Inhoud Programma ........................................................................................... 5 Een korte geschiedenis van de stad Rome ........................................... 7 Bezienswaardigheden......................................................................... 11 KLASSIEKE OUDHEID ........................................................................... 11 Circus Maximus........................................................................... 13 Het Colosseum ............................................................................ 14 Forum Romanum ........................................................................ 16 Ostia Antica................................................................................. 24 Kaart van Ostia Antica ................................................................ 25 Het Pantheon ............................................................................. 27 Monumenten, Pleinen en Fonteinen ............................................. 30 La Bocca della Verità................................................................... 30 De Engelenburcht ....................................................................... 31 Piazza Navona ............................................................................. 32 De Vierstromenfontein ............................................................... 32 Monumento Vittorio Emanuele II .............................................. 34 De Spaanse trappen.................................................................... 35 Fontana della Barcaccia .............................................................. 35 De Trevifontein ........................................................................... 36 Villa Borghese ............................................................................. 37 Catacomben van Priscilla ............................................................ 38 Kerken ............................................................................................. 39 San Clemente .............................................................................. 39 Santa Maria Maggiore ................................................................ 40 Santa Maria in Trastevere .......................................................... 41 De Mozes van Michelangelo....................................................... 42 San Paolo fuori le mura .............................................................. 43 De Sint- Pieter ............................................................................. 44 Vaticaans museum ......................................................................... 46 Raphael, Stanza’s ........................................................................ 46 Sixtijnse Kapel, Michelangelo .................................................... 47 Een korte woordenlijst ....................................................................... 49 Programma Dinsdag Monument Victor Emanuel Capitolijns Museum Forum Romanum Colosseum San Clemtente Woensdag Catacomben van Priscilla San Paolo fuori le Mura Piramide van Cestius Circus Maximus Santa Maria in Cosmedin Bocca della Verita Tempel van Hercules Santa Maria in Trastevere Avondeten in Trastevere we gaan niet eerst naar het hotel Donderdag Engelenburcht Sint Pieter Koepel Praalgraven Vaticaans museum Museo Pio Clementino Stanze’s van Raphael Sixtijnse Kapel Avondwandeling langs Highlights Vrijdag Thermen van Diocletianus Santa Maria della Victoria San' Andrea al quirinale Trevi Fontein Pantheon Piazza Navona San Luigi Palazzo Altemps Zaterdag Het programma van zaterdag wordt in de loop van de week verder ingevuld. Een aantal van de volgende bezienswaardigheden zullen zeker voorbij komen. Ostia Antica, ,Santa Constanza, Santa Maria Laterna, Santa Maria Maggiore, San Pietro in Vincoli, San Giovanni in Laterno, Villa Borghese, Ara Pacis, Mausoleum van Augustus Zondag Waarschijnlijk een keuzeprogramma Maar aanraders die alleen op zondag kunnen zijn: San'Ivo Il Gésu Een korte geschiedenis van de stad Rome We zijn in Rome. Deze stad is om heel veel dingen erg bekend: ijs, Berlusconi, Italianen, architectuur en nog heel veel andere dingen. Het bekendst is de stad toch om zijn geschiedenis. Hier volgt een kort overzicht. Stichting stad (10e tot 4e eeuw v. chr.) Volgens de mythe (bedacht in opdracht van keizer Augustus – aan de macht van 27 v Chr. – 14 n. Chr.) werd Rome in 753 v. Chr. gesticht door Romulus en Remus. Volgens archeologen ontstond Rome vanaf de 10e eeuw uit op drie verschillende heuvels gestichte nederzettingen. De nederzettingen werden bewoond door de Latijnen. In de 7e eeuw werden alle drie de nederzettingen verenigd door een binnenvallend volk: de Etrusken. Toen werd Rome de stad. Maar pas in de 4e eeuw werden ook nederzettingen op vier andere heuvels toegevoegd. Rome ligt dus op zeven heuvels. De Republiek (509 – 27 v. chr.) In 509 verjaagden de Romeinen (deze Latijnen waren nu inwoners van Rome) de Etrusken. De Romeinen kennen een ongekende expansiedrang en veroveren in enkele eeuwen heel Italie, grote delen van Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten. De stad werd bestuurd door twee consuls (legeraanvoerders), de senaat (rijke, wijze oude mannen) en volkstribunen (vertegenwoordigers van het gewone volk). Het Keizerrijk (27 v. Chr. – 476 n. Chr. ) De staatsinrichting van de Republiek voldeed niet meer bij het besturen van een wereldrijk. Rome was enorm gegroeid, net als de verschillen tussen arm en rijk. In de 1e eeuw v. Chr. ontstond een burgeroorlog waarbij steeds vaker mannen met militaire steun de Romeinse politiek naar hun hand zetten. In 49 v. Chr. deed Caesar dit ook. Alleenheersers die hem opvolgden bleven zich Caesar noemen. Zo werd Rome een keizerrijk. Dit kende enorme economische en culturele bloei. De stad zou volgens conservatieve schattingen minstens 1,2 miljoen inwoners hebben geteld in de 3e eeuw n. Chr. Tijdens het keizerrijk werd in Israel (onderdeel van Rome) Jezus geboren. Zijn volgelingen en de Joden werden vervolgd. Christenen en Joden weigerden zich aan de Romeinse godsdienst aan te passen. Het Christendom was vooral onder slaven en armen erg populair. Om die reden verspreidde het zich snel in het Romeinse rijk. Eén van Jezus’ apostelen, Petrus, werd in de eerste eeuw bisschop van Rome en daarmee de eerste paus. In 311 n. Chr. werd het Christendom toegestaan. In 381 n. Chr. werd het Christendom zelfs officiële staatsgodsdienst. Men hoopte dat het de verdeeldheid in het Romeinse rijk zou kunnen bestrijden. Zo werd Rome het centrum van het Christelijk geloof en de katholieke kerk. De Middeleeuwen (476 n. Chr. – 1420 n. Chr.) Na de val van her rijk werd Rome geteisterd door invallers uit het Noorden (Germanen) en het Oosten (Byzantijnen). De stad raakte ernstig in verval. Het inwonertal viel terug tot ongeveer 50.000 volgens sommige wetenschappers. In 754 n. Chr. ging Paus Stefanus II een bongenootschap aan met de Frankische koning Pepijn de Korte. Hiermee wordt Rome de hoofdstad van de pauselijke staat die een groot deel van middenItalië omvatte. De paus stond aan het hoofd. Tijdens de Renaissance in de 15e eeuw slaagden de pausen erin hun macht in Midden-Italië aanzienlijk uit te breiden. De Nieuwe Tijd (1450 – 1850) Gedurende de nieuwe tijd zijn pausen in Rome de baas. De kerk heeft een dominante invloed op het sociale, culturele en economische leven. De stad was bedevaartsoord voor Christelijke pelgrims uit heel Europa. Onder Napoleon (1799 – 1815) verliest de pauselijke staat veel gebied. De Italiaanse eenwording (1861) In de 19e eeuw kwam het Italiaanse nationalisme op. Onder leiding van het Italiaanse koninkrijk Sardinië-Piemonte werd Italië in 1861 verenigd. De paus verloor veel gebied en weigerde Rome af te staan als hoofdstad van het nieuwe land. Hij werd beschermd door Frankrijk. Toen de Franse troepen in 1870 vertrokken, werd Rome de hoofdstad van het koninkrijk Italië. Koning Vittorio Emanuele II werd koning. De paus beschouwde zichzelf als gevangene. 