Binnendragen van het licht Er wordt gezongen: Voorganger: Licht van Christus Allen : Heer, wij danken U Ondertussen wordt ’t licht verspreid. Openingswoord Openingsgebed: Goede God, Schepper van hemel en aarde, wij vragen Uw zegen over dit vuur, deze kaarsen. Heilig het en moge het een teken zijn van Uw licht, dat U ons allen gunt; het licht, dat ons verschenen is in Jezus, de verrezen Heer. Amen. Scheppingslied: In het begin In het begin lag de aarde verloren, in het begin in de duisternis, God sprak zijn woord en het licht werd geboren, ’t Licht dat vandaag onze dag nog is. In het begin zijn de wolken en luchten, in het begin is de hemel ontstaan, God sprak zijn woord en de wateren vluchtten, zo bracht Hij scheiding en ruimte aan. In het begin is de aarde gekomen, in het begin uit de diepte der zee, in het begin kwam het gras en de bomen, bloeiden de bloemen en graasde het vee. In het begin zijn de sterren gaan branden, in het begin kwam de zon en de maan, boven het land en de zee en de stranden wijzen zij wegen en tijden aan. 1 In het begin kwamen vogels gevlogen, in het begin werd hun lied al gehoord, vissen in ’t water, wat leeft op het droge God schiep de dieren, elk naar hun soort. In het begin riep God mensen tot leven, in het begin was het woord in hun mond, wat was het goed om op aarde te leven, wat was God blij, dat de wereld bestond. Het verhaal van de uittocht: Door de zee Eindelijk mag het volk van Israël weg uit Egypte. Ze gaan op weg naar hun eigen land. Ze moeten reizen door de woestijn. God wijst hun de weg. Hij zorgt ervoor dat ze de goede kant opgaan. Als ze al een tijdje op weg zijn, gebeurt er iets. De farao komt hen achterna met zijn soldaten. Want in Egypte hebben ze spijt dat ze de Israëlieten hebben laten gaan. “We halen ze terug”, heeft de farao gezegd. En daar komen ze aan. Het volk wordt bang als de Egyptenaren zien. “We moeten weer terug naar Egypte”, roepen ze bang. “Dat willen we niet! Wat moeten we nu doen?” Maar Mozes is niet bang. “God helpt ons”, zegt hij tegen de mensen. “Hij zal zeggen wat we moeten doen”. Met Mozes voorop loopt het volk weer verder. Dan komen ze bij een grote zee. Er is geen brug over de zee en de zee is te diep om doorheen te lopen. En boten hebben ze ook al niet. Mozes strekt zijn hand uit over de zee. Dan begint het heel hard te waaien. De harde wind blaast het water weg, de hele nacht lang. De volgende ochtend kunnen de Israëlieten door het midden van de zee lopen. Aan de ene kant is water. Aan de andere kant is ook water. Maar in het midden is het droog. De farao komt hen achterna met zijn soldaten. Hij gaat ook over het droge pad in het midden van de zee. God zegt tegen Mozes: Kijk achter je, strek je hand uit, het water vloeit nu weer terug, over de farao en zijn soldaten heen. En terwijl het 2 volk van Israël door het droge midden van de zee loopt, verdrinken de soldaten van de farao. Nu zijn de mensen echt vrij. Nu hoeven ze niet meer bang te zijn dat de farao hen komt halen. Als iedereen aan de andere kant van de zee is aangekomen laat God het water weer terug stromen. De mensen danken God, Hij heeft hen gered. De kaarsen worden gedoofd. Lied: Het lied van het water Het water waardoor alles groeit, alleluia, is op ons voorhoofd uitgevloeid, alleluia. God kreeg in ons zijn vaste stem, alleluia want sindsdien weten wij van