Onderzoek en behandeling van vruchtbaarheidsproblemen bij een regelmatige menstruele cyclus (OFO) Als u graag een kind wilt, maar het niet lukt om zwanger te worden, dan is deze informatie voor u bestemd. Er wordt niet uitvoerig ingegaan op alle medische achtergronden van verminderde vruchtbaarheid. Wel geeft de brochure een antwoord op de meest voorkomende praktische vragen over onderzoek en behandeling in ons ziekenhuis. Voor geïnteresseerden zijn er aanvullende folders beschikbaar met meer gedetailleerde informatie over de verschillende vormen van vruchtbaarheidsstoornissen en behandelingen. Deze kunt u vinden in het folderrek op de gang van de polikliniek gynaecologie. Uiteraard kunt u ook met uw vragen terecht bij het fertiliteitteam op de polikliniek. Inhoudsopgave Verminderde vruchtbaarheid 3 Afspraken op de polikliniek gynaecologie 4 Het vruchtbaarheidsonderzoek 5 Aanvullend vruchtbaarheidsonderzoek 7 De meest voorkomende behandelmethoden 8 Praktische zaken 11 Telefonische bereikbaarheid fertiliteitverpleegkundige 12 2 Verminderde vruchtbaarheid Het zal u opvallen dat het woord "onvruchtbaarheid" (medische term infertiliteit) niet wordt gebruikt in deze brochure. Volledige ("100%") onvruchtbaarheid komt in de dagelijkse praktijk namelijk weinig voor. Meestal is er sprake van verminderde vruchtbaarheid (vaak subfertiliteit genoemd). Zelfs als een echtpaar volledig normaal vruchtbaar is, bedraagt de zwangerschapskans per maand slechts 20 tot 25%. Dit betekent dat per maand ongeveer één op de vijf vrouwen zwanger wordt. Het is dus goed mogelijk, dat een zwangerschap een (flink) aantal maanden op zich laat wachten terwijl er eigenlijk niet veel aan de hand is. Omgekeerd kan iemand met sterk verminderde kansen geluk hebben en toch snel zwanger worden. Vaak wordt zwanger worden vergeleken met een loterij: iedere maand is er een “trekking” met zwangerschap als “hoofdprijs”. Helaas is de verdeling van de loten in deze “zwangerschapsloterij” erg oneerlijk geregeld: de één doet van nature mee met een grote kans, een ander met weinig. Evenmin als de uitkomst van een loterij voorspeld of begrepen kan worden, kan dat bij het zwanger worden ook niet. Dit kan soms behoorlijk frustrerend zijn! Veel paren komen met de terechte en logische vraag “of zij gewoon zwanger kunnen worden”. Uit het “loterij”-karakter van het zwanger worden volgt echter dat het nooit met zekerheid kan worden aangetoond dat een paar vruchtbaar is (m.a.w. met zekerheid zwanger zal worden). Hooguit kunnen wij voor u een situatie van vermoedelijke verminderde vruchtbaarheid onderzoeken nadat zwangerschap al een tijd uitblijft. In de praktijk betekent dit dat een vruchtbaarheidsonderzoek in de regel pas zinvol wordt als zwangerschap minstens één jaar uitblijft. Het “loterij”-karakter van vruchtbaarheidsproblemen heeft ook gevolgen voor het begrijpen van de oorzaken van uitblijvende zwangerschap. Veel paren komen met de verwachting dat het altijd mogelijk moet zijn om een eenduidige oorzaak voor het uitblijven van zwangerschap te vinden. In werkelijkheid lukt dat lang niet altijd en vaak zal de verminderde vruchtbaarheid blijken te berusten op een samenspel van factoren. Om er achter te komen welke vruchtbaarheidverminderende factoren in uw geval een rol spelen, zal op de polikliniek een systematisch onderzoek verricht gaan worden. Voor een zinvol vruchtbaarheidsonderzoek is de medewerking van zowel