Meer informatie

advertisement
Niet bijgewerkt met de documentgegevens van 18/11/2016.
Beatus August Wilhelm Claereboets. 17/11/2016
18-06-1913
geboren te Maastricht, zie geboorteakte
zoon van Aloisius Andreas Claereboets (geb Bremen 21-06-1869, huw Bremen
09-09-1903, ovl Maastricht 12-03-1937) en Gesine Gretchen Brandt (geb Bremen
13-01-1879, ovl Maastricht 15-04-1958).
28-05-1938
vertrek met s.s. Jan Pietersz Coen uit Amsterdam, zie passagierslijst en
groepsfoto.
12-06-1938
aankomst te Tandjoeng Priok, haven van Batavia.
naar 1e Depot Bataljon te Bandoeng.
Malang zie adres interneringskaart
15-08-1942
geïnterneerd in Java IV (Soerabaija), zie Japanse interneringskaart.
15-01-1943
Vertrek vanuit Batavia met Harugiku Maru 2 naar Singapore, zie Harugiku Maru 2
De Harugiku Maru 2 (ook aangeduid als Van Waerwijck, een oud-KPM-schip,
3.040 ton) vertrok op 15-1-1943 met 3188 krijgsgevangenen (allen Nederlanders)
uit Batavia naar Singapore; de krijgsgevangenen waren merendeels afkomstig uit
het kamp Kampong Makassar. Tijdens de overtocht van de Java-zee was geen
schip te zien, ook geen begeleidend schip. Dit transport is bekend als Java Party
9, het 9e krijgsgevangenen-transport dat van Java vertrok.
Op 18-1-1943 kwam het schip aan in Singapore; op 19-1-1943 werden de
krijgsgevangenen met vrachtauto’s overgebracht naar het Changi-kamp.
Deze krijgsgevangenen werden binnen twee weken overgebracht naar Thailand
om te werken aan de Birmaspoorweg, in treintransporten op 28-1-1943, 29-11943, 30-1-1943, 2-2-1943, 3-2-1943 en 4-2-1943.
18-01-1943
Aankomst in Singapore op Malakka, zie namenlijst Java Party 9
19-01-1943
Met vrachtauto’s naar Changi-kamp.
30-01-1943
Met treintransport nummer 44 naar Ban Pong aan de Birma-Siam Spoorweg in
Thailand, foto wagon Singapore-Ban Pong, kaart Birma-Siam Spoorweg met
werkkampen.
Rijstwagon gebruikt in WO II. Met ca 29 krijgsgevangenen in een metalen wagon,
overdag snikheet, ’s nachts kouden en weinig ventilatie.
Branch 6 (=groep 6), waartoe Beatus behoorde (zie interneringskaart), was
werkzaam aan de Birma-Siam spoorweg in Thailand, in de werkkampen
Kinsayok, Rintin, Kuie, Hindato, Brangkassi en Bangon, zie detailkaart.
Werkzaamheden: o.a. ontbossen, onderkomen bouwen, spoordijk aanleggen,
bomen kappen voor bielsen en verslepen, bielsen en rails plaatsen.
Nadat een deel van de spoorweg klaar was, begonnen de werkzaamheden
opnieuw bij de aanleg van een volgend deel. Meer informatie zie folder
Oorlogsgravenstichting.
17-10-1943
Birma-Siam Spoorweg gereed: het Birmese deel en Thaise deel werden met
elkaar verbonden bij Konkoita km 152.
per trein van Thailand naar Singapore.
04-06-1944
transport met Teia Maru 2 naar Japan, zie info Teia Maru 2 en naamlijst
Thailand-Japan.
De Teia Maru 2 (17.537 ton, 17 knopen, voorheen het Franse luxepassagiersschip Aramis, buitgemaakt in Saigon) vertrok op 4-6-1944 met
ongeveer 1000 krijgsgevangenen (Engelsen, Australiërs en Nederlanders) uit
Singapore naar Japan; velen van hen kwamen juist terug uit Thailand (Birmaspoorweg). De mannen zaten opgepropt in de vrachtruimen. Het schip voer in
convooi met een grote olietanker en twee torpedojagers.
Het eten bestond uit een ontbijt met droge koekjes en twee maaltijden met rijst en
vissoep. De latrines verkeerden in een onbeschrijfelijk staat van vervuiling. Er
brak rodehond uit. Alle krijgsgevangenen werden 15 à 20 minuten per dag
gelucht op het dek. Op 10-6-1944 werd een overleden krijgsgevangene met
militaire eer begraven. Dit sterfgeval had enige verbetering tot gevolg: de luiken
gingen open, iets beter eten, een Japanse dokter besteedde enige zorg aan
ernstig zieke mannen (hij had ook enige medicijnen). Voor zover bekend voer het
schip non-stop van Singapore naar Moji in Japan.
18-06-1944
Op 18-6-1944 (volgens Hamel 15-6-1944, volgens Michno 19-6-1944) kwam het
schip aan in Moji. Bij aankomst was juist een geallieerd bombardement gaande
(Winkler). De krijgsgevangenen werden naar een nabijgelegen quarantaineeilandje gebracht en daar ontsmet, in groepen van 25 mannen naakt in een zaal,
terwijl de kleren werden gestoomd. Na het ontsmetten werden de krijgsgevangenen per boot overgebracht naar een plaats in de haven niet ver van het
station. Per trein werden de krijgsgevangenen overgebracht naar diverse Fukuoka-kampen.
19-06-1944
per trein overgebracht naar Fukuoka 17B, zie info Fukuoka 17B
Werkzaamheden
werken in kolenmijn (Mitsui Mining Co, Miike Coal Mine), in 3 ploegen dag en
nacht.
slechte omstandigheden (gevaarlijk, diverse ongelukken)
laden van schepen
werken in zinksmelterij en in hoogovens (Engelsen)
Omstandigheden
voeding redelijk, dankzij vele zendingen van Rode Kruis-pakketten; goede
keuken, volgens Van Waterford RK-pakketten nooit uitgedeeld
wonen ruime barakken, matten op de vloer, dekens, planken voor berging van
spullen; eetzaal
sanitair lange wasbakken met stromend water
moraal laag
aantal sterfgevallen 138
??-09-1945
bevrijd door de Amerikanen; via Manilla naar Nederlands-Indië.
1946
Banjarmasin op Borneo werkzaam bij MP
01-10-1947
Huwelijk te Banjermasin op Borneo met Ingrid Parijs (geb Semarang 12-06-1930)
dochter van Israel Johannes Cornelis Parijs (geb Salatiga 05-10-1911, ovl
Ungaran bij Semarang 31-03-1962) en Miranda Ambrosia Brugghe (geb Salatiga
05-10-1911, ovl Dokkum 17-12-1993).
31-10-1948
Geboorte 1e kind te Salatiga: dochter Greet.
09-01-1951
Batavia
okt 1951
Gezin Claereboets-Parijs met Grote Beer van Batavia naar Amsterdam.
24-08-1953
constructie-bankwerker bij Braat te Valkenburg
1953-1969
mijnwerker bij Staatsmijn Wilhelmina.
01-09-1969
met pensioen
22-02-1974
overleden te Heerlen..
Download