MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING

advertisement
MINISTERIE VAN ONDERWIJS
EN VOLKSONTWIKKELING
EXAMENBUREAU
HEREXAMEN EIND MULO 2013
VAK
: BIOLOGIE
DATUM : DINSDAG13 AUGUSTUS
TIJD
: 10.50 – 12.05 UUR
DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS.
Tenzij anders vermeld, gaat het steeds om gezonde organismen en normale omstandigheden.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------WEEFSELS EN ORGANEN
1
2
Twee beweringen over de organen van de
mens zijn:
I De balzak is een inwendig orgaan.
II De spieren zijn uitwendige organen.
1
Voor deze beweringen geldt:
2
A alleen I is juist.
B alleen II is juist.
C I en II zijn beide juist.
D I en II zijn beide onjuist.
STEVIGHEID
De tekening stelt een deel van een arm van de
mens voor.
3
Met welk cijfer is de buigspier aangegeven?
Is de buigspier verbonden met het spaakbeen
of met de ellepijp?
buigspier aangegeven met
buigspier verbonden
met
A
B
C
D
de ellepijp
het spaakbeen
de ellepijp
het spaakbeen
1
1
2
2
Het bladskelet, zoals aangegeven, in de
tekening dient voor
A
B
C
D
fotosynthese.
gaswisseling.
opslag van reservevoedsel.
stevigheid.
4
7
Welk dier heeft een uitwendig geraamte?
Vier beweringen over energie zijn:
A
B
C
D
1. Er komt energie vrij uit organische stoffen.
2. Er komt energie vrij uit anorganische stoffen.
3. Er wordt energie vastgelegd in organische
stoffen.
4. Er wordt energie vastgelegd in anorganische stoffen.
een kwal
een naaktslak
een spin
een spoelworm
5
Welke bewering geldt voor de fotosynthese?
André wil nagaan hoe de stevigheid verkregen
wordt bij een manjaplantje en een
tomatenplantje en doet het volgende:
Hij doet de plantjes enkele uren zonder water
in de zon.
Het tomatenplantje hangt na enkele uren
helemaal slap, terwijl het manjaplantje nog
rechtovereind staat.
Welke conclusie kan André hieruit trekken?
A Beide plantjes verkrijgen hun stevigheid
alleen door hout.
B Beide plantjes verkrijgen hun stevigheid
alleen door turgor.
C Het manjaplantje verkrijgt zijn stevigheid
door hout en het tomatenplantje door
turgor.
D Het manjaplantje verkrijgt zijn stevigheid
door turgor en het tomatenplantje door
hout.
STOFWISSELING
A
B
C
D
1
2
3
4
8
Waardoor is het gaswisselingsoppervlak bij
volwassen insecten vergroot?
A
B
C
D
door inwendige kieuwen
door uitwendige kieuwen
door longen
door tracheeën
9
Bij bepaalde dieren is de wand van een deel
van het ademhalingsstelsel verstevigd met
chitine.
Welk deel wordt bedoeld?
A
B
C
D
een bronchie
een longblaasje
de luchtpijp
een trachee
6
Organische stoffen worden verbruikt door
A
B
C
D
10
Drie delen van het spijsverteringskanaal van
de mens zijn:
alleen planten zonder bladgroen.
alleen planten met bladgroen.
alleen dieren.
alle organismen.
1. de slokdarm;
2. de dunne darm;
3. de dikke darm.
In welk(e) deel/ delen wordt het voedsel
verplaatst door middel van peristaltische
bewegingen?
A
B
C
D
alleen in 1
alleen in 1 en 2
alleen in 2 en 3
in 1, 2 en 3
11
13
Enkele processen, die plaatsvinden in het
spijsverteringsstelsel van de mens zijn:
1. productie van enzymen door darmsapklieren;
2. opname van verteringsproducten in het
bloed;
3. opname van zouten in het bloed.
Welke van deze processen vindt(vinden) plaats
in de dunne darm?
A
B
C
D
Sabrina heeft haar vinger verwond met een
mes. Na een paar dagen ontstaat er een korstje
op die wond.
Dit korstje ontstaat door de omzetting van
A
B
C
D
fibrine in fibrinogeen.
fibrinogeen in fibrine.
fibrinogeen in hemoglobine.
hemoglobine in fibrinogeen.
14
alleen 1
alleen 1 en 2
alleen 2 en 3
1, 2 en 3
Twee beweringen over bloedvaten zijn:
I
TRANSPORT
Een longader vervoert zuurstofarm bloed
vanuit de longen naar het hart.
II De leverader vervoert zuurstofarm bloed
naar de onderste holle ader.
