beaulieu NL_beaulieu 15/11/12 18:18 Page1 Geschiedenis Bezoek Een cisterciënzerabdij Informatie Geschiedenis Bezoek Een cisterciënzerabdij Informatie Geschiedenis ▲ ▲ ▲ Bezoek Een cisterciënzerabdij Informatie Nederlands Woordenlijst De cisterciënzerorde Albigenzer Kruistocht: godsdienstoorlog tegen de Katharen in het zuiden van Frankrijk aan het begin van de XIIIde eeuw. Godsdienstoorlogen: burgeroorlogen tussen protestanten en katholieken die Frankrijk in de tweede helft van de XVIde eeuw verwoesten. Cisterciënzerorde: benedictijner kloosterorde die viel onder de abdij van Cîteaux. Cluniacenzer: in de abdij van Cluny, hoofd van een benedictijner kloosterorde die vanaf de Xde eeuw in heel Europa veel macht had. Hagioscoop: opening in een muur in de richting van het altaar, het heilige deel van de kerk. In commendam: rechtstreekse benoeming van een abt door de koning zonder het principe van verkiezing volgens de Regel te respecteren. Plunderaar: middeleeuwse (ex-)huurling die onder leiding van een bendeleider plunderde. Prosper Mérimée (1803-1870): een van de eerste inspecteurs van historische monumenten. Tromp: onderdeel van een gewelf dat de overgang vormt van vierkante naar ronde vormen. De orde die in 1098 door Robert de Molesmes werd gesticht, streefde herstel na van de strikte naleving van de door Sint Benoit de Nursie in de VIde eeuw geschreven regel. De stichter vond dat de spiritualiteit veranderde door de luxe die de Cluniacenzers* tentoonspreiden in dienst van God. De ontwikkeling van de orde heeft veel te danken aan het charisma van Sint Bernard (1090-1153), een monnik uit Clairvaux die het ascetisme en een rigoureuze en sobere liturgie ontdaan van weelderige versiering voorstond, een principe dat ook in de architectuur terugkomt. Een onwrikbare organisatie Elke bij de orde aangesloten abdij was zelfvoorzienend en leefde voornamelijk van de landbouw en gemeenschappelijk werk. Het financiële patrimonium van de abdij werd gevormd door donaties en legaten. De monniken verdeelden hun tijd tussen bidden en spiritueel werk. Het huishoudelijke werk, het werk op het land en in het klooster werd gedaan door de lekenbroeders. Buiten de abdij droegen de gespecialiseerde schuren (atelier, kwekerij, etc.) bij aan de exploitatie van het domein. De cisterciënzer cultuur heeft veel bijgedragen aan de ontginning van nieuwe landbouwgrond in de XIIde en XIIIde eeuw. De kloostergebouwen zijn georganiseerd volgens een onwrikbaar schema: de abdij van Beaulieu, 45ste vestiging van de orde van Cîteaux is hiervan een mooi voorbeeld. *Uitleg op de achterzijde van dit document. Praktische informatie Duur van het bezoek: 1 uur. Speciale voorzieningen voor mindervaliden aanwezig. Centre des monuments nationaux Abbaye de Beaulieu 82330 Ginals tél. 05 63 24 50 10 / 05 63 24 50 13 www.monuments-nationaux.fr abdij van Beaulieu Sobere architectuur en eigentijdse werken Van cisterciënzerabdij… crédits photos © Ministère de la Culture – Médiathèque du patrimoine, dist. RMN / Médéric Mieusement. illustration Tout pour plaire. conception graphique Plein Sens, Anders. réalisation beau fixe. traduction Caractères et cætera. impression Stipa, janvier 2013. Voorbeeld van een cisterciënzerabdij De kerk aan het eind van de XIXde eeuw De abdij die in 1144 door Adhémar III, bisschop van Rodez werd gesticht, behoort tot de cisterciënzerorde*. Tijdens de Albigenzer Kruistocht* wordt de eerste kerk waarschijnlijk door plunderaars* verwoest. De kerk wordt vanaf 1275 weer opgebouwd. De abdij wordt tijdens de Godsdienstoorlogen* verwoest en vervolgens gedeeltelijk weer opgebouwd. De instelling van de in commendam* in de XVIIde eeuw leidt tot langzame leegloop van de abdij. In 1791 wordt de abdij als nationaal bezit verkocht en gebruikt voor landbouwdoeleinden. De kerk die aan de stad Saint-AntoninNoble-Val gelegeerd is, moet steen voor steen worden overgebracht. Prosper Mérimée* vestigt de aandacht op de absurditeit van dit project dat uiteindelijk niet doorgaat. In 1875 wordt het abdijgebouw als historische monument geklasseerd. ...tot eigentijdse kunst In 1959 beginnen Pierre Brache en Geneviève met hulp van de staat aan de restauratie. Hun collectie werken van 1940 tot heden wordt in 1973 samen met de abdij gelegeerd aan ‘Caisse nationale des monuments historiques et des sites’, het huidige Centre des monuments nationaux (Franse centrum voor nationale monumenten). *Uitleg op de achterzijde van dit document. beaulieu NL_beaulieu 15/11/12 18:18 Page4 Geschiedenis Bezoek Een cisterciënzerabdij Informatie ▲ De abdijkerk De kerk is 56 meter lang en 10 meter breed. 