Geologie van Iberia - Vrije Universiteit Amsterdam

advertisement
Bernd Andeweg
Vrije Universiteit Amsterdam
Plan voor
vrijwillige
terugkeer
Dino’s!
G
spanje
Poster van een foto-expositie die de bevolking oproept oog te blijven houden voor de belangen van
(vrouwelijke) migranten die de Spanje economie zo lang draaiende hebben gehouden.
jonge migranten kregen het zwaar te verduren: meer dan 45% van de migranten
jonger dan 25 zit zonder werk. Dit is meer
dan waar ook in de EU.
De Spaanse regering reageerde snel op de
crisis en besloot het migratiebeleid op een
aantal punten ingrijpend te wijzigen. Zo werd
er fors gesneden in de beschikbare budgetten voor integratie, terwijl programma’s
bestemd voor terugkeer naar de landen van
herkomst konden rekenen op extra financiële
steun. Een van de peilers onder dat beleid is
het in 2008 ingestelde Plan voor Vrijwillige
Terugkeer, toegesneden op werkloze migranten (kader). Daarnaast kondigt de regering
een hervorming van migratiewetten aan en
ondersteunt Spanje de Return Directive,
waarin de voorwaarden voor uitzetting van
illegalen op Europees niveau worden geharmoniseerd. In dat opzicht is er sprake van
een toenemende Europeanisering van het
Spaanse migratiebeleid.
Keerpunt?
In hoeverre de maatregelen vrucht zullen
afwerpen is nog onduidelijk. Veel migranten
geven te kennen niets te voelen voor terugkeer, omdat het in Spanje ook in tijden van
crisis beter toeven is dan in het herkomstland. Voorlopige cijfers van het Spaanse
Nationale Bureau voor de Statistiek laten wel
zien dat het aantal migranten in 2010 voor
het eerst is afgenomen, met 0,3%. De daling
betreft vooral specifieke migrantengroepen:
zo nam het aantal Ecuadorianen in Spanje
met 10% af, het aantal Argentijnen met 9,3%
16
en het aantal Bolivianen met 7,2%. Het aantal EU-migranten nam toe, vooral Roemenen
(+4%). Ook het aantal Pakistanen steeg
(+22,8%).
Het controleren van migratiestromen in
tijden van crisis blijkt lastig te zijn. Daarbij
wijzen experts op een mogelijk conflict op de
middellange termijn: de vergrijzing zet door,
waardoor een zekere behoefte aan arbeid
blijft bestaan. Op de korte termijn ziet de
Spaanse regering zich echter geconfronteerd
met hoge werkloosheidcijfers én met een
groeiende weerstand tegen migranten onder
de bevolking. Immigratie wordt als belangrijke oorzaak van de werkloosheid gezien, en
dat vergroot de druk op de overheid om het
migratiebeleid verder aan te scherpen.
Vanuit het maatschappelijk middenveld
klinken echter waarschuwingen: veel migranten hebben het nu heel moeilijk. Ze zijn hun
baan kwijt, hebben grote problemen om de
hypotheek of huur te betalen en zoeken naar
mogelijkheden om het hoofd boven water te
houden in een samenleving die hen steeds
vijandiger bejegent. Vandaar de oproep aandacht te blijven houden voor de belangen
van migranten, de bouwers van de economie
tijdens el milagro económico español. •
Bronnen
•
et Plan de Retorno Voluntario houdt
in dat de Spaanse overheid migranten in twee termijnen de opgebouwde
sociale zekerheid in de vorm van een
werkloosheidsuitkering betaalt om hun
terugkeer en toetreding op de arbeidsmarkt in hun gebied van herkomst te
faciliteren. Hoe langer de migranten in
Spanje hebben gewerkt, des te hoger het
bedrag. De uitkering is voorbehouden
aan legale migranten van 19 niet-EUlanden die een bilaterale overeenkomst
hebben gesloten met Spanje. Degenen
die terugkeren, mogen drie jaar lang geen
werk verrichten in Spanje. De uitkering
wordt in twee termijnen uitbetaald: 40%
in Spanje en de resterende 60% in het
land van herkomst. Hiertoe dienen
migranten zich te vervoegen bij het
Spaanse consulaat ter plekke.
De ambities voor dit plan waren
hoog: volgens schattingen van het
Spaanse ministerie voor Migratie en
Arbeid kwamen 100.000 migranten in
aanmerking voor dit plan.
