Palliatieve zorg Duizend bloemen bloeien, tijd voor een tuinman?! Dorine Wesel Hans Westerveld Inleiding Hoe hebben we het aangepakt? De kwaliteit van ons leven, inclusief ons levensein- Nadat we ons enigszins hadden ingelezen in de de, is actueel en staat in de maatschappelijke en vloed aan rapporten, die door de vele spelers in politieke aandacht. Manifesten om waardig oud te het palliatieve veld geschreven zijn hebben we een worden en/of waardig te sterven dringen zich op vijfentwintigtal gesprekken gevoerd met mensen aan burgers, maar laten ons bureau ook niet onbe- die samen de grote verscheidenheid van het veld roerd. Wij geloven dat de groeiende noodzaak voor representeren. We spraken met vertegenwoordi- palliatieve zorg andere aandacht vraagt en ook de gers van zorgverzekeraars, huisartsen, medisch bestaande (curatieve) zorg tot nadenken kan stem- specialisten, koepelorganisaties, universitaire men over haar inrichting en sturing. Hoewel de onderzoekers, vrijwilligersorganisaties, patiënten palliatieve zorg, zoals nu gedefinieerd, percentueel vertegenwoordigers, het ministerie van VWS en gezien maar een klein deel beslaat van onze tijd en deskundigen binnen ons eigen bureau. ons budget, zou dat vanuit een andere zienswijze, ook de hefboom kunnen zijn voor anders kijken Onze gesprekken gingen steeds weer over de naar gezondheid en ziekte. Rapporten als “Niet organisatorische vraagstukken op lokaal, regio- alles wat kan, hoeft” van de KNMG zijn daar een naal en landelijk niveau. Hoe te komen tot meer illustratie van. samenhang op lokaal en regionaal niveau ten behoeve van een betere bekendheid en een Het heeft ons aangezet tot het doen van een betere (24-uurs) bereikