07-04-07 kinderpaaswake

advertisement
Binnendragen van het licht
Er wordt gezongen:
Voorganger: Licht van Christus
Allen
: Heer, wij danken U
Ondertussen wordt ’t licht verspreid.
Openingswoord
Openingsgebed:
Goede God, Schepper van hemel en aarde,
wij vragen Uw zegen over dit vuur, deze kaarsen.
Heilig het en moge het een teken zijn van Uw licht, dat U ons allen
gunt; het licht, dat ons verschenen is in Jezus, de verrezen Heer.
Amen.
Scheppingslied: In het begin
In het begin lag de aarde verloren,
in het begin in de duisternis,
God sprak zijn woord en het licht werd geboren,
’t Licht dat vandaag onze dag nog is.
In het begin zijn de wolken en luchten,
in het begin is de hemel ontstaan,
God sprak zijn woord en de wateren vluchtten,
zo bracht Hij scheiding en ruimte aan.
In het begin is de aarde gekomen,
in het begin uit de diepte der zee,
in het begin kwam het gras en de bomen,
bloeiden de bloemen en graasde het vee.
In het begin zijn de sterren gaan branden,
in het begin kwam de zon en de maan,
boven het land en de zee en de stranden
wijzen zij wegen en tijden aan.
1
In het begin kwamen vogels gevlogen,
in het begin werd hun lied al gehoord,
vissen in ’t water, wat leeft op het droge
God schiep de dieren, elk naar hun soort.
In het begin riep God mensen tot leven,
in het begin was het woord in hun mond,
wat was het goed om op aarde te leven,
wat was God blij, dat de wereld bestond.
Het verhaal van de uittocht: Door de zee
Eindelijk mag het volk van Israël weg uit Egypte. Ze gaan op
weg naar hun eigen land. Ze moeten reizen door de woestijn.
God wijst hun de weg. Hij zorgt ervoor dat ze de goede kant
opgaan. Als ze al een tijdje op weg zijn, gebeurt er iets. De
farao komt hen achterna met zijn soldaten. Want in Egypte
hebben ze spijt dat ze de Israëlieten hebben laten gaan. “We
halen ze terug”, heeft de farao gezegd. En daar komen ze aan.
Het volk wordt bang als de Egyptenaren zien. “We moeten
weer terug naar Egypte”, roepen ze bang. “Dat willen we niet!
Wat moeten we nu doen?” Maar Mozes is niet bang. “God
helpt ons”, zegt hij tegen de mensen. “Hij zal zeggen wat we
moeten doen”. Met Mozes voorop loopt het volk weer verder.
Dan komen ze bij een grote zee. Er is geen brug over de zee
en de zee is te diep om doorheen te lopen. En boten hebben
ze ook al niet. Mozes strekt zijn hand uit over de zee. Dan
begint het heel hard te waaien. De harde wind blaast het water
weg, de hele nacht lang. De volgende ochtend kunnen de
Israëlieten door het midden van de zee lopen. Aan de ene kant
is water. Aan de andere kant is ook water. Maar in het midden
is het droog.
De farao komt hen achterna met zijn soldaten. Hij gaat ook
over het droge pad in het midden van de zee. God zegt tegen
Mozes: Kijk achter je, strek je hand uit, het water vloeit nu
weer terug, over de farao en zijn soldaten heen. En terwijl het
2
volk van Israël door het droge midden van de zee loopt,
verdrinken de soldaten van de farao.
Nu zijn de mensen echt vrij. Nu hoeven ze niet meer bang te
zijn dat de farao hen komt halen. Als iedereen aan de andere
kant van de zee is aangekomen laat God het water weer terug
stromen. De mensen danken God, Hij heeft hen gered.
De kaarsen worden gedoofd.
Lied: Het lied van het water
Het water waardoor alles groeit,
alleluia,
is op ons voorhoofd uitgevloeid,
alleluia.
God kreeg in ons zijn vaste stem, alleluia
want sindsdien weten wij van Hem, alleluia.
Alleluia, alleluia, alleluia.
De liefde heeft ons aangeraakt,
alleluia.
Gods water heeft ons nieuw gemaakt, alleluia.
