Definities Trauma en PTSS Van het begrip trauma bestaan meerdere definities. Wikipedia spreekt van een verwonding als het over een lichamelijk trauma gaat. Bij emotionele verwondingen spreekt men van een psychotrauma: het psychische letsel dat wordt opgelopen na een verschrikkelijke gebeurtenis. Een psychisch trauma komt op wanneer de normale verwerking niet meer helpt en het lijkt of er niets meer aan te doen is. Een traumatische reactie kan o.a. bestaan uit: zich hyperactief voelen; ongewild opnieuw beleven van de traumatische ervaring; zich afscheiden van de eigen gevoelens en lichamelijke sensaties; verdringen van wat er gebeurd is; zich angstig voelen en uit vervlakking van gevoelens en emoties. Het DSM-IV (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders - het Amerikaanse handboek voor diagnose en statistiek van psychische aandoeningen dat ook in Nederland gangbaar is) geeft onder A hieronder de definitie van een traumatische ervaring. A. De persoon is blootgesteld aan een traumatische ervaring waarin beide volgende gevallen zich hebben voorgedaan: De persoon is met een gebeurtenis geconfronteerd die doodsbedreigend is, waarin een ernstig letsel zou kunnen optreden of die de lichamelijke integriteit van de persoon of anderen in gevaar brengt. De reactie van de persoon is intense angst, hulpeloosheid of afschuw. N.B.: Bij kinderen kan dit zich uiten door wanordelijk of geagiteerd gedrag. Daaruit blijkt dat als twee personen dezelfde doodservaring meemaakten, dat voor beiden niet automatisch betekent dat ze een traumatische ervaring hebben beleefd. Als een van hen zich niet intens angstig heeft gevoeld of hulpeloos of een gevoel van afschuw heeft beleefd, dan is het voor die persoon per definitie geen traumatische ervaring geweest. PTSS PTSS (Post Traumatische Stress Stoornis) wordt gezien als een angststoornis die zich ontwikkelt uit een of meerdere niet verwerkte traumata: uit ernstige stressgevende situaties, waarbij sprake is van levensbedreiging, ernstig lichamelijk letsel of een bedreiging van de fysieke integriteit. Voorbeelden zijn: - oorlog, burgeroorlog en andere gewapende conflicten gewelddadige aanvallen verkrachting en sexueel misbruik emotioneel of lichamelijk misbruik in de vroege jeugd Zo’n trauma wordt herbeleefd (door bewuste en onbewuste prikkels) en leidt tot een toenemende gevoeligheid voor stress. Uiteindelijk zijn de sensaties en gevoelens zo ondraaglijk dat iemand actief probeert ze te vermijden. Dan gaat men zichzelf mentaal van die gevoelens afscheiden, men gaat zich dissociëren. Het lichaam spant zich aan en zet zich schrap tegen deze gevoelens. De angst bestaat, dat als het niet lukt om deze gevoelens en lichamelijke sensaties te ontwijken, men er volledig door wordt 1 overweldigd. Alle vertrouwen dat men met die gevoelens en sensaties om kan gaan, is verdwenen. In dit stadium gaat iemand veelal over op medicijnen, drugs en alcohol om toch maar vooral die gevoelens en lichamelijke sensaties weg te laten blijven. Dit vermijdingsgedrag en de gevoelde hulpeloosheid knagen aan twee belangrijke poten van ons mens-zijn: onze vrije wil en onze zelfbeschikking. Het is verschrikkelijk om te beseffen dat we emotioneel afhankelijk zijn geworden en daardoor ons gevoel en daarmee ook onszelf, niet meer in de hand hebben. PTSS is een angststoornis en moet niet worden verward met het normale verwerkingsproces na een traumatische gebeurtenis. Voor de meeste mensen verdwijnen de emotionele gevolgen van een trauma na enkele maanden. Als deze echter langer duren, kan er sprake zijn van een psychische aandoening. Als de stoornis niet wordt behandeld, kan deze zeer ernstige vormen aannemen. PTSS Criteria (Bron: Wikipedia) Alleen artsen, psychiaters en psychologen zijn bevoegd om de diagnose PTSS vast te stellen. Iemand voldoet aan de criteria voor een posttraumatische stressstoornis als wordt voldaan aan de criteria A hierboven en B-F hieronder: B. De persoon herbeleeft het trauma voortdurend op minstens één van de volgende manieren: Herhaalde en ingrijpende onaangename herinneringen aan de gebeurtenis, waaronder beelden, gedachten of waarnemingen. N.B.: Jonge kinderen kunnen herhaaldelijk spelletjes doen waarin aspecten van het trauma worden nagespeeld. Herhaalde verontrustende dromen over de gebeurtenis. N.B.: Kinderen kunnen angstdromen hebben zonder herkenbare inhoud. Gedrag of gevoelens alsof de traumatische gebeurtenis zich herhaalt (inclusief het gevoel de gebeurtenis opnieuw te beleven, illusies, hallucinaties, en dissociatieve flashbacks, met inbegrip van flashbacks die optreden als de persoon wakker of geïntoxiceerd is). N.B.: Bij jonge kinderen kan het heropvoeren van het trauma optreden. Intense psychologische spanning bij blootstelling aan interne of externe prikkels die het trauma symboliseren of erop lijken. Fysiologische reacties op blootstelling aan interne of externe prikkels die het trauma symboliseren of erop lijken. C. Aanhoudend vermijding van prikkels die aan het trauma doen denken of afstomping van het reactief vermogen (niet aanwezig voor het trauma), wat blijkt uit drie of meer van de volgende criteria: Pogingen tot het vermijden van gedachten, gevoelens of gesprekken die aan het trauma doen denken. 2 Pogingen tot het vermijden van activiteiten, plaatsen of mensen die herinneringen aan het trauma oproepen. Onvermogen om zich belangrijke aspecten van het trauma te herinneren. Duidelijk verminderde interesse of deelname aan belangrijke activiteiten. Gevoel van onthechting of vervreemding van anderen. Beperkt bereik van affectie (bv. niet in staat zijn gevoelens van liefde te hebben). Gevoel een beperkte toekomst te hebben (bv. geen verwachting van carrière, huwelijk, kinderen of een normale levensduur). D. Aanhoudende symptomen van verhoogde prikkelbaarheid (niet aanwezig voor het trauma), wat blijkt uit twee of meer van de volgende criteria: Moeite met inslapen of doorslapen. Irritatie of woede-uitbarstingen. Concentratieproblemen. Extreme waakzaamheid. Ernstige schrikreacties. E. De duur van de stoornis (symptomen in criterium B, C en D) is meer dan een maand. F. De stoornis veroorzaakt ernstig lijden of beperkingen in het sociaal of beroepsmatig functioneren of op andere terreinen 3