Recente gegevens ontbreken, maar
op dit moment hebben naar schatting
circa 15.000 mensen een aanvraag ingediend. De overgrote meerderheid betreft
migranten uit Ecuador, Colombia en
Argentinië. Marokkaanse migranten, de
op één na grootste groep (de grootste
groep, de Roemenen, kunnen niet deelnemen omdat ze tot de EU behoren),
tonen weinig belangstelling. De migrantengemeenschap in Spanje reageert
uiterst kritisch: ‘Dit plan straalt uit dat
migranten verantwoordelijk zijn voor de
economische crisis’.
Het gebrek aan animo wordt geweten
aan de minder gunstige levensomstandigheden in het land van herkomst,
waardoor terugkeer minder aantrekkelijk
is, én aan de relatief lage bedragen die
de overheid uitkeert: de migranten
hebben gemiddeld zo’n 9000 euro aan
uitkering opgebouwd; voor velen is dat
waarschijnlijk niet genoeg om ze over
de streep te trekken. Tot slot is een veel
gehoord argument dat ook deze crisis
weer over zal waaien en dat je deze
crisis simpelweg moet uitzitten.
http://www.ine.es/jaxi/menu.do?type=pcaxis&path=/
t20/e245/&file=inebase, website van het Instituto
Nacional de Estadística, Padrón Municipal.
•
http://www.planderetornovoluntario.es/index_uno.
html, voor informatie over het Plan de Retorno
Voluntario.
geografie | juni 2011
In A Jangada De Pedra (Het stenen vlot) uit 1986 van José Saramago
breekt het Iberische Schiereiland door aardbevingen los van Europa.
Onzinnig? Ja. Toch zijn Spanje en Portugal wel degelijk een ‘stenen
vlot’ geweest in het geologische verleden. Al was Spanje nog niet zoals
we het nu kennen; Torremolinos maakte geen deel uit van het continent.
Een interessante plek om te bestuderen hoe plaatbewegingen dit
microcontinent vormgaven en nog steeds nu en dan opschudden,
getuige de laatste schokken op 11 mei.
Geologie van het Iberisch Schiereiland
Het stenen vlot
H
et Iberische schiereiland en de omliggende zee en oceaan vormen een
geologische puzzel die aardwetenschappers al tijden bezighoudt en dat nog
wel even blijft doen. Op de geologische kaart
van het Iberische Schiereiland valt een aantal
zaken op. Het midden en westen bestaan
grotendeels uit paleozoïsche metamorfe en
stollingsgesteenten (figuur 1, pag. 18, grijze
tinten). Het oosten toont vooral mezosoïsche
gesteenten (groen). Grote delen van het
FOTO: UNIVERSITY OF MANCHESTER GEOLOGY STUDENTS
BEELD: MUJERES PROGRESISTAS DE PINTO
H
geografie | juni 2011
binnenland zijn bedekt met jongere sedimenten uit het Tertiair en Kwartair (lichtgeel).
Kortom: delen van Spanje hebben de laatste
miljoenen jaren geen belangrijke veranderingen ondergaan, maar grote delen zijn pas
recent gevormd.
De structuren in de oude gesteenten van
westelijk Iberia (paarse lijnen) zijn tegelijk
gevormd met de Ardennen (Hercynische
plooiingsfase). Deze oude zones liggen er
nog steeds, ook in het oostelijke en centrale
esteenten uit de tijdperken van
de dinosauriërs (Jura, Krijt, Mesozoicum – midden-leven) zijn op de
geologische kaart (figuur 1 op pagina 18)
terug te vinden in het midden en oosten
van het land. Om fossielen van deze
reuzendieren te kunnen vinden, moeten
rond die tijd de juiste omstandigheden
hebben geheerst. Liefst snel een laagje
klei over een dinolijk, en zuurstofarme
omstandigheden. Grote delen van
Spanje zijn in deze perioden dor en droog
en weinig geschikt voor fossielvorming.
In die tijd is er één snel dalend gebied
waarin fossilisatie aardig lukt. Later wordt
dit bekken in elkaar geduwd tot de Iberische Keten met toppen tot ruim 2000
meter hoogte. Tussen Cuenca en Teruel
en in het noorden (Sierra Cameros,
Enciso, la Rioja) van dit gebergte zijn
dino’s of hun sporen terug te vinden.
