op het principe van Num.33, waarin 42 pleisterplaatsen van Israël tijdens de reis door woestijn beschreven worden; hij beschreef daarom 3x14 generaties. Lucas beschreef 77 generaties, maar beide evangelisten baseren zich op de Joodse traditie, die de geschiedenis in weken van zeven generaties opdeelt. In Mattheüs luidt Jezus de 7e week van de Joodse geschiedenis in, in Lucas luidt Jezus de 12e week van de wereldgeschiedenis in. Mattheüs beschrijft een vooruitgaande lijn vanaf Abraham met betrekking tot Israël, Lucas beschrijft een teruglopende lijn tot Adam met betrekking tot de hele mensheid en God Zelf. Mattheüs geeft de lijst van de erfgenamen van de troon van David via Salomo, de vierde zoon van Bathseba, en Lucas geeft waarschijnlijk de werkelijke lijst via Nathan, de derde zoon van Bathseba (1Kron.3:5). Jozef was de zoon van Jacob (Matt.1:16) maar werd door een zogenaamd zwagerhuwelijk de ‘zoon’ van Eli (Luc.3:23). Het is niet waarschijnlijk dat Lucas een lijst geeft van de voorouders van Maria, want zij had familiebanden met Elisabeth die uit de stam Levi was (Luc.1:36).