EEN HOUTSOORT KIEZEN VOLGENS DE AARD EN DE

advertisement
Om online kennis te maken met de nieuwe versie 2016 van de Gids Duurzame Gebouwen,
surft u naar: http://www.gidsduurzamegebouwen.brussels
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN
- PRAKTISCHE AANBEVELING MAT08 -
EEN HOUTSOORT KIEZEN VOLGENS DE AARD
EN DE TOEPASSING
Al naargelang het beoogde gebruik een houtsoort kiezen die voldoende duurzaam is,
en de voorkeur geven aan lokale soorten
PRINCIPES
CONTEXT
In de bouwsector wordt steeds meer hout gebruikt. Dat komt niet alleen door de evolutie van de
technieken en het aantal producten dat beschikbaar is op de markt, maar heeft in hoofdzaak te
maken met de talrijke kwaliteiten van hout die stroken met de principes om op een ecologische
manier te bouwen: hernieuwbaar materiaal, opslag van CO2, …
Telkens men hout gebruikt in de bouw, veronderstelt dit een keuze van een bepaalde soort en
van de bijgaande verwerkingswijzen. De criteria waarmee moet worden rekening gehouden om
een houtsoort te kiezen zijn de volgende:
o
o
o
o
De milieukenmerken worden weergegeven in deze fiche: geografische oorsprong,
energiekost van het vervoer, het respecteren van normen en reglementeringen inzake
bosbeheer, labeling, noodzaak om een verduurzaming te geven…
De technische eigenschappen: levensduur, weerstand en kwaliteitsbehoud doorheen de
tijd, frequentie en aard van het onderhoud, beschikbare commerciële afmetingen
(robinia bijvoorbeeld is in grote afmetingen moeilijk verkrijgbaar)…
De economische eigenschappen: kostprijs van het hout, van de eventuele
houtverduurzamingen, van de toepassing, van het onderhoud indien nodig…
Esthetische eigenschappen: manier waarop de oppervlaktestructuur gaat evolueren
doorheen de tijd, kleuren, textuur, afmetingen…
Steeds meer afgeleide houtproducten worden gebruikt in gebouwen: spaanplaten, OSB, triplex,
enz. Deze producten geven zaagafval een nieuwe bestemming, maar roepen ook vragen op,
met name in verband met de gezondheid van de bewoners (schadelijke gevolgen van bepaalde
assemblagelijmen; vluchtige organische verbindingen VOS…). De fiche "Lijmen en verven" gaat
dieper in op dit laatste aspect (zie link op het einde van de fiche).
DOELSTELLINGEN
We onderscheiden twee actieniveaus die in de richting van een duurzame bouwmethode gaan:
Minimaal
o
o
Voor een vergelijkbare duurzaamheidsklasse verkiest men de houtsoorten die in ons
land, in onze buurlanden of in Europa worden geproduceerd.
Men zorgt voor een kwaliteitsvolle uitvoering en een degelijk ontwerp van de technische
details, teneinde de risico’s op rotting en aantasting van het hout door insecten en
schimmels te beperken. Het is in de eerste plaats nodig het hout te beschermen tegen
hangwater en opstijgend vocht, enz.
BLZ 1 VAN 10 – EEN HOUTSOORT KIEZEN IN FUNCTIE VAN DE AARD EN HET BEOOGDE GEBRUIK – FEBRUARI 2007
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN- PRAKTISCHE AANBEVELING MAT08 -
Aangeraden
o
Een houtsoort kiezen met een label dat garanties biedt inzake evenwichtig bosbeheer
(ecologisch en maatschappelijk aspect). De belangrijkste labels zijn FSC (Forest
Stewardship Council) en PEFC (Programmne for the Endorsement of Forest
Certification).
o
Bij de keuze van de houtsoort rekening houden met de eindbestemming van het hout
(gevelbekleding / schrijnwerk / structuren / meubilering / vloerbekleding…). Voor elke
toepassing gelden er andere vereisten inzake weerstand, vochtigheid, blootstelling aan
UV-straling, aan vervuiling, enz. Al naargelang de houtsoort en de risicoklasse is er al
dan niet een adequate preventieve behandeling van het hout nodig voor het voorziene
gebruik. In eerste instantie moeten de houtsoorten worden geïdentificeerd die geen
preventieve behandeling vereisen.