Wij zijn herboren door de Doop,
alleluia,
wij zijn gaan leven van de hoop,
alleluia.
Alleluia, alleluia, alleluia.
Wij zijn gewassen in Zijn hand,
wij trekken naar ’t Beloofde Land,
Daar vloeit de eeuwig klare stroom,
rondom Hemzelf, de levensboom,
Alleluia, alleluia, alleluia.
alleluia,
alleluia
alleluia,
alleluia.
DIENST VAN HET WOORD
Paasevangelie lezing: De verrijzenis.
Vroeg in de morgen, het was nog helemaal donker, kwam Maria
Magdalena bij het graf. Tot haar verbazing zag ze de steen voor de
ingang was weggerold. Ze liep snel naar Petrus en naar de leerling
van wie Jezus bijzonder veel hield. Haastig gingen de mannen naar
het graf. De leerling van wie Jezus zoveel hield liep voorop en was
er het eerst, maar hij durfde niet goed naar binnen te gaan. Toen
3
kwam Petrus eraan en liep regelrecht het graf in. Hij zag de linnen
doeken en het grafkleed waarmee Jezus’hoofd omwikkeld was
geweest op de grond liggen. Nu kwam ook de andere leerling
binnen. Hij zag dat het lichaam van Jezus weg was en hij geloofde
dat Jezus uit de dood was opgestaan.
De leerlingen gingen naar huis, maar Maria bleef in tranen bij het
graf. Toen ze opkeek zag ze opeens twee engelen zitten op de plek
waar Jezus had gelegen. “Waarom huil je?” vroegen ze.
“Omdat ze mijn Heer hebben weggehaald”.
Terwijl ze dat zei, keerde ze zich om en zag een man achter zich
staan. Het was Jezus, maar Maria herkende hem niet. Ze dacht dat
het de tuinman was, en vroeg hem of hij wist waar het lichaam was
heengebracht.
“Maria!”
“Heer!” riep ze uit, haar gezicht stralend van blijdschap.
“Ga nu”, zei hij tegen haar. “Zeg tegen mijn vrienden dat je me
gezien hebt en dat ik spoedig bij mijn vader in de hemel zal zijn”.
Maria liep haastig naar de leerlingen om het nieuws te vertellen.
“Met mijn eigen ogen heb ik de Heer gezien!” zei ze.
Zo spreekt de Heer. – Wij danken God.
Acclamatie: Alleluia
Tekst: R. Mes / muziek: C. Winter
Alleluia, alleluia.
Hoor wat vroeger is gebeurd.
Alleluia, alleluia.
Hoor hoe God de aarde kleurt.
Overweging
4
VIERING ROND DE DOOP VAN MEES VAN KOUWEN
Terwijl de dopeling binnen wordt gebracht, zingen wij:
Kom maar binnen, noem je naam
kom noem je naam, waar kom je vandaan?
Refrein:
Jij bent zo klein, kindje, kindje,
jij bent zo klein, kindje, klein (2 x)
Lopen kun je nu nog niet, nee nu nog niet,
hoor dan maar ons lied.
Refrein
Liefde draagt j’in onze kring, in onze kring,
een stralend begin.
Refrein
Kom maar binnen, kom erbij, toe, kom erbij,
jij maakt ons zo blij.
Refrein
Uitgieten van het water in het doopvont.
Zegening van het doopwater
Doopmotivatie door moeder Esther
Naamgeving en bekruising
V.
Het is jullie wens ouders, dat jullie kind gaat behoren tot de
volgelingen van Christus. Hij heeft ons immers de diepe zin van ons
leven geopenbaard. Hoe willen jullie dan, dat jullie kind in deze
gemeenschap van Jezus Christus zal genoemd worden?
5
Mees Wilhelmus Adrianus Maria, deze namen staan voorgoed
geschreven in het boek des levens, in de palm van Gods hand.
(de pastor maakt nu een kruis op het hoofd van het kind)
V.
Ik teken je met het teken van onze verlossing. Moge alle goeds je
ten deel vallen op je levensweg. Moge alle goeds je ten deel vallen
op je levensweg. God zij met je.