de man als de vrouw noodzakelijk. Welke tests nodig zijn, wordt verderop in de brochure beschreven. Aan de hand van de resultaten van het onderzoek zal bekeken worden of er bij u een duidelijke oorzaak voor de verminderde vruchtbaarheid aanwijsbaar is. 3 Ook als er geen eenduidige oorzaak aan te wijzen is, zullen wij proberen u inzicht te geven in wat uw kansen zijn op een spontane zwangerschap in de huidige omstandigheden. Als blijkt dat deze kans gunstig is, adviseert de arts u vaak om „de natuur nog wat extra kans te geven‟. Een vruchtbaarheidsbevorderende behandeling adviseert de arts alleen als daarmee uw zwangerschapskans duidelijk verbeterd wordt. Op deze manier hopen wij te bereiken dat uw kansen op een zwangerschap zo groot mogelijk worden, terwijl aan de andere kant nutteloze en voor u belastende behandelingen worden voorkomen. Over de mogelijke behandelingsvormen treft u verderop beknopte informatie aan. Belangrijk advies! Het is voor iedere vrouw die zwanger wil worden sterk aan te bevelen om dagelijks 1 tablet van 0.5 milligram foliumzuur te gebruiken. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat hiermee neurale buis defecten (“open ruggetje”) kunnen worden voorkomen. Foliumzuur is zonder recept verkrijgbaar bij drogist of apotheek . De afspraken op de polikliniek gynaecologie Tijdens het eerste gesprek op de polikliniek gynaecologie geeft de gynaecoloog vooral informatie en verwijst u naar het fertiliteitspreekuur. Na afloop van dit gesprek krijgt u aan de balie een vragenlijst mee en wordt er voor u een telefonische afspraak gemaakt bij één van de fertiliteitverpleegkundigen. Zij plant vervolgens voor u een afspraak in op het gecombineerde spreekuur van de fertiliteitverpleegkundige en de verpleegkundig specialist. Getracht wordt deze afspraak dusdanig (in de cyclus) in te plannen zodat het cyclusonderzoek (zie verder) direct kan starten. De vragenlijst kunt u thuis invullen en in de bijgevoegde envelop, vóór de vervolgafspraak, afgeven bij of versturen naar polikliniek gynaecologie. Zorgt u er tevens voor dat u beiden correct staat ingeschreven bij het afspraakbureau. Tijdens het gecombineerde spreekuur krijgt u eerst van de fertiliteitverpleegkundige uitleg over de gang van zaken tijdens een vruchtbaarheidsonderzoek. Tevens spreekt zij een aantal onderzoeken af, waaronder bloedonderzoek en zaadonderzoek. De meeste onderzoeken worden op bepaalde dagen in de cyclus gepland, de fertiliteitverpleegkundige laat met behulp van een schema (cyclusevaluatie) zien wanneer welke onderzoeken 4 plaatsvinden. De afspraak daarbij is dat de eerste dag van uw menstruatie telt als dag 1. Uitgaande van deze afspraak eindigt de menstruatie dus meestal op dag 5, en treedt de eisprong meestal op rond dag 14. Aansluitend aan het bezoek aan de fertiliteitverpleegkundige vindt het bezoek aan de verpleegkundig specialist plaats. Tijdens dit bezoek wordt de door u ingevulde vragenlijst besproken en worden aanvullende gegevens verzameld die nodig zijn om inzicht te krijgen in uw situatie. De verpleegkundig specialist voert vervolgens echo-onderzoek(en) uit en plant voor u de zogenaamde samenlevingstest in. Tevens wordt een onderzoek geregeld naar de doorgankelijkheid van de eileiders. Het gehele onderzoek neemt meestal 2 maanden in beslag. Alhoewel nieuwsgierigheid naar de uitslagen van alle verschillende testen zeer begrijpelijk is, heeft het weinig zin om alle