Dicht bij Cuenca (Centraal Spanje)
wordt Lo Hueco (‘het gat’) gevonden,
een waar dinokerkhof met botten van
meer dan 8000 dinosauriërs van 70 miljoen jaar oud (Eind Krijt). Heel bijzonder
is het laagje waarin te zien is dat een
grote meteoriet een einde heeft gemaakt
aan de dino’s op aarde op verschillende
plaatsen in Spanje. De grens tussen Krijt
en Tertiair (kortweg KT-grens), vaak met
zwarte klei vol bolletjes (microkrystieten)
en iridium, dat vooral veel voorkomt in
meteorieten, ligt in het noorden bij
Zumaia en in de Pyreneeën, maar ook
bij Agost en Caravaca in het zuidoosten
van Spanje.
Foto: De korst van Iberia golft flink.
Door een botsing 12 miljoen jaar terug
werd het Cantabrisch gebergte flink
omhoog gedrukt.
17
Figuur 2: Vorming van Iberisch Schiereiland
Vroeg Krijt
A
FOTO: WWW.FREE-PHOTOS.BIZ
deel van Iberia onder de jongere gesteenten,
en beïnvloeden de huidige vervorming. We
bekijken een paar momenten in de geologische tijd die cruciaal zijn geweest voor de
huidige vorm van het Iberische Schiereiland.
Vulkanen?
O
De Volcan del croscat, een van de geologisch recent actieve vulkanen in de Garotxa,
100 kilometer ten noorden van Barcelona.
©2011 GEOGRAFIE & B.J. KÖBBEN & B. ANDEWEG
Figuur 1: Geologie van Spanje
Bilbao
Cantabrisch gebergte
Pyren
eeën
o
he
isc
er
teem
l
traa
Ebr
Ib
Duero
Barcelona
Sys
Middellandse Zee
te
Ke
Cen
madrid
n
Valencia
lissabon
Ta
a
g
Cuenca
(Lo Hueco)
Rivier
Lorca
Sevilla
Sierra Nevada
n
s
era
rbo
Ca
Atlantische
Oceaan
200 km
18
Alboran
Grote breuk
Tertiair & Kwartair:
Bekken (laag, vlak gebied)
Vulkanisch
Oudere ondergrond:
Mesozoïsch
Paleozoïsch metamorf
Paleozoïsch stolling
Hercynische structuren
p de Canarische eilanden zijn nog
actieve vulkanen, maar op het vasteland van Spanje? Cabo de Gata in het
uiterste zuidoosten van Spanje is wellicht
bekend als vulkanisch gebied, maar de
laatste stromen lava stolden hier al van
10 tot 5 miljoen jaar terug.
Geologisch gezien recent actieve vulkanen zijn te vinden in de Garrotxa, de
buurt van Olot, in het noordoosten, 100
kilometer ten noorden van Barcelona.
Deze vulkanen zijn van 700.000 jaar tot
10.000 jaar terug nog actief. Het zijn dus
eerder slapende dan uitgedoofde vulkanen.
Het Campo de Calatrava, in de buurt
van Ciudad Real, beleeft de laatste uitbarstingen zelfs tot 3600 jaar terug! Je vindt
hier meer dan 300 kleine vulkanen, soms
met een ‘maar’ (Hoya), een rond meer
doordat de krater met water is volgelopen.
Het gaat om basaltisch vulkanisme, rijk
aan ijzer en magnesium, dat in principe
weinig explosief is. Maar wanneer de lava
in contact komt met het water in de krater
ontstaan toch explosieve uitbarstingen. De
korst is hier voor Iberische begrippen dun:
magma heeft zich een weg omhoog kunnen
banen doordat Iberia op grote schaal
plooien vormt; het Campo de Calatrava
ligt bovenop een van de plooien.
geografie | juni 2011
Vroeg Krijt
In het Vroeg Krijt, 120 miljoen jaar terug,
kun je op een heldere dag vanuit Galicië
(Noordwest-Spanje) Bretagne zien liggen.
Het schiereiland bevindt zich ten opzichte
van nu met de klok gedraaid dicht bij de punt
van Bretagne. Pangea, het grote continent
waar ook Europa deel van uitmaakt, begint
langzaam op te breken en de Atlantische
Oceaan ontstaat. Deze oceaan opent zich
niet in één keer van de punt van Zuid-Afrika
tot aan Spitsbergen; dat gebeurt in stappen.