Hem, alleluia. Alleluia, alleluia, alleluia. De liefde heeft ons aangeraakt, alleluia. Gods water heeft ons nieuw gemaakt, alleluia. Wij zijn herboren door de Doop, alleluia, wij zijn gaan leven van de hoop, alleluia. Alleluia, alleluia, alleluia. Wij zijn gewassen in Zijn hand, wij trekken naar ’t Beloofde Land, Daar vloeit de eeuwig klare stroom, rondom Hemzelf, de levensboom, Alleluia, alleluia, alleluia. alleluia, alleluia alleluia, alleluia. DIENST VAN HET WOORD Paasevangelie lezing: De verrijzenis. Vroeg in de morgen, het was nog helemaal donker, kwam Maria Magdalena bij het graf. Tot haar verbazing zag ze de steen voor de ingang was weggerold. Ze liep snel naar Petrus en naar de leerling van wie Jezus bijzonder veel hield. Haastig gingen de mannen naar het graf. De leerling van wie Jezus zoveel hield liep voorop en was er het eerst, maar hij durfde niet goed naar binnen te gaan. Toen 3 kwam Petrus eraan en liep regelrecht het graf in. Hij zag de linnen doeken en het grafkleed waarmee Jezus’hoofd omwikkeld was geweest op de grond liggen. Nu kwam ook de andere leerling binnen. Hij zag dat het lichaam van Jezus weg was en hij geloofde dat Jezus uit de dood was opgestaan. De leerlingen gingen naar huis, maar Maria bleef in tranen bij het graf. Toen ze opkeek zag ze opeens twee engelen zitten op de plek waar Jezus had gelegen. “Waarom huil je?” vroegen ze. “Omdat ze mijn Heer hebben weggehaald”. Terwijl ze dat zei, keerde ze zich om en zag een man achter zich staan. Het was Jezus, maar Maria herkende hem niet. Ze dacht dat het de tuinman was, en vroeg hem of hij wist waar het lichaam was heengebracht. “Maria!” “Heer!” riep ze uit, haar gezicht stralend van blijdschap. “Ga nu”, zei hij tegen haar. “Zeg tegen mijn vrienden dat je me gezien hebt en dat ik spoedig bij mijn vader in de hemel zal zijn”. Maria liep haastig naar de leerlingen om het nieuws te vertellen. “Met mijn eigen ogen heb ik de Heer gezien!” zei ze. Zo spreekt de Heer. – Wij danken God. Acclamatie: Alleluia Tekst: R. Mes / muziek: C. Winter Alleluia, alleluia. Hoor wat vroeger is gebeurd. Alleluia, alleluia. Hoor hoe God de aarde kleurt. Overweging 4 VIERING ROND DE DOOP VAN MEES VAN KOUWEN Terwijl de dopeling binnen wordt gebracht, zingen wij: Kom maar binnen, noem je naam kom noem je naam, waar kom je vandaan? Refrein: Jij bent zo klein, kindje, kindje, jij bent zo klein, kindje, klein (2 x) Lopen kun je nu nog niet, nee nu nog niet, hoor dan maar ons lied. Refrein Liefde draagt j’in onze kring, in onze kring, een stralend begin. Refrein Kom maar binnen, kom erbij, toe, kom erbij, jij maakt ons zo blij. Refrein Uitgieten van het water in het doopvont. Zegening van het doopwater Doopmotivatie door moeder Esther Naamgeving en bekruising V. Het is jullie wens ouders, dat jullie kind gaat behoren tot de volgelingen van Christus. Hij heeft ons immers de diepe zin van ons leven geopenbaard. Hoe willen jullie dan, dat jullie kind in deze gemeenschap van Jezus Christus zal genoemd worden? 