20e eeuw In 1922 greep de Italiaanse fascist Benito Mussolini de macht in Italië. Hij stelde grondwet en parlement buiten werking. Hij had de steun van koning Vittorio Emanuele III. In 1929 sloot hij met paus Pius XI het verdrag van Lateranen. De paus riep katholieken op zich niet meer met politiek te bemoeien. Dit was gunstig voor Mussolini. In ruil hiervoor kreeg de katholieke kerk een klein gebied in Rome dat werd uitgeroepen tot soevereine staat. De kerk kreeg grote belasting- en andere voordelen. Zo ontstond Vaticaanstad. In 1942 werd Mussolini vermoord. Na de Tweede Wereldoorlog werd Italië een democratie. Bezienswaardigheden KLASSIEKE OUDHEID CAPITOOL EN CAPITOLIJNSE MUSEA De Capitolijn bestaat uit een heuvel met twee toppen. Op de noordelijke, waar tegenwoordig de Santa Maria in Aracoeli staat, bevond zich in de vroege Romeinse tijd een burcht. Op de zuidelijke top bevond zich de belangrijkste tempel van Rome, opgedragen aan Jupiter (de oppergod), zijn vrouw Juno (heerseres over de hemelen) en hun dochter Minerva (godin van het menselijk vernuft). Oorsrponkelijk stond hier een nog ouder Etruskisch heiligdom. In de Renaissance maakte Michelangelo een stedenbouwkundig concept voor de Capitolijn. Een trap leidt naar een plein tussen de beide heuveltoppen. Ook de (gevels van) de gebouwen links en rechts op het plein zijn door hem ontworpen. Tegenwoordig bevinden zich in die gebouwen de Capitolijnse Musea. Het bijzonder van het plein is de trapeziumvorm (die je ook tegenkomt op het plein van de Sint Pieter), in plaats van de rechthoekige vorm. Daardoor wordt een indruk van beslotenheid gewekt. Op het plein stond tot 1979 het ruiterstandbeeld van keizer Marcus Aurelius. Het is het enige nog bestaande levensgrote ruiterstandbeeld uit de Romeinse tijd en diende vanaf de Renaissance als voorbeeld voor beeldhouwers die koningen en hoge militairen moesten vereeuwigen. De Capitolijnse Musea herbergen kunst en archeologische vondsten uit de Romeinse tijd en de Renaissance. Hier vind je beroemde beelden als de Stervende Galliër en de Venus Capitolana. De geschiedenis van het museum musea gaat terug tot 1471, en maakt dit tot één van de oudste musea die er bestaan. Een deel van de collectie is tegenwoordig elders in de stad ondergebracht in een oude elektriciteitscentrale, de Centrale Montemartini aan de Via Ostiense . Klassieke beelden staan daar opgesteld tegen een achtergrond van machines uit 1912… Circus Maximus Het Circus Maximus was in de oudheid een groot stadion in het centrum van Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen. In de 6e eeuw v.Chr. liet de vijfde koning van Rome, Tarquinius Priscus, het Circus Maximus bouwen. De beek die door de vallei stroomde, werd gekanaliseerd en overbrugd. De Romeinen zaten op de glooiende hellingen van de heuvels om naar paardenraces te kijken. In de keizertijd (28 v. Chr – 473 n. Chr) werden voor het eerst houten tribunes gebouwd. Later werd hiervoor steen gebruikt en werd het Circus steeds verder uitgebreid. Op het hoogtepunt van het Romeinse Rijk konden ongeveer 150.000 toeschouwers in het circus plaatsnemen om de wedstrijden te aanschouwen, maar er zijn ook bronnen die 250.000 tot 400.000 toeschouwers vermelden. Gezien de beschikbare ruimte lijkt dat aantal echter overdreven. In het Circus Maximus mochten vrouwen en mannen gewoon naast elkaar plaatsnemen, iets wat in het Colosseum en de theaters zeker niet gebruikelijk was. Het Circus Maximus is tot 549 in gebruik geweest. In de eeuwen daarna raakte het sterk in verval. De tribunes werden afgebroken zodat de stenen en het marmer gebruikt konden worden om nieuwe kerken en paleizen te bouwen. Na de Renaissance was er al bijna niets meer van het grote bouwwerk overgebleven. Het Colosseum Het Colosseum is het grootste amfitheater van het Romeinse rijk. Het ovale bouwwerk is 48.5 meter hoog, 188 meter lang en 156 meter breed. De huidige benaming van het amfitheater komt uit de middeleeuwen en is waarschijnlijk te danken aan de toen nabijgelegen twintig meter hoge kolossus van Nero. Keizer Vespasianus droeg in 72 na Christus de bouw van het Colosseum op. Kort hieraan voorafgaand was het eerste stenen amfitheater van Rome zwaar beschadigd door een brand. Vespasianus koos een tactische locatie voor het nieuwe amfitheater. Het betrof een stuk grond dat Nero bij zijn paleis getrokken had ( Domus Aurea). Nero had de locatie ingepikt nadat de brand van 64 na Christus de bebouwing in as had gelegd. Vespasianus wilde zich geliefd maken door de grond terug te geven aan het volk en afstand te nemen van de gehate Nero. Het amfitheater werd in het jaar 80 voltooid onder zijn zoon Titus. Keizers en prominente Romeinen organiseerden spelen om loyaliteit te winnen. Populair waren de gevechten tussen gladiatoren. Aanvankelijk waren gladiatoren soldaten in opleiding. In een later stadium dwong men slaven, krijgsgevangenen en veroordeelden om elkaar op leven en dood te bevechten. Het Colosseum beschikte over ruim 40.000 zitplaatsen en ongeveer 5000 staanplaatsen op het dak. De plaatsen werden toegewezen op rang en stand. De marmeren zittingen op de voorste rijen waren bestemd voor senatoren. De keizer en de rijke bovenlaag zaten op een groot terras. Zesenzeventig genummerde ingangen droegen bij aan de logistiek. Op de hoofdassen bevonden zich vier niet genummerde toegangen die leiden naar de loge van de keizer, de loge van de consul en twee voor hoogwaardigheids- bekleders gereserveerde ruimten. Onder de zitplaatsen bevond zich een uitgekiend stelsel van gangen en trappen waardoor het grote aantal bezoekers snel naar hun plaatsen konden worden geleid. Bovenop het Colossseum stonden palen waaraan een gigantisch zeil (het velarium) werd bevestigd zodat het publiek tegen de zon was beschermd. Het bouwkundige vernuft van de Romeinen kwam goed tot zijn recht in het twee verdiepingen tellende gangenstelsel onder de arenavloer. Hier werden de wilde dieren opgesloten in cellen. Zij werden met behulp van hijsschachten en trappen het podium opgejaagd via een valdeur. Bij normale spelen in het Colosseum werden ’s morgens wildedierengevechten gehouden waarbij bestiarii (wilde-dierenvechters) vochten met allerlei wilde dieren in venationes (jachtpartijen). De arena werd op passende wijze ingericht met rotspartijen, struiken, e.d. Tussen de middag was er voor geïnteresseerden een pauzeprogramma waarin veroordeelde gevangenen