lap-top - Geschiedenis van de Filosofie

advertisement
3] Epicurus & Seneca
≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈
Epicurus (341-270 v. Chr.)
Doel/nut van de filosofie volgens Epicurus is inzicht en wijsheid die leidt tot duurzaam geluk
Hedonisme
=
filosofie die genot / geluk nastreeft, en pijn / leed probeert te vermijden
Grieks: hèdonè = genot
Eudemonisme =
filosofie die duurzaam, 'hoger' geluk nastreeft (de ethiek van Aristoteles)
Grieks: eudaimonia komt van 'eu' (= goed) en 'daimon' (= ziel)
Epicurus stelt: irrationele ideeën, bijgeloof en angst voor de dood maken de mens ongelukkig,
maar als de mens zijn verstand gebruikt, en bijgeloof inruilt voor kennis, zal die angst verdwijnen
Er is geen hades (= de Griekse hel), en er is geen leven na de dood,
dus je wordt ook niet gestraft voor je zonden, en er is ook geen lijden na de dood
In plaats van te geloven in goden en andere bovennatuurlijke zaken (zoals Plato's Vormen),
vindt Epicurus dat de mens alleen moet vertrouwen op zijn verstand en wat hij kan waarnemen
Dus niet het (bij)geloof, maar (wetenschappelijke) kennis leidt tot inzicht en geluk
Maar mensen proberen angst voor de dood juist te vergeten/verbloemen door afleiding:
bijvoorbeeld door zich te richten op vertier (vermaak), rijkdom en macht
Maar dit leidt tot stress, en maakt de angst voor verlies ervan alleen maar erger:
we streven zo naar steeds meer, en willen daar ook aan vast blijven houden,
we raken als het ware bedwelmd en verslaafd aan onze behoeften
"Het gelukkige leven wordt niet tot stand gebracht door drinkgelagen (...),
noch door het genieten van jongens en vrouwen (...), maar door nuchter denken!"
Daarom pleit Epicurus niet voor zoveel mogelijk vertier, genot en bevrediging van behoeften,
maar zo min mogelijk afhankelijkheid van externe dingen die je nodig hebt om gelukkig te worden
Geluk is vooral geestelijk genot (kennis vergaren, gesprekken voeren, je bezig houden met kunst)
Dus ook niet een carrière waarin gestreefd wordt naar eer, macht en rijkdom,
maar een gemoedelijk leven waarin bezinning en vriendschap centraal staat
(Epicurus is Latijns voor Epikouros = Grieks voor 'kameraad' / 'hij die hulp brengt')
"Leef in het verborgene" is zijn motto; d.w.z. wees niet eerzuchtig, ambitieus, pretentieus en ijdel,
maar streef naar wijsheid, en leer genoegen te nemen met weinig materiële welvaart
Het geluk dat men zo kan bereiken noemt hij ataraxia (= vrij zijn van stress / zorgen)
Maar de mens moet natuurlijk wel bepaalde behoeften bevredigen,
anders gaat hij dood, of wordt hij ongelukkig.
Epicurus maakt onderscheid tussen drie soorten behoeften:
1
1] Natuurlijke en noodzakelijke behoeften: eten, drinken, slapen, kleding, onderdak;
deze zijn gemakkelijk te bevredigen, leveren veel genot op, en leiden niet snel tot onverzadigbaarheid
Deze behoeften kunnen en hoeven niet vermeden te worden, en moeten dus bevredigd worden.
2] Natuurlijke maar niet-noodzakelijke behoeften: lekker eten, gezelschap,
zijn ook gemakkelijk te bevredigen, leveren veel genot op, maar leiden sneller tot afhankelijkheid;
ze hoeven niet perse vermeden te worden, maar men moet er spaarzaam en verstandig mee omgaan
3] Niet-natuurlijke en niet-noodzakelijke (ijdele en lege) behoeften: macht, roem, rijkdom.
Deze behoeften zijn niet te bevredigen, want men wil altijd meer (het is nooit genoeg).
Ze zijn aangepraat, komen voort uit verkeerde ideeën over geluk, en moeten uitgebannen worden.
Vriendschap neemt een speciale plaats voor Epicurus in (ergens tussen 1 en 2 in);
hoewel de mens niet dood zal gaan zonder vrienden, zal hij wel ongelukkig worden
Het motto van de epicurist Horatius (65-8 v.Chr.) luidde "carpe diem" (= pluk de dag)
stoïcisme
De filosofie van Epicurus en de filosofie van de stoïcijnen (zoals Seneca) lijken wel wat op elkaar.
Beide waarschuwen ze tegen een leven van macht, rijkdom en korte-termijn genot:
"Arm is niet hij, die niet veel bezit, maar hij die veel niet bezit." (Seneca)
Maar terwijl de epicureërs wel duurzaam geluk nastreefden, gaan de stoïcijnen een stapje verder:
zij vinden dat je zó verstandig met passies en emoties om moet gaan, dat ze uitdoven.
De stoa (filosofie van de stoïcijnen) ontstaat rond 250 v.Chr. in Griekenland (Zeno van Citium & Chrysippus)
maar wordt pas echt populair door Romeinse filosofen: Seneca, Epictetus en keizer Marcus Aurelius.