Opmerking: er is een aparte fiche die handelt over de soorten houtverduurzaming en de
gevolgen voor de gezondheid en het milieu.
KEUZE-ELEMENTEN
TECHNISCHE ASPECTEN
> Classificatie van de houtsoorten volgens de natuurlijke duurzaamheid
De natuurlijke duurzaamheid van houtsoorten, dus in hoeverre zij bestand zijn tegen die of die
biologische elementen, is een ingewikkeld gegeven. Een houtsoort kan bestand zijn tegen een
bepaald insect en niet tegen andere insecten of schimmels. Men moet ook een onderscheid
maken tussen het harthout, die meer of minder bestendig is al naargelang de soort, en het
spinthout (de kern van het hout), dat zeer zwak is.
De
houtsoorten
worden
ingedeeld
in
5
klassen
volgens
de
natuurlijke
bestendigheidseigenschappen van hun harthout ten aanzien van houtetende schimmels. De
indeling van deze klassen wordt bepaald door de Europese norm EN 113, en de klassen
worden toegekend aan de houtsoorten op basis van een reële test, overeenkomstig de norm
EN 252 (piketten geslagen in volle aarde), of op basis van laboratoriumtesten, overeenkomstig
de norm EN 350.
Inzake de aantasting door insecten, die los staat van de gebruiksomstandigheden, is de situatie
eenvoudiger, want de houtsoort kan wel of niet worden aangetast door een insect.
De tabel hieronder vat de natuurlijke duurzaamheidseigenschappen samen van de courante
houtsoorten:
Natuurlijke duurzaamheid van de houtsoorten, overeenkomstig
de norm EN350-2, 1994
Schimmels
Boktor
Boorkever
Spinthoutkever
Harsachtigen
Douglasspar
3
S
S
-
Noorse spar
4
SH
SH
-
Lariks
3
S
S
-
Pijnboom
3-4
S
S
-
BLZ 2 VAN 10 – EEN HOUTSOORT KIEZEN IN FUNCTIE VAN DE AARD EN HET BEOOGDE GEBRUIK – FEBRUARI 2007
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN – MAT08
PRAKTISCHE AANBEVELING
Natuurlijke duurzaamheid van de houtsoorten, overeenkomstig
de norm EN350-2, 1994
Schimmels
Boktor
Boorkever
Spinthoutkever
4
SH
SH
-
Els
5
-
S
D
Berk
5
-
S
D
Haagbeuk
5
-
S
D
Kastanje
2
-
S
D
Eik
2
-
S
S
Esdoorn
5
-
S
(SH)
Es
5
-
S
D
Beuk
5
-
S
D
Kerselaar
5
-
S
(SH)
Notelaar
3
-
Ss
(SH)
Iep
4
-
S
(SH)
Populier
5
-
S
D
Robinia
1
-
S
D
Zilverspar
Loofbomen
Schimmels: 1=zeer duurzaam, 2=duurzaam, 3=gemiddeld duurzaam, 4=weinig duurzaam en 5=niet
duurzaam
Insecten: S= gevoelig spinthout, SH= gevoelig harthout, (SH)= soms gevoelig harthout, D= duurzaam, - =
niet van toepassing
Bron: A.Leclercq en B.Jourez, "La durabilité naturelle du bois", Centre de Recherches de la Nature, des
Forêt et du Bois, Gembloux
> Risicoklassen die te maken hebben met het gebruik van het hout
Naast de klassen voor de natuurlijke duurzaamheid bestaat er een indeling voor de blootstelling
aan risico's, die op haar beurt wordt ingedeeld in 5 klassen, niet te verwarren met de vorige
klassen. Elke klasse komt overeen met omgevingsomstandigheden en een definitie van de
biologische risico’s. Eenvoudig gesteld komt een risicoklasse overeen met een bepaald gebruik.
