Operatie bij de ziekte van Dupuytren H.331700.1113 (kromtrekken van de vingers) 2 Inleiding U heeft samen met uw arts besloten tot een operatie, waarvoor u één dag wordt opgenomen. De ziekte van Dupuytren is een aandoening waarbij de vingers krom trekken. De ziekte van Dupuytren is over het algemeen pijnloos en het tromtrekken kan verholpen worden door een operatie. De ziekte zelf wordt daarmee overigens niet genezen. Vroeg of laat kan de aandoening weer terugkomen. Wachtlijst U komt op de wachtlijst bij het bureau patiëntenlogistiek. Ongeveer een week voor de operatie krijgt u schriftelijk bericht wanneer u geopereerd wordt. Pre-operatief onderzoek in het ziekenhuis Van de poli pre-operatief onderzoek ontvangt u de folder ‘Anesthesie en pijnbestrijding rondom uw operatie of behandeling’ met de daarbij behorende afspraken. In deze folder leest u wat er poliklinisch nog gedaan moet worden, voordat u opgenomen wordt voor uw operatie. De ziekte van Dupuytren De ziekte van Dupuytren is een aandoening waarbij de vingers krom trekken. Er ontstaan goedaardige bindweefselwoekeringen in de handpalm en/of de vingers. In het begin kunt u de bindweefselwoekeringen voelen als knobbels. Na verloop van tijd worden het harde strengen. Hierdoor schrompelt de bindweefselplaat in uw hand en uw vingers trekken krom. Dit kromtrekken wordt ook wel contractuur genoemd. Het kromtrekken van de vingers belemmert het functioneren van de hand. Er ontwikkelt zich bij deze ziekte niet altijd een kromtrekken; soms stopt de ziekte voordat dit stadium wordt bereikt. De ziekte van Dupuytren ontstaat meestal op latere leeftijd. De ziekte komt bij mannen meer voor dan bij vrouwen. De oorzaak van de aandoening is niet bekend, wel dat erfelijkheid een rol speelt. Vaak zijn beide handen aangedaan en dan meestal de ringvinger en de pink. Sommige mensen hebben daarbij gelijksoortige aandoeningen op andere plaatsen, bijvoorbeeld in de voetzool. 3 Over het algemeen geldt dat u niet te lang met de ziekte van Dupuytren moet blijven rondlopen als zich eenmaal een kromtrekken heeft ontwikkeld. Het proces van bindweefselwoekering gaat meestal door, waardoor ook de gewrichtjes in de vingers aangetast kunnen raken en krom gaan staan. Als de ziekte in zo'n vergevorderd stadium is gekomen, is een behandeling veel moeilijker. Voorbereiding thuis U blijft nuchter, volgens de aanwijzingen in de folder ‘Anesthesie en pijnbestrijding rondom uw operatie of behandeling’. Gebruik na het douchen geen bodylotion, make-up en nagellak. Draag geen sieraden of piercings. Laat waardevolle spullen thuis. Zorg dat iemand u ophaalt na de opname. Wat neemt u mee uw patiëntenkaart actueel medicatieoverzicht, deze kunt u opvragen bij uw bronapotheek. Waar meldt u zich U meldt zich bij de receptie van het Röpcke-Zweers Ziekenhuis in Hardenberg. 4 Opnamedag is operatiedag Men kan niet precies zeggen hoe laat u aan de beurt bent om geopereerd te worden. Operaties duren soms langer dan verwacht en er kan een spoedoperatie tussendoor komen. U krijgt operatie kleding aan. Ter voorbereiding op de anesthesie krijgt u medicatie (tablet , injectie, zetpil) toegediend, hiervan kunt u een slaperig gevoel krijgen. Een eventueel kunstgebit, gehoorapparaat, bril of contactlenzen doet u dan uit. Daarna houdt u bedrust. De verpleegkundige brengt u naar de voorbereidingsruimte van de operatiekamer. Het infuus wordt ingebracht en de verdoving wordt toegediend. Daarna gaat u naar de operatiekamer. De ingreep De chirurg voert de operatie uit. Om te zorgen dat u voldoende vocht krijgt, heeft u tijdens en na de operatie een infuus in uw arm. Meestal wordt een zig-zag insnede van de handpalm naar de vingers toe gemaakt. Daarna worden de bindweefselwoekeringen weggenomen. Soms laat men een deel van de wond open, omdat er een huidtekort is. Meestal groeit dit spontaan dicht. Na de operatie Meestal gebeurt deze ingreep onder plaatselijke verdoving op de operatie kamer. Bij volledige narcose gaat u na de ingreep naar de uitslaapkamer. Hier blijft u tot u goed wakker bent. Wanneer de narcose voldoende is uitgewerkt en de lichaamsfuncties zoals bloeddruk, hartritme en ademhaling stabiel zijn gaat u terug naar de afdeling. Mogelijke complicaties Complicaties zijn gelukkig zeldzaam, maar nooit uit te sluiten. Voorbeelden zijn nabloeding en wondinfectie. Na de operatie kan de huid rondom het operatiegebied (tijdelijk) gevoelloos zijn. Vaak herstelt zich dit. 5 Terug op de verpleegafdeling Als u volledige narcose heeft gehad worden uw pols, bloeddruk en temperatuur gecontroleerd. De wond wordt gecontroleerd. U mag na de operatie weer beginnen met drinken van water. Wanneer dit goed gaat mag u eten. Als de controles goed zijn, u voldoende drinkt en u hebt geplast wordt het infuus verwijderd. Naar huis In overleg met de verpleegkundige van de afdeling wordt samen met u het tijdstip van vertrek bepaald. U krijgt een afspraak mee of thuisgestuurd voor poliklinische controle. Nazorg De eerste 48 uur moet u de wond droog houden en het verband laten zitten. De hechtingen worden op de polikliniek op uw eerst volgende afspraak verwijderd (meestal op het verpleegkundig spreekuur 10-14 dagen na de operatie). De eerste dagen kunt u pijnstillers gebruiken ( paracetamol) maximaal vier tot vijf per 24 uur. De eerste twee weken neemt u voldoende rust, “luisteren “ naar uw lichaam. 6 VRAGEN Voor uw opname Vraagt u de verpleegkundige tijdens het opnamegesprek. Tijdens uw opname Vraagt u uw arts of de verpleegkundige. Na uw ontslag Neemt u contact op met de afdeling chirurgie 0523 - 276822 Of met de polikliniek chirurgie op werkdagen van 09.00 uur tot 12.00 uur en van 14.00 uur tot 16.00 uur Hardenberg 0523 - 276310 Coevorden 0524 - 526321 7 8 9