losse uitslagen dan al te bespreken. Beter is het om na afronding van het hele onderzoek alle testuitslagen in samenhang te bekijken. Daarom worden na voltooiing van alle onderzoeken uw gegevens op het wekelijkse overleg van het fertiliteitteam bekeken en van een advies voorzien. Hier hoeft u zelf niet bij aanwezig te zijn. Voor u wordt een afspraak gemaakt na het fertiliteitoverleg, voor het bespreken van de resultaten en de verdere aanpak. De aanwezigheid van zowel de man als de vrouw voor alle bezoeken is niet noodzakelijk, maar u bent altijd samen van harte welkom. We zien u wel graag samen bij het eerste bezoek aan de verpleegkundig specialist en bij het eindgesprek bij de arts. Het basis vruchtbaarheidsonderzoek Zaadonderzoek bij de man Tijdens het eerste gesprek bij de fertiliteitverpleegkundige krijgt u een formulier mee en speciaal opvangpotje. Tevens ontvangt u een schriftelijke instructie. Het zaad moet verkregen worden door middel van masturbatie. Dit kan thuis gebeuren mits u het zaadmonster binnen 1 uur bij het laboratorium (nr 80) inlevert (maandag t/m vrijdag, tussen 8.00 uur en 12.00 uur). Het zaad moet direct in het opvangpotje terechtkomen (niet eerst in een condoom!). Het zaad wordt in het laboratorium bekeken op o.a. aantal en beweeglijkheid van de zaadcellen. Afhankelijk van de uitslag van het zaadonderzoek kan het nodig zijn om het te herhalen. Bij verminderde zaadkwaliteit kan een advies volgen voor aanvullend lichamelijk onderzoek van de man en/of bloedonderzoek. In bepaalde gevallen zal de hulp van de uroloog ingeroepen worden. 5 Eenvoudig cyclusonderzoek bij de vrouw Tijdens het cyclusonderzoek wordt bij de vrouw nagegaan of de maandelijkse cyclus een normaal verloop heeft. O.a. wordt onderzocht of er sprake is van een goede eisprong. Soms hebben paren tevoren al een temperatuurcurve (BTC) bijgehouden. Dit is voor het verdere onderzoek niet meer noodzakelijk en mag gestaakt worden. Het cyclusonderzoek bestaat uit bloed- en echo-onderzoek. Door middel van een bloedonderzoek (Progesteron bepaling) wordt bekeken of er een eisprong is geweest. Deze Progesteronbepaling moet ongeveer één week na de eisprong plaatsvinden (dus rond de 21e dag van de menstruatiecyclus). De verpleegkundig specialist bepaalt voor u het tijdstip van dit onderzoek. De groei van de follikel wordt gecontroleerd door middel van een inwendig echo-onderzoek. Tijdens dit onderzoek wordt een kunststof staafje met een doorsnede van ongeveer 1 centimeter dat verbonden is aan een echoapparaat in de schede gebracht. Hiermee kunnen de groeiende follikels gemeten worden. Echo-onderzoeken worden door de verpleegkundig specialist verricht. Samenlevingstest Enkele dagen voor de eisprong (meestal tussen de 11e en de 15e dag van de menstruatiecyclus) wordt het slijm in de baarmoederhals helder en dun om zaadcellen te kunnen ontvangen en doorlaten. Rondom de vruchtbare periode neemt de verpleegkundig specialist tijdens een inwendig onderzoek wat slijm af. Onder een microscoop wordt dit vervolgens bekeken. Het dient aanbeveling om de avond voor dit onderzoek gemeenschap te hebben, aangezien het de vruchtbare periode betreft. De uitslag hoort u direct. De samenlevingstest heeft een beperkte waarde in het onderzoek naar vruchtbaarheid en wordt dan ook in het licht van de andere bevindingen bekeken. Chlamydia-test Tevens wordt met bloedonderzoek nagegaan of u in het verleden een