voor de wilde dieren werden gegooid. In de latere Oudheid werden vooral veel christenen tot de wilde dieren veroordeeld (damnatio ad bestias). Het middagprogramma met de gladiatorenshows (munera) vormde het hoogtepunt. Historici schatten dat in de loop der eeuwen tussen de 300.000 en 500.000 mensen in het Colosseum zijn gestorven. Forum Romanum Het ontstaan van het Forum Romanum Het Forum Romanum was voor het oude Rome het centrale plein voor politiek, religie en handel. De plek van het Forum Romanum was eerst een moerassig gebied en de oorspronkelijke bewoners van het gebied woonden op de heuvels rondom dit moeras. Door de dreiging van de Etrusken besloten deze afzonderlijke leefgemeenschappen om samen te werken. Er werden wegen aangelegd tussen de verschillende dorpen. Waar deze wegen kruisten is uiteindelijk het Forum Romanum ontstaan. Op deze plek ontstond een levendige handel, het gebied eromheen werd met behulp van afwateringskanalen verder drooggelegd en daar ontstond een markt. Daardoor ontwikkelde dit gebied zich steeds verder, er werden basilieken en tempels gebouwd en het werd het nieuwe centrum van de dorpjes. Basilica van Maxentius (20) De Basilica van Maxentius is een basilica in Rome, gebouwd in opdracht van keizer Maxentius. De bouw startte in 308, maar werd voltooid door Constantijn de Grote nadat hij zijn rivaal Maxentius in 312 had verslagen in de Slag bij de Milvische brug. De basilica was het centrum voor rechtspraak en burgerlijke zaken. De drieschepige basilica stond op een enorm podium van 100 x 65m en mat zelf 80 x 57m Hij had een middenschip van 80m lang, 25m breed en 35m hoog. Aan weerskanten hiervan waren zijbeuken van 16 m. breed en 24,5m hoog. De zijbeuken werden door enorme bogen in drieën gedeeld. Deze bogen steunden op grote pijlers. Daarvoor en in de hoeken stonden 8 enorme monolithische zuilen. De vloer was bekleed met verschillende soorten gekleurd marmer. De muren, die tot wel 6 m. dik zijn, waren gemaakt van beton met baksteen. Nu staat alleen nog de noordelijke zijbeuk overeind met zijn enorme tongewelven met cassettenplafond. Hierdoor kan men een goede indruk krijgen van de enorme omvang die het gebouw had. De Curia Julia (6) De Curia Julia was het senaatsgebouw van het oude Rome, gebouwd op het Forum Romanum. Eerst stond op deze plaats de Curia Hostilia, gebouwd in opdracht van koning Tullus Hostilius, en daarna de huidige Curia Julia, die enigszins anders georiënteerd op de plaats kwam van het eerste gebouw, en op last van Julius Caesar werd gebouwd, nadat een brand in 52 v.Chr. het oude senaatsgebouw had vernield. De Curia Julia werd onder Augustus ingewijd in 29 v.Chr., en genoemd naar de gens (familienaam) Julia. Augustus was geadopteert door Julius Caesar. Deze Curia Iulia brandde eveneens af tijdens de grote brand van Rome onder keizer Nero in 64 na Chr., en werd door keizer Domitianus hersteld. In de middeleeuwen was het gebouw in gebruik als kerkgebouw. Hieraan heeft het zijn vrijwel ongeschonden overleven te danken (hoewel het gebouw vroeger wel afgewerkt was met een kostbare marmeren bekleding) tot in de huidige tijd evenals bv. het Pantheon in Rome. De meeste gebouwen van het oude Rome die geen kerkelijke bestemming kregen werden in de loop der eeuwen gesloopt als goedkope bron van bouwmaterialen. De boog van Titus (21) De Boog van Titus is gebouwd op het hoogste punt van de Via Sacra,de heilige weg, op de heuvel Velia. (Er lagen veel tempels langs deze weg vandaar de naam.) Dit is de toegang tot het Forum Romanum vanaf het dal van het Colosseum. De enkele boog is vermoedelijk in 81 na Chr. door keizer Domitianus gebouwd, ter ere van zijn vergoddelijkte broer en voorganger Titus. De reliëfs in de boog herinneren aan het neerslaan van de joodse opstand in Palestina en aan de verwoesting van Jeruzalem door Titus en zijn vader Vespasianus in 70 na Chr. Naar deze gebeurtenis verwijst ook de versiering van de façade: op de fries aan de buitenkant is de triomftocht van beide heersers afgebeeld – nu is alleen nog het reliëf aan de oostzijde bewaard gebleven – en in de boogzwikken zijn overwinningsgodinnen afgebeeld die de veldtekenen dragen. Twee gebeurtenissen uit de triomftocht zijn op de grote reliëfvlakken in de doorgang van de boog afgebeeld. De zuidzijde toont het begin van de triomftocht. Hier voeren Romeinse legioensoldaten de kostbaarste stukken van de buit met zich mee, waaronder de Tafel met de Toonbroden, de menora en de zilveren Hazozratrompetten uit de Tempel van Jeruzalem, die worden weggedragen door de triomfboog. Op de andere zijde staat het hoogtepunt van de triomftocht: Titus, begeleid door zijn bewakers, de lictoren, staat midden in de door de stadsgodin Roma aangevoerde quadriga, een tweewielige wagen met een vierspan ervoor, en wordt door de overwinningsgodin Victoria gelauwerd. Representaties van Senaat en Volk van Rome completeren het geheel. De boog van Septimus Severus (8) De Boog van Septimius Severus is gebouwd in het jaar 203 n.Chr. in opdracht van de senaat. Het was een geschenk aan de keizer en zijn zonen Caracalla en Geta ter ere van de twee overwinningen op de Parthen in 195 en 197 n.Chr. De boog is versierd met 8 composietzuilen en diverse afbeeldingen van overwonnen volkeren. Boven de zijdoorgangen hangen vier grote friezen die de overwinningen van Severus in het oosten afbeelden. Op oude munten uit de tijd van Septimius Severus en Caracalla is te zien dat bovenop de boog een beeldengroep stond van een strijdwagen met vierspan. Hierin stond Severus samen met de godin Nikè en zijn zonen Caracalla en Geta. Na de dood van Septimus Severus in 211 worden de beide zonen gezamenlijk keizer. Caracalla laat echter aan het eind van 211 zijn broer Geta vermoorden zodat hij zelf alle macht in handen kan krijgen. Hierna laat Caracalla alle herinneringen aan zijn broer verwijderen, door middel van de Damnatio memoriae. De triomfboog ontkomt hier ook niet aan en de namen en afbeeldingen van Geta worden er van verwijderd. Lapis Niger , De zwarte steen. (voor de Curia Julia) De Lapis Niger geeft het graf van Romulus aan. Romulus was de eerste koning van Rome. (6e eeuw v. Chr. ) Volgens het verhaal wilde zowel Romulus als zijn broer Remus een stad stichten. Romulus wilde dit op de heuvel Palatijn doen en Remus op de Aventijn. Zij brachten offers aan de goden en wachtten op een voorteken s. Remus zag op een gegeven moment 6 gieren overvliegen maar even later zag Romulus 12 gieren overvliegen. Beiden beginnen met het bouwen van een stad. Op een dag maakt Remus tijdens een bezoek zijn broer Romulus belachelijk door zijn stadsmuren (die op dat moment nog in aanbouw zijn) te bespotten om hun zwakheid en eroverheen te springen. Romulus wordt zo boos dat hij zijn broer doodsteekt en daarna de woorden spreekt: “En zo zal het iedereen vergaan die over mijn muren probeert te springen.” De Tempel van Antonius Pius en Faustina (15) De best bewaard gebleven tempel van het Forum. Faustina, de vrouw van Antonius werd na haar dood (141 n. Chr.) goddelijk verklaard en aanbeden in deze tempel. Later werd ook Antonius zelf hier vereerd. De tempel is goed bewaard gebleven omdat hij rond 1100 werd omgedoopt tot kerk. Men In de zuilen zijn nog inkepingen te