BUDGETBEHEER NUTTIGE INFORMATIE n BUDGETBEHEER NUTTIGE INFORMATIE INHOUD Te bereiken doelstellingen ...................................................................................................................... 4 Verwijzingen in de eindtermen ................................................................................................................ 5 1. WAT IS EEN BUDGET? .......................................................................................................................... 6 2. INKOMSTEN EN UITGAVEN .................................................................................................................. 7 2.1 DE INKOMSTENSBRONNEN VAN EEN GEZIN ........................................................................................... 7 2.2 DE UITGAVENPOSTEN VAN EEN GEZIN .................................................................................................... 8 3. JE BUDGET OPSTELLEN ...................................................................................................................... 11 3.1 EEN GOEDE VOORBEREIDING IS NODIG ................................................................................................ 11 3.2 HULPMIDDELEN BIJ DE OPMAAK VAN JE BUDGET ................................................................................ 11 3.3 JE CONCLUSIES TREKKEN ........................................................................................................................ 12 4. DURE MAANDEN, UITZONDERLIJKE OF ONVOORZIENE UITGAVEN: SPAREN OF LENEN? ............... 13 4.1 MINIMALE BUDGET ................................................................................................................................ 13 4.1 DE MINIMALE SPAARBUFFER ................................................................................................................. 13 4.2 EEN LENING ............................................................................................................................................. 14 5. ENKELE TIPS OM JE BUDGET IN BALANS TE HOUDEN .......................................................................... 15 6. MOEITE MET JE BETALINGSVERPLICHTINGEN ..................................................................................... 16 6.1 REGELING TREFFEN MET JE SCHULDEISER ............................................................................................. 16 6.2 BUDGETBEGELEIDING EN BUDGETBEHEER ............................................................................................ 16 6.3 SCHULDBEMIDDELING EN COLLECTIEVE SCHULDENREGELING ............................................................. 17 BIJLAGEN .............................................................................................................................................. 19 BIJLAGE 1: UITGAVEN VAN EEN MODAAL GEZIN ........................................................................................ 19 BIJLAGE 2: EEN BUDGET OPSTELLEN IN EXCEL (ILLUSTRATIE) ..................................................................... 20 Het thema van deze bundel, behandelt in de eerste plaats de vakoverschrijdende eindterm 6.7, de leerlingen kunnen het eigen budget en de persoonlijke administratie beheren. Waar er aanknopingspunten zijn met andere VOET uit de contexten, wordt dat vermeld. VOET uit de stam en leren leren hangen voornamelijk af van de gekozen werkvormen en worden daarom niet vermeld. Opmerkingen en suggesties over deze bundel kan je sturen naar [email protected] Een uitgave van: Wikifin.be Januari 2017 2015 BUDGETBEHEER – THEORETISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE- 2 BUDGETBEHEER – THEORETISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE- 3 Te bereiken doelstellingen Een budget opstellen De leerlingen kunnen een overzicht opstellen van inkomsten en uitgaven, een budget dus, voor zichzelf, een gezin, een activiteit, een bedrijf, een organisatie, een overheid. Ze kunnen dit overzicht up-to-date houden. De leerlingen kunnen het onderscheid maken tussen de verschillende categorieën van inkomsten en uitgaven. De leerlingen kunnen bij de aankoop van een goed berekenen hoeveel de vaste kosten zijn en hoeveel variabele kosten en eventuele bijkomende kosten er nog bij komen. Besteden in functie van je budget De leerlingen kunnen uitrekenen of hun budget een bepaalde uitgave toelaat, rekening houdend met andere gedane of geplande uitgaven. De leerlingen weten dat hun financiële situatie zowel op korte (dure en goedkope maanden) als op lange termijn (veranderende gezinssituatie) fluctueert in de tijd en houden daar rekening mee in hun dagelijkse uitgaven. De leerlingen kunnen prioriteiten stellen in hun uitgaven, m.a.w. ze houden bij hun bestedingen rekening met de verplichte uitgaven die ze hebben en met de betaaltermijn van die verplichte uitgaven. Ze kunnen m.a.w. hun (geplande) uitgaven naar prioriteit ordenen. De leerlingen kunnen hun inkomsten en hun uitgaven aanpassen aan (geplande en ongeplande) veranderende omstandigheden. De jongeren begrijpen dat het belangrijk is om een spaarbuffer aan te leggen voor onverwachte kosten of noodzakelijke uitgaven. De leerlingen kunnen rekeninguittreksels controleren en afwijkingen in hun saldo of transacties herkennen. Hulp zoeken bij budgetproblemen De leerlingen kennen de organisaties waar je terecht kan als je geldvragen of –problemen hebt en begrijpen ook de werking van deze organisaties. De leerlingen weten waarvoor ze hulp kunnen zoeken en durven over hun geldproblemen praten. BUDGETBEHEER – THEORETISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE- 4 Verwijzingen in de eindtermen Linken met de vakgebonden eindtermen Project Algemene Vakken Tweede graad: 20. De leerlingen kunnen hun dagelijkse leven organiseren. 