Ook de ouders bekruisen het voorhoofd van het kind en zeggen:
God zij met je!
Lied: Mensenkind, waar kom jij vandaan
Tijdens lied wordt naam in het Doopboek geschreven.
Mensenkind, waar kom jij vandaan,
amper geboren, nog geen naam,
totdat twee mensen, een man en een vrouw
zeggen, wat houden wij veel van jou!
Mees is je naam.
Mensenkind kijk de mensen nou,
zij willen niet meer zonder jou,
worden je vrienden en geven een hand,
nemen je mee naar het mensenland:
Mees is je naam.
Mensenkind je bent niet alleen
ook al moet jij door het water heen,
wij gaan met jou en we gaan tegelijk,
totdat we zijn in het Koninkrijk:
Mees is je naam.
Iedereen is zo’n mensenkind,
vragend totdat hij wordt bemind,
gaande en staande in weer en in wind,
totdat een ander het antwoord vindt:
Menslief is je naam.
6
Doopbelofte
Pastor:
Beste Wilco en Esther, willen jullie je kind dat in jullie gezin geboren
is zijn weg laten vinden in het licht van Jezus, die verrezen is?
Ouders:
Ja, dat willen wij.
Pastor:
Willen jullie proberen het beste van jezelf aan je kind te geven?
Beloven jullie het trouw te zijn en het voor te leven in de Geest van
Jezus?
Ouders:
Ja, dat willen wij.
Pastor:
Willen jullie proberen de persoon van Jezus levend te houden door
het vertellen van zijn verhalen, het voorleven daarvan ook door de
jullie verbondenheid met onze kerk ook tijdens de vieringen?
Ouders:
Beste Bart en Sandra, willen jullie samen met de ouders de eersten
zijn die ervoor zorgen dat jullie petekind de warmte van de liefde
mag ondervinden?
Peters en meters:
Ja, dat willen wij.
Pastor:
De doop is een eerste stap op de weg waarop Jezus ons is
voorgegaan. Op die weg moeten we met onze kinderen verder
gaan, verbonden ook met al onze medechristenen. Het is de weg
van geloof, hoop en liefde. Ik wil u uitnodigen dit geloof nu samen te
belijden.
Handoplegging
7
Weten dat je erbij hoort is een stuk van je geluk. Weten dat ze je niet
laten vallen, dat ze je helpen als dat nodig is, dat ze je de hand
boven het hoofd houden. Daaraan hebben niet alleen kleine
kinderen behoefte, maar ook grote mensen. Daarom wil ik de ouders
en peetouders vragen hun hand op het hoofdje van hun (pete)kind
te leggen. Samen bidden we:
Allen:
Heer onze God, uw Zoon Jezus Christus heeft aan kinderen de
hand opgelegd als teken van liefde, zorg en bescherming. In
navolging van Hem stellen wij hetzelfde gebaar over deze kinderen.
Wij vragen U: dat zij zich geborgen weten bij hun ouders en de
mensen om hen heen, dat zij zich veilig voelen in onze wereld.
Bescherm hen tegen alles wat kwaad en onmenselijk is. Geef dat wij
hen mogen omringen met het beste van onszelf, zodat deze
kinderen uit onze liefde mogen ervaren dat Gij uw beschermende
hand nooit terugtrekt.
Pastor:
God, houdt uw beschermende hand over dit kind. Laat uw Geest in
hem wonen en werken, door Christus onze Heer.
Toediening van de doop:
Mees, Wilhelmus Adrianus Maria
Ik doop je in de naam van de vader
en de zoon
en de heilige geest
8
De zalving met chrisma:
Pastor:
Ik leg op jou de naam van Jezus Christus, dé Gezalfde des Heren.
Ik zalf je met zijn Geest, ik teken je met zijn kruis, opdat je vervuld
mag worden van de kracht en de gezindheid die was in Hem, kind
van God, vandaag en tot in de eeuwen der eeuwen.
A.
Amen
Overreiking van het doopkleed:
Pastor:
Mees, je bent bekleed met Jezus Christus en een nieuw mens
geworden.