zien van touwen waarmee men de zuilen wilde omtrekken om ze her te gebruiken in een ander bouwwerk. Het lukte echter niet om de zuilen om te trekken Zo goed waren ze gebouwd en vastgezet. Tempel van Vesta , Huis van de Vestaalse maagden. (17, 18) Vesta was de Romeinse godin van het haardvuur, van de huiselijke haard en ook van de eendracht en de veiligheid in de staat . Oorspronkelijk was het vuur zelf de godheid maar later werd zij afgebeeld als een vrouw die een vlam vasthoudt. Omdat de eredienst van Vesta niet alleen van belang was voor de huiselijke kring, maar ook voor de staatscultus, hielden de Vestaalse maagden in het Atrium Vestae aan het Forum een eeuwig vuur brandend, een dienst die van essentieel belang was voor de hele Romeinse samenleving. Dit Vestaalse vuur mocht nooit doven, want dat zou catastrofale gevolgen hebben voor de staat. Hierdoor genoten de Vestaalse maagden veel aanzien in de Romeinse samenleving. Vestaalse maagden moesten 30 jaar in dienst blijven van de tempel. In die tijd mochten ze niet niet trouwen en moesten dus ook maagd blijven. Wanneer een Vestaalse Maagd toch haar onschuld verloor werd zij na een rechtzitting levend begraven of van een hoge rots gegooid. De moeder van Romulus en Remus, Rhea Silvia dochter van de verstoten koning Numitorvan de stad Alba Longa, werd door de Tiran Amulius gedwongen om Vestaalse maagd te worden zodat zij geen nakomelingen zou krijgen. De god van de oorlog, Mars, trekt zich het lot van Rhea Silvia aan en ‘helpt’ haar. Rhea wordt zwanger van een tweeling en zodra ze bevalt wordt de tweeling bij haar weggehaald en in een mand in de rivier de Tiber gezet. Met hulp van Mars spoelt de mand aan en wordt de tweeling door een wolvin de gevoed tot de tweeling door een herder gevonden wordt. Uiteindelijk doden de volwassen Romulus en Remus de tiran Amulius en wordt Romulus de eerste koning van Rome. Ostia Antica De oude havenstad van Rome, misschien zelfs de oudste (militaire) kolonie van de stad, vermoedelijk uit de zevende eeuw voor Christus. “Ostia” is misschien terug te voeren op “monding” of “ingang”, nl. van de Tiber. Belangrijke vloten zijn van hier uit gevaren, o.a. voor de strijd tegen Hannibal. Onder keizer Augustus en zijn opvolgers werd de stad enorm uitgebreid, tot er in de tweede eeuw na Christus zo’n 50000 mensen woonden. Maar na de val van Rome (vijfde eeuw) verviel de havenstad. Rond 800 woonde er nauwelijks nog iemand. De Romeinen waren briljante stedenbouwers. Zij begrepen dat de bevolking alleen rustig zal leven en niet in opstand komt als in alle dagelijkse behoeften is voorzien. In Ostia Antica bevond zich dan ook alles wat je in een moderne Romeinse stad aantrof: tempels, badhuizen (met beroemde mozaïeken), een theater, markten. Veel van die gebouwen zijn (ten dele) behouden. Al tamelijk vroeg in de christelijke tijd werd Ostia Antica een bisschopsstad en werden er kerken gebouwd. De synagoge uit de eerste eeuw, even buiten de stad, behoort tot de oudst bewaarde buiten Palestina. Kaart van Ostia Antica Het Pantheon Het Pantheon werd als tempel gebouwd tussen 118 en 125 na Christus. Het is in gebruik als Rooms Katholieke basiliek en gewijd aan de Heilige Maria en de martelaren. Pantheon betekent 'gewijd aan alle goden'. Een andere mogelijke vertaling is: 'geheel goddelijk'. Het is het bekendste Pantheon ter wereld. Geschiedenis: Het oorspronkelijke gebouw dateert uit 27 v Chr en werd gebouwd onder het consulaat van Marcus Agrippa. In 80 n. Chr. werd deze tempel tijdens de grote brand die Rome teisterde, verwoest. In 125 liet keizer Hadrianus het Pantheon geheel herbouwen. Na de val van het West Romeinse Rijk bleef het Pantheon in bezit van de Byzantijnse keizers, hoewel zij geen werkelijke macht meer hadden in Rome. Keizer Phocas schonk de tempel in 609 aan Paus Bonifatius IV. Deze Paus maakte van het Pantheon een kerk, de Santa Maria ad Martyres. Om deze reden is het Pantheon nooit afgebroken, wat bij de meeste andere heidense tempels in Rome wel gedaan is. Vanaf de Renaissance werd het Pantheon gebruikt als begraafplaats voor vooraanstaande Italianen, van wie Rafaël Santi en Victor Emmanuel II de bekendste zijn. Op de gevel aan de voorzijde staat een opvallend grote tekst in bronzen letters: M · AGRIPPA · L · F · COS · TERTIUM · FECIT Dit betekent: 'Marcus Agrippa, zoon van Lucius, voor de derde maal consul, heeft dit gebouwd'. Het huidige bouwwerk stamt echter in zijn geheel uit de tijd van Hadrianus. Keizer Hadrianus liet niet zijn eigen naam op de gevel vereeuwigen, omdat hij daarmee de senaat voor het hoofd zou stoten. Het kwam Hadrianus bovendien niet slecht uit dat er op deze plek al eerder gebouwd was. Door de verbinding aan te houden met Agrippa, rechterhand van keizer Augustus , kon Hadrianus zich als legitiem opvolger van Augustus presenteren. Het Pantheon is nog in zeer goede staat, maar mist de bronzen dakbekleding van de koepel. In opdracht van Paus Urbanus is de bronzen omlijsting van de cassettes in het gewelf en de bronzen ornamenten van de zuilengang omgesmolten. Dit brons is door Bernini gebruikt om er het baldakijn boven het graf van Petrus in de Sint-Pietersbasiliek van te laten gieten. Dit werd als een grof schandaal beschouwd en leidde tot een beroemd geworden uitspraak: quod non fecerunt barbari, fecerunt Barberini, vrij vertaald: wat de Barbaren niet hebben gesloopt, hebben de Barberini wel afgebroken. Ook bouwde Bernini op de voorgevel twee kleine klokkentorentjes. Deze zijn echter in de 19e eeuw weer verwijderd. Opbouw: Het Pantheon is een rond gebouw, met een zuilengang bestaande uit drie rijen Korinthische zuilen (8 in de eerste rij, 16 in totaal). Het heeft een betonnen koepel met een centrale opening (de oculus, diameter 8,7 meter). Deze opening is ook echt open en het regent dus soms naar binnen. De vloer is licht gebogen om het regenwater af te voeren. De diameter van de koepel is gelijk aan de hoogte van de vloer tot aan de oculus: 43,30 meter. Hierdoor zou het inwendige van het gebouw perfect in een kubus met een ribben van 43,30 meter passen, of anders gesteld: men kan perfect een bol met een diameter van 43,30 meter in het gebouw plaatsen. De grote koepel bleef tot 1434 de grootste betonnen koepel ter wereld, toen in Florenze een grotere koepel werd gezet op de Santa Maria del Fiore, die een diameter van 45 meter heeft. Om deze enorme koepel te maken hebben de Romeinen enkele trucs toegepast: zo brachten ze bovenaan een oculus aan. Dit is een ronde opening die ervoor zorgt dat de koepel soepel bleef en zo gewapend was tegen aardbevingen; de Romeinen beperkten het gewicht van de koepel, door cassettes (uitsparingen) in de koepel aan te brengen, door naar boven toe de koepel dunner te maken en lichter materiaal te gebruiken en daardoor lichter werd. Zo is in de basis van de koepel basalt gebruikt en bovenin rond het oculus puimsteen, dat zo licht is dat het in water drijft. De schil van de koepel is bovenaan bij de oculus 1,2 meter dik en wordt naar onderen toe steeds dikker en rust tenslotte rondom op 7 meter dikke muren. Monumenten, Pleinen en Fonteinen La Bocca della Verità Dit is een beroemde gebeeldhouwde afbeelding van een menselijk hoofd bij de Piazza Bocca della Verità in Rome. Het