bijzonder limburg - Limburgs Landschap

advertisement
ONS LANDSCHAP
BIJZONDER LIMBURG
Het vliegend hert
is de grootste
keversoort van
Nederland en
vooral te vinden
in bosranden en
holle wegen in
Zuid-Limburg.
Foto Rob Geraeds.
Door de bijzondere geologie, geomorfologie en zuidelijke ligging
komen in Limburg veel soorten
planten en dieren voor die elders in
Nederland zeer zeldzaam zijn of zelfs
helemaal niet voorkomen. Oehoe,
wilde kat, eikel- en hazelmuis, vuursalamander, geelbuik- en vroedmeesterpad en vliegend hert zijn
daar sprekende voorbeelden van.
Limburgs Landschap · winter 2016
VERANTWOORDELIJK
22
Terreinbeheerders als Het Limburgs Landschap hebben een
bijzondere verantwoordelijkheid
voor het behoud van deze bedreigde soorten die (vaak) een wettelijke
bescherming genieten. Weliswaar
focussen maatregelen om bepaalde
soorten voor de toekomst te behouden zich vaak op kritische soorten,
in het kielzog profiteren echter zeer
veel andere planten en dieren mee.
BIODIVERSITEITSBEHEER
DOOR GEITEN
In open zand- en mergelgroeven als
de Meertensgroeve, groeve ’t Rooth
en de Curfsgroeve komen geelbuikvuurpadden en vroedmeesterpadden voor. Deze Limburgse paddensoorten zijn gebaat bij het open
karakter van hun leefgebied. Opslag
van berken, wilgen en acacia moet
worden teruggedrongen en daarbij
wordt regelmatig snoeiwerk uitgevoerd door vrijwilligersgroepen
die veelal begeleid worden door
het IKL. Goede ervaringen zijn inmiddels ook opgedaan met de inzet
van Nederlandse landgeiten. Deze
vreten en schillen meer struiken
en bomen dan bijvoorbeeld paarden
waardoor ze hier effectiever zijn,
en er meer open terrein ontstaat.
Daarnaast zijn geiten goede klimmers en vaak op de steile hellingen
te vinden; ook struweel en bomen
op de groevewanden worden
dus aangepakt. Om geiten in de
Meertensgroeve te houden moest
wel het raster vervangen worden.
Hierbij is financiering benut via
het Europese project RESTORE
waarin IKL projectpartner was.
Deze RESTORE-maatregel is niet alleen voor de aanwezige populaties
geelbuikvuurpadden en vroedmeesterpadden van belang maar
dient een hoger biodiversiteitsdoel.
Een open groevebodem en -wanden
zijn prima leefgebied voor bijvoorbeeld de levendbarende hagedis,
een aantal karakteristieke plantensoorten en veel soorten warmte
minnende insecten. Zo graven
zandbijen gangetjes in goede bezonde zandrandjes, waarin ze hun
eitjes leggen. De zandbijen op hun
beurt trekken andere insecten aan
BROEDSTOVEN
Het bedrijf Tredegar Corporation
organiseert jaarlijks een Earth Day,
waarbij haar medewerkers een
dag in de natuur gaan werken. In
samenwerking met de Vereniging
Tot Natuurbehoud (VTN) uit Cadier
en Keer, Het Limburgs Landschap
en IKL is men in de bosranden van
de Mettenberg en de Schiepersberg
aan de slag gegaan met de aanleg
van broedstoven voor het vliegend
hert. Dit is onze grootste keversoort
die in Zuid-Limburg voornamelijk
aanwezig is in bosranden en holle
wegen. De larven van deze kever
zijn afhankelijk van dood hout en
leven drie tot zes jaar ondergronds
waar ze zich voeden met door witrotschimmels aangetast rottend
hout. Deze schimmels komen
voornamelijk tot ontwikkeling
wanneer hout in de zomer afsterft.
Wanneer hout in de winter dood
gaat zit er meestal teveel looizuur
in opgeslagen en krijgen juist
bruinrotschimmels de overhand.
Deze breken het hout op een andere
manier af waardoor het ongeschikt
is als voedsel voor de keverlarven.
Om de indrukwekkende kever te
helpen worden broedstoven aangelegd. Stamdelen en takken die
in de nazomer gekapt zijn worden
circa een meter diep in de grond
ingegraven. Wanneer het hout
eenmaal gaat rotten ontstaan hier
geschikte omstandigheden voor de
larven en kunnen de vrouwtjes zich
langs de uitstekende stammetjes
omlaag graven om ondergronds
hun eieren af te zetten. Van het
boven de grond uitstekende hout
profiteren weer allerlei andere
houtkevers zoals boktorren,
prachtkevers en vuurkevers. De
kevers en larven staan weer op het
menu van spechten, maar vormen
ook het voedsel voor allerlei soorten sluipwespen. Deze weten de
larven feilloos in het hout op
te sporen waarna ze met hun
lange legboor dwars door het hout
boren, tot in de larve, waarin ze
vervolgens eitjes leggen. De keverlarve vormt op die manier de
levende voedselvoorraad voor het
nageslacht van de sluipwesp.
tekst: rob geraeds en
henk heijligers
Dit project is
mede mogelijk
gemaakt door
Door het klim- en schilgedrag hebben geiten op veel plekken effect (afstervende
bomen en struiken) en zorgen voor een gevarieerde vegetatie in een mergelgroeve.
Foto Rob Geraeds.
Vrijwilligers van VTN uit Cadier en Keer bezig met de aanleg van broedstoven voor
het vliegend hert in de Julianagroeve. Foto Jurgen Mingels.
Limburgs Landschap · winter 2016
zoals bloedbijen, wespbijen, oliekevers, wolzwevers en bijenwolven.
Dit zijn insecten die parasiteren
op de legsels van de zandbijen en
hier dus direct van afhankelijk zijn.
Vanwege de bescherming van de
vroedmeester- en geelbuikvuurpad, via het begrazen met geiten,
profiteert dus een grote variatie aan
andere soorten.
23
Download