Als eerst drijven 150 miljoen jaar terug
Noord-Amerika en Noord-Afrika van elkaar af,
terwijl Europa nog wel aan Noord-Amerika
vastzit (figuur 2A). Daardoor ontstaat tussen
Noord-Afrika en Europa beweging. De openende oceaan zoekt zich een weg naar het
noorden. Een paar pogingen mislukken:
Iberia komt wel los van Bretagne, maar de
opening zet niet door. En ook tussen Groenland en Newfoundland komt het niet tot een
volle oceaan. Van het Trias tot het Laat Krijt
(ruim 200 tot 85 miljoen jaar terug) wordt
van alle kanten aan Iberia getrokken, in het
oosten opent zich in deze periode een riftbekken, een dalend gebied door rek in de
korst. Hierin worden eerst dikke pakketten
rode zandstenen en conglomeraten (grind)
afgezet, maar de daling gaat snel en de
zeespiegel stijgt sterk door de klimaatverandering: er ontstaat een ondiepe zee.
Laat Krijt
In het Laat Krijt, 70 miljoen jaar terug, staat
de zeespiegel ongeveer 200 meter hoger dan
nu: grotere delen van de continenten worden
ondiepe zeeën. Omdat Spanje en Portugal al
tijden geen gebergtevorming hebben mee-
70 miljoen jaar terug stak het
Iberische Schiereiland maar
voor een derde boven zee uit
geografie | juni 2011
gemaakt, is het continent vrij vlak. Het
schiereiland loopt daarom flink onder en
steekt nog maar een derde van het huidige
oppervlak boven zee uit (figuur 2B): de tijd
van het geologische stenen vlot! Vooral de
oude metamorfe gesteenten van het westen
en midden vormen het vlot waarop wat dino’s
ronddrijven. Aan het begin van het Krijt wil
het openen van de Atlantische Oceaan tussen
Spanje en Frankrijk niet lukken; meer naar het
westen, tussen Ierland en Newfoundland,
breekt de oceaan wel door.
Iberia ‘drijft’ los van Europa en omdat de
opening ten westen van Iberia sneller gaat
dan die verder noordwaarts, schuift Iberia
schuin tegen het zuiden van Frankrijk aan
(figuur 2C). Dat is het moment waarop de
Pyreneeën zich gaan vormen. Deze bergketen strekt zich uit tot de Franse Rivièra (Alpilles) en bereikt rond 40 miljoen jaar terug
zijn hoogtepunt. Nog altijd is de ‘las’ tussen
Frankrijk en Spanje, de Pyreneeën dus, een
zwakke zone met tal van kleine aardbevingen.
Spanningen van deze botsing vertalen zich
verder in het zuiden van het Iberische continent in het ontstaan van de Iberische Keten.
Midden Tertiair
Corsica en Sardinië blijven nog tot het Midden
Tertiair, 30 miljoen jaar terug, vastzitten aan
het Iberische Schiereiland. Dan begint het
westelijke deel van de Middellandse Zee zich
te openen. In het verlengde van het Rhonedal
wordt de korst uit elkaar getrokken. Corsica
en Sardinië draaien weg van Barcelona.
De nieuw gevormde eilanden krijgen het
24 miljoen jaar terug flink op hun heupen: in
6 miljoen jaar bewegen ze naar hun huidige
positie: Sardinië schuift meer dan 500 kilometer op. Achter de eilanden wordt de continentkorst stuk getrokken, maar omdat Afrika
uit het zuiden nadert, komt het niet tot echte
oceaanvorming. Het westelijke Middellandse
Zeegebied is een feit.
Laat Tertiair
Het Laat Tertiair, 12 miljoen jaar terug, maakt
Iberia uiteindelijk tot wat het nu is. Andalusië
en de Sierra Nevada worden dan met een
stevige smak tegen de zuidkant van Iberia
geplakt. Tot die tijd kun je dus al iets ten
zuiden van Albacete aan het strand liggen
in plaats van in Torremolinos. Met je voeten
in het zand zie je verder in het zuiden een
microcontinent: Alboran. Dit botst zowel
~110 miljoen jaar geleden
1000km
Midden Krijt
B
~85 miljoen jaar geleden
1000km
Vroeg Tertiair
C
~50 miljoen jaar geleden
1000km
Midden Tertiair
D
~35 miljoen jaar geleden
1000km
Continent
Actieve
mid-oceanische rug
Continentale
en kustafzettingen
Niet meer actieve rug
Zee-afzettingen
Breuk/breukzone
Oceaan
Huidige kustlijn
Basaltplateau
19
Langs de Carbonerasbreuk schuren gesteenten langs elkaar. Dat levert een opvallend kleurenpalet op.