hoofd is afgebeeld op een grote marmeren schijf die stamt uit de Romeinse oudheid en vermoedelijk als onderdeel van een fontein of putdeksel gebruikt was. Het gezicht stelt waarschijnlijk een riviergod voor. Sinds de 17e eeuw hangt La Bocca della Verità in het voorportaal van de kerk Santa Maria in Cosmedin. De Mond der Waarheid staat bekend als een eeuwenoude leugendetector. Een middeleeuwse legende vertelt dat van ieder die zijn hand in de mond steekt en een leugen spreekt zijn hand afgebeten zal worden. De Bocca is beroemd geworden met de film Roman Holiday uit 1953 waarin Joe, acteur Gregory Peck, zijn hand in de mond steekt en vervolgens doet alsof hij zijn hand echt verliest. Zijn tegenspeelster Audrey Hepburn schrikt hier hevig van, en achteraf bleek dit niet te zijn gespeeld. Dit deel van de scène stond niet in het script en Peck heeft het geïmproviseerd, tot grote schrik van Hepburn die hier niet op had gerekend. De Bocca della Verità is uitgegroeid tot een grote toeristische attractie in Rome. Op drukke dagen staan soms honderden mensen in de rij om hun hand in de mond te steken en de legende op waarheid te testen. De Engelenburcht In het Italiaans Castel Sant' Angelo is het grote mausoleum van keizer Hadrianus, dat werd gebouwd tussen 135 en 139. De Engelenburcht ontleent zijn naam aan een legende. Op kerstdag 590 hield Paus Gregorius I een grote plechtige kerkelijke optocht om God te smeken een einde te maken aan de pestepidemie. Bovenop het mausoleum verscheen de aartsengel Michaël. De engel stak zijn zwaard in de schede, wat betekende dat Gregorius' bede was verhoord en de strijd tegen de pestepidemie voorbij was. Paus Pius II liet op de plaats waar de aartsengel zou zijn verschenen een kapel bouwen. Het mausoleum was in de late oudheid al getransformeerd in een burcht. Door de opkomst van Christendom trokken steeds meer pelgrims naar de oude Sint-Pietersbasiliek, die met zijn kunstschatten vrijwel onverdedigd buiten de stad lag. Het mausoleum lag op een zeer strategische positie tussen het Vaticaan en de brug over de Tiber; de Ponte Sant' Angelo (Engelenbrug) en werd daarom in de verdedigingswerken van de stad opgenomen. Later werd de burcht ook als pauselijke schatkamer gebruikt. Pas in 1870, toen het Vaticaan de Engelenburcht overdroeg aan het Italiaanse leger, kreeg het voormalig mausoleum een rustige functie als museum. Een deel van het vestingwerk is nu hersteld en een park geworden. Piazza Navona De Piazza Navona ligt in een van de oudste buurten van Rome, de Campus Martius. Het Pantheon, dat gebouwd is in de eerste eeuw v.Chr., staat vlakbij. Keizer Domitianus (81 - 96) liet op deze plaats een groot stadion bouwen voor atletiekwedstrijden. Na de val van het Romeinse Rijk bouwden de Romeinse burgers huizen op de voormalige tribunes. De atletiekbaan zelf bleef onbebouwd en evolueerde in de loop der eeuwen tot een groot plein. In de 17e eeuw gaf paus Innocentius X de huidige vorm aan de Piazza Navona. Hij liet de kerk Sant'Agnese in Agone, een paleis en een grote fontein bouwen. De Vierstromenfontein De fontein heeft zijn naam te danken aan de beelden die erop geplaatst zijn. Zij stellen namelijk vier belangrijke wereldrivieren voor. De eerste staat voor de Ganges in Azië, uitgebeeld door een riviergod die een roeispaan in zijn handen heeft, deze symboliseert de bevaarbaarheid van de Ganges. De Donau in Europa wordt uitgebeeld door een riviergod die met zijn ene hand het wapenschild van paus Innocentius X vasthoudt. Dit omdat de Donau de rivier is die het dichtst bij Rome ligt. Waarom voor de Donau gekozen is in plaats van de Tiber is te verklaren door de obelisk in het midden van de fontein. De opdrachtgever voor het maken van deze obelisk, Domitianus, heeft ooit met zijn legioen een ernstige dreiging gekend vanuit de rivier de Donau. De Nijl uit Egypte wordt uitgebeeld door een boomgod met een doek over zijn hoofd, dit omdat destijds de bron van de Nijl nog niet bekend was. Als laatste wordt de Rio de la Plata uit Zuid-Amerika uitgebeeld door een riviergod met een stapel muntstukken eromheen. Dit zou symbool staan voor bodemschatten in het gebied van de Rio de la Plata (Zuid-Amerika). Ook over het beeld van de Rio de la Plata is een kleine anekdote bekend. De god steekt zijn hand uit en lijkt weg te duiken uit angst dat de gevel van Sant'Agnese in Agone op hem valt. Bernini zou dit gedaan hebben omdat die kerk door zijn grote rivaal Borromini is gebouwd. Dit verhaal klopt zeer waarschijnlijk niet, aangezien de fontein enkele jaren eerder gebouwd was dan de kerk. Obelisk Heel duidelijk aanwezig is de Egyptische obelisk van rood graniet die in het midden van de fontein omhoog rijst. Uit de inscripties in hiërogliefen blijkt deze in het jaar 81 gemaakt is voor de Romeinse keizer Domitianus. Paus Innocentius X besloot de intussen omgevallen en gebroken obelisk te hergebruiken. Op deze obelisk is zijn familiewapen aangebracht: een duif met een olijftak. Het samenbrengen van architectuur en beeldhouwwerk in deze fontein was revolutionair ten opzichte van andere fonteinen in Rome uit die tijd. Monumento Vittorio Emanuele II Het Monument van Victor Emanuel II is een museum gewijd aan de eenwording van Italië. Het gebouw is gebouwd tussen 1895 en 1935 ter ere van Victor Emmanuel II, de eerste koning van een verenigd Italië. De bouw ervan is grotendeels ten koste gegaan van de Capitolijn (1 van de zeven heuvels). Het gebouw bestaat uit puur wit marmer en de grote trappen ervoor brengen je tot op de helft van het gebouw. Er zijn veel zuilen en in het midden staat een standbeeld van Victor Emanuel II. De reliëfs onder dit standbeeld beelden de Italiaanse steden uit. De grote reliëfs gedenken de grote ontwikkeling van Italië in kunst, wetenschap, religie en rechtswetenschap. Het verwezenlijken van "il Vittoriano" stuitte op veel verzet bij de Romeinen die het monument nog steeds gekscherend 'de bruidstaart' of 'de typemachine' noemen. Tegenstanders vinden het gebouw te kolossaal en totaal niet passen in het historische centrum van Rome. Boven op het gebouw, aan de rechter- en linkerzijde, staan twee standbeelden van de godin Victoria, die rijdt op een vierspan. Links staat het standbeeld ter ere van de Unità (Eenheid). Rechts staat het standbeeld ter ere van de Libertà (Vrijheid). Ook is er een Graf van de Onbekende Soldaat aanwezig. Links en rechts van het monument staan fonteinen. De linkerfontein symboliseert de Adriatische Zee, die aan de rechterkant de Tyrreense zee. De Spaanse trappen Hoge en brede trappen gebouwd tussen 1723 en 1726. De stijl van de Trappen wordt als één van de mooiste voorbeelden van de vroege Rococo in Rome gezien. De trappen horen bij de kerk Trinitá dei Monti en zijn in opdracht van Lodewijk XII is gebouwd. Onderaan de trappen moest er een groot standbeeld van Louis XIV komen. Al in de 17de eeuw wilden de Fransen deze kerk verbinden met het plein beneden het Piazza di Spagna. Dit plan werd echter tegengehouden en de naam van de trappen is afgeleid van de Spaanse ambassade, die er vroeger gevestigd was. Bovenaan de trappen kom je uit op Pincio, een prachtige, Romeinse heuvel. Erg kenmerkend voor misschien wel 's werelds beroemdste trappen is het zeer efficiënte