24. De leerlingen kunnen hun zakgeld beheren. 26. De leerlingen kunnen een beroep doen op diensten of instellingen waar ze met eventuele vragen, klachten of meldingen terecht kunnen. 28. De leerlingen kunnen in hun eigen regio de belangrijkste maatschappelijke voorzieningen situeren. 30. De leerlingen kunnen onder begeleiding aspecten van het dagelijks leven van mensen in een andere tijd of op een andere plaats met hun eigen leven vergelijken. Afhankelijk van de gekozen werkvormen en oefeningen, zullen er natuurlijk ook eindtermen uit de domeinen 'Functionele taalvaardigheid', 'Functionele rekenvaardigheid' en 'Functionele informatieverwerving en -verwerking' aan bod komen. Linken met de vakgebonden eindtermen Project Algemene Vakken Derde graad: 14. De leerlingen zien in dat ze keuzes moeten maken om hun leven adequaat te organiseren. 21. De leerlingen kennen in hun eigen regio de dienstverlening van de belangrijkste maatschappelijke instellingen en kunnen er gebruik van maken. 26. De leerlingen kunnen geld beheren en bankieren. 27. De leerlingen kunnen een gezinsbudget opstellen en reflecteren over het beheer ervan. Afhankelijk van de gekozen werkvormen en oefeningen, zullen er natuurlijk ook eindtermen uit de domeinen 'Functionele taalvaardigheid', 'Functionele rekenvaardigheid' en 'Functionele informatieverwerving en -verwerking' aan bod komen. Linken met de vakoverschrijdende eindtermen: Context 6, socio-economische samenleving, 7: de leerlingen kunnen het eigen budget en de persoonlijke administratie beheren. Afhankelijk van de gekozen werkvormen en oefeningen, zullen er natuurlijk ook eindtermen uit de domeinen 'Functionele taalvaardigheid', 'Functionele rekenvaardigheid' en 'Functionele informatieverwerving en -verwerking' aan bod komen. Linken met andere eindtermen uit de contexten zijn mogelijk, zie hiervoor de tips in 'Nuttige informatie voor de leerkracht - Budgetbeheer'. BUDGETBEHEER – THEORETISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE- 5 1. WAT IS EEN BUDGET? “Gemeenteraad keurt budget gemeente Neerpelt goed” (12/12/’016) “163.500 euro budget voor herstelling wegen en fietspaden” (18/02/’14) “Nog geen extra budget voor het Rode Kruis voor registratie stamceldonoren” (20/01/’14) “Design voor alle budgetten” (20/11/’13) “Sociale kruidenier voor mensen met krap budget” (06/09/’13) “OCMW-raadsleden leven 1 maand met een beperkt budget” (28/09/’13) “Politiezone krijgt in 2013 zelfde budget als vorig jaar” (12/03/’13) “Besparinge zullen wegen op gezinsbudgets’” (08/10/’15) “Begroting 2017, 70% besparen, 30% nieuwe inkomsten” (15/10/’16) In al deze krantenkoppen komt budget aan bod: het budget van individuen en gezinnen, maar ook het budget van de overheid, een gemeente, een politiezone of een organisatie. Om overzicht te hebben over je financiën of over de financiën van een instelling, maak je best een budget op. Een budget is een gedetailleerd overzicht van alle inkomsten en uitgaven. Het is ook een praktisch hulpmiddel om de stand van je persoonlijke financiën te kennen. Door een budget op te stellen dwing je jezelf om na te denken over hoe je in het dagelijks leven met geld omgaat. Het visualiseren van je uitgavenposten kan je helpen om je consumptiegewoonten onder de loep te nemen. Beslissen om ‘s middags geen broodje meer te kopen, maar je eigen boterhammen te smeren bijvoorbeeld, kan zorgen voor een besparing van wel 3 euro per dag, 15 euro per week, 60 euro per maand en meer dan 600 euro per jaar. VOORBEELD: HET BUDGET VAN EEN GEZIN Inkomsten: hoeveel je verdient door te werken, de intresten op je spaarrekening, het kindergeld, ... Uitgaven: kleine dagelijkse uitgaven, zoals een drankje of een krant, de wekelijkse boodschappen in de supermarkt, de maandelijkse energiefactuur, de aflossing van het woonkrediet of de huur, het budget waarmee je op vakantie gaat, de verzekeringspremies voor je brommer die je jaarlijks betaalt, ... BUDGETBEHEER – THEORETISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE- 6 2. INKOMSTEN EN UITGAVEN Een eerste stap om een overzichtelijk budget op te stellen, is het oplijsten van je inkomsten en je uitgaven. Zowel bij de inkomsten als bij de uitgaven van een gezin maken we een onderverdeling in een aantal categorieën. 2.1 DE INKOMSTENSBRONNEN VAN EEN GEZIN Een gezin kan één of meerdere van de hieronder opgesomde inkomsten hebben. We onderscheiden inkomsten uit arbeid, uit vermogen en uit sociale vergoedingen. Inkomsten uit arbeid Mensen werken om hun boterham te verdienen. Je kunt werken als werknemer of als zelfstandige. Een werknemer werkt voor een onderneming of de overheid en krijgt daarvoor een loon. Het bedrag dat op zijn rekening gestort wordt, is zijn nettoloon. Het brutoloon, dat vermeld wordt in het arbeidscontract of bovenaan elke loonfiche, is het loon voor aftrek van de werknemersbijdragen voor de sociale zekerheid en de bedrijfsvoorheffing. Naast het maandelijkse nettoloon ontvangen sommige werknemers elke maand maaltijdcheques. Daarnaast ontvangen werknemers ook jaarlijks andere inkomsten, bijvoorbeeld vakantiegeld, een eindejaarspremie of ecocheques of een bonus. Dit laatste wordt bijvoorbeeld betaald wanneer het bedrijf veel winst heeft gerealiseerd, wanneer je als commerciële werknemer goede