Apotheek Catharina Ziekenhuis SPC Voorraadproducten Magnesiumchloride inj. vlst. 2,5 mmol = 5mL 1. Naam van het geneesmiddel Magnesiumchloride inj. vlst. 2,5 mmol = 5 mL 2. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling Ampul 5 ml met 0,5 mmol (= 100 mg) magnesiumchloride per mL Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1 3. Farmaceutische vorm Injectievloeistof 4. Klinische gegevens 4.1 Therapeutische indicaties Ventriculaire tachyaritmie; hypomagnesiëmie. 4.2 Dosering, wijze van toediening en voor toediening gereed maken Voor intraveneuze toediening Als toevoeging aan totaal parenterale voeding 4.3 Contra-indicaties Hartblock. Dit product mag niet gebruikt worden bij: Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen. 4.4 Speciale waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Parenterale toediening moet langzaam plaatsvinden en op geleide van het klinische beeld (waaronder ademhaling en kniepeesreflex). Een goede diurese is hierbij van belang. Regelmatige controle van de magnesiumserumconcentratie wordt aanbevolen. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen Het effect van suxamethonium en andere neuromusculair blokkerende middelen wordt versterkt. De werking van alcohol en andere centraal dempende stoffen kan worden versterkt. Thiazidediuretica bevorderen de uitscheiding van magnesiumionen. 4.6 Gebruik bij zwangerschap en borstvoeding Bij infusie gedurende meer dan 7 dagen kunnen afwijkingen aan botweefsel ontstaan door stoornissen in de mineraalhuishouding van de foetus. Bij parenteraal gebruik vlak voor de partus kan bij de neonaat een voorbijgaande depressie van het centraal zenuwstelsel optreden, leidend tot hypotensie, ademhalingsstoornissen en intra-uteriene hypoxie. De neonaat moet dan 1-2 dagen worden geobserveerd. Bij infusie gedurende 24 uur of meer voor de partus neemt het risico op depressie van het centraal zenuwstelsel bij de neonaat toe. Het mag gedurende 2 uur voor de partus niet parenteraal worden toegediend. Het gaat over in de moedermelk. Vermoedt u een bijwerking die niet staat vermeld in deze bijsluiter? Meld deze dan via onze website www.catharinaziekenhuis.nl/apotheek Formulier melden bijwerkingen 4.7 Beïnvloeding van rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen n.v.t. 4.8 Bijwerkingen Na parenterale toediening kunnen verschijnselen van hypermagnesiëmie optreden, vooral bij gebruik van hoge doseringen of te snelle intraveneuze toediening 4.9 Overdosering De symptomen van een magnesiumintoxicatie zijn misselijkheid, opvliegers, zweten, duizeligheid, hoofdpijn, spraakstoornis, dubbelzien, verwardheid, lethargie, slaperigheid, verlies van peesreflexen, hypocalciëmie, hypotensie, bradycardie, ECG-afwijkingen, wijde, lichtstijve pupillen, spierzwakte, ademhalingsdepressie en uiteindelijk volledig hartblock en hartstilstand. Als antidotum kan calciumgluconaat intraveneus (langzaam) worden toegediend. 5. Farmacologische eigenschappen 5.1 Farmacodynamische eigenschappen Magnesium is een cofactor bij meer dan 300 enzymsystemen in het lichaam en is betrokken bij zowel aerobe als anaerobe energieprocessen en bij de glycolyse (direct als enzymactivator of als onderdeel van het Mg-ATP-complex). Het speelt een rol bij de overdracht van zenuwprikkels en bij de spiercontractie. Bij een tekort aan magnesium treedt onder andere een verlaging van de prikkeldrempel van de motorische vezels op en een verhoging van de gevoeligheid van de spieren voor acetylcholine. Verder is magnesium betrokken bij de eiwitsynthese en bij het handhaven van macromoleculaire structuren, zoals de DNA-helix. 5.2 Farmacokinetische eigenschappen Eliminatie: via de nieren 6. Farmaceutische gegevens 6.1 Lijst van hulpstoffen Gedestilleerd water 6.2 Gevallen van onverenigbaarheden n.v.t. 6.3 Houdbaarheid 60 maanden houdbaar bij kamertemperatuur. Ampul na aanbreken direct gebruiken. Na verdunnen in infuusvloeistof 24 uur houdbaar bij kamertemperatuur. 6.4 Speciale voorzorgen bij opslag n.v.t. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Glazen 5 ml ampullen per 12 stuks verpakt in een vouwdoos. 6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies n.v.t. Vermoedt u een bijwerking die niet staat vermeld in deze bijsluiter? Meld deze dan via onze website www.catharinaziekenhuis.nl/apotheek Formulier melden bijwerkingen 7. Fabrikant Apotheek Catharina Ziekenhuis Michelangelolaan 2 5623 EJ Eindhoven 8. Datum van herziening van de tekst 20 - 01- 2017 Vermoedt u een bijwerking die niet staat vermeld in deze bijsluiter? Meld deze dan via onze website www.catharinaziekenhuis.nl/apotheek Formulier melden bijwerkingen SPC Verantwoordingsformulier 1. Naam van het geneesmiddel Bron: Productdossier 2. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling Productdossier 3. Farmaceutische vorm Productdossier 4.1 Therapeutische indicaties Productdossier 4.2 Dosering, wijze van toediening en voor toediening gereed make Productdossier 4.3 Contra-indicaties. IM 13-01-2017 4.4 Speciale waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik IM 13-01-2017 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen FK 20-01-2017 4.6 Gebruik bij zwangerschap en borstvoeding IM 13-01-2017 4.7 Beïnvloeding van rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen 4.8 Bijwerkingen IM 13-01-2017 4.9 Overdosering IM 13-01-2017 5.1 Farmacodynamische eigenschappen IM 13-01-2017 5.2 Farmacokinetische eigenschappen IM 13-01-2017 6.1 Lijst van hulpstoffen Productdossier 6.2 Gevallen van onverenigbaarheden 6.4 Speciale voorzorgen bij opslag Handboek parenteralia CZE* Productdossier Handboek parenteralia CZE* Productdossier 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Productdossier 6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies Handboek parenteralia CZE* 6.3 Houdbaarheid IM 13-01-2017 * Neem voor een uitdraai van het handboek parenteralia contact op via [email protected] Beoordeling PVA Farmaceutische patiëntenzorg intern Datum: 26-02-2017 Paraaf: MKS Vermoedt u een bijwerking die niet staat vermeld in deze bijsluiter? Meld deze dan via onze website www.catharinaziekenhuis.nl/apotheek Formulier melden bijwerkingen