afwateringssysteem dat ervoor zorgt dat de trappen nooit onder water komen te staan. In de lente zijn de trappen voorzien van mooie bloemen. De plek waar Rome samenkomt en met een flesje wijn de dag doorneemt. De Piazza di Spagna is ontworpen door Pietro Bernini en zijn zoon Gian Lorenzo Bernini, in opdracht van paus Urbanus VIII (1623-1644) in 1629. Het was de wens van paus Urbanus VIII dat er een monument kwam ter herinnering aan de grote overstroming die plaatsvond met Kerstmis 1598, toen de Tiber buiten haar oevers trad. Fontana della Barcaccia Het is algemeen bekend dat de Fontana della Barcaccia geconstrueerd is door Pietro Bernini, maar kunsthistorici houden het liever op Gian Lorenzo Bernini, zijn zoon. De fontein biedt een goed doordachte oplossing voor het lagedrukprobleem van de Aqua Virgo, waardoor de normale hoge waterstralen niet mogelijk waren. De Trevifontein De Fontana di Trevi is de grootste en bekendste fontein van Rome. De fontein is circa 26 meter hoog en ongeveer 22 meter breed gebouwd in de stijl van de late barok. De fontein is tegen de achtergevel van het Palazzo Poli gebouwd. In het keizerrijk was het de gewoonte om een monument op te richten op plaatsen waar water vanuit nieuwe bronnen Rome binnen kwam. De naam Trevi komt van de woorden tre via (drie wegen). Vroeger kwamen er namelijk drie wegen uit op het plein van de fontein. Het thema van het bouwwerk is de oceaan met majestueuze zeegod Neptunus op een schelpvormige strijdwagen die door gevleugelde paarden en jonge zeegoden (tritons) naar de oceaan wordt getrokken. Het ene paard is rustig, het andere steigert. Dit symboliseert de twee gezichten van de zee. In twee nissen staan links en rechts de uitbeeldingen van Overvloed en Gezondheid. Rechts bovenaan ziet men een afbeelding van een maagd die een soldaat de plek van een bron aangewezen zou hebben. De mythe van de Trevifontein is dat wanneer men met de rug naar de fontein staat en met rechts over de linkerschouder twee muntjes in gooit, de ogen sluit, aan Rome denkt en uitroept “Arrivederci Roma, tibi gratia volo, in tiberis aqua tua fluit"( = tot ziens Rome, ik wil je genade, je water stroomt naar de Tiber) men ooit zal terugkeren naar Rome. Een andere zienswijze zegt dat het werpen van de twee muntjes je in staat moet stellen 'je geliefde' te ontmoeten in de Eeuwige stad. Villa Borghese Het landgoed is sinds 1580 (als een kleine wijngaard) in het bezit geweest van de familie Borghese, maar werd in het begin van de zeventiende eeuw door aankoop van aangrenzende landerijen en wijngaarden uitgebreid tot de huidige omvang. Het park werd in 1605 in opdracht van kardinaal Scipione Borghese, neef van Paus Paulus V en de mecenas van de schilder/beeldhouwer Gian Lorenzo Bernini, aangelegd op de heuvel van Pinciano. Het belangrijkste bouwwerk, dat in 1633 werd voltooid, is de Villa Borghese Pinciana. Naast het hoofdgebouw, het Casino Nobile, dat was bestemd voor de kunstcollectie van de familie en sinds 1903 fungeert als het nationale museum Galleria Borghese, bestond het complex nog uit het Casino dell'Uccelliera, de volière, en het Casino dei Giuochi d'Acqua, nu de oranjerie. In de negentiende eeuw werd het park getransformeerd in een Engels landschapspark. Het volledige bezit van de familie Borghese kwam in 1901 in staatsbezit. De tuinen zijn in 1903 aangekocht door de gemeente Rome en sindsdien toegankelijk voor het publiek. Catacomben van Priscilla Catacomben zijn oudchristelijke, ondergrondse begraafplaatsen. In deze catacomben kunnen we enorm veel informatie vinden over de manier van denken van christenen en vooral hun manier van denken over het leven na de dood. De oude christenen noemden zowel hun bovengrondse als ondergrondse begraafplaatsen "coemeteria", dat van het Griekse woord koimètèrion ("slaapplaats") komt. Waarom die christelijke voorkeur voor ondergrondse kerkhoven? Tot ongeveer het jaar 150 na Chr. werden christenen en heidenen naast elkaar begraven. Op een gegeven moment wilden de christenen eigen begraafplaatsen, afgezonderd van de heidenen. Maar om in grond te mogen graven, moest je grond bezitten. De meeste christenen waren echter arme mensen die nauwelijks iets bezaten, laat staan grond. Ze waren dus afhankelijk van rijke christelijke families die hun grond wilden afstaan voor het begraven van hun geloofsgenoten. De begraafplaatsen raakten al snel overvol om twee redenen: 1) veel mensen (en na Constantijn zelfs gigantisch veel mensen) bekeerden zich tot het christendom, 2) christenen worden liever begraven dan gecremeerd. Nu zat men met een probleem. Waar moesten ze nu de doden begraven? De enige oplossing was onder de grond. Men ging te werk volgens bepaalde systemen. Twee hoofdingangen en daartussen gangen (roostersysteem), gangen die zich vertakken als de twijgen van een boom. Wanneer er geen plaats meer was op een verdieping, dan groef men gewoon weer verder naar beneden. Catacomben met vier of vijf verdiepingen en een totale diepte van over de 20 meter zijn niet zeldzaam. Kerken San Clemente De San Clemente is gebouwd in de twaalfde eeuw bovenop een kerk uit de vierde eeuw. Onder de vroegchristelijke kerk bevinden zich Romeinse restanten, waaronder een Mithrastempel. Dankzij deze drie bouwlagen uit verschillende perioden is het mogelijk om op een bijzondere wijze erfenissen uit verschillende perioden te bezichtigen. Afdalen in de San Clemente lijkt daarom op reizen door de geschiedenis. De goed behouden en volledig blootgelegde Mithrastempel stamt uit het eind van de tweede of het begin van de derde eeuw na Christus. De verering van Mithras is in de eerste eeuw voor Christus uit Perzië over gekomen. De sterrenhemel heeft een grote rol gespeeld in deze astrale religie. Alleen mannen hebben deelgenomen aan de door geheimen omgeven erediensten. In een zaal voor rituele maaltijden, het triclinium, staat het altaar. Dit type altaar wordt tauroktonie genoemd. Het is voorzien van een reliëf waarop Mithras een stier dood. Dit is het centrale religieuze motief in de Mithrascultus. De onderkerk is uitgerust met romaanse fresco’s uit de achtste tot de elfde eeuw. De fresco’s in de voorhal zijn opmerkelijk. Ze zijn in de elfde eeuw geschilderd in opdracht van de familie Rapiza. Zowel het gezin als de Heilige Clemens zijn afgebeeld in een tondo. In het middenschip en het rechterschip zijn onder meer fresco’s uit de negende eeuw te zien. Santa Maria Maggiore De geschiedenis van de Santa Maria Maggiore gaat terug tot het pontificaat van paus Liberius (352-366). Volgens de legende is de kerk gebouwd nadat Maria voor paus Liberius verscheen in een droom in de nacht van 4 op 5 augustus 358. Zij droeg de paus op om een kerk voor haar te bouwen op de plaats waar hij de volgende dag sneeuw zou vinden. De volgende ochtend, op een hete zomerdag, viel er sneeuw op de hoogste top van de Esquilijn. Dit zogenaamde wonder van de sneeuw wordt jaarlijks herdacht door een mis waarin witte bloemblaadjes van dahlia’s uit het plafond naar beneden dwarrelen. Het Mariaheiligdom van paus Liberius is rond 420 vervangen door een grotere kerk. In de daaropvolgende eeuwen volgen verschillende verbouwingen in diverse bouwstijlen. Ook de afwerking, decoraties en de kunstwerken stammen uit ver uiteenlopende