verkoopsresultaten kan voorleggen, ... Het is een extraatje dat kan variëren van jaar tot jaar. Een zelfstandige werkt voor eigen rekening. De berekening van zijn netto-inkomsten is ingewikkelder. Het is afhankelijk van zijn prestaties en zijn kosten van die maand, van de sociale lasten die hij moet betalen, van de BTW, belastingen, ... Na enkele jaren van zelfstandige activiteit is hij wel in staat om zijn maandelijks inkomsten in te schatten. Wil je meer weten over de inkomstenbelasting: http://www.belgium.be/nl/belastingen/inkomstenbelastingen Wil je meer weten over de sociale zekerheid: http://socialsecurity.belgium.be/language_selection?destination=%3Cfront%3E Wil je meer weten over het verschil tussen bruto- en nettoloon: http://www.loonwijzer.be Inkomsten uit vermogen Met het geld dat je niet onmiddellijk nodig hebt, kan je een vermogen opbouwen. Je kan je vermogen investeren in spaar- en beleggingsproducten of in onroerend goed. Altijd met de bedoeling om dat vermogen te laten groeien. Een huis kan huurinkomsten opleveren, op een spaarrekening of voor een belegging krijg je intrest of dividend. Wie meer wil weten over spaar- en beleggingsproducten http://www.wikifin.be/nl/themas/nav-sparen-en-beleggen en hun opbrengsten: BUDGETBEHEER – THEORETISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE- 7 Inkomsten uit sociale vergoedingen In deze categorie vind je onder andere vervangingsinkomsten en aanvullende inkomsten. Vervangingsinkomens zijn uitkeringen die de inkomsten uit arbeid vervangen als je door ziekte, werkloosheid of ouderdom niet meer kan werken. We spreken dan van een ziekte- of een invaliditeitsuitkering, van een werkloosheidsuitkering of van een pensioen. Aanvullende inkomsten zijn toeslagen voor bepaalde groepen in onze samenleving. Eén van de belangrijkste aanvullende inkomsten voor gezinnen met kinderen is de kinderbijslag. Andere voorbeelden zijn terugbetaling in de kosten voor doktersbezoek of kraamgeld voor wie pas bevallen is. Toevallige inkomsten Alle inkomsten die je niet in één van de vorige groepen kan onderverdelen, zoals een erfenis of een schenking, loterijwinst, ... Link met VOET 6.1, de leerlingen leggen met voorbeelden uit hoe welvaart wordt gecreëerd en hoe een overheid inkomsten verwerft en aanwendt. Mogelijkheid om in te gaan op het verschil tussen bruto- en nettoloon, het systeem van solidariteit waarin onze sociale zekerheid voorziet (tussen werkenden en werklozen, tussen actieven en pensioengerechtigden, tussen gezonden en zieken, tussen gezinnen met en zonder kinderen, ...) 2.2 DE UITGAVENPOSTEN VAN EEN GEZIN We maken een onderscheid tussen vaste uitgaven en variabele uitgaven. Vaste uitgaven of kosten Min of meer vaste bedragen die je op regelmatige tijdstippen moet betalen, zoals huur van je woonst, de aflossingen van een lening voor een auto, premies voor verzekeringen, de jaarlijkse grond- of verkeersbelasting, de bijdragen voor het ziekenfonds, maandelijkse telecomabonnementen (telefoon, gsm, tv en internet) of facturen van nutsbedrijven (elektriciteit, gas, water, ...). Opgepast, de bedragen die een gezin op regelmatige basis betaalt aan de watermaatschappij of aan de gas- of elektriciteitsleverancier zijn bedragen die weinig variëren: het zijn immers voorschotten. Het bedrag van die voorschotten wordt berekend op basis van het gemiddeld verbruik van dat gezin gedurende het vorige jaar. Eén keer per jaar maakt de energieleverancier een afrekening op basis van het werkelijk verbruik, dat je kan aflezen op de teller. De voorschotten die een gezin al betaalde, worden afgetrokken van de afrekening. Het kan dan zijn dat je moet bijbetalen; namenlijk wanneer je meer verbruikt hebt dan wat je al betaald hebt. Maar het kan ook zijn dat je geld terugkrijgt. Als je vindt dat je voorschotfacturen niet meer aangepast zijn aan je werkelijk verbruik, doe je er goed aan je water- of energieleverancier te contacteren en je voorschot te laten aanpassen. Zo vermijd je onaangename verrassingen op het moment van de afrekening. BUDGETBEHEER – THEORETISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE- 8 Variabele uitgaven of kosten De omvang van deze uitgaven bepaal je zelf en het tijdstip waarop je moet betalen is niet altijd vast. We verdelen ze in 3 groepen: lopende uitgaven, uitzonderlijke uitgaven en onvoorziene uitgaven. lopende uitgaven voor dagelijkse behoeften: uitgaven die je regelmatig doet, maar waarvan de bedragen kunnen variëren. Voorbeelden zijn de wekelijkse boodschappen in de supermarkt of de brandstof voor de wagen. uitzonderlijke uitgaven: grote bedragen waarvoor de meeste gezinnen op voorhand sparen. Voorbeelden zijn een nieuwe auto, een verre reis of een verbouwing van je eigen woonst. onvoorziene uitgaven: uitgaven die je moeilijk of niet kan plannen en die daardoor voor sommige gezinnen leiden tot financiële problemen. Voorbeelden zijn een ziekenhuisopname of het vervangen van een verwarmingsketel die opeens stuk is. Wanneer je beschikt over een spaarbuffer kan je dergelijke kosten gemakkelijk opvangen. Het onderverdelen van je uitgaven in de voorgestelde groepen is niet altijd evident. Bovendien kan de onderverdeling verschillen van persoon tot persoon. Het budget voor vakantie bijvoorbeeld kan voor de ene persoon een lopende uitgave zijn, terwijl iemand anders het kan benoemen als een uitzonderlijke uitgave. Met je uitgaven voldoe je aan een deel van je behoeften. Een behoefte is iets wat je nodig hebt of graag wil. Je ervaart dus een gemis of een tekort en dat wil je wegwerken. Dat