Het hout van een geraamte wordt beschouwd overeen te stemmen met risicoklasse 2 (voor
zover het hout wordt gebruikt volgens de regels van de kunst, zonder insijpeling of andere
bronnen van ongecontroleerde vochtigheid). Deze indeling is afkomstig van de
Homologatiecode van de BVHB (Belgische Vereniging voor de Houtbescherming), en is
gebaseerd op de Europese norm EN 335. Deze norm wordt hieronder samengevat:
Risicoklasse
1
2
Omgevingsomstandigheden
Beschut hout, volledig
beschermd tegen slecht
weer en niet blootgesteld
aan vocht (hout met minder
dan 20% vochtigheid*)
Beschut hout, volledig
beschermd tegen onweer,
maar waarbij een tijdelijke
hogere
omgevingsvochtigheid kan
leiden tot een occasionele
Biologisch risico
Voorbeelden
Insecten met
houtetende
larven
Binnenhuisinrichting,
meubels,
lambrisering, parket,
binnenschrijnwerk
Insecten met
houtetende
larven,
zwammen:
schimmels,
ontkleuringen en
Gebintehout,
geraamten, vloeren
BLZ 3 VAN 10 – EEN HOUTSOORT KIEZEN IN FUNCTIE VAN DE AARD EN HET BEOOGDE GEBRUIK – FEBRUARI 2007
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN – MAT08
PRAKTISCHE AANBEVELING
Risicoklasse
Omgevingsomstandigheden
Biologisch risico
hogere vochtigheid van
20%*
zeldzamer
houtetende
zwammen
Insecten met
houtetende
larven,
zwammen die
zorgen voor
verkleuringen
maar ook
houtetende
zwammen,
kubieke en
vezelachtige
verrotting
Voorbeelden
3
Niet-beschut hout dat niet in
contact komt met de grond,
en dat permanent kan
worden blootgesteld aan
slecht weer ofwel beschut is
maar onderhevig aan een
frequente vochtigheid van
meer dan 20%*
4
Hout dat in contact komt met
de grond of met zoet water,
en dat permanent wordt
blootgesteld aan een
vochtigheid van meer dan
20%*
Alle risico’s van
klasse 3 en de
schimmels van
natrot
Hout dat in contact
komt met de grond,
palen, staken, en
montages die
waterkuilen vormen
5
Hout dat permanent wordt
blootgesteld aan zout water
Alle risico’s van
klasse 4 maar
ook en vooral de
Teredinidae
Hout dat wordt
gebruikt in zout water
Buitenschrijnwerk,
gelamelleerd-gelijmd
geraamte onderhevig
aan slecht weer, hout
onderhevig aan
permanente damp
*Opgelet, deze cijfers geven de relatieve vochtigheid van het hout en niet van de omgeving.
> Overeenstemming tussen de risicoklassen en de natuurlijke duurzaamheid
Om bruikbaar te zijn moet de hierboven vermelde informatie worden gecombineerd, wat leidt tot
de volgende tabel. Dankzij die tabel kan men bepalen of een houtsoort kan worden gebruikt in
een bepaalde risicoklasse zonder een preventieve behandeling tegen schimmels te ondergaan.