5 Mees Wilhelmus Adrianus Maria, deze namen staan voorgoed geschreven in het boek des levens, in de palm van Gods hand. (de pastor maakt nu een kruis op het hoofd van het kind) V. Ik teken je met het teken van onze verlossing. Moge alle goeds je ten deel vallen op je levensweg. Moge alle goeds je ten deel vallen op je levensweg. God zij met je. Ook de ouders bekruisen het voorhoofd van het kind en zeggen: God zij met je! Lied: Mensenkind, waar kom jij vandaan Tijdens lied wordt naam in het Doopboek geschreven. Mensenkind, waar kom jij vandaan, amper geboren, nog geen naam, totdat twee mensen, een man en een vrouw zeggen, wat houden wij veel van jou! Mees is je naam. Mensenkind kijk de mensen nou, zij willen niet meer zonder jou, worden je vrienden en geven een hand, nemen je mee naar het mensenland: Mees is je naam. Mensenkind je bent niet alleen ook al moet jij door het water heen, wij gaan met jou en we gaan tegelijk, totdat we zijn in het Koninkrijk: Mees is je naam. Iedereen is zo’n mensenkind, vragend totdat hij wordt bemind, gaande en staande in weer en in wind, totdat een ander het antwoord vindt: Menslief is je naam. 6 Doopbelofte Pastor: Beste Wilco en Esther, willen jullie je kind dat in jullie gezin geboren is zijn weg laten vinden in het licht van Jezus, die verrezen is? Ouders: Ja, dat willen wij. Pastor: Willen jullie proberen het beste van jezelf aan je kind te geven? Beloven jullie het trouw te zijn en het voor te leven in de Geest van Jezus? Ouders: Ja, dat willen wij. Pastor: Willen jullie proberen de persoon van Jezus levend te houden door het vertellen van zijn verhalen, het voorleven daarvan ook door de jullie verbondenheid met onze kerk ook tijdens de vieringen? Ouders: Beste Bart en Sandra, willen jullie samen met de ouders de eersten zijn die ervoor zorgen dat jullie petekind de warmte van de liefde mag ondervinden? Peters en meters: Ja, dat willen wij. Pastor: De doop is een eerste stap op de weg waarop Jezus ons is voorgegaan. Op die weg moeten we met onze kinderen verder gaan, verbonden ook met al onze medechristenen. Het is de weg van geloof, hoop en liefde. Ik wil u uitnodigen dit geloof nu samen te belijden. Handoplegging 7 Weten dat je erbij hoort is een stuk van je geluk. Weten dat ze je niet laten vallen, dat ze je helpen als dat nodig is, dat ze je de hand boven het hoofd houden. Daaraan hebben niet alleen kleine kinderen behoefte, maar ook grote mensen. Daarom wil ik de ouders en peetouders vragen hun hand op het hoofdje van hun (pete)kind te leggen. Samen bidden we: Allen: Heer onze God, uw Zoon Jezus Christus heeft aan kinderen de hand opgelegd als teken van liefde, zorg en bescherming. In navolging van Hem stellen wij hetzelfde gebaar over deze kinderen. Wij vragen U: dat zij zich geborgen weten bij hun ouders en de mensen om hen heen, dat zij zich veilig voelen in onze wereld. Bescherm hen tegen alles wat kwaad en onmenselijk is. Geef dat wij hen mogen omringen met het beste van onszelf, zodat deze kinderen uit onze liefde mogen ervaren dat Gij uw beschermende hand nooit terugtrekt. Pastor: God, houdt uw beschermende hand over dit kind. Laat uw Geest in hem wonen en werken, door Christus onze Heer. Toediening van de doop: Mees, Wilhelmus Adrianus Maria Ik doop je in de naam van de vader en de zoon en de heilige geest 8 De zalving met chrisma: Pastor: Ik leg op jou de naam van Jezus Christus, dé Gezalfde des Heren. Ik zalf je met zijn Geest, ik teken je met zijn kruis, opdat je vervuld mag worden van de kracht en de gezindheid die was in Hem, kind van God, vandaag en tot in de eeuwen der eeuwen. A. Amen Overreiking van het doopkleed: Pastor: Mees, je bent bekleed met Jezus Christus en een nieuw mens