12
In de afbeelding is vier maal een hart van de
mens schematisch getekend.
P en Q geven kleppen aan.
Voor deze beweringen geldt:
A
B
C
D
alleen I is juist.
alleen II is juist.
I en II zijn beide juist.
I en II zijn beide onjuist.
15
De tekening stelt schematisch een lymfeknoop
met lymfevaten voor.
1
1
2
2
Met welk cijfer is een afvoerend lymfevat
aangegeven?
Wat is de functie van een lymfeknoop?
3
4
In welke afbeelding is de stand van de hartkleppen bij het samentrekken van de boezems
juist weergegeven?
A
B
C
D
1
2
3
4
afvoerend lymfevat
A 1
B 1
C 2
D 2
functie lymfeknoop
vocht toevoegen aan de
lymfe
de lymfe zuiveren van
ziekteverwekkers
vocht toevoegen aan
de lymfe
de lymfe zuiveren van
ziekteverwekkers
16
Bij een fajalobiplant wordt gekeken naar het
transport van koolhydraten.
HORMONEN
19
Vindt het transport van koolhydraten vooral
plaats via bastvaten of vooral via houtvaten?
In de puberteit worden jongens en meisjes
plotseling langer en er treden lichamelijke
veranderingen op.
In welke richting vindt dit transport vooral
plaats?
Worden die veranderingen beïnvloed door
geslachtshormonen?
En door groeihormonen?
A
B
C
D
transport via
richting van de
bastvaten
wortels naar de bladeren
bastvaten
bladeren naar de wortels
houtvaten
houtvaten
wortels naar de bladeren
bladeren naar de wortels
A alleen door geslachtshormonen
B alleen door groeihormonen
C zowel door geslachtshormonen als door
groeihormonen
D door geen van beide hormonen
UITSCHEIDING
20
17
Bij de vorming en afvoer van urine vinden bij
de mens o.a. de volgende processen plaats:
1. urine verzamelt zich in een
nierbekken;
2. urine wordt gevormd in nierschors
en niermerg;
3. urine wordt in de urineblaas
opgeslagen;
4. urine wordt via de urineleider
afgevoerd.
In welke volgorde vinden deze processen plaats?
A
B
C
D
2–1–4–3
2– 3–4–1
3– 2–4–1
3–4–1–2
Chitra zegt: „Reuzengroei kan veroorzaakt
worden door een afwijking aan
de hypofyse.”
Ronny zegt : „Suikerziekte (diabetes) kan
ontstaan door een afwijking aan
de hypofyse.”
Wie heeft(hebben) gelijk?
A
B
C
D
alleen Chitra
alleen Ronny
Chitra en Ronny
geen van beiden
21
18
Bruintje, de hond van Saskia, hangt al hijgend
zijn tong naar buiten.
Welke stof(fen) wordt(worden) op dat
moment bij Bruintje uitgescheiden?
A
B
C
D
Twee leerlingen doen de volgende uitspraken:
alleen zuurstof
koolzuurgas en zuurstof
koolzuurgas en waterdamp
waterdamp en zuurstof
Insuline is een hormoon dat gemaakt wordt
door de eilandjes van Langerhans en het wordt
afgegeven aan het bloed.
Dit hormoon zal werkzaam zijn in de
A dunne darm
B lever
C maag
D nieren
22
25
In de schematische tekening hieronder
geven de cijfers1 en 2 typen zenuwcellen
weer.
De pijlen geven de richting aan waarnaar
de zenuwcellen hun impulsen geleiden.
Dit is een foto van de buurvrouw van Raisha
die een zwelling aan haar hals heeft.
1
2
Raisha vraagt haar moeder wat er met de
buurvrouw aan de hand is.
Welk antwoord zou moeder op de vraag
moeten geven?
Ze heeft
Welk type zenuwcel is1?
A
B
C
D
En welk type is 2?
een groot strottenhoofd.
een vergrote keelholte.
een vergrote schildklier.
opgezwollen stembanden.
ZENUWSTELSEL
23
Naar welk deel van het centrale zenuwstelsel
worden impulsen van de pupilreflex geleid?
A
B
C
D
1 is een
bewegingszenuwcel
bewegingszenuwcel
gevoelszenuwcel
gevoelszenuwcel
2 is een
gevoelszenuwcel
schakelcel
bewegingszenuwcel
schakelcel
26
A
B
C
D
de grote hersenen
de hersenstam
de kleine hersenen
het ruggemerg
24
Welk deel (delen) van het centrale zenuwstelsel is
(zijn) betrokken bij het bespelen van een
blokfluit?
A
B
C
D
alleen de grote hersenen
alleen de kleine hersenen
alleen het ruggemerg
de grote hersenen, de kleine hersenen en het
ruggemerg
Bryan loopt en wordt plotseling in zijn arm
gestoken door een bij. Hij trekt zijn arm snel
terug.
Welke volgorde geeft de juiste weergave aan
van de reflexboog die is ontstaan door de prik
van de bij?
A huid – bewegingszenuwcel –
gevoelszenuwcel – schakelcel – armspieren
B huid – gevoelszenuwcel – schakelcel –
bewegingszenuwcel – armspieren
C huid – schakelcel – gevoelszenuwcel –
bewegingszenuwcel – armspieren
D huid – schakelcel – bewegingszenuwcel –
gevoelszenuwcel – armspieren
ZINTUIGLIJKE WAARNEMING
27
Welk onderdeel van het oog van de mens
zorgt ervoor dat het netvlies goed op zijn
plaats wordt gehouden?
A
B
C
D
het glasachtig lichaam
de iris
de lens
de pupil
30
Diana kan met de punt van haar tong een
bepaalde smaak heel goed waarnemen.
Welke smaak is dat?
A
B
C
D
bitter
zoet
zout
zuur
GROEI EN ONTWIKKELING
31
28
Vier dieren zijn:
In de ogen van de mens kunnen onder andere
de volgende veranderingen optreden:
1. De straalsgewijslopende spieren in de iris
trekken zich samen.
2. De pupil wordt kleiner.
Welke verandering(en) treedt (treden) op
wanneer iemand uit een goed verlichte kamer
in een schemerige kamer terechtkomt?
A
B
C
D
alleen 1
alleen 2
1 en 2
geen van beide
A
B
C
D
alleen bij 1
alleen bij 2
bij 1 en 2
bij 1, 2, 3 en 4
In welk deel van de stam van een
tweezaadlobbige plant vindt er voortdurend
celdeling plaats?
In het oor worden geluidstrillingen door de
volgende delen geleid:
1. de gehoorbeentjes;
2. het ovale venster in het slakkehuis;
3. het trommelvlies;
4. de vloeistof in het slakkenhuis.
Wat is de juiste volgorde waardoor de
geluidstrillingen worden geleid?
1–3–2–4
2–1–4–3
3–1–2–4
4–3–2–1
Bij welk(e) dier(dieren) komt het verschijnsel
metamorfose voor?
32
29
A
B
C
D
1. een kikker
2. een kakkerlak
3. een krobia
4. een slak
A
B
C
D
in de bast
in het cambium
in het hout
in de jaarringen
33
Planten kunnen op verschillende manieren
vermeerderd worden bijvoorbeeld door:
1.
2.
3.
4.
ze te stekken;
knollen in de grond te doen;
middel van uitlopers;
zaden.
Welke manier is geen vorm van
ongeslachtelijke voortplanting?
A
B
C
D
1
2
3
4
34
Bevruchting bij planten vindt plaats in
A de helmhokjes.
B de stempels.
C de stuifmeelbuizen.
D de zaadbeginsels.
35
De knippaplant heeft éénslachtige bloemen en
de manjaplant heeft tweeslachtige bloemen.
Bij welke plant(en) kan zelfbestuiving
plaatsvinden?
SEKSUELE OVERDRAAGBARE
AANDOENINGEN EN TROPISCHE
ZIEKTEN
38
Welke van de onderstaande Seksuele
Overdraagbare Aandoeningen (S.O.A.’s)
wordt veroorzaakt door een schimmel?
A
B
C
D
A.I.D.S.
candida
druiper
syfillis
39
A alleen bij de knippaplant
B alleen bij de manjaplant
C zowel bij de knippaplant als bij de manjaplant
D bij geen van beide planten
MILIEU
36
Welke van de onderstaande afvalstoffen
kunnen geschikt gemaakt worden voor
hergebruik?
1.
2.
3.
4.
5.
A
B
C
D
A
B
C
D
dengue.
gele koorts.
tuberculose.
ziekte van Weil.
40
A
B
C
D
alleen 1, 2, 3 en 4
alleen 1, 2, 3 en 5
alleen 1, 2, 4 en 5
1, 2 , 3, 4 en 5
Als je door het bos loopt zie je op omgevallen
boomstammen paddestoelen zitten.
Van welke samenlevingsvorm is er hier sprake?
commensalisme
mutualisme
parasitisme
saprofitisme
Dergelijke verschijnselen kunnen voorkomen
bij
De veroorzakers van de ziekte van Weil zijn
organisch afval
papier
glas
karton
ijzer
37
A
B
C
D
Johan hoest al langer dan 2 weken en
produceert veel slijm.
bacteriën.
ratten.
schimmels.
virussen.
Download