/HOE KLIM JE UIT HET DAL? De psychologische verwerking van

advertisement
TEKST: PLEUN VAN LOOIJ
/HOE KLIM JE UIT HET DAL?
De psychologische verwerking
van een bergsportongeval
Er is maar één omgeving in de wereld waar ik
me als mens zo enorm nietig kan voelen: de
bergen. Je levert je als het ware over aan de
kracht van de natuur en gaat de strijd aan met
het onvoorspelbare. Wat je allemaal te wachten
staat tijdens een tocht, is voor de berg een
weet en voor jou slechts een vraag. Dat dit een
enorme aantrekkingskracht op je uitoefent, zal
iedere bergsporter beamen. Het drijft ons ertoe
onze grenzen te verleggen en keer op keer
versteld te staan van waartoe een mens in staat
is. Anderzijds kunnen de bergen ons overvallen
en ons harder dan wie of wat dan ook, wijzen
op onze beperkingen. Wat als het misgaat? Wat
speelt er zich af in onze hersenen tijdens en na
een ongeval? En wat kan je als buitenstaander
doen om iemand er weer bovenop te helpen?
14
O
nze hersenen, één groot netwerk van verbonden
neuronen, verwerken informatie en indrukken die door
onze zintuiglijke organen worden waargenomen. Dit uit
zich in de vorm van fysieke, psychische en emotionele
reacties. Anatomisch gezien zijn onze hersenen
opgebouwd uit de hersenstam, het limbische systeem,
de kleine hersenen en de grote hersenen. De hersenstam
coördineert levensonderhoudende functies zoals onze
polsslag en ademhaling. In de kleine hersenen zijn
geautomatiseerde handelingen zoals lopen, klimmen
en skiën opgeslagen, die ook onder grote stress nog
functioneren. Vervolgens is er het limbische systeem,
een groep structuren die betrokken zijn bij emoties zoals
angst, motivatie, genot, geheugenfuncties en filtering van
de waarneming. Cognitieve vaardigheden (lezen, rekenen,
schrijven, plannen …) worden in de grote hersenen
gereguleerd en kunnen indien nodig opgeroepen worden.
gezond en ethisch sporten
Prikkelverwerking
Wat is kenmerkend voor traumatische
gebeurtenissen?
Wanneer een prikkel onze zintuigen bereikt, wordt deze
doorgeleid naar het limbische systeem. Het limbische systeem
gaat de grote hersenen scannen op ervaringen, herinneringen
en beheersingsmogelijkheden. Wanneer men een situatie al
eens meegemaakt heeft, houdt de verbinding met de grote
hersenen stand en kan men een beroep doen op aangeleerde
cognitieve functies. Dit is niet geval bij onverwachte situaties
of plotse bedreigingen. Er ontstaat bijgevolg een soort blokkade
in je hersenen waardoor je enkel beperkte cognitieve functies
kan aanspreken. Ons lichaam schakelt over in stressmodus en
zegt ‘Maak dat je hier wegkomt!’. In hele stresserende situaties
functioneren enkel geautomatiseerde handelingen die door
training of oefening in de grote hersenen opgeslagen zijn of in de
kleine hersenen geprogrammeerd zijn. Wat in normale, vredige
omstandigheden niet goed aangeleerd is, kun je bij extreme stress
ook niet oproepen.
Grote hersenen
Kleine hersenen
Limbisch systeem
Wanneer men onder zware stress heeft gestaan, kunnen lichamelijke
reacties naderhand leiden tot (langdurige) slaapstoornissen,
nachtmerries, woedeaanvallen, concentratieproblemen, sprakeloosheid, beven, hoofdpijn, verwarring, een gevoel van schaamte
doordat men emotioneel labiel is en soms leidt het zelfs tot een
depressie. Vooral gaten in de herinnering aan het ongeluk (“Ik
kan me niets herinneren van het gezicht van mijn verongelukte
partner.”), emotionele onverschilligheid (“Ik kan niet huilen,
ondanks dat ik zielsveel van mijn partner gehouden heb.”), onwel
worden bij het aanschouwen van het slachtoffer (“Ik heb zielsveel
van mijn partner gehouden en toch word ik onwel bij de aanblik
van hem/haar.”) kunnen enorm aan iemand knagen.
Afhankelijk van de
onderscheidt men:
duur
van
bovenstaande
symptomen
• Acute stressreactie: Tot 72 uur na het ongeval. Wordt gekenmerkt
door een hoog adrenalinepijl en sterke emotionele reactie.