perioden in de geschiedenis. Toch vormt de Santa Maria Maggiore een harmonisch geheel. De Santa Maria Maggiore is vooral bekend door zijn mozaïeken. In het middenschip, boven de architraaf, bevinden zich mozaïeken uit de vijfde eeuw. Ze illustreren verhalen uit het Oude Testament in 36 door pilasters van elkaar gescheiden beeldvlakken. De mozaïeken op de triomfpoort dateren uit dezelfde tijd. Enkele passages uit de evangeliën over Christus jeugd zijn uitgebeeld. De verlossing door Christus (heilsgebeuren) is het onderliggende onderwerp. Een hoogtepunt van de middeleeuwse mozaïekkunst in Rome vormt het apsismozaïek uit 1295 van de franciscaan Jacopo Torriti. Centraal in het ontwerp staat de kroning van Maria door Christus. Santa Maria in Trastevere De Basiliek van Santa Maria in Trastevere is waarschijnlijk de oudste Mariakerk van Rome en vormt met het ervoor gelegen plein het centrum van de wijk Trastevere, ten westen van de Tiber. Volgens de overleveringen van de vierde eeuw ontsprong op de plaats, waar tegenwoordig het altaar van de kerk staat, in het jaar 30 na Christus een olieachtige bron. Deze werd door de joodse inwoners van de wijk als een aankondiging van de Messias (=de Gezalfde) gezien. Reeds in de derde eeuw zou er een christelijke huiskerk gestaan hebben. Op dezelfde plaats liet paus Julius I in het midden van de vierde eeuw een grote basiliek bouwen, die in de twaalfde eeuw door paus Innocentius II door een nieuwbouw met campanile vervangen werd. Op de facade van het gebouw is Maria met het kind Jezus afgebeeld omringd door tien vrouwen met olielampen. De mozaïeken in de apsis stammen nog uit de twaalfde eeuw. De mozaïeken op de triomfboog en in het onderste gedeelte van de apsis werden een eeuw later door Pietro Cavallini gemaakt. Deze tonen beelden uit het leven van Maria: Maria geboorte, Maria boodschap, de Geboorte van Jezus, de Aanbidding der Wijzen, de Opdracht van Jezus in de Tempel en de Dood van Maria. San Pietro in Vincoli In deze kerk worden de kettingen bewaard waaraan Petrus in Jeruzalem zou zijn gekluisterd. Het is een zeer oud gebouw (vijfde eeuw), waar later veel aan is veranderd. Volgens de legende was Petrus op bevel van koning Herodes in Jeruzalem aan de ketting gelegd werd, verscheen er een engel die hem bevrijdde. Petrus ging naar Rome waar hij gekruisigd werd. Voor de ketens (vincoli) die vanuit Jeruzalem naar Rome kwamen, stichtte de echtgenote van keizer Valentinianus een kerk binnen de muren van een paleis. De Mozes van Michelangelo Vooral belangrijk is het beeld van Michelangelo: Moses. Oorspronkelijk was het bedoeld als één van de 47 levensgrote beelden voor het graf dat Julius II voor zichzelf door Michelangelo liet ontwerpen. Het graf werd niet uitgevoerd. Zo ingetogen en verstild Michelangelo’s Pietá in de Sint Pieter is (zie elders in dit boekje), zo krachtig is hier de uitdrukking van Moses. De ledematen lijken iets te groot t.o.v. het hoofd, wat die kracht accentueert, Moses lijkt op het punt te staan te gaan bewegen en gezien de gespierde armen zal ook dat met grote kracht gebeuren. Moses wordt beschouwd als één van de meest krachtddadige figuren uit het Oude Testament – hij leidde het Joodse volk immers uit de Egyptische gevangenschap naar het (huidige) Israel. De hoorntjes op het hoofd zijn een attribuut van Moses. Zij zijn terug te voeren op een dubbele (en misschien verkeerd begrepen) tekst in het Hebreeuws, waarin staat dat er zich “stralen van licht” rond het hoofd van Moses bevonden. “Stralen van licht” kun je in het Hebreeuws ook lezen als: “hoorns”. San Paolo fuori le mura De Sint-Paulus buiten de Muren is een basiliek in Rome. Ze werd in opdracht van keizer Constantijn als een kleine basiliek boven het graf van Paulus gebouwd, gelegen aan de Via Ostiensis in Rome. Paus Gregorius II heeft de basiliek tevens de kerk van een benedictijnenabdij gemaakt. De pittoreske kloostergang die bij de abdij hoort dateert uit 1200 n. Chr. De sarcofaag onder het altaar waarin Paulus begraven zou zijn is gedeeltelijk uitgegraven in 2006 en met behulp van C-14 datering is vastgesteld dat de menselijke resten die in deze sarcofaag liggen inderdaad stammen uit de 1e of 2e eeuw eeuw na Christus, rond de tijd dat Paulus gestorven is. Binnen in de kerk zijn uitsparingen voor ronde mozaïeken van alle pausen, van Sint-Petrus tot paus Benedictus XVI. De legende zegt dat als alle uitsparingen vol zijn, de Dag des oordeels aanbreekt. De kerk behoort met de Sint-Jan van Lateranen, de Sint-Pietersbasiliek en de Basiliek van Santa Maria Maggiore tot de vier grote basilieken van Rome. Alle vier bezitten een Heilige Deur die in een Heilig Jaar geopend wordt. Alle vier behoren ze tot de zeven pelgrimskerken van Rome. De Sint- Pieter De Sint-Pietersbasiliek is de hoofdkerk van de Rooms Katholieke Kerk. Hij werd voornamelijk ontworpen door Michelangelo en tussen 1506 en 1626 gebouwd. Lange tijd was het de grootste kerk ter wereld. Hij bevindt zich op de plaats waar Petrus zou zijn gekruisigd en begraven. Oorspronkelijk stond op deze plaats een byzantijnse kerk van 1100 jaar oud, die in 1506 werd gesloopt. De plattegrond is gebaseerd op een Grieks kruis (kruisvorm waarvan de horizontale en verticale balken even lang zijn). Later is de kerk naar voren toe verlengd. Ook de reusachtige voorgevel en het plein met een ellipsvormige zuilengalerij, zijn van later datum. Het plein, dat je kunt beschouwen als de armen van de kerk die de gelovige omhullen, is ontworpen door Bernini, een belangrijke architect en beeldhouwer uit de Barok. Momenteel bevinden zich in de Sint-Pieter 395 beelden, 44 altaren en 135 mozaïeken. De Sint-Pieter heeft een oppervlakte van 15 160 vierkante meter, en biedt ruimte aan ongeveer 60 000 mensen. De koepel is één van de grootste in z’n soort. Hij bestaat uit twee “schillen” die elkaar in evenwicht houden. Het exterieur is net zo kenmerkend voor de skyline van Rome als bijvoorbeeld de Eiffeltoren dat is voor Parijs. De grote hoeveelheid schilderijen en beelden in het interieur zijn kenmerkend voor de Barok. Het overrompelende was in de kunst van die periode een manier om eenvoudige gelovigen te overtuigen van het gelijk van de katholieke kerk. “Horror vacui” (= angst voor de leegte) is een sleutelbegrip. Kerkgebouwen werden van onder tot boven voorzien van beelden en schilderijen, geen plekje bleef leeg. Alleen dat al overrompelt de toeschouwer. Vooral het bekijken waard zijn: De Pietá van Michelangelo, een beeldengroep van Maria met het lichaam van de gestorven Christus op schoot. Michelangelo was net in de twintig toen hij dit beeld maakte; het beeld is kenmerkend voor de Renaissance: evenwichtig van opbouw, ingetogen van uitdrukking. De baldakijn, een enorme bronzen constructie op vier gedraaide zuilen, gebouwd door Bernini; hij overwelfd het graf van Petrus; kenmerkend voor de Barok zijn aan deze baldakijn de bovenmenselijke maat (dit geldt eigenlijk voor de hele Sint Pieter) en het dramatisch-theatrale, wat in de gedraaide zuilen tot uitdrukking komt. Wanneer de paus in Rome is, geeft hij op zondag om 12.00 uur iedereen de zegen vanuit het raam van zijn werkkamer (tweede raam rechts van de bovenste verdieping) van het naast de SintPietersbasiliek gelegen