Chlamydia-infectie heeft doorgemaakt. Chlamydia is een sexueel overdraagbare aandoening die een sterk verhoogd risico geeft op verstopte of beschadigde eileiders. Door het aantonen van een ooit doorgemaakte Chlamydia-infectie (het gaat dus niet om een infectie op dit moment) kan op een indirecte manier een inschatting gemaakt worden van het risico op verstopte of beschadigde eileiders. Als de Chlamydia-test wijst in de richting van een doorgemaakte infectie dan wordt door middel van een kijkbuisoperatie (laparoscopie) bekeken of de eileiders daadwerkelijk verstopt zijn 6 (zie verderop). Voorafgaand aan de kijkbuisoperatie wordt er nog een kweek op Chlamydia van de baarmoedermond afgenomen. Baarmoederfoto (hysterosalpingogram of HSG) Met behulp van een röntgenfoto van de baarmoeder beoordeelt de arts de toestand van de baarmoeder en de eileiders. Dit onderzoek wordt verricht op de röntgenafdeling en wordt gepland in de eerste helft van de menstruatiecyclus, maar niet tijdens de menstruatie (dus tussen de 6e en 13e cyclusdag). Omdat op een normale röntgenfoto baarmoeder en eileiders niet zichtbaar zijn, is het nodig contrastvloeistof in de baarmoeder te spuiten die de baarmoeder en eileiders doet oplichten op de foto. De contrastvloeistof wordt tijdens een inwendig onderzoek toegediend met behulp van een slangetje dat via de baarmoedermond in de baarmoeder wordt gebracht. Tijdens het inspuiten van de contrastvloeistof en het doordringen ervan in de buikholte kunnen pijnlijke krampen optreden. U krijgt pijnstilling voorgeschreven. Het is raadzaam om iemand mee te nemen die u na het onderzoek kan begeleiden. Het kan zijn dat u het advies krijgt om een kijkbuisoperatie te ondergaan in plaats van een baarmoederfoto om de doorgankelijkheid van de eileiders te testen. Aanvullend vruchtbaarheidsonderzoek Laparoscopie (kijkbuisoperatie) Dit is een onderzoek waarbij, onder volledige narcose, met behulp van een kijkbuis (laparoscoop) via de navel in de buikholte wordt gekeken. De arts kan zo de inwendige geslachtsorganen onderzoeken. Tevens kan ook bij dit onderzoek de doorgankelijkheid van de eileiders getest worden. Worden er problemen aangetroffen die eenvoudig te verhelpen zijn, dan zal dat direct gebeuren. In andere gevallen zal dat altijd eerst met u besproken worden. Omdat dit onderzoek onder algehele narcose plaatsvindt is een dagopname nodig. In de loop van de middag kunt u meestal weer naar huis, bij voorkeur onder begeleiding. Op de polikliniek is een uitgebreide folder over de laparoscopie beschikbaar. De verpleegkundig specialist bespreekt met u voor welk onderzoek wordt gekozen. Semenoverlevingstest (SOT) Indien een afwijking van de zaadkwaliteit is gevonden kan het nodig zijn om dit nader te onderzoeken met een zogenaamde SOT. Dit is een uitgebreid zaadonderzoek dat inzicht geeft in de bevruchtingsmogelijkheden van de zaadcellen. Het onderzoek geeft vaak de richting van de behandeling aan. 7 Vruchtbaarheid en leeftijd zijn bij de vrouw onlosmakelijk met elkaar verbonden. Anders dan bij de man zijn bij de vrouw de geslachtscellen (eicellen) al bij de geboorte aangelegd en worden niet meer bijgemaakt. Dit betekent dat met het stijgen van de leeftijd het aantal overblijvende eicellen steeds kleiner wordt en dat die resterende eicellen ouder en daardoor vaker ongeschikt voor bevruchting zijn. Dit effect is al na het 30 e levensjaar merkbaar, maar wordt meer