1 De gevel is gedecoreerd met een zevenpuntig rozetvenster en een portaal met gebeeldhouwde figuren waarvan de stijl aangeeft dat de bouw aan het begin van de XIVde eeuw werd afgerond. 2 Het schip is uitgevoerd in de zeer pure Gotische stijl uit de tweede helft van de XIIIde eeuw en valt op door zijn verticaal elan en de grote smalle, 8 meter hoge ramen. De soberheid is kenmerkend voor de cisterciënzerarchitectuur. Zo werd de voorkeur gegeven aan licht glaswerk dat doet denken aan de oude glas-in-lood ramen die waarschijnlijk van oorsprong geen kleurige motieven hadden. 3 De kruisboog van het transept heeft een prachtig spitsgewelf met vier schitterende kwarten op trompen* die door vier rozetvensters verlicht worden. 4 In het koor laten zeven openingen in de vorm van lancetbogen het licht binnen. Aan de uiteinden van het schip en de twee vleugels van het transept bevinden zich nog drie rozetvensters. De kerk had dus zeven rozetvensters, een belangrijk cijfer in de christelijke symboliek. In de sluitsteen van het koor is het paaslam gebeeldhouwd. 5 In de zuidelijke kapel leidt een hoger gelegen deur naar de slaapzaal: hierlangs begaf men zich naar de nachtdiensten. Zieke monniken konden via een hagioscoop* de diensten op afstand volgen. 6 Op weg naar het dodenportaal aan de noordkant beeldt de sluitsteen van de kruisbogen de hand van God uit. Jaren na de klassering als monument in 1875, deed de kerk dienst als stal en vervolgens als hooischuur. 6 3 5 2 1 Naar 12 7 8 9 10 11 Naar 13 De gebouwen van de lekenbroeders 7 8 9 10 Het gebouw van de lekenbroeders N 4 Het gebouw was gereserveerd voor de monniken en bestond uit ruimtes die voor hun dagelijkse en spirituele leven nodig waren. De slaapzaal op de eerste verdieping heeft een in de XVIIde eeuw verhoogd dak waarin zich het rozetvenster van het zuidelijke dwarsschip van de kerk in de vorm van een davidster bevindt. De sacristie op de begane grond heeft nog gebeeldhouwde resten van het verdwenen klooster. De kapittelzaal, de oudste zaal van de abdij, dateert uit de XIIIde eeuw en heeft een archaïsch karakter met forse pilaren zonder kroonwerk en met oude polychromie en geometrische motieven versierde massieve, vierkante bogen. De plaats van het klooster uit de XIVde eeuw is op de grond met een bestrate band aangegeven. Het zuidelijke gebouw bestond uit de keuken, de refter van de monniken, het calefactorium (verwarmde ruimte) en het scriptorium. Het werd in de XVIIde eeuw verhoogd en verbouwd tot verblijf van de abt en een eeuw later aan de zijkanten voorzien van torentjes. Nu bevinden zich hier een woonverblijf en de administratie. Het gebouw van de lekenbroeders was in de middeleeuwen via een passage verbonden met het schip van de abdijkerk dat voor hen bestemd was, zodat zij gescheiden van de monniken de diensten konden bijwonen. Deze passage in de westelijke vleugel van het klooster werd lekenbroederstraatje genoemd. 11 De gotische wijnkamer uit de tweede helft van de XIIIde eeuw is in tact gebleven. In de XIXde eeuw werd hier wijn opgeslagen. Alleen de vloer is hier aangepast. Sporen in het beton geven aan waar de vaten stonden. De ruimte heeft tien kruisbogen die in het midden op vier ronde pilaren rusten waarvan het kroonwerk gedecoreerd is met zeer gestileerde, platte bladeren die kenmerkend zijn voor de sobere ornamenten van de cisterciënzers*. De spitsbogen hebben een vierkant profiel, de sluitstenen hebben gebeeldhouwde geometrische motieven. 12 De oude slaapzaal op de eerste verdieping herinnert eraan dat leefomstandigheden van de broeders in de gemeenschap vergelijkbaar waren met die van monniken. Een eigentijdse kunstcollectie Pierre Brache en Geneviève Bonnefoi die oog hadden voor eigentijdse kunst, hebben een rijke, gevarieerde collectie aangelegd die werken van Dubuffet, Hantaï, Michaux, Degottex, Viera Da Silva bevat... Deze collectie werd in 1981 aangevuld met een nieuwe donatie. 13 In de grote visvijver werden forellen gekweekt. Er zwemmen nu weer forellen en karpers. (niet op de plattegrond) *Uitleg op de achterzijde van dit document.