Psychologische eerste hulp en ‘defusing’ (opheldering) zijn hierbij
het belangrijkste. Mensen in deze situatie worden best niet alleen
gelaten en horen niet alleen auto te rijden.
• Acute stressstoornis: Drie dagen tot vier weken na het incident.
Lichaam en geest proberen de stress te compenseren. Vrienden,
familie en bekenden horen in deze fase de persoon te ondersteunen
en zijn gedrag in het oog te houden. Tijdens deze fase kan je zien
of het ongeval verwerkt kan worden of dat de persoon vatbaar is
voor een langdurige stressstoornis.
• Chronische stressstoornis: Symptomen die na vier weken nog
aanhouden, worden door de getroffene en familie als een belasting
ervaren in het dagelijks leven. Een onderzoek door de huisarts is
hier aan te raden.
• Posttraumatische stressstoornis: Wanneer na vier maanden nog
altijd symptomen als het herbeleven van het ongeval, het gevoel
van verstijfd zijn, onverschilligheid tegenover andere mensen, het
mijden van activiteiten en situaties (die gerelateerd zijn aan het
ongeval), angst … aanwezig zijn, dient men professionele hulp
te zoeken bij bijvoorbeeld een psycholoog of andere medische
specialist. De persoon kan het trauma niet op zichzelf verwerken
en ervaart dat zijn dagelijks leven hierdoor verstoord wordt.
15
Hersenstam
Onze hersenen onderweg
Voor informatieverwerking bij tochtplanning en uitvoering
gebruiken we onze grote hersenen. Stapsgewijs onderscheiden
we gevaarpatronen, voeren een risicoschatting uit en vellen een
oordeel. In stresssituaties hebben de kleine hersenen hierbij een
ondersteunende functie. Dit deel van de hersenen wordt ook
aangesproken voor aangeleerde partnerredding. Oefening van de
handeling is van cruciaal belang om ze op te kunnen roepen in
een stresssituatie.
Psychologische eerste hulp (STOP)
Psychologische eerste hulp is belangrijk om de verbinding
tussen het limbische systeem en de grote hersenen te herstellen.
Overbelasting door prikkels in het zenuwstelsel moet ophouden
en weer omgeleid worden via de grote hersenen. Hier door kan
men zich weer in tijd en plaats oriënteren en herinneren wie men
is, wat men daar doet. Deze informatie is cruciaal voor zowel de
hulpdiensten als de naasten van de slachtoffer(s) en betrokkene(n).
STOP is hét acroniem om hierbij in gedachten te houden:
Stabilize - Personen naar een veilige locatie brengen
Talk/Teach - Informeren over wat er is gebeurd/
communiceren van overlijden of kwetsuren
Operate - Activiteit – Ritueel – afscheid nemen
Peer - Sociale ondersteuning door de omgeving, vereniging, ...
Stabilize: De personen van de plaats waar het ongeval gebeurd
is naar een veilige plaats brengen. Daar worden ze terug in hun
comfort zone gebracht (eten, drinken, droge warme kleren).
Talk/Teach: De psychologische begeleiding van de betrokkenen
omvat de directe opheldering van het ongeval. De hulpdiensten zijn
specifiek opgeleid om de betrokkene over het hele gebeuren, de
reddingsactiviteiten en evacuatie te informeren. De belangrijkste
strategie om het gevoel van hulpeloosheid tegen te gaan, is de
personen betrekken bij besluitvorming en verduidelijking bij
vragen. Voor de betrokkenen bij het ongeval is het van groot
belang een vertrouwenspersoon te hebben die hen begeleidt bij
hun angsten, gevoelens en gedachten. Cruciaal is om tegenover
de betrokkenen open kaart te spelen en feiten en waarheden mee
te delen.
Operate: Dit kan gaan om een ritueel om afscheid te nemen,
invulling geven aan de eerste verjaardag van de verongelukte(n),
contact tussen achtergeblevene(n) en hulpverleners, het bezoeken
van de plaats van het ongeval …
Peer: Peers handelen als bemiddelaar tussen de leiding van de
reddingsoperatie, arts en/of andere berghulpdiensten om de
verwanten informatie uit eerste hand te kunnen geven. De peers
zijn er zich van bewust dat ze het leed van de verwanten niet
kunnen wegnemen maar ze kunnen wel de verwerking van het
hele gebeuren verlichten.
Wat kan je als naaste doen?