Actieve tektoniek?
D
20
Barsten er straks vulkanen
uit onder Salamanca?
Gaat Portugal de hoogte in?
FOTO: SINEAD FENTON
oor het klemzetten van Iberia hoopt
zich in de korst een grote spanning
op. Die ontlaadt zich geregeld door aardbevingen. Grote klappen komen niet vaak
voor, maar wie er een meemaakt, zal het
niet snel vergeten. Zo wordt Lissabon in
1755 zwaar getroffen door een beving in
zee op bijna 300 kilometer afstand. We
schatten de sterkte van de beving nu op
8.5 tot 9.0, meer dan genoeg om een
tsunami van meer dan 15 meter hoog te
veroorzaken op de Portugese en ZuidSpaanse kust. Zelfs in Nederland wordt de
beving gevoeld en op veel plaatsen breken
schepen van hun touwen los. De beving
vindt plaats langs de hier zeer complexe
plaatgrens tussen Afrika en Eurazië, met
gedeeltelijke subductie. Ook in de jaren 60
van de 20ste eeuw gaat het hier aardig te
keer (6.5 in 1964 en 7.9 in 1969).
Almeria in het zuiden van Spanje wordt
in 1522 getroffen door een zware aardbeving in zee, even ten zuiden van de stad.
De beving ligt precies in het verlengde van
een van de meest opvallende breuken van
het land die nog altijd actief is: de Carbonerasbreuk. Op de zeebodem vormt de
breuk een duidelijke helling en ook op het
land is hij fenomenaal goed te zien. Langs
de breukzone schuiven delen van Spanje
langs elkaar. Allerlei gesteenten die in de
buurt voorkomen schuren hier langs elkaar.
Dat levert een opvallend kleurenpalet op,
dat zelfs als ansichtkaart bij de plaatselijke
libreria (boekhandel) te koop is (Carboneras, ZO-Spanje).
Het bevingsrisico is het grootst in het
zuidoosten van het schiereiland (Granada,
Almería, Alicante en Murcia). Daar komen
eens in de zo veel decennia zware aardbevingen voor.
Dankzij de kennis die we hebben van de
structuur van de korst weten we dat aardbevingen boven de 8.0 hier niet snel zullen
optreden. Maar doordat Iberia zo in de
mangel wordt genomen is een kracht van
6 of 7 hier heel goed denkbaar – óók op
grotere afstand van de plaatgrens tussen
Afrika en Europa door het zuiden van
Spanje. De zware beving van 1755 voor de
zuidwestkust van Portugal laat zien dat
we op die plaatsgrens met nog zwaardere
bevingen rekening moeten houden.
Zie ook: Laatste nieuws.
tegen de zuidrand van Spanje, als tegen de
noordrand van Afrika. Het midden van het
microcontinent vormt nu een diepe zee
tussen beide. Het mechanisme daarachter is
nog een verhit debat onder geologen. Volgens
de ene theorie heeft Alboran een sterk verdikte korst en breekt daar in de diepte een deel
van af, waardoor het geheel onder het eigen
gewicht instort; een andere theorie veronderstelt dat er gedeeltelijk subductie plaatsvindt.
Hoe dan ook, door de botsing wordt de
doorgang tussen de Atlantische Oceaan en
Middellandse Zee minstens één keer geblokkeerd. Hierdoor kan er geen nieuw zeewater
in de Méditerranée stromen en verdampt het
zeewater in ongeveer 1000 jaar en vormen
zich tientallen meters dikke pakketten zout.
Dit speelt allemaal zo’n 5,5 miljoen jaar
terug. Dat Afrika en Iberia in deze periode
met elkaar in verbinding staan, bewijzen de
gipsen en kleien met pootafdrukken van
girafachtigen in het zuidoosten van Spanje
(tussen Jumilla en Fuente-Alamo, zie ook
pagina 30).
Doordat het centrale deel van Alboran verder zakt, vormt zich bij Gibraltar uiteindelijk
toch weer een opening, waardoor oceaan-
water met enorm geweld de kilometers lager
gelegen bodem van de drooggevallen
Middellandse Zee overspoelt. Op de zeebodem zijn tot 250 meter diepe kloven uit
die tijd te vinden.