geworden. Moge dit witte kleed het teken zijn van wat je bent geworden: houd je verdere leven vrij van de besmetting van het kwaad tot in het eeuwige leven. Wij wensen je toe, dat je hierin wordt geholpen door het woord en het voorbeeld van je ouders, de peter en meter, familie en bekenden, en van heel onze geloofsgemeenschap. Overreiking van de doopkaars: (De vader steekt de doopkaars aan aan de paaskaars) Pastor: Christus is het licht van de wereld. Probeer dan ook als Christen te leven, als een licht in de wereld, als een vuur tussen de mensen, als een vonk van Gods liefde. Voorbeden Laten wij bidden Voor ons allen, hier aanwezig, dat wij op dit Paasfeest ons hart openstellen voor Jezus die voor ons op aarde is gekomen, en ons op Pasen het Leven bracht. 9 Acclamatie: Hoor ons Heer, luister naar ons (2x) Laten wij bidden voor alle kinderen op de wereld. Dat zij goedheid en liefde mogen kennen van hen die voor hun opvoeding zorgen. Dat zij hulp en bescherming mogen vinden tegen ongeluk en kwaad. Laten wij bidden voor onze ouders dat zij gelukkig mogen leven in het gezin waar wij ook toe behoren. Dat zij blij mogen zijn met wat wij leren en hoe wij opgroeien. Acclamatie: Hoor ons Heer, luister naar ons (2x) Laten wij bidden voor alle kinderen op de wereld. Dat zij goedheid en liefde mogen kennen van hen die voor hun opvoeding zorgen. Dat zij hulp en bescherming mogen vinden tegen ongeluk en kwaad. Acclamatie: Hoor ons Heer, luister naar ons (2x) DIENST VAN DE TAFEL Collecte: zie pagina 18 Offerandelied: De tafel wordt gedekt De tafel wordt gedekt, het feestmaal gaat beginnen, de gaven komen binnen, de tafel wordt gedekt. 10 De tafel wordt gedekt, dus gaan we hem versieren, dat hoort bij feestjes vieren, de tafel wordt gedekt. De tafel wordt gedekt, er mogen kaarsen branden, wij vouwen nu de handen, de tafel wordt gedekt. Bedanken wij nu God, want Hij is in ons midden, dus gaan we samen bidden: bedanken wij nu God. V: Bidt, broeders en zusters, dat mijn en uw offer aanvaard kan worden door God, de almachtige Vader. A: Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van zijn Naam, tot welzijn van ons en van heel zijn heilige kerk. Gebed over de gaven Grote lofprijzing: P. De Heer zal bij u zijn. A. De Heer zal u bewaren. P. Verheft uw hart (wij gaan staan) A. Wij zijn met ons hart bij de Heer. P. Brengen wij dank aan de Heer, onze God. A. Hij is onze dankbaarheid waardig. Eucharistisch gebed: P. Wij danken U, God, omdat U een God van levenden zijt, niet van doden. Wij danken U, dat wij mogen blijven hopen, diep in ons hart, op een goede afloop, zoals U dat bij Jezus hebt laten zien. Na de duisternis van de dood kwam bij Hem het licht van het nieuwe leven. U hebt daarvoor gezorgd bij 11 Hem, U zult ook zorgen voor ons. Daarom zijn we vandaag blij en zingen ter ere van Jezus: Lied: Heilig nu en altijd meer A. Refrein: Heilig, heilig is de Heer, heilig nu en altijd meer, heilig, heilig is de Heer, heilig nu en altijd meer. K. Heilig, de God der hemelse machten, A. hosanna in de hoge. K. Vol van Uw glorie zijn hemel en aarde: A. hosanna in de hoge. Refrein K. Heilig, de God der hemelse machten A. hosanna in de hoge, K. gezegend die komt in de naam van de Heer: A. hosanna in de hoge. Refrein. (Nu kunt u gaan knielen) Goede God, die dichtbij ons wil zijn in ’t Licht van deze Paaskaars, die verwijst