Je kan je ouder/partner/vriend(in)/… op verschillende vlakken
ondersteunen om stress te doen afnemen:
Voeding: De sterkte van je weerstand wordt bepaald door je
immuunsysteem. Hierbij speelt gezonde voeding, voldoende
slaap, rustpauzes gedurende de dag … een grote rol. De nodige
aandacht besteden aan voeding is zeker aan te raden.
Fysieke fitheid: Na belastende gebeurtenissen ontbreekt het de
betrokkene vaak aan kracht om zich te motiveren voor lichamelijke
activiteiten. Lichamelijk uitgebalanceerde training houdt een
mens fit en zorgt voor biochemische veranderingen die stress
verminderen (adrenaline en noradrenaline). Uithoudingssporten
zoals lopen, zwemmen, langlaufen, bergwandelen of toertochten
zijn dus aan te bevelen. Hierbij is een juiste dosering uiteraard
belangrijk: overdreven sporten schaadt meer dan dat het goed
doet.
Mentale fitheid: Deze kan gestimuleerd worden door creatief bezig
zijn zoals schilderen, knutselen, naar concerten/ theatervoorstellingen gaan …
Emotionele regulering: In verschillende instellingen kan je
cursussen volgen om ontspanningstechnieken aan te leren. Het is
aan te raden minstens één ontspanningsmethode aan te leren en
deze je eigen te maken. Voorbeelden van ontspanningstechnieken
zijn gedachten stoppen, progressieve spierontspanning, yoga …
Ondersteuning door een sociaal netwerk: Laat de persoon weten
dat je achter hem staat en hem ondersteunt bij de verwerking.
Bergbeklimmen, bergwandelen of skiën zijn erg aan te raden
omdat men naast de sportieve activiteit ook gelijkgezinden kan
ontmoeten in hutten of onderweg. Juist bij concentratieproblemen,
innerlijke onrust, geheugenproblemen, prikkelbaarheid of gebrek
aan levenslust is een uitstap naar de bergen vaak één van de
efficiëntste en goedkoopste stresstherapieën.
16
Advies/voorlichting: Gedurende een crisisfase zouden professionele adviseurs zoals artsen of psychologen gecontacteerd
moeten worden. Zij kunnen bij de zingeving en acceptatie van het
gebeurde ondersteunend werken. ▲
bronnen
• Handboek Algemene Psychologie
• Bergundsteigen 1/14 – Wege aus der Krise
Meer weten?
“Mountain Rescue Chamonix-Mont Blanc”
Anne Sauvy - ISBN 1-898573-52-2
gezond en ethisch sporten
/HOE KLIM JE UIT HET DAL?
Hoe ik het beleefde...
H oe je een ongeval verwerkt, hangt volgens mij nauw samen
met hoe je – samen met je partner - in het leven staat. Persoonlijk
streven wij er naar ‘het leven’ zo maximaal mogelijk in eigen
handen te nemen. “Zaken op zijn beloop laten” proberen we te
vermijden. Bovendien schrikken fysieke inspanningen ons niet af.
De vele jaren actief bergsporten brachten ons meermaals
dichtbij – of zelfs voorbij – onze fysische en psychische grenzen.
Bovendien waren er succesvolle projecten maar ook mislukkingen
en tegenslagen. Verder leerde het jarenlange klimmen dat je
problemen best zo veel mogelijk fragmenteert: je aan de start van
een route kopzorgen maken over een moeilijke pas in de tiende
touwlengte vermindert niet alleen het genieten van het klimmen
maar kan vooral aanleiding geven tot minder aandacht waardoor
de kans op fouten vergroot.
Bovenstaande was een grote hulp in de periode na mijn ongeval.
Ruim een jaar revalidatie: ongeveer anderhalf uur oefeningen per
dag, zeven dagen op zeven … bij stappen, fietsen, staan, zitten:
steeds opnieuw aandacht voor een correcte basislichaamshouding
… de natuur een handje helpen. De uitkomst kon/wilde niemand
voorspellen … Het minste wat ik kon doen, was minutieus uitvoeren
wat professionelen me opdroegen... Ik vond het belangrijk dat
mijn kinesitherapeut zelf intensief aan sport deed. Mijn revalidatie
bekeek hij van uit het standpunt van een sporter.
Toen het duidelijk werd dat mijn klimcarrière was afgelopen,
zochten we naar alternatieven om – rekening houdend met de
beperkingen – toch samen te blijven sporten en ons fysisch en
psychisch kunnen te blijven ontplooien en grenzen op te zoeken.
Samengevat: nie neuten, nie pleujen.
Een getuige...
▲
17
Download