Apostolisch Paleis. Tijdens Kerstmis en Pasen houdt de Paus een toespraak, geeft hij de zegen Urbi et Orbi en wenst iedereen zalige feestdagen in meer dan zestig verschillende talen. Vaticaans museum Raphael, Stanza’s Raphael (Raffaello Sanzio) is samen met Michelangelo en Leonardo de belangrijkste schilder van de Italiaanse Renaissance. In 1508 vestigde hij zich in Rome, waar hij de roem kreeg die te vergelijken is met die van een pop-idool. Paus Julius II vroeg hem om muurschilderingen (fresco’s) in zijn bibliotheek en studeervertrekken te maken, de Stanza’s. Het is opvallend dat Raphael thema’s uit de Grieks- Romeinse cultuur mengde met christelijke thema’s. In de Renaissance werd de klassieke oudheid gezien als een voorloper van het Christendom. Het bekendst is de zgn. “School van Athene” waarop in het midden Plato en Aristoteles te zien zijn, in een gebouw dat doet denken aan één van de ontwerpen van de Sint Pieter. Om hen heen beeldde Raphael belangrijke kunstenaars, filosofen en wetenschapsmensen uit de klassieke tijd en uit zijn eigen tijd af. Zo zou de piekerende man op de trap Michelangelo zijn en tegelijk de Griekse filosoof Heraclitus (die ervan uit ging dat alles in voortdurende verandering is: “Je kunt nooit twee keer in dezelfde rivier stappen.”) Op de “Parnassus” toont Raphael grote mensen uit heden en verleden, waaronder Homerus, Virgilius, Dante, samen met Griekse goden, waaronder Apollo. Op de “Disputa” heeft Raphael een verbinding tussen hemel en aarde proberen uit te beelden; boven een altaar is de goddelijke wereld te zien. Alle mensen op aarde en in de hemel stellen personen voor die in het Christendom en in de christelijke (cultuur)geschiedenis een belangrijke rol hebben gespeeld. De schilderijen hebben allerlei betekenislagen, die lang niet allemaal even duidelijk zijn. Maar één ervan is evident: Raphael laat zien dat de tijd waarin hij leefde werd opgevat als een opnieuw opbloeien en evenaren van de kunstzinnige, wetenschappelijke en filosofische verworvenheden van de klassieke oudheid. Sixtijnse Kapel, Michelangelo Michelangelo Buonaroti was in de twintig toen hij in 1508 de opdracht kreeg in de Sixtijnse Kapel, de privé-kapel van de paus, een plafondschildering te maken. In de kapel bevonden zich langs de wanden al fresco’s van beroemde voorgangers. Micherlangelo werkte er vier jaar aan, liggend op zijn rug, op een hoge houten stellage. Vanwege de enorme omvang van het plafond moest hij een indeling in “compartimenten” maken. In het midden zien we het scheppingsverhaal tot en met de uitdrijving uit het paradijs. Aan weerszijden zijn profeten (mannelijke Joodse waarzeggers) en sibyllen (vrouwelijke Griekse waarzegsters) afgebeeld. In totaal heeft Michelangelo in dit plafond zo’n 300 gestalten geschilderd. Het bekendst is de “Schepping van Adam” waarop God naar de nog krachteloze Adam reikt – je snapt als toeschouwer: zodra de beide handen elkaar raken kan Adam opstaan en mens zijn. Dit is een vondst van Michelangelo zelf. Achter God kijkt Eva mee naar wat er gebeurt. Zij is dus geestelijk (= niet-lichamelijk) al aanwezig! Dit gaat terug op de gedachte dat de mens al bestond voordat hij z’n lichamelijkheid kreeg – in bepaalde stromingen van het Rooms Katholieke geloof kom je deze gedachte tegen. Toen hij al flink op leeftijd was, kreeg Michelangelo de opdracht om boven het altaar van de kapel een voorstelling te maken van het “Laatste Oordeel”: het moment waarop Christus als rechter oordeelt wie naar de hemel mag en wie naar de hel moet. Christus is in het midden weergegeven als een haast Grieks-Romeins aandoende jonge man. Om hem heen zielen die naar de hemel mogen, waaronder grote personen uit het verleden. Rechts onder Christus is Bartholomeüs te zien, een martelaar die levend is gevild. In zijn huid, die hij vasthoudt, is een zelfportret van Michelangelo te herkennen… Een medewerker van de paus beklaagde zich over de vele naakten in het schilderij. Daarop beeldde Michelangelo hem rechtsonder af, in de hel, als koning Minos wiens penis door een slang wordt weggehapt. Na de dood van Michelangelo werden alle naakten voorzien van een onderbroekje. De schilder die de opdracht daartoe uitvoerde, heette vanaf toen de “onderbroekjesschilder.” Een korte woordenlijst Enkele basiswoorden Goedemorgen Goedeavond Goedenacht Tot ziens Hallo /dag Alstublieft Sorry Vandaag Morgen Zee Ingang Uitgang Open Gesloten Links Rechts Centrum Kerk Bioscoop Strand Postzegel Hollandse krant Slager buongiorno buonasera buonanotte arrivederci ciao per favore scusa oggi domani mare l’entrata l’uscita aperto chiuso sinistra destra centro chiesa cinema spiaggia francobollo giornale olandese macellaio Seizoenen: Winter Lente Zomer Herfst inverno primavera estate autunno Dagen van de week: Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag lunedi martedi venerdi giovedi venerdi sabato domenica Korte zinnen: Wat kost het? Hoe laat is het? Hoe gaat het? Goed, slecht Ik kom uit Nederland Mijn naam is ( Ik heet) Waar is de markt Ik heb het niet begrepen Ik spreek geen Italiaans Ik versta u niet Aangenaam kennis te maken quanta costa? che ora e? come sta? sto bene /male sono olandese mi chiamo ….. dove il mercato? non ho capito non parlo italiano non la sento piacere Weer: Wat voor weer is het morgen? Mooi weer Slecht weer Regen Warm Koud Wind che tempo fa domani? bel tempo brutto piove caldo freddo vento Op de markt (Groenten en Fruit) Tomaat Citroen Sla Paprika’s Komkommer Aardappel Aubergine Paddestoelen Ui Appel Peer Perzik Frambozen Aardbeien Pruim pomodore limone lattuga peperoni cetriolo patate melanzane Funghi cipolla mele pere pesche lamponi fragole prugna In een winkel Wat kost het? Zonnebril Badpak Ondergoed / lingerie Slippers Zonnebrandcrème Zoeken Passen Korting Maat Paskamer Schoenen Kleur Spijkerbroek Trui Riem Jas Jurk Broek Hoed Rok t-shirt stropdas overhemd kostuum quanto costa? occhiale da sole costume da bagno Lingerie pantofole sun screen Cercare provare Sconto Taglia Cabina Scarpe Colore Jeans maglione Cintura cappotto Vestito pantalone cappello Gonna maglietta cravatta camicia l’abito Uit eten: Antipasti: ( voorgerechten, diverse kleine hapjes: bijvoorbeeld geroosterde tomaten, rauwe ham, meloen, ui, vitello tonnato ( kalfsvlees in tonijnsaus), stukje koude omelet) Primo piatto ( 1ste gerecht) ( pasta: spaghetti, tortelini, trofi, ravioli of risotto) Secondo piatto ( hoofdgrecht / 2de gerecht) ( vlees, vis, gevogelte, wild) Dolce ( nagerecht / desert) bijvoorbeeld: tiramisu, pannacotta, creme caramel, gelato, formaggio) In het restaurant: Voorgerecht 1ste gerecht Hoofdgerecht Desert Bijgerecht Dagmenu Kindermenu Tafel Raam Bord Servet Mes Vork antipasto primo piatto secondo piatto dolce contorno menu del giorno menu per i bambini tavola finestra piatto tovagliolo coltello forchetta Lepel Peper Zout Olijfolie Azijn cucchiaio pepe sale olio di olivia aceto Drinken: Fles Glas Plat water Water Huiswijn Bier Cola Limonade sinasappel Wijn Proost Eten: Soep Vlees Vis Salade Eet smakelijk Desert De rekening Bijgerecht Minestre Carne Pesce Insalata buon appetito Dolce il conto Contorno bottiglia bicchiere aqua naturale acqua frizzante / gassato vino della casa birra Coca aranciata vino cin cin