doe je aan de hand van onder andere je uitgaven voor allerlei aankopen van producten en diensten. Mensen hebben heel veel behoeften. Om ze te ordenen, onderscheiden we drie types: Primaire behoeften of basisbehoeften Wonen, eten, drinken, zich kleden en zich veilig voelen. Als aan deze behoeften niet voldaan is, komt het leven in gevaar. In onze samenleving met hoge welvaart horen daar ook voorzieningen bij zoals stromend water, elektriciteit, een koelkast of een wasmachine. Deze laatste voorzieningen zijn in ontwikkelingslanden zeker geen primaire behoeften. Secundaire behoeften Zaken die niet echt van levensbelang zijn, maar die ook niet vreemd of overdreven zijn, zoals een televisie, een computer, een gezinswagen, af en toe op vakantie gaan, aangesloten zijn bij een sportclub, ... Tertiaire behoeften Zaken die volstrekt overbodig zijn, zoals een peperdure sportauto, een veel te groot huis, regelmatig op vakantie gaan naar exotische bestemmingen, dure sieraden, ... We noemen het luxeproducten. BUDGETBEHEER – THEORETISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE- 9 Bijlage Het belang van de verschillende groepen van uitgaven binnen het budget van een persoon of een gezin is eveneens afhankelijk van de persoon of het gezin. Ook evolueert het aandeel ervan doorheen de tijd. In het verleden publideerde het Oivo (Onderzoeks- en Informatiecentrum van de VerbruikersOrganisaties) , ondertussen veranderd in het BV-OECO de evolutie van de consumptiegewoonten van gezinnen. Deze informatie wordt momenteel niet meer geactuliseerd. Informatie over de uitgaven van de Belgische huishoudens is wel te vinden bij de FOD economie. In bijlage 1 vind je de cijfers van 2014. De uitgaven van de Belgische huishoudens bedroegen in 2014 gemiddeld 35.920 euro. Het grootste deel ervan, 29% van het totaalbedrag, werd besteed aan de woning, gevolgd door voeding, drank en tabak (15,4%), vervoer en telecommunicatie (14,9%) en uitgaven voor cultuur, vrije tijd, horeca en reizen (14,7%). Deze overzichten geven je een inzicht in het consumptiegedrag van de gezinnen, je kan deze informatie dan gebruiken om je eigen situatie hiermee te vergelijken. Link met VOET 6.6, De leerlingen geven voorbeelden van factoren die de waardering van goederen en diensten beïnvloeden. Mogelijkheid om in te gaan op de indeling van behoeften in de genoemde categorieën en verschillen in bestedingspersoon, o.a. afhankelijk van iemands sociale klasse. BUDGETBEHEER – THEORETISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE- 10 3. JE BUDGET OPSTELLEN 3.1 EEN GOEDE VOORBEREIDING IS NODIG Schoolgaande jongeren die thuis wonen, zullen nog niet met alle inkomensbronnen en alle uitgavenposten in aanraking komen. Toch kan het ook voor hen leerrijk zijn om hun budget op te maken en na te denken over de aard van hun inkomsten en uitgaven. Het oplijsten van je inkomsten en uitgaven is immers geen gemakkelijke klus. Heel wat inkomsten en uitgaven komen maandelijks terug, andere inkomsten of uitgaven heb je maar één keer per jaar. Nog andere inkomsten of uitgaven kan je niet voorspellen, omdat ze toevallig zijn. Om je inkomsten en uitgaven op te lijsten neem je dus best je tijd en bereid je je voor. Denk goed na over al je inkomstenbronnen en al je uitgavenposten. Vergeet daarbij je kleine, dagelijkse uitgaven niet, zoals een krant, een drankje, ... Om niets te vergeten, kan het handig zijn om gedurende een periode al je uitgaven in een schriftje te noteren of andere hulpmiddelen te gebruiken (zie 3.2). Ook het doornemen van al je rekeninguittreksels van een voorbije periode of een map met je facturen en loonfiches kunnen helpen bij het in het kaart brengen van al je inkomsten en uitgaven. Je kan ook al je rekeningen goed bijhouden: je voorziet thuis een mandje bijvoorbeeld, en regelmatig tel je de uitgaven van al je ticketjes en rekeningen op. Als je het overzicht van je inkomsten en uitgaven hebt opgesteld, neem dan je tijd om het rustig te bestuderen. 3.2 HULPMIDDELEN BIJ DE OPMAAK VAN JE BUDGET Een budget opstellen kan op de klassieke manier, op een blad papier. Je voorziet een kolom voor je inkomsten en een kolom voor je uitgaven. Zowel je inkomsten als je uitgaven groepeer je in verschillende posten. Dit geheel geeft je al een goed overzicht. Er zijn geen vaste regels voor het ordenen of de benaming van de posten. Meestal worden de uitgaven geordend volgens periodiciteit (vaste maandelijkse uitgaven, variabele maandelijkse uitgaven, occasionele uitgaven, jaarlijkse uitgaven) of volgens thema (huisvesting, huishouden, communicatie, gezondheid, mobiliteit, …). Voor de inkomsten is de indeling eenvoudiger, omdat er bij de meesten van ons relatief weinig posten zijn. Er bestaan vrschillende papieren hulpmiddelen hiervoor. Tegen een kleine vergoeding kan je bij de gezinsbond een handig gezinskasboek bestellen https://www.gezinsbond.be/Publicaties/Andere/Paginas/gezinskasboek.aspx . Cebud, Centrum voor budgetadvies en –onderzoek van Thomas More, heeft ook een budgetagenda die je tegen een kleine vergoeding kan aanschaffen http://www.cebud.be/budgetagenda Bijlage Wie handig is met Excel, kan een rekenblad maken op de computer, met een kolom voor je inkomsten en een kolom voor je uitgaven. Je kan dan zelf de onderverdelingen kiezen. Een ander voordeel is dat je in Excel formules kan toevoegen aan de cellen zodat totalen, verschillen, ... berekend worden. Eens je alle cijfers hebt, kan je ook gemakkelijk grafieken maken. Een voorbeeld van een rekenblad en een grafische weergave vind je in