Door de botsing 12 miljoen jaar terug vormen zich allerlei geologisch jonge structuren,
zoals in het midden van Spanje het Centraal
Systeem, ook wel Castilliaans scheidingsgebergte genoemd, met toppen van 2500
meter. Ook het Cantabrisch gebergte wordt
flink omhoog gedrukt. Ten noorden en zuiden
van deze bergruggen dalen gebieden, zoals
het Duero-bekken en het Taag-bekken. Ze
raken gevuld met tertiaire sedimenten: deze
pakketten liggen vrijwel horizontaal, maar
rivieren hebben er wel diepe dalen in uitge-
We moeten rekening houden
met nog zwaardere aardbevingen
in Zuidoost-Spanje
geografie | juni 2011
sneden. Als Nederlander kun je deze bekkens
niet meer vlak noemen.
Anno nu
Iberia wordt nog altijd stevig in de mangel genomen tussen Afrika en Eurazië, die elkaar met
een ruime centimeter per jaar blijven naderen.
Het zuiden van Spanje en de noordkant van
Marokko zijn de eerste gebieden waar de
continenten stevig in de problemen komen.
De korst van Iberia golft dan ook flink. Omdat
de aardkorst ook nog opvallend dik is, ontstaan er sterke overgangen aan zowel de
noord- als westkust. In het noorden gaat de
topografie van 2500 meter hoogte (het Cantabrisch gebergte) naar 4000 meter diepte vlak
voor de kust in de zuidelijke Golf van Biskaje.
Erg steil, voor geologische begrippen. Ook is
op veel plekken te zien dat Iberia de hoogte
in gaat. De bekkens in Centraal Spanje worden
sterk geërodeerd en op veel plekken langs de
kust liggen oude strandvlaktes tot op wel een
paar honderd meter hoogte.
Geofantaseren
Hoe ziet de geologische toekomst van Spanje
en Portugal eruit: gaat Portugal de hoogte in?
geografie | juni 2011
Barsten er vulkanen onder Salamanca uit?
Afrika blijft Europa in ieder geval naderen en
probeert daarbij Spanje rechts in te halen.
Marokko wordt langs de Atlas van Afrika
afgesneden en samen met Iberia naar het
westen gedrukt. De spanning aan de rand
van het continent op de overgang naar de
oceanische korst loopt steeds meer op. De
oceanische korst voor de kust van Portugal
schuift onder het continent. Daarbij ontstaat
een nieuwe subductiezone. Dat is wel pas
over 5-6 miljoen jaar. Als het gaat om toekomstscenario’s kunnen we niet veel anders
doen dan de bewegingen van nu in de toekomst doorzetten. Een beetje vergelijkbaar
met de Buienradar: de plaatjes voor de
komende uren zijn projecties vooruit van
de situatie op het moment. Terwijl op Buienradar heel duidelijk te zien is dat de buien
zich in de afgelopen uren sterk ontwikkelden,
wordt het beeld van nu in de tijd vooruit ‘gekopieerd’, zonder verdere dynamiek. Eén
ding is duidelijk: precies zoals de voorspellingen loopt het zeer waarschijnlijk niet. Ook
bij de geologie blijven dit soort gedachtenexperimenten behoorlijk geofantasie. Maar
wel leuk! •
Meer geologie van Spanje? www.geo.vu.nl/~andb/iberia
Laatste nieuws:
aardbeving bij Lorca op 11 mei
N
et als we dit artikel hebben afgerond,
is het alweer raak in Zuidoost-Spanje:
op 11 mei treffen twee flinke bevingen, de
zwaarste met een magnitude van 5.3, het
historische stadje Lorca in de provincie
Murcia (kaart op pag. 18). Ze zijn tot in
Madrid voelbaar en veroorzaken de grootste schade in 30 jaar. Het blijft hier rommelen. De laatste aanzienlijke beving, in 2005,
had een magnitude van 4.6.
De bevingen bij Lorca worden veroorzaakt door een zijwaartse beweging (strikeslip) langs een van de vele breuken in de
ondergrond, in dit geval het verlengde van de
Breuk van Alhama de Murcia. Dat een aantal
van de breuken nog recent actief is, kun je
duidelijk zien in het landschap: hoge bergruggen stijgen hier op uit vlaktes, de grens
tussen beide is messcherp: een breuk.
Probleem van zo’n breuk is dat het langs
elkaar schuiven van delen aardkorst maakt
dat bevingen erg ondiep plaatsvinden –
anders dan wanneer platen over en onder
elkaar duiken. En het zijwaarts schudden laat
huizen en gebouwen eerder instorten dan
wanneer ze op en neer bewegen.
21
Download