uitgesproken na het 35 e om boven het 40 e levensjaar een fors probleem te worden. Vaak wordt geadviseerd om bij stijgende leeftijd snel met behandeling te beginnen “om geen tijd te verliezen”. Helaas zal een behandeling echter niets kunnen doen aan het onderliggende probleem (de verminderde hoeveelheid en kwaliteit van de eicellen) en zijn ook de resultaten van behandeling op oudere leeftijd veel slechter. De meest voorkomende behandelmethoden Afhankelijk van de bevindingen van het onderzoek en de berekende kans op een spontane zwangerschap zal er een advies aan u worden gegeven. Als blijkt dat deze kans gunstig is, adviseert de arts u vaak om „de natuur nog wat extra kans te geven‟. Een vruchtbaarheidsbevorderende behandeling adviseert de arts alleen als daarmee uw zwangerschapskans duidelijk verbeterd wordt. Adviezen om zelf de kans op zwangerschap te vergroten Er wordt vaak gedacht dat het belangrijk is om precies te weten wanneer de eisprong gaat optreden vanuit de veronderstelling dat gericht vrijen op dat tijdstip dan betere kansen op zwangerschap geeft. Dit is echter lang niet zo zeker als veel mensen denken. Uit onderzoek is bekend dat een aantal keren gemeenschap hebben rondom het vruchtbare moment meer effect heeft dan opsparen en alles “op één kaart zetten”. Wellicht heeft uw huisarts u in dit verband geadviseerd om een basale temperatuurcurve (BTC) bij te houden. Als u al aan het temperaturen bent, geldt nog deze waarschuwing. Sommige paren gebruiken de BTC om het "vruchtbaarste" moment te bepalen. Dit kan echter averechts uitwerken, omdat na het moment van de eisprong de temperatuurstijging soms wel 3 dagen op zich laat wachten. Wacht u in dat geval met vrijen tot na de temperatuurstijging dan kunt u net te laat zijn. Verder is bekend dat overgewicht ook bij vrouwen met een regelmatige cyclus een nadelige invloed heeft op de kans op zwangerschap. De verpleegkundig specialist kan u hierover adviseren. 8 Ook roken heeft een negatief effect op de kans op zowel spontane zwangerschap als op de zwangerschap na behandeling. Het heeft een ongunstig effect op de eierstokken, waarbij de boven beschreven veroudering eerder optreedt. Daarom wordt aangeraden het roken te stoppen Intra-Uteriene Inseminatie (IUI): Inseminatie is het kunstmatig inbrengen van zaad van de man bij de vrouw. Intra-uterien wil zeggen dat het zaad (na een speciale voorbewerking) met een dun slangetje via de baarmoedermond in de baarmoeder (= uterus) wordt ingespoten. Afhankelijk van de bevindingen bij het onderzoek komt u in aanmerking voor deze behandeling. Soms wordt besloten tot dagelijkse hormoontoediening in combinatie met IUI. Op de polikliniek gynaecologie is een uitgebreide folder over deze behandeling beschikbaar. Behandeling van de man bij verminderde zaadkwaliteit Veel paren stellen de logische vraag of spermakwaliteit verbeterd kan worden met naleven van leefregels of gebruik van medicijnen. Helaas blijkt dit maar in beperkte mate mogelijk. Het is uiteraard aan te bevelen om gezond te leven. Stoppen met roken (overigens ook voor de vrouw) is daarbij een zwaarwegend advies. Er is geen bewezen werkzaam medicijn dat spermakwaliteit kan verbeteren. Wel is het raadzaam om te letten op “oververhitting “ van de teelballen. De teelballen zitten in de balzak buiten het lichaam en zaadproductie in de teelbal vindt het best plaats bij een temperatuur die enkele graden onder de lichaamstemperatuur