bijlage 2. Het stelt het budget van een 17-jarige overzichtelijk voor.Je hoeft dit niet zelf te maken, er bestaan ook veel budgettabellen in excel. Een voorbeeld vind je op http://static.netto.tijd.be/nl/xls/budgetnl.xls BUDGETBEHEER – THEORETISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE- 11 Ook online vind je handige tools voor het opstellen van je budget; de budgetplanner van het Vlaams Centrum Schuldenlast bijvoorbeeld. Je vindt hem op http://www.budgetplanner.be. Je kan ook iets eenvoudiger houden en een budgetplan afprinten en dit dan zelf invullen. ZO WERKT DE BUDGETPLANNER! In het eerste tabblad vul je je inkomsten in. De mogelijke bronnen van inkomsten zijn opgelijst, zodat je alleen nog de bedragen moet invullen. Met dat overzicht zal je minder snel een van je inkomsten over het hoofd zien. In het tweede tabblad vul je je uitgaven in. Ook hier zijn er voor de meest voorkomende uitgavenposten invulvakjes voorzien. Daarna vul je in hoeveel je elke maand spaart. In het voorlaatste tabblad krijg je je resultaat te zien, een handig overzicht van je inkomsten, je uitgaven en je spaarinspanning, per maand en per jaar. Ook wordt je maandelijks overschot of tekort berekend. Tot slot krijg je een advies: een bevestiging dat je goed bezig bent, of tips om het beter te doen in de toekomst. Er bestaan ook tal van applicaties, gratis of betalend, voor je smartphone of je tablet om je budget te beheren. Enkele bekende apps zijn Handwallet, Pocket Budget, eyeWally, Toshl, Huishoudboekje en EasyMoney. Net zoals bij de budgetplanner geef je ook hier al je inkomsten en uitgaven in, onderverdeeld in een aantal categorieën. Het is gemakkelijk om extra inkomsten of uitgaven toe te voegen naarmate de maand vordert. Een ander pluspunt is de overzichtelijke grafische weergave van je inkomsten en uitgaven. 3.3 JE CONCLUSIES TREKKEN Eens je je budget opgesteld hebt, neem dan rustig je tijd om het resultaat te bestuderen en, indien nodig, maatregelen te nemen. Twee conclusies zijn mogelijk: Ofwel merk je dat je elke maand een mooi overschot hebt. Dan is het misschien interessant om in de toekomst maandelijks een bedrag te sparen. Dat kan met een automatische spaaropdracht. Je kan sparen voor iets dat je al lang wil kopen of voor een verre reis. Maar je kan ook kiezen voor speciale spaarformules voor je pensioen of voor je petekindje, voor de aankoop van een auto of een huis. Ofwel maakt de budgetoefening je duidelijk wat je al aanvoelt, namelijk dat je iedere maand maar moeilijk de eindjes aan elkaar kan knopen. Op basis van je overzicht kan je dan op zoek gaan naar oplossingen. Kan je sommige kleine terugkerende uitgaven schrappen? Betaal je te veel voor je facturen van gas of elektriciteit of voor het abonnement van je mobiele telefoon? Weegt de huur van je woning te zwaar door in je budget en zou je beter op zoek gaan naar een goedkopere woning? Of kan je een bijverdienste zoeken zodat je het elke maand wat ruimer hebt? BUDGETBEHEER – THEORETISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE- 12 4. DURE MAANDEN, UITZONDERLIJKE OF ONVOORZIENE UITGAVEN: SPAREN OF LENEN? Elk gezin heeft maanden die duurder zijn dan andere maanden. Enkele voorbeelden: Voor gezinnen met schoolgaande kinderen is september, de start van het nieuwe schooljaar, doorgaans een dure maand met heel wat extra uitgaven zoals schoolboeken en schoolmateriaal, inschrijvingsgeld voor hogere studies, lidgeld voor sportclubs, ... Voor gezinnen die graag op reis gaan, zijn de vakantiemaanden dure maanden. En de maanden waarin de premies voor verzekeringen of de onroerende voorheffing betaald moeten worden, zijn voor iedereen duurdere maanden. Daarnaast heeft elk gezin al eens uitzonderlijke of onvoorziene uitgaven: de auto die in panne valt, de vervanging van een toestel, een herstelling aan de woning, ziekenhuiskosten, ... Om voorbereid te zijn op dure maanden en op uitzonderlijke of onvoorziene kosten, is het handig om een spaarpotje achter de hand te hebben. De extra kosten kunnen dan gemakkelijk opgevangen worden. Een andere mogelijkheid bestaat erin geld te lenen voor deze uitgaven. 4.1 MINIMALE BUDGET Belangrijk is om te weten hoeveel je gezin minimaal nodig heeft om volwaardig te kunnen deelnemen aan de samenleving. Gebruik hiervoor de budgetcalculator van CEBUD. Deze berekening gaat wel uit van een aantal veronderstellingen zoals het feit dat alle gezinsleden in goede gezondheid verkeren, goed geïnformeerd zijn en over alle noodzakelijk competenties beschikken om economisch hun budget te beheren. De budgetcalculator vind je https://remipro.be/remi/calculator/index.php. In functie van de samenstelling van je gezin bekom je snel informatie over het totaal bedrag dat je maandelijk nodig hebt. Daarin zitten volgende posten vervat: vaste uitgaven, leefgeld, sparen en kinderopvang. 