Archief Weeskamer Groningen Scheidingen en Afkopen 1462-91 (1795-1809) Archief Weeskamer Groningen, 1614-1809 Verantwoording Ik heb de extracten in hedendaags Nederlands en de hedendaagse spelling genoteerd, voor namen heb ik de originele spelling gehandhaafd. De originele tekst vermeldt bij een kind “in het ne levensjaar”. Ik heb dat overgenomen als “(n)”, de leeftijd van het kind is dus telkens 1 jaar lager: (7) is “in het 7e levensjaar”, oftewel 6 jaren oud. Teijo Doornkamp, augustus 2015 Referentie Citeerinstructie: GrA 1462-91 Toegang 1462: Archief Weeskamer Groningen, 1614 - 1809 Inventarisnummer 91: Protocol van verzegelingen, bevattende afkoopbrieven en scheidingen, 1795 t/m 1809 1462-91 (1795-1809) Pag 1 Fol 1-2 – 16 maart 1795 – Sikke Geerts Bontekoe, vader en boedelhouder, en Lucas Ottens, Tonnis Geerts Bontekoe en Folkert Jans, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij Geertje Ottens in echte verwekt, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de moeder, conform huwelijkscontract dd 12 juni 1784. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn beide kinderen, Jan (9) en Annegje (5), tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 398 Car gld 14 st. Moeders lijfstoebehoor is voor de kinderen. Vader krijgt het eigendom van alle goederen, waaronder een huis en beklemming van een tuin, gelegen buiten de Oosterpoort aan de oostzijde van de Oosterweg, met een jaarhuur van 52 Car gld aan pastor Van Kruissen. In de kantlijn: 15 december 1800 – de voorstanders gedurende de scheiding van de boedel van de grootouders melden dat de kinderen recht hebben op 830 Car gld 16 st 2 du. Vader heeft heeft het lijfstoebehoor overgenomen ter waarde van 118 Car gld 18 st conform inventaris dd 9 maart 1801. Vader heeft het zilver gekregen voor zijn kinderen. Bovenstaande 830 Car gld zijn conform verzegeling dd 7 mei 1801 belegd bij David Bingman en vrouw. Fol 2-3 – 11 april 1795 – Hopman Berent van Bolhuis, vader en boedelhouder, en Hindrik Lusthuis, hopman Jan van Bolhuis en Harm van Dijken, voormond en voogden over zijn 6 minderjarige kinderen bij wijlen Trientje Hartzema in echte verwekt, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de moeder, conform huwelijkscontract dd 2 februari 1775 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen, Klaasje (18), Margje (15), Adrianus (14), Abel Popko (12), Geertrudis (10) en Copius Metting (7) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. Hij betaalt de mombers dan 1550 Car gld 10 st. Het lijfstoebehoor is voor de kinderen. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder de behuizing in Oude Boteringestraat die hij bewoont het eigendom van een vaste beklemming van een boerenplaats, gelegen te Zuidwolde, in gebruik bij vader. Fol 3-4 – 13 april 1795 – Barbara Buirema, weduwe van Harm Jans, moeder en boedelhoudster, en Jan Harms, Aaldrik Buirema en Hotze Havinga, voormond en voogden over hun 2 minderjarige dochters in echte verwekt, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de vader. Moeder behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn dochters Jantje (19) en Trijntje (7) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 125 Car gld. Moeder krijgt het eigendom van alle goederen, zoals de behuizing aan de westzijde van de Kleine Buttjesstraat, door haar bewoond. Fol 4-6v – 17 april 1795 – Diewerke Friesenborg, weduwe van Theodorus Eekhoff, moeder en boedelhoudster, en Harmannus Eekhoff, H. Roelfsema, met procuratie dd 9 januari jl van Ockko Friesenborg van Jemgum Oostfriesland, en Jan Hindriks Vos, voormond en voogden over hun 2 minderjarige kinderen in echte verwekt , hebben overeenstemming over zijn nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar 2 kinderen, Jan (12) en Antje (9) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 6611 Car gld 15 st 3 du. Daarnaast 99 Car gld 4 st wegens overgenomen lijfstoebehoor. Mandelig blijven 3 dubieuze kredieten ter waarde van 1432 Car gld 16 st. Moeder krijgt het eigendom van alle goederen, waaronder een behuizing en kamer in de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat, door haar bewoond. een voerwerk voor het reinigen van de straten van de stad, door haarzelf gebruikt een kamer in de Rozenstraat met een weekhuur van 11 st 1462-91 (1795-1809) Pag 2 een dito aldaar met een weekhuur van 12 st een kamer in de Violenstraat met een weekhuur van 10 st een hof in de Nieuwe Boteringestraat, door haarzelf gebruikt een recht op gereserveerd eigendom over de behuizing van weduwe Munniks, nu Bos, in de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat, ter waarde van 2400 Car gld een recht op gereserveerd eigendom over de stal van dezelfde, ter waarde van 200 Car gld een recht op gereserveerd eigendom over een behuizing en hof buiten de Heerepoort van Harm Scholtens, ter waarde van 250 Car gld het eigendomsrecht over de behuizing van Willem Grashuis in de Oude Ebbingestraat, ter waarde van 1600 Car gld dito over de behuizing van de weduwe Koning in de Prinsenstraat ter waarde van 800 Car gld dito over de behuizing van S. Derksema in de Nieuwe Boteringestraat, ter waarde van 250 Car gld dito over de beklemming van Derk Samuels, ter waarde van 800 Car gld een verzegeling van 200 Car gld ten laste van deze provincie Zij moet 2 borgen voorstellen of onderpand geven. Fol 6v-7v – 23 april 1795 – Harm Pieters Mennes, vader en boedelhouder, en Bastiaan Jans, Jan Pieters Mennes en Derk Franssen, voormond en voogden over zijn 4 minderjarige kinderen bij wijlen Anna Jans Franssen in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn 4 kinderen Eelje (20), Margjen (17), Jan Harms (14), en Pietertien (11), tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 702 Car gld. Doodskosten met lijfstoebehoor gecompenseerd. Vader krijgt het eigendom van de boedel, waaronder een behuizing en het recht van beklemming van een tuin buiten de Oosterpoort, westkant van de weg de vaste beklemming van 5 grazen land buiten het Kleine Poortje de vaste beklemming van 22 grazen land buiten de Boteringepoort onder Harssens. Fol 7v-8v – 30 april 1795 – Albert Jochums Huisinga, vader en boedelhouder, en Claas Nieborg, met procuratie dd 23 jl van Harm Hindriks Bijssum, voormond over zijn minderjarige zoon bij wijlen Fokje Klaassen Kip in echte verwekt, Albert de Groot en Menne Wilkens, voogden, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de moeder. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn zoon Klaas (6) tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 189 Car gld 8 st 4 du. Alles conform het testament van hem en zijn vrouw dd 17 februari 1794. Vader krijgt het eigendom van de boedel, waaronder een behuizing aan de zuidzijde van de Nieuwstad op de hoek van Folkingestraat, door hem bewoond. In de kantlijn: dd 30 november 1801 cessat voor de voorstanders, aangezien de pupil reeds 25 juli 1801 overleden. Fol 8v-10 – 18 mei 1795 – Gezina Wijnstok, weduwe van Fokke Fokkens, moeder en boedelhoudster, en Geert Fokkens, Jan Wijnstok en Anthonij Fokkens, voormond en voogden over hun minderjarige dochter in echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar dochter Hindrikje (3), tot haar 18e onderhouden en laten onderwijzen. Zij betaalt de mombers dan 510 Car gld 16 st 6 du, daarnaast 35 Car gld wegens overgenomen 1462-91 (1795-1809) Pag 3 kredieten. Doodskosten met lijfstoebehoor gecompenseerd. Zij krijgt het eigendom van alle goederen, waaronder een behuizing aan de zuidzijde van de Kijk in ’t Jatboog, op eigen grond alsmede 2 kamers achter de muur van deze behuizing, die ondertussen publiek zijn verkocht. In de kantlijn: Jan Wijnstok stelt zich dd 16 november 1795 borg. Ingevolge resolutie dd 6 november 1800 zijn deze afkooppenningen dd 13 mei 1802 aan de voormond Geert Fockens en overgegaan en wordt Jan Wijnstok ontslagen van zijn borgtocht. Fol 10-11v – 4 juni 1795 – Geertruida Schierbeek, weduwe van Hindrik Mennes, moeder en boedelhoudster, en Menne Mennes, Willem Schierbeek en Samuel Tijll, voormond en voogden over hun minderjarige dochter, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 25 september 1783 in ongemeenschap van goederen. Moeder behoudt de gehele boedel. Vader heeft 2000 Car gld ingebracht, moeder niets. Tijdens het huwelijk is het verlies 283 Car gld 14 st, deze schade wordt half om half door moeder en pupil gedragen. De pupil krijgt 1858 Car gld 3 st 11 du, de moeder 58 Car gld 19 st 4 du. Moeder zal haar dochter Hindrikje (11) tot haar 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan haar deel van de erfenis. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder het recht op gereserveerd eigendom over de behuizing van Samuel Tijll en vrouw aan de noordzijde in de Steentilstraat ter waarde van 1600 Car gld, geleend tegen 3½ % rente, een schuld van 400 Car gld en het recht op gereserveerd eigendom over de kamer van Menne Mennes en vrouw aan de oostzijde van de Nieuwe Boteringestraat, geleend tegen 3½ % rente Fol 11v (ingelegd) – 20 juni 1795 – Michel Kinder, wonend in de Stad Groningen, heeft aangezworen als voogd en medevoormond over de afwezige zoon van wijlen Jan Edskes Mindelei bij wijlen Aurelia Beerends in echte verwekt. Hij machtigt Mons. H. Roelfsema, wonend hier ter stede, om waar te nemen. Fol 11v-12v – 24 augustus 1795 – Hindrik de Weert, vader en boedelhouder, en Wijbrand Cornelis, Hillebrand de Weert en Cornelis Wijbrands, voormond en voogden over zijn 3 minderjarige zoons bij wijlen Roelfje Roelfs in echte verwekt, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de moeder. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn 3 kinderen, Pieter (12), Cornelis (9) en Jan (6) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 172 Car gld 8 st. Doodskosten met lijfstoebehoor gecompenseerd. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan de oostkant van de Nieuwe Boteringestraat door hemzelf bewoond. Fol 12v-14 – 1 oktober 1795 – Aagtje Reinders, weduwe van Kornelis Kremer, moeder en boedelhoudster, en Jan Kremer, Med. Dr. Jan Reinders en Freerk van den Boogh Fz, voormond en voogden over hun minderjarige zoon in echte verwekt, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de vader, conform huwelijkscontract dd 8 november 1776 in ongemeenschap van goederen. De profijtelijke staat van de boedel is 22370 Car gld, de moeder heeft ingebracht in het huwelijk 15993 Car gld, de vader 3374 Car gld 11 st. De helft van de meerwinst is 1501 Car gld 4 st 4 du. De pupillen hebben daarom recht op 4875 Car gld 15 st 4 du. De moeder krijgt conform huwelijkscontract hiervan 1000 Car gld. Doodskosten met lijfstoebehoor gecompenseerd. Zij zal haar 1462-91 (1795-1809) Pag 4 kind Reinder (13) tot zijn 18e onderhouden en laten onderwijzen. Zij betaalt de mombers dan 3875 Car gld 15 st 4 du. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing op eigen grond op de hoek van de Lamhuiningestraat, door haarzelf bewoond een pakhuis en stal in dezelfde straat, mede door haar gebruikt een hof aan de wal bij de Aapoort, door haarzelf gebruikt het eigendom van 7 jukken land te Ulrum, door Hindrik Harms gebruikt een gereserveerd eigendomsrecht over de plaats van Jacob Walles te Ulrum. Fol 14-16 – 10 oktober 1795 – Frerik Dubbelboer, vader en boedelhouder, en Jacob van Kalkar, Johannes Poelman en B.P. Cremer, met procuratie dd 5 oktober van IJtze Gerbens Brouwer, voormond en voogden over zijn minderjarige dochter bij wijlen Stijntje van Kalkar in echte verwekt, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de moeder, conform huwelijkscontract dd 20 februari 1794 in ongemeenschap van goederen. Vader heeft 18152 Car gld 15 st 2 du ingebracht, moeder 11378 Car gld 1 st 2 du. Samen 29530 Car gld 16 st 4 du. Profijtelijke staat na aftrek van schulden is 23497 Car gld 18 st 4 du. Boedel is dus 6032 Car gld 18 st ingeteerd. Portie voor de kinderen is daarmee 8361 Car gld 12 st 2 du. Vader krijgt daarvan conform huwelijkcontract ½ als lijftocht. Hij zal zijn dochter Eilke (1) tot haar 18e onderhouden en laten onderwijzen. Het lijfstoebehoor is voor de pupil. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing met stalling, het “Blauwe Peerd” genaamd, aan het Nieuwe Kerkhof, met een woning aan de oostzijde van deze behuizing, het voorste deel gehuurd door J. Rowaan, het overige door de vader alsmede de stalling. het eigendom van 6 grazen land buiten de Boteringepoort achter de Rijskampen, bij J. Poelman en vrouw onder vaste beklemming in gebruik, jaarhuur is 60 Car gld. een gereserveerd eigendom over de plaats en beklemming ten laste van Lubbert Hindriks en vrouw te Hornhuizen een verzegeling van 268 Car gld te laste van dezelfden ½ van een beklemming van 16 grazen land buiten de Boteringepoort onder Selwert. De andere ½ is van J. van Kalkar ½ van een behuizing te Heerenveen. De andere ½ is van Wijtze Brouwer aldaar een behuizing met landerijen, venen en bossen te Tjalbert in Friesland, getaxeerd op 12000 Car gld. Indien dit wordt verkocht terwijl de pupil minderjarig is, dan is de meer/minderopbrengst voor de pupil. Mandelig blijft 2/5 deel in behuizing en beklemming der landerijen, genaamd “het Klooster Selwert”, in gebruik bij Jacob van Kalkar. Niet getaxeerd wegens de procedures met de eigenaar. In de kantlijn: dd 13 juni 1804 aangeërfd van de grootmoeder het lijfstoebehoor ter waarde van 143 Car gld, welke goederen onder A.T. Lantinge berusten en door hem ten voordele van de kinderen zullen worden belegd. Fol 16v-17v – 19 oktober 1795 – Renske van Dammen, weduwe van Sijbrandt Harms, moeder en boedelhoudster, en Frerik Elsman, Claas van Dammen, en Albert Groothuis, voormond, en voogden over hun minderjarige dochter in echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar dochter Trijntje (7) tot haar 18e onderhouden en laten 1462-91 (1795-1809) Pag 5 onderwijzen. De mombers krijgen krijgt dan 720 Car gld 6 st 2 du. De doodskosten zijn met het lijfstoebehoor betaald. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: 2 kamers in de Kostersgang 1 dito op Driemolendrift een gereserveerd eigendomsrecht van 600 Car gld over een huis aan het Schuitendiep ten laste van IJsebrand van Weeringh een gereserveerd eigendomsrecht van 200 Car gld over een huis in de Snikkevaardersgang ten laste van Jan Bos en Hindrikje Roelfs een gereserveerd eigendomsrecht van 200 Car gld over een hof in de Violetsteeg ten laste van Jan Jans en Geertruida Fieler Fol 17v-18v – 22 oktober 1795 – Kapitein Carel Justus Durlen, vader en boedelhouder, en Cornelis de Cock, medelid van de municipaliteit te Groningen, kapitein Pieter Durlen en Gesw. Jan Wichers, voormond en voogden over zijn minderjarige zoon bij wijlen Mettina Margaretha de Cock in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 21 augustus 1777 in ongemeenschap van goederen. Vader heeft geen goederen ingebracht aangezien zijn ouders toen nog leefden. Hij heeft alleen zijn tractement ingebracht. Alle goederen zijn dus ingebracht door de moeder, wiens ouders beiden zijn overleden. Vader heeft kort na de dood van de moeder de behuizing en mobilia verkocht om de boedel van schulden te zuiveren. Vader zal zijn zoon Barthold (16) tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. Hij betaalt de mombers dan 6700 Car gld. Doodskosten gerenuncieerd. In de kantlijn: de pupil den 18 april 1800 overleden, cessat voor de voorstanders. Fol 19-20 – 26 oktober 1795 – Geesjen Jans, weduwe van Willem Koops, moeder en boedelhoudster, en Roelf Koops, Folkert Jans en Harm Koops, voormond en voogden over hun 3 minderjarige dochters in echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 22 juni 1787 in ongemeenschap van goederen. Beide ouders hebben geen goederen ingebracht, omdat alle ouders toen nog leefden. Er zijn gedurende het huwelijk ook geen erfgoederen ingebracht, alle goederen zijn dus zelf aangewonnen. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar dochters Roelfje (8), Geesje (6) en Aaltje (4) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 26 Car gld 9 st. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een huis en tuin buiten de Oosterpoort, oostzijde. Fol 20-21v – 3 november 1795 – Antje Wijpkens, weduwe van Geert Kip, moeder en boedelhoudster, en Harke Klaassen Kip, Hindrik Wijpkens en Harm Pieters, voormond en voogden over hun 6 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Klaas Geerts (16), Frouwke Johanna (13), Harkje (10), Elizabeth (9), Wilmina (6), en Geertje (5) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. Zij betaalt de mombers dan 492 Car gld 5 st. Het lijfstoebehoor is voor de pupillen met aftrek van ½ van de doodskosten. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een stelmakerij met gereedschappen ten noorden in de Steentilstraat. Fol 22 – 19 november 1795 – Jan Wijnstok laat zich in als borg voor zijn dochter Gezina Wijnstok, weduwe van Focke Fockens, voor haar afkooppenningen groot 545 Car gld 16 st 6 du conform afkoopbrief van 18 mei jl aan Geert Fokkens, Jan Wijnstock en Anthonij Fockens, voormond en voogden over haar minderjarige dochter bij wijlen haar eheman in echte verwekt. 1462-91 (1795-1809) Pag 6 Fol 22-24v – 23 november 1795 – Lubbina Brongers, weduwe van Jan Anthonij van Bergen, boedelhoudster, en Hero Ludolphs en Anthonij Coenraad Pijlmel, de 1e met procuratie dd 11 dezer van Jan Geerts Timmer, voormond en voogden over de 2 minderjarige kinderen van Jan Anthonij van Bergen en Antje Takens, hebben overeenstemming over de moederlijke nalatenschap. Lubbina Brongers en Jan Anthonij van Bergen waren ingevolge familiecontract dd 14 mei 1789 getrouwd in gemeenschap van goederen. De kinderen hebben 9891 Car gld 1 st 6 du tegoed, conform de afkoopbrief dd 30 april 1789. Uit de inventaris bleek dat de boedel hiervoor verregaand ontoereikend was. De moeder behield daarom de gehele boedel, de mombers kregen het recht op inspectie. Deze regeling bleek op 1 november succesvol. Zij schikken als volgt. De mombers krijgen 6000 Car gld. Daarvan betaalt de stiefmoeder 2000 Car gld en leent de rest tegen 4% rente. Koopman Reinder Pieters van Dammen laat zich in als borg voor de stiefmoeder. Zij zal beide pupillen Trijntje (18) en Jan (12) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. Zij krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing met hof erachter, buiten het Kleine Poortje, door 1e comparante bewoond. Grondpacht aan de Stad Groningen is 6 Car gld een scheeptimmerwerf, mede buiten het Kleine Poortje. Grondpacht aan de Stad Groningen is 5 Car gld. 1/16 portie in schip “de jonge Pieter van Bergen” 1/16 portie in schip “de jonge Ecko” 1/32 dele in schip “Jan Boelens Nienhuis” 1/16 deel in schip “de twee Saagemolens” Fol 25-28v – 4 februari 1796 – Aaldrik Swaan maakt testament. Hij geeft de armen van de gemeente 25 Car gld. Hij benoemt als zijn erfgenamen in gelijke delen beide kinderen van zijn overleden broer Hindrikus Swaan bij wijlen Anna Cornellis in echte verwekt, genaamd Wemeltje Swaan en Cornellis Swaan. Hij stelt als voogden aan olderman Rigt Rigts, Olgert Haikes en Willem Berents Bakker. Zij mogen bij overlijdens van één van hun zelf een nieuwe voogd aanstellen. De voogden mogen de behuizing, zijnde een koekenbakkerij, bij het Kleine Poortje, niet verkopen, noch zijn aandeel in een bakkerij, noch in 15 grazen onder Zuidwolde. De koekenbakkerij moet door een knecht en de meid Marrigje Alberts worden opengehouden zolang de pupillen nog minderjarig zijn. De koekenbakkerij verhuren mag ook. Gezegeld dd 31 maart 1793 toen Hindrik van Sijsen, Wiardus Siccama, Justus Datho Quintus en Wijtzius Hindrik Lohman burgemeesters van deze stad waren. Fol 29-29v – 7 maart 1796 – Berend Kramer, vader en boedelhouder, en Jan Diephuis, Jan Aikes en Lammert Brands, voormond en voogden over zijn minderjarige zoon bij wijlen Elisabeth Diephuis in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn minderjarige zoon Jan (3) tot zijn 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 251 Car gld 16 st 4 du. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing in de Nieuwe Ebbingestraat op de hoek van de Violenstraat, door hemzelf bewoond. Fol 30-30v – 7 april 1796 – Wijcher Scholtens, vader en boedelhouder, en Gerrit Wijbes Westerborg, Jan Gerding, voormond en voogd over zijn minderjarige kinderen bij wijlen Niesje Wijbes in echte verwekt, tezamen mede namens de absente medevoogd Albert Westerborg, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn 2 minderjarige kinderen Arent (20) en Berent (13) tot hun 24e onderhouden en laten onderwijzen. De 1462-91 (1795-1809) Pag 7 mombers krijgen dan 198 Car gld 18 st 4 du. Het lijfstoebehoor is geliquideerd tegen de doodskosten. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een woning aan de Aa in de Vishoek, door hemzelf bewoond. Fol 31-32v – 21 april 1796 – Wicher Onko van Swinderen, vader en boedelhouder, en Wicher van Swinderen, met gerechtelijke volmacht dd 30 maart van J.J.W. van Coeverden, Abraham Quevellerius van Swinderen en Ubbo Emmius van Berchuis, met volmacht dd 24 maart jl van W.C. van Coeverden, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Catharina Mechelina van Coeverden in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 23 mei 1791 in ongemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Vader heeft geen goederen in het huwelijk ingebracht aangezien zijn ouders toen nog leefden. Moeder heeft 1000 Car gld ingebracht, staande het huwelijk zijn 376 Car gld 18 st aangeërfd. De profijtelijke staat nu is 1376 Car gld 18 st. Vader zal zijn kinderen Gesina Wilhelmina (5) en Johanna Josepha Wigboldina (3) dit uitkeren op hun 18e. Hij zal zijn kinderen tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. Het lijfstoebehoor is voor de kinderen. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing, hof en bos voor het huis te Zuidlaren, door hemzelf gebruikt, daarnaast verschillende stukken land aldaar gelegen, conform aankoopbrief dd 16 oktober 1793. Fol 33-34 – 21 april 1796 – Jacobus Kamp, vader en boedelhouder, en Coenraad Kolthofs, Hindrik Kamp en Albert Meuleman, voormond en voogden over zijn 4 minderjarige kinderen bij wijlen Christina Meulekamp in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn 4 minderjarige kinderen, Everhardus (12), Anna (9), Geertruid (6) en Coenraad (4), tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen.De mombers krijgen dan 1067 Car gld 12 st 4 du.Dubieuze kredieten blijven mandelig. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing ten westen in de Heerestraat, door hemzelf bewoond 1/3 van een kamer in de Korvenmakersgang ¼ in een huis aan de zuidzijde van de Steentilstraat, bewoond door weduwe Knijphuisen Fol 34-35 – 28 april 1796 – Jan Spoor, vader en boedelhouder, en Izaak Jans Bussemaker, Jan Pieters en Jacob Lofvers, voormond en voogden over zijn minderjarige dochter bij wijlen Judith Gerrijts van Delden in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 26 mei 1774 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn minderjarige dochter Ida (21), tot meerderjarigheid onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 3 Car gld 16 st. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan het westen van het Schoolholm, door hemzelf bewoond. In de kantlijn: Cessat vermits de dogter van Jan Spoor door de diakonie van de Mennonieten in de Boteringestraat is overgenomen volgens handschrift van A. Hesselink, diaken, bij inventaris 1800 Veendam. Fol 35-37 – 6 mei 1796 – Hans Jans Scholtens, vader en boedelhouder, en Geert Jans Westerborg, Harm Hindriks Haverbult en Pieter Lauwrens Zuiderbaan, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Anna Geerts Westerborg in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 11 december 1788 voor aangebrachte en aangeërfde goederen in ongemeenschap, winst en verlies in gemeenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Vader heeft ingebracht in het huwelijk 1293 Car gld 19 st, de moeder 1462-91 (1795-1809) Pag 8 1000 Car gld. De profijtelijke staat is 5693 Car gld 19 st. De vader en zijn kinderen verdelen daarom 5400 Car gld. Vader krijgt conform huwelijkscontract de helft en een kindsportie, dus 3600 Car gld, de kinderen krijgen 1800 Car gld. Vader zal zijn kinderen Jantje (7) en Jan (5) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 1800 Car gld. Het lijfstoebehoor is voor de kinderen. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing in de Visscherstraat, door hemzelf bewoond een schip met zijn toebehoor, momenteel in de Zuiderhaven liggend, door hemzelf bevaren In de kantlijn: Cessat voor Jantje zie fol 269v dd 13 juni 1808. Fol 37-38 – 9 mei 1796 – Henrieka Miedendorp, moeder en boedelhoudster, en Geert Jans, Hindrik Mennes en Frerik Huitsink, voormond en voogden over haar 2 minderjarige kinderen bij wijlen Jannes Poelman in echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 27 mei 1784 in gemeenschap van goederen. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Johanna (10) en Lubbartus (7) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 2741 Car gld 16 st, namelijk 2/3 van de zuivere profijtelijke staat van de boedel. De doodskosten zijn met het lijfstoebehoor betaald. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing buiten de Aa-Poort, ten noorden van het Hoendiep, door haarzelf bewoond een pakhuis ten O van het huis in de gang, door haarzelf gebruikt Fol 38-39 – 14 juli 1796 – Klaas Bakker, vader en boedelhouder, en Alle Medendorp, Dirk de Vries en Jan van Drijlst, voormond en voogden over zijn 7 minderjarige kinderen bij wijlen Gerretje Hilverink in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 8 februari 1776 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Vader zal zijn kinderen Gerhardina (19), Bregje (17), Claas (15), Barbera (13), Heert (11), Gerrit (7) en Alle (6), tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 1129 Car gld 14 st. Inbegrepen is een obligatie van 300 Car gld ten laste van deze provincie, in deze inventarisatie getaxeerd op 180 Car gld. Meeropbrengst is voor de pupillen. De doodskosten zijn met het lijfstoebehoor betaald. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing aan de Breede Markt, door hemzelf bewoond. In de kantlijn: cessat voor Gerardina en Brechje dd 3 maart 1803 fol 222v. Cessat voor Klaas zie fol 227v. Cessat voor Heert en Gerrit zie fol 46 1811. Fol 39-40 – 1 augustus 1796 – Anna Jans, weduwe van Jan Mulder, moeder en boedelhoudster, en Hindrik Bruinvoort, Jan Geerts en Harm Dopheide, voormond en voogden over hun minderjarige dochter in echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar dochter Elizabeth (8) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 31 Car gld 10 st 2 du. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een woning en hof in de Witlattensteeg, met een grondpacht van 7 Car gld 17 st 4 du aan municipaal L.B. Lohman. Fol 40-41 – 1 september 1796 – Hindrik Pieters, vader en boedelhouder, en Roelf Albers, Jan Pieters en Frans Hageman, voormond en voogden over zijn minderjarige dochter bij wijlen Cornellisje Alberts in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 15 januari 1780 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele 1462-91 (1795-1809) Pag 9 boedel. Hij zal zijn dochter Martje (14) tot haar 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 675 Car gld. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing en tuin, buiten de Oosterpoort, westzijde, door hemzelf bewoond. Fol 41-42 – 17 oktober 1796 – Jantje Pieters, moeder en boedelhoudster, en Jannes Hindriks, Frans Pieters en David Arents, voormond en voogden over haar 2 minderjarige kinderen bij wijlen Louwe Hindriks in echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Hindrik (6) en Hester (3) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 116 Car gld 8 st. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een trekschuit in het Boterdiep, getekend nr 6, varend van Groningen naar Ulrum vv. Fol 42-43 – 3 november 1796 – Lubbartus Grim, vader en boedelhouder, en Melle Postema, Lambertus Melkman en Jan Barenbroek, voormond en voogden over zijn minderjarige kinderen bij wijlen Tjeetske Postema in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn 2 kinderen Cornellis (14) en Geesje (12) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 100 Car gld. De doodskosten zijn met het lijfstoebehoor betaald. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een woonkamer ten oosten in de Grote Kromme Elleboog, door hemzelf bewoond. Fol 43-44 – 3 december 1796 – Abel Popko van Bolhuis, vader en boedelhouder, en Leenderd Heddes Nauta, Albert van Bolhuis en Lammert Ensingh, voormond en voogden over zijn 4 minderjarige kinderen bij wijlen Tietje Alberts in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Albertje (17), Popko (15), Harmpjen (9) en Leene (3) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 2162 Car gld 17 st 2 ½ pl. De doodskosten zijn met het lijfstoebehoor betaald. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing en koemelkerij in het oosten van het Kreupelstraatje, door hemzelf bewoond 2 kamers aldaar die worden verhuurd een stalling ertegenover, door hemzelf gebruikt de vaste beklemming van 20 grazen land bij de Hoornsche Dijk, bij hemzelf in gebruik In de kantlijn: zie nader fol 136. Cessat voor Albertje en Popko dd 4 januari 1808. PM. Van deze afkoop is een verzegeling gepasseerd. Fol 44-44v – 12 januari 1797 – Margaretha Snorr, weduwe van Bernardus Smith, stiefmoeder, en Philippus Valois, Anthonij Keun, voormond en voogd over de minderjarige kinderen van wijlen Johannes Bernardus Smith en Ettomina Smiths in echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap. Stiefmoeder behoudt de gehele boedel. Zij betaalt de voorstanders 42 Car gld 9 st 4 pl en daarnaast 73 Car gld 8 st 4 pl conform afkoopbrief dd 29 juli 1790. Zij krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing ten zuiden in de Kromme Elleboog op eigen grond, door haarzelf bewoond een behuizing in de Nieuwstad op eigen grond, door Hindrik Dingstede gehuurd Fol 44v-45 – 9 februari 1797 – Christoffel Roode, vader en boedelhouder, en Fredrik Pilger, Harmannus Welman en Pieter Jans Meijer, voormond en voogden over zijn minderjarige kinderen bij wijlen zijn vrouw in echte verwekt. De schadelijke staat overstijgt de profijtelijke ruim, de vader 1462-91 (1795-1809) Pag 10 behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Daniel (14), Grietje (7), Christiaan (5) en Rudolph (2) tot hun 25e onderhouden en laten onderwijzen. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing in de Nieuwe Ebbingestraat, door hemzelf bewoond. In de kantlijn: uit de grootouderlijke nalatenschap van Daniel Pilger ten voordele van deze kinderen in 1800 53 Car gld, door de voogden met kennis van het weeskamer gebruikt, daarvan op 8 maart 1802 nog ten voordele daarvan voor de kinderen 3 Car gld 4 st 5 du opgenomen, op 29 maart 1802 dit bedrag aan de vrouw van F. Pilger betaald. Fol 45-45v – 27 februari 1797 – Jan Claassen Klok, vader en boedelhouder, en Lammert Geerts, Claas Jans Klok en Johan P. Brauns, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Elisabeth Jans Boiting in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Jan (15) en Almoed (12) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen.De mombers krijgen dan 1152 Car gld 15 st 4 du. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing, zijnde een herberg, gelegen bij het Kleine Poortje, grenzend aan ’t Klokhuis en commissaris Waninge. Grondpacht 4 Car gld 12 st. Fol 46-46v – 2 maart 1797 – Martje Kars, weduwe van Jan Albartus Spiets, moeder en boedelhoudster, en Elze W. Kraijenborg, Jan Watzes en Jochem Alberts, voormond en voogden over hun minderjarige dochtertje, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 22 mei 1790 in onemeenschap van goederen. Moeder behoudt de gehele boedel. Moeder heeft geen goederen in het huwelijk ingebracht, vader 3005 Car gld 16 st 4 du. De waarde van de boedel is nu 2192 Car gld 5 st 4 du. Moeder betaalt de helft van het verlies conform huwelijkscontract, zij krijgt ¼ van de boedel. Moeder zal haar dochter Trijntje (4) tot haar 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 1772 Car gld 11 st 7 du. Fol 46v-47 – 4 maart 1797 – Jacoba Rijpema, weduwe van Hindrik Philippus Holthuis, moeder en boedelhoudster, en Jan Holthuis, Berend Eling en Jan Croeser, voormond en voogden over hun 3 minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Philippus (14), Duurt Elama (12) en Frans (10) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 335 Car gld 1 st 2 du. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing in het oosten van de Oosterstraat, door haarzelf bewoond. In de kantlijn: cessat doordat de kinderen zijn overgenomen in het Burger Weeshuis dd 23 maart 1799 van J. Schildhuis, boekhouder van ’t weeshuis. Fol 47-49 – 9 maart 1797 – Oud-hoofdman Pieter Rembt Sickinge, met een volmacht van Sibilla Catharina Sichterman, weduwe van raadsheer Adriaan Bertling, moeder en boedelhoudster, en oudraadsheer Hindrik Ludolph Wichers, Mello Sichterman en Pieter Rembt Sickinge, voormond en voogden over hun 4 minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 23 april 1772 onder ongemeenschap van goederen en gemeenschap van verlies en winst. Moeder heeft ingebracht 40571 Car gld 12 st 1 du, alsmede 3000 Car gld die door haar echtgenoot tot haar bruidschat zijn gemaakt. Vader heeft met aftrek van genoemde 3000 Car gld ingebracht 59283 Car gld 9 st 2 du, samen dus 102855 Car gld 1 st 3 du. De tegenwoordige boedel is waard 44928 Car gld 7 st 2 du. Totale verlies is dus 57926 Car gld 14 st 1 du. De kinderen betalen hiervan de helft. Zij krijgen dus als vaders goed 30320 Car gld 1 ½ du. De helft van de mobilia is waard 1213 Car gld 7 st ½ du. Samen dus 31533 Car gld 9 st 2 du. De pupillen Hendrik Michael Adriaan (24), Josina Petronella (22), Agatha Johanna (20) en Anthony Ewoud Jan (17) krijgen hun deel 1462-91 (1795-1809) Pag 11 op hun 25e of wanneer zij trouwen. Moeder zal haar kinderen tot die tijd onderhouden en laten onderwijzen. Conform huwelijkscontract en testament dd 16 juli 1772 blijft de helft van de opbrengst van het kapitaal voor de moeder. De kinderen krijgen bij uitbetaling: 8 grazen beklemd land onder een pelmolen op ’t Zand, door Egge Pieters en vrouw gebruikt voor 80 Car gld. Waarde: 2000 Car gld een grafstede in de Broerkerk op het koor, mandelig met oud-raadsheer Wichers, de helft getaxeerd op 37 Car gld 10 st een verzegeling van 1000 Car gld tegen 4% rente ten laste van de Stad Groningen dd 6 februari 1699 een verzegeling van 1000 Car gld met 12% opgeld over Provincie van Stad en Lande dd 27 november 1706 een dito van 733 Car gld 6 st 4 du met 12% opgeld dd 11 juni 1768 19 grazen beklemd land te Oterdum, door Meindert Geerts en vrouw gebruikt, gekocht voor 1200 Car gld een behuizing aan de singel tegenover het provinciale magazijn met een pakhuis erbij, verkocht voor 3230 Car gld een recht van gereserveerd eigendom over 9 grazen land te Termunten, verkocht aan A.B. Redeker, waarvan nog 500 Car gld resteert een dito van 1000 Car gld voor 10 grazen land te Termunterzijl ten laste van Gerrit Barts en vrouw een dito van 800 Car gld voor 11 grazen land te Borgsweer, ten laste van Hendrik Jans en vrouw een obligatie van 2000 Car gld over professor Kuipers en vrouw dd 3 maart een dito van 2000 Car gld over dezelfden een verzegeling van 1500 Car gld tegen 3% rente over de provincie van Stad en Lande 15 grazen beklemd land te Eppenhuizen, gebruikt door Jan Pieters Bos en vrouw voor 60 Car gld, mandelig met ontvanger Sichterman, gekocht conform verzegeling dd 9 november 1789. Waarde van de helft: 931 Car gld 80 jukken beklemd land te Baflo, gebruikt door de weduwe van Pieter Jacobs voor 300 Car gld, mandelig als de vorige. Waarde van de helft: 3835 Car gld 2 st. Hollandse obligaties ter waarde van 9558 Car gld 6 du, die zij mandelig bezit met ontvanger Sichterman conform scheidingsbrief dd 27 augustus 1781 en 11 oktober 1781 en nadere liquidatie van 16 april 1782. Fol 49-49v – 11 maart 1796 – Jan Adams, vader en boedelhouder, en Hindrik Andries, Adam Adams en Ols Jans, voormond en voogden over zijn minderjarige kinderen bij wijlen Grietje Abrahams in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Abraham (19), Annegje (16), Jan (13), Trijntje (9) en Cornelis (7) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 842 Car gld 5 st 7 du. Beide meerderjarige kinderen Adam en Bougje krijgen nu elk 168 Car gld 9 st 1 ½ du. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een huis en tuin buiten de Boteringepoort, door Jan Adams onder beklemming gebruikt 1462-91 (1795-1809) Pag 12 3 akkers tuingrond buiten de Heerepoort, in een publieke verkoop gekocht door Folkert de Vries voor 495 Car gld In de kantlijn: cessat voor Adam 11 juni 1798, voor Bougien 14 juni 1798, voor Abraham en Annegien 24 maart 1800 fol 168, 20 decbr 1813 Corn. Adams onderhandsche quit. Fol 49v-50v – 23 maart 1797 – Dominus Arend van Gelder, vader en boedelhouder, en Jan Claasen Backer, Berend Popkes Cremer, met procuratie van Hindrik van Gelder te Zaandam, en Conraad Verwer, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Dirkje Claasens Backer in echte verwekt, namelijk Trijntje (7) en Maria (2), hebben overeenstemming over haar nalatenschap, zoals bij hun huwelijk in september 1786 in Norden aangebracht, conform waaronder het vrouwelijke goed zijn waarde behoudt en winst en verlies voor de man zijn. Vader moet het vrouwelijke goed volledig aan zijn kinderen geven. Het goed bestaat uitL 1/8 deel in een boerenplaats met 70 deimt land 1/24 deel in dezelfde plaats, bezwaard met 1166 2/3 gld Pruissisch geld 1/8 deel in 20 deimt land 5 deimt land een obligatie, alles nader gespecifeerd in een inventaris. Tezamen ter waarde van 21719 gld 18 st Pruisisch geld, zijnde 16079 Car gld 6 st Hollands geld. Volgens testament van haar en haar echtgenoot te Norden uit 1789 mag de vader deze goederen gebruiken zolang de kinderen minderjarig zijn. N.B. Zie derzelver testament pag 51v. Vader zal de administratie doen, gecontroleerd door de mombers. Vader zal zijn kinderen tot meerderjarigheid onderhouden en laten onderwijzen. Fol 50v-51 – 25 maart 1797 – Ebeltje Roelofs Swart, weduwe van Tjapke Egberts Borst, moeder en boedelhoudster, en Teeke Roelf Swart, met volmacht dd 24 maart 1797 van voormond Tjapke Cornelis Borst, Derk Jans en Teeke Roelfs Swart, voogden over hun minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 7 februari 1782. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Roelf (12), Egbert (11), tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 2243 Car gld 13 st, zijnde de ½ van vaders goed. De andere ½ is voor de moeder conform huwelijkscontract. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een smakscheepje “de vrouw Ebeltje” met toebehoor een behuizing bij de Kranepoort, door haarzelf gebruikt In de kantlijn: cessat in totum dd 29 november 1810. Fol 51v-52v – 8 augustus 1787 – Norden – Uit het Hoogduitsch. Arend van Gelder, leraar de Mennoniete Gemeente te Norden en Dirkjen Claassen Bakker (el) maken testament bij notaris Heillman onder Oostfries landrecht. Zonen erven dubbel, dochters enkel. Echtgenoten hebben het recht van vruchtgebruik uit de nalatenschap en moet daarvan de kinderen opvoeden, zolang er geen 2e huwelijk volg, bij een nieuw huwelijk moet er worden uitbetaald. Langstlevende krijgt een kindsdeel indien meer dan 1 kind overleeft, 1/3 deel wanneer 1 kind overleeft. Langstlevende heeft het vruchtgebruik als er geen kinderen overblijven, alles mag worden verteerd, na een 2e huwelijk 1462-91 (1795-1809) Pag 13 mag dan alleen de rente worden verteerd. De man maakt in dat geval zijn vader Hindrik van Gelder, leraar te West-Zaandam tot zijn ergenaam, de vrouw vermaakt haar broer Jan Claassen Backer de ½ van het vaderlijke sterfhuis met tuin aan de Oosterstraat. Getuigen: Jacob H. Fischer, Jacob Schatteborg, Jacob P. Theman, Hinrich Hibben Jacobs, Focke Melchers, Roolf P. Brau, Kempe M. Kempen. Notaris: Bonno Heilman. Vertaald door J. Gummer, Stads en Provincien Translateur. Fol 53-53v – 6 april 1797 – Jan Davids, vader en boedelhouder, en Jan Roelofs, Jannes Brueker en Willem Jans, voormond en voogden over zijn minderjarige kinderen bij wijlen Susanna Roelofs in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen David (6) en Susanna (4) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 935 Car gld 11 st. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing in de Violenstraat, door hemzelf bewoond een beklemming van 13 ½ gras land ten zuiden van de Korenweg Fol 53v-54 – 10 april 1797 – Jan Jurjens, vader en boedelhouder, en Jacob Blaauw, Derk Jurjens en Jochem Hofsteede, voormond en voogden over zijn minderjarige dochtertje bij wijlen Clasina Sijlma in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn dochtertje tot haar 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 112 Car gld. Het lijfstoebehoor is voor de pupil. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing aan de zuidkant van ’t Diep bij de Oosterpoorterboog, door hemzelf bewoond. Fol 54-54v – 1 mei 1797 – Jannes Harms, vader en boedelhouder, en Jan Jans, Alef Jans en Harm Hindriks, voormond en voogden over zijn minderjarige kinderen bij wijlen Anje Jans in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Trijntje (4) en Jan (2) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 223 Car gld 19 st, en 61 Car gld voor moeders lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een huis buiten de Boteringepoort, door hemzelf bewoond. Fol 54v-55 – 4 mei 1797 – Joseph Keiser, vader en boedelhouder, en Cornelis Tielman, Hendrik Bruinvoort en Jan Otto Conneman, voormond en voogden over zijn minderjarige kinderen bij wijlen Hinderika Seffels in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Hinderikus (13), Regina (10), Helena Leonora (10), en Christoffel (4) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 199 Car gld 4 du. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder geen vaste. Fol 55v-56 – 8 mei 1797 – Teunis Hoekzema, vader en boedelhouder, en Sipke van der Meer, Derk Hoekzema en Teeke Claassens, voormond en voogden over zijn minderjarige dochtertje bij wijlen Meijke Sipkes in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn dochter Hilligje (7) tot haar 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 381 Car gld 19 st 4 du. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing aan de noordkant buiten de Aa-poort, door hemzelf bewoond een voerwerk buiten de Aa-poort met annexen een ½ trekschuit, getekend nr 6 van Groningen op Strobosch vv. 1462-91 (1795-1809) Pag 14 Fol 56-56v – 19 juni 1797 – Pieter Sebes, vader en boedelhouder, en Klaas Harkes, Reneke Renkes, voormond en voogd over zijn minderjarige dochtertje bij wijlen Aafke Harkes in echte verwekt, beiden mede namens 2e voogd Albert Sebes, met domicilium citandi ten huize van Pieter Sebes, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn dochter Corneliske Pieters (8) tot haar 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 25 Car gld 1 st 2 du. De mombers hebben 3 obligaties gekregen, 700 Car gld ten laste van Willem Eling, 200 Car gld ten laste van Harm Wening, 100 Car gld ten laste van het veer van het Boterdiep, met 35 Car gld interest hierop. De mombers geven jaarlijks de rente voor het onderhoud van het kind. Vader krijgt het eigendom van de goederen. Fol 57-57v – 24 juli 1797 – Maria Swaak, moeder en boedelhoudster, en Geert Swaak en Willem Cremer, voogden over haar minderjarige zoontje bij wijlen Jan Sijl in echte verwekt, met volmacht dd 20 juli 1797 van de voormond Jacob Harkes, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 18 december 1790 in gemeenschap van goederen. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar zoontje Hinderikus (3) tot zijn 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 468 Car gld 16 st 6 du. De doodskosten zijn met het lijfstoebehoor betaald. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing door haarzelf bewoond, gelegen tussen de Ebbinge- en Boteringestraat aan de noordzijde achter de Muur. Fol 57v-58v – 27 juli 1797 – Francisca van Oldeneel, douarière van Steven Adolph van Goldstein, maakt testament. Zij benoemt tot curatoren voor haar kinderen als die bij haar overlijden nog minderjarig zijn Ernestus Grotenhuis te Veenhuis in de provincie Gelderland, en Mr. Willem Cremers, wonend alhier. De laatste wordt ook benoemd als executeur testamentair. Haar meubels, huisraad en lijfstoebehoor mogen woren verkocht onder regie van haar zuster S. Oldeneel weduwe Harinxma ’t Onstein in het graafschap Zutphen, die mede wordt benoemd tot executeur testamentair. Gezegeld dd te Groningen 23 mei 1797. Fol 58v-59v – 13 oktober 1797 – Elisabeth Maria van Kruissen weduwe van Nicolaus Ignatius Sevenstern, moeder, en Henrikus Antonius Bauer, Harmannus Schuiten en Jan van Kruissen, voormond en voogden over hun minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 20 december 1781. De tijdens het huwelijk aangekochte goederen zoals stalling, hof en scheepsportiën zullen worden verkocht, de weduwe zal de dubieuze kredieten vorderen. De rekening zal worden opgemaakt en aan de mombers voorgelegd. Weduwe behoudt de behuizing aan de Grote Markt bij de hoofdwacht, indien zij sterft of hertrouwt is dat echter voor de kinderen. Kosten voor onderhoud van dit huis zijn volledig voor de weduwe. Bij 18e verjaardag van jongste kind wordt eigenaarschap van de woning geregeld. Moeder behoudt alle vaten, flessen en wijn behorend bij de wijnnegotie, inclusief de kredieten en schulden. Na haar dood of hertrouwen is dit ook voor de kinderen. Moeder behoudt de boedel, behalve enig linnen en enige schilderijen. Moeder is 709 Car gld 12 st 5 du schuldig aan de mombers. Mombers betalen aan moeder alle revenuen van de boedel, zoals vastgelegd in hun huwelijkscontract. Moeder zal haar kinderen Jan Harm (14), Nicolaus Ignatius (13), Alegonda Maria Elisabeth (12), Peter Gabriel (9), en Nicoletta Anna (6) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. Fol 59v-60 – 16 oktober 1797 – Jannes H. Noorda, vader en boedelhouder, en Roelf Hindriks Noorda, Hindrik Koenes Bont, voogden over zijn minderjarige zoontje bij wijlen Foeke Boelens in echte verwekt, met procuratie van de voormond Wolter Wolters Fictor dd 12 oktober 1797, hebben 1462-91 (1795-1809) Pag 15 overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn zoontje Hindrik Noorda (8) tot zijn 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 421 Car gld 6 st 3 du. Vader krijgt het eigendom van de goederen. Fol 60-61 – 19 oktober 1797 – Jacob van Berghuis, vaandrig in dienst van de staat, en Arnoldina Huberta Struik (el), maken testament. Zonder kinderen erft de langslevende, indien niet strijdig met hun huwelijkscontract. 1000 Car gld die testatrice van haar tante weduwe N. Broun geboren Van Hulst per testament als legaat heeft gekregen, doch nog berusten onder haar moeder Willemina van Hulst weduwe Struik, zijn bij kinderloos sterven ook voor haar echtgenoot. Indien er kinderen zijn bij het overlijden van één van hen, dan is de ander de wettige tutor. Opgesteld te Langakkerschans dd 9 april 1785 door Jacobus Sissing, predikant te Langakkerschans. Namen van Jacob van Berchuijs en Arnoldina Huberta Struick, Jan Derks Bekker en Adolph Agustus Melmer getuigen. Fol 61v – 19 oktober 1797 – Cornelis Jans Spekmans, vader en boedelhouder, en Pieter Moes namens Tebbe Harms, Hindrik Meijer, toezienders over zijn minderjarige zoontje bij wijlen Albertje Tebbens in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn zoontje Jan Alberts (3) tot zijn 18e onderhouden en laten onderwijzen. De toezienders krijgen dan 51 Car gld 5 st. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder 1/3 van 2 kamers naast elkaar aan de oostzijde van het Schuitendiep in de Groote Gang. Fol 62 – 30 oktober 1797 – Jannes van Groeneberg, vader en boedelhouder, en Christoffer Fockens, Roelf Kleersnijder en Jan Themmen, voormond en voogden over zijn minderjarige kinderen bij wijlen Barbara Fockens in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Rudolph (14), Neeltje (12), Roelina (11) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 206 Car gld 5 st 6 du. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing aan de zuidzijde van de Zwanestraat. In de kantlijn: cessat omdat de pupillen zijn overgegaan naar het Burgerweeshuis conform attest van de voogden dd 15 juli 1799. Fol 62v-63 – 24 november 1797 – Koopman Hermannus Wilkens en Anna van Langen (el), de 1e in het ziekbed liggend, de 2e gezond, maken testament. Hun huwelijkscontract blijft van kracht. Als de kinderen nog minderjarig zijn bij een 2e huwelijk dan worden hun neven Jan de Charro, wonend te Amsterdam, en de kooplieden Gerardus Ruidingh en Willem Wilkens, wonend alhier, de testamentaire curatoren. Indien zij overlijden mogen de anderen zelf een vervanger aanstellen. Testament opgesteld 9 december 1786 toen Hendrik van Sijsen, Tjaart van Berghuis, Berend van Iddekinghe en Justus Datho Quintus burgemeesters van deze stad waren. Fol 63-63v – 27 november 1797 – Matthias Edzard Ludovius, vader en boedelhouder, en Jan van Delft en Derk Singer, voormond en voogd over zijn 3 minderjarige kinderen bij wijlen Jacoba Jelis van Delft in echte verwekt, met een handschrift dd 22 dezer van de medevoogd Alderd van Duinen, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Margjen (15), Johannes (12) en Jelis (10), tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 565 Car gld 6 st. De eventuele nalatenschap van hun oom Hindrik Johannes Ludovius is ook voor de kinderen. Vader krijgt het eigendom van de goederen. Fol 63v-64v – 9 december 1797 – Derk Theodorij, vader en boedelhouder, en Jacob de Waart, Jan Derks Theodorij en H.G. Hommes, voormond en voogden over zijn 4 minderjarige kinderen bij wijlen 1462-91 (1795-1809) Pag 16 Gepke Thomas in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 4 mei 1781. Vader behoudt de gehele boedel. Moeder heeft 2000 Car gld in het huwelijk ingebracht, vader heeft deze gegarandeerd. Profijtelijke staat is 16934 Car gld 6 st, schadelijke staat is 7341 Car gld 18 st, batig saldo 9592 Car gld 8 st. Vader zal zijn kinderen Thomas (16), Bouwina (11), Allegonda Catharina (8) en Lutje (4) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 5169 Car gld 8 st. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing buiten de Aa-poort ten noorden van de Trekweg, het laatste huis. Fol 64v-65v – 28 december 1797 – Trijntje Sijgers, weduwe van Roelf Roelfs Mulder, moeder en boedelhoudster, en Elze Wessels Craijenborg, Martinus Roelfs en Jan Willems Harland, voormond en voogden over hun minderjarige zoontje, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 22 augustus 1777 in ongemeenschap van goederen. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar zoontje Roelf Roelfs Mulder (8) tot zijn 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen datn 326 Car gld 11 st 1 du, een schuld van 49 Car gld 10 st blijft mandelig. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een ½ korenwindmolen met behuizing, gelegen bij de Kruisdwenger, het Oude Riethok genaamd een hof aldaar gelegen 3 kamers met een hof daaraan annex een kamer voor de Boteringepoort 6 grazen onbeklemd land buiten de Boteringepoort achter de Rijskampen. Fol 65v-66 – 11 januari 1798 – Derk Bruins, vader en boedelhouder, en Jan Brands, Lammert Rieder en Alderd Meijer, voormond en voogden over zijn minderjarige kinderen bij wijlen Trijntje Harms in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn 4 kinderen Anna (9), Annigjen (6), Martha (4) en Harm (2) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 229 Car gld en 40 Car gld voor het lijfstoebehoor. Enig goud en zilver blijft onder de voorstanders voor de kinderen. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing in de Nieuwe Ebbingestraat, door hemzelf bewoond. 2 kamers in de 2e Rosenstraat Fol 66-67 – 18 januari 1798 – Mr. Dieters Brugma, vader, en Mr. Haakma Treslingh en Mons. Rutgert Bolmeijer, voormond en voogd over zijn 4 minderjarige kinderen bij wijlen Geertruid Henderika Budde in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 20 februari 1772. Het volgende is daarin vastgesteld. Langstlevende krijgt de boedel zonder aan kinderen te hoeven uitkeren, bij hertrouwen krijgen de kinderen de helft van de aangeërfde goederen. Moeder heeft tijdens het huwelijk geërfd van mevrouw Conring, overleden te Emden, 505 Car gld 6 st 7 du, ontvangen in 1783, 1784 en 1785. De ouders van de moeder, Christoffer Budde, kolonel bij de infanterie van de Staat der Verenigde Nederlanden en Naleke de Greve (el), hebben in een testament te Hasselt in Overijssel dd 22 december 1789 vastgelegd dat de 3 dochters elk 1/3 deel krijgen. Deza nalatenschap is nog niet gescheiden. 1462-91 (1795-1809) Pag 17 Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Martha Nalida Geertruida (17), Christoffel (12), Willem (11) en Gerard Hessel (6) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 252 Car gld 13 st 4 pl (de helft van de erfenis van mevr. Conring) en de helft van de erfenis van haar ouders. Vader krijgt het eigendom van de goederen. Fol 67-67v – 22 januari 1798 – Jacob Bouwman, vader en boedelhouder, en Bareld van der Molen, Harm Hindrik en Gerrit Strootman, voormond en voogden over zijn minderjarige dochtertje bij wijlen Fennigje Lucas in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn dochtertje Elisabeth (12) tot haar 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 284 Car gld 14 st 3 du. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing ten noroden van het Zuiderdiep, door hemzelf bewoond. Fol 67v-68 – 5 februari 1798 – Jeichjen Lammerts, weduwe van Jan Geerts, moeder en boedelhoudster, en Jan Willem Drewes, Reêne Roelfs en Hubert Harms, voormond en voogden over hun minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Geert (18) en Geertje (13) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 291 Car gld 8 st 6 du. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een voorwerk in de Sledemennerstraat en een behuizing ernaast. Fol 68-68v – 8 februari 1798 – Jantjen Willems, weduwe van Jan Thomas, moeder en boedelhoudster, en Hindrik Thomas, Jan Willems en Claas Thomas, voormond en voogden over hun 4 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Thomas (13), Willem (11), Eltje (8), Johannes (4) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 2000 Car gld 5 st 4 du. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing en heemstede buiten de Boteringepoort onder het Stads Hamrik. de vaste beklemming van 18 grazen land in 3 stukken, mede aldaar gelegen de vaste beklemming van 14 grazen land in 2 stukken, gelegen onder Selwert Fol 69-69v – 16 februari 1798 – Jan van der Schans, vader en boedelhouder, en Evert Jacobs Heuker, Hans Adam Groos en Jacobus Bentem, voormond en voogden over zijn 3 minderjarige kinderen bij wijlen Harmanna Jacobs in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Geesje (17), Annegje (14) en Jacob (8) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 308 Car gld 10 st. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een voorwerk aan de Stadswaag een behuizing Achter de Muur bij de Pontjesstraat een mandelige behuizing bij de Kranepoort bij de Wal een stuk open grond tussen de Ooster- en de Heerepoort. In de kantlijn: cessat voor Annegie zie fol 25 dd 17 mei 1810, cessat voor Gezien zie fol dd 1 december 1808. Fol 69v-70v – 17 februari 1798 – Arnoldus Luppus maakt testament. Zijn vrouw Claasje Geerling en kinderen houden hun rechten conform in het huwelijkscontract dd 29 juli 1779 vastgelegd. Hij vraagt syndicus J.A. Engelhard als curator van zijn vrouw op te treden. Hij stelt gezworene G. van Troojen, 1462-91 (1795-1809) Pag 18 A.P. Driessen en Jan Forsten aan als voogden indien zijn vrouw overlijdt bij minderjarige kinderen. Getekend en gezegeld te Groningen op 12 mei 1792 toen Wiardus Siccama, Berend Iddekinge, Eilko Eger Tamminga Sickinge en Wijtzius Hindrik Lohman burgemeesters van deze stad waren. Fol 70v-71 – 22 februari 1798 – Elisabeth Alberts, weduwe van Tonnis Habbes, moeder en boedelhoudster, en Jan Wormbrand, Aldert Meijer en Berend Kooijmaals, voormond en voogden over hun 4 minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap, conform testament dd 11 november 1784. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij al haar kinderen Habbe (12), Grietje (10), Antje (8), Albertje (3) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 289 Car gld 8 st 1 du. Het lijfstoebehoor is voor de kinderen. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing bij de Kijk in ’t Jatboog, aan de zuidkant van de haven, door haarzelf bewoond. Fol 71-71v – 5 maart 1798 – Trijntje Broos, weduwe van Frans Meijering, stiefmoeder en boedelhoudster, en Barend Meijering, Jan Willem Eelkman, voormond en voogd over de minderjarige dochter van Frans Meijering bij wijlen zijn 1e vrouw Aaltje Geerts in echte verwekt, mede namens medevoogd Egbert Harms, hebben overeenstemming over hun beider nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 19 mei 1787 in ongemeenschap van goederen. Stiefmoeder betaalt de mombers 3500 Car gld, een gouden oorijzer en het lijfstoebehoor. Zij behoudt de rest van de boedel. Zij krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing en de beklemming van 105 grazen land te Garmerwolde. Fol 71v-72 – 8 maart 1798 – Jan Smit, stiefvader en boedelhouder, en Klaas Doijes, Hindrik Bouwers en Roelf Smith, voormond en voogden over de minderjarige dochter van wijlen Pieter Geerts Huisjesmaker bij wijlen Pietertje Jochems in echte verwekt, hebben overeenstemming over hun beider nalatenschap. Stiefvader behoudt de gehele boedel. Hij de mombers van zijn stiefdochter Pietertje als vaders goed 529 Car gld 10 st betalen en als moeders goed 79 Car gld. Stiefvader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing op de Reitemakersrijge 1/8 deel in smakschip “de drie gebroeders” Fol 72-74 – 2 april 1798 – Hendrik H. Hesselingh en Japikjen Roodenburgh (el), wonend te Groningen maken testament. Langstlevende krijgt zonder kinderen de gehele boedel, behalve de aangeërfde goederen in Landschap Drenthe. Aangeërfde goederen zonder kinderen gaan ½ naar de langstlevende, ½ naar de erfgenamen van die familie. Voor testator zijn dat zijn broers Gerrit H. Hesselingh, Jonke H. Hesselingh, Hero H. Hesselingh en Mattheus H. Hesseling, danwel hun kinderen, en Hindrik W. Hesselingh, zoon van Wijbo Hesselingh, en zijn halfzuster Diewerke Hesseling. Voor testatrice zijn dat de kinderen van haar halfzuster Magdalena Roodenburgh, hun moeder erft alleen indien ze dan weduwe is. De zuster erft ook de goederen in Landschap Drenthe. Langslevende krijgt het vruchtgebruik als lijftocht indien er kinderen zijn. Bij een nieuw huwelijk krijgen de kinderen hun deel van de opbrengst bij meerderjarigheid of een huwelijk. Dat is de helft inclusief de Drentse en Friese bezittingen. 1462-91 (1795-1809) Pag 19 Langslevende krijgt de ½ van alle goederen indien er kinderen zijn. Bij een nieuw huwelijk van langstlevende krijgen de kinderen hun deel van de goederen bij meerderjarigheid of een huwelijk. Dat is de helft inclusief de Drentse en Friese bezittingen. De kinderen erven alles na overlijden van de langstlevende. Opgesteld te Groningen dd 20 januari 1783 en ondertekend dd 28 januari 1783 toen Hendrik van Sijsen, Cornelis Tiessens, Lucas Trip en Johan van Hoorn burgemeester waren. Fol 74-74v – 5 april 1798 – Lena Mennes, weduwe van Harmannus Mesenbroek, en Cornelis van der Vliet, Warmolt Wernink en Menne Mennes, voormond en voogden over hun 3 minderjarige kinderen in echte verwekt hebben overeenstemming over zijn nalatenschap, conform huwelijkse voorwaarden. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Geertjen (9), Geert (8) en Menne (3) onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 902 Car gld 5 st 5 du. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing in de Steentilstraat, door haarzelf bewoond. In de kantlijn: Cessat voor Geert Mesenbroek zijnde in 1806 overleden. Fol 74v-75 – 19 april 1798 – Berend Rosenhoek, vader en boedelhouder, en Roelof Rosenhoek en Jan Wijn, voogden over zijn minderjarige kinderen bij wijlen Zwaantje Sebenius Pot in echte verwekt, met een volmacht van voormond Johannes Adriaan dd 18 april 1798, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal haar kinderen Tonnis (3) en Anna Theodora (1) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 51 Car gld 10 st. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing aan het Schuitendiep, tussen de Poel en de Sint-Jans Boge, oostzijde. Fol 75v-76 – 26 april 1798 – Adriaan Lindeman, vader en boedelhouder, en Klaas Doojes, Jan Enting en Harm Scholtens, voormond en voogden over zijn minderjarige kinderen bij wijlen Jantje Harringa in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Fennigje (5) en Hindrikje (2) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 130 Car gld en het lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder de behuizing en open grond erachter aan de westzijde van de Nieuwe Ebbingestraat. In de kantlijn: Het lijfstoebehoor voor 25 Car gld door de vader overgenomen. Fennegien in 1801 overleden. Cessat omdat de pupil door het Burgerweeshuis is overgenomen. Fol 76-76v – 3 mei 1798 – Hillegje Jurriens Tikker, weduwe van Seine Berend Groenewold, en burger Conraad Verwer, boekhoudend diaken van de Waterlandsche en Vlaamsche Doopgezinde Gemeente alhier, in plaats van de dd 29 maart gedechargeerde Fredrik Menkes, Jan Aikes en Jan ten Post, voormond en voogden over het minderjarige dochtertje van Seine Berend Groenewold bij wijlen Geesje Tholes in echte verwekt, hebben overeenstemming over hun beider nalatenschap. 2e Cnraad Verwer heeft 157 Car gld 10 st ontvangen als vaders goed, 574 Car gld 16 st als moeders goed, 154 Car gld 11 st 7 pl voor moeders lijfstoebehoor en 13 Car gld 2 st 1 pl aan rente. De stiefmoeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing aan het Damsterdiep. Fol 76v-77 – 3 mei 1798 – Jan Hoet, vader en boedelhouder, en Jan Versteeg, Hindrik de Vries en Jan Adams, voormond en voogden over zijn 4 minderjarige kinderen bij wijlen Lammigje Popkes in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Hindrik (17), Mina (14), Jantje (12), Jan (8), tot hujn 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 341 Car gld 10 st 4 du. Lijfstoebehoor tegen de doodskosten 1462-91 (1795-1809) Pag 20 vereffend. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een tuin en huis aan de westkant buiten de Boteringepoort. Fol 77-77v – 3 mei 1798 – Egbertje Jans, weduwe van Luitjen Albers, moeder en boedelhoudster, en Sikke Jans, Albert Luitjes en Jurjen Caspari, voormond en voogden over hun minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Hillegje (12) en Hindrik (8) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 353 Car gld 14 st. Lijfstoebehoor tegen de doodskosten vereffend. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing en tuin buiten de Boteringepoort, oostzijde. Fol 77v-78 – 14 mei 1798 – Willempje Auken, weduwe van Geert Jans Tempel, moeder en boedelhoudster, en Ate Jans, Jan Lammerts en Jan Auken, voormond en voogden over hun 3 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Jantje (9), Beike (7) en Anje (5) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 265 Car gld 18 st 2 du, en elk kind een zilveren oorijzer en 3 Car gld. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een koemelkerij aan de noordzijde van de Kruidstraat, door haarzelf bewoond. Fol 78-79 – ongedateerd – Arend van Gelder, leraar van de Doopsgezinden alhier, maakt testament. Hij wil dat zijn kinderen te Groningen of in de Republiek worden opgevoed. Hij stelt burgers C. Verwer, Pieter van Bergen en B.P. Cremer aan als executeurs testamentair en curatoren. Vervangers mogen door de Vereenigde Waterlandsche en Vlaamsche Doopgezinde gemeente worden aangwezen. Fol 79-80 – 13 juni 1798 – Koopman Hindrik Haak junior en Ida Nanninga (el), lenen van koopman Derk H. Brouwer, Evert Hoekzema en Hindrik Jans Haak, voorstanders over Geesjen Haak, minderjarige dochter van wijlen Geertje Hoekzema, weduwe van Hindrik Haak Hz in echte verwekt, 1200 Car gld tegen 4% wegens aflossing van het vaderlijk erfgoed. De voorstanders en koopman T.J. Brommelcamp stellen zich borg. Fol 80-80v – Pieter Jacobs Eddes, vader en boedelhouder, en Sikke Pieters, Edde Hindriks en Gerrit Bakker, voormond en voogden over zijn minderjarige dochtertje bij wijlen Grietje Pieters in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn dochter Trijntje (14) tot haar 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 1288 Car gld 1 st 4 du. Het lijfstoebehoor is voor de pupil. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een beurtschip varend tussen Groningen en Amsterdam een behuizing aan de noordzijde van de Visscherstraat In de kantlijn: Cessat voor de voorstanders aangezien ’t kind den 11 februari 1801 overleden is. Fol 81-81v – 28 juli 1798 – Burger Jan Bouwcamp met procuratie dd 30 juni 1798 van burger Harm Conraads van Laaten, vader, A. van Salen namens Conraad Harms als voormond, en Lourens Arend, voormond, Gerard Harms en Geert Fokkens, voogden over zijn 4 minderjarige kinderen bij wijlen Aaltje Albers Meijer in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Pietertje (13), Conraad (11), Albert (6) en Jacobje (2) 1462-91 (1795-1809) Pag 21 tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 946 Car gld 17 st 4 du. Het lijfstoebehoor met de doodskosten vereffend. Indien vader sterft dan is de ½ boedel als moeders nalatenschap ten voordele van de pupillen. Vader krijgt het eigendom van de goederen. Fol 81v-84 – 30 augustus 1798 – Koopman Wolter Geerts Cool en Elizabet Pieters Creemer (el) maken testament. De kinderen erven alles, zonen en dochter gelijk. Langstlevende krijgt alle goederen als lijftocht, zonder de kinderen te hoeven uitboedelen. Langstlevende mag curatoren en voorstanders aanstellen. Getekend en gezegeld te Groningen op 7 april 1786 door Elizabet Pieters Cremer en Wolter Geerts Cool toen Hindrik van Sijsen, Tjaart van Berchuis, Berend van Iddekinge burgemeesters waren. Wolter Geerts Cool stelt op basis van dit testament op 5 mei 1798 curatoren over zijn kinderen bij wijlen Elisabet Pieter Cremer aan: burgers Jan G. Cool, Berend P. Cremer, en gedurende de scheiding der goederen C. Verver. Fol 84-86 – 20 september 1798 – Henderikus Braam, vader en boedelhouder, en predikant G. Cremer, predikant H.A. Braam en boekhouder Jacob Hoving, voormond en voogden over zijn minderjarige dochter bij wijlen Helena Maria Cremer in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 29 maart 1786 onder gemeenschap van goederen. De nadelige staat is 13115 Car gld 19 st 10 pe. Het recht van pupil op moeders goed is 6557 Car gld 10 st 13 pe. Conform huwelijkscontract krijgt het kind niets. Vader zal zijn dochter Gerharda Maria (12) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 2500 Car gld. Het goud en zilver van het lijfstoebehoor is voor de pupil, het overige lijfstoebehoor met de doodskosten vereffend. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing in het oosten van de Heerestraat, door de vader bewoond een zitplaats in de A-kerk een recht van gereserveerd eigendom over de behuizing en beklemming van Jan Arents te Bellingeweer een recht van gereserveerd eigendom over de behuizing van de weduwe van Jan Kuining in de Prinsenstraat Fol 86-87 – 24 september 1798 – Cornelis Sikkens, vader en boedelhouder, en Jan Clazen, Albert Smeenk Smit en Berend Esman, voormond en voogden over zijn 3 minderjarige kinderen bij wijlen Martje Pieters in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. De profijtelijke staat is 1255 Car gld 2 st. Vader zal zijn kinderen Albert (10), Jan (7) en Geesien (5) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 627 Car gld 11 st. De doodskosten met het lijfstoebehoor vereffend. Fol 87-88v – 15 oktober 1798 – Hinderikus ter Wolbeek, vader en boedelhouder, en Jan Hoving, Hinderikus Wilkens en Harmannus ter Wolbeek, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Maria Hoving in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Profijtelijke staat is 8124 Car gld 10 st. Vader zal zijn kinderen Augustinus (12) en Maria (10) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 4062 Car gld 5 st, een uitzet en moeders goud, zilver en juwelen. Het overige lijfstoebehoor vereffend met de doodskosten. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: 1462-91 (1795-1809) Pag 22 een behuizing aan de zuidkant van de Poelestraat, bewoond door vader een hof en 3 kamers aan de zuidkant van de Bredegang Een ingevoegd briefje bevat: Jan Watzes in Visscherstraat en Sijger bij Heerepoorterboog. In de kantlijn: cessat in totum zie 23 december 1810 fol 43. Fol 88v-89v – 15 november 1798 – Jantjen Cornelis Tempel, weduwe van haar 1e man Fokke Pieters Wiersema, moeder en boedelhoudster, en Here Jukes Huisman, Geert Cornelis Plenter, wonend te Garnwerd, en Willem Klasens, wonend in deze Stad, voormond en voogden over hun minderjarige zoon, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de vader. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar zoon Pieter (10) tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 166 Car gld 13 st 4 du, 3 zilveren lepels en een zilveren roomlepel. Verkocht zal worden haar behuizing in de Sledemennerstraat. De opbrengst is half voor de kinderen. Moeder krijgt het eigendom van de goederen. Fol 90-90v – 15 november 1798 – Jantjen Cornelis Tempel, weduwe van haar 1e man Fokke Pieters Wiersema, moeder en boedelhoudster, en Here Jukes Huisman, Geert Cornelis Plenter, wonend te Garnwerd, en Willem Klasens, wonend in deze Stad, voormond en voogden over hun minderjarige zoon hebben overeenstemming over de nalatenschap van de vader. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar zoon Pieter (10) tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 166 Car gld 13 st 4 du, 3 zilveren lepels en een zilveren roomlepel. Verkocht zal worden haar behuizing in de Sledemennerstraat. De opbrengst is half voor de kinderen. Moeder krijgt het eigendom van de goederen. In de kantlijn: volgens geëxhibeerde inventaris dd 20 maart 1806 is het aandeel van het kind in het verkochte huis 310 Car gld 6 s, welk bedrag de moeder met haar tegenwoordige man Roelf Jans van Nes volgens verzegeling dd 7 december 1802 en volgens registratie bij de weeskamer dd 4 juni 1804 is geregistreerd. Fol 91-92 – Roelf Jans van Nes, vader en boedelhouder, en Fokke Roelfs Swart, Jan Human en Jan Bakker, voormond en voogden over zijn 4 minderjarige kinderen bij wijlen Afien Zijmens in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 17 december 1794 in ongemeenschap van goederen. Bij het ingaan van het huwelijk waren er aan vaderszijde geen goederen, aan moederszijde 300 Car gld. Tijdens het huwelijk is verworven 108 Car gld 14 st 4 du. De kinderen krijgen de moederlijke inbreng en ½ van het verworvene tijdens het huwelijk, minus de helft van de doodskosten à 82 Car gld 16 st 4 du. Blijft over 270 Car gld 10 st 6 du. Vader krijgt hiervan een kindsdeel. Moeder heeft ook een kind uit het huwelijk met Willem Wessels. Vader houdt dus 1/6 deel. Hij zal zijn kinderen Geesje (11), Jacobje (9), Jan (7) en Zijmon (5) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 181 Car gld 4 du. Het lijfstoebehoor wordt verkocht en als boven verdeeld. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een huis met 2 kamers erachter op eigen grond, aan de zuidkant van de Noorderhaven, door hemzelf bewoond. In de kantlijn: volgens inventaris dd 6 mei 1802 heeft het lijfstoebehoor 378 Car gld 13 st 3 du opgebracht. Nog ingekomen dubieuze posten volgens inventaris dd 22 mei 1806. Fol 92-92v – 19 november 1798 – Jan Willems Drewes, vader en boedelhouder, en Gerbrand Martens Stollinga, Hindrik Drewes, en Gerrit Groenhof, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Maria Martens Stollinga in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 14 juni 1788 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Willem (10) en Margien (6) tot hun 20e onderhouden 1462-91 (1795-1809) Pag 23 en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 1912 Car gld 10 st en moeders lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing in de Bredegang OZ op eigen grond, door hemzelf bewoond een tjalkschip, nu in Groningen liggend Fol 92v-93v – Jan Smith, vader en boedelhouder, en Pieter Beerends, Roelf Smith en Hindrik Bouwers, voormond en voogden over zijn 3 minderjarige kinderen bij wijlen Pietertje van ’t Zand in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 19 maart 1798 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Trijntie (9), Lummigijn (6), Roelfijn (2) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. Hij geeft hen dan 462 Car gld 2 st, 62 Car gld voor moeders lijfstoebehoor, en enig zilver. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing op de Reitemakersrijge, door hemzelf bewoond. In de kantlijn: Trijntje en Roelfijn overleden. Den 8 april 1809 door Roelf Elsborg een borg voor de afkooppenningen van de pupillen afgegeven. Fol 93v-94v – 10 januari 1799 – Luiken Hansen, vader en boedelhouder, en Roelf Vonk en Reint Reinders, voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Jacomina Reinders in echte verwekt, met een volmacht dd 5 januari 1799 van de voormond Harmannus Westendorp, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 11 februari 1785 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Sophia (15) en Aaltje (13) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 1429 Car gld 10 st 4 du, en een deel van het lijfstoebehoor. Vader houdt het wol om op de 17e verjaardag van de jongste een gouden oorijzer te laten maken. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing met een bleek, gelegen bij de St. Jansboog, door hemzelf bewoond een behuizing buiten de A-Poort aan de zuidkant van het Hoendiep, thans door boekhouder Warendorp en Hofstee gebruikt Fol 94v-95v – 28 februari 1799 – Aaltje Mennes, weduwe van Harm Hinderks Touwslager, en Lucas Jacobs en Jacob Everds, voorstanders over de 4 minderjarige kinderen van wijlen Harm Hinderks Touwslager bij wijlen zijn 1e vrouw Aintje Jacobs in echte verwekt, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap, de moederlijke nalatenschap is al door de mombers ontvangen. Stiefmoeder behoudt de gehele boedel. Profijtelijke staat is 978 Car gld 19 st 2 du minus 35 Car gld 2 du doodskosten. De kinderen krijgen daarvan de helft, de zonen krijgen een dubbele portie, de dochters een enkele. De mombers krijgen 368 Car gld 17 st voor de 3 zonen en 63 Car gld 9 st 4 du voor de dochter, samen 430 Car gld 6 st 4 du. De portie beide dochters uit het laatste huwelijk blijft in de boedel. Een pretentie van 22 Car gld ten laste van Jacob Abrahams blijft mandelig. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een tasschip. In de kantlijn: cessat in totum. Fol 95v-96v – 7 maart 1799 – Jan Geerts, vader en boedelhouder, en Jan Pieters, Hindrik Geerts en Luitje Klasens, voormond en voogden over zijn 4 minderjarige kinderen bij wijlen Hillegien Pieters in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 7 januari 1783 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Pieter (15), Neeltje (12), Geertje (10) en Hilligjen (7), tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 2506 Car gld 14 st 4 du, 1760 Car gld uit de nalatenschap van hun grootvader, enig land ter inventaris vermeld. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: 1462-91 (1795-1809) Pag 24 een behuizing met de vaste beklemming van 31 ½ grazen land buiten de A-Poort aan de Hoornsche Dijk, door hemzelf gebruikt ca 15 grazen land, waaronder enig onland, buiten de A-Poort aan de Drentselaan, door hemzelf gebruikt. Fol 96v-97v – 8 april 1799 – Trijntje Willems, weduwe van Wilte Harms Mulder, maakt testament. Hun minderjarige kinderen Harm en Annigjen erven in gelijke porties. Zij stelt als voorstanders aan de kooplieden Alle van der Veen en Harmannus Ellens, wonend alhier, en commissaris Hinderikus Everts, wonend te Onderdendam. Zij mogen zelf vervangers aanstellen. Gezegeld te Groningen dd 8 augustus 1798. Fol 98-98v – 18 april 1799 – Harmannus Wotte, vader en boedelhouder, en Okke Jans Smidt, Hinderk Lubbers en Hinderk Jans Smidts, voormond en voogden over zijn minderjarige dochter bij wijlen Maria Jans in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn dochter Anna (4) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 496 Car gld 6 du, en het lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een huis annex smederij aan de westzijde van de Gelkingestraat. Fol 99-100 – ongedateerd – Catarina van den Berg, weduwe van Jan Koehorst, moeder en boedelhoudster, en Gerardus Buissink, Hillebrand Cramer en Gerrijt van den Berg, voormond en voogden over hun minderjarige dochtertje, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar dochter Anna (6) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 258 Car gld 9 st 7 du, 32 Car gld 10 st 1 du voor het lijfstoebehoor. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing in de Gelkingestraat, door haarzelf bewoond. Fol 100-101 – 22 april 1799 – Hindrik Roelfs, vader en boedelhouder, en Egbert Caspers de Haas, Jan Ebling en Jan Wijnstok, voormond en voogden over zijn minderjarige zoon bij wijlen Grietje Jans Hartman in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vder behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn zoon Jan (19) tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 3574 Car gld 5 st 5 du. Moeders lijfstoebehoor, ter waarde van 230 Car gld, is voor de pupil. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing aan de westzijde van de A, met een grondpacht van 4 Car gld 5 st door hemzelf bewoond een recht van gereserveerd eigendom ten laste van Harm Hesse en Bouwina Nienhuis groot 2000 Car gld een recht van gereserveerd eigendom ten laste van Hinderk Arents groot 2000 Car gld. Fol 101-102 – 25 april 1799 – IJltjen Crispijn, weduwe van Pauwel Ellens, wonend alhier, maakt testament. Zij benoemt tot haar erfgenamen haar zoon Jannes Ellens voor de ½, en de kinderen van haar overleden zoon Albert Ellens bij Jantje Suiding in echte verwekt, samen voor de andere ½. Ze benoemt als executeurs meesters Jan Arnold Engelhard en T. Haakma Tresling. Gezegeld op 1 maart 1798. Fol 102v-103 – 6 mei 1799 – Arend Leen, vader en boedelhouder, en Wilte Zoeneveld, Bernardus Philippus Toben en Klaas Groeneveld, voormond en voogden over zijn 3 minderjarige kinderen bij 1462-91 (1795-1809) Pag 25 wijlen Elisabet Groeneveld [verderop Zoenveld genoemd] in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn 3 kinderen Willem (9), Barbara (7) en Johanna (4) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 78 Car gld 4 du. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing in het noorden van de Raamstraat. in de kantlijn: 5 november 1807 door Arend Leen gedeponeerd 50 Car gld, op 23 juni 1808 door dezelfde het restant à 28 Car gld gedeponeerd. Fol 103-104 – 9 mei 1799 – Hillegien Harms, moeder en boedelhoudster, en Jan Ewolds en Izak Wolters, voogden over haar minderjarige dochter bij wijlen Lammert Jans in echte verwekt, beiden met volmacht van voormond Balster Harms, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de vader. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar dochter Aaltje (10) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 750 Car gld 7 st 4 du. Het lijfstoebehoor vereffend met de doodskosten. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing met een moestuin buiten de Heerepoort enig land achter Helpman 4 grazen land onder Bedum. Fol 104-105 – 16 mei 1799 – Hillegien Jurriens Tikker, weduwe van Seine Bernardus Groenewold, moeder en boedelhoudster, en Jurrien Tikker en Joachim Lofvers, voogden over hun 3 minderjarige kinderen bij wijlen in echte verwekt, met procuratie van de voormond Jan Heikens, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de vader. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Grietje (10), Jurrien (7) en Derk (2) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 683 Car gld 2 st 4 du. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing aan het Damsterdiep. Fol 105-106v – 24 mei 1799 – Mr. D. Brugsma, met procuratie dd 22 mei 1799 van Anna Hijbels, weduwe van Jacob ter Huizen, en Johannes ter Huizen, Hindrik Hijbels en Albert ter Huizen, voorstanders over hun minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de vader, conform huwelijkscontract dd 7 november 1781 in ongemeenschap van goederen. Moeder krijgt 1955 Car gld 5 st 6 du als lijftocht en behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Pieter (12), Hindrika (9) en Rensina Johanna (6) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 3118 Car gld 3 st. Zij krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een huis en tuin aan het Damsterdiep, door haarzelf bewoond een kamer en stal, mede aldaar Mandelig blijven de kwade kredieten groot 4364 Car gld 17 st 1 du. In de kantlijn: Rensina Johanna in november 1800 overleden. Fol 107-107v – 6 juni 1799 – Jantien Zuiding, weduwe van Albert Ellens, moeder en boedelhoudster, en Jannes Ellens, Spine Alberts Crispijn en Hindrik Suiding, voormond en voogden over hun 2 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 28 april 1787 in gemeenschap van goederen. Moeder behoudt de gehele boedel. Batig saldo is 20 Car gld 2 st en hoeft daarom niets uit te keren. Zij zal haar kinderen Paulus (11) en IJtje (7) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. Moeder krijgt het eigendom 1462-91 (1795-1809) Pag 26 van de goederen, waaronder een behuizing aan de westzijde van het Schoolholm, ter waarde van 900 Car gld. Fol 107v-108v – 29 augustus 1799 – Ate Jans, vader en boedelhouder, en Fokke Jans, Hindrik Jans en Edde Bernardus, voormond en voogden over zijn 3 minderjarige kinderen bij wijlen Annegien Jans in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Jan (11), Roelf (8) en Geert (6) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 1004 Car gld 13 st en moeders lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing en bleek met de beklemming van 4 ½ grazen land buiten de A-Poort met een jaarhuur van 135 Car gld, getaxeerd op 3500 Car gld. In de kantlijn: op 11 september 1800 bleek de waarde van het lijfstoebehoor 103 Car gld 16 st. Fol 108v-110 – 21 september 1799 – Jan Beckering, vader en boedelhouder, en Egbert van Marum, Gijsbert Reinders, voogden over zijn minderjarige dochtertje bij wijlen Harmina van Marum in echte verwekt, met volmacht dd 13 september 1799 van Jan Adam Crebas, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel conform vastgelegd in scheidbrief dd 19 september 1799. Hij zal zij dochter Catarina (8) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 2600 Car gld. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een koekenbakkerij tussen beide A-Poorten, door hemzelf bewoond een behuizing ten westen van de Aa, ten noorden van de A-Poortenboog, ook door hem bewoond een behuizing onder de A-Poort, doende 70 Car gld als jaarhuur een verzegeling van 1000 Car gld ten laste van Jan Derks Cremer en vrouw Oud-luitenant J. van Dam, met procuratie dd 20 september 1799 van Catharina Maria Crebas, weduwe Hendrik Beckering, ziet af van een hypotheek over de kinderen uit vermelde scheidbrief, de vader is daarmee nog de enige debiteur. Fol 110v-111 – 19 oktober 1799 – Teunis Folkers, vader en boedelhouder, en Conraad Crebs, voogd over zijn 4 minderjarige kinderen bij wijlen Janke Tjakkes in echte verwekt, met procuratie dd 17 oktober 1799 van de voormond Albert Tjakkes en medevoogd Albert Folkers, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de moeder. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Tjakke (11), Folkert (8), Aaltje (6) en Trijntje (3) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 423 Car gld 9 st 4 du, en 170 Car gld 10 st 2 du voor het lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing in de Speldenmakersgang, met een grondpacht van 18¾ st een schuitscheepje, 14 jaren oud, gewaardeerd op 625 Car gld Fol 111v-112 – 31 oktober 1799 – Lubbartus Grim, vader en boedelhouder, en Pieter de Vries, Lambartus Melkman en Derk Bosch, voormond en voogden over zijn minderjarige dochtertje bij wijlen Rebekka de Vries in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn dochter van 2 jaren oud tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 50 Car gld. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing in de Grote Kromme Elleboog. 1462-91 (1795-1809) Pag 27 Fol 112v-114 – 4 november 1799 – Grietijn Jans, weduwe van Harm Hind. Haverbult, moeder en boedelhoudster, en Geert H. Haverbult, Jan H. Limborg en Hans J. Scholtens, voormond en voogden over hun 4 minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de vader. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Hinderkien (15), Anna (12), Jan (9) en Hinderk (6) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 8489 Car gld 12 st. Mandelig blijven: een obligatie van 300 Car gld ten laste van de weduwe van Jacob Tiddens 1/5 deel in een obligatie van 500 Car gld ten laste van Roelf van Slogteren 1/5 deel in 1/16e positie in het kofschip “de jonge Willem” van schipper Jan A. de Boer. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing in de Havenstraat, getaxeerd op 2000 Car gld ½ aandeel in de behuizing aan de Havenstraat westzijde, getaxeerd op 350 Car gld een verzegeling van 500 Car gld over een behuizing aan de Bloemstraat NZ, bewoond door Adam Groen een verzegeling van 375 Car gld over een behuizing in de Spinhuisstraat oostzijde, bewoond door Harmannus Rottenkus een verzegeling van 400 Car gld over een behuizing te Delfzijl, bewoond door Harmannus Berents een verzegeling van 2725 Car gld over een behuizing in de Heerestraat westzijde, bewoond door Jacob Heikens een verzegeling van 1200 Car gld over een behuizing in de Kromme Elleboog, bewoond door de weduwe van Jan van Oosten een mandelige verzegeling van 866 Car gld over een ½ treksnik varend van Groningen naar Delzijl vv, getekend nr 3 een verzegeling van 500 Car gld over een behuizing in de Spinhuisstraat oostzijde, bewoond door Tidde Clasens 2 verzegelingen van samen 900 Car gld over de behuizing bewoond door Barteld Heres een verzegeling van 1500 Car gld over een behuizing in de Oude Kijk in ’t Jatstraat oostzijde, bewoond door Jan Wensing een verzegeling over de behuizing in de Rosenstraat Groot Booge, bewoond door de weduwe van Jan Schaender. In de kantlijn: cessat voor Hendrikje zie fol 203, cessat voor Anna zie fol 244v, cessat voor Jan zie fol 42, cessat in totum zijnde Hind. overleden. Fol 114-115v – 21 november 1799 – Derk Jans, vader en boedelhouder, en Theke Roelfs Swart, Geert Hindriks Hoogland en Jan Wolters, voormond en voogden over zijn minderjarige zoon bij wijlen Anna Roelf Swart in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn minderjarige zoon Roelf (19) tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 11918 Car gld 5 du. Mandelig tussen de vader en zijn 3 kinderen blijven dubieuze posten à 1379 Car gld en een parij pokhout. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: 1462-91 (1795-1809) Pag 28 een huis aan de Noorderhaven, door hemzelf bewoond een huis daarnaast staande een gereserveerd eigendom over een behuizing in de Oude Kijk in ’t Jatstraat, door Jan M. Cramer en vrouw bewoond een dito over een behuizing aan de Grote Markt, bewoond door de Juffers Haakman een dito over een behuizing aan de zuidkant van de Noorderhaven, bewoond door Julte Boerema en vrouw een dito over ½ trekschuit buiten A-Poort in gebruik bij Hindrik Bontekoe een ½ dito aan het Boterdiep 1/8e portie in het schip “de vrouw Anna” 3/32e portie in het schip “de Caneelboom” 1/8e portie in het schip “de Hinderette” 1/16e portie in het schip “de Generaal Alting” 1/8e portie in het schip “de Japanners” 1/4e portie in het schip “de Goede Hoop” 1/8e portie in het schip “de vrouw Grietje”. Fol 115v-119v – 25 november 1799 – Berend Engelhard en Jantien van Backeren (el), wonend te Groningen, maken testament. Langstlevende behoudt de behuizing en de gezamenlijk aangebrachte goederen, en hoeft aan de kinderen bij meerderjarigheid alleen het pro rato erfdeel van de gestorvene, aangebracht en aangeërfd, uit te keren. Langstlevende behoudt, conform het huwelijkscontract, het aangewonnen goed als lijftocht. Dat vervalt bij een nieuw huwelijk en dan worden er executeurs testamentair aangesteld. Langstlevende mag kiezen of die het huis dan wil kopen. Ook mag deze kiezen de boedel te behouden en in plaats daarvan 1500 Car gld te geven. Getekend te Groningen dd 9 mei 1798, gezegeld te Groningen dd 11 mei 1798. Zij stellen als executeurs en curatoren aan de burgers J.R. Oortsema, H. Ellens en C. Verver. Zij krijgen daarvoor 300 Car gld en 0,5% van de opbrengst. Getekend te Groningen op 20 mei 1798. Fol 120-120v – 30 december 1799 – Regina Elisabet Holker, weduwe van Carel Hirsel, moeder en boedelhoudster, en Jan de Boer, Jan Selijs en Jannes Holker, opzienders over hun 2 minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de vader. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Hindrik Willem (8), en Anna Charlotte (6) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De inventaris bevat meer schulden dan tegoeden. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing aan het Kattendiep op de hoek van de Peperstraat. Fol 120v-122v – 22 januari 1800 – Oud-secretaris S.F. van Iddekinge, vader, en H. de Sandra Veltman van Slochteren, oud-raadsheer S. Gockinga en oud-hoofdman P.R. Sickinge, voormond en voogden over zijn beide minderjarige kinderen bij wijlen M.J. Veltman in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. De mombers krijgen de gehele boedel, behalve buitengoed “de Vosholen” te Kleinemeer met alle landerijen die daarbij horen. 1e Comparant betaalt de waarde 12004 Car gld 14 st 8 du daarvan bij meerderjarigheid van de kinderen. Hij leent dit bedrag tegen 4% rente. 1e Comparant behoudt meubilair en huisraad. Het linnen en wol is voor de kinderen, het goud en zilver wordt verdeeld. De mombers betalen de vader jaarlijks 1000 Car gld voor het onderhoud van de kinderen. Vader zal zijn kinderen Johanna Maria Jacoba (14) en Assuerus Johan (12) tot meerderjarigheid of huwelijk onderhouden en laten onderwijzen. 1462-91 (1795-1809) Pag 29 Fol 122v-124v – 24 februari 1800 – Jacob Bouwman, stiefvader en boedelhouder, en Jan Rengnier, Wilhelmus Copinga en Gerrijt Peppelink, voormond en voogden over de beide minderjarige kinderen van wijlen Fennegien Lucas bij wijlen Aldert Clasens in echte verwekt, dit in plaats van de ontzette voormond en voogden Lubbartus Lubberts, Pieter Lubbers en de voortvluchtige Bareld van der Moolen, bekrachtigen de scheidbrief dd 11 februari 1797 tussen de stiefvader en Lubbertus Lubbers (in de scheidbrief abuisievelijk Albertus Lubbers genoemd), Pieter Lubbers en Bareld van der Moolen. Stiefvader heeft recht op (elk als participant van 1/10e deel): een koemelkerij aan de noordzijde van het Zuiderdiep een hof ten zuiden van het Zuiderdiep aan de Kuipen de vaste beklemming van 17 grazen land buiten de A-Poort aan de Hoenweg De kinderen krijgen: 2 kamers onder één dak in de Prinsenstraat een kamer ten oosten van de Driemolendrift een kamer aldaar in de kereweer 927 Car gld 9 st, waaronder 412 Car gld 12 st als vaderlijke nalatenschap. De schulden uit de boedel zijn voor stiefvader en zijn kind met Fennegien Lucas in echte verwekt. In de kantlijn: cessat voor Klaar, zie quit B fol 225 dd 26 mei 1803, cessat voor Lucas Alders, zie q.B. fol 257v dd 28 april 1806. Fol 124v-125v – 31 maart 1800 – Gezijn Berends, weduwe van Coert Clasens, stiefmoeder en boedelhoudster, en Jacob Jans, met procuratie dd 22 maart 1800 van voormond Jan Jacobs, Hindrik Klasens en Jacob Jans, voogden over de minderjarige dochter van wijlen Coert Clasens bij wijlen Hinderkje Jacobs in echte verwekt, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de vader. Stiefmoeder behoudt de gehele boedel. Zij geeft de mombers 453 Car gld 15 st 2 du als vaders goed en 421 Car gld 4st 2 du als moeders goed conform scheidbrief dd 28 november 1782. Doodskosten en lijfstoebehoor is onderling verrekend. Stiefmoeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een huis en erf aan het Schuitendiep tussen de St. Jansboog en de Poelpoortenboog een schuit met alle opgoed. Fol 125v-126v – 10 april 1800 – Gesijn Cornelis Medendorp, weduwe van Jannes van Groenenberg, en Roelf Kleersnider, Deddo Heijes en Goedhardus Oterdom, voormond en voogden over de hun minderjarige dochter, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de vader, conform huwelijkscontract dd 26 november 1797 in gemeenschap van goederen. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar dochter Geertruida (2) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 30 Car gld 3 st 4 du. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing aan de zuidzuide van de Zwanestraat. Fol 126v-127 – 17 april 1800 – T. Hoekzema, met procuratie dd 10 februari 1800 te Amersfoort van Rientje van der Velden, vader en boedelhouder, en C.M. van Bolhuis, met procuratie dd 20 en 21 februari 1800 van Jan Mindelts en Andries Gerbens, voormond en voogden over zijn minderjarige zoon bij wijlen Aaltje Pootholt in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. 1462-91 (1795-1809) Pag 30 Vader behoudt de gehele boedel. Het aandeel van de kinderen is 250 Car gld 3 st 6 du en is al ontvangen. Doodskosten vereffend met het lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een tjalkschip van 14 jaren oud. Fol 127v-128 – 24 april 1800 – Jantien Lammerts, weduwe van Freerk Olbrands, moeder en boedelhoudster, en Gerrijt Carssens, Jan Lammerts en Arent Epkes, voormond en voogden over hun minderjarige zoon, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de vader. Er zijn meer schulden dan tegoeden. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal hem tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. Zij geeft haar zoon (4) dan 10 Car gld 10 st. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing en voerwerk in de Sledemennerstraat, behorend bij de 6e kluft. Fol 128-129v – 24 april 1800 – Leendert Heddes Nauta, en Jan Boelens, Bartelt Jans, met procuratie dd 23 april 1800 van Lukas Wessels, voormond en voogden over de 6 minderjarige kinderen van 1e comparant bij wijlen Alkje Boelens in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform stokleggende brief dd 14 april 1774. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Hedde (20), Grietje (19), Egberd (16), Boele (10), Jan (7) en Jannes (5) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 3389 Car gld 15 st 4 du. Mandelig blijft een obligatie van 650 Car gld ten laste van de Landen. Het lijfstoebehoor is voor de kinderen. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een boerenbehuizing en schuur met de vaste beklemming van 36 grazen land, met een jaarhuur van 137 Car gld aan koopman J.J. Blaupot, getaxeerd op 5750 Car gld, door vader zelf gebruikt. Fol 129v-130v – 28 april 1800 – Margien Freerks, weduwe van Geert Jans Nienhuis, moeder, en Pieter Jans Nienhuis, Fokke Jans en Jan Jans Nienhuis, voormond en voogden over hun 2 minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de vader, conform huwelijkscontract dd 16 mei 1786. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Annigje (13) en Frerik (10) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 844 Car gld 15 st 5 du, en 50 Car gld voor het lijfstoebehoor. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing met de beklemming van de moestuin aan de westzijde buiten de Oosterpoort aan de weg, met een jaarhuur van 50 Car gld aan het H.G. Gasthuis. Fol 130v-131v – ongedateerd – Jan Bouwkamp, vader, en Albertus Ridder, voormond, met procuratie dd heden van de voogd Jannes Leijsenaar, en Hindrik Goons, voogd over het minderjarige kind van 1e comparant bij wijlen Margie Roelfs Assewe in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Er zijn meer schulden dan tegoeden. Vader zal zijn dochter Margien (17) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing aan de noordzijde van de Bloemstraat, door hemzelf bewoond. Fol 131v-133 – 8 mei 1800 – Alle Miedendorp maakt testament. Hij maakt tot zijn erfgenamen: zijn enige zoon Frederik Miedendorp voor de helft, en zijn kleinkinderen Albertje Dijk en Mattheus Buitenwerf (el), Brechje Dijk en Allida Dijk, alle drie kinderen van zijn overleden dochter Zwaantje Miedendorp en Jacob Dijk (el), samen voor de andere helft. Tot executeurs en curatoren over zijn minderjarige zoon Frederik stelt hij aan: Mattheus J. Hesselink en Joseph Simon Muller, zij mogen zelf een vervanger aanstellen indien één van hen overlijdt. Ondertekend en gezegeld te Groningen dd 3 december 1799. 1462-91 (1795-1809) Pag 31 Fol 133v-134v – 12 juni 1800 – Willem Grashuis, vader en boedelhouder, en Jan Alders, Klaas Berends en Derk Haats Derksma, voormond en voogden over zijn 3 minderjarige kinderen bij wijlen Annegien Alderts in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 14 april 1792 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Aaltje (8), Arend (4) en Anna (1) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 467 Car gld 19 st 4 du. Doodskosten vereffend met het lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing in de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat. Fol 134v-135v – 10 juli 1800 – Gewezen banketbakker Jan Schoonbeek maakt testament. Hij benoemt zijn zonen Jacob, Jelis en Theodorus Schoonbeek bij zijn vrouw Helena Wientjes in echte verwekt tot zijn erfgenamen. Hij benoemt tot executeurs testamentair en voorstanders: zadelmaker Johannes Bosch, kleermaker Jener en procureur E. Leininga. Getekend en gezegeld te Groningen dd 14 april 1800. Fol 136-136v – 31 augustus 1800 – De gezamenlijke erfgenamen van Beeltjen Nauta, weduwe van Albert Jurjens, scheiden haar boedel. De profijtelijke staat is 2387 Car gld 5 st 5 du. Deze wordt als volgt verdeeld: 596 Car gld 16 st 3 ¼ du aan Anna Havinga 596 Car gld 16 st 3 ¼ du aan A.P. van Bolhuis als voormond over Jacob Havinga, zoon van wijlen Pieter Havinga en Geelje Pieters Stuivezak 596 Car gld 16 st 3 ¼ du aan Leendert Heddes Nauta en cons, voorstanders over de kinderen van A.P. van Bolhuis 255 Car gld 15 st 3 du aan Bartelt Jans en cons, voorstanders over de 3 minderjarige kinderen van wijlen Heere Havinga bij wijlen Roelfje Harms in echte verwekt 170 Car gld 10 st 2 du aan Derk Samuels, voogd over de 2 minderjarige kinderen van wijlen Heere Havinga bij Enje Hindriks in echte verwekt 85 Car gld 5 st 1 du aan Hindrikje Havinga en Evert Artel (el), kind van Heere Havinga. 85 Car gld 5 st 1 du aan Beeltje Havinga en Pieter Hooghuis (el), kind van Heere Havinga. Getekend door Anna Havinga, Bartelt Jans, Hinderkien Havinga, Evert Artel, Bijltien Havinga, Pieter Hooghuis, Abel Popko van Bolhuis. Fol 137-137v – 13 oktober 1800 – Geesje Siers, moeder, en Harm Camphoff, Reinder Buining en Berend Hansens, voormond en voogden over haar minderjarige dochter bij wijlen Berend Garoma in echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 25 januari 1793 in gemeenschap van goederen. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar dochter Anna Hindrika (8) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 1536 Car gld 1 st 4 du. Mandelig blijven een vordering op de bank van lening en dubieuze vorderingen. Lijfstoebehoor vereffend met de doodskosten. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing met een woonkamer op het oosten van het Schoolholm een behuizing op het zuiden van de Nieuwstad. Fol 137v-138 – 13 oktober 1800 – Evien Klamer, moeder, en Take Takens, Harmannus van Slogteren en Theodorus Klamer, voormond en voogden over haar minderjarige zoon bij wijlen Jan Takens in 1462-91 (1795-1809) Pag 32 echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar zoontje Folkert (4) tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 66 Car gld. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een huis aan de westkant van de Oude Ebbingestraat, door haarzelf bewoond. In de kantlijn: 11 februari 1811 is door de moeder 122 Car gld 13 st 7 du aangeërfd. Fol 138v-139 – 27 oktober 1800 – Adam Ekkart, vader, en Harmannus Robbers, Jan Bentla en Johannes Ekkart, voormond en voogden over zijn minderjarige kinderen bij wijlen Helena Drost in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn beide kinderen Johannes (6) en Wibbolt (5) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 256 Car gld 7 st. Lijfstoebehoor vereffend met de doodskosten. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing en tuin op de Nieuweweg, met een grondpacht van 5 Car gld aan de Stad, door hemzelf bewoond. Fol 139-139v – 27 oktober 1800 – Andries Doedens, vader, en Hindrik Brock, Harm Doedens en Jan Hemmes, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Wilhelmina Fietmeijer in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Johanna (4) en Johannes (2) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 374 Car gld 8 st 4 du en 40 Car gld voor het lijfstoebehoor,. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing met een hof erachter aan de oostzijde van het Boterdiep, door hemzelf bewoond een grafstede op het Noorderkerkhof. Fol 140-140v – 6 november 1800 – Foppe Noorman, vader en boedelhouder, en Gerhardus Johannes Gersonius, Teke Roelfs Swart, en Hajo Albert Spandau, voormond en voogden over zijn minderjarige zoontje bij wijlen Geertje Takens in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 6 oktober 1796 onder ongemeenschap van goederen en gemeenschap van winst en verlies. Pupil heeft recht op 4230 Car gld, waarvan vader de helft als lijftocht mag houden. Vader zal zijn zoontje Tonnis (3) tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 2115 Car gld. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing ten noorden van de Steentilstraat, door hemzelf bewoond een behuizing ernaast, door zilversmid J. Timans en vrouw gehuurd. Fol 140v-141v – 6 november 1800 – Jan van Geffen en Hinderica Catharina Eissonius (el) maken testament op. Zij bevestigen hun testament van 12 november 1772. Ze stellen als mombers aan Lucas van Geffen, Lambertus van Geffen en Mr. H.J. Wichers, als één van hen sterft solliciteur G. van Troijen. De laatste functioneert ook gedurende de scheiding van de boedel. De behuizing aan de Vismarkt of het A-Kerkhof, door henzelf bewoond, met de zilversmidswinkel en –gereedschappen wordt meegeteld op basis van de taxatie gemaakt bij overname hiervan van de moeder van testator. Gezegeld te Groningen dd 6 september 1786 toen Wiardus Siccama, Antoon Adriaan van Iddekinge, Lucas Trip en Henric Gockinga burgemeester waren. 1462-91 (1795-1809) Pag 33 Fol 141v-142v – Mees Jans, vader, en Pieter Hindriks, Jan Jans Mees en Gerrit Jans Buil, voormond en voogden over zijn minderjarige zoontje bij wijlen Geertje Hindriks in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn zoontje Hindrik (8) tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 1309 Car gld 19 st, 283 Car gld 13 st voor het lijfstoebehoor – waarvan afgetrokken wordt 61 Car gld 7 st 4 du voor de doodskosten. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: ½ van een tjalkschip, door hemzelf bevaren, mandelig met de weduwe van Jan Dreeuwes een behuizing of woonkamer Achter de Muur van de Kijk in ’t Jatstraat, door hemzelf bewoond. Fol 142v-143v – 8 januari 1801 – Elselina Steenhuizen, moeder en boedelhoudster, en Derk van der Tuin, Ariaan Wolters en Harm van der Tuin, voormond en voogden over haar minderjarige kinderen bij wijlen Rinne van der Tuin in echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap. Schadelijke staat overtreft de profijtelijke. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Avien (4) en Renna (1) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 50 Car gld voor vaders lijfstoebehoor. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing ten oosten van de Heerestraat, door haarzelf bewoond. Fol 143v-144v – 22 januari 1801 – Lambertus Nienhuis, predikant te Ten Boer, maakt testament. Zijn beide zonen bij wijlen Aaltien Tonkens in echte verwekt, zijn erfgenamen. Hij stelt aan als executeurs en voogden de burgers Gerhardus Cremer, predikant te Woltersum, en Hinderikus Braam, commissaris van de wees- en huwelijkszaken te Groningen. Getekend te Groningen dd 23 september 1799, gezegeld te Groningen dd 25 september 1799. Fol 145-145v – 2 maart 1801 – Grietje Jans, moeder en boedelhoudster, en Roelf de Vries, tijdens de scheiding in plaats van voormond Roelf Straatman, Hindrik Feersema en Jacob van Duinen, voogden over haar 2 minderjarige kinderen bij wijlen Jan van Huizen in echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 1 november 1794 in ongemeenschap van goederen en gemeenschap van winst en verlies. Moeder behoudt de gehele boedel. Vader heeft aangebracht 436 Car gld 5 st 4 du, moeder 250 Car gld. Moeder zal haar kinderen Jan (6) en Johanna (3) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 615 Car gld 7 st 7 du. Doodskosten vereffend met het lijfstoebehoor. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een ½ trekschuit, getekend nr 7, varend tussen Groningen, Uithuizen en Ulrum een huisje in een gang in de Leliestraat, door haarzelf bewoond. Fol 146-148v – 2 maart 1801 – Willem Aling, hopman van het Burgelijke Regiment, maakt testament. Hij benoemt zijn kinderen bij wijlen Lucea Helena Dijck in echte verwekt tot zijn erfgenamen, zonen en dochters gelijk, behalve zijn oudste zoon Durandus Aling, die zich slecht heeft gedragen en niet heeft willen luisteren. Deze wordt onterfd. Hij stelt aan als curatoren van de goederen die bij oppositie van deze zoon toch op hem devolveren: zijn broer Albert Alingh, scholte van Gasselte, zijn zwager gezworene H. Dijk, zijn neef hopman G. Damsté, en boekhouder B. Engelhard. De zoon krijgt dan de opbrengsten. De zoon mag bij Burgemeesters en Raad van Groningen de eigen administratie van de goederen aanvragen indien hij tot zijn rijpere jaren zal zijn gekomen. De 4 genoemde personen zijn ook de voogden over zijn nog minderjarige kinderen. Getekend te Groningen dd 10 1462-91 (1795-1809) Pag 34 april 1792, gezegeld te Groningen op 11 april 1792 toen Wiardus Siccama, Berend van Iddekinge, Eilko Eger Tamminga Sickinge en Wijtzius Hindrik Lohman burgemeesters waren. Op 31 december 1800 bepaalt Willem Alingh in aanvulling op zijn testament: hij stelt zijn broer Albert Alingh, schulte van Gasselte, aan als curator van zijn goederen ten behoeve van zijn oudste zoon en voorstander van zijn kinderen hij stelt zijn oudste broer Warmold Alingh, aan als curator en voorstander in plaats van zijn neef hopman G. Damsté hij stelt aan als curator en voorstander zijn schoonzoon Willem van Geffen, getrouwd met zijn dochter Ellegonda Alingh hij stelt Hermannus Ellens aan als voorstander gedurende de scheiding in plaats van de overleden boekhouder B. Engelhard hij vermaakt een brouwerij, door hemzelf bewoond, met alle gereedschappen, turf, hout en biervaten, aan zijn jongste zoon Jan Alingh, over te nemen door 6000 Car gld in te brengen in de gemeenschappelijke boedel. Fol 149-149v – Harmannus Nix, weduwnaar van Willemina Houwing, weduwe van Hindrik Ates, en Hindrik Ates, Ate Hindriks en Harm Oosterhuis, met procuratie dd 10 januari 1801 van Jacob Janse Tuijl, voormond en voogden over de ene zoon van Hindrik Ates en Willemina Houwing in echte verwekt, de andere zoon is overleden, hebben overeenstemming over de moederlijke nalatenschap. Conform afkoopbrief dd 10 oktober 1793 is stiefvader schuldig 923 Car gld 18 st. Daarnaast de ½ van de binnengekomen boekkredieten en scheepsporties, samen 716 Car gld. Doodskosten waren 77 Car gld 19 st. Samen dus 1561 Car gld 19 st. Stiefvader heeft al betaald 80 Car gld in landseffecten en 1/32 portie in het schip van Geert H. Wolt. Rest van 1481 Car gld 19 st wordt geleend tegen 4% rente. Oud-schulte J.P. Nix stelt zich borg. Fol 149v-151 – 2 april 1801 – Jan van Ludolphi maakt testament. Zijn eerdere testament met zijn overleden vrouw dd 2 februari 1779 en de vroegtijdige dood van 3 van zijn kinderen maakten dat de benoemde executeurs er niet geheel uitkwamen en dat een nieuwe dispositie nodig is. Hij benoemt tot zijn erfgenamen zijn zoon Jan Broekhuijs van Ludolphi voor de ene helft, en het dochtertje Marchina Johanna van zijn schoonzoon Engelbertus Schrader Fockens bij zijn dochter Margaretha Elizabeth in echte verwekt, voor de andere helft. Het huis door hemzelf bewoond zal worden gerekend voor 3000 Car gld. Het lijfstoebehoor van vader is voor de zoon, aangezien de dochters dat van moeder hebben gehad. Hij stelt aan als executeur testamentair postmeester P.G. van Iddekinge. Deze zal ook voor zijn kleindochter tot haar meerderjarigheid de administratie voeren. Opgesteld en gezegeld te Groningen dd 11 april 1791 toen Hindrik van Sijsen, Berend van Iddekinge, Justus Datho Quintus en Eilko Eger Tamminga Sickinge burgemeesters waren. Fol 151-152v – 7 mei 1801 – Koopman Gerhardus Ruding en Susanna Rouwée (el), maken testament. Langslevende houdt het aangewonnene als lijftocht en mag hun behuizing in de Oude Ebbingestraat overnemen voor 4400 Car gld, de huisraad, goederen, met de winkel en winkelgereedschappen voor 1000 Car gld, de winkelwaren naar marktprijs. Zij stellen aan als voorstanders en executeurs testamentair Mons. Henricus Hubert, Mons. Lodewijk Wijnants en Mons Lambertus Rouwée. Opgesteld en gezegeld te Groningen dd 3 juli 1789 toen Tjaart van Berchuijs, Eilko Eger Tamminga Sickinge, Wijtzius Hindrik Lohman en Albert Hindrik van Swinderen burgemeesters waren. 1462-91 (1795-1809) Pag 35 Fol 152v-154 – 18 juni 1801 – Engelbertus Schrader Fockens maakt testament. De armen van de Gereformeerde en de Lutherse kerk krijgen elk 20 Car gld. Zijn zuster Catharina Fockens krijgt 1500 Car gld, de kinderen van de vrije mulattin Christina van Fockens, namelijk Margaretha Elizabeth en Johanna Hermanna gedoopt in de Gereformeerde kerk alhier op 6 augustus 1798 en 14 oktober 1799, krijgen het erf op de Steenbakkersgracht in de 4e wijk, nr 579, met alle gebouwen erop. De neger genaamd Middelburg en de negerette genaamd Quakoe mogen in dienst blijven voor onderhoud aan dit huis. Moeder Christina Fockens mag er blijven wonen, anders moeten zij jaarlijks 100 Car gld aan hun moeder betalen. Margaretha Elizabeth krijgt de negerjongen Jerimo [?], thans bij het kuipen, aan Johanna Hermanna de negerjongen Isaak, thans bij het timmeren, en de vrije mulattin Christina van Fockens de negerinnen Wilhelmina en Johanna en hun kinderen. Ze mogen niet worden verkocht en bij overlijdens van Christina van Fockens gaan ze over naar haar kinderen. Hij benoemt tot executeurs testamentair en voogden de heren Jacobus Numan Braam en Gerhardus Nicolaas Bleeker. Getekend te Paramaribo dd 20 mei 1800. Getuigen: Johannes van Oosterhoud en Hindrik Johan Jacob Braun. Fol 154-154v – 22 juni 1801 – Alje Pieters Rijpma, vader en boedelhouder, en Abraham van Slogteren, Sjoerd Harms Bakkerling, met procuratie dd 18 juni 1801 van Gerrit Pieters, voormond en voogden over het minderjarige dochtertje van 1e comparant bij wijlen Cornelia van Slogteren in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 3 mei 1792 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn dochter Cornelia Anna (5) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 935 Car gld 9 st 4 du en 323 Car gld 7 st voor moeders lijfstoebehoor. Mandelig blijven dubieuze kredieten van 1899 Car gld 16 st 2 du. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing in het oosten van de Oude Ebbingestraat, door hemzelf bewoond. Fol 154v-155v – 13 juli 1801 – Simon Noordhoff en Claas Onnekes, curatoren van Reinder Ottens, en Jan Fockens, Jacob Glaude en Willem Dijkhuis, voormond en voogden over het minderjarige dochtertje van Reinder Ottens bij wijlen Margaretha Pots in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 23 mei 1782 in ongemeenschap van goederen. Bruidegom heeft niets in het huwelijk ingebracht, bruid 40000 Car gld. De boedel is daarna zodanig verergerd, dat op verzoek van naaste vrienden van de bruid de bruidegom prodigus is verklaard dd 19 september 1795 en als curatoren zijn aangesteld Menno Derks Walma en Jan Doedens Cremer, die wegens ongeschiktheid van de 1e en overlijden van de 2e zijn vervangen door eerstgenoemde comparanten. De boedel is thans 2201 Car gld 9 st 6 du waard, plus wat de weduwe van Mattheus Coolhaas nog verschuldigd is, tegen haar loopt nog een proces. Vader krijgt hiervan ¼, de dochter ¾. In de kantlijn: exhibitium in curia Groningen den 2 julij 1801. Fol 155v-156 – 23 juli 1801 – Johan Jurgen Strauss, vader en boedelhouder, en Barend Philip Lange, Coenraad Eberwein en Laurens Veenkamp, voormond en voogden over zijn 3 minderjarige kinderen bij wijlen Catharina Margaretha Heise in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Frederich Wilhelm (15), Maria Elizabeth (10) en Henrietta Wilhelmina (7) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 35 Car gld 1 st 4 du. Doodskosten vereffend met het lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een huis aan het Oosten van de Heerestraat, door hemzelf bewoond. 1462-91 (1795-1809) Pag 36 Fol 156-157 – 30 juli 1801 – Anna Tallé, moeder en boedelhoudster, en Harmannus van Waan, Christoffer Tallé en Nicolaas van Waan, voormond en voogden over haar 2 minderjarige kinderen bij wijlen Arend van Veen in echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Maria (5) en Jans (3) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 450 Car gld 7 st. De pretenties ten laste van Laude blijven mandelig, alsmede de ½ van 2 obligaties van 900 Car gld ten laste van de Bataafse Republiek. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een huis ten westen van de Draaibrug, door haarzelf bewoond. Fol 157-157v – 3 augustus 1801 – Claas Huisinga, vader en boedelhouder, en Hindrik Mennes, Johannes de Nef en Jacobus Pothof, voormond en voogden over zijn minderjarige dochtertje bij wijlen Leentje Mennes in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 26 mei 1785 in gemeenschap van goederen en ongemeenschap van geërfde goederen. Van vaderskant is 581 Car gld geërfd. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn dochter Leentje (12) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 5530 Car gld 19 st 3 du. Enig lijfstoebehoor voor de pupil, de rest vereffend met de doodskosten. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing met 2 aparate kamers en een hof erachter aan het westen van de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat, door hemzelf bewoond een behuizing ten zuiden hiervan 3 kamers onder 1 dak ten noorden van de Rosenstraat. Fol 157v-158v – 13 augustus 1801 – Johanna Spiets, moeder en boedelhoudster, en Paulus Mettevier, Roelf Spiets en Christopher Smit, voormond en voogden over haar minderjarige dochter bij wijlen Klaas Smit Mettevier in echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap, volgens huwelijkscontract dd 16 september 1789 in ongemeenschap van goederen. De boedel is 5623 Car gld 6 st waard. Vader heeft 4500 Car gld ingebracht, moeder 400 Car gld. Pupil heeft 4861 Car gld 13 st tegoed. Moeder krijgt hiervan de helft als lijftocht. Zij zal haar dochter Gesina (12) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 2430 Car gld 16 st 4 du. Doodskosten met het lijfstoebehoor vereffend. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing aan het westen van de Nieuwe Ebbingestraat, door haarzelf bewoond. Fol 158v-159 – 13 augustus 1801 – Oud-bouwmeester Gerhard Kuiper, enigszins ziekelijk, maakt testament. Zijn universele erfgenamen zijn zijn kinderen, zoals vastgesteld in zijn huwelijkscontract. Voogden bij minderjarigheid zijn Roelf Huffing en Jan Baving, beiden wonend te Zuidlaren, voormond Jan Schuiling, wonend alhier aan de Vismarkt. Opgesteld te Groningen dd 26 juli 1801. Fol 159v-160 – 31 augustus 1801 – Margien Ampses, moeder en boedelhoudster, en Adolf Kruger, Hijbe Lanting en Christiaan Kruger, voormond en voogden over haar 2 minderjarige kinderen bij wijlen Derk Kruger in echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Harm (12), Alberdina Christina (7) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 653 Car gld 16 st 5 du, een zilveren zakhorloge en tabaksdozen. Overige lijfstoebehoor vereffend met de doodskosten. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder en behuizing aan de noordkant van de Zwanestraat, door haarzelf bewoond. 1462-91 (1795-1809) Pag 37 Fol 160-160v – 10 september 1801 – Geert Huisman, vader en boedelhouder, en Jan Heideman, Cornelius Kuitert, voormond en voogd over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Trijntje Heideman in echte verwekt, met procuratie dd 10 september 1801 van medevoogd Jannes Schaapschoe, hebben overeenstemming over de moederlijke nalatenschap. Schadelijk staat is hoger dan de profijtelijke. Vader zal zijn kinderen Margaretha (18), Tamme (9) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een huis ten noorden van de Aa, door hemzelf bewoond. In de kantlijn: cessat voor Tammo, die in het Burger Weeshuis is opgenomen, cessat voor Margaretha, cessat in totum. Fol 160v-161v – 17 september 1801 – Mattheus van Heijningen Bosch, vader, en Jan Willinge, J.A. Willinge en Jan Hindrik Bolt, voormond en voogden over zijn minderjarige dochtertje bij wijlen Margaretha Lucretia Willinge in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract, in ongemeenschap van goederen. Bruid heeft een jaarwedde van 200 Car gld van haar ouders, dat was onvoldoende voor het huishouden, zodat er is ingeteerd en er niet wordt afgeboedeld. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn dochter Catharina Gesina (5) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing ten westen van het Schuitendiep. Fol 161v-162v – 24 september 1801 – Geertje Haak, moeder en boedelhoudster, en Teunis Hoeksema, Jannes van Groenenberg en Hindrik Jans Haak, voormond en voogden over haar 2 minderjarige kinderen bij wijlen Roelf Vriese in echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 20 april 1786 in ongemeenschap van goederen. Voordelige staat is 20146 Car gld 17 st 4 du. Van vaderszijde is ingebracht 5000 Car gld, van moederszijde 2000 Car gld. De ½ van de meerwinst is dus 6573 Car gld 8 st 6 du. Met lijfstoebehoor en aftrek van begrafeniskosten krijgen de pupillen 11646 Car gld 3 st 6 du. Moeder zal haar kinderen Enno (13) en Hindrik (9) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan hun 11646 Car gld 3 st 6 du. Dubieuze kredieten van 1664 Car gld 18 st 2 du blijven mandelig. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing aan de westkant van de Oosterstraat, door haarzelf bewoond een kamer in de Postrijdersgang een hof buiten de Oosterpoort op de hoek van de Zaagmuldersteeg. Fol 162v-163 – 24 september 1801 – Frans Griethuisen, vader, en Jan Febes, Barend van den Berg en Jan Barenbroek, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Maria Heddens in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Er zijn 28 Car gld 2 st meer schulden dan baten. Vader zal zijn kinderen Cornelia (6) en Hinderikus Harmannus (4) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 105 Car gld 18 st voor het moederlijke lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing met een hofje erachter, aan het noorden van de Bloemstraat, door hemzelf bewoond. Fol 163-163v – 22 oktober 1801 – Harm Dikken, vader en boedelhouder, en Adam Ekkart, met procuratie dd 12 oktober 1801 van Egbert Dikken, en Hindrik Helbers, voormond en voogden over zijn minderjarige zoontje bij wijlen Grietje Jans Smit in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn zoontje Johannes (5) tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 450 Car gld. Lijfstoebehoor vereffend met de doodskosten. Vader krijgt het eigendom van de goederen. 1462-91 (1795-1809) Pag 38 Fol 163v-164v – 26 oktober 1801 – Philippus Henricus Crone, vader en boedelhouder, en Joseph Bering, Wernerus Antonius Crone en Robertus van der Nap, voormond en voogden over zijn 5 minderjarige kinderen bij wijlen Anna Geertruida Bering in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 17 juni 1782 in gemeenschap van goederen. Vader zal zijn kinderen Josephus Henricus (17), Nicolaus Wilhelmus (14), Gerhardus Petrus (12), Warnerus Antonius (7) en en Everardus Benedictus (6), tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 3319 Car gld 18 st 2 du voor moeders erfenis, en het lijfstoebehoor en een spaarpot van 1003 Car gld 13 st 7 du. Een boekkrediet van 564 Car gld 14 st 4 du blijft mandelig. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een huis ten oosten op de hoek van de Herepoortenbooge, door hemzelf bewoond de grondpacht voor een hof buiten de Herepoort Fol 164v-165v – 12 november 1801 – Roelf Arends, vader en boedelhouder, en Hindrik Hollander, Sente Hoffers en Pieter Cramer, voormond en voogden over zijn 3 minderjarige kinderen bij wijlen Jantien Gankema in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Hinderk (18), Sijmen (12) en Aaltje (6) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 213 Car gld 2 st 4 du. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een tasschip. Fol 165v-167 – 3 december 1801 – Geesje de Vries, weduwe van Jan Derks de Boer, moeder, en B.H. Koster, J. de Vries, voormond en voogd over hun 4 minderjarige kinderen, met procuratie dd 5 november 1801 van medevoogd Arend Jansens, hebben overeenstemming over de moederlijke nalatenschap. De profijtelijke staat is 825 Car gld 19 st. Vader zal zijn kinderen Jan (12), Derk (10), Aaltje (8), Grietje (6) tot hun 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 412 Car gld 19 st en 4 du. Doodskosten met het lijfstoebehoor vereffend. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder het huis, stalling en de grond erbij, buiten de Herepoort ten oosten van de weg. Mr. T.H. Tresling, met procuratie dd 17 november 1801 van Albert Klasens en Roelf Klasens, verklaart namens hen geen rechten op aanspraak of eigendom te laten gelden. Fol 167-167v – 10 december 1801 – Jan Harms, vader en boedelhouder, en Harmannus Levers, Albert Harms en Evert Bruins, voormond en voogden over zijn 4 minderjarige kinderen bij wijlen Geesien Harms in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Dina (9), Harmannus (7), Jantien (5) en Rensien (3) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 700 Car gld en enig moederlijk lijfstoebehoor, het overige lijfstoebehoor vereffend met de doodskosten. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing en voerwerk buiten de Oosterpoort. Fol 167v-168 – 31 december 1801 – Wilhelmus Copinga, vader en boedelhouder, en Lammert Clasens, Harm Egberts en Hindrik Copinga, voormond en voogden over zijn minderjarige dochter bij wijlen Aaltje Tonnis in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 4 april 1787 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn dochter Wijpke (14) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 3156 Car gld 14 st, moeder lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een huis ten noorden van het Zuiderdiep, door hemzelf bewoond 1462-91 (1795-1809) Pag 39 een hof in de Hanebijtersgang, doorhemzelf gebruikt een kamer in de Schuitemakerstraat een kamer in het Snorregien aan het Boterdiep. In de kantlijn: cessat zie fol 16v dd 21 december 1809. Fol 168v-169 – 14 januari 1802 – Hillegien Geerts, weduwe van Jan Hulscher, moeder en boedelhoudster, en Adolf Hulscher, Berend Hamsing en Sikke Bontekoe, voormond en voogden over hun 2 minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Jan (9) en Afien (7) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 158 Car gld 10 st. Lijfstoebehoor vereffend tegen de doodskosten. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een huis buiten de Oosterpoort, door haarzelf bewoond. Fol 169-169v – 14 januari 1802 – Gallus Jacobus Drewes, vader en boedelhouder, en Lambertus Pijper, met procuratie dd 15 juli 1801 van voormond Johannes Tebbens van Lee, en Jurjen Nicolaas Drewes, voogden over zijn minderjarige dochtertje bij wijlen Wilhelmina Johanna van Lee in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 30 april 1792 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn dochter Alagonda Anna (2) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 2409 Car gld 12 st. De erfportie van haar grootmoeder blijft mandelig. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een huis ten noorden in de Poelestraat, door hemzelf bewoond. Fol 170-170v – 18 februari 1802 – Dina Martinus, weduwe van Jan Jans Lourens, moeder en boedelhoudster, en Dooije Jans, Lourens Jans en Jacob Westerdiep, voormond en voogden over hun 4 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 1 december 1785 in gemeenschap van goederen. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal de kinderen Jan (14), Wibbegien (13), Martinus (9) en Grietje (2) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 2021 Car gld 18 st 2 du. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een huis aan de Turfmarkt, door haarzelf bewoond een tjalkschuit, door haarzelf bevaren. Fol 170v-171v – 25 maart 1802 – Harmpje Pieters, weduwe van Harm Boer, moeder en boedelhoudster, en Roelf Arends Stuivinga, Sijvert Pieters, voormond en voogd over hun 2 minderjarige kinderen in echte verwekt, met procuratie dd 22 maart 1802 van medevoogd Hindrik Harms, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 17 februari 1797 in gemeenschap van goederen. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Pieter (5) en Harmannus (4) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 1508 Car gld 2 st 7 du, en het lijfstoebehoor. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing en schuur, zijnde een koemelkerij buiten het Kleine Poortje, door haarzelf bewoond een kamer ernaast, die apart wordt verhuurd de beklemming van 11 grazen land buiten het Kleine Poortje aan het trekpad 1462-91 (1795-1809) Pag 40 de beklemming van 9 grazen land buiten de Steentilpoort aan het einde van de Burmandeweg, door haarzelf gebruikt. Fol 171v-172v – 15 april 1802 – Imke Jurjens, weduwe van Jan Christiaans, moeder en boedelhoudster, en Freerk Tielman, Johannes Gielen en Christiaan Hapster, voormond en voogden over hun 3 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Jacob (12), Johanna (10) en Hemke (6) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 302 Car gld 5 st 6 du. Moeder krijgt het eigendom van de goederen. Fol 172v-173 – 29 april 1802 – Johannes Pieter Visser, vader en boedelhouder, en Jan Smit, Jan Feersema en Derk Smit, voormond en voogden over zijn 3 minderjarige kinderen bij wijlen Hillegien Simens in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 23 augustus 1782 in ongemeenschap van goederen. De waarde van de boedel is 525 Car gld 2 st. Vader heeft ingebracht 250 Car gld, moeder 150 Car gld. Profijtelijke staat is dus 125 Car gld 2 st. Vader zal zijn kinderen Pieter (15), Wea (11) en Simen (9) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 212 Car gld 11 st, moeder lijfstoebehoor (in de marge: lijfstoebehoor verkocht, opgebracht 16 Car gld). Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een huis en de Driemolendrift. Fol 173v-174v – 29 mei 1802 – Walter Jean Bruce, kapitein bij de infanterie ten dienst van de Republiek, en majoor van het fort op Bath en vrouwe Francoise Martine van der Horst (el), wonend in het fort op Bath, hebben op 25 februari 1791 testament gemaakt. Langstlevende behoudt de boedel. Kinderen krijgen bij volwassenwording of huwelijk hun legitieme portie. Langstlevende mag voogden aanstellen. Het recht van erfenis ab intestato [zonder kinderen] van de provincie Holland geaccordeerd dd 18 december 1599, normaliter genoemd het Aasdoms-recht, moet worden gevolgd, ook voor bezittingen in Zeeland conform toestemming van de heren Sloten van Zeeland dd 16 december 1735. Akte opgesteld in de heerlijkheid Bath ten huize van Jan Deurwaarder in presentie van getuigen schepenen Gommes Vette en Pieter Snoek. Fol 174v-175v – 3 juni 1802 – Maria Popkes van Bolhuis, weduwe van Stefen Gerrits Boerma, moeder en boedelhoudster, en Freerk Gerrits Boerma, Albert Popkes van Bolhuis en Jan Harms Boerma, voormond en voogden over hun 2 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 6 maart 1788 in gemeenschap van winst en verlies en ongemeenschap van aangeërfde goederen. De profijtelijke staat is 2271 Car gld 15 st. Volgens scheidbrief dd 18 mei 1796 heeft moeder ingebracht 2000 Car gld. Kinderen krijgen de helft van 271 Car gld 15 st, 15 Car gld door de vader geërfd en 30 Car gld voor vaders lijfstoebehoor. Samen 180 Car gld 17 st 4 du. Zij zal haar kinderen Gerrit (13) en Harmpien (8) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen en de mombers dan hun erfenis geven. De erfenis van oudoom Jan Boerma, ter lijftocht van de aangehuwde moeij, is voor de pupillen. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een koemelkerij ten zuiden aan het diep bij de Nieuwe Boge. Fol 175v-176 – 10 juni 1802 – Antje van der Veen, weduwe van Hieronimus Gijsolfs, moeder en boedelhoudster, en Machel Gijsolfs, Jan van der Veen en Hieronimus Gijsolfs, voormond en voogden over hun 3 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Gesina (16), Trijntje (13) en 1462-91 (1795-1809) Pag 41 Jan (10) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 485 Car gld 19 st 4 du. Moeder krijgt het eigendom van de goederen. Fol 176-177 – 17 juni 1802 – Hinderkien Hindriks Folkersma, weduwe van Jacob Sijbrands Torringa, moeder en boedelhoudster, en Jan Sijbrands, Hindrik Jacobs en Claas Lucas, voormond en voogden over hun minderjarige dochtertje in echte verwekt, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 13 april 1799 in gemeenschap van goederen. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar dochtertje Liefke (2) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. Het kind krijgt dan 449 Car gld, en 75 Car gld voor het lijfstoebehoor. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing aan het noorden van de Bruggestraat, door haarzelf bewoond. Fol 177-177v – 24 juni 1802 – Roelf Jans, vader en boedelhouder, en Claas Pieters, Jan Roelfs en Pieter Uipkes, voormond en voogden over zijn minderjarige zoontje bij wijlen Anna Jacobs in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 6 juli 1798 in ongemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Vader en moeder hebben evenveel ingebracht, de erfenis wordt 50-50 verdeeld. Vader zal zijn zoon Jan (3) tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 225 Car gld. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing met turfvoerwerk ten zuiden van de Breedegang, door hemzelf bewoond. Fol 178-178v – 15 juli 1802 – Bondina Alsem, laatst weduwe van Wouter Vogelzang, wonend te Heerenveen, maakt testament. Erfgenamen zijn haar dochter Neeltje Coopmans, vrouw van Hindrik Munniks, voor de ene helft, en de kinderen van wijlen Adolphus Coopmans voor de andere helft. Indien dochter Neeltje voor testatrice sterft, dan erven haar kinderen. Dochter Neeltje krijgt haar kleren, testament met gouden haken, gouden oorijzer en zij mag kiezen of ze het huis gebruikt door Evert Semler en vrouw in eigendom wil nemen voor 4400 Car gld inbreng in de boedel. Ze benoemt koopman Hindrik Munniks tot executeur testamentair en tot curator van de minderjarige erfgenamen. Opgesteld ten huize van haar kleinkinderen te Heerenveen dd 1 februari 1802. Getekend door Bondina Alsem wed W. Vogelzang, J.H. Wijndels, Sijberens Roelfs, Geert Sijtses, Wijbren Boukes, P. van Krugten, D.A. de Vries, Jan Georg Semler notaris. Fol 179-179v – 29 juli 1802 – Bougijn Haijes, weduwe van Hindrik Degenhard, moeder en boedelhoudster, en Aldert Wijndels, Jan Wubbes en Freerk Scherphuis, voormond en voogden over hun 4 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Hinderka (9), Garbrand (7), Heike (6) en Maria (2) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 189 Car gld 9 st 3 du. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing op de hoek van de Poelepoortenbooge zuidzijde, door haarzelf bewoond een hof in de St Jansdwinger. Fol 179v-181 – 14 augustus 1802 – Harm Jans van Bolhuis en Geertje van Olst (el), maken testament. Huwelijkscontract dd 23 maart 1786 blijft van kracht. Hun kinderen zijn erfgenamen. Langstlevende is curator totdat de kinderen meerderjarig zijn of de langstlevende hertrouwt. In dat geval worden Arend van Olst, Hindrik van Calkar en Geert Smit voormond en voogden. Opgesteld en gezegeld te 1462-91 (1795-1809) Pag 42 Groningen dd 17 april 1790 toen Hindrik van Sijsen, Wiardus Siccama, Justus Datho Quintus en Albert Hindrik van Swinderen burgemeesters waren. Fol 181v-182 – 14 oktober 1802 – Harm Popkes, vader en boedelhouder, en Willem Michiels, Harm Boer en Hindrik Boerma, voormond en voogden over zijn 4 minderjarige kinderen bij wijlen Annegien Michiel in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Ebeltje (15), Popke (11), Michiel (8) en Antje (3) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 654 Car gld 1 st 7 du, en 27 Car gld 10 st voor het lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een tjalkschip, door hemzelf bevaren een behuizing ten westen in de Sledemennerstraat, door hemzelf bewoond. Fol 182-183 – 14 oktober 1802 – Lammert Klasens, vader en boedelhouder, en Jan Lenes, Hindrik Swijgman en Cornelis de Haas, voormond en voogden over zijn 3 minderjarige kinderen bij Wobbina Jans in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Claas (19), Aaltje (15) en Jan (10) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 91 Car gld 16 st 2 du. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing ten zuiden op de Nieuwstad, door hemzelf bewoond. Als hij zijn huis verkoopt zijn de voor- en nadelen mandelig. Fol 183-183v – 21 oktober 1802 – Derkien Hartlief, weduwe van Pieter Antoni Jongman, moeder en boedelhoudster, en Jacob Kruithoff, voormond, en Albert Beuning, gedurende de afwezigheid van Jan Jans Ring voogd over hun 3 minderjarige kinderen in echte verwekt, met procuratie dd 11 september 1802 van medevoogd Roelf Hartlief, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar 2 jongste kinderen Hartlief (19) en Willempien (16) – Thomas is al in het 23e jaar – tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 332 Car gld 15 st 4 du. Het lijfstoebehoor vereffend met de doodskosten. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een woning in het Snorregje aan het Damsterdiep, door haarzelf bewoond. In de kantlijn: cessat zie fol 262 dd 4 februari 1808. Fol 183v-184v – 1 november 1802 – Dina Groenewold, weduwe van Pieter Guibal, moeder en boedelhoudster, en Harm Niemeijer, Edde Groenewold en Lubbertus Zuidema, voormond en voogden over hun 4 minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 15 mei 1790 in ongemeenschap van goederen. Vader heeft naar schatting 1300 Car gld ingebracht, moeder 4200 Car gld. De boedel is nu 4409 Car gld 11 st waard. De kinderen hebben dus recht op 754 Car gld 15 st 4 du. De erfenis van de vader door zijn zuster is onbekend, moeder geeft de kinderen hiervoor 545 Car gld 4 st 4 du. Samen dus 1300 Car gld. Moeder zal haar kinderen Elizabeth (12), Anna (9), Francina (7) en Jan (2) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen en de mombers dan hun erfenis geven. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing ten oosten in de Oude Boteringestraat, door haarzelf bewoond. Fol 185-185v – 2 december 1802 – Engelina Pieters, weduwe van Albartus Eekholt, moeder en boedelhoudster, en Harm Dopheide, Pieter Kroon en Arend Eilders, voormond en voogden over hun minderjarige zoontje, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar zoontje Albartus Antoon (8) tot zijn 20e onderhouden en laten 1462-91 (1795-1809) Pag 43 onderwijzen. De mombers krijgen dan 10 Car gld 4 st, en 10 Car gld voor het lijfstoebehoor. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing ten westen in de Kleine Butjesstraat. Fol 185v-186 – Tjaapkien Hindriks, weduwe van Geert Sijwers, moeder en boedelhoudster, en Jelle Harms, Harm Hindriks en Elias de Boer, voormond en voogden over hun 4 minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Hindrik (18), Franke (15), Jacobje (11) en Johannes (8) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 181 Car gld 5 st 2 du, 35 Car gld voor het lijfstoebehoor, en enig zilver. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een schuiteschip, ca 20 roggelasten groot, liggen in de Zuiderhaven, door haarzelf bevaren. Fol 186-187v – 23 december 1802 – A.H. van Swinderen, raadsheer te Groningen, maakt testament. Hij herroept ten dele zijn testament opgesteld met zijn vrouw Johanna van Slingeland. Hij stelt A.Q. van Swinderen, hoofdman van de Hoge Justitiekamer van Stad en Lande, Wicher van Swinderen, gezworende van deze Stad, en Jacob Boreel van Haersma, ontvanger-generaal van Friesland aan als curatoren bij minderjarigheid van zijn zoon Reneke de Marees van Swinderen, over de kinderen van wijlen zijn dochter Anna Maria van Swinderen bij W. Wolthers in echte verwekt namelijk Herman Wolthers, Johan Diderik Wolthers, Louiza Christina Wolthers, over de kinderen van zijn dochter Anna Isabella van Swinderen bij overste O. Lewe in echte verwekt namelijk Berend Lewe, Otto Lewe en Johanna Lewe en eventueel nog te geboren kinderen. Opgesteld en gezegeld dd 11 februari 1784 te Groningen toen Wiardus Siccama, Cornelis Tjassens, Hindrik Gockinga en Berend van Iddekinge burgemeesters waren. Kopie gemaakt op 21 december 1802. Fol 188-188v – 24 januari 1803 – Hindrik Lunsing, vader en boedelhouder, en Stefen Hekkema, voormond gedurende de dispositie van Tamme Cornelis de Koe, Jurjen Lunsing Westerbaan en Albertus Hoving, voogden over zijn 3 minderjarige kinderen bij wijlen Sijtske de Koe in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract in gemeenschap van goederen. Zij zal haar kinderen Aaltje (11), Bouwina (7) en Dina Boomgaards (4) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 2000 Car gld.Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een hof met een stalling erop buiten de A-Poort alhier, door hemzelf gebruikt. Fol 188v-189 – 27 januari 1803 – Cornelis Nannes, vader en boedelhouder, en Johannes van Groenenberg, Jacob Nannes en Jannes Wegman, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Magdalena van Groenenberg in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Nanne Cornelis (14) en Hermanna Cornelis (11) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 1220 Car gld 16 st 4 du, en het lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder ½ trekschuit van Groningen op Strobos vv getekend nr 7, door hemzelf bevaren. Fol 189-189v – 7 februari 1803 – Trijntje Berends, weduwe van Mees Jans, stiefmoeder en boedelhoudster, en Pieter Hindriks, Jan Jans Mees, en Gerrit Jans Buil, voormond en voogden over het minderjarige kinderen van wijlen Mees Jans bij wijlen Geertje Hindriks in echte verwekt, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap. De moederlijke afkooppenningen bedragen 1532 Car gld 4 st 4 du conform afkoopbrief dd 20 november 1800, de vaderlijke zijn 345 Car gld 11 st 4 du. Kosten daarvan afgetrokken 5 Car gld 10 st. Stiefmoeder betaalt 347 Car gld 6 st en leent de overige 1525 Car gld tegen 4% rente. Stiefmoeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder: 1462-91 (1795-1809) Pag 44 ½ van een tjalkschip, zoals door Mees Jans bevaren, mandelig met de weduwe van Jan Drewes. een behuizing gelegen Achter de Muur van de Oude Kijk in ’t Jatstraat, door haarzelf bewoond. Fol 190-191 – 24 februari 1803 – Jeltje Pieters, weduwe van Cornelis Tiddens, wonend te Groningen, maakt testament. Zij stelt aan voor haar meerderjarige maar innocente dochter Geertje Tiddens (die niet in staat is zelf te administeren) als testamentaire curatoren: Mons. Harmannus Meijer, Luitenant Hindrik Lofvers en Mons. Jannes Bakkerling. Zij geeft haar dochter alle lijfstoebehoor, 5000 Car gld, bestaande uit de bakkerij van Jannes Bakkerling ter waarde van 3000 Car gld en 2000 Car gld aan goedrentend kapitaal. De overige boedel wordt 50-50 verdeeld tussen deze dochter en de kinderen van wijlen Jan Tiddens. Opgesteld te Groningen op 4 juli 1782. Fol 191v-192v – 21 maart 1803 – Margaretha Harms, weduwe van Adam Ekkart, moeder en boedelhoudster, en Jan Ekkart, Jan Bentla en Pieter Harms, voormond en voogden over hun minderjarige zoontje, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 15 november 1800 in ongemeenschap van goederen. De waarde van de boedel is 832 Car gld 5 st 1 du. Moeder heeft 300 Car gld ingebracht, vader 256 Car gld 7 st. Moeder heeft recht op 437 Car gld 19 st ½ du, pupil 197 Car gld 3 st. Moeder zal haar zoontje Adam (2) tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. Zij geeft de mombers dan zijn erfenis. Het voorkind uit zijn 1e huwelijk krijgt ¼ van de voordelige staat, 68 Car gld 19 st 4 du, ½ vader vaders goed, nl 128 Car gld 3 st 4 du, en nog 256 Car gld 7 st conform afkoopbrief dd 27 oktober 1800. Dat is zij schuldig aan Harmannus Rebbers, Jan Ekkart en Jan Bentla, voorstanders over het zoontje van wijlen Adam Ekkart bij wijlen Helena Drost in echte verwekt. Dubieuze kredieten blijven mandelig. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing op de Nieuweweg, door haarzelf bewoond. Fol 192v-193v – 24 maart 1803 – Wessel Deelman, vader en boedelhouder, en Joachim Hofstede, Derk Staats Derksma en Engelbertus Deelman, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Hendrica Hofstede in echte verwekt, en Lubbertus Hofstede Deelman, Harmptje Deelman en Joost Meijer (el), hebben overeenstemming over de moederlijke nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 18 mei 1773 in ongemeenschap van goederen. De profijtelijke staat is 1281 Car gld 18 st. Moeder heeft 400 Car gld geërfd. De kinderen hebben recht op 840 Car gld 19 st. Lubbertus Hofstede Deelman en Harmptje Deelman krijgen elk ¼ deel hiervan. Vader zal zijn kinderen Geert Jacobs (18) en Gerardus (14) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen en de mombers dan hun deel van de erfenis geven. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing ten noorden in de Hofstraat, door hemzelf bewoond. In de kantlijn: cessat voor Geert Jakobs zie fol 15v dd 14 december 1809. Fol 193v-194 – 31 maart 1803 – Aaltje Clasens, weduwe van Geert Derks, moeder en boedelhoudster, en Hindrik Derks, Jan Hindriks Groenewold en Berend Rosenhoek, voormond en voogden over hun minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Derk (14) en Claas (11) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 40 Car gld 5 st 6 du. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een huis in de Mussengang, door haarzelf bewoond. Fol 194v-196 – 9 juni 1803 – Lieutenant-Collonel en Adjudant-Generaal W.J. Bruce, met procuratie dd 31 mei 1803 van mevrouw Gerarda Kok, weduwe van George Hindrik Willem Brockes, en Henry Louis 1462-91 (1795-1809) Pag 45 de Grave, Otto Georg Veldman en Frans Frederik Christiaan Steinmetz, voormond en voogden over hun 3 minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap. Er is geen huwelijkscontract gesloten. De waarde van de boedel van de grootouders Collonel J.W. Brockes en H.W. Muijs (el) was 52162 Car gld 12 st 5 du. De kinderen van secretaris G.H.W. Brockes hebben daarvan ½ geërfd en hun vader de andere helft. De boedel is 37490 Car gld 18 st 7 ½ du waard. De kinderen krijgen daarvan ½. Met de grootmoederlijke erfenis hebben de kinderen dus recht op 44826 Car gld 15 st 5 du. G.H.W. Brockes heeft in een erfenis dd 15 november 1795 de lijftocht van alle goederen aan zijn vrouw vermaakt. Dat is strijdig met de Stadsrechten. Ter voorkoming van procedures is overeengekomen dat Gerarda Kok, weduwe van G.H.W. Brockes 9372 Car gld 14 st 5 ½ du als lijftocht behoudt, de kinderen krijgen 35454 Car gld 1 st. Zij zal haar kinderen Barthold Henry (11), Henriette Guillaumine Jeanne (9) en Pauline Anne Hermine (6) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen en de mombers dan hun erfenis geven. De pupillen krijgen de ½ van de erfenis van secretaris Kok, overleden te Suriname, de encyclopedie van wijlen Collonel Brockes is voor kleinzoon Barthold Henry, het gouden horloge en kristallen cachet voor Henriette Guillaumine Jeanne, een valsch gouden horloge en kristallen cachet is voor de jongste dochter. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder de buitenplaats Rosenburg met tuinmanswoning, stal en tuinen, lanen, singels en bossen, gelegen te Scharmer, inbegrepen het bos aan de overkant van de Scharmerweg, de veenlanden, grondpachten, huis- en tuingronden. De kinderen kunnen bij meerderjarigheid deze plaats kopen voor de ½ van de voordelige staat, 18745 Car gld 19 st 3 ¾ du. Moeder mag geen nieuwe venen ontginnen of hout verkopen zonder toestemming van de mombers. Fol 196v-197 – 21 juli 1803 – Jan Wolbers, vader en boedelhouder, en Otte Ninteman, Gerhardus Wolbers en Berend Cloppenburg, voormond en voogden over zijn minderjarige dochtertje bij wijlen Lena Cloppenburg in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 25 april 1795 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn dochter Marieke (8) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 397 Car gld 7 st, en het lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing ten noorden in de Turftorenstraat, door hemzelf bewoond. Fol 197-197v – 21 juli 1803 – Derk Jans, vader en boedelhouder, en Harm Remmers, Roelf Hilbers en Johannes Reints, voormond en voogden over zijn 3 minderjarige kinderen bij wijlen Leentje Dudlief Bareveld in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Albertje (11), Hindrik (3) en Annegien (1) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 404 Car gld 19 st 4 du, en een deel van het lijfstoebehoor, de rest is vereffend met de doodskosten. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een schuitje door hemzelf bevaren. Op een ingelegd briefje bij fol 188: 4 september 1815 heeft Albertien Derks, geassisteerd door haar man haar afkooppenningen ter somma van 134 Car gld 19 st 6 du ontvangen, blijvende een dubbele portie voor haar broer Hindrik nog onder de vader berusten, zijnde haar zuster Annegien overleden nu 11 jaar geleden. Fol 198-198v – 8 september 1803 – Jurjen Hondertmark, vader en boedelhouder, en Hindrik Groenewold, voormond, met procuratie dd 7 september 1803 van voogd Jan Berends, en Conraad Crebs, voogd over zijn 4 minderjarige kinderen bij wijlen Anna Groenewold in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 11 mei 1782 in 1462-91 (1795-1809) Pag 46 gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Jacob (21), Elizabeth (14), Geertje (12) en Antje (7) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 573 Car gld 4 du. Lijfstoebehoor vereffend met de doodskosten. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een huis en stelmakerij in de Sledemennerstraat, door hemzelf gebruikt. Fol 198v-199 – 23 september 1803 – Geert Harms Boss, vader en boedelhouder, en Nomdo Zuidema, voormond, met procuratie dd 23 september van voogd J.W. van Dam, en Sikke Harms Bos, medevoogd over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Maria Magdalena du Bois de Donelack in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 24 maart 1780 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Pieter David (18) en Charlotta Harmanna (13) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 11100 Car gld. Lijfstoebehoor vereffend met de doodskosten. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing met tuin en grote stalling in de Bloemstraat, door hemzelf bewoond 4 grazen land te Harkstede Fol 199-200 – 15 oktober 1803 – Hoogeerwaarde hooggeleerde heer Carolus Boers, professor in de godgeleerdheid aan ’s Lands Universiteit en opperregent van het Nederduitsche Staatscollegie alhier, en weledele vrouwe Lucia Ameshoff (el) (in de kantlijn: overleden), wonend in het genoemde staatscollegie alhier, maken testament. Langstlevende mag handelen als executeur en voogd. Opgesteld te Leiden dd 3 maart 1792. Getuigen: Abraham van Luiden en Jacob van Luiden. Ingeboekt en geaccepteerd dd 11 februari 1802 te Groningen. Dd 11 februari 1802 heeft Carolus Boers de voogdij over hun kinderen geaccepteerd. Fol 200v-201 – 14 oktober 1803 – Heiltje Gokkes, weduwe van Geert Boerema, moeder en boedelhoudster, en Jurijen Hansens, met procuratie dd 26 september 1803 van voormond Claas Luitjes, en Wessel Michiels, voogden over zijn minderjarige dochtertje bij wijlen Trijntje Luitjes in echte verwekt, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap, conform huwelijkscontract. De profijtelijke staat van de boedel is 1026 Car gld 15 st 2 du. Vader heeft ingebracht 211 Car gld 3 st, moeder 190 Car gld. De vaderlijke portie is dus 523 Car gld 19 st 1 du. Hiervan krijgt moeder 1/3 deel als lijftocht, haar kind 1/3 en de mombers 1/3. De mombers hebben ook recht op 211 Car gld 3 st voor de moederlijke goederen. De kinderen hebben daarmee totaal recht op 385 Car gld 16 st. Moeder leent dit bedrag tegen 5% rente. Deurwaarder Jan Wesseling stelt zich borg. Stiefmoeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing en kamer, die apart wordt verhuurd, tussen de Nieuwe en de Jonkeren Stratenboge aan de zuidzijde van het Zuiderdiep, door haarzelf bewoond. Fol 201v-202 – 2 december 1803 – De wededelgestrenge heer Derk Kuijper, onderluitenant van het Regiment Artilleristen in dienst van deze staat en Mevrouw Johannetta Jacoba Steurman (el), wonend te Stad Breda, maken testament. Hun kinderen erven alles bij een 2e huwelijk van langstlevende, anders erft langstlevende zelf. Langstlevende is zelf curator. Administrerend voogd is de weledelgestrenge heer Harmannus Steurman, vaandrig in het Regiment Infanterie van Zijne Hoogheid de Erfprins, thans in garnizoen te Amsterdam, en toeziend voogd de weledele heer Johan Jacob Steurman. Opgesteld te Baarle Nassau dd 30 september 1791. Getuigen: schepenen Johannes van Gils en Pieter Wolvers. 1462-91 (1795-1809) Pag 47 Fol 202v-203 – 19 december 1803 – Hindrik Harms Bleeker, vader en boedelhouder, en Jacob Weites, voormond, met procuratie dd 15 december 1803 van voogd Harm Hindriks, en Derk Staats Derksema, voogd over zijn minderjarige zoon bij wijlen Lammegien Willems in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn zoon Heine Hindriks (11) tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 911 Car gld 3 st voor moeders erfenis, 20 Car gld voor het verkochte linnen, 66 Car gld 13 st 3 du voor het lijfstoebehoor. Beide meerderjarige zoons hebben hun aandeel gehad. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing met bleek in de Noorderkuipen, door hemzelf bewoond een wagen voor het reinigen van de straat, met paard en gerei Fol 203-204 – 5 januari 1804 – Hinderikus Hemmes, vader en boedelhouder, en Roelf Kleersnijder, Klaas Boerma, en Pieter van Zanten, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Saartje Jans in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Claartje (9) en Jantje (6) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 1050 Car gld 4 du. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing ten oosten van de Gelkingestraat, door hemzelf bewoond een woonkamer bij het Damsterdiep in ’t Snorrigje. Fol 204-204v – 12 januari 1804 – Tingieter Hindrik Schaapschoe maakt testament. Hij maakt zijn zoon en dochter tot zijn erfgenamen, elk in gelijke portie. Voorstanders bij minderjarigheid zijn de kooplieden Jannes Schaapschoe, Pieter van Bergen en K.B. Schreuder. Opgesteld en gezegeld te Groningen dd 17 maart 1803 toen Justus Datho Quintus, Lambartus Beckering en Willem Siccama burgemeester waren. Fol 204v-205v – 26 januari 1804 – Harmannus Bruining, vader en boedelhouder, en Matthies Eilders, Gerhardus Bruining en Hindriks Berends, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Catharina Eilders in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkcontract dd 25 april 1774, in gemeenschap van goederen en waarbij de langstlevende de helft zal uitkeren. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Eildert (21) en Geertruida (17) tot hun 22e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 1118 Car gld 2 st 3 du voor de nalatenschap, en 50 Car gld voor het lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing ten oosten van de Nieuwe Ebbingestraat, door hemzelf bewoond. In de kantlijn: 996 Car gld 16 st 3 du aangeërfd door de vader dd 26 februari 1807. Fol 205v-206 – 6 februari 1804 – Jan Bosman, predikant binnen deze stede, weduwnaar van Maria Clasina van Crimpen, herroept heeft samen met zijn overleden vrouw zijn testament opgesteld dd 27 oktober 1779 voor notaris Frans van Stipriaan te Leiden. Langstlevende was absolute voogd. Comparant accepteert daarom het voogdijschap. Hij benoemt tot voogden na zijn eigen overlijden: Hubertus van Crimpen, wonend te Delft, Hindrik Hogendijk, burgemeester en Aarnout Hogendijk Rozendael, schout en secretaris dezer stede. Akte opgesteld te Geervliet dd 14 april 1786. Fol 206v-207v – 9 februari 1804 – Hindrikje Harmannus Haverbult, weduwe van Roelf Derks de Jonge, en Derk Jans, Jan Derks de Jonge en Hans Scholtens, voormond en voogden over hun minderjarige 1462-91 (1795-1809) Pag 48 dochtertje in echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 30 oktober 1801 in ongemeenschap van goederen en gemeenschap van winst en verlies. Vader heeft 9585 Car gld 2 st ingebracht, moeder 2829 Car gld 17 st 2 du en aangeërfd 291 Car gld 3 st. De boedel is nu 7575 Car gld 9 st waard, er is dus 5128 Car gld 13 st 2 du ingeteerd. De vaderlijke nalatenschap is daarmee 7020 Car gld 15 st 3 du. Moeder heeft recht op de helft hiervan als lijftocht. De pupil heeft dus recht op 3510 Car gld 7 st 5 du. Moeder zal haar dochter Roelina (2) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan haar erfenis, 124 Car gld voor het lijfstoebehoor. Een dubieuze schuld voor een schip ten laste van Hinderk Jans Brons en vrouw van 109 Car gld 2 st blijft mandelig. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een huis ten oosten in de Havenstraat, door haarzelf bewoond een gereserveerd eigendomsrechts voor een behuizing ten westen van de Oude Ebbingestraat ten laste van Jacob Bouwman en vrouw een gereserveerd eigendomsrecht voor een behuizing ten oosten in de Spinhuisstraat ten laste van Tidde Clasens en vrouw 1/16 deel in het kofschip “de vrouw Zwaantje” 1/16 deel in smakschip “de jonge Roelof”. Fol 207v-208v – 9 februari 1804 – Bernardus Woldring, vader en boedelhouder, en Berend H. Beekman, Jan Woldring en Harmannus Timmer [?], momber en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Geertje H. Smit in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 4 mei 1798 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Jan (5) en Johanna Maria (4), tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 284 Car gld 10 st, 330 Car gld voor het lijfstoebehoor, en 317 Car gld 5 st 4 du voor haar zilver en goud. Mandelig blijft: Het eigendom van een plaats op de Winsumer Meden, door Ubbe Derks en vrouw beklemd gebruikt 5/9 deel in het eigendom van een plaats te Malijk onder Marum, door Tjalling Sijvers en vrouw beklemd gebruikt Een aandeel in de Suister Venen, mandelig met J. de Grijs en H.G. Smit Een obligatie van 400 Car gld ten laste van Stad en Lande Een nationale losrente van 100 Car gld 3 legersteden in de A-kerkmet J. de Grijs mandelig 2 legersteden in de Martinikerk met J. de Grijs mandelig Vader krijgt het eigendom van de goederen. Fol 208v-209 – 16 februari 1804 – Margien Smits, weduwe van Bernardus Niemeijer, moeder en boedelhoudster, en Jan Oorsinga, Jan Jans Smit en Alevitius ter Velthuis, momber en voogden over hun minderjarige zoon, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar zoon Bernardus (18) tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 67 Car gld 13 st. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een turfpraam. De kamer in de 1e Drift bij de Ooster- en Herepoortenboog blijft mandelig. 1462-91 (1795-1809) Pag 49 Fol 209v-210 – 1 maart 1804 – Petronella Engelberts, weduwe van Hajo Brongers, maakt testament. Haar dochtertje is erfgenaam. Zij stelt als voorstanders en executeurs testamentair aan: Berend Engberts, schoolmeester op het Oosternieland, Hindrik Haijes te Meeden in het Oldambt, en Harmannus Spanjer, voorzanger in de Noorderkerk alhier. Opgesteld dd 19 december 1803 toen Justus Datho Quintus, Wijtzius Hindrik Lohman, Lambertus Beckering en Willem Siccama burgemeesters waren. Fol 210v-211 – 15 maart 1804 – Gesien Jacobs, weduwe van Berend Geerts, moeder en boedelhoudster, en Berend Jans, Tite Ipes Niehoff en Jan Sebes, momber en voogden over hun 2 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Aaltje (12) en Geert (4) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 245 Car gld 14 st, en 24 Car gld voor het lijfstoebehoor. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een huis ten oosten in de Sledemennerstraat op de hoek van het dwarsstraatje, door haarzelf bewoond. Fol 211 – 26 maart 1804 – Anna Reinders, weduwe van koopman Samuel Tijl, maakt testament. Opgesteld dd 8 januari 1802. Fol 211v-212 – 30 maart 1804 – Anna Davids, weduwe van Philip Dutrij, moeder en boedelhoudster, en Harmannus Doll, Theodorus Wilkens en Klaas Boldewijn Schreuder, momber en voogden over hun 2 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over zijn nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Henrietta Maria (16) en Anganeska Carolina (11) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 508 Car gld 18 st 4 du. Lijfstoebehoor vereffend met de doodskosten. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder: een behuizing ten noorden van de Broerstraat, door haarzelf bewoond een behuizing ten westen van de Folkeringestraat een gereserveerd eigendomsrecht over een behuizing ten westen van de straat buiten de Boteringepoort ten laste van Hillebrand Jans en vrouw. Fol 212 – 9 april 1804 – Johan van Hoorn, J.U.D. en oud-burgemeester van deze Stad, heeft testament opgemaakt op 27 maart 1788. Fol 212v-213 – 16 april 1804 – Geert Tammes, vader en boedelhouder, en Jan van Assen, Jan Garkendorp en Jan Feersema, momber en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Clasien Hindriks van Assen in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 10 oktober 1789 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Elsien (12) en Metje (9) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 2750 Car gld 8 st en het lijfstoebehoor. Mandelig blijft een obligatie van 1000 Car gld tegen 4% rente ten laste van het voormalige gewest Stad en Lande. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing aan het zuiden van de Bredegang, door hemzelf bewoond een gereserveerd eigendom over een behuizing ten oosten in de Kijk in’t Jatstraat ten laste van Jan Luitjes van Loo en Jantje Harms 1462-91 (1795-1809) Pag 50 een gereserveerd eigendom over een woning ten westen van de Jonkerenstraat ten laste van Lourens Hindriks en Hillegien Albers een gereserveerd eigendom over een behuizing buiten de Oosterpoort aan de Stadsgriffie ten laste van Jan Hindriks Schuir en Hillegien Rudolfs een gereserveerd eigendom over een behuizing ten westen van de Schoolholm ten laste van Jacob Abrahams en Tieke Lazarus. In de kantlijn: het lijfstoebehoor is door de vader overgenomen voor 325 Car gld dd 18 april 1804. Geert Tammes heeft aangenomen deze bij de afkooppenningen te betalen. Fol 213v-214v – 19 april 1804 – Claas Pieters, boedelhouder van wijlen zijn vrouw Arentje Willems, voorheen weduwe van Jacob Roelfs, conform huwelijkcontract dd 28 maart 1788 in gemeenschap van goederen getrouwd, en Roelf Jacobs, Jan Roelfs en Pieter Uipkes, voormond en voogden over het minderjarige kind van Roelf Jans bij wijlen Anna Jacobs in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. 1e Comparant moet ¼ deel van de gehele boedel aan 2e comparant betalen conform huwelijkscontract. Profijtelijke staat is 10097 Car gld 16 st. ¼ deel is dus 2525 Car gld 9 st. Daarnaast krijgen de mombers 715 Car gld als afkoop van moeders goed, 28 Car 12 st rente, 450 Car gld voor het tijdens het huwelijk door Arentje Willems aangeërfde. 1e Comparant leent dit bedrag. Zacharias Pieters, wonend te Wittewierum, en Berend Pieters, wonend te Middelstum, stellen zich borg voor 1e comparant. Fol 215-215v – 19 april 1804 – Johan van Hoorn, J.U.D. en oud-burgemeester dezer Stad, maakt testament. Zijn erfgenaam nicht Maria Clara van Sijsen is overleden en heeft onmondige kinderen nagelaten bij A.H. Moorrees in echte verwekt, die in haar plaats zullen erven. Mr. T.A. ten Berge, medegezworene dezer Stad, zal voor een kleine vergoeding van 100 zilveren ducatons, voor deze kinderen administreren. Hij en secretaris C.H. Gockinga zullen hun mombers zijn. Opgesteld en verzegeld te Groningen dd 27 maart 1788. Fol 216-216v – 27 april 1804 – Harm Jacobs Drenth, vader en boedelhouder, en Hindrik Geerts, Harm Boer en Cornelis Jans, voormond en voogden over zijn 4 minderjarige kinderen bij wijlen Grietje Jacobs in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 7 januari 1785 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn minderjarige kinderen Saartje (17), Jacob (15), Jantje (13) en Jan (6) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 2639 Car gld 10 st voor moeders boedel, 11 Car gld voor moeders lijfstoebehoor. Vader krigt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan het Schuitendiep bij de St. Jansboog, door hemzelf bewoond een woonkamer in de Olijkoeksgang aan het Schuitendiep een tjalkschip, door hemzelf bevaren een gereserveerd eigendom over een voerwerk onder de kluft van zeven ten laste van Albert Alberts. Fol 216v-217v – 18 mei 1804 – Hans Jans Scholtens, vader en boedelhouder, en Hindrik Allers, Arend Boelens en Lammert Coppen - gedurende de afwezigheid van Derk Jans -, voormond en voogden over zijn 4 minderjarige kinderen bij wijlen Tjaakje Tjallings in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 7 mei 1796 in 1462-91 (1795-1809) Pag 51 ongemeenschap van goederen. De boedel bedraagt 10641 Car gld 7 st. Van vaderszijde is ingebracht 3893 Car gld, hij heeft tijdens het huwelijk 864 Car 7 st aangeërfd. Vader zal zijn kinderen Hindrik (8), Antje (6), Tjalling (4) en Anna (2) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan de helft van de boedel minus het deel van de vader, dus 2942 Car gld. Daarnaast voor het moederlijke lijfstoebehoor 230 Car gld minus de helft van de doodskosten à 125 car gld. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder: een behuizing ten noorden van de Visserstraat, door hemzelf bewoond een kofschip, door hemzelf bevaren een gereserveerd eigendomsrecht over een behuizing ten westen van de Havenstraat ten laste van weduwe J.T. Haverbult een aandeel in de scheepbrief van beurtschip ten laste van Jacob Harkes 1/32 dele in het kofschip “de jonge Willem”, gevoerd door Jan H. Reebrug 1/32 deel in smakschip “de goede hoop” gevoerd door Willem Walregt. Fol 218-218v – 31 mei 1804 – Lambertus Melkman, vader en boedelhouder, en Jan Velting, Roelf van Dalen en Lubbartus Grim, voormond en voogden over zijn minderjarige zoontje bij wijlen Jantje Grete Smit in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn zoon Jan (12) tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 149 Car gld 19 st 5 du. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een woning in de Kerkstraat, door hemzelf bewoond. Fol 218v-219 – 7 juni 1804 – Andries Geerts Zijl, vader en boedelhouder, en Hindrik Jochums, Geert Zijl en Hindrik Braam, voormond en voogden over zijn 5 minderjarige kinderen bij wijlen Annegien Jochums in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 1 februari 1788 in gemeenscap van goederen. Vader zal zijn kinderen Jochum (15), Andrea (13), Harmpje (11), Geertje (9) en Anna (3) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 3001 Car gld. Lijfstoebehoor vereffend met de doodskosten. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder: een behuizing ten oosten van de Havenstraat, door hemzelf bewoond een smakschip, door hemzelf bevaren. Fol 219-220 – 11 oktober 1804 – Roelf Oetses, vader en boedelhouder, en Hindrik Krijtsius, Sijbrand Albronda en Jan Willem Drews, voormond en voogden over zijn 4 minderjarige kinderen bij wijlen Sara Krijtsius in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Geert (15), Johanna (13), Oetse (12), en Teunis (6) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 1061 Car gld 16 st. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een ½ trekschuit varend van Groningen naar Strobosch vv, door hemzelf bevaren. Fol 220-220v – 11 oktober 1804 – Pauwel Bieleveld, vader en boedelhouder, en Hindrik Broeksmit, Harm Camphoff en Derk Bruins, voormond en voogden over zijn 9 minderjarige kinderen bij wijlen Johanna Filippina Knevels in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Aike Jans (15), Aaltje (13), Johannes Thomas (11), Pauwel (9), Willem (6), Jacoba (5), Jurjen (4), Derk (3) en Philippus (2) tot hun 20e onderhouden en 1462-91 (1795-1809) Pag 52 laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 5 Car gld. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing ten oosten van de Rademarkt. Een woonkamer aan de oostkant van de Rademarkt. Fol 220v-221 – 8 november 1804 – Anna Scheen, weduwe van Harmannus de Wit, moeder en boedelhoudster, en Hindrik de Wit, Leendert Scheen en Jan de Wit, voormond en voogden over hun 5 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de vader. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Helena (11), Leendert (8), Willem (7), Hinderikus (5) en Petronella (2) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 196 Car gld 13 st. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing in de Gelkingestraat, door haarzelf bewoond. Fol 221-221v – 30 november 1804 – Lucea Eilderts, weduwe van Hidde Abrahams Havinga, moeder en boedelhoudster, en Hidde Abrahams Havinga, Jan Abrahams Havinga en Eildert Tjaarts, voormond en voogden over hun 2 minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de vader. De schadelijke staat van de boedel is 50 Car 11 st. Moeder zal haar kinderen Geertje Dina Abrahmina (3) en Hidderina (1) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan de Reitemakersrijge, door haarzelf bewoond. Fol 222-222v – 13 december 1804 – Jantien Wilting, weduwe van Egbert Bloem, moeder en boedelhoudster, en Hindrik Wessel Snijders, Harm Bloem, voogden over hun 3 minderjarige kinderen in echte verwekt, met procuratie dd 13 december 1804 van de voormond Berend Bloem, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de vader. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Grietje (12), Hindrik (9) en Lukas (6) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 842 Car gld 17 st. Doodskosten met het lijfstoebehoor vereffend. Mandelig blijft de erfenis van grootvader Hindrik Bloem. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing ten noorden in de Rosenstraat, door haarzelf bewoond. een kamer ernaast. Fol 222v-223v – 17 januari 1805 – Hindrikje Luichens Oosting, weduwe van Gerrit Lammerds Meelker, moeder en boedelhoudster, en Jan Lammerts Meelker, Jacob Lammerts Meelker en Albartus Nak, voormond en voogden over hun 3 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de vader, conform huwelijkscontract dd 26 november 1796 in ongemeenschap van goederen. De waarde van de boedel is 3166 Car gld 12 st. Van vaderszijde is ingebracht 233 Car gld 8 st en is aangeërfd 2000 Car gld. De pupilen krijgen de helft van de winst tijdens huwelijk en vaders ingebrachte geld. Moeder zal haar kinderen Lammert (8), Annegien (6) en Luich (4) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 2700 Car gld. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder: een behuizing bij de Ebbingeboge aan de sluizen een gereserveerd eigendom over een kamer aan de Keereweer op de Driemolendrift. 1462-91 (1795-1809) Pag 53 Fol 223v-224 – 31 januari 1805 – Mijna Martinus, weduwe van Drews Hindriks, moeder en boedelhoudster, en Jan Willems Drews, Hindrik Drews en Freerk Martinus, voormond en voogden over hun 3 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over de nalatenschap van de vader., conform huwelijkscontract dd 17 april 1795 in gemeenschap van goederen. Zij zal haar kinderen Hindrik (10), Martinus (8) en Drews (5) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 2884 Car gld 6 st 4 du, en 50 Car gld voor het lijfstoebehoor. Mandelig blijft een pretentie van 200 Car ten laste van Luite Geerts te Leek. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing met hof erachter tussen de St Jansboge en de Ruiterwagt, door haarzelf bewoond een behuizing ten oosten van het Schuitendiep tussen de Poel en de St Jansboge een gereserveerd eigendomsrecht over een behuizing, mede aldaar, ten laste van Pieter van Es en Petronella Egberts een schuitschip met zeil en treil. Fol 224-224v – 14 februari 1805 – Reinder Jans de Graaff, vader en boedelhouder, en Jacob Pieters, Pieter de Graaff en Lammert Tonkens, voormond en voogden over zijn minderjarige dochter bij wijlen Nieske Pieters in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. De schadelijke staat van de boedel is 10 Car gld 16 st. Vader zal zijn dochter Elizabeth (6) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder 2 woningen onder 1 dak ten oosten van de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat, waarvan 1 door hemzelf bewoond. Fol 224v-225v – 28 maart 1805 – Hijlke Mennolts, vader en boedelhouder, en Jan Willems Stemmer, Mennolts Ebes en Pieter Vinkhuis, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Cornelske Willems Stemmer in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Sijtske (9) en Mennolt (8) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 250 Car gld. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een schuit, door hemzelf bevaren. De inventaris is toegevoegd als inleg. J. de Haan, wonend te Leeuwarden heeft een gereserverd eigendom voor de restschuld op de schuit van 1000 Car gld. C. Lacroix stelt zich borg voor 250 Car gld tot 1 mei 1805. Fol 225v-226 – 4 april 1805 – Derk Lucas, vader en boedelhouder, en Willem Egberts, Hindrik Klazens en Geert Jans, voormond en voogden over zijn minderjarige zoontje bij wijlen Lammegien Klazens in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 7 april 1789 in ongemeenschap van goederen. De waarde van de boedel is 473 Car gld 10 st. Vader heeft 1100 Car gld ingebracht, moeder 50 Car gld. Vader zal zijn zoontje Lucas (2) tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. Hij krijgt dan 30 Car gld voor moeder lijfstoebehoor, een paar zilveren gespen en een boek met zilveren krappen. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing, doorhemzelf bewoond, en 2 kamers, die apart worden verhuurd, aan de zuidzijde van het Zuiderdiep tussen de Here- en Oosterpoorterboge. Fol 226-227 – 4 april 1805 – Hindrik van Calkar en Anna Arkema (el), maken testament. Erfgenamen conform hun huwelijkscontract dd 11 januari 1782. Als mombers worden aangesteld zwagers Arend van Olst, Gerrit Arkema en burger Pieter van Bergen. Opgesteld te Groningen dd 13 februari 1784, 1462-91 (1795-1809) Pag 54 gezegeld op 14 februari 1784 toen Wiardus Siccama, Cornelis Tjassens, Hindrik Gockinga en Berent van Iddekinge burgemeesters waren. Fol 227-228 – 22 april 1805 – Pieter Cremer, vader en boedelhouder, en Berend Krook, Egge Westerhuis en Abraham Cremer, voormond en voogden over zijn minderjarige zoon bij wijlen Engeltien Krook in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn zoontje Jan (13) tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 74 Car gld 18 st 4 du, en 10 Car gld voor moeders lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een huis ten oosten van de Kleine Haddingstraat, door hemzelf bewoond. Fol 228-228v – 2 mei 1805 – Jan Engels, vader en boedelhouder, en Joseph Rijkholt, Jurjen Schreuder en Frans Dames, voormond en voogden over zijn minderjarige dochter bij wijlen Catharina Rijkholt in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn dochter Johanna (21) tot haar 25e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 523 Car gld 18 st 4 du. De dubieuze debiteuren blijven mandelig. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing in de Nieuwe Boteringstraat, door hemzelf bewoond. Fol 228v-229 – 2 mei 1805 – Menne Wilkens, vader en boedelhouder, Timen Egberts de Valk, Theodorus Wilkens en Christoffer Scholtens, voormond en voogden over zijn 3 minderjarige kinderen bij wijlen Hindrikje Spithorst in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Jacoba (13), Derk (11) en Hindrikje (9) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 81 Car gld 14 st. Doodskosten vereffend met het lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing ten zuiden van de Jacobijnerstraat, door hemzelf bewoond. Fol 229-229v – 11 mei 1805 – Willem Brink, vader en boedelhouder, en Jan Willems Brink, Lammert Kooijboer, voormond en voogd over zijn minderjarige kinderen van bij wijlen Marieke Kooijboer in echte verwekt, mede namens de absente medevoogd Egbert Brink, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn dochter Lammegien (16) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 100 Car gld, en nog 100 Car gld die de meerderjarige kinderen aan de minderjarige hebben afgestaan. 200 Car gld is er voor de kinderen van wijlen Rindeltje Brink bij wijlen Hindrik Jans in echte verwekt. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een tjalkschuit, door hemzelf bevaren. Fol 230 – 5 augustus 1805 – Mr. Willem Wilkens en Maria Theresia Draper (el), maken testament. Zij benoemen tot testamentair curatoren en voorstanders over hun kinderen Henderikus Wilkens en Dominicus Draper. Opgesteld en gezegeld te Groningen dd 8 februari 1794 toen Hindrik van Sijssen, Wiardus Siccama, Justus Datho Quintus en Wijtzius Hindrik Lohman burgemeesters waren. Fol 230v-231v – 26 september 1805 – Abelia Geertruida Mees en Jan Hindriks Bons (el), en F. van Duinen, voormond gedurende de scheiding, J. Sante en A.J. Santé, voogden over de 2 minderjarige kinderen van wijlen brouwer A.Ph. Mees bij wijlen Henderica Santé in echte verwekt, hebben overeenstemming over hun nalatenschap. Mejuffrouw A.G. Mees en haar echtgenoot hebben bij loting nr 1 gekregen: een behuizing in de Peperstraat, door overledene bewoond, op eigen grond 1462-91 (1795-1809) Pag 55 een behuizing daarnaast, mede op eigen grond, deels door overledene bewoond, de bovenwoning verhuurd aan Juffrouw Sichterman voor 96 Car gld een paardenstal achter deze behuizing, door overledene gebruikt een zitplaats in de Martinikerk, de 5e plaats in de 1e bank ten oosten van de preekstoel, thans verhuurd aan C. Bolmeijer voor 3 Car gld 10 st. een boerenplaats bij Enumatil, gebruikt door Pieter Jans en Anje Derks voor 117 Car gld 10 st. een boerenplaats te Hornhuizen, gebruikt door Jacob Cornelis voor 105 Car gld 2 jukken land bij Hornhuizen, gebruikt door Writser Beukema en Aafke Gabriels (el) voor 8 Car gld. 2e Comparanten qq voor Pieter Mees krijgen als no 2: Een zitplaats in de Martinikerk bij de pilaar voor de preekstoel in de 3e bank, verhuurd aan Juffrouw Rutgers voor 10 Car gld Een boerenplaats te Eenrum, gebruikt door Cornelis Fokkes en Anje Geerts (el) voor 150 Car gld 14 grazen land bij de Nadorst buiten de Boteringepoort, onder beklemming gebruikt door H. Wilkens en vrouw voor 112 Car gld Een boerenplaats te Rottum, onder beklemming gebruikt door Tjeert Reintjes voor 40 Car gld 6 grazen land te Uitwierda, onder beklemming gebruikt door de weduwe van Roelf Rutgers voor 18 Car gld 2e Comparanten qq voor Jacobus Mees krijgen als no 3: 3/10 portie van een boerenplaats op de Holm onder Tolbert met het hardhout erop staande, onder beklemming gebruikt door Hindrik Karsten, die voor dit deel 37 Car gld 10 st betaalt een boerenplaats, mede op de Holm onder Tolbert met het hardhout op het land, onder beklemming gebruikt door de weduwe van Geert Reurts voor 100 Car gld en 4 pond boter 11/20 deel van 8 grazen land op ’t Zandt, onder beklemming gebruikt door Jan en Claas Wessels, de voor dit deel 19 Car gld 18 st 2 du betalen een boerenplaats te Godlinze, onder beklemming gebruikt door Albert Lubberts voor 150 Car gld 2e comparanten qq Pieter en Jacobus Mees krijgen de vaste beklemming van 8 grazen land onder het Ooster Stadshamrik, met een huur van 60 Car gld aan Van Swinderen qq. Ieder verklaart zijn deel in obligaties, contanten, zilver en linnen te hebben gehad. Fol 231v-232 – 7 oktober 1805 – Joseph Abraham, wonend aan de St. Antonie Breestraat, maakt testament bij Martinus Karolus Kesler, notaris bij het Edele Hove van Holland, residerend te Amsterdam. Hij vernietigt eerdere testamenten. Hij benoemt tot zijn erfgenamen de kinderen van zijn overleden broer Hartog Abraham, genaamt Saertje Eliazar en Dina Hartog. Hij benoemt tot testamentair executeurs en voogden de heren Gerardus van Hommerd en Johannes van Hommerd, beiden wonend alhier. Getekend te Amsterdam dd 12 september 1805 onder getuigenis van Willem Jacob Rengelink en J. Braam. Fol 232-233 – 10 oktober 1805 – Lambertus Bulthuis, vader en boedelhouder, en Herman Dijk, Menzo Bulthuis en Hindrik Jan Kniphuizen, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen 1462-91 (1795-1809) Pag 56 bij wijlen Cornelia Dijk in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 14 augustus 1797 in ongemeenschap van goederen. Van moederszijde is ingebracht 6216 Car gld 8 st, staande het huwelijk is opgebroken 5666 Car gld 8 st. Van vaderszijde is ingebracht en opgebroken 2500 Car gld. De totale schadelijke staat van de gemeenschappelijke boedel is 8656 Car gld 13 st 2/3 du. Totaal dus 16823 Car gld 1 st 2/3 du. Profijtelijke staat van de boedel is 26005 Car gld 5 1/3 du. Resteert daarmee 9181 Car gld 19 st 2 1/3 du, ½ daarvan is 4590 Car gld 19 st 5 1/6 du. Samen met de aangebrachte goederen van moeder is dat 10807 Car gld 7 st 5 1/6 du. Vader krijgt conform zijn huwelijkscontract als lijftocht 2500 Car gld en ½ van de gemeenschappelijk boedel, dwz 4590 Car gld 19 st 5 1/6 du, tesamen 7090 Car gld 19 st 5 1/6 du. De pupillen krijgen 3716 Car gld 8 st en moeder lijfstoebehoor à 300 Car gld. Vader zal zijn kinderen Elizabeth (8) en Helena (6) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan hun deel. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder: een behuizing en brouwerij met gereedschappen ten westen van het Winschoterdiep, door hemzelf bewoond een recht van gereserveerd eigendom over de behuizing van Andries Geerts Nieveen aan het Zuiderdiep. Fol 233-233v – 24 oktober 1805 – Hinderikus Vos maakt testament. Hij benoemt tot mombers over zijn minderjarige kinderen bij wijlen Metje Berends Bakker in echte verwekt en tot executeurs testamentair: Berend Berends Bakker, Willem Berends Bakker, Lammert Bazuin en Pieter Bazuin. Getekend en gezegeld te Groningen dd 21 augustus 1804 toen Justus Datho Quintus, Wijtzius Hindrik Lohman, Lambertus Beckeringh en Willem Siccama burgemeesters waren van deze stad. Fol 234-234v – 24 oktober 1805 – Albert de Vries, vader en boedelhouder, en Jacob Elderkamp, met procuratie dd 23 oktober 1805 van voormond Wessel Lingbeek, en Harm Jager, voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Hinderika Cloeks in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader zal zijn kinderen Hieltje (8) en Fregien (6) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 376 Car gld 1 st 4 du, en 80 Car gld 10 st voor moeders lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een huis en woning in de Turfstraat, door hemzelf bewoond. Fol 234v-235 – 24 oktober 1805 – Aaltje J. Mulder, weduwe van Eildert Pieters Friese, moeder en boedelhoudster, en Jan Stolts, Benke Mulder en Menne Wilkens, voormond en voogden over de hun 3 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal de kinderen Tolletje (14), Pieter (12) en Jan (10) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 701 Car gld 5 st. Doodskosten vereffend met het lijfstoebehoor. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing met smederij ten westen van de Nieuwe Ebbingestraat, door haarzelf bewoond. Fol 235-235v – 7 november 1805 – Hinderikus ter Veer, vader en boedelhouder, en Harm Swartwold, Lourens Hindriks en Hinderikus van den Berg, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Grietje Waijer in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Johannes Gerhardus (5) en Geertruida Henderika (3) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 11 st 4 du, en 44 Car gld voor het lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing ten zuiden van de Turftorenstraat. 1462-91 (1795-1809) Pag 57 Fol 235v-236 – 7 november 1805 – Meindert Jans, vader en boedelhouder, en Jan Esderds, Roelf Alberts en Jan Omkes, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Jantje Esders in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Steven (21) en Swaantje (14) tot hun 25e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 33 Car gld, en 20 Car gld voor het lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing en voerwerk onder de kluft van zeven in de Sledemennerstraat. In de kantlijn: cessat voor Steven zie kwitantieboek dd 7 december 1809. Fol 236-236v – 21 november 1805 – Frans van Griethuisen, vader en boedelhouder, en Geert Alders, Jan Febes en Jan Barenbroek, voormond en voogden over zijn minderjarige zoontje bij wijlen Sijke Alders in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn zoon Aldert (3) tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 239 Car gld voor het lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing ten noorden van de Markstraat. Fol 236v-237 – 5 december 1805 – Johan Christiaan Winter, vader en boedelhouder, en Jan Geerts, Johan August Winter en Petrus Hofman Auwerda – de laatste gedurende de procedures tussen vader en Arend Jans Nanninga, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Elizabeth IJtsema in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Johanna Dorothea (10) en Hielke Elizabeth (2) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 465 Car gld, 41 Car gld voor moeders lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing ten zuiden van het diep bij de Ebbingeboog, door hemzelf bewoond. Fol 237-237v – 23 december 1805 – Sara Berends Schuitema, weduwe van Sikke de Ruiter, moeder en boedelhoudster, en Derk de Ruiter, voormond, met procuratie dd 19 december 1805 van voogd Willem Schuitema, en Hilbrand de Ruiter, voogd over hun 5 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Derk (13), Gerregien (11), Maria (8), Fokkien (5) en Anna (4) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 134 Car gld 12 st. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan het Zuiderdiep op de hoek van de Pelsterstraat, door haarzelf bewoond 2 kamers tussen de Here- en de Oosterstratenboog aan de oostzijde op de drift naar de Oosterpoortermolen. Fol 238-238v – 30 december 1805 – Catharina Versteeg, weduwe van Jannes Schuiling, moeder en boedelhoudster, en Hermannus Schuiling de jongere, Jan Versteeg en Hermannus Schuiling de oudere, voormond en voogden over hun 5 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Sophia Elizabeth (18), Jacoba (17), Ernstina (10), Geert (8) en Hasso (5) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 717 Car gld 15 st. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een ½ trekschuit, getekend nr 7, varend tussen Groningen en Winschoten. Fol 238v-239 – 24 januari 1806 – Trientje Jans, weduwe van Jan Geerts Smit, maakt testament. Zij benoemt tot erfgenamen haar zusters Grietje en Jantje Jans, vrouwen van Johannes Klinkert en 1462-91 (1795-1809) Pag 58 Hindrik Hoving, of hun kinderen indien zij eerder sterven, alsmede de kinderen van haar overleden broer en overleden zuster Geert Jans en Aaltien Jans. De kinderen van haar overleden zuster, namelijk Harm Boukes, Boeke Boekes, thans uitlandig, en Jan Willems de Boer worden onterfd. Hun broer Harm Boekes zal administreren en hen de revenuen geven. Zij zal een executeur voor de kinderen van Geert Jans aanwijzen, die gedurende hun minderjarigheid voor hen zal administeren. Getekend en gezegeld te Groningen op 27 juni 1803 toen Justus Datho Quintus, Wijtzius Hindrik Lohman, Lambertus Beckeringh en Willem Siccama burgemeesters van deze stad waren. Fol 239v – 27 januari 1806 – Benjamin Scheltens, vader en boedelhouder, en Harm Scholtens, Izebrand Buurma en Adolf Semerink, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Dadina Scholtens in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 5 november 1785 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Amelia (19) en Schelto (6) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 1141 Car gld 3 st 6 du, en 127 Car gld voor moeders lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing in de Turftorenstraat op de hoek van de Kleine Kromme Elleboog, door hemzelf bewoond een behuizing daarnaast. In de kantlijn: cessat voor Amelia zie qb dd 13 september 1810 fol 36v. Fol 240-240v – 27 janruari 1806 – Wemeltje Jans, weduwe van Geert Jans, moeder en boedelhoudster, en Hindrik Hoving, Willem Haak en Harm Boukes, voormond en voogden over hun 4 minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Jan (20), Geert (14), Sijke (7) en Hillegien (6) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 608 Car gld 17 st. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing op de Mottenberg, door haarzelf bewoond. een tasschip door haarzelf bevaren. In de kantlijn: cessat voor Jan zie qb fol 37. Fol 240v-241 – 30 januari 1806 – Jan Eltjes, vader en boedelhouder, en Jan Boelens, Egbert Eltjes, en Hinderik van der Molen, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Fennegien Smaal in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 21 mei 1800 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Eltje (5) en Martje (3) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 3500 Car gld. Het lijfstoebehoor wordt nog verkocht en is voor de pupillen. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing ten oosten in de Oosterstraat, door hemzelf bewoond. In de kantlijn: Eltje overleden in het jaar 1806. Fol 241-241v – 20 februari 1806 – Jan van Kregten, vader en boedelhouder, en Jan Aikes, Balster van Kregten en Berend Cremer, voormond en voogden over zijn 3 minderjarige kinderen bij wijlen Etje Drews in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Wijbrina (8), Alberdina (6) en Lucia (1) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 595 Car gld, 121 Car gld voor moeders lijfstoebehoor, 1462-91 (1795-1809) Pag 59 en enig zilver. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing ten zuiden van het Damsterdiep, door hemzelf bewoond. Fol 242-243 – Johannes Reinders, vader en boedelhouder, en Dirck ten Cate, Izaak W. Gorter en Jan Jacob ten Cate, voormond en voogden over zijn 4 minderjarige kinderen bij wijlen Frederica Hoitsema in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, volgens huwelijkscontract dd 12 december 1787 in ongemeenschap van goederen. Volgens een handschrift dd 20 september 1795 door hen beiden getekend is er van vaderszijde ingebracht 12000 Car gld, daarnaast het huisraad à 1200 Car gld, de bibliotheek à 750 Car gld, de fysische instrumenten à 450 Car gld, tezamen 14300 Car gld. Van moederszijde is er ingebracht 15650 Car gld, huisraad à 300 Car gld en een legaat van Tjaard van der Wal te Leeuwarden à 1050 Car gld. Door de kinderen is aangeërfd van Derk ten Cate 3834 Car gld 6 st 6 du. Van moederszijde dus totaal 20833 Car gld 6 st 6 du. Totaal is 35133 Car gld 6 st 6 du. De staat van de boedel is nu 32166 Car gld 3 st 6 du. Er is daarmee 2967 Car gld 3 st ingeteerd. Moeders nalatenschap is daarmee 19349 Car gld 15 st 2 du. Vader krijgt 2588 Car gld 15 st als lijftocht. De kinderen krijgen dus 16760 Car gld 2 du. Vader zal zijn kinderen Reijnhart (17), Sijnco (13), Eva Margaretha (10) en Izaak (8) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan moeders nalatenschap. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing ten zuiden van de Vismarkt, door hemzelf bewoond een behuizing aan de Folkingestraat, bewoond door Juffer Folman een graf- en legerstede in de Martinikerk een behuizing op de Beek te Zutphen een huisje mede aldaar een borenplaats te Noordwolde, in gebruik bij H. Evers een boerenplaats te Eenrum, in gebruik bij Berends Pieters en vrouw. Fol 243-244 – 10 april 1806 – Mr. T.H. Tresling, met procuratie dd 9 april 1806 van Alagonda Siertsma, weduwe van Jan Warmholts, en Henricus Rudolphus Warmholts, Johannes Siertsema en Elibertus Warmholts, voormond en voogden over hun 3 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 9 april 1789 in ongemeenschap van goederen en gemeenschap van winst en verlies. Van vaderszijde is ingebracht een aangeërfd 36230 Car gld 12 st, de schadelijke staat van de ongemeenschappelijke boedel was 25055 Car gld 8 st, er resteert 11175 Car gld 4 st. De meerdere schadelijke staat van de boedel is 246 Car gld 19 st 4 du, totaal dus 11422 Car gld 3 st 4 du. Vaders nalatenschap is zijn boedel minus de helft van de schadelijke staat, 5464 Car gld 2 st 2 du. Daarnaast krijgen zij 90 Car gld 2 st voor zijn lijfstoebehoor en spaarpotten à 272 Car gld. Totaal daarmee 5826 Car gld 4 st 2 du. Moeder betaalt dit uit deels in landsobligaties, in schuldbrieven en in contanten. Zij zal haar kinderen Jodocus Henricus (17), Margaretha (15) en Cornelia Christina (14) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan hun erfenis, en een gouden horloge. Moeder krijgt 2/3 van de inkomsten uit de vergraving voor het onderhoud van de kinderen. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan het Schuitendiep bij de Poelepoortenboog, door haarzelf bewoond. Fol 244-244v – 10 april 1806 – Dina Berend, weduwe van Ele Trap, moeder en boedelhoudster, en Jacob Cramer, Derk Busscher, mede voor Julle Wagenborg, voormond en voogden over hun 2 1462-91 (1795-1809) Pag 60 minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Hinderikus (19) en Bernardus (13) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 75 Car gld 19 st. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing ten noorden in de Pluimersgang. Fol 245-245v – 10 april 1806 – Hillegien ten Ham, weduwe van Andries Doedens, moeder en boedelhoudster, en Harm Doedens, Geert Schierbeek en Pieter de Graaf, voormond en voogden over hun 2 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 1 november 1800 in ongemeenschap van goederen. Er is niets ingebracht van vaders- of moederszijde. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal de kinderen Sijtske (5) en Andries (3) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 165 Car gld 14 st, en 98 Car gld 1 st voor het lijfstoebehoor. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing en hof aan het Boterdiep, door haarzelf bewoond. Fol 245v-246 – 1 mei 1806 – Bernard Hindrik Meijer, vader en boedelhouder, en Otto Lofvers, Lubbartus Bekenkamp en Regnar Meijer, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Fennegien Lofvers in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Johan Ernst (11) en Hinderica (9) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 865 Car gld 13 st. Vader krijgt het eigendom van de goederen. Fol 246-246v – 24 mei 1806 – Trijntje Berends, weduwe van Mees Jans, moeder en boedelhoudster, en Jan Jans Mees, Pieter Hindriks en Berend Hindriks Elfring, voormond en voogden over hun minderjarige dochter in echte verwekt, hebben overeenstemming over vader nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar dochter Meissina (5) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 800 Car gld, een paar zilveren gespen, en een paar gouden knopen. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing bij de Kijk in ’t Jatstraat, door haarzelf bewoond. Fol 246v-247v – 25 mei 1806 – Margarethe Immina Swijghuisen maakt testament. De nalatenschap zal in 4 gelijke delen worden verdeeld. Erfgenamen zijn het kind van wijlen haar nicht Cornelia Swijghuisen bij Med. Dr. A.Ph.G. Looft in echte verwekt, en de kinderen van haar nicht A.S. Swijghuisen bij predikant J.J. Groenewold te Zierikzee in echte verwekt. De na te noemen executeurs testamentair met assistentie van Med. Dr. Harmannus Swijghuisen zijn hun mombers. Executeurs zijn J.U.D. O.G. Veltman en Secret. S.W. Tjassens. Getekend te Groningen dd 8 februari 1803. Gezegeld te Groningen dd 24 mei 1806 toen Justus Datho Quintus Wijtzius, Hindrik Lohman, Lambertus Beckering en Willem Siccama burgemeesters van deze stad waren. Fol 247v-248 – 17 april 1806 – Jan Fockens, vader en boedelhouder, Hindrik Tombrink – met procuratie dd 16 april 1806 van voormond Christiaan Francois Mulder – en Jan Luitjes, voogden over zijn minderjarige dochter bij wijlen Elizabeth Woestman in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn dochter Fenna (13) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 2500 Car gld. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing en smitterije aan de noordzijde van de Oudeweg, door hemzelf bewoond een behuizing vooraan de Oudeweg, gehuurd door vrouw De Rood. 1462-91 (1795-1809) Pag 61 Fol 248-249 – 16 juni 1806 – Hindrik Tombrink, vader en boedelhouder, en Andries Willems Spinhof, Jan Fockens en Willem Rosen, voormond en voogden over zijn minderjarige dochtertje bij wijlen Maria Schut in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn dochter Tecla Geertruda (1) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 975 Car gld 10 st. Mandelig blijft 600 Car gld ten laste van J. Tombrink en vrouw. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing en logement ten westen van het Winschoterdiep, door hemzelf bewoond. Fol 249-249v – 16 juni 1806 – Jacob Groart, vader en boedelhouder, en Lubbertus Jansen, Antoni Sormani en Pieter Sluiter, voormond en voogden over zijn 4 minderjarige kinderen bij wijlen Maria Jozepha Vos in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Margaretha Josepha (11), Helena Maria (8), Elizabeth (6) en Anna (3) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 456 Car gld 16 st, en 145 voor het lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing ten zuiden van de Zwanestraat, door hemzelf bewoond. Fol 249v-250 – 19 juni 1806 – Jan Harms Scholtens, vader en boedelhouder, en Jan Wolbers, Harmannus Scholtens en Otte Ninteman, voormond en voogden over zijn 4 minderjarige kinderen bij wijlen Engelina Kloppenburg in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Bernardus (18), Gesina (9), Harmannus (4) en Maria (1) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 1244 Car gld 1 st 6 du. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing met een hofje aan de Drekstoep tussen de Maagden- en Ebbingeboog, door hemzelf bewoond. Indien de vader het huis binnen 5 jaar verkoopt is de helft van de verkoopwaarde voor de kinderen. Fol 250-250v – 19 juni 1806 – Berend Hindriks Mulder, vader en boedelhouder, en Hindrik Wessels Dijkhuis, Jan Jans Mulder en Antoni van Bergen, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Etje Wessels Dijkhuis in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 21 maart 1793 in ongemeenschap van goederen. De boedel heeft een nadelige staat van 856 Car gld 9 st. Van moederszijde is aangebracht en aangeërfd 1555 Car gld. Daar gaat de helft van de nadelige staat van af, zodat rest 1126 Car gld 15 st 4 du. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Antje (11) en Hindrik Jans (9) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan moeders nalatenschap, en 335 Car gld 12 st voor moeders lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing met een open plaats buiten het Klein Poortje ca 11 grazen land achter deze behuizing 5½ grazen land aan de Trekweg Alles door hemzelf gebruikt. Fol 251 – 10 juli 1806 – Antonia Forsten, weduwe van Mr. Tonco Modderman, maakt testament. Zij herroept waar strijdig het wederzijds testament dd 28 februari 1796. Zij stelt aan Mr. M. Salverda als administrerend voogd, en Mr. W. de Sitter en Jacob Balthasar Forsten als toeziende voorstanders over haar minderjarige kinderen. Getekend te Groningen dd 29 mei 1806 en gezegeld dd 16 juni 1806. 1462-91 (1795-1809) Pag 62 Fol 251v-252 – 11 augustus 1806 – Berend van Olst en Nieltje Frau (el), wonend alhier, maken testament. Voorstanders over hun kinderen zijn hun broeders Gerrit van Olst, Adriaan Duin en Arend de Vries, beiden te Oostzaandam onder reserve. Getekend en gezegeld te Groningen dd 21 november 1794 toen Hindrik van Sijsen, Berend van Iddekinge, Justus Datho Quintus en Eelko Eger Tamminga van Sickinge burgemeesters waren. Fol 252-252v – 22 september 1806 – Johannes Reijsiger, vader en boedelhouder, en Derk Hindriks Plaatje, Jurjen Reisiger en Paul Bijleveld, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Elizabeth Hindriks Plaatje in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Hindrik (4) en Anna Catharina (2) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 241 Car gld 1 st, en 58 Car gld 19 st voor moeders lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een huis ten oosten op de Rademarkt, door hemzelf bewoond. Fol 252v-253 – 25 september 1806 – Stijntje van Bijssum, weduwe van Jan Lourens, moeder en boedelhoudster, en Egge Jans, Jan Alders en Harm van Bijssum, voormond en voogden over hun minderjarige dochtertje, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar dochtertje Jantje (6) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 435 Car gld. Moeder krijgt het eigendom van de goederen. Fol 253v – 23 oktober 1806 – Martinus Sijbering, vader en boedelhouder, en Antoni de Muinck, Ekko Scheltens en Popko P. Noordhoff, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Sjoukje de Muinck in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Schadelijke en profijtelijke staat zijn in balans. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn minderjarige kinderen Claas (20) en Jacobus (18) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een huisje aan de Barestraat een huisje en tuin op de Middelweg buiten de Herepoort. Fol 254-254v – 23 oktober 1806 – Derk Teunis Huizinga, vader en boedelhouder, en Pieter Huizinga, Gerhardus Bekkering de Vries en Harm Besling, voormond en voogden over zijn 5 minderjarige kinderen bij wijlen Jantje Geerts in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 22 april 1790 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Teunis (16), Gerard (15), Jeltje (12), Luilof (9) en Ellegien (7) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 832 Car gld, en 160 Car gld voor het lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing in de Nieuwe Ebbingestraat, door hemzelf bewoond. een recht van gereserveerd eigendom over een kamer in de Violenstraat. een dito over een kamer achter de Zuiderkuipen. Fol 254v-255 – 3 november 1806 – Claas Bos, vader en boedelhouder, en Jacob Alberts, Roelf Geerts en Harm Weening, voormond en voogden over zijn 4 minderjarige kinderen bij Hillegien Jacobs, overleden op 6 september 1804, in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 8 augustus 1795 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Hindrik (11), Nijsje (8), Jacobje (7), en Jantje (3) tot 1462-91 (1795-1809) Pag 63 hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 174 Car gld 10 st. Doodskosten vereffend met het lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan het Boterdiep, door hemzelf bewoond een behuizing aan het westen van de Nieuwe Ebbingestraat Fol 255-255v – 12 december 1806 – Tjeert Jans, vader en boedelhouder, en Jannes Warners, Jan Hindriks Haan en Hindrik Fransens, voormond en voogden over zijn minderjarige zoon bij Jacobje Jans, overleden in december 1805, in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn zoon Jan (23) tot zijn 25e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 2 Car gld 10 st. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een schip. Fol 255v-256v – 5 januari 1807 – Driewes Meinders, vader en boedelhouder, en Jan Harms Huls, Albert Harms Huls en Jan Smit – gedurende de afwezigheid van Jan Jaspers – voormond en voogden over zijn 4 minderjarige kinderen bij Albertien Harms Huls – overleden in september 1805 – in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Harm (19), Hillegien (17), Jantje (14) en Jan (9) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 735 Car gld 3 st. Het lijftoebehoor is conform testament dd 24 augustus 1805 voor de dochters. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan de noordzijde van het Zuiderdiep, door hemzelf bewoond. een tjalkschip. Fol 256v – 8 januari 1807 – Mr. Petrus Campegius Cremers verklaart onder ede minder dan 50000 Car gld te bezitten. Hij maakt testament. Execteurs en voorstanders over zijn kinderen stelt hij later aan. Opgesteld te Groningen dd 7 januari 1807. Fol 257-257v – 15 januari 1807 – Mr. D. Brugma, met procuratie dd 15 januari 1807 van Paulus Christiaan Meijer, en Hindrik Brouwer, Henricus Blankstein en Jan Alders Walland, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Elizabeth Brouwer in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 3 april 1800 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Derk (3) en Johannes (2) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. Zij krijgen 2801 Car gld 18 st 2 du. Doodskosten vereffend met het lijfstoebehoor. Mandelig blijft de erfenis van grootvader Derk H. Brouwer te Utrecht. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing ten westen van de Nieuwe Ebbingestraat, door hemzelf bewoond een woning in de Loppersummergang. Fol 257v-258 – 26 januari 1807 – Ettien Jans, weduwe van Hindrik Antoni Sip, - overleden in 1802 -, moeder en boedelhoudster, en Paulus Sip, Antoni Sip, voormond en voogd over hun 3 minderjarige kinderen in echte verwekt, mede namens medevoogd Jan Berends, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap. Zij zal haar kinderen Hinderica (9), Albertje en Grietje (tweelingen, 7) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 202 Car gld 11 st 2 du. Moeder krijgt het eigendom van de goederen. 1462-91 (1795-1809) Pag 64 Fol 258-258v – 23 februari 1807 – Matje Aalderiks, weduwe van Egbert Hijlkes - overleden in november 1805 -, moeder en boedelhoudster, en Hindrik Hijlkes, Harke Jacobs en Aaldrik Rudolfs, voormond en voogden over hun 2 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 12 maart 1790 in gemeenschap van goederen. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Swaantje (17) en Aaldrik (10) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. Zij krijgen dan 4431 Car gld 10 st 2 du. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing ten oosten buiten het Klein Poortje, door haarzelf bewoond een recht van eigendom over een boerenplaats, behuizing en schuur met eeuwigdurende beklemming van 70 grazen land in de Heidenschap van Garmerwolde. Fol 259-259v – 26 februari 1807 – Wilhelmus Copinga, vader en boedelhouder, en Warner Willems Korter, Hindrik Copinga en Roelf Korter, voormond en voogden over zijn minderjarige dochtertje bij Aaltje Korter – overleden in december 1804 - in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 11 maart 1802 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn dochtertje Tjaakje (3) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 2314 Car gld 8 st 4 du. Het lijfstoebehoor is voor de pupil. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan het Zuiderdiep, door hemzelf bewoond een woning aan het Zuiderdiep een kamer in het Snorrigje aan het Boterdiep een hof in de Hanebijtergang. Fol 259v-260 – 23 maart 1807 – Anna Sekema, weduwe van Roelf Blink – overleden in 1801 -, en Berend Oosting, Johannes Fokke Artel en Hindrik van Loon, voormond en voogden over hun 3 minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap. De schadelijke staat van de boedel overtreft de profijtelijke. Moeder zal haar kinderen Evert (21), Reina (14) en Catharina (7) tot hun 25e onderhouden en laten onderwijzen. Doodskosten vereffend met het lijfstoebehoor. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan de oostzijde van Pelsterstraat. Fol 260-260v – 23 maart 1807 – Margaretha Mesman, weduwe van Harmannus Bruining – overleden in 1805 – en Gerhardus Bruining, Berend Mesman en Antoni Weverink, voormond en voogden over hun 2 minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 24 januari 1804 in ongemeenschap van goederen. De profijtelijke staat van de boedel is 831 Car gld 3 st. Hiervan krijgt moeder een kindsdeel à 277 Car gld 1 st. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Johannes Bernardus (3) en Hermanna Henrica (2) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 554 Car gld 2 st. Moeder deponeert een obligatie ten laste van G. Bruining en vrouw als borg. Zij krijgt het eigendom van de goederen. Fol 260v-261v – 30 april 1807 – Frederica Gelmers, weduwe van Hindrik Bernardus Lankhorst – overleden op 13 november 1802, moeder en boedelhoudster, en Antoni Blok, Jacob van der A en Gelmer Gelmers, voormond en voogden over hun 2 minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap, conform huwelijksconract dd 20 oktober 1798 in 1462-91 (1795-1809) Pag 65 ongemeenschap van goederen. De profijtelijke staat van de boedel is 1453 Car gld 1 st 4 du. Van vaderszijde is aangebracht 4884 Car gld 15 st 4 du. Er is dus 3431 Car gld 14 st ingeteerd. Hiervan moeten de kinderen de helft dragen. De kinderen krijgen dus 3168 Car gld 18 st 4 du. Conform testament dd 31 juli 1798 behoudt de moeder hiervan 1/3 als lijftocht. Moeder zal haar kinderen Johannes (8) en Jeddina (7) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 2118 Car gld 12 st 2 du, het goud, zilver en de spaarpot,. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan de westzijde van de Oude Boteringestraat, door haarzelf bewoond. Fol 261v-262 – 11 mei 1807 – Willem Blijleveld, vader en boedelhouder, en Berend Jelles, Lubbartus Scheltens en Teunis van Halteren, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Sibina Cuperus in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Hindrik (13) en Cornelis (1) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 833 Car gld 10 st 2 du. Doodskosten vereffend met het lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan de westzijde van de Oosterstraat, door hemzelf bewoond. Fol 262-263 – 25 mei 1807 – Abraham Levi Israels, vader en boedelhouder, en Hartog Levi Pinto, Jacob Levi Israels en Jonas Levi Pinto, voormond en voogden over zijn 3 minderjarige kinderen bij Judith Levi Pinto – overleden in november 1805 – in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Beiden zijn van de Joodse religie en zijn 18 Jor 5553 (11 mei 1792) getrouwd. Van de kant van de vrouw is 500 Car gld ingebracht. Volgens een Joods kerkboek van dezelfde datum erven de kinderen nogmaals 500 Car gld. Het lijfstoebehoor is 500 Car gld waard. Vader zal zijn kinderen Jacob (13), Hartog (11), en Vogelina (6) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan de vermelde 1500 Car gld. Vader krijgt het eigendom van de goederen. Fol 263-263v – 8 juni 1807 – Jan Bus, vader en boedelhouder, en Roelf Huizinga – met procuratie dd 5 juni 1807 van voormond Pieter Johannes Huizinga – en Abraham Bus, voogden over zijn 5 minderjarige kinderen bij wijlen Anna Huizinga in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, volgens Oldambster landrecht getrouwd in ongemeenschap van goederen. Moeder heeft 6379 Car gld 3 st in het huwelijk ingebracht. De profijtelijke staat van de boedel is 3091 Car gld 19 st. Er resteert 3287 Car gld 4 st als moederlijke erfenis.Vader zal zijn kinderen Margaretha (14), Stijntje (11), Johanna Woltera (8), Jurrendina (6) en Petrus Johannes (2) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan de nalatenschap. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een halve korenwindmolen met behuizing en 2 kamers op de Herepoortenwal. Fol 263v-264v – 6 juli 1807 – Epke Klasens, weduwe van Frits Feenstra – overleden in 1804 -, moeder en boedelhoudster, en Willem de Bois, Geert Cornelis en Pieter Vinkhuis, voormond en voogden over hun 5 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Johannes (19), Claas (14), Johanna (13), Hinderikus (12) en Jan Pieters (6) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 299 Car gld 5 st 4 du. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een huis gelegen Achter de Muur bij de Kijk in ’t Jatstraat, door haarzelf bewoond. 1462-91 (1795-1809) Pag 66 Fol 264v-265 – 9 juli 1807 – Hindrikje Hoeksema, weduwe van Antoni Willems – overleden in 1798 –, moeder en boedelhoudster, en Pieter Zijlstra, Jurjen Hoeksema en Weinder Berends, voormond en voogden over hun minderjarige zoon in echte verwekt, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar zoon Berend Antoni (20) tot zijn 25e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 1001 Car gld 5 st. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een schuitschip, door haarzelf bevaren. Fol 265-265v – 23 juli 1807 – Trijntje van Bergen, weduwe van Nomdo Zuidema – overleden in 1804 , moeder en boedelhoudster, en Jurjen Zuidema, Antoni van Bergen en Jullemius Brongers, voormond en voogden over hun minderjarige dochtertje in echte verwekt, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 11 april 1799 in gemeenschap van goederen. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar dochtertje Wia (6) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 1036 Car gld 4 st. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing in de Guldenstraat, door haarzelf bewoond. Fol 265v-266v – 20 augustus 1807 – Harm Dopheide, vader en boedelhouder, en Jan Dopheide, Hindrik Bouwers en Jacobus Delahai, voormond en voogden over zijn 3 minderjarige kinderen bij wijlen Aaltje Meijer in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Bernardus (23), Anna (17) en Derk (14) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 15 Car gld. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing op de hoek van Kleine Butjesstraat, door hemzelf bewoond 2 kamers aan de oostzijde van de Kleine Butjesstraat. Fol 266v-267 – Margien Meulman, weduwe van Jan Berends Aaldring – overleden in 1805 -, moeder en boedelhoudster, en Hindrik Berends, Jacob Lesterhuis en Jan Molema, voormond en voogden over hun 3 minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap.De schadelijke staat van de boedel is groter dan de profijtelijke. Moeder zal haar kinderen Evert (21), Geertje (19), Berend (12) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een huis met een hof buiten de Oosterpoort. Fol 267-267v – 1 oktober 1807 – Roelf Oesewold, vader en boedelhouder en Georg Lodewijk Schultz, Derk Derks en Roelf Roos, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Christina Henrietta Schultz in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Derk (6) en Louiza Bobina (2) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 20 Car gld 5 st 4 du. Lijftoebehoor, zilver en goud worden verkocht en is voor de pupillen. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan de oostzijde van Nieuwe Boteringestraat, door hemzelf bewoond. Fol 267v-268v – Roelf Jacobs Schierbeek, vader en boedelhouder, en Lubbartus Huizing, Theodorus Uilkens en Harmannus Schierbeek, voormond en voogden over zijn 4 minderjarige kinderen bij Harmanna Huizing – overleden op 31 december 1805 – in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 20 september 1798 in ongemeenschap van goederen. Van moederskant is aangeërfd 8233 Car gld 12 st 3 du. De profijtelijke staat van de boedel is nu 8742 Car gld 19 st 7 du. De helft van de meerwaarde is 250 Car gld 13 st 7 du., die ook ten 1462-91 (1795-1809) Pag 67 goede komt van de pupillen. Vader zal zijn kinderen Martha (8), Lambertus (5), Johannes (4) en Harmanna (2) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan moeders erfenis. Vader deponeert bij de weeskamer een obligatie dd 24 april 1794 van 2000 Car gld ten laste van de provincie met een rente van 3½ % (fol 126 sub K) een obligatie dd 15 november 1672 van 1250 Car gld op dito verschijnend dd 24 september (fol 102 sub D) een obligatie dd 1 juli 1798 van 150 Car gld op dito verschijnende dd 15 december (fol 520 sub A) Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan de zuidkant van de Brede Markt, door hemzelf bewoond. Fol 268v-269 – 22 oktober 1807 – Jan Hindriks Bour [tekent Jan Hindriks Boer] en Abelia Gertruida Mees (el), maken testament. In de kantlijn: testament was omgeslagen met een zegel van L.K. De voorstanders van hun kinderen krijgen het recht op substitutie, assumptie en surrogatie. Getekend te Groningen dd 31 december 1805. Abelia Geertruida Mees, weduwe van Jan Hindriks Boer, benoemt tot voorstanders over haar 2 minderjarige kinderen Mons. Roelf Schierbeek senior, wonend te Groningen, en J. Lansé, wonend te Nietap. Getekend te Groningen dd 21 oktober 1807. Fol 269v-270 – 29 okober 1807 – Harmannus Gerding, vader en boedelhouder, en Claas Troys, Jan Gerding en Harm Niemeijer, voormond en voogden over zijn 4 minderjarige kinderen bij Johanna Niemeijer – overleden in 1802 – in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Margaretha (18), Trijntje (16), Willem (13) en Albertus (11) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 600 Car gld. Borg zijn 2 coupons nationale losrente met een rente van 3% verschijnend op 1 september, groot 1000 Car gld Nr 67135 en 4 coupons nationale losrente met een rente van 5% verschijnende 1 juli, groot 500 Car gld, nr 6308. Vader krijgt het eigendom van de goederen. Fol 270-271 – 16 november 1807 – Jacob Reisiger, vader en boedelhouder, en Jan Derks Kremer – voormond gedurende de afwezigheid van Pieter van Gorkum -, Jan Reisiger senior en Jan Reisiger junior, voogden over zijn 4 minderjarige kinderen bij Anna Christina van Gorkum – overleden in 1805 - in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. De boedel is 18985 Car gld waard. De zonen Jacob en Jan Reisiger krijgen samen 150 Car gld ter compensatie van wat de andere kinderen van het lijfstoebehoor hebben gehad. Van moederszijde is aangebracht 4365 Car gld. De kinderen krijgen de helft van de meerwaarde, dus 7230 Car gld. Conform testament dd 6 juni 1783, geautoriseerd dd 13 november 1807 behoudt de vader daarvan de helft, dus 3615 Car gld. Hij behoudt ook de helft van haar aangeërfde goederen, groot 2187 Car gld 10 st. Blijft over voor de kinderen 5802 Car gld 10 st. Hiervan is 1/5 deel voor de meerderjarige dochter en 4642 Car gld voor de overige 4 kinderen. Vader zal zijn kinderen Theodorus (23), Jan (19), Aurelia (17) en Jacob (14) tot hun 25e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan hun erfenis als boven vermeld. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder 1462-91 (1795-1809) Pag 68 een behuizing aan de zuidzijde van de Grote Markt, door hemzelf bewoond een recht van gereserveerd eigendom over de behuizing van H. Kremer in de Folkingestraat. Fol 271-271v – 4 januari 1808 – Anna Folkerts, weduwe van Willem Mennes, moeder en boedelhoudster, en Jan Mennes, Folkert Eisses en Hindrik Derks Kremer, voormond en voogden over hun 4 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Geertruida (9), Hilligje (7), Sophia (5) en Folkertien (3) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 54 Car gld, en 16 Car gld voor het lijfstoebehoor. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan de Haddingestraat, door haarzelf bewoond. Fol 272-272v – 29 februari 1808 – Clazina Haijkens, weduwe van Jan Willem Anne Gillot, moeder en boedelhoudster, en Paulus Gillot Schenkel, Geert Heikens en Gerard van der Veen, voormond en voogden over hun 2 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 31 oktober 1799. De waarde van de boedel is 17841 Car gld. Hiervan krijgt moeder ¾ deel als afkomstig van haar moeder, overleden na haar echtgenoot. Er zijn geen goederen in het huwelijk ingebracht. De kinderen krijgen dus 4460 Car gld 5 st. Van vaderszijde is 1000 Car gld aangeërfd, het lijfstoebehoor is 100 Car gld waard. Dat maakt de totale erfenis voor de kinderen 5560 Car gld 5 st. Moeder zal haar kinderen Hindrik (4) en Nicolaus (2) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan hun erfenis. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing, schuur, hof en lijnbaan met gereedschappen, gelegen bij het Hoornsche Diep, door haarzelf bewoond 2 ½ grazen land naast de behuizing 4 kamers onder 1 dak, naast vermeld land 1/16 portie in het smakschip “Angelina Catharina” 1/32 portie in het kofschip “Maria Susanna” Een recht van gereserveerd eigendom over een behuizing aan de westzijde van de Oude Ebbingestraat, ten laste van Jacob van Assen en Johanna Smit. Fol 272v-273v – 17 maart 1808 – Egbertje Jans, weduwe van Thies Bolhuis, moeder en boedelhoudster, en Hindrik Tonnis, Luitje Jans en Jan Pieters, voormond en voogden over hun minderjarige zoontje in echte verwekt, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 13 april 1805 in ongemeenschap van goederen. De boedel is 10103 Car gld 13 st 6 du waard. Door de vrouw zijn 200 Car gld ingebracht, de doodskosten zijn 204 Car gld 4 st 4 du. Voor de pupil resteert 9699 Car gld 9 st 2 du. Zij behoudt de helft als lijftocht. Zij zal haar zoon Simen (2) tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan zijn erfenis. De moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing, schuur en tuin, met een hof, buiten de Herepoort, door haarzelf bewoond de beklemming van ca 14 grazen land buiten de Steentilpoort aan de Boermandeweg de eeuwigdurende beklemming van 24¾ grazen land te Noorddijk. Fol 273v-274v – 17 maart 1808 – Jan Tameling, vader en boedelhouder, en Douwe Renjes, Hindrik Kroeze en Berend Helmers, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Jantje 1462-91 (1795-1809) Pag 69 Douwes in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 15 december 1798 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Bougje (9) en Johanna (7) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 628 Car gld 5 st, het goud en zilver van de inventaris – berustend bij voormond Douwe Renjes. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een woning buiten het Klein Poortje, door hemzelf bewoond. Fol 274v-275 – 17 maart 1808 – Sophia Meijers, weduwe van Lourens Smit, moeder en boedelhoudster, en Caspar Scholema, Jan Albers – mede voor medevoogd Court Sluiter - voormond en voogd over hun minderjarige dochtertje in echte verwekt, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap. De schadelijke staat van de boedel overtreft de profijtelijke. Moeder zal haar dochter Egberdina (8) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een woning in de Nieuwe Boteringestraat, door haarzelf bewoond. Fol 275-276v – 8 april 1808 – Weesheer Henricus Braam en Ida Smit (el), wonend te Groningen, maken testament. Ze geven de langstlevende de vrijheid 2 of 3 executeurs testamentair of curatoren aan te stellen, de weeskamer mag inspecteren. Getekend en gezegeld te Groningen dd 31 december 1805 toen Justus Datho Quintus, Wijtzius Hindrik Lohman, Lamberts Beckeringh en Willem Siccama burgemeesters waren van deze stad. Hendericus Braam, daartoe gerechtigd door het huwelijkscontract te Groningen dd 20 oktober 1798 met wijlen Ida Smit, van plan een ander huwelijk aan te gaan, stelt aan als curatoren over zijn minderjarige kinderen de weleerwaarde heren Gerhardus Cremer, predikant te Woltersum, Jan Pieter Doornbusch, predikant te Beilen, Scato Gockinga, rustend predikant van Grijpskerk, en Hermannus Arnoldus Braam, predikant te Ezinge. Getekend te Groningen dd 8 april 1808. Fol 277-277v – 19 mei 1808 – Jan Willems Boerma, vader en boedelhouder, en Johannes Vos, Enno Taapkens en Derk Jans Kremer, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Lukje Ottens in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Jantje (5) en Willemina (3) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 118 Car gld 12 st 1 du, en 20 Car gld voor het lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een huis en tuin buiten de Herepoort, door hemzelf bewoond. Inde kantlijn: binnenstaande 138 Car gld 12 st 1 du zijn ten onrechte vermeld als voor de pupillen, de helft zijnde 69 Car gld 6 st 1 du was bedoeld. Gerectificeerd dd 24 april 1809. Fol 277v-278 – 2 juni 1808 – Willem Scholtens, vader en boedelhouder, en Roelf Craaijboer, Jan Davids en Hindrik Scholtens, voormond en voogden over zijn 4 minderjarige kinderen bij wijlen Trijntje Roelfs in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Jan (11), Susanna (10), Roelf (7) en Geertruid (4) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 158 Car gld 7 st 6 du, en 20 Car gld voor het lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een woning aan de zuidzijde van de Violenstraat, door hemzelf bewoond. Fol 278v-279 – 13 juni 1808 – Mr. T.H. Tresling, met procuratie dd 13 juni 1808 van Geertruida Gijsberta van Randwijck, weduwe van Philibert Lijphart van der Steege – overleden in 1799 -, en Herman Trip en Johan Feulleson de Bruijn, voogden over hun minderjarige dochtertje in echte verwekt, mede voor de voormond Jacobus van der Steege, hebben overeenstemming over vaders 1462-91 (1795-1809) Pag 70 nalatenschap. Moeder bezit geen goederen en over vaders nalatenschap kunnen geen afspraken worden gemaakt. Moeder zal haar dochter Henrica Struijk (11) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De erfenis van de pupil van haar grootmoeder Henrica Struijk berust conform haar testament nog bij haar grootvader Jacobus van der Steege en blijft pro memorie.Voor de pupil blijven 2 Friesche Lands-obligaties , ieder van 500 Car gld, nrs 277 en 2774. Daarnaast enig goud en zilver in de inventaris. Moeder krijgt het eigendom van de goederen. Fol 279-280 – 27 juni 1808 – Harmannus van Sprangen, vader en boedelhouder, en Bernardus Filippus Toben, Jan Colt en Nicolaas Caspers, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Arendje Keisers – ook Caspers – in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. De erfenis van de pupillen is 178 Car gld 12 st 2 du. Vader betaalt 5% rente. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een woning aan de westzijde van Haddingestraat, door hemzelf bewoond. In de kantlijn: cessat voor Avien zie qb fol 40 dd 22 november 1810. Fol 280-280v – 4 juli 1808 – Jacob Woelesius, Bastiaan Clewits en Obbo Woldendorp, voormond en voogden over de minderjarige dochter van Timon Veltman bij Wilhelmina Woelesius – voor 1806 overleden – in echte verwekt, en Willemina Veltman en Lubbert Feitser Sap (el), hebben overeenstemming over de moederlijke nalatenschap. De mombers krijgen 5 matten hooiland op de Westerbroekster Zuidermade en nog 5 dergelijke matten. Ten N weduwe Wijndels en cons, ten O Roelf Huisman, ten Z Albert Reinders, ten W het Drentsche Diep en de hoek van Smakkershorn. Prijs 1066 Car gld Een recht van gereserveerd eigendom over een behuizing aan de westzijde van de Nieuwe Boteringestraat, conform verzegeling dd 18 juni 1796 ten laste van Willem Medendorp en vrouw. 2e Comparant krijgt 4 matten op de Westerbroekster Zuidermade, de Roskam genaamd. Ten N en O het gemelde erfland, ten Z Roelf Huisman, ten W weduwe Wijndelts. Prijs: 400 Car gld. Ieder partij heeft zijn aandeel in effecten ontvangen. Fol 280v-281v – 28 juli 1808 – Jan Reint Sluis en Antje Jacobs (el), maken testament. Langslevende mag curatoren aanstellen voor hun minderjarige zoon. Gezegeld te Groningen dd 15 oktober 1804 toen Justus Datho Quintus, Wijtzius Hindrik Lohman, Lambertus Beckering en Willem Siccama burgemeesters waren. Antje Jacobs, weduwe van Jan Reint Sluis, stelt aan tot executeurs en curatoren over haar zoon Reint Jan Sluis: Meindert Sluis, wonend te Kropswolde, haar broer Egbert Jacobs te Veendam en Stoffer Boerma te Groningen. Getekend te Groningen dd 1 juli 1808. Fol 281v-282v – Predikant Zeno Bacham [?] en Rebecca Wilhelmina Abresch maken testament. De man handhaaft zijn testament te Groningen dd juni 1780 met zijn toenmalige vrouw Catharina Maria Coopsen heeft vastgelegd. Het huwelijkscontract dd 23 juli 1794 met zijn huidige vrouw eveneens. Hij houdt zich het recht voor de verdeling van zijn erfenis tussen zijn vrouw en zijn kinderen per handschrift nader te bepalen. Gezegeld te Groningen dd 30 juli 1796. 1462-91 (1795-1809) Pag 71 Zij stellen (schoon)vader professor J. Abresch en de weledelgestrenge heer Mr. Pieter Govert van Iddekinge aan tot voogden over hun dochter Johanna Petronella Elizabeth Bachiene. Getekend te Groningen dd 25 oktober 1805. Fol 282v-283v – 14 september 1808 – Pieter Damsté, vader en boedelhouder, en Willem Beekhuis, Johannes Jacobs Damsté en Jan Beekhuis, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Martha Beekhuis in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 20 augustus 1800 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Harmannus Beekhuis (6) en Jan Suinningh (1) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 2859 Car gld. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan de oostzijde in het wijde van de Heerestraat, door hemzelf bewoond een behuizing in de St. Jansstraat, door oud-vaandrig J.S. Damsté bewoond. Fol 283v-284 – 26 september 1808 – Lammegien Buining, weduwe van Lambert van der Veen – overleden in 1804 -, moeder en boedelhoudster, en Gosse Hindriks, Harm Hindriks en Roelf Buining, voormond en voogden over hun 3 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap. De nadelige staat van de boedel is groter dan de profijtelijke. Moeder zal haar kinderen Tjeert (11), Derk (9) en Roelf (8) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan de Noorderhaven, door haarzelf bewoond. Fol 284-285 – 3 oktober 1808 – Abraham Jans Bunt, vader en boedelhouder, en Johannes Kram, Willem Scholtens en Andries Bunt, voormond en voogden over zijn 6 minderjarige kinderen bij wijlen Sophia Kram in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Jan (15), Johannes (12), Berend (12), Augustinus (10), Anna (7) en Titia (4) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 66 Car gld 5 st 4 du. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan de zuidkant van de Nieuwe Boge, door hemzelf bewoond. Fol 285-285v – Abraham Hartog Hes, vader en boedelhouder, en Abraham Levi Israels, Israel Joseph de Jongh en Moses Isaks van Coevorden, voormond en voogden over zijn 3 minderjarige kinderen bij wijlen Engel Sander Cohen – overleden in 1804 – in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader en moeder zijn van de Joodse religie en conform die religie getrouwd. De kinderen krijgen conform een Ketuba van 20 Ab 5556 (20 jui 1796) 1000 Car gld. Daarnaast hebben zij recht op het lijfstoebehoor à 500 Car gld. De kinderen krijgen als legaat van de vader 1500 Car gld toegewezen. Samen hebben de kinderen dus recht op 3000 Car gld. Vader zal zijn kinderen Sander Abraham (11), Caatje (7) en Engel (5) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan hun erfenis. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan de westkant van de Herepoort, door hemzelf bewoond een behuizing aan de westkant van het Schoolholm, door M.L. van Praag bewoond Fol 286-286v – 20 oktober 1808 – Leendert Scheen, vader en boedelhouder, en Frederik Tuusman, Joseph Tuusman en Antoon Naber, voormond en voogden over zijn 5 minderjarige kinderen bij wijlen Catharina Tuusman in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader 1462-91 (1795-1809) Pag 72 behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Leendert (17), Mattheus (15), Alagonda (13), Johannes (9) en Servaas (5) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 125 Car gld 8 st. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing in de Sledemennerstraat, door hemzelf bewoond. Fol 286v-287 – 24 oktober 1808 – Petrus Gerrit Kroon, getrouwd geweest met Maria Swaak, weduwe van Jan Sijl, en Geert Swaak, Willem Cremer, voogden over de voorzoon van de moeder – met procuratie dd 21 oktober jl van de voormond Jacob Harkes - hebben overeenstemming over de moederlijke nalatenschap. De pupil heeft recht op 46 Car gld 2 st 1 du. De stiefvader zal de pupil tot zijn 18e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 100 Car gld. De afkooppenningen uit de brief dd 24 juli 1794 blijven gehandhaafd. 1e Comparant behoudt de gehele boedel en krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan de oostkant van de Gelkingestraat, door hemzelf bewoond. Fol 287-288 – 24 oktober 1808 – Doetje Harkes, weduwe van Wessel Cloosterhuis, moeder en boedelhoudster, en Jurd Boerma – mede voor de voogd Sikko Staal, gedurende de scheiding voor Willem Georg Vijge – en Geert Ockes, voormond en voogd over hun 2 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over vaders nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 2 mei 1783 in ongemeenschap van goederen. De waarde van de boedel is 3269 Car gld 10 st. Door de echtgenoot is niets ingebracht, door de moeder 686 Car gld en door haar aangeërfd 1773 Car gld, samen 2459 Car gld. Van de meerwaarde krijgt de moeder de helft, dus 405 Car gld 5 st. De oudste krijgt nu zijn deel à 135 Car gld 3 st 2½ du. Moeder zal haar minderjarige kinderen Jan (16) en Jantien (8) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan hun erfdeel, en 50 Car gld voor vaders lijfstoebehoor. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing, stal en kamer, die apart wordt verhuurd, aan de westkant van de Nieuwe Boteringestraat, door haarzelf bewoond de beklemming van ca 14 grazen land buiten de Boteringepoort bij de Rijskampen Fol 288v-289 – 21 november 1808 – Beerta Houwing, weduwe van Jan Reitz – overleden in 1804 -, moeder en boedelhoudster, en Cornelis de Haas, Constantinus Houwing – mede voor medevoogd Arend ten Post - voormond en voogd over hun 2 minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Harmannus (16) en Harm (10) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 66 Car gld 12 st. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een huis ten noorden Achter de Muur tussen de Boteringe- en Ebbingestraat, door haarzelf bewoond. Fol 289-290 – 22 december 1808 – Harmannus Tijssens Wijnstok, vader en boedelhouder, en Lippe Doornbos, Jan Wijnstok en Egbert Doll, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Elisabeth Eling in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Lamina (11) en Thies (8) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 405 Car gld 15 st, en 62 Car gld voor het lijfstoebehoor. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing een de zuidkant van het Zuiderdiep, door hemzelf bewoond een tjalkschip, door hemzelf bevaren. 1462-91 (1795-1809) Pag 73 Fol 290-291 – 22 december 1808 – Geesien Bloemhof, weduwe van Meerten Monningh, moeder en boedelhoudster, en Pieter Monningh, Cornelis J. Monningh en Jacobus Noordhoff, voormond en voogden over hun minderjarige dochtertje, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 17 maart 1796 in ongemeenschap van goederen. In het huwelijk is 32150 Car gld 11 st 5 du aangewonnen. De helft is daarvan voor de pupil. Daarbij komt het aangeërfde goed van de vader, groot 3468 Car gld 8 st 1 du. Er vanaf gaat de helft van de schulden à 93 Car gld 8 st 4 du. Voor de pupil is daarmee beschikbaar 19000 Car gld 5 st 3 du. Het lijfstoebehoor is 200 Car gld waard. Moeder zal haar dochter Swaantje (6) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan haar erfenis. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een restant koopschat over een behuizing te Onderdendam ten laste van Jan Ottens en vrouw het eigendom van 21 grazen land in de Paddepoel, beklemd in gebruik bij Jan Hemmes en vrouw het eigendom van 5 grazen land onder Helpman, beklemd in gebruik door de weduwe van Kobe H. Makken het eigendom van 15 grazen land onder Uithuizen, gebruikt door Theodorus Berends het eigendom van 15 jukken land te Vierhuizen, gebruikt door Arend Geerts en vrouw het eigendom van 9 jukken land te Westernieland, gebruikt door Hindrik Pieters en vrouw een restant koopschat over de beklemming van C. Monningh te Onderdendam 1/16 portie in het smakschip “de vrouw Johanna”. Fol 291-293 – 5 januari 1809 – Catharina Maria Timmer, weduwe van Johannes Schuiten, moeder en boedelhoudster, en Harmannus Schuiten, Gerhardus Schuiten en Harmannus Timmer, voormond en voogden over hun 3 minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 22 april 1802. De waarde van de door vader ingebrachte goederen is 5209 Car gld 11 st 7 du. De waarde van de boedel is nu 1101 Car gld 6 st 6 du. Tezamen is aangebracht en aangeërfd 9148 Car gld 5 st 7 du. Het verlies gedurende het huwelijk is daarmee 8046 Car gld 19 st 1 du. De kinderen dragen daarvan de helft. Blijft over 1186 Car gld 2 st 2 du. Hiervan behoudt de moeder de helft gedurende haar leven. Blijft over voor de pupillen 593 Car gld 1 st 1 du. B. Teijssens, die koopman Bernardus Schuiten had gemachtigd dd 4 januari 1809, stelt zich borg. Moeder zal haar kinderen Harmannus Filippus Jacobus (6), Johannes Harmannus Mattheus (4) en Josephus Johannes Ambrosius (3) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan hun erfdeel. De mombers zullen opgave doen van mandelig dubieuze boekkredieten. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan de westkant van de Oosterstraat. Fol 293v-294v – ongedateerd, ca 28 januari 1809 – Schipper Jan Ottes Boon en Aaltje Jans, maken testament. Langstlevende mag executeurs en curatoren aanstellen. Getekend en gezegeld te Groningen dd 17 mei 1799. Aaltje Jans stelt aan als voogden over haar 3 minderjarige kinderen Fokelina, Trientje en Dauwina: Dauwe Ottes Boon en Pieter Ottes Boon, wonend te Martenshoek. Getekend te Groningen dd 28 januari 1809. 1462-91 (1795-1809) Pag 74 Fol 294-295v – 9 januari 1809 – Baerend Dijk, vader en boedelhouder, en Matthies Buitenwerf, Klaas Buitenwerf, en Pieter Dijk – gedurende de afwezigheid van Jan Dijk – te Hengelo, voormond en voogden over zijn minderjarige dochtertje bij wijlen Geertje Buitenwerf in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 28 april 1801. Aangeërfde goederen hadden moeten zijn geïnventariseerd. Dit is echter verzuimd. De waarde van de boedel is 1208 Car gld. Vader zal zijn dochter Catharina (2) tot haar 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan de meerwaarde. Doodskosten vereffend met het lijfstoebehoor. Dubieuze boekkredieten blijven mandelig, alsmede een onverrekende erfportie van wijlen de tante van de overledene weduwe F.T. Buitenwerf, alsmede de erfportie van wijlen een tante, de vrouw van Steven van Delden. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan de zuidkant van de Noorderhaven, door hemzelf bewoond. Fol 295v-297v – 16 februari 1809 – Balthasar Daniel van Idsinga en Margaretha Theodora Collot d’ Escurij maken testament. Langstlevende mag executeurs en curatoren aanstellen.Getekend en gezegeld te Groningen dd 7 april 1803 toen Justus Datho Quintus, Wijtzius Hindrik Lohman, Lambertus Beckering en Willem Siccama burgemeesters waren. Testament is geopend dd 13 oktober 1807. Balthasar Daniel van Idsinga stelt aan als curatoren over zijn 3 minderjarige kinderen bij wijlen Margaretha Theodora Collot d’Escurij: Mr. Hindrik baron Collot d’Escurij, heer van Naaldwijk en Sliedrecht, wonend te ’s Gravenhage, Mr. Henric baron Collot d’Escurij, erfwatergraaf uit de NederAlblasserwaard, wonend mede aldaar, P.G. van Iddekinge, assessor bij het Landdrostambt in het departement Groningen. De minderjarige kinderen zijn Mr. Simon Petrus van Idsinga (25), Hendric van Idsinga (20) en Jan Willem van Idsinga (17). Getekend te Groningen dd 14 februari 1809. Fol 297v-298v – 23 februari 1809 – Jurjen Barlagen, vader en boedelhouder, en Johannes Stuts, Edzo Heikens en Jan Ebeling, voormond en voogden over zijn 2 minderjarige kinderen bij wijlen Hinderica Jurjens Priem in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn kinderen Jan (8) en Bouwina (3) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 500 Car gld, en 50 Car gld voor het lijfstoebehoor. Het goud en zilver is ook voor de pupillen. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan de westkant van de Oude Kijk in ’t Jatstraat, door hemzelf bewoond. Fol 298v-299v – 6 maart 1809 – Maria Mulder, weduwe van Willem Holsbergen, moeder en boedelhoudster, en Jan Holsbergen, Conraad Holsbergen – mede voor medevoogd Jan Haak – voormond en voogd over hun 3 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar kinderen Johannes (11), Jacob (8) en Willem (5) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 700 Car gld. Doodskosten vereffend met het lijfstoebehoor. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een huis op de Nieuwstad een gereserveerd eigendomsrecht over een behuizing in de Oosterstraat ten laste van H. Schreuder. 1462-91 (1795-1809) Pag 75 Fol 299v-300 – 30 maart 1809 – Grietje Geerts Jonkhoff, weduwe van Jan Bouwes – overleden in 1804 -, moeder en boedelhoudster, en Izaak W. Gorter, Albert Geerts Nieveen en Andries Geerts Jonkhoff, voormond en voogden over hun 4 minderjarige kinderen in echte verwekt, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap. De schadelijke staat van de boedel overtreft de profijtelijke. Moeder zal haar kinderen Bouwe (19), Geert (16), Berend (14) en Andries (9) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. Doodskosten vereffend met het lijfstoebehoor. Moeder krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing in de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat, door haarzelf bewoond. Fol 300-301 – 30 maart 1809 – Jan Hindrik Smit, vader en boedelhouder, en Hindrik Raven, Jacob Smit en Hindrik Webes, voormond en voogden over zijn minderjarige zoon bij wijlen Sijpke Berends Flothuis, hebben overeenstemming over haar nalatenschap. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn zoon Geert (19) tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 1058 Car gld 3 du. Dubieuze posten blijven mandelig. Vader krijgt het eigendom van de goederen waaronder een behuizing aan het Zuiderdiep bij de Jonkerenstratenboge, door hemzelf bewoond een kamer daarachter een woning aan de oostzijde van de Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat de beklemming van 4 grazen land buiten de A-Poort onder het Stadshamrik. Fol 301-302 – 30 maart 1809 – Anna Bolmans, weduwe van Derk Reinberg, moeder en boedelhoudster, en Jan Tiddens, Jan Oomkes en Jan Forster, momber en voogden over hun minderjarige zoontje in echte verwekt, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap. Moeder behoudt de gehele boedel. Zij zal haar zoon Pieter (4) tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 150 Car gld 4 st. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder het recht van een gereserveerd eigendom over een behuizing in de Kleine Peperstraat ten laste van H. Hemmes en vrouw. Fol 302-304 – Maria Smit, weduwe van Albert Brondsema, moeder en boedelhoudster, en Johannes Brondsema, Leonardus Hugonius Brondsema en Jacob van Assen, momber en voogden over hun 2 minderjarige kinderen, hebben overeenstemming over de vaderlijke nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 1 november 1794 in gemeenschap van goederen, maar langstlevende behoudt de helft en een kindsdeel. De waarde van de boedel is 14520 Car gld. De portie van de kinderen is 4840 Car gld. Vaders lijfstoebehoor is 175 Car gld waard. Moeder zal haar kinderen Annigje (14) en Jacoba (9) tot hun 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan hun erfdeel. Moeder krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing aan de noordkant van het Zuiderdiep, door haarzelf bewoond een woning mede aldaar, gehuurd door koopman E. Pinto een woning mede aldaar, gehuurd door Grietje Plenters en cons een woning mede aldaar, gehuurd door Jantien Zelhuisen een woning op de Nieuwstad, gehuurd door Lazarus Moses een woning mede aldaar, gehuurd door Grietje Sibon een woning mede aldaar, gehuurd door B.H. van Maagdenburg een woning in de Ruiterstraat, gehuurd door Koert Harms en cons. 1462-91 (1795-1809) Pag 76 Fol 304-305 – 24 april 1809 – Harmannus Eekhoff Hz, vader en boedelhouder, en Teunis Hoeksema, Nomdo Zuidema en Gerhardus Eekhoff, momber en voogden over zijn minderjarige zoontje bij wijlen Geesje Haak in echte verwekt, hebben overeenstemming over haar nalatenschap, conform huwelijkscontract dd 10 oktober 1799 in gemeenschap van goederen. Vader behoudt de gehele boedel. Hij zal zijn zoon Hindrik (8) tot zijn 20e onderhouden en laten onderwijzen. De mombers krijgen dan 222 Car gld 5 st 4 du. Dubieuze posten blijven mandelig. De erfenis van E. Hoeksema blijft hier pro memorie. Vader krijgt het eigendom van de goederen, waaronder een behuizing aan de oostkant van de Oude Boteringestraat, door hemzelf bewoond. Fol 305-305v – 18 mei 1809 – H.J. Rijpma, weduwe van J. Willinge, te Peize, en Mr. J.A. Willinge te Oldeberkoop, Mr. J.H. Willinge te Assen en J.H. Bolt te Groningen, momber en voogden over het minderjarige dochtertje van M. van Heijningen Bosch en wijlen M.L. Willinge in echte verwekt, en M. van Heijningen Bosch, als vader belast met de opvoeding van zijn kind, komen overeen het jaargeld voor de opvoeding zoals vastgelegd in een handschrift te Peize dd 8 april 1796, te verhogen. 1e comparant als grootmoeder van dit kind, zal vanaf nu 400 Car gld per jaar betalen. De declaratie van M. van Heiningen Bosch aan mevr. Willinge dat hij het jaargeld uit het handschrift van 8 april 1796 tot aan 1814 heeft ontvangen, wordt vernietigd. De weeskamer wordt verzocht dit te registreren. Getekend te Groningen dd 15 mei 1809. Fol 306 – Theodorus Jan Keiser en Martje Schierbeek (el) maken testament. Zij reserveren voor zich het recht om executeurs en voorstanders aan te stellen. Getekend dd 31 december 1805. T.J. Keiser, weduwnaar van Martje Schierbeek stelt als voogden over zijn minderjarige kinderen aan zijn broeder Mr. J.H. Keiser, T. Folmer en E. Eggers. Getekend te Groningen dd 1 oktober 1807. 1462-91 (1795-1809) Pag 77 A A, Jacob van der, 65 Aalderiks, Matje, 65 Aaldring, Jan Berends, 67 Abraham, Hartog, 56 Abraham, Joseph, 56 Abrahams, Grietje, 12 Abrahams, Jacob, 24, 51 Abresch, J., 72 Abresch, Rebecca Wilhelmina, 71 Adams, Adam, 12 Adams, Corn., 13 Adams, Jan, 12, 20 Aikes, Jan, 7, 20, 59 Albers, Hillegien, 51 Albers, Jan, 70 Albers, Luitjen, 21 Albers, Roelf, 9 Alberts, Albert, 51 Alberts, Cornellisje, 9 Alberts, Elisabeth, 19 Alberts, Jacob, 63 Alberts, Jan, 16 Alberts, Jochem, 11 Alberts, Roelf, 58 Alberts, Tietje, 10 Albronda, Sijbrand, 52 Alders, Geert, 58 Alders, Jan, 32, 63 Alders, Sijke, 58 Alderts, Annegien, 32 Aling, Durandus, 34 Aling, Willem, 34 Alingh, Albert, 34, 35 Alingh, Ellegonda, 35 Alingh, Jan, 35 Alingh, Warmold, 35 Alingh, Willem, 35 Allers, Hindrik, 51 Alsem, Bondina, 42 Ameshoff, Lucia, 47 Ampses, Margien, 37 Andries, Hindrik, 12 Antoni, Berend, 67 Arend, Lourens, 21 Arends, Roelf, 39 Arents, David, 10 Arents, Hinderk, 25 Arents, Jan, 22 Arkema, Anna, 54 Arkema, Gerrit, 54 Artel, Evert, 32 1462-91 (1795-1809) Artel, Johannes Fokke, 65 Assen, Clasien Hindriks van, 50 Assen, Jacob van, 69, 76 Assen, Jan van, 50 Assewe, Margie Roelfs, 31 Ates, Hindrik, 35 Auken, Jan, 21 Auken, Willempje, 21 Auwerda, Petrus Hofman, 58 B Bacham, Zeno, 71 Bachiene, Johanna Petronella Elizabeth, 72 Backer, Dirkje Claasens, 13 Backer, Jan Claasen, 13 Backer, Jan Claassen, 14 Backeren, Jantien van, 29 Bakker, Berend Berends, 57 Bakker, Dirkjen Claassen, 13 Bakker, Gerrit, 21 Bakker, Jan, 23 Bakker, Metje Berends, 57 Bakker, Willem Berends, 57 Bakker, Willem Berents, 7 Bakkerling, Jannes, 45 Bakkerling, Sjoerd Harms, 36 Barenbroek, Jan, 10, 38, 58 Bareveld, Leentje Dudlief, 46 Barlagen, Jurjen, 75 Barts, Gerrit, 12 Bauer, Henrikus Antonius, 15 Baving, Jan, 37 Bazuin, Lammert, 57 Bazuin, Pieter, 57 Beckering, Hendrik, 27 Beckering,, Jan, 27 Beekhuis, Harmannus, 72 Beekhuis, Jan, 72 Beekhuis, Martha, 72 Beekhuis, Willem, 72 Beekman, Berend H., 49 Beerends, Aurelia, 4 Beerends, Pieter, 24 Bekenkamp, Lubbartus, 61 Bekker, Jan Derks, 16 Bekkering de Vries, Gerhardus, 63 Bentem, Jacobus, 18 Bentla, Jan, 33, 45 Berchuijs, Jacob van, 16 Berchuis, Ubbo Emmius van, 8 Berend, Dina, 60 Berends, Gezijn, 30 Pag 78 Berends, Hindrik, 67 Berends, Hindriks, 48 Berends, Jan, 46, 64 Berends, Klaas, 32 Berends, Theodorus, 74 Berends, Trijntje, 44, 61 Berends, Weinder, 67 Berents, Harmannus, 28 Berg, Barend van den, 38 Berg, Catarina van den, 25 Berg, Gerrijt van den, 25 Berg, Hinderikus van den, 57 Berge, T.A. ten, 51 Bergen, Antoni van, 62, 67 Bergen, Jan Anthonij van, 7 Bergen, Pieter van, 21, 48, 54 Bergen, Trijntje van, 67 Berghuis, Jacob van, 16 Bering, Anna Geertruida, 39 Bering, Joseph, 39 Bernardus, Edde, 27 Bertling, Adriaan, 11 Besling, Harm, 63 Beukema, Writser, 56 Beuning, Albert, 43 Bieleveld, Pauwel, 52 Bijleveld, Paul, 63 Bijssum, Harm Hindriks, 3 Bijssum, Harm van, 63 Bijssum, Stijntje van, 63 Bingman, David, 2 Blaauw, Jacob, 14 Blankstein, Henricus, 64 Blaupot, J.J., 31 Bleeker, Gerhardus Nicolaas, 36 Bleeker, Hindrik Harms, 48 Blijleveld, Willem, 66 Blink, Roelf, 65 Bloem, Berend, 53 Bloem, Egbert, 53 Bloem, Harm, 53 Bloem, Hindrik, 53 Bloemhof, Geesien, 74 Blok, Antoni, 65 Boekes, Boeke, 59 Boekes, Harm, 59 Boelens, Alkje, 31 Boelens, Arend, 51 Boelens, Foeke, 15 Boelens, Jan, 31, 59 Boer, Elias de, 44 Boer, Harm, 40, 43, 51 Boer, Jan A. de, 28 Boer, Jan de, 29 Boer, Jan Derks de, 39 1462-91 (1795-1809) Boer, Jan Hindriks, 68 Boer, Jan Willems de, 59 Boerema, Geert, 47 Boerema, Julte, 29 Boerma, Freerk Gerrits, 41 Boerma, Hindrik, 43 Boerma, Jan, 41 Boerma, Jan Harms, 41 Boerma, Jan Willems, 70 Boerma, Jurd, 73 Boerma, Klaas, 48 Boerma, Stefen Gerrits, 41 Boerma, Stoffer, 71 Boers, Carolus, 47 Bois de Donelack, Maria Magdalena du, 47 Bois, Willem de, 66 Boiting, Elisabeth Jans, 11 Bolhuis, A.P. van, 32 Bolhuis, Abel Popko van, 10, 32 Bolhuis, Albert Popkes van, 41 Bolhuis, Albert van, 10 Bolhuis, Berent van, 2 Bolhuis, C.M. van, 30 Bolhuis, Harm Jans van, 42 Bolhuis, Jan van, 2 Bolhuis, Maria Popkes van, 41 Bolhuis, Thies, 69 Bolmans, Anna, 76 Bolmeijer, C., 56 Bolmeijer, Rutgert, 17 Bolt, J.H., 77 Bolt, Jan Hindrik, 38 Bons, Jan Hindriks, 55 Bont, Hindrik Koenes, 15 Bontekoe, Hindrik, 29 Bontekoe, Sikke, 40 Bontekoe, Sikke Geerts, 2 Bontekoe, Tonnis Geerts, 2 Boogh, Freerk van den, 4 Boon, Dauwe Ottes, 74 Boon, Jan Ottes, 74 Boon, Pieter Ottes, 74 Borst, Tjapke Cornelis, 13 Borst, Tjapke Egberts, 13 Bos, Claas, 63 Bos, Jan, 6 Bos, Jan Pieters, 12 Bos, Sikke Harms, 47 Bos, weduwe, 3 Bosch, Derk, 27 Bosch, Johannes, 32 Bosman, Jan, 48 Boss, Geert Harms, 47 Boukes, Harm, 59 Boukes, Wijbren, 42 Pag 79 Bour, Jan Hindriks, 68 Bouwcamp, Jan, 21 Bouwers, Hindrik, 19, 24, 67 Bouwes, Jan, 76 Bouwkamp, Jan, 31 Bouwman, Jacob, 18, 30, 49 Braam, H.A., 22 Braam, Hendericus, 70 Braam, Henderikus, 22 Braam, Henricus, 70 Braam, Hermannus Arnoldus, 70 Braam, Hinderikus, 34 Braam, Hindrik, 52 Braam, J., 56 Braam, Jacobus Numan, 36 Brands, Jan, 17 Brands, Lammert, 7 Brau, Roolf P., 14 Braun, Hindrik Johan Jacob, 36 Brauns, Johan P., 11 Brink, Egbert, 55 Brink, Jan Willems, 55 Brink, Rindeltje, 55 Brink, Willem, 55 Brock, Hindrik, 33 Brockes, Collonel, 46 Brockes, G.H.W., 46 Brockes, George Hindrik Willem, 45 Brockes, J.W., 46 Broeksmit, Hindrik, 52 Brommelcamp, T.J., 21 Brondsema, Albert, 76 Brondsema, Johannes, 76 Brondsema, Leonardus Hugonius, 76 Brongers, Hajo, 50 Brongers, Jullemius, 67 Brongers, Lubbina, 7 Brons, Hinderk Jans, 49 Broos, Trijntje, 19 Broun, N., 16 Brouwer, Derk H., 21, 64 Brouwer, Elizabeth, 64 Brouwer, Hindrik, 64 Brouwer, IJtze Gerbens, 5 Brouwer, Wijtze, 5 Bruce, W.J., 45 Bruce, Walter Jean, 41 Brueker, Jannes, 14 Brugma, D., 64 Brugma, Dieters, 17 Brugsma, D., 26 Bruining, G., 65 Bruining, Gerhardus, 48, 65 Bruining, Harmannus, 48, 65 Bruins, Derk, 17, 52 1462-91 (1795-1809) Bruinvoort, Hendrik, 14 Bruinvoort, Hindrik, 9 Budde, Christoffer, 17 Budde, Geertruid Henderika, 17 Buil, Gerrit Jans, 34, 44 Buining, Lammegien, 72 Buining, Reinder, 32 Buining, Roelf, 72 Buirema, Aaldrik, 2 Buirema, Barbara, 2 Buissink, Gerardus, 25 Buitenwerf, F.T., 75 Buitenwerf, Geertje, 75 Buitenwerf, Klaas, 75 Buitenwerf, Mattheus, 31 Buitenwerf, Matthies, 75 Bulthuis, Lambertus, 56 Bulthuis, Menzo, 56 Bunt, Abraham Jans, 72 Bunt, Andries, 72 Bus, Abraham, 66 Bus, Jan, 66 Busscher, Derk, 60 Bussemaker, Izaak Jans, 8 Buurma, Izebrand, 59 C Calkar, Hindrik van, 42, 54 Camphoff, Harm, 32, 52 Carssens, Gerrijt, 31 Caspari, Jurjen, 21 Caspers, Arendje, 71 Caspers, Nicolaas, 71 Cate, Derk ten, 60 Cate, Dirck ten, 60 Cate, Jan Jacob ten, 60 Charro, Jan de, 16 Christiaans, Jan, 41 Claassens, Teeke, 14 Clasens, Aaltje, 45 Clasens, Aldert, 30 Clasens, Coert, 30 Clasens, Lammert, 39 Clasens, Tidde, 28, 49 Clazen, Jan, 22 Clewits, Bastiaan, 71 Cloeks, Hinderika, 57 Cloosterhuis, Wessel, 73 Cloppenburg, Berend, 46 Cloppenburg, Lena, 46 Cock, Cornelis de, 6 Cock, Mettina Margaretha de, 6 Coeverden, Catharina Mechelina van, 8 Coeverden, J.J.W. van, 8 Pag 80 Coeverden, W.C. van, 8 Coevorden, Moses Isaks van, 72 Cohen, Engel Sander, 72 Collot d’Escurij, Henric baron, 75 Collot d’Escurij, Hindrik baron, 75 Collot d’Escurij, Margaretha Theodora, 75 Collot d’Escurij, Margaretha Theodora, 75 Colt, Jan, 71 Conneman, Jan Otto, 14 Conring, mevr., 18 Conring, mevrouw, 17 Cool, Jan G., 22 Cool, Wolter Geerts, 22 Coolhaas, Mattheus, 36 Coopmans, Adolphus, 42 Coopmans, Neeltje, 42 Coopsen, Catharina Maria, 71 Copinga, Hindrik, 39, 65 Copinga, Wilhelmus, 30, 39, 65 Coppen, Lammert, 51 Cornelis, Geert, 66 Cornelis, Jacob, 56 Cornelis, Wijbrand, 4 Cornellis, Anna, 7 Craaijboer, Roelf, 70 Craijenborg, Elze Wessels, 17 Cramer, Hillebrand, 25 Cramer, Jacob, 60 Cramer, Jan M., 29 Cramer, Pieter, 39 Crebas, Catharina Maria, 27 Crebas, Jan Adam, 27 Crebs, Conraad, 27, 46 Creemer, Elizabet Pieters, 22 Cremer, Abraham, 55 Cremer, B.P., 5, 21 Cremer, Berend, 59 Cremer, Berend P., 22 Cremer, Berend Popkes, 13 Cremer, Elisabet Pieter, 22 Cremer, Elizabet Pieters, 22 Cremer, G., 22 Cremer, Gerhardus, 34, 70 Cremer, Helena Maria, 22 Cremer, Jan Derks, 27 Cremer, Jan Doedens, 36 Cremer, Pieter, 55 Cremer, Willem, 15, 73 Cremers, Petrus Campegius, 64 Cremers, Willem, 15 Crimpen, Hubertus van, 48 Crimpen, Maria Clasina van, 48 Crispijn, IJltjen, 25 Crispijn, Spine Alberts, 26 Croeser, Jan, 11 1462-91 (1795-1809) Crone, Philippus Henricus, 39 Crone, Wernerus Antonius, 39 Cuperus, Sibina, 66 D Dalen, Roelf van, 52 Dam, J. van, 27 Dam, J.W. van, 47 Dames, Frans, 55 Dammen, Claas van, 5 Dammen, Reinder Pieters van, 7 Dammen, Renske van, 5 Damsté, G., 34, 35 Damsté, J.S., 72 Damsté, Johannes Jacobs, 72 Damsté, Pieter, 72 Davids, Anna, 50 Davids, Jan, 14, 70 Deelman, Engelbertus, 45 Deelman, Harmptje, 45 Deelman, Lubbertus Hofstede, 45 Deelman, Wessel, 45 Degenhard, Hindrik, 42 Delahai, Jacobus, 67 Delden, Judith Gerrijts van, 8 Delden, Steven van, 75 Delft, Jacoba Jelis van, 16 Delft, Jan van, 16 Derks, Albertien, 46 Derks, Anje, 56 Derks, Derk, 67 Derks, Geert, 45 Derks, Hindrik, 45 Derks, Ubbe, 49 Derksema, Derk Staats, 48 Derksema, S., 3 Derksma, Derk Haats, 32 Derksma, Derk Staats, 45 Deurwaarder, Jan, 41 Diephuis, Elisabeth, 7 Diephuis, Jan, 7 Dijck, Lucea Helena, 34 Dijk, Albertje, 31 Dijk, Allida, 31 Dijk, Baerend, 75 Dijk, Brechje, 31 Dijk, Cornelia, 57 Dijk, H., 34 Dijk, Herman, 56 Dijk, Jacob, 31 Dijk, Jan, 75 Dijk, Pieter, 75 Dijken, Harm van, 2 Dijkhuis, Etje Wessels, 62 Pag 81 Dijkhuis, Hindrik Wessels, 62 Dijkhuis, Willem, 36 Dikken, Egbert, 38 Dikken, Harm, 38 Dingstede, Hindrik, 10 Doedens, Andries, 33, 61 Doedens, Harm, 33, 61 Doijes, Klaas, 19 Doll, Egbert, 73 Doll, Harmannus, 50 Doojes, Klaas, 20 Doornbos, Lippe, 73 Doornbusch, Jan Pieter, 70 Dopheide, Harm, 9, 43, 67 Dopheide, Jan, 67 Douwes, Jantje, 70 Draper, Dominicus, 55 Draper, Maria Theresia, 55 Dreeuwes, Jan, 34 Drenth, Harm Jacobs, 51 Drewes, Gallus Jacobus, 40 Drewes, Hindrik, 23 Drewes, Jan, 45 Drewes, Jan Willem, 18 Drewes, Jan Willems, 23 Drewes, Jurjen Nicolaas, 40 Drews, Etje, 59 Drews, Hindrik, 54 Drews, Jan Willem, 52 Drews, Jan Willems, 54 Driessen, A.P., 19 Drost, Helena, 33, 45 Dubbelboer, Frerik, 5 Duin, Adriaan, 63 Duinen, Alderd van, 16 Duinen, F. van, 55 Duinen, Jacob van, 34 Durlen, Carel Justus, 6 Durlen, Pieter, 6 Dutrij, Philip, 50 E Ebeling, Jan, 75 Eberwein, Coenraad, 36 Ebes, Mennolts, 54 Ebling, Jan, 25 Eddes, Pieter Jacobs, 21 Eekhoff, Gerhardus, 77 Eekhoff, Harmannus, 2, 77 Eekhoff, Theodorus, 2 Eekholt, Albartus, 43 Eelkman, Jan Willem, 19 Egberts, Harm, 39 Egberts, Petronella, 54 1462-91 (1795-1809) Egberts, Willem, 54 Eggers, E., 77 Eilders, Arend, 43 Eilders, Catharina, 48 Eilders, Matthies, 48 Eilderts, Lucea, 53 Eisses, Folkert, 69 Eissonius, Hinderica Catharina, 33 Ekkart, Adam, 33, 38, 45 Ekkart, Jan, 45 Ekkart, Johannes, 33 Elderkamp, Jacob, 57 Elfring, Berend Hindriks, 61 Eling, Berend, 11 Eling, Elisabeth, 73 Eling, Willem, 15 Ellens, Albert, 25, 26 Ellens, H., 29 Ellens, Harmannus, 25 Ellens, Hermannus, 35 Ellens, Jannes, 25, 26 Ellens, Pauwel, 25 Elsborg, Roelf, 24 Elsman, Frerik, 5 Eltjes, Egbert, 59 Eltjes, Jan, 59 Engberts, Berend, 50 Engelberts, Petronella, 50 Engelhard, B., 34, 35 Engelhard, Berend, 29 Engelhard, J.A., 18 Engelhard, Jan Arnold, 25 Engels, Jan, 55 Ensingh, Lammert, 10 Enting, Jan, 20 Epkes, Arent, 31 Es, Pieter van, 54 Esderds, Jan, 58 Esders, Jantje, 58 Esman, Berend, 22 Everds, Jacob, 24 Evers, H., 60 Everts, Hinderikus, 25 Ewolds, Jan, 26 F Febes, Jan, 38, 58 Feenstra, Frits, 66 Feersema, Hindrik, 34 Feersema, Jan, 41, 50 Feulleson de Bruijn, en Johan, 70 Fictor, Wolter Wolters, 15 Fieler, Geertruida, 6 Fietmeijer, Wilhelmina, 33 Pag 82 Fischer, Jacob H., 14 Flothuis, Sijpke Berends, 76 Fockens, Anthonij, 6 Fockens, Barbara, 16 Fockens, Catharina, 36 Fockens, Christina, 36 Fockens, Christina van, 36 Fockens, Christoffer, 16 Fockens, Engelbertus Schrader, 35, 36 Fockens, Focke, 6 Fockens, Geert, 4 Fockens, Jan, 36, 61, 62 Fokkens, Anthonij, 3 Fokkens, Fokke, 3 Fokkens, Geert, 3, 6, 21 Fokkes, Cornelis, 56 Folkers, Albert, 27 Folkers, Teunis, 27 Folkersma, Hinderkien Hindriks, 42 Folkerts, Anna, 69 Folman, Juffer, 60 Folmer, T., 77 Forsten, Antonia, 62 Forsten, Jacob Balthasar, 62 Forsten, Jan, 19 Forster, Jan, 76 Fransens, Hindrik, 64 Franssen, Anna Jans, 3 Franssen, Derk, 3 Frau, Nieltje, 63 Freerks, Margien, 31 Friese, Eildert Pieters, 57 Friesenborg, Diewerke, 2 Friesenborg, Ockko, 2 G Gabriels, Aafke, 56 Gankema, Jantien, 39 Garkendorp, Jan, 50 Garoma, Berend, 32 Geerling, Claasje, 18 Geerts, Aaltje, 19 Geerts, Anje, 56 Geerts, Arend, 74 Geerts, Berend, 50 Geerts, Hillegien, 40 Geerts, Hindrik, 24, 51 Geerts, Jan, 9, 18, 24, 58 Geerts, Jantje, 63 Geerts, Lammert, 11 Geerts, Luite, 54 Geerts, Meindert, 12 Geerts, Roelf, 63 Geffen, Jan van, 33 1462-91 (1795-1809) Geffen, Lambertus van, 33 Geffen, Lucas van, 33 Geffen, Willem van, 35 Gelder, Arend van, 13, 21 Gelder, Hindrik van, 13, 14 Gelmers, Frederica, 65 Gelmers, Gelmer, 65 Gerbens, Andries, 30 Gerding, Harmannus, 68 Gerding, Jan, 7, 68 Gersonius, Gerhardus Johannes, 33 Gielen, Johannes, 41 Gijsolfs, Hieronimus, 41 Gijsolfs, Machel, 41 Gillot Schenkel, Paulus, 69 Gillot, Jan Willem Anne, 69 Gils, Johannes van, 47 Glaude, Jacob, 36 Gockinga, C.H., 51 Gockinga, S., 29 Gockinga, Scato, 70 Gokkes, Heiltje, 47 Goldstein, Steven Adolph van, 15 Goons, Hindrik, 31 Gorkum, Anna Christina van, 68 Gorkum, Pieter van, 68 Gorter, Izaak W., 60, 76 Graaf, Pieter de, 61 Graaff, Pieter de, 54 Graaff, Reinder Jans de, 54 Grashuis, Willem, 3, 32 Grave, Henry Louis de, 46 Greve, Naleke de, 17 Griethuisen, Frans, 38 Griethuisen, Frans van, 58 Grijs, J. de, 49 Grim, Lubbartus, 10, 27, 52 Groart, Jacob, 62 Groen, Adam, 28 Groeneberg, Jannes van, 16 Groenenberg, Jannes van, 30, 38 Groenenberg, Johannes van, 44 Groenenberg, Magdalena van, 44 Groeneveld, Elisabet, 26 Groeneveld, Klaas, 25 Groenewold, Dina, 43 Groenewold, Edde, 43 Groenewold, Hindrik, 46 Groenewold, J.J., 61 Groenewold, Jan Hindriks, 45 Groenewold, Seine Berend, 20 Groenewold, Seine Bernardus, 26 Groenhof, Gerrit, 23 Groos, Hans Adam, 18 Groot, Albert de, 3 Pag 83 Groothuis, Albert, 5 Grotenhuis, Ernestus, 15 Guibal, Pieter, 43 Gummer, J., 14 H Haak, Geertje, 38 Haak, Geesje, 77 Haak, Geesjen, 21 Haak, Hindrik, 21 Haak, Hindrik Jans, 21, 38 Haak, Jan, 75 Haak, Willem, 59 Haakma Treslingh, Mr., 17 Haakman, Juffers, 29 Haan, J. de, 54 Haan, Jan Hindriks, 64 Haas, Cornelis de, 43, 73 Haas, Egbert Caspers de, 25 Habbes, Tonnis, 19 Haersma, Jacob Boreel van, 44 Hageman, Frans, 9 Haijes, Bougijn, 42 Haijes, Hindrik, 50 Haijkens, Clazina, 69 Haikes, Olgert, 7 Halteren, Teunis van, 66 Ham, Hillegien ten, 61 Hamsing, Berend, 40 Hansen, Luiken, 24 Hansens, Berend, 32 Hansens, Jurijen, 47 Hapster, Christiaan, 41 Harinxma ‘t Onstein, S., 15 Harkes, Aafke, 15 Harkes, Doetje, 73 Harkes, Jacob, 15, 52, 73 Harkes, Klaas, 15 Harland, Jan Willems, 17 Harms, Balster, 26 Harms, Conraad, 21 Harms, Egbert, 19 Harms, Gerard, 21 Harms, Hillegien, 26 Harms, Hindrik, 5, 40 Harms, Hubert, 18 Harms, Jan, 2 Harms, Jannes, 14 Harms, Jantje, 50 Harms, Jelle, 44 Harms, Koert, 76 Harms, Margaretha, 45 Harms, Pieter, 45 Harms, Roelfje, 32 1462-91 (1795-1809) Harms, Sijbrandt, 5 Harms, Tebbe, 16 Harms, Trijntje, 17 Harringa, Jantje, 20 Hartlief, Derkien, 43 Hartlief, Roelf, 43 Hartman, Grietje Jans, 25 Hartog, Dina, 56 Hartog, Saertje Eliazar, 56 Hartzema, Trientje, 2 Haverbult, Geert H., 28 Haverbult, Harm Hind., 28 Haverbult, Harm Hindriks, 8 Haverbult, Hindrikje Harmannus, 48 Haverbult, J.T., 52 Havinga, Anna, 32 Havinga, Beeltje, 32 Havinga, Bijltien, 32 Havinga, Heere, 32 Havinga, Hidde Abrahams, 53 Havinga, Hinderkien, 32 Havinga, Hindrikje, 32 Havinga, Hotze, 2 Havinga, Jacob, 32 Havinga, Jan Abrahams, 53 Havinga, Pieter, 32 Heddens, Maria, 38 Heideman, Jan, 38 Heideman, Trijntje, 38 Heijes, Deddo, 30 Heijningen Bosch, M. van, 77 Heijningen Bosch, Mattheus van, 38 Heikens, Edzo, 75 Heikens, Geert, 69 Heikens, Jacob, 28 Heikens, Jan, 26 Heillman, notaris, 13 Heilman, Bonno, 14 Heise, Catharina Margaretha, 36 Hekkema, Stefen, 44 Helbers, Hindrik, 38 Helmers, Berend, 69 Hemmes, H., 76 Hemmes, Hinderikus, 48 Hemmes, Jan, 33, 74 Heres, Barteld, 28 Hes, Abraham Hartog, 72 Hesse, Harm, 25 Hesseling, Diewerke, 19 Hesseling, Mattheus H., 19 Hesselingh, Gerrit H., 19 Hesselingh, Hendrik H., 19 Hesselingh, Hero H., 19 Hesselingh, Hindrik W., 19 Hesselingh, Jonke H., 19 Pag 84 Hesselingh, Wijbo, 19 Hesselink, A., 8 Hesselink, Mattheus J., 31 Heuker, Evert Jacobs, 18 Hijbels, Anna, 26 Hijbels, Hindrik, 26 Hijlkes, Egbert, 65 Hijlkes, Hindrik, 65 Hilbers, Roelf, 46 Hindrik, Harm, 18 Hindriks, Ate, 35 Hindriks, Drews, 54 Hindriks, Edde, 21 Hindriks, Enje, 32 Hindriks, Geertje, 34, 44 Hindriks, Gosse, 72 Hindriks, Harm, 14, 44, 48, 72 Hindriks, Jannes, 10 Hindriks, Lourens, 51, 57 Hindriks, Louwe, 10 Hindriks, Lubbert, 5 Hindriks, Pieter, 34, 44, 61 Hindriks, Tjaapkien, 44 Hirsel, Carel, 29 Hoeksema, E., 77 Hoeksema, Hindrikje, 67 Hoeksema, Jurjen, 67 Hoeksema, Teunis, 38, 77 Hoekzema, Derk, 14 Hoekzema, Evert, 21 Hoekzema, Geertje, 21 Hoekzema, T., 30 Hoekzema, Teunis, 14 Hoet, Jan, 20 Hoffers, Sente, 39 Hofstede, Hendrica, 45 Hofstede, Joachim, 45 Hofstee,, 24 Hofsteede, Jochem, 14 Hogendijk, Hindrik, 48 Hoitsema, Frederica, 60 Holker, Jannes, 29 Holker, Regina Elisabet, 29 Hollander, Hindrik, 39 Holsbergen, Conraad, 75 Holsbergen, Jan, 75 Holsbergen, Willem, 75 Holthuis, Hindrik Philippus, 11 Holthuis, Jan, 11 Hommerd, Gerardus van, 56 Hommerd, Johannes van, 56 Hommes, H.G., 16 Hondertmark, Jurjen, 46 Hooghuis, Pieter, 32 Hoogland, Geert Hindriks, 28 1462-91 (1795-1809) Hoorn, Johan van, 50, 51 Horst, Francoise Martine van der, 41 Houwing, Beerta, 73 Houwing, Constantinus, 73 Houwing, Willemina, 35 Hoving, Albertus, 44 Hoving, Hindrik, 59 Hoving, Jacob, 22 Hoving, Jan, 22 Hoving, Maria, 22 Hubert, Henricus, 35 Huffing, Roelf, 37 Huisinga, Albert Jochums, 3 Huisinga, Claas, 37 Huisjesmaker, Pieter Geerts, 19 Huisman, Geert, 38 Huisman, Here Jukes, 23 Huisman, Roelf, 71 Huitsink, Frerik, 9 Huizen, Albert ter, 26 Huizen, Jacob ter, 26 Huizen, Jan van, 34 Huizen, Johannes ter, 26 Huizing, Harmanna, 67 Huizing, Lubbartus, 67 Huizinga, Anna, 66 Huizinga, Derk Teunis, 63 Huizinga, Pieter, 63 Huizinga, Pieter Johannes, 66 Huizinga, Roelf, 66 Huls, Albert Harms, 64 Huls, Albertien Harms, 64 Huls, Jan Harms, 64 Hulscher, Adolf, 40 Hulscher, Jan, 40 Hulst, N. van, 16 Hulst, Willemina van, 16 Human, Jan, 23 I Iddekinge, P.G. van, 35, 75 Iddekinge, Pieter Govert van, 72 Iddekinge, S.F. van, 29 Idsinga, Balthasar Daniel van, 75 Idsinga, Hendric van, 75 Idsinga, Jan Willem van, 75 Idsinga, Simon Petrus van, 75 IJtsema, Elizabeth, 58 Israels, Abraham Levi, 66, 72 Israels, Jacob Levi, 66 J Jacobs, Aintje, 24 Pag 85 Jacobs, Anna, 42, 51 Jacobs, Antje, 71 Jacobs, Egbert, 71 Jacobs, Gesien, 50 Jacobs, Grietje, 51 Jacobs, Harke, 65 Jacobs, Harmanna, 18 Jacobs, Hillegien, 63 Jacobs, Hinderkje, 30 Jacobs, Hindrik, 42 Jacobs, Hinrich Hibben, 14 Jacobs, Jan, 30 Jacobs, Lucas, 24 Jacobs, Pieter, 12 Jacobs, Roelf, 51 Jager, Harm, 57 Jans, Aaltien, 59 Jans, Aaltje, 74 Jans, Alef, 14 Jans, Anje, 14 Jans, Anna, 9 Jans, Annegien, 27 Jans, Ate, 21, 27 Jans, Bartelt, 31, 32 Jans, Bastiaan, 3 Jans, Berend, 50 Jans, Cornelis, 51 Jans, Derk, 13, 28, 46, 48, 51 Jans, Dooije, 40 Jans, Egbertje, 21, 69 Jans, Egge, 63 Jans, Ettien, 64 Jans, Fokke, 27, 31 Jans, Folkert, 2, 6 Jans, Geert, 9, 54, 59 Jans, Geesjen, 6 Jans, Grietijn, 28 Jans, Grietje, 34, 58 Jans, Harm, 2 Jans, Hendrik, 12 Jans, Hillebrand, 50 Jans, Hindrik, 27, 55 Jans, Jacob, 30 Jans, Jacobje, 64 Jans, Jan, 6, 14 Jans, Jantje, 58 Jans, Lammert, 26 Jans, Lourens, 40 Jans, Luitje, 69 Jans, Maria, 25 Jans, Mees, 34, 44, 45, 61 Jans, Meindert, 58 Jans, Ols, 12 Jans, Pieter, 56 Jans, Roelf, 42, 51 1462-91 (1795-1809) Jans, Saartje, 48 Jans, Sikke, 21 Jans, Tjeert, 64 Jans, Trientje, 58 Jans, Wemeltje, 59 Jans, Willem, 14 Jans, Wobbina, 43 Jansen, Lubbertus, 62 Jansens, Arend, 39 Jaspers, Jan, 64 Jelles, Berend, 66 Jener, kleermaker, 32 Jochems, Pietertje, 19 Jochums, Annegien, 52 Jochums, Hindrik, 52 Jonge, Jan Derks de, 48 Jonge, Roelf Derks de, 48 Jongh, Israel Joseph de, 72 Jongman, Pieter Antoni, 43 Jonkhoff, Andries Geerts, 76 Jonkhoff, Grietje Geerts, 76 Jurjens, Albert, 32 Jurjens, Derk, 14 Jurjens, Imke, 41 Jurjens, Jan, 14 K Kalkar, J. van, 5 Kalkar, Jacob van, 5 Kalkar, Stijntje van, 5 Kamp, Hindrik, 8 Kamp, Jacobus, 8 Kars, Martje, 11 Karsten, Hindrik, 56 Keiser, J.H., 77 Keiser, Joseph, 14 Keiser, T.J., 77 Keiser, Theodorus Jan, 77 Keisers, Arendje, 71 Kempen, Kempe M., 14 Kesler, Martinus Karolus, 56 Keun, Anthonij, 10 Kinder, Michel, 4 Kip, Fokje Klaassen, 3 Kip, Geert, 6 Kip, Harke Klaassen, 6 Klamer, Evien, 32 Klamer, Theodorus, 32 Klasens, Albert, 39 Klasens, Epke, 66 Klasens, Hindrik, 30 Klasens, Lammert, 43 Klasens, Luitje, 24 Klasens, Roelf, 39 Pag 86 Klasens, Willem, 23 Klazens, Hindrik, 54 Klazens, Lammegien, 54 Kleersnider, Roelf, 30 Kleersnijder, Roelf, 16, 48 Klinkert, Johannes, 58 Klok, Claas Jans, 11 Klok, Jan Claassen, 11 Kloppenburg, Engelina, 62 Knevels, Johanna Filippina, 52 Knijphuisen, weduwe, 8 Kniphuizen, Hindrik Jan, 56 Koe, Sijtske de, 44 Koe, Tamme Cornelis de, 44 Koehorst, Jan, 25 Kok, Gerarda, 45, 46 Kok, secretaris, 46 Kolthofs, Coenraad, 8 Kooijboer, Lammert, 55 Kooijboer, Marieke, 55 Kooijmaals, Berend, 19 Koops, Harm, 6 Koops, Roelf, 6 Koops, Willem, 6 Korter, Aaltje, 65 Korter, Roelf, 65 Korter, Warner Willems, 65 Koster, B.H., 39 Kraijenborg, Elze W., 11 Kram, Johannes, 72 Kram, Sophia, 72 Kramer, Berend, 7 Kregten, Balster van, 59 Kregten, Jan van, 59 Kremer, Derk Jans, 70 Kremer, H., 69 Kremer, Hindrik Derks, 69 Kremer, Jan, 4 Kremer, Jan Derks, 68 Kremer, Kornelis, 4 Krijtsius, Hindrik, 52 Krijtsius, Sara, 52 Kroeze, Hindrik, 69 Krook, Berend, 55 Krook, Engeltien, 55 Kroon, Petrus Gerrit, 73 Kroon, Pieter, 43 Kruger, Adolf, 37 Kruger, Christiaan, 37 Kruger, Derk, 37 Krugten, P. van, 42 Kruissen, Elisabeth Maria van, 15 Kruissen, Jan van, 15 Kruithoff, Jacob, 43 Kuijper, Derk, 47 1462-91 (1795-1809) Kuining, Jan, 22 Kuiper, Gerhard, 37 Kuipers, professor, 12 Kuitert, Cornelius, 38 L Laaten, Harm Conraads van, 21 Lacroix, C., 54 Lammerts, Jan, 21, 31 Lammerts, Jantien, 31 Lammerts, Jeichjen, 18 Lange, Barend Philip, 36 Langen, Anna van, 16 Lankhorst, Hindrik Bernardus, 65 Lansé, J., 68 Lanting, Hijbe, 37 Lantinge, A.T., 5 Lazarus, Tieke, 51 Lee, Johannes Tebbens van, 40 Lee, Wilhelmina Johanna van, 40 Leen, Arend, 25, 26 Leijsenaar, Jannes, 31 Leininga, E., 32 Lenes, Jan, 43 Lesterhuis, Jacob, 67 Lewe, Berend, 44 Lewe, Johanna, 44 Lewe, O., 44 Lewe, Otto, 44 Limborg, Jan H., 28 Lindeman, Adriaan, 20 Lingbeek, Wessel, 57 Lofvers, Fennegien, 61 Lofvers, Hindrik, 45 Lofvers, Jacob, 8 Lofvers, Joachim, 26 Lofvers, Otto, 61 Lohman, L.B., 9 Loo, Jan Luitjes van, 50 Looft, A.Ph.G., 61 Loon, Hindrik van, 65 Lourens, Jan, 63 Lourens, Jan Jans, 40 Lubbers, Albertus, 30 Lubbers, Hinderk, 25 Lubbers, Lubbertus, 30 Lubbers, Pieter, 30 Lubberts, Albert, 56 Lubberts, Lubbartus, 30 Lucas, Claas, 42 Lucas, Derk, 54 Lucas, Fennegien, 30 Lucas, Fennigje, 18 Ludolphi, Jan Broekhuijs van, 35 Pag 87 Ludolphi, Jan van, 35 Ludolphi, Margaretha Elizabeth van, 35 Ludolphs, Hero, 7 Ludovius, Hindrik Johannes, 16 Ludovius, Matthias Edzard, 16 Luiden, Abraham van, 47 Luiden, Jacob van, 47 Luitjes, Albert, 21 Luitjes, Claas, 47 Luitjes, Jan, 61 Luitjes, Trijntje, 47 Lunsing Westerbaan, Jurjen, 44 Lunsing, Hindrik, 44 Luppus, Arnoldus, 18 Lusthuis, Hindrik, 2 M Maagdenburg, B.H. van, 76 Makken, Kobe H., 74 Marees van Swinderen, Reneke de, 44 Martinus, Dina, 40 Martinus, Freerk, 54 Martinus, Mijna, 54 Marum, Egbert van, 27 Marum, Harmina van, 27 Medendorp, Gesijn Cornelis, 30 Medendorp, Willem, 71 Meelker, Gerrit Lammerds, 53 Meelker, Jacob Lammerts, 53 Meelker, Jan Lammerts, 53 Meer, Sipke van der, 14 Mees, A.G., 55 Mees, A.Ph., 55 Mees, Abelia Geertruida, 55, 68 Mees, Abelia Gertruida, 68 Mees, Jacobus, 56 Mees, Jan Jans, 34, 44, 61 Mees, Pieter, 56 Meijer, Aaltje, 67 Meijer, Aaltje Albers, 21 Meijer, Alderd, 17 Meijer, Aldert, 19 Meijer, Bernard Hindrik, 61 Meijer, Harmannus, 45 Meijer, Hindrik, 16 Meijer, Joost, 45 Meijer, Paulus Christiaan, 64 Meijer, Pieter Jans, 10 Meijer, Regnar, 61 Meijering, Barend, 19 Meijering, Frans, 19 Meijers, Sophia, 70 Meinders, Driewes, 64 Melchers, Focke, 14 1462-91 (1795-1809) Melkman, Lambartus, 27 Melkman, Lambertus, 10, 52 Melmer, Adolph Agustus, 16 Menkes, Fredrik, 20 Mennes, Aaltje, 24 Mennes, Harm Pieters, 3 Mennes, Hindrik, 4, 9, 37 Mennes, Jan, 69 Mennes, Jan Pieters, 3 Mennes, Leentje, 37 Mennes, Lena, 20 Mennes, Menne, 4, 20 Mennes, Willem, 69 Mennolts, Hijlke, 54 Mesenbroek, Geert, 20 Mesenbroek, Harmannus, 20 Mesman, Berend, 65 Mesman, Margaretha, 65 Mettevier, Klaas Smit, 37 Mettevier, Paulus, 37 Meuleman, Albert, 8 Meulman, Margien, 67 Michiel, Annegien, 43 Michiels, Wessel, 47 Michiels, Willem, 43 Middelburg, neger, 36 Miedendorp, Alle, 31 Miedendorp, Frederik, 31 Miedendorp, Henrieka, 9 Miedendorp, Zwaantje, 31 Mindelei, Jan Edskes, 4 Mindelts, Jan, 30 Modderman, Tonco, 62 Moes, Pieter, 16 Molema, Jan, 67 Molen, Bareld van der, 18 Molen, Hinderik van der, 59 Monningh, C., 74 Monningh, Cornelis J., 74 Monningh, Meerten, 74 Monningh, Pieter, 74 Moolen, Bareld van der, 30 Moorrees, A.H., 51 Moses, Lazarus, 76 Muijs, H.W., 46 Muinck, Antoni de, 63 Muinck, Sjoukje de, 63 Mulder, Aaltje J., 57 Mulder, Benke, 57 Mulder, Berend Hindriks, 62 Mulder, Christiaan Francois, 61 Mulder, Jan, 9 Mulder, Jan Jans, 62 Mulder, Maria, 75 Mulder, Roelf Roelfs, 17 Pag 88 Mulder, Wilte Harms, 25 Muller, Joseph Simon, 31 Munniks, Hindrik, 42 Munniks, weduwe, 3 N Naber, Antoon, 72 Nak, Albartus, 53 Nannes, Cornelis, 44 Nannes, Jacob, 44 Nanninga, Arend Jans, 58 Nanninga, Ida, 21 Nap, Robertus van der, 39 Nauta, Beeltjen, 32 Nauta, Leenderd Heddes, 10 Nauta, Leendert Heddes, 31, 32 Nef, Johannes de, 37 Nes, Roelf Jans van, 23 Nieborg, Claas, 3 Niehoff, Tite Ipes, 50 Niemeijer, Bernardus, 49 Niemeijer, Harm, 43, 68 Niemeijer, Johanna, 68 Nienhuis, Bouwina, 25 Nienhuis, Geert Jans, 31 Nienhuis, Jan Jans, 31 Nienhuis, Lambertus, 34 Nienhuis, Pieter Jans, 31 Nieveen, Albert Geerts, 76 Nieveen, Andries Geerts, 57 Ninteman, Otte, 46, 62 Nix, Harmannus, 35 Nix, J.P., 35 Noorda, Jannes H., 15 Noorda, Roelf Hindriks, 15 Noordhoff, Jacobus, 74 Noordhoff, Popko P., 63 Noordhoff, Simon, 36 Noorman, Foppe, 33 O Ockes, Geert, 73 Oesewold, Roelf, 67 Oetses, Roelf, 52 Olbrands, Freerk, 31 Oldeneel, Francisca van, 15 Oldeneel, S., 15 Olst, Arend van, 42, 54 Olst, Berend van, 63 Olst, Geertje van, 42 Olst, Gerrit van, 63 Omkes, Jan, 58 Onnekes, Claas, 36 1462-91 (1795-1809) Oomkes, Jan, 76 Oorsinga, Jan, 49 Oortsema, J.R., 29 Oosten, Jan van, 28 Oosterhoud, Johannes van, 36 Oosterhuis, Harm, 35 Oosting, Berend, 65 Oosting, Hindrikje Luichens, 53 Oterdom, Goedhardus, 30 Ottens, Geertje, 2 Ottens, Jan, 74 Ottens, Lucas, 2 Ottens, Lukje, 70 Ottens, Reinder, 36 P Peppelink, Gerrijt, 30 Pieters, Berend, 51 Pieters, Berends, 60 Pieters, Claas, 42, 51 Pieters, Corneliske, 15 Pieters, Egge, 12 Pieters, Engelina, 43 Pieters, Frans, 10 Pieters, Gerrit, 36 Pieters, Grietje, 21 Pieters, Harm, 6 Pieters, Harmpje, 40 Pieters, Hillegien, 24 Pieters, Hindrik, 9, 74 Pieters, Jacob, 54 Pieters, Jan, 8, 9, 24, 69 Pieters, Jantje, 10 Pieters, Jeltje, 45 Pieters, Martje, 22 Pieters, Sijvert, 40 Pieters, Sikke, 21 Pieters, Zacharias, 51 Pijlmel, Anthonij Coenraad, 7 Pijper, Lambertus, 40 Pilger, Daniel, 11 Pilger, F., 11 Pilger, Fredrik, 10 Pinto, E., 76 Pinto, Hartog Levi, 66 Pinto, Jonas Levi, 66 Pinto, Judith Levi, 66 Plaatje, Derk Hindriks, 63 Plaatje, Elizabeth Hindriks, 63 Plenter, Geert Cornelis, 23 Plenters, Grietje, 76 Poelman, J., 5 Poelman, Jannes, 9 Poelman, Johannes, 5 Pag 89 Pootholt, Aaltje, 30 Popkes, Harm, 43 Popkes, Lammigje, 20 Post, Arend ten, 73 Post, Jan ten, 20 Postema, Melle, 10 Postema, Tjeetske, 10 Pot, Zwaantje Sebenius, 20 Pothof, Jacobus, 37 Pots, Margaretha, 36 Praag, M.L. van, 72 Priem, Hinderica Jurjens, 75 Q Quakoe, negerette, 36 R Randwijck, Geertruida Gijsberta van, 70 Raven, Hindrik, 76 Rebbers, Harmannus, 45 Redeker, A.B., 12 Reebrug, Jan H., 52 Reijsiger, Johannes, 63 Reinberg, Derk, 76 Reinders, Aagtje, 4 Reinders, Albert, 71 Reinders, Anna, 50 Reinders, Gijsbert, 27 Reinders, Jacomina, 24 Reinders, Jan, 4 Reinders, Johannes, 60 Reinders, Reint, 24 Reintjes, Tjeert, 56 Reints, Johannes, 46 Reisiger, Jacob, 68 Reisiger, Jan, 68 Reisiger, Jurjen, 63 Reitz, Jan, 73 Remmers, Harm, 46 Rengelink, Willem Jacob, 56 Rengnier, Jan, 30 Renjes, Douwe, 69, 70 Renkes, Reneke, 15 Reurts, Geert, 56 Ridder, Albertus, 31 Rieder, Lammert, 17 Rigts, Rigt, 7 Rijkholt, Catharina, 55 Rijkholt, Joseph, 55 Rijpema, Jacoba, 11 Rijpma, Alje Pieters, 36 Rijpma, H.J., 77 Ring, Jan Jans, 43 1462-91 (1795-1809) Robbers, Harmannus, 33 Roelfs, Hindrik, 25 Roelfs, Hindrikje, 6 Roelfs, Jacob, 51 Roelfs, Jan, 42, 51 Roelfs, Martinus, 17 Roelfs, Reêne, 18 Roelfs, Roelfje, 4 Roelfs, Sijberens, 42 Roelfs, Trijntje, 70 Roelfsema, H., 2, 4 Roelofs, Jan, 14 Roelofs, Susanna, 14 Rood, Vrouw de, 61 Roode, Christoffel, 10 Roodenburgh, Japikjen, 19 Roodenburgh, Magdalena, 19 Roos, Roelf, 67 Rosen, Willem, 62 Rosenhoek, Berend, 20, 45 Rosenhoek, Roelof, 20 Rottenkus, Harmannus, 28 Rouwée, Lambertus, 35 Rouwée, Susanna, 35 Rowaan, J., 5 Rozendael, Aarnout Hogendijk, 48 Ruding, Gerhardus, 35 Rudolfs, Aaldrik, 65 Rudolfs, Hillegien, 51 Ruidingh, Gerardus, 16 Ruiter, Derk de, 58 Ruiter, Hilbrand de, 58 Ruiter, Sikke de, 58 Rutgers, Juffrouw, 56 Rutgers, Roelf, 56 S Salen, A. van, 21 Salverda, M., 62 Samuels, Derk, 3, 32 Sandra Veltman van Slochteren, H. de, 29 Santé, A.J., 55 Santé, Henderica, 55 Sante, J., 55 Sap, Lubbert Feitser, 71 Schaapschoe, Hindrik, 48 Schaapschoe, Jannes, 38, 48 Schaender, Jan, 28 Schans, Jan van der, 18 Schatteborg, Jacob, 14 Scheen, Anna, 53 Scheen, Leendert, 53, 72 Scheltens, Benjamin, 59 Scheltens, Ekko, 63 Pag 90 Scheltens, Lubbartus, 66 Scherphuis, Freerk, 42 Schierbeek, Geert, 61 Schierbeek, Geertruida, 4 Schierbeek, Harmannus, 67 Schierbeek, Martje, 77 Schierbeek, Roelf, 68 Schierbeek, Roelf Jacobs, 67 Schierbeek, Willem, 4 Schildhuis, J., 11 Scholema, Caspar, 70 Scholtens, Christoffer, 55 Scholtens, Dadina, 59 Scholtens, Hans, 48 Scholtens, Hans J., 28 Scholtens, Hans Jans, 8, 51 Scholtens, Harm, 3, 20, 59 Scholtens, Harmannus, 62 Scholtens, Hindrik, 70 Scholtens, Jan Harms, 62 Scholtens, Wijcher, 7 Scholtens, Willem, 70, 72 Schoonbeek, Jacob, 32 Schoonbeek, Jan, 32 Schoonbeek, Jelis, 32 Schoonbeek, Theodorus, 32 Schreuder, H., 75 Schreuder, Jurjen, 55 Schreuder, K.B., 48 Schreuder, Klaas Boldewijn, 50 Schuiling, Hermannus, 58 Schuiling, Jannes, 58 Schuir, Jan Hindriks, 51 Schuitema, Sara Berends, 58 Schuitema, Willem, 58 Schuiten, Bernardus, 74 Schuiten, Gerhardus, 74 Schuiten, Harmannus, 15, 74 Schuiten, Johannes, 74 Schultz, Christina Henrietta, 67 Schultz, Georg Lodewijk, 67 Schut, Maria, 62 Sebes, Albert, 15 Sebes, Jan, 50 Sebes, Pieter, 15 Seffels, Hinderika, 14 Sekema, Anna, 65 Selijs, Jan, 29 Semerink, Adolf, 59 Semler, Evert, 42 Semler, Jan Georg, 42 Sevenstern, Nicolaus Ignatius, 15 Sibon, Grietje, 76 Sichterman, Juffrouw, 56 Sichterman, Mello, 11 1462-91 (1795-1809) Sichterman, Sibilla Catharina, 11 Sickinge, P.R., 29 Sickinge, Pieter Rembt, 11 Siers, Geesje, 32 Siertsema, Johannes, 60 Siertsma, Alagonda, 60 Sijbering, Martinus, 63 Sijbrands, Jan, 42 Sijgers, Trijntje, 17 Sijl, Jan, 15, 73 Sijlma, Clasina, 14 Sijsen, Maria Clara van, 51 Sijtses, Geert, 42 Sijvers, Tjalling, 49 Sijwers, Geert, 44 Sikkens, Cornelis, 22 Simens, Hillegien, 41 Singer, Derk, 16 Sip, Antoni, 64 Sip, Hindrik Antoni, 64 Sip, Paulus, 64 Sissing, Jacobus, 16 Sitter, W. de, 62 Slingeland, Johanna van, 44 Slogteren, Abraham van, 36 Slogteren, Cornelia van, 36 Slogteren, Harmannus van, 32 Slogteren, Roelf van, 28 Sluis, Jan Reint, 71 Sluis, Meindert, 71 Sluis, Reint Jan, 71 Sluiter, Court, 70 Sluiter, Pieter, 62 Smaal, Fennegien, 59 Smeenk Smit, Albert, 22 Smidt, Okke Jans, 25 Smidts, Hinderk Jans, 25 Smit, Albert Smeenk, 22 Smit, Christopher, 37 Smit, Derk, 41 Smit, Geert, 42 Smit, Geertje H., 49 Smit, Grietje Jans, 38 Smit, H.G., 49 Smit, Ida, 70 Smit, Jacob, 76 Smit, Jan, 19, 41, 64 Smit, Jan Geerts, 58 Smit, Jan Hindrik, 76 Smit, Jan Jans, 49 Smit, Jantje Grete, 52 Smit, Johanna, 69 Smit, Lourens, 70 Smit, Maria, 76 Smith, Bernardus, 10 Pag 91 Smith, Jan, 24 Smith, Johannes Bernardus, 10 Smith, Roelf, 19, 24 Smiths, Ettomina, 10 Smits, Margien, 49 Snijders, Hindrik Wessel, 53 Snoek, Pieter, 41 Snorr, Margaretha, 10 Sormani, Antoni, 62 Spandau, Hajo Albert, 33 Spanjer, Harmannus, 50 Spekmans, Cornelis Jans, 16 Spiets, Jan Albartus, 11 Spiets, Johanna, 37 Spiets, Roelf, 37 Spinhof, Andries Willems, 62 Spithorst, Hindrikje, 55 Spoor, Jan, 8 Sprangen, Harmannus van, 71 Staal, Sikko, 73 Steege, Jacobus van der, 70, 71 Steege, Philibert Lijphart van der, 70 Steenhuizen, Elselina, 34 Steinmetz, Frans Frederik Christiaan, 46 Stemmer, Cornelske Willems, 54 Stemmer, Jan Willems, 54 Steurman, Harmannus, 47 Steurman, Johan Jacob, 47 Steurman, Johannetta Jacoba, 47 Stipriaan, Frans van, 48 Stollinga, Gerbrand Martens, 23 Stollinga, Maria Martens, 23 Stolts, Jan, 57 Straatman, Roelf, 34 Strauss, Johan Jurgen, 36 Strootman, Gerrit, 18 Struick, Arnoldina Huberta, 16 Struijk, Henrica, 71 Struik, Arnoldina Huberta, 16 Struik, weduwe, 16 Stuivezak, Geelje Pieters, 32 Stuivinga, Roelf Arends, 40 Stuts, Johannes, 75 Suiding, Hindrik, 26 Suiding, Jantje, 25 Suinningh, Jan, 72 Swaak, Geert, 15, 73 Swaak, Maria, 15, 73 Swaan, Aaldrik, 7 Swaan, Cornellis, 7 Swaan, Hindrikus, 7 Swaan, Wemeltje, 7 Swart, Anna Roelf, 28 Swart, Ebeltje Roelofs, 13 Swart, Fokke Roelfs, 23 1462-91 (1795-1809) Swart, Teeke Roelf, 13 Swart, Teeke Roelfs, 13 Swart, Teke Roelfs, 33 Swart, Theke Roelfs, 28 Swartwold, Harm, 57 Swijghuisen, A.S., 61 Swijghuisen, Cornelia, 61 Swijghuisen, Harmannus, 61 Swijghuisen, Margarethe Immina, 61 Swijgman, Hindrik, 43 Swinderen, A.H. van, 44 Swinderen, A.Q. van, 44 Swinderen, Abraham Quevellerius van, 8 Swinderen, Anna Isabella van, 44 Swinderen, Anna Maria van, 44 Swinderen, NN van, 56 Swinderen, Wicher Onko van, 8 Swinderen, Wicher van, 8, 44 T Taapkens, Enno, 70 Takens, Antje, 7 Takens, Geertje, 33 Takens, Jan, 32 Takens, Take, 32 Tallé, Anna, 37 Tallé, Christoffer, 37 Tameling, Jan, 69 Tammes, Geert, 50 Tebbens, Albertje, 16 Teijssens, B., 74 Tempel, Geert Jans, 21 Tempel, Jantjen Cornelis, 23 Theman, Jacob P., 14 Themmen, Jan, 16 Theodorij, Derk, 16 Theodorij, Jan Derks, 16 Tholes, Geesje, 20 Thomas, Claas, 18 Thomas, Gepke, 17 Thomas, Hindrik, 18 Thomas, Jan, 18 Tiddens, Cornelis, 45 Tiddens, Geertje, 45 Tiddens, Jacob, 28 Tiddens, Jan, 45, 76 Tielman, Cornelis, 14 Tielman, Freerk, 41 Tijl, Samuel, 50 Tijll, Samuel, 4 Tikker, Hillegien Jurriens, 26 Tikker, Hillegje Jurriens, 20 Tikker, Jurrien, 26 Timans, J., 33 Pag 92 Timmer, Catharina Maria, 74 Timmer, Harmannus, 49, 74 Timmer, Jan Geerts, 7 Tjaarts, Eildert, 53 Tjakkes, Albert, 27 Tjakkes, Janke, 27 Tjallings, Tjaakje, 51 Tjassens, S.W., 61 Toben, Bernardus Filippus, 71 Toben, Bernardus Philippus, 25 Tombrink, Hindrik, 61, 62 Tombrink, J., 62 Tonkens, Aaltien, 34 Tonkens, Lammert, 54 Tonnis, Aaltje, 39 Tonnis, Hindrik, 69 Torringa, Jacob Sijbrands, 42 Touwslager, Harm Hinderks, 24 Trap, Ele, 60 Tresling, T. Haakma, 25 Tresling, T.H., 39, 60, 70 Trip, Herman, 70 Troijen, G. van, 33 Troojen, G. van, 18 Troys, Claas, 68 Tuijl, Jacob Janse, 35 Tuin, Derk van der, 34 Tuin, Harm van der, 34 Tuin, Rinne van der, 34 Tuusman, Catharina, 72 Tuusman, Frederik, 72 Tuusman, Joseph, 72 U Uilkens, Theodorus, 67 Uipkes, Pieter, 42, 51 V Valk, Timen Egberts de, 55 Valois, Philippus, 10 Veen, Alle van der, 25 Veen, Antje van der, 41 Veen, Arend van, 37 Veen, Gerard van der, 69 Veen, Jan van der, 41 Veen, Lambert van der, 72 Veenkamp, Laurens, 36 Veer, Hinderikus ter, 57 Velden, Rientje van der, 30 Veldman, Otto Georg, 46 Velthuis, Alevitius ter, 49 Velting, Jan, 52 Veltman, M.J., 29 1462-91 (1795-1809) Veltman, O.G., 61 Veltman, Timon, 71 Veltman, Willemina, 71 Versteeg, Catharina, 58 Versteeg, Jan, 20, 58 Verver, C., 22, 29 Verwer, C., 21 Verwer, Conraad, 13, 20 Vette, Gommes, 41 Vijge, Willem Georg, 73 Vinkhuis, Pieter, 54, 66 Visser, Johannes Pieter, 41 Vliet, Cornelis van der, 20 Vogelzang, W., 42 Vogelzang, Wouter, 42 Vonk, Roelf, 24 Vos, Hinderikus, 57 Vos, Jan Hindriks, 2 Vos, Johannes, 70 Vos, Maria Jozepha, 62 Vries, Albert de, 57 Vries, Arend de, 63 Vries, D.A. de, 42 Vries, Folkert de, 13 Vries, Geesje de, 39 Vries, Hindrik de, 20 Vries, J. de, 39 Vries, Pieter de, 27 Vries, Rebekka de, 27 Vries, Roelf de, 34 Vriese, Roelf, 38 W Waan, Harmannus van, 37 Waan, Nicolaas van, 37 Waart, Jacob de, 16 Wagenborg, Julle, 60 Waijer, Grietje, 57 Wal, Tjaard van der, 60 Walland, Jan Alders, 64 Walles, Jacob, 5 Walma, Menno Derks, 36 Walregt, Willem, 52 Waninge, commissaris, 11 Warendorp, boekhouder, 24 Warmholts, Elibertus, 60 Warmholts, Henricus Rudolphus, 60 Warmholts, Jan, 60 Warners, Jannes, 64 Watzes, Jan, 11, 23 Webes, Hindrik, 76 Weening, Harm, 63 Weeringh, IJsebrand van, 6 Weert, Hillebrand de, 4 Pag 93 Weert, Hindrik de, 4 Wegman, Jannes, 44 Weites, Jacob, 48 Welman, Harmannus, 10 Wening, Harm, 15 Wensing, Jan, 28 Wernink, Warmolt, 20 Wesseling, Jan, 47 Wessels, Claas, 56 Wessels, Jan, 56 Wessels, Lukas, 31 Wessels, Willem, 23 Westendorp, Harmannus, 24 Westerborg, Albert, 7 Westerborg, Anna Geerts, 8 Westerborg, Geert Jans, 8 Westerborg, Gerrit Wijbes, 7 Westerdiep, Jacob, 40 Westerhuis, Egge, 55 Weverink, Antoni, 65 Wichers, H.J., 33 Wichers, Hindrik Ludolph, 11 Wichers, Jan, 6 Wichers, oud-raadsheer, 12 Wientjes, Helena, 32 Wiersema, Fokke Pieters, 23 Wijbes, Niesje, 7 Wijbrands, Cornelis, 4 Wijn, Jan, 20 Wijnants, Lodewijk, 35 Wijndels, Aldert, 42 Wijndels, J.H., 42 Wijndels, weduwe, 71 Wijndelts, weduwe, 71 Wijnstock, Jan, 6 Wijnstok, Gezina, 3, 6 Wijnstok, Harmannus Tijssens, 73 Wijnstok, Jan, 3, 4, 6, 25, 73 Wijpkens, Antje, 6 Wijpkens, Hindrik, 6 Wilkens, H., 56 Wilkens, Henderikus, 55 Wilkens, Hermannus, 16 Wilkens, Hinderikus, 22 Wilkens, Menne, 3, 55, 57 Wilkens, Theodorus, 50, 55 Wilkens, Willem, 16, 55 Willems, Antoni, 67 Willems, Arentje, 51 Willems, Jan, 18 Willems, Jantjen, 18 Willems, Lammegien, 48 1462-91 (1795-1809) Willems, Trijntje, 25 Willinge, J., 77 Willinge, J.A., 38, 77 Willinge, J.H., 77 Willinge, Jan, 38 Willinge, M.L., 77 Willinge, Margaretha Lucretia, 38 Willinge, mevr., 77 Wilting, Jantien, 53 Winter, Johan August, 58 Winter, Johan Christiaan, 58 Wit, Harmannus de, 53 Wit, Hindrik de, 53 Wit, Jan de, 53 Woelesius, Jacob, 71 Woelesius, Wilhelmina, 71 Woestman, Elizabeth, 61 Wolbeek, Harmannus ter, 22 Wolbeek, Hinderikus ter, 22 Wolbers, Gerhardus, 46 Wolbers, Jan, 46, 62 Woldendorp, Obbo, 71 Woldring, Bernardus, 49 Woldring, Jan, 49 Wolters, Ariaan, 34 Wolters, Izak, 26 Wolters, Jan, 28 Wolthers, Herman, 44 Wolthers, Johan Diderik, 44 Wolthers, Louiza Christina, 44 Wolthers, W., 44 Wolvers, Pieter, 47 Wormbrand, Jan, 19 Wotte, Harmannus, 25 Wubbes, Jan, 42 Z Zand, Pietertje van ’t, 24 Zanten, Pieter van, 48 Zelhuisen, Jantien, 76 Zijl, Andries Geerts, 52 Zijl, Geert, 52 Zijlstra, Pieter, 67 Zijmens, Afien, 23 Zoeneveld, Wilte, 25 Zoenveld, Elisabet, 26 Zuidema, Jurjen, 67 Zuidema, Lubbertus, 43 Zuidema, Nomdo, 47, 67, 77 Zuiderbaan, Pieter Lauwrens, 8 Zuiding, Jantien, 26 Pag 94