Groot verschil mannen- en vrouwendepressie Volkskrant, april 2008 AMSTERDAM - Depressieve mannen hebben ruim elf keer meer urocortine in hun brein dan depressieve vrouwen, waardoor hun hersenen flink van elkaar verschillen. Dat wijst onderzoek van Nijmeegse wetenschappers verbonden aan het Donders Centre for Neurosciene uit. Tachtig procent van het peptide urocortine komt voor in de Edinger-Westphal-kern (EW-kern), een gebiedje in de hersenen van een paar kubieke millimeter groot. Het is samen met de hypothalamus-hypofyse-bijnieras verantwoordelijk voor de stressregulatie. Onder leiding van de Hongaarse onderzoeker Tamás Kozicz werden metingen gedaan op de hersenen van zeven mannen en vier vrouwen die de Hersenbank van de Semmelweis Universiteit in Boedapest ter beschikking had gesteld. Allen pleegden zelfmoord na een zware depressie. In de hersenen van depressieve mensen zit meer CRF, een stof die de primaire reactie op stress regelt, en minder BDNF, een eiwit dat de zenuwcellen helpt gezond te blijven. ‘We weten dat receptoren voor CRF zeer gevoelig zijn voor urocortine,’ legt professor Eric Roubos uit, onder wie het onderzoek ressorteert. ‘Het urocortine regisseert als het ware het CRF. Gaat er iets mis in een van de twee systemen, dan raken ze uit balans.’ Dat lijkt bij depressieve mannen en vrouwen het geval. Roubos benadrukt dat er een samenhang is gevonden tussen urocortine-niveau en (zware) depressie, maar nog geen oorzakelijk verband. ‘Er zijn veel stoffen betrokken bij de stressregulatie in de hersenen, denk bijvoorbeeld aan serotonine. Het urocortine en BDNF die in de EW-kern worden aangemaakt, worden afgegeven in de raphe-kern, een gebied dat betrokken is bij de regulering van gedrag en gemoedstoestanden. In die kern wordt veel serotonine aangemaakt. Daarom is de farmeceutische industrie in dat gebiedje geïnteresseerd.’ De onderzoeksresultaten zijn in zekere zin een tegenvaller voor de industrie, zegt Roubos. ‘Die hoopt één medicijn te maken dat voor iedereen werkt. Maar we zien de laatste paar jaar wel vaker dat de geslachtsverschillen tussen mannen- en vrouwenhersenen zodanig zijn dat één medicijn niet kan voldoen.’ Het duurt volgens de onderzoekers nog jaren voordat dit onderzoek uitmondt in een nieuw antidepressivum.