4.1 DE MINIMALE SPAARBUFFER Wie een spaarpotje achter de hand heeft, kan dure maanden, uitzonderlijke uitgaven of onverwachte kosten gemakkelijk opvangen. Dat reservepotje is je spaarbuffer. Het is niet bedoeld als pensioenvoorziening of om een lange periode van werkloosheid op te vangen. Hoe groot een spaarbuffer zou moeten zijn, is afhankelijk van je gezinssituatie en je gezinsinkomen. Omdat je spaarbuffer dient voor onvoorziene uitgaven of dure maanden, moet je snel over dat geld kunnen beschikken. Laat daarom je spaarbuffer op een spaarrekening staan. Indien je je spaarbuffer hebt moeten gebruiken, vul hem dan opnieuw aan. Dat moet niet ineens gebeuren, maar kan op je eigen tempo. BUDGETBEHEER – THEORETISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE- 13 4.2 EEN LENING Heb je geen spaarpotje aangelegd, dan kan je ook geld lenen bij een bank of bij een handelaar om een dure maand of een onvoorziene uitgave op te vangen. Natuurlijk moet je in de periode die volgt op het aangaan van de lening het geleende bedrag in schijven terugbetalen. Je betaalt niet alleen het geleende bedrag terug, maar ook intrest. Deze intresten noemen we debetintresten. Het intrestpercentage zal variëren en onder andere afhangen van het type lening dat je afsluit (voor de aankoop van een huis, de aankoop van een wagen, de aankoop van een wasmachine, ...). De aflossing van de lening is een extra uitgave gedurende een aantal maanden of jaren die moet passen binnen je budget. Heel wat mensen hebben op hun zichtrekening de mogelijkheid om onder 0 te gaan. Eens deze faciliteit op je rekening beschikbaar is, hoef je geen toestemming te vragen aan de bank om er gebruik van te maken. Dat kan gemakkelijk zijn als je met een onvoorziene uitgave geconfronteerd wordt. Maar let op, het is ook een soort lening en je betaalt vaak veel intrest. Ze bedragen vaak meer dan 10 % op jaarbasis. Probeer je rekening dus zo snel mogelijk opnieuw aan te vullen tot boven 0 om debetintresten te vermijden. Indien je vreest dat je misschien snel verleid zal worden om onder 0 op je rekening te gaan, indien je over deze mogelijkheid beschikt, vraag dan aan bank om deze mogelijkheid op je rekening te blokkeren. Je zal geen aankopen kunnen doen wanneer niet voldoende geld op je rekening staat. VOORBEELD Deze maand heb je uitgegeven zonder te tellen: nieuwe kleren en schoenen, een paar keer naar de bioscoop en op restaurant en een nieuwe smartphone. Gevolg: je rekening staat in het rood! Je saldo bedraagt -1.500 euro. Geen probleem, volgende maand werk je extra en betaal je alles terug. Maar is het wel een goed idee om een maand te wachten? Met een debetintrest die 12 % bedraagt, kost het je 7,50 euro als je gedurende 15 dagen in het rood staat. Wacht je een hele maand om je rekening aan te zuiveren, dan betaal je 15 euro debetintrest. Zes weken in het rood, zou je 22,50 euro kosten. En zo loopt dat week na week op. Ter vergelijking: om 22,50 euro intrest te verdienen op een spaarrekening met een rente van 1,50 %, moet je je 1.500 euro een jaar onafgebroken op je spaarrekening laten staan. Een hele maand in het rood staan, dat kost je dus geld. Denk daarom goed na voor je iets koopt of je budget het wel toelaat die maand. BUDGETBEHEER – THEORETISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE- 14 5. ENKELE TIPS OM JE BUDGET IN BALANS TE HOUDEN Indien je deze tips opvolgt, zal je er beter slagen om je budget in balans te houden. Wacht niet met het opstellen van een budget tot het te laat is, start nu. Begin met het opstellen van een eenvoudig budgetoverzicht. Zelfs aan de hand van een simpel budgetoverzicht zal je al heel wat leren. Wil je dan nog wat verder gaan, dan kan je de informatie nog meer detailleren. Behoud het overzicht! Zorg ervoor dat je altijd een goed zicht hebt op je budget en op de ruimte die je hebt voor extra uitgaven. Houd rekening met kosten die niet maandelijks, maar jaarlijks of trimestrieel voorkomen! Deel een jaarlijkse uitgave door 12, een trimesteriele uitgave door 3 en neem ze op in je maandbudget. Zo kan je elke maand het noodzakelijke bedrag sparen. Vergelijk voor je koopt! De prijzen zijn niet overal dezelfde. Je kan fors besparen door prijzen te vergelijken. Vermijd impulsaankopen! Zelfs al zijn de bedragen beperkt, enkele impulsaankopen per maand kunnen ervoor zorgen dat je onder 0 staat op je rekening. Check je saldo! Controleer regelmatig de stand van je zichtrekening of je rekeninguittreksels. Zo vermijd je dat je in het rood staat zonder het te weten. Vermijd debetintresten! Als je toch onder 0 gaat op je rekening, zuiver dit dan zo snel mogelijk aan om debetintresten zo veel mogelijk te vermijden. Maak keuzes! Vind je het belangrijk om altijd gekleed te zijn volgens de laatste mode? Of spaar je liever voor een mooie reis? Of heb je schulden die je zo snel mogelijk wil aflossen? Iedereen wil graag al zijn wensen en behoeften vervullen, maar voor de meesten onder ons is dat financieel gewoonweg niet haalbaar. Weeg dus af wat het belangrijkste is voor jou en maak zo je keuze. Stel prioriteiten! Voor je toegeeft aan extra’s, zorg ervoor dat je je vaste kosten, zoals het abonnement voor je gsm, de huur van je woonst en je elektriciteitsrekening kan betalen. Zoek op tijd hulp! Slaag je er maand na maand niet in om al je facturen op tijd te betalen en dreigen de schulden zich op te stapelen, zoek dan zo snel mogelijk hulp. Wacht er niet mee, want maand na maand kunnen de problemen groter worden. BUDGETBEHEER – THEORETISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE- 15 6. MOEITE MET JE BETALINGSVERPLICHTINGEN Iedereen is al wel eens te laat geweest met het betalen van een factuur of de aflossing van een lening. Als de vooropgestelde betaaltermijn verlopen is, stuurt de schuldeiser je meestal een herinnering. Soms worden er voor die eerste herinnering al kosten aangerekend: aanmaningskosten, dossierkosten, ... Ligt de oorzaak van je betaalachterstand niet zomaar bij een vergetelheid, maar heb je daadwerkelijk moeite om elke maand rond te komen en al je facturen tijdig te betalen? Dan pak je deze problemen best zo snel mogelijk aan. De kosten en intresten die je aangerekend zullen worden bij laattijdig of niet betalen, lopen immers maand na maand op. Overmatige schulden en problemen kan je vaak ook voorkomen door tijdig de hulp van een professionele hulpverlener in te schakelen. Er zijn verschillende mogelijkheden om je betaalproblemen aan te pakken, afhankelijk van de aard en de ernst ervan. 