Moge dit witte kleed het teken zijn van wat je bent geworden: houd
je verdere leven vrij van de besmetting van het kwaad tot in het
eeuwige leven. Wij wensen je toe, dat je hierin wordt geholpen door
het woord en het voorbeeld van je ouders, de peter en meter, familie
en bekenden, en van heel onze geloofsgemeenschap.
Overreiking van de doopkaars:
(De vader steekt de doopkaars aan aan de paaskaars)
Pastor:
Christus is het licht van de wereld. Probeer dan ook als Christen te
leven, als een licht in de wereld, als een vuur tussen de mensen, als
een vonk van Gods liefde.
Voorbeden
Laten wij bidden
Voor ons allen, hier aanwezig,
dat wij op dit Paasfeest
ons hart openstellen voor Jezus
die voor ons op aarde is gekomen,
en ons op Pasen het Leven bracht.
9
Acclamatie: Hoor ons Heer, luister naar ons (2x)
Laten wij bidden
voor alle kinderen op de wereld.
Dat zij goedheid en liefde mogen kennen
van hen die voor hun opvoeding zorgen.
Dat zij hulp en bescherming mogen vinden
tegen ongeluk en kwaad.
Laten wij bidden
voor onze ouders
dat zij gelukkig mogen leven in het gezin
waar wij ook toe behoren.
Dat zij blij mogen zijn
met wat wij leren en hoe wij opgroeien.
Acclamatie: Hoor ons Heer, luister naar ons (2x)
Laten wij bidden
voor alle kinderen op de wereld.
Dat zij goedheid en liefde mogen kennen
van hen die voor hun opvoeding zorgen.
Dat zij hulp en bescherming mogen vinden
tegen ongeluk en kwaad.
Acclamatie: Hoor ons Heer, luister naar ons (2x)
DIENST VAN DE TAFEL
Collecte: zie pagina 18
Offerandelied: De tafel wordt gedekt
De tafel wordt gedekt,
het feestmaal gaat beginnen,
de gaven komen binnen,
de tafel wordt gedekt.
10
De tafel wordt gedekt,
dus gaan we hem versieren,
dat hoort bij feestjes vieren,
de tafel wordt gedekt.
De tafel wordt gedekt,
er mogen kaarsen branden,
wij vouwen nu de handen,
de tafel wordt gedekt.
Bedanken wij nu God,
want Hij is in ons midden,
dus gaan we samen bidden:
bedanken wij nu God.
V: Bidt, broeders en zusters, dat mijn en uw offer aanvaard kan
worden door God, de almachtige Vader.
A: Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer
van zijn Naam, tot welzijn van ons en van heel zijn heilige kerk.
Gebed over de gaven
Grote lofprijzing:
P. De Heer zal bij u zijn.
A. De Heer zal u bewaren.
P. Verheft uw hart (wij gaan staan)
A. Wij zijn met ons hart bij de Heer.
P. Brengen wij dank aan de Heer, onze God.
A. Hij is onze dankbaarheid waardig.
Eucharistisch gebed:
P. Wij danken U, God, omdat U een God van levenden zijt,
niet van doden. Wij danken U, dat wij mogen blijven hopen,
diep in ons hart, op een goede afloop, zoals U dat bij Jezus
hebt laten zien. Na de duisternis van de dood kwam bij Hem
het licht van het nieuwe leven. U hebt daarvoor gezorgd bij
11
Hem, U zult ook zorgen voor ons. Daarom zijn we vandaag blij
en zingen ter ere van Jezus:
Lied: Heilig nu en altijd meer
A. Refrein: Heilig, heilig is de Heer,
heilig nu en altijd meer,
heilig, heilig is de Heer,
heilig nu en altijd meer.
K. Heilig, de God der hemelse machten,
A. hosanna in de hoge.
K. Vol van Uw glorie zijn hemel en aarde:
A. hosanna in de hoge. Refrein
K. Heilig, de God der hemelse machten
A. hosanna in de hoge,
K. gezegend die komt in de naam van de Heer:
A. hosanna in de hoge.
Refrein.
(Nu kunt u gaan knielen)
Goede God, die dichtbij ons wil zijn in ’t Licht van deze
Paaskaars, die verwijst naar Jezus, Uw Zoon.