ligt. Er zijn aanwijzingen dat gewoontes die de temperatuur van de teelballen opjagen (hete baden, frequente sauna, strak ondergoed etc.) de kwaliteit van het zaad kunnen beïnvloeden. Het is raadzaam om hierop te letten. Vaak wordt bij mannen met verminderde zaadkwaliteit gekeken naar spataders in de balzak. Met name als deze ook andere klachten geven, wordt soms een operatie geadviseerd. Na de operatie wordt afgewacht of de kwaliteit van het zaad verbetert. Of de behandeling een positief effect heeft op de vruchtbaarheidsstoornis is niet met zekerheid te zeggen. Nadelig lijkt het in ieder geval niet. Mocht dit probleem bij u spelen dan zal de uroloog in consult gevraagd worden. Microchirurgie: In bepaalde gevallen kunnen afwijkingen aan de eileiders en eierstokken door middel van een laparoscopische of microchirurgi-sche operatie behandeld worden. In Vitro Fertilisatie (IVF) In Vitro Fertilisatie betekent letterlijk „bevruchting in glas‟. De bevruchting vindt plaats buiten het lichaam van de vrouw. De behandeling wordt gestart met hormooninjecties bij de vrouw. Als er voldoende rijpe eicellen gegroeid zijn, worden deze aangeprikt. Zaadcellen en eicellen worden vervolgens in 9 het laboratorium bij elkaar gebracht, waarna bevruchting kan plaatsvinden. De bevruchte eicel wordt vervolgens een aantal dagen later in de baarmoeder geplaatst, waarna hopelijk een zwangerschap optreedt. In plaats van IVF spreekt men ook wel van reageerbuisbevruchting. Op de polikliniek gynaecologie is een uitgebreide folder over deze behandeling beschikbaar. IVF-behandelingen kunnen een grote belasting voor het paar met zich meebrengen. Daarom wordt als dat mogelijk is eerst getracht, om met minder belastende behandelingen een zwangerschap tot stand te brengen. Mocht dit niet lukken, dan kan een IVF-behandeling worden geadviseerd. Het IVF-team Tilburg verzorgt de IVF-behandeling. Binnen het IVF-team werkt het TweeSteden ziekenhuis samen met het St. Elisabeth Ziekenhuis te Tilburg. De IVF-behandeling vindt plaats in het St. Elisabeth Ziekenhuis. Intra Cytoplasmatische Sperma-injectie (ICSI) Deze speciale vorm van IVF is met name geschikt voor paren waarbij de man een ernstige zaadafwijking heeft. De ICSI behandeling verloopt, tot het moment van de bevruchting in het laboratorium, gelijk aan de IVF behandeling. Bij ICSI worden zaadcellen en eicellen niet samengevoegd in een schaaltje, maar wordt de zaadcel met een scherp naaldje in de eicel gebracht. De zaadcel behoeft dus niet meer op eigen kracht de eicel te bevruchten. ICSI is derhalve geen behandeling die los staat van IVF en is ook geen behandeling om uit te proberen als de IVF behandeling niet gelukt is. Als er bij IVF wel bevruchting optreedt, maar de behandeling daarna helaas niet aanslaat, voegt ICSI daar niets aan toe. Meerlingzwangerschappen Alhoewel het natuurlijk geweldig is om een gezonde tweeling te krijgen vormen meerlingzwangerschappen toch een groot probleem. De kans op een ernstige zwangerschapscomplicatie (m.n. vroeggeboorte) is bij meerlingzwangerschappen sterk verhoogd. Eenling zwangerschappen geven de beste vooruitzichten op én een gezonde moeder én een gezond kind. Bij vruchtbaarheidsbehandelingen wordt dan ook zoveel mogelijk geprobeerd om een goede kans op zwangerschap te combineren met het voorkomen van meerling zwangerschappen. 