6.1 REGELING TREFFEN MET JE SCHULDEISER Als je financiële problemen hebt die je niet snel kan oplossen, kan je proberen om zelf een regeling overeen te komen met je telecomoperator, je energieleverancier, je kredietverstrekker, ... Je legt best uit dat je tijdelijk financiële problemen hebt en dat je te laat zal zijn met het betalen van je factuur, maar dat je wel je best doet om alles zo snel mogelijk recht te zetten. Doe zelf een voorstel om je betaling te regelen, stuur het op naar het bedrijf (= je schuldeiser) en vraag een schriftelijke bevestiging dat je schuldeiser ermee akkoord gaat. Je schuldeiser is niet verplicht om jouw voorstel te aanvaarden, maar het is de moeite waard om het te proberen. Kom je niet tot een oplossing, dan ga je best zo snel mogelijk op zoek naar gespecialiseerde hulp. 6.2 BUDGETBEGELEIDING EN BUDGETBEHEER Het is niet altijd gemakkelijk om je budget in balans te houden. Komt het wel vaker voor dat je facturen te laat of niet betaalt? Of zorgt een tegenslag ervoor dat je onverwacht extra kosten hebt, die je budget uit evenwicht brengen? In die gevallen kan budgetbegeleiding een oplossing zijn. Heb je daarnaast ook moeite met het opvolgen van een budgetplan en het tijdig uitvoeren van je administratie, dan is budgetbeheer wellicht een betere oplossing voor jou. Budgetbegeleiding: Wat? Het doel van budgetbegeleiding is dat je leert hoe je je inkomsten en uitgaven kan beheren. Je beheert dus zelf je budget, maar je wordt hierbij in raad en daad bijgestaan door een maatschappelijk werker. Je ontvangt zelf je inkomsten en voert zelf alle betalingen uit. De maatschappelijk werker helpt je met het opstellen van een inventaris van al je inkomsten en uitgaven, waarin ook schulden kunnen vervat zijn. Voor eventuele schulden wordt er met de schuldeiser onderhandeld over een haalbaar afbetalingsplan. Op basis van de inventaris maak je samen een duidelijk budgetplan op maand- en op jaarbasis. Je komt regelmatig samen met je maatschappelijk werker om te bespreken of alle nodige betalingen zijn uitgevoerd en of het lukt om het budgetplan te volgen. Hij geeft je ook tips over hoe je kan besparen en hoe je je uitgavenpatroon kan verbeteren. Het uiteindelijke doel is dat je op termijn opnieuw zelfstandig je financiën kan regelen. BUDGETBEHEER – THEORETISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE- 16 Voordeel? Een maatschappelijk werker helpt je met je persoonlijke administratie (rekeningen betalen, budgetplan opstellen, opstellen van een inventaris van je schulden, ...), maar je behoudt je autonomie en verantwoordelijkheid. Je verzorgt zelf je betalingen en de uitvoering van het budgetplan, weliswaar met de steun van de begeleider. Nadeel? Als je je betalingen niet stipt en tijdig uitvoert en je budgetplan niet goed opvolgt, is het je eigen verantwoordelijkheid. Waar? Voor budgetbegeleiding kan je meestal terecht bij het OCMW (Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn) uit je gemeente of bij een CAW (Centrum Algemeen Welzijn) in je regio. Ben je jonger dan 25 jaar, dan kan je met je vragen over geld en administratie ook terecht bij het JAC (JongerenAdviesCentrum), de jongerenwerking van het CAW. Budgetbeheer: Wat? Het doel van budgetbeheer is hetzelfde als dat van budgetbegeleiding, namelijk leren hoe je je inkomsten en uitgaven kan beheren. Bij budgetbeheer ben je echter zeker dat alle rekeningen correct en stipt betaald worden, omdat de maatschappelijk werker je inkomsten ontvangt en de betalingen van je vaste kosten en van je schulden doet in jouw plaats. Je krijgt leefgeld om eten te kopen of om andere noodzakelijke aankopen te betalen. Als er schulden zijn en het inkomen onvoldoende is om die schulden of grote facturen tijdig te betalen, dan wordt er over een afbetalingsplan onderhandeld met de schuldeiser(s). Voordeel? Je bent zeker dat alle rekeningen correct en tijdig betaald worden en je kan geen onverantwoorde uitgaven meer doen. Nadeel? Je verliest een deel van je vrijheid omdat de maatschappelijk werker je inkomsten ontvangt. Waar? Ook voor budgetbeheer kan je meestal terecht bij het OCMW uit je gemeente of bij een CAW in je regio. 6.3 SCHULDBEMIDDELING EN COLLECTIEVE SCHULDENREGELING In sommige gevallen kunnen budgetbegeleiding en budgetbeheer geen oplossing bieden voor complexe, structurele schuldproblemen. Is dat bij jou ook het geval, dan kan je een aanvraag doen voor schuldbemiddeling of een collectieve schuldenregeling. Schuldbemiddeling: Wat? Samen met je schuldbemiddelaar stel je een afbetalingsplan op om je schulden terug te betalen. De schuldbemiddelaar zal ook proberen om een regeling te treffen met je schuldeisers over de betaling van je schulden. De schuldbemiddelaar kan bijvoorbeeld afspreken dat je je schulden gespreid mag terugbetalen. Er wordt dan een afbetalingsplan opgesteld. Als de schuldeisers akkoord gaan met het afbetalingsplan, beloven zij dat er geen andere stappen meer zullen ondernomen worden om de schuld in te vorderen, tenminste als je je aan de gemaakte afspraken houdt. Een schuldbemiddelaar zal ook nagaan of je schulden terecht zijn, of ze verjaard zijn, of er onwettige kosten aangerekend worden, ... BUDGETBEHEER – THEORETISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE- 17 Voordeel? Je schuldbemiddelaar