Risicoklasse
(EN 335)
Duurzaamheidsklasse ten aanzien van de houtzwammen (EN 350- 2)
1
2
3
4
5
1
0
0
0
0
0
2
0
0
0
(0)
(0)
3
0
0
(0)
(0) – (X)
(0) – (X)
4
0
(0)
(X)
X
X
5
0
(X)
(X)
X
X
Legende
0: Voldoende natuurlijke duurzaamheid
(0): De natuurlijke duurzaamheid is normaal voldoende, maar voor bepaalde gebruiksdoeleinden
kan een verduurzaming vereist zijn
(0) – (X):De natuurlijke duurzaamheid kan voldoende zijn, maar volgens de houtsoort, de
doorlatendheid en het eindgebruik kan een verduurzaming nodig blijken
(X): Een verduurzaming wordt normaal aangeraden, maar voor bepaalde gebruiksdoeleinden
kan de natuurlijke duurzaamheid voldoende zijn
X: Verduurzaming nodig
Bron: D.Dirol et X.Deglisse, "Durabilité des bois et problèmes associés", Hermès Science Publications,
Parijs, 2001
Op basis van deze informatie kan men de levensduur van het hout inschatten op basis van hun
intrinsieke duurzaamheid en de risicoklasse. Het gaat echter slechts om richtwaarden:
BLZ 4 VAN 10 – EEN HOUTSOORT KIEZEN IN FUNCTIE VAN DE AARD EN HET BEOOGDE GEBRUIK – FEBRUARI 2007
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN – MAT08
PRAKTISCHE AANBEVELING
Houtsoort
Risicoklasse (EN 335)
1
2
Onbeperkte
Onbeperkte
duur
duur
3
Duur > 20
jaar
5
Duur > 10
jaar
Douglasspar
Ja
Ja
Ja
Neen
Noorse spar
Neen
Neen
Neen
Neen
Lariks
Ja
Ja
Ja
Neen
Pijnboom
Ja
Ja
Ja
Neen
Zilverspar
Neen
Neen
Neen
Neen
Els
Neen
Neen
Neen
Neen
Berk
Neen
Neen
Neen
Neen
Haagbeuk
Neen
Neen
Neen
Neen
Kastanje
Ja
Ja
Ja
(Ja)
Eik
Ja
Ja
Ja
(Ja)
Esdoorn
Neen
Neen
Neen
Neen
Es
Neen
Neen
Neen
Neen
Beuk
Neen
Neen
Neen
Neen
Kerselaar
Neen
Neen
Neen
Neen
Notelaar
Ja
Neen
Neen
Neen
Iep
Ja
Ja
Neen
Neen
Populier
Neen
Neen
Neen
Neen
Robinia
Ja
Ja
Ja
Ja
Legende
Ja: de houtsoort, gezuiverd van z’n spinthout, is bruikbaar
zonder een verduurzaming
Neen: de houtsoort, gezuiverd van z’n spinthout, is niet
bruikbaar zonder een verduurzaming
(Ja): varieert al naargelang de herkomst
Harsachtigen
Loofbomen
Bron: A.Leclercq et B.Jourez, "La durabilité naturelle du bois", Centre de Recherches de la Nature, des
Forêt et du Bois, Gembloux
We moeten opmerken dat de uitleg hierboven eerder theoretisch is. Ze veronderstelt
bijvoorbeeld dat het hout dat wordt gebruikt enkel bestaat uit harthout, dat het hout droog is, en
dat het wordt gebruikt in omstandigheden die vrij zijn van bronnen van vochtigheid zoals
binnensijpelend water, opstijgend vocht, waterkuilen, en dat het gebouw bij renovatie gezond is
(afwezigheid van schimmels in ander reeds geplaatst houtwerk), enz.
Toch kan men op basis van deze tabellen een houtsoort kiezen die geen preventieve
schimmelwerende behandeling vereist. Alvorens definitief te kiezen voor een bepaalde
houtsoort moet men ook de gevoeligheid ervan nagaan voor insecten. Vaak zal het volstaan om
te vermijden dat spint aanwezig is in het hout om beschermd te zijn tegen die aantasting.
> De verduurzaming van hout
Er bestaan verschillende technieken om hout te behandelen. Sommige producten kunnen
aanleiding geven tot het vrijkomen van schadelijke stoffen voor de bewoners (vooral bij gebruik
binnenshuis), kunnen het recyclagepotentieel van het hout veranderen (kwaliteit van de
BLZ 5 VAN 10 – EEN HOUTSOORT KIEZEN IN FUNCTIE VAN DE AARD EN HET BEOOGDE GEBRUIK – FEBRUARI 2007
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN – MAT08
PRAKTISCHE AANBEVELING
recyclage en bestemming van het product) of kunnen een regelmatig herstel vereisen van de
beschermingslaag (gebrek aan productrationalisatie).
Om een rationele keuze te kunnen maken dient men rekening te houden met de volgende
aanbevelingen:
o
o
o
De ontwerp- en uitvoeringsdetails verzorgen om het hout beter te beschermen en de
blootstelling te beperken (uitstekende dakdelen, sokkels, assemblagedetails, enz.)
Een houtsoort kiezen waarvan de duurzaamheid aangepast is aan de risicoklasse die
hierboven werd gedefinieerd in functie van het voorziene gebruik, zodat er geen
verduurzaming vereist is.
Indien er een behandeling nodig is omdat de houtsoort onvoldoende duurzaam is, of
omwille van esthetische redenen (het natuurlijk verouderingsproces van het hout
verhinderen): een behandeling kiezen op basis van producten die een beperkte invloed
hebben op het milieu en de gezondheid, bijvoorbeeld indien mogelijk een thermische
behandeling. De verschillende manieren om hout te verduurzamen en de gevolgen
worden omschreven in een aparte fiche (er wordt naar verwezen op het einde van deze
fiche).
> Waarop moet men nog letten als men een bepaalde houtsoort kiest?
Men moet met bepaalde zaken rekening houden indien men een houtsoort kiest in functie van
het gebruik. Die zaken komen aan bod in thematische fiches van de vereniging van de
Belgische houtsector "Belgian Woodforum" (www.hout.be). Voor elke houtsoort wordt het
adequaat gebruik opgesomd, de aard van de eventuele verduurzaming en de intrinsieke
eigenschappen van de soorten.
De volgende onderwerpen komen aan bod:
o
o
o
o
o
o
De vochtigheidsgraad van de gebruikte houtsoort (beperkt voor bepaalde
toepassingen…)
De periode waarin het gekozen hout wordt gehakt (dalend plantesap…)
Fouten in het hout (knopen…)
De duurzaamheidsklasse van het hout
Het risico op mechanische variatie van de houtsoort (poreusheid, bestendigheid tegen
compressie / tractie / doorknikken)
De risico’s op aantasting van het hout door de bevestigingssystemen (lokale
kleurveranderingen/ scheuren…)
De meeste van deze tips handelen over het juist gebruik van hout. We gaan hier echter niet
verder op in omdat deze fiche handelt over de keuze van de houtsoort.
MILIEU-ASPECTEN
> Invloed van de geografische lokalisatie
Kiezen voor een "lokale" houtsoort biedt de mogelijkheid om de herkomst van het hout en de
kwaliteit van de bosexploitatie beter te controleren. Deze keuze biedt bovendien de
mogelijkheid om het materiaalvervoer te beperken en te rationaliseren. Men zal steeds de
voorkeur geven aan een lokale houtsoort, lokaal gezaagd en verduurzaamd alvorens op de werf
te worden gebracht, om te besparen op de energiekost van het vervoer. De voorkeur geven aan
een lokale houtsoort laat ook toe om een netwerk te creëren dat voor werkgelegenheid zorgt in
Europa.
> Labels
Er bestaan twee labels om goed bosbeheer te certificeren: Programmne for the Endorsement of
Forest Certification (PEFC) en Forest Stewardship Council (FSC).
BLZ 6 VAN 10 – EEN HOUTSOORT KIEZEN IN FUNCTIE VAN DE AARD EN HET BEOOGDE GEBRUIK – FEBRUARI 2007
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN – MAT08
PRAKTISCHE AANBEVELING
PEFC is een label van Europese oorsprong, dat de reglementeringen overkoepelt van de leden
van de Unie, maar ondertussen ook van landen als Australië, Canada, de Verenigde Staten,
Brazilië en Chili. Dit impliceert zowel een goed bosbeheer als een transparant beheer en een
regelmatige actualisering van de kwaliteitscriteria (www.pefc.be). Meer dan 50 % van de
Waalse bossen is in overeenstemming met de voorschriften van het PEFC-label. Die criteria
omvatten:
o
o
o
o
o
o
Het behoud en een aangepaste verbetering van de bosvoorraad en hun bijdrage aan
de internationale koolstofcycli
Het behoud van de gezondheid en de vitaliteit van de ecosystemen van de bossen
Het behoud en het stimuleren van de productiefuncties van de bossen
De handhaving en een adequate verbetering van de biologische diversiteit binnen de
ecosystemen van de bossen
De handhaving en de verbetering van de beschermingsfuncties van het woudbeheer
(met name water / grond)
Het behoud van andere sociaal-economische voordelen en omstandigheden
De FSC is een NGO die in België wordt vertegenwoordigd door de vzw – "FairTimber"
(www.fair-timber.be) en levert een gelijknamig label. De drie belangrijkste peilers voor het FSClabel zijn:
o
o
o
Een aangepast milieubeheer: behoud van de biodiversiteit en van het evenwicht, maar
ook van de productiviteit en van de ecologische procedure.
Een maatschappelijk gunstig beheer: het bosbeheer biedt de mogelijkheid om de lokale
bevolking te sensibiliseren voor het belang van de instandhouding en het evenwicht van
de bossen, en om de gemeenschappen te helpen om te blijven bestaan en op lange
termijn een leefbare wisselwerking te creëren tussen de bevolking en de omgeving.
Duurzaam economisch beleid: een evenwichtig bosbeheer zodat geen financiële
inkomsten worden gegenereerd die strijdig zijn met milieubelangen of met de belangen
van de bevolkingen. Het belangenconflict tussen de noodzakelijke rendabiliteit en het
eco-maatschappelijk evenwicht wordt beheerd door de verkoop van producten die een
betere kwaliteit leveren. De rentabiliteit houdt verband met de kwaliteit van een
evenwichtig beheer, veel meer dan met een hoeveelheid die te maken heeft met een
verkeerde productie die rentabiliteit beoogt zonder toekenning. Dit label legt meer de
nadruk op het maatschappelijk aspect van het bosbeheer dan het PEFC-label.
Ingedeeld volgens het gebruik omvat het FSC-hout de volgende soorten (er is een meer
gedetailleerde lijst beschikbaar op http:/fsc.wwf.be):
o
o
o
Gevelbekleding: Western red Cedar, Louro Gamela, Louro preto
Constructiehout: Witte Amerikaanse Eik, Europese Eik, Douglasspar-Oregon, Noorse
spar, Lariks, Europese spar, Zilverspar
Vensters en Deuren: Cédrona, Witte Amerikaanse Eik, Europese Eik, Eucalyptus,
Jatoba, Sapupira
Het is niet omdat een bestek gelabeld hout vereist, dat het geleverd hout stuk voor stuk
afkomstig is van een perceel dat duurzaam wordt beheerd, want er bestaat geen systeem om
elk stuk hout te traceren. De FSC- of PEFC-certificeringen betreffen de bosbedrijven en niet de
bossen zelf. Concreet impliceert deze vereiste in een lastenboek dat de zagerij of het
houtverwerkingsbedrijf waarbij het hout wordt besteld een hoeveelheid produceert die in
overeenstemming is met de labels of een vergelijkbare hoeveelheid koopt bij gelabelde
bedrijven.
De controle of de ondernemer of onderaannemer rekening houdt met deze vereiste gebeurt
door na te gaan of het bedrijf dat het hout heeft geleverd opgenomen is in de lijst van
leveranciers afkomstig van de certificeringsinstellingen.
BLZ 7 VAN 10 – EEN HOUTSOORT KIEZEN IN FUNCTIE VAN DE AARD EN HET BEOOGDE GEBRUIK – FEBRUARI 2007
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN – MAT08
PRAKTISCHE AANBEVELING
ECONOMISCHE ASPECTEN
> Hoeveel kost hout
Het is moeilijk om de kostprijs van hout te becijferen want die varieert al naargelang de soort en
de herkomst. Toch kan men de volgende tendensen onderscheiden:
o
Een lokale houtsoort beperkt de transportafstand en dus de inherente kosten. Voor nietEuropese houtsoorten ligt de transportprijs hoger, die min of meer wordt
gecompenseerd door besparingen op de handarbeid en andere kwaliteits- en
exploitatiestandaarden.
o
Lokale houtsoorten met een label kosten tegen alle verwachtingen in niet meer dan
houtsoorten zonder label.
Het eventuele prijsverschil tussen de houtsoorten is veeleer toe te schrijven aan de houtsoort
zelf en diens intrinsieke kwaliteiten dan aan het label, waarvan de milieucriteria de organisatie
van productie en commercialisering niet grondig verstoren. Dit gaat niet op voor de exotische
houtsoorten. De FSC-houtsoorten die buiten Europa worden geproduceerd en die van goede
kwaliteit zijn, zijn duurder dan partijen van dezelfde houtsoort en herkomst maar zonder label.
De kostprijs van de houtsoort moet geval per geval en volgens de behoefte worden
geanalyseerd. Voor meer informatie kan een lijst van verkoopadressen van hout met het FSCen PEFC-label worden geraadpleegd op de websites die hierna worden vermeld.
> Beschikbaarheid?
o
Een lijst met de FSC-houtleveranciers in België is beschikbaar op de website
http://fsc.wwf.be
o
Een gids met PEFC-hout, -leveranciers en -producten is beschikbaar op www.pefc.be
o
Bij de nationale federatie van houtonderhandelaars vindt u verschillende adressen van
houtleveranciers (met label of niet) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: www.fnn.be
o
De vereniging Natureplus, die het Duitstalige Europa dekt en zich in België begint uit te
breiden, stelt op haar website een aantal afgeleide houtproducten voor die
beantwoorden aan milieucriteria (www.natureplus.org).
BLZ 8 VAN 10 – EEN HOUTSOORT KIEZEN IN FUNCTIE VAN DE AARD EN HET BEOOGDE GEBRUIK – FEBRUARI 2007
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN – MAT08
PRAKTISCHE AANBEVELING
MAATSCHAPPELIJKE EN CULTURELE ASPECTEN
De maatschappelijke belangen vertalen zich op lange termijn in labeltoekenningen die een
aangepast beheer garanderen van de exploitatie van de bossen en van de economie van de
bevolkingen die leven van de houtproductie. De labeltoekenning voor houtsoorten beoogt een
evenwicht te installeren tussen de noden van de markt, het respect voor het milieu en de
organisatie van de maatschappij.
BESLISSEN
> Een lokale houtsoort zonder label of een inheemse houtsoort met label?
Ideaal is een lokale houtsoort met label die niet werd behandeld, maar hoe moet je kiezen
tussen de soorten indien dit ideaal niet bestaat?
De stelling van deze fiche is dat men lokale soorten moet verkiezen boven de exotische
soorten. Zelfs zonder label is de productie van Europese houtsoorten onderworpen aan
minimale regels inzake bosbeheer. Ook biedt deze keuze zoals hoger werd aangegeven de
mogelijkheid om de transportkosten te beperken en om een lokale verantwoordelijke sector te
ondersteunen.
Vaak is het echter zo dat de lokale soorten minder duurzaam zijn dan de exotische houtsoorten.
Men zal de voorkeur geven aan het gebruik van ingevoerde exotische houtsoorten indien hun
gebruik de mogelijkheid biedt om een bijzonder schadelijke behandeling te vermijden. Een
FSC- of een PEFC-label is dan een minimale vereiste. De verbetering van de technieken om
houtsoorten te verduurzamen en hun geringere impact voor het milieu en de gezondheid
beperken de omstandigheden enorm waarin deze situatie zou kunnen voorkomen (zie fiche
over houtverduurzaming).
IN DE PRAKTIJK
Er moeten maatregelen worden genomen tijdens de verschillende ontwikkelings- en
uitvoeringsfasen van het project:
UITVOERINGSPROJECT, DOSSIER VOOR DE BOUWVERGUNNING
o
o
o
o
o
De voorkeur geven aan houtsoorten van inheemse oorsprong
In het bestek houtsoorten eisen met het FSC- / PEFC-label
In het bestek een houtvochtigheid eisen die minder bedraagt dan 20% om
schimmelaantasting te vermijden. Er kan een relatief lagere vochtigheid worden vereist
voor bepaalde toepassingen (met name parket: 8 tot 12%), om problemen te vermijden
die te maken hebben met volumeschommelingen van het hout al naargelang de
vochtigheid.
Ervoor zorgen dat het hout wordt gebruikt in niet-vochtige omstandigheden of kan
drogen in goede omstandigheden
Ervoor zorgen dat de houtsoort, de risicoklasse en de eventuele verduurzaming
overeenstemmen. De voorkeur geven aan de houtsoorten die geen preventieve
behandeling vereisen voor het bedoelde gebruik.
TOEZICHT OP DE WERKZAAMHEDEN
o
o
o
Bij de oplevering van het hout een bewijs vragen van de herkomst en van het label
Controleren of de vochtigheidsgraad van het hout overeenstemt met die gevraagd in
het lastenboek
Erop toezien dat de technische details goed worden toegepast
ONDERHOUD
o
Als wordt gekozen voor een houtsoort die een specifiek onderhoud vergt, bedoeld om
de levensduur en de eigenschappen te handhaven, dan moet men de interventies
gelijkmatig spreiden. Het soort interventie en de frequentie moeten vooraf worden
bepaald in samenspraak met de houtleveranciers en de verkopers van de
verduurzamingsproducten.
Er is een aparte fiche over houtverduurzamingsproducten beschikbaar (zie punt
aanvullende informatie).
BLZ 9 VAN 10 – EEN HOUTSOORT KIEZEN IN FUNCTIE VAN DE AARD EN HET BEOOGDE GEBRUIK – FEBRUARI 2007
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN – MAT08
PRAKTISCHE AANBEVELING
AANVULLENDE INFORMATIE
ANDERE AANDACHTSPUNTEN
Hier volgt een lijst met fiches waarvan de thema’s ook handelen over de keuze van een
houtsoort:
o
o
o
o
CSS09 - Lijm en verf:aandacht schenken aan hun invloed op gezondheid en milieu
CSS10 - Houtbehandelingen: aandacht schenken aan de gevolgen voor de gezondheid
en het milieu
MAT04 - Het ideale materiaal kiezen voor buitenschrijnwerk
MAT06 - Bekleding van binnenmuren en plafonds: gezonde en ecologische materialen
kiezen
BIBLIOGRAFIE
Houtindustrie: de actoren
o
o
o
o
o
Houtinfobois: informatiemiddel over het in België verwerkte hout en z’n toepassingen,
gecreëerd door de zagerijen en de aanverwante industrieën (www.houtinfobois.be)
Bois et habitat: vzw die ijvert voor bouwen met hout (www.bois-habitat.com)
Belgian Woodforum: gecreëerd op initiatief van de Belgische houtsector, zij geven het
magazine "Houtnieuws" uit (www.hout.be)
De nationale vereniging van houthandelaars: www.fnn.be
De website voor schrijnwerkers: www.menuisiers.com
Informatie over het gebruik van hout:
o
o
De VIBE heeft een reeks fiches uitgebracht over het gebruik en de keuze van
houtsoorten al naargelang het soort werken (www.vibe.be)
F.Simon et JM. Hauglustaine, L’isolation thermique des façades à structure bois –
Praktische handleiding voor architecten, Waals Gewest, gratis te bestellen op de
website www.energie.wallonie.be
Labels:
o
o
o
Forest Steward Council: www.fsc.org
Pan European Forest Certification: www.pefc.org
Natureplus: www.natureplus.org
BLZ 10 VAN 10 – EEN HOUTSOORT KIEZEN IN FUNCTIE VAN DE AARD EN HET BEOOGDE GEBRUIK – FEBRUARI 2007
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN – MAT08
PRAKTISCHE AANBEVELING
Download