Handtherapie na een operatieve behandeling van de ziekte van

advertisement
Wilhelmina Ziekenhuis Assen
Vertrouwd en dichtbij
Informatie voor patiënten
Handtherapie na een operatieve behandeling van
de ziekte van Dupuytren
Na een operatie aan uw vinger(s) vanwege de ziekte van Dupuytren is het
belangrijk dat uw wond goed geneest en dat uw hand weer soepel wordt.
zz Daarbij krijgt u begeleiding van een revalidatiearts en een handtherapeut.
De revalidatieperiode duurt gemiddeld vier tot acht weken.
Ziekte van Dupuytren
Bij de ziekte van Dupuytren gaat het om een afwijking van het bindweefsel.
Meestal begint het met harde, soms pijnlijke knobbels in de handpalm. Van
hieruit kunnen zich stugge bindweefselstrengen ontwikkelen naar uw vingers.
Na verloop van tijd kunnen uw vingers hierdoor kromtrekken en lukt het niet
meer om ze te strekken. Soms komen er knobbeltjes op de gewrichten.
Algemene adviezen na de operatie




Als u pijn hebt, kunt u Paracetamol nemen (maximaal 4 x 1000 mg in 24 uur).
Het verband en de hechtingen blijven zitten tot uw eerste controleafspraak.
U mag gewoon douchen, maar zorg er wel voor dat het verband droog blijft.
De eerste twee of drie dagen moet u uw arm in een draagdoek dragen.
Probeer uw vingers wel zoveel mogelijk te bewegen. Voor een goede
bloedsomloop en om te voorkomen dat uw schouder en elleboog stijf
worden, is het belangrijk dat u uw arm af en toe strekt tot boven uw hoofd.
2
Controleafspraak drie tot vijf dagen na de operatie
Drie tot vijf dagen na de operatie hebt u een controleafspraak bij de
handtherapeut. Het verband wordt dan van uw hand gehaald. Na de operatie is
uw hand opgezet, vaak blauwverkleurd en wat stijf.
De dagen erna gaat het er vooral om dat uw wond goed geneest. Daarnaast is
het belangrijk dat u goed oefent om uw hand weer soepel te maken.
Adviezen zolang de hechtingen er nog in zitten
 De wond drie keer per dag spoelen onder de kraan (niet weken en geen zeep
gebruiken).
 Vijf keer per dag oefenen: beweeg uw hand in verschillende standen en doe
dat vijf keer achterelkaar (minder oefenen als de wond gaat wijken).
 Als de hand dik is, deze zoveel mogelijk hooghouden en af en toe
‘trommelen’ met de vingers.
 Als de wond dicht is, deze niet meer afdekken.
 De hand rust geven: niet fietsen of autorijden, niet gebruiken bij dagelijkse
bezigheden, zoals wassen, aankleden, eten, drinken of computeren.
Verwijderen van de hechtingen
Na ongeveer veertien dagen hebt u een afspraak bij de handtherapeut voor het
verwijderen van de hechtingen.
Na het verwijderen van de hechtingen mag u uw hand gaan gebruiken bij lichte,
dagelijkse activiteiten, zoals wassen, aankleden, eten, drinken en computeren.
3
Adviezen als de wond dicht is
Meestal is de wond na ongeveer veertien dagen dicht. Vanaf dat moment kunt u
meer gaan oefenen en uw gewone bezigheden geleidelijk weer oppakken.
 Probeer uw vinger(s) zo recht mogelijk te strekken. Zo nodig wordt hiervoor
een spalkje gemaakt om ’s nachts te dragen.
 Probeer een volledige vuist te maken.
 U kunt weer fietsen en autorijden als u uw hand gewoon kunt bewegen.
Na ongeveer drie weken hebt u een afspraak voor het handenspreekuur van de
revalidatiearts en de handtherapeut. Daarna hebt u gedurende de rest van de
revalidatieperiode regelmatig, zo nodig wekelijks, een afspraak met de
handtherapeut.
Littekenweefsel soepel houden
 Het is van belang dat u doorgaat met oefenen tot u uw hand weer normaal
kunt bewegen. In de eerste weken na de operatie ontstaat littekenweefsel,
waardoor u uw hand minder goed kunt bewegen. Door oefeningen te doen
houdt u het littekenweefsel soepel.
 Ook masseren helpt om het littekenweefsel soepel te houden. Wanneer de
wond dicht is, kunt u hiermee beginnen. Dit doet u door de duim van uw
andere hand dwars op het litteken te zetten en dit vervolgens te masseren.
 Als de wond droog is (en bijna dicht), kunt u deze insmeren met een crème,
bijvoorbeeld vitamine E-crème.
 Als het litteken stug aanvoelt, kunt u in overleg met de handtherapeut
littekenpleisters gebruiken.
Coördinatie-oefeningen
Wanneer de wond dicht is, kunt u beginnen met coördinatie-oefeningen.
 Tip met de duim één voor één de vingertoppen aan en strek daarna alle
vingers tegelijk. Doe dit in wisselend tempo.
 Oefen met het spreiden en sluiten van de vingers.
 Probeer zoveel mogelijk muntstukken of knikkers in uw hand te houden, na
deze één voor één te hebben opgepakt.
 Oefen met fijne motorische activiteiten, zoals schrijven, vastpakken van een
glas, het opgooien en vangen van een tennisbal en veters strikken.
4
Resultaat
Meestal heeft een operatie tot gevolg dat u uw vingers weer gewoon kunt
strekken. Dit lukt echter niet altijd. Als de vingers heel lang krom hebben
gestaan, zitten ze soms zo vast dat ze niet meer helemaal recht kunnen staan.
Ook na een geslaagde operatie is het mogelijk dat u na verloop van tijd opnieuw
last krijgt van bindweefselstrengen in uw hand en kromme vingers. In dat geval
kunt u overwegen om uw hand weer te laten opereren.
Vragen?
Als u vragen hebt voor of na de operatie over de revalidatie, kunt u bellen naar
de polikliniek Revalidatie. Men is te bereiken op werkdagen tussen 8.30 en 16.30
uur op telefoonnummer (0592) 32 5311.
Hebt u een opmerking of een klacht?
De medewerkers en specialisten van het WZA doen hun best u de juiste (medische) zorg te
geven. Mocht er toch iets gebeuren waarover u niet tevreden bent, dan verzoeken wij u om
dat door te geven. U kunt dat het beste doen aan degene die direct verantwoordelijk is. Als
u dat moeilijk vindt of een gesprek heeft niet het gewenste resultaat, dan kunt u zich
wenden tot de ombudsfunctionaris van het ziekenhuis. Deze is bereikbaar via:
 e-mailadres: [email protected]
 telefoonnummer: (0592) 32 56 24/32 55 55 (maandag t/m donderdag)
 postadres: WZA t.a.v. ombudsfunctionaris, postbus 30.001, 9400 RA Assen
Wilhelmina Ziekenhuis Assen
Europaweg-Zuid 1
Postbus 30.001
9400 RA Assen
Telefoon (0592) 32 55 55
www.wza.nl
© 2017 WZA
reval29 - februari 2017
Meer informatie over de klachtenprocedure vindt u op www.wza.nl
Download