onderhandelt met je schuldeisers. Schuldbemiddeling bij een OCMW of CAW is gratis. Nadeel? Er is geen garantie dat de schuldeisers akkoord zullen gaan met een voorgesteld afbetalingsplan. Waar? Voor gratis schuldbemiddeling kan je meestal terecht bij het OCMW in je gemeente of het CAW in je regio. Soms zal een OCMW of een CAW ook vragen dat je in budgetbegeleiding of budgetbeheer gaat. Ook advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders mogen schuldbemiddeling doen, maar dat komt minder voor en is betalend. Collectieve schuldenregeling: Wat? Het is een gerechtelijke procedure voor structurele schulden, die je onmogelijk zelf kan terugbetalen binnen een redelijke termijn. Het doel is dat je in de mate van het mogelijke je schulden kan afbetalen en dat je tijdens de afbetaling nog menswaardig kan leven. Nadat een periode van collectieve schuldenregeling succesvol is afgerond, kan je terug schuldenvrij door het leven. De schuldbemiddelaar treft voor jou een minnelijke aanzuiveringsregeling, een gerechtelijke aanzuiveringsregeling of, in uitzonderlijke gevallen, een totale kwijtschelding van schulden. Er zijn dus geen individuele onderhandelingen met alle schuldeisers meer nodig: er is één plan voor alle schulden. De schuldeisers mogen geen invorderingen meer doen. De schuldbemiddelaar ontvangt je inkomen en zorgt voor de afbetaling van je schulden. Jij krijgt leefgeld om eten mee te kopen en je huur en vaste kosten te betalen. Het kan ook zijn dat men beslag legt op je woning, je auto en andere spullen en dat die verkocht worden om je schulden te betalen. Waar? Een collectieve schuldenregeling moet je aanvragen bij de arbeidsrechtbank met een verzoekschrift. Als schuldbemiddeling voor jou toegestaan wordt, stelt de rechter een schuldbemiddelaar aan. Dat kan een advocaat, een notaris, een gerechtsdeurwaarder of iemand van het OCMW of het CAW zijn. Meestal is het een advocaat. Een collectieve schuldenregeling is niet gratis; je moet je schuldbemiddelaar betalen. Voor dit onderdeel 6, raadpleegden we www.eerstehulpbijschulden.be een website van het Vlaams Centrum Schuldenlast. Surf naar deze website voor meer informatie; zo vind je er onder andere de contactgegevens van instellingen voor schuldbemiddeling in je buurt. Link met VOET 6.8, De leerlingen geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan. Een ongepast budgetbeheer of het aangaan van teveel schulden is een mogelijke oorzaak van armoede. De thematiek kan uitgebreid worden naar generatie-armoede en de rol van opvoeding en de voorbeeldfunctie van je ouders, eenoudergezinnen, ... BUDGETBEHEER – THEORETISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE- 18 BIJLAGEN BIJLAGE 1: UITGAVEN VAN EEN MODAAL GEZIN In onderstaande tabellen vind je de gemiddelde jaarlijkse besteding per huishouden voor Belgiën en per gewest van 2014. De eerste tabel geeft de bedragen in Euro, de tweede tabel geeft een procentuele verderling van de bestedingen over de verschillende posten. Voor meer informatie, consulteer de kercijfers in het statistsch overzicht van Belgie, 2016: http://statbel.fgov.be/nl/binaries/2_WEB_NL_kerncijfers_2016_tcm325-280618.pdf BUDGETBEHEER – THEORETISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE- 19 BIJLAGE 2: EEN BUDGET OPSTELLEN IN EXCEL (ILLUSTRATIE) Met de vakantie voor de deur, maakt Sofie, 17 jaar, een planning op van haar activiteiten. Hoe ze deze activiteiten gaat bekostigen, moet ze ook plannen. Daarom heeft ze een budget opgesteld voor het hele jaar. Haar plannen: Juli: 2 festivals, kamp met Chiro en op koopjesjacht in de solden. Augustus: 2 weken werken in de bakkerij en 1 week op vakantie met vrienden naar Malta. Haar inkomsten: Met haar weekendwerk verdient Sofie elke maand 264 euro, behalve in augustus. 2 weken vakantiejob in augustus leveren haar 725 euro op. Van haar ouders krijgt Sofie maandelijks 60 euro zakgeld. Haar uitgaven: Kleding en schoenen: 100 euro per maand Gsm-abonnement: 15 euro per maand 2 festivals in juli: 225 euro per festival Soldenkoopjes in juli: 200 euro, bovenop de maandelijkse 100 euro voor kleding en schoenen Benzine voor de Vespa: 18 euro per maand Verzekering Vespa: 135 euro, te betalen in maart Jaarlijks onderhoud Vespa: 75 euro, te betalen in oktober Uitgaan: 55 euro per maand 1 week Malta all inclusive: 850 euro in augustus BUDGETBEHEER – THEORETISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE- 20 TABEL BIJLAGE 2: BUDGET VAN SOFIE, 17 JAAR BUDGETBEHEER – THEORETISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE- 21 GRAFIEK BIJLAGE 2: BUDGET VAN SOFIE, 17 JAAR BUDGETBEHEER – THEORETISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE- 22 Wat is Wikifin.be? Wikifin.be is een website, onafhankelijk van de private financiële spelers. De site werd in januari 2013 door de FSMA gelanceerd om de consument bij financiële beslissingen te helpen door objectieve, betrouwbare en praktische informatie aan te reiken. Het programma richt zich tot de hele bevolking, jong of iets minder jong. Op elke leeftijd maken we financiële keuzes die op lange termijn gevolgen kunnen hebben. Op Wikifin.be vind je gemakkelijk de juiste informatie! Wat is de FSMA? De FSMA is de Belgische Autoriteit voor de Financiële Diensten en Markten. Het is een autonome openbare instelling die onder andere als opdracht heeft de consument op het vlak van financiële dienstverlening te beschermen. De FSMA heeft dus geen commerciële doelstellingen. BUDGETBEHEER – THEORETISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE- 23