10 Praktische zaken Polikliniek gynaecologie/fertiliteit De polikliniek gynaecologie bevindt zich op een tijdelijke locatie; afdeling O. U volgt vanaf de hoofdingang of ingang West (aan de Brugstraat) de bordjes „afdeling‟ O. Bloedafname nr. 25 Na de hoofdingang gaat u links, langs het afspraakbureau. Vervolgens gaat u aan het einde van de gang links, waarna u via de wachtruimte (eerst naar rechts dan naar links) bij het afnamelaboratorium komt. Zaadonderzoek en IUI (chemisch laboratorium) nr. 80 Het zaad levert u in bij het klinisch chemisch laboratorium. Dit laboratorium is te vinden door vanuit de hoofdingang (nr. 80) te volgen , het laboratorium bevindt zich in de kelder. IVF laboratorium Elisabeth Ziekenhuis Via de hoofdingang van het St. Elisabeth ziekenhuis rechtdoor de lange gang uitlopen. Helemaal aan het einde van de gang bevindt zich aan de linkerkant het IVF laboratorium. Röntgenafdeling voor baarmoederfoto, HSG nr. 77 Na de hoofdingang gaat u linksaf langs het afspraakbureau. Aan het einde van de gang gaat u rechts. Dan komt u in de liftenhal en gaat u door de klapdeuren, welke zich links naast de liften bevinden. Deze gang volgt u. Na de klapdeuren gaat u naar links, de röntgenafdeling. U meldt zich bij de balie. Organisatie van het fertiliteitteam Het fertiliteitteam bestaat uit twee gynaecologen, twee verpleegkundig specialisten en drie fertiliteit verpleegkundigen. De gynaecoloog superviseert de vruchtbaarheidspolikliniek. De verpleegkundig specialist voert onderzoeken uit, bespreekt de resultaten en voert de hormoon en IUI behandelingen uit. De fertiliteit verpleegkundigen hebben een verpleegkundig spreekuur voor gesprekken en uitleg over onderzoeken, tevens een telefonisch spreekuur voor o.a. het maken van afspraken en plannen van onderzoeken. Wachttijden De polikliniekassistente probeert de afspraken zo goed mogelijk op tijd te plannen. Helaas lukt dit niet altijd. Wellicht weet u uit ervaring dat een gesprek met uw behandelend specialist af en toe kan uitlopen. Er zijn veel vragen en er is vaak behoefte om wat langer te praten dan gepland was. 11 Een ander probleem is dat veel onderzoeken aan een bepaalde tijd in de cyclus gebonden zijn. Hierdoor kan het aantal patiënten per dag sterk wisselen. Wachttijden kunnen hiervan het gevolg zijn. Getracht wordt dit zoveel mogelijk te voorkomen. Maar iedereen krijgt de ruimte die nodig is. Wij willen u dan ook met nadruk vragen om, ondanks eventuele wachttijden, toch vooral op tijd te komen en afspraken af te zeggen als u niet kunt komen. Klachten Wij doen ons best om onderzoek, behandeling en begeleiding zo goed mogelijk te laten verlopen. Er kan echter altijd iets mis gaan. U kunt uw arts , verpleegkundig specialist of fertiliteit verpleegkundige hierover ten allen tijde aanspreken. Ook is het mogelijk uw klacht of suggesties voor verbetering op schrift te stellen. Wij zullen altijd trachten het probleem te verhelpen. Telefonische bereikbaarheid fertiliteitverpleegkundige: telefonisch spreekuur: maandag t/m vrijdag van 11.00 tot 12.00 uur, 013-4655847 telefonische afspraak maken via polikliniek gynaecologie, 013-4655266. telefonische afspraak maken via e-mail: [email protected] Naam, geboortedatum en telefoonnummer mailen Nb het e-mailadres is alleen bedoeld om een telefonische afspraak te maken. Uw vraag/verzoek wordt niet per mail beantwoord. Indien u een telefonische afspraak heeft gemaakt, wordt u op een eerstvolgend spreekuur tussen 9.00 en 13.00 uur teruggebeld. 12