naar Jezus, Uw Zoon. Wij danken U op de Paasavond uit de grond van ons hart. Wij danken U om het licht, dat Jezus ons gegeven heeft en nog steeds geeft: Om de liefde voor ons allen; om de zorg voor misdeelde en op de vlucht gedreven mensen; om de troost voor zieke en verdrietige mensen. Want zo was en is Hij, Jezus van Nazareth; Licht in ons midden. Goede God, wij bidden U, want toen heeft Hij het brood in zijn handen genomen, het gezegend en uitgedeeld met de woorden: Neemt en eet, want dit is Mijn Lichaam. 12 Ook heeft Hij toen de beker met wijn in zijn handen genomen, hem gezegend en laten rondgaan met de woorden: Neemt en drinkt, want dit is Mijn bloed. Blijft dit doen om Mij te gedenken. Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondingen wij de dood des Heren, totdat Hij komt. Goede God, wij danken U dat U nu in ons midden bent. Zo wilt U bij ons zijn: in dit brood voor ons gebroken en in deze wijn, voor ons vergoten. Wij bidden U op dit uur van licht voor al onze overledenen, in het bijzonder voor hen die ons heel dierbaar zijn. Dat zij allen voorgoed het licht van Jezus mogen ondervinden. Goede God, wij bidden U voor alle kinderen en mensen op deze wereld. Dat wij Pasen blijven ervaren als een feest van ’t Leven, doordat wij met elkaar en ook met deze aarde eerbiedig en liefdevol omgaan. Door Hem en met Hem en in Hem zal uw Naam geprezen zijn, Heer onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid. Amen. Onze Vader, heilig is Uw naam Onze Vader in de hemel, heilig is Uw naam, kome zal Uw rijk op aarde, breng ons mensen saam. Altijd zal Uw wil geschieden, laten wij Uw stem verstaan. Op de aarde in de hemel, overal waar wij bestaan. 13 Geef het brood aan alle mensen, ied're dag opnieuw en vergeef ons onze schulden, maak ons allen nieuw. Zoals wij de schuld vergeven aan wie ons iets heeft misdaan. En leid ons niet in bekoring, om steeds vrij voor U te staan. Paasvredeswens: God is vrede Tekst: M. Zagers / muziek: R. Pes Ik geef je een hand lieve mens ik sta naast je. Ga met me mee. God is vrede. God is vrede. Uitnodiging tot communie Communieliederen: Ik ben het licht van de wereld Tekst & muziek: R. Borkent & D. Zwart Jezus zegt: blijf niet alleen, vergeet je bange dromen. Laat het licht zijn om je heen, de zon is opgekomen. Ik ben het licht, Ik ben het licht van de wereld. Wie Mij volgt ziet het leven. In het donker lopen wij verloren rond te dwalen, Jezus zegt: ga mee met Mij, je ogen zullen stralen. 14 Ik ben het licht, Ik ben het licht van de wereld. Wie Mij volgt ziet het leven. Blinkend als de morgenster die helder staat te schijnen zo is Jezus, onze Heer. Het donker zal verdwijnen. Ik ben het licht, Ik ben het licht van de wereld. Wie Mij volgt ziet het leven Een nieuw Paaslied Zeg ken jij het liedje van de aarde dicht, die als de weerlicht opensprong, een zee van licht, de grote zwarte nacht, ging onder in die zee dus kun je zingen, zing dan vrolijk met ons mee: En kere om, sla de grote trom Met Pasen keert het licht weerom, licht weerom. Zeg, ken jij het liedje van de Rode Zee, er trok een volk doorheen en God trok met hen mee, ze kozen 't ruime sop en Mozes ging voorop, dus kun je zingen, zing dan vrolijk met ons mee: en dans en spring 't nieuwe land maar in, want Pasen geeft een nieuw begin, nieuw begin. Zeg, ken jij het liedje uit de dood vandaan, van Jezus, die met Pasen weer is opgestaan, hee dood, waar is je straf, Hij kwam weer uit het graf, dus kun je zingen, zing dan vrolijk met ons mee: en blaas de fluit, blaas de dood maar uit, 't is Pasen wat de klokke luidt, klokke luidt. 