Wij danken U op de Paasavond uit de grond van ons hart.
Wij danken U om het licht,
dat Jezus ons gegeven heeft en nog steeds geeft:
Om de liefde voor ons allen;
om de zorg voor misdeelde en op de vlucht gedreven mensen;
om de troost voor zieke en verdrietige mensen.
Want zo was en is Hij, Jezus van Nazareth;
Licht in ons midden.
Goede God, wij bidden U,
want toen heeft Hij het brood in zijn handen genomen,
het gezegend en uitgedeeld met de woorden:
Neemt en eet, want dit is Mijn Lichaam.
12
Ook heeft Hij toen de beker met wijn in zijn handen genomen,
hem gezegend en laten rondgaan met de woorden:
Neemt en drinkt, want dit is Mijn bloed.
Blijft dit doen om Mij te gedenken.
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondingen wij de dood des Heren, totdat Hij komt.
Goede God, wij danken U dat U nu in ons midden bent.
Zo wilt U bij ons zijn: in dit brood voor ons gebroken
en in deze wijn, voor ons vergoten.
Wij bidden U op dit uur van licht voor al
onze overledenen, in het bijzonder voor hen
die ons heel dierbaar zijn.
Dat zij allen voorgoed het licht van Jezus mogen ondervinden.
Goede God, wij bidden U voor alle kinderen en mensen op
deze wereld.
Dat wij Pasen blijven ervaren als een feest van ’t Leven,
doordat wij met elkaar en ook met deze aarde eerbiedig en
liefdevol omgaan.
Door Hem en met Hem en in Hem zal uw Naam geprezen zijn,
Heer onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de
heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid. Amen.
Onze Vader, heilig is Uw naam
Onze Vader in de hemel,
heilig is Uw naam,
kome zal Uw rijk op aarde,
breng ons mensen saam.
Altijd zal Uw wil geschieden,
laten wij Uw stem verstaan.
Op de aarde in de hemel,
overal waar wij bestaan.
13
Geef het brood aan alle mensen,
ied're dag opnieuw
en vergeef ons onze schulden,
maak ons allen nieuw.
Zoals wij de schuld vergeven
aan wie ons iets heeft misdaan.
En leid ons niet in bekoring,
om steeds vrij voor U te staan.
Paasvredeswens: God is vrede
Tekst: M. Zagers / muziek: R. Pes
Ik geef je een hand lieve mens
ik sta naast je.
Ga met me mee.
God is vrede. God is vrede.
Uitnodiging tot communie
Communieliederen:
Ik ben het licht van de wereld
Tekst & muziek: R. Borkent & D. Zwart
Jezus zegt: blijf niet alleen,
vergeet je bange dromen.
Laat het licht zijn om je heen,
de zon is opgekomen.
Ik ben het licht,
Ik ben het licht van de wereld.
Wie Mij volgt ziet het leven.
In het donker lopen wij
verloren rond te dwalen,
Jezus zegt: ga mee met Mij,
je ogen zullen stralen.
14
Ik ben het licht,
Ik ben het licht van de wereld.
Wie Mij volgt ziet het leven.
Blinkend als de morgenster
die helder staat te schijnen
zo is Jezus, onze Heer.
Het donker zal verdwijnen.
Ik ben het licht,
Ik ben het licht van de wereld.
Wie Mij volgt ziet het leven
Een nieuw Paaslied
Zeg ken jij het liedje van de aarde dicht,
die als de weerlicht opensprong,
een zee van licht,
de grote zwarte nacht, ging onder in die zee
dus kun je zingen, zing dan vrolijk met ons mee:
En kere om, sla de grote trom
Met Pasen keert het licht weerom, licht weerom.
Zeg, ken jij het liedje van de Rode Zee,
er trok een volk doorheen
en God trok met hen mee,
ze kozen 't ruime sop en Mozes ging voorop,
dus kun je zingen, zing dan vrolijk met ons mee:
en dans en spring 't nieuwe land maar in,
want Pasen geeft een nieuw begin, nieuw begin.
Zeg, ken jij het liedje uit de dood vandaan,
van Jezus, die met Pasen weer is opgestaan,
hee dood, waar is je straf,
Hij kwam weer uit het graf,
dus kun je zingen, zing dan vrolijk met ons mee:
en blaas de fluit, blaas de dood maar uit,
't is Pasen wat de klokke luidt, klokke luidt.
15
Slotgebed:
Lieve God,
Vandaag vieren we feest
omdat Jezus niet dood is gebleven
maar is opgestaan en leeft bij U
een nieuwe toekomst tegemoet
samen met ons.
Wij mogen erbij zijn
bij dit nieuwe begin
wij mogen weten
dat U altijd weer
met ons verder gaat
nooit iets bij het oude laat
maar ons en uw schepping
vernieuwt, telkens weer.
We danken U
omdat we weten mogen
dat we op weg zijn
naar uw stad van vrede.
Amen.
Wegzending/zegen
16
Slotlied: Wij zoeken naar het licht
Mensen onderweg door stad en land en overzee,
dragen in hun handen vele vragen met zich mee.
Donker zijn de straten en verduisterd is het zicht,
Heer, wij bidden U om licht.
Refrein:
Glory, glory, alleluia, (3x)
Wij zoeken naar het licht.
Mensen onderweg op zoek naar vrede en geluk,
hier een goede beker en daarginds is alles stuk,
huilen om een afscheid, een moment een blij gezicht,
Heer, wij bidden U om licht.
Refrein
Mensen onderweg, de wereld wacht met ongeduld,
krotten worden huizen, lege handen weer gevuld.
Zingen van de Heer, op Hem is alle hoop gericht,
Heer, wij bidden U om licht.
Refrein
17
Collecte:
I Parochiepastoraat
II Vastenaktie Ghana
(witte mandjes)
(rode mandjes)
Ghana: Waterpompen, Bijenkasten, Microkredieten en
onderwijs.
Naastenliefde begint met het delen van onze welvaart.
U ziet het elke dag om u heen: wij leven in overvloed. Tijd voor
bezinning is er nauwelijks. De maatschappij dwingt ons bijna om
steeds maar meer te besteden, meer te consumeren. De vastentijd
was een periode om daar eens over na te denken, om het eens met
wat minder te doen, tot rust te komen. De wereld groeit als we
delen. Vandaag hebben onze medemensen onze hulp nodig. Zodat
zij morgen werkende waterpompen hebben en akkers waar de
gewassen welig groeien, maar ook over lesmaterialen beschikken
voor de scholen van hun kinderen en eigen bedrijfjes gaan opzetten.
In het Ghanese district Nkwanta, leven 156.000 mensen door
gebrek aan infrastructuur erg arm en afgelegen. Veel jonge mannen
trekken naar de steden om een baan te zoeken en laten hun gezin
achter.
Vrouwen worden gezinshoofd. Hun leven als moeder, huishoudster
en landarbeidster is erg zwaar. Ze werken hard om een eigen
bestaan op te bouwen en hun gezin te verzorgen, de kinderen te
voeden en naar school te laten gaan. Vastenaktie leent hen geld,
zodat ze hun inkomen kunnen verdienen met de verkoop van
zakdoeken of het houden van bijen voor de productie van honing.
Waterpompen worden aangelegd om ook in het droge seizoen
schoon water te kunnen drinken en het telen van groente mogelijk te
maken.
Zij vragen ons om hen te helpen.
VASTENAKTIE HOUTEN OLV Ten Hemelopneming, Loerikseweg
12, 3991 AD Houten giro: 582707
18
Diensten komende week en komend weekend:
Di.
10-04
19.00 uur
Woord- en communieviering
Do.
12-04
9.00 uur
Vr.
13-04
10.00 uur
Eucharistieviering in
dagkapel (1e vrijdagviering)
19.00 uur
Rozenkransgebed
Eucharistieviering
Za.
14-04
19.00 uur
Eucharistieviering m.m.v.
cantor
Zo.
15-04
10.00 uur
Eucharistieviering
m.m.v. Schola Cantorum en
kinderwoorddienst
19
Eucharistieviering m.m.v. kinderkoor
Voorgangers: Pastor G. Peters en Pastor L. Weijman
20
21
Download