In 529 wordt de filosofie in strijd geacht met de christelijke leer en verboden.
Seneca (4 v.Chr.- 65 na Chr.) was een stoïcijns filosoof die woonde in Rome.
In 41 na Chr. werd Seneca door keizer Claudius verbannen naar Corsica,
maar 8 jaar later mocht hij weer terug komen om leraar te worden van z'n 12-jarige stiefzoontje Nero
Nero was verwend, wilde altijd zijn zin, kon niet tegen zijn verlies, en had een zeer opvliegend karakter
Seneca probeerde ontslag aan te vragen, maar Nero wilde hem perse als leraar.
Toen Nero 17 was stierf zijn oom Claudius en werd hij keizer van het Romeinse Rijk; en Seneca zijn adviseur.
Nero bleek een wrede keizer; er wordt gezegd dat hij zijn moeder en stiefbroer heeft laten vermoorden.
Toen er in 65 na Chr. een complot tegen hem werd verijdeld, verdacht hij Seneca van betrokkenheid
Nero gebood Seneca zichzelf om te brengen, wat Seneca onderging met een 'een stoïcijns gelaat.'
2
In onze westerse, christelijke cultuur geloven we dat negatieve emoties als woede een dierlijk instinct zijn,
iets diep in ons dat we niet kunnen veranderen, maar wel moeten onderdrukken en beheersen.
Ook vinden we dat je niet te veel moet nadenken over negatieve dingen zoals ziekte, verlies en rampspoed,
maar dat je optimistisch moet zijn, en altijd uit moet gaan van het positieve (hoop en geloof in de toekomst).
Seneca is het niet eens met deze levenshouding: dat is je kop in het zand steken en wachten op ongeluk.
Volgens Seneca komt woede niet voort uit irrationele, dierlijke instincten, maar uit stress en frustratie.
En stress en frustratie hebben te maken met onze overtuigingen en verwachtingen ten aanzien van dingen.
Als we boos zijn, of teleurgesteld, hebben we het verkeerde idee of de verkeerde verwachting van iets gehad;
we waren dan te optimistisch: dachten dat het zo zou gaan als we hoopten, en ons voorgesteld hadden.
Seneca, als adviseur van de keizer en lid van de senaat, was een rijk man, met rijke vrienden.
Maar hij geloofde niet dat macht en rijkdom gelukkig maken: in tegendeel, het verpest het karakter van mensen.
Machtige en rijke mensen zijn verwend, oftewel: ze zijn gewend aan dat de dingen zo gaan als ze willen.
Als het dan anders gaat zorgt dat voor frustratie en woede, waar anderen dan het slachtoffer van worden.
Seneca vertelt van de rijke Publius Vedius Pollio dat hij woedend werd als er iets niet ging zoals hij het wilde.
Toen een slaaf een schaal met eten liet vallen, werd deze voor straf levend gevoerd aan zijn vleesetende vissen.
Arm of rijk, het leven kent altijd nare verassingen en tegenslagen waar je mee om moet gaan.
Je kunt de wereld niet veranderen, maar je kunt je ideeën over de wereld wel veranderen.
Het heeft geen zin om boos te worden op verkeerslichten, vertraagde treinen, dagelijkse files, regenbuien,
boterhammen met pindakaas die met de besmeerde kant naar beneden op de grond vallen, etc.
Je kan je beter aanpassen aan de dingen die je niet kan veranderen, dan er tegen te vechten.
"Maak je geen zorgen, alles komt goed" is dus een slechte raad, want als er dán wat verkeerd gaat...
Om gelukkig te worden kun je dus beter je ideeën en verwachtingen ten aanzien van de dingen bijstellen.
kern van het stoïcisme: de mens heeft geen vrije wil...
De natuurlijke (en sociale) werkelijkheid is onderworpen aan een noodzakelijke wetmatigheid (logos).
Je kunt deze logos (natuurwet) proberen te ontkennen, maar dan zul je er altijd mee in gevecht zijn;
of je kunt hem onderkennen, en je leven ermee in overeenstemming brengen (= wijsheid, = geluk, = apatheia)
Voor het laatste heb je 2 dingen nodig: de wil (als discipline, niet als verlangen), en verstand (de rede / ratio).
Met onze wil kunnen we ons verstand gebruiken; gebrek aan wil (aan discipline) leidt tot onverstandige keuzes.
Ellende wordt veroorzaakt door onbeheerste emoties, die voortkomen uit verkeerd / onverstandig oordelen.
Impulsen en verlangens zijn gebaseerd op instemming met ons gedrag, dus afhankelijk van de wil en de rede.
Emoties zijn niet slecht (want natuurlijk), maar emoties zonder begeleiding van het verstand zijn schadelijk.
Begeerte, angst, genot en pijn zijn vijanden van het verstand; wilskracht, voorzichtigheid, en geluk zijn deugd.
Geluk is het afstemmen van je denken en handelen op de kosmische harmonie (kosmos = Grieks voor orde)
De weg daar naar toe is het cultiveren van rationeel inzicht, en je niet laten leiden door gevoel / emoties.
Genot vormt dus per definitie een gevaar voor wijsheid en geluk (apatheia).
3
4
Download