15 Slotgebed: Lieve God, Vandaag vieren we feest omdat Jezus niet dood is gebleven maar is opgestaan en leeft bij U een nieuwe toekomst tegemoet samen met ons. Wij mogen erbij zijn bij dit nieuwe begin wij mogen weten dat U altijd weer met ons verder gaat nooit iets bij het oude laat maar ons en uw schepping vernieuwt, telkens weer. We danken U omdat we weten mogen dat we op weg zijn naar uw stad van vrede. Amen. Wegzending/zegen 16 Slotlied: Wij zoeken naar het licht Mensen onderweg door stad en land en overzee, dragen in hun handen vele vragen met zich mee. Donker zijn de straten en verduisterd is het zicht, Heer, wij bidden U om licht. Refrein: Glory, glory, alleluia, (3x) Wij zoeken naar het licht. Mensen onderweg op zoek naar vrede en geluk, hier een goede beker en daarginds is alles stuk, huilen om een afscheid, een moment een blij gezicht, Heer, wij bidden U om licht. Refrein Mensen onderweg, de wereld wacht met ongeduld, krotten worden huizen, lege handen weer gevuld. Zingen van de Heer, op Hem is alle hoop gericht, Heer, wij bidden U om licht. Refrein 17 Collecte: I Parochiepastoraat II Vastenaktie Ghana (witte mandjes) (rode mandjes) Ghana: Waterpompen, Bijenkasten, Microkredieten en onderwijs. Naastenliefde begint met het delen van onze welvaart. U ziet het elke dag om u heen: wij leven in overvloed. Tijd voor bezinning is er nauwelijks. De maatschappij dwingt ons bijna om steeds maar meer te besteden, meer te consumeren. De vastentijd was een periode om daar eens over na te denken, om het eens met wat minder te doen, tot rust te komen. De wereld groeit als we delen. Vandaag hebben onze medemensen onze hulp nodig. Zodat zij morgen werkende waterpompen hebben en akkers waar de gewassen welig groeien, maar ook over lesmaterialen beschikken voor de scholen van hun kinderen en eigen bedrijfjes gaan opzetten. In het Ghanese district Nkwanta, leven 156.000 mensen door gebrek aan infrastructuur erg arm en afgelegen. Veel jonge mannen trekken naar de steden om een baan te zoeken en laten hun gezin achter. Vrouwen worden gezinshoofd. Hun leven als moeder, huishoudster en landarbeidster is erg zwaar. Ze werken hard om een eigen bestaan op te bouwen en hun gezin te verzorgen, de kinderen te voeden en naar school te laten gaan. Vastenaktie leent hen geld, zodat ze hun inkomen kunnen verdienen met de verkoop van zakdoeken of het houden van bijen voor de productie van honing. Waterpompen worden aangelegd om ook in het droge seizoen schoon water te kunnen drinken en het telen van groente mogelijk te maken. Zij vragen ons om hen te helpen. VASTENAKTIE HOUTEN OLV Ten Hemelopneming, Loerikseweg 12, 3991 AD Houten giro: 582707 18 Diensten komende week en komend weekend: Di. 10-04 19.00 uur Woord- en communieviering Do. 12-04 9.00 uur Vr. 13-04 10.00 uur Eucharistieviering in dagkapel (1e vrijdagviering) 19.00 uur Rozenkransgebed Eucharistieviering Za. 14-04 19.00 uur Eucharistieviering m.m.v. cantor Zo. 15-04 10.00 uur Eucharistieviering m.m.v. Schola Cantorum en kinderwoorddienst 19 Eucharistieviering m.m.v. kinderkoor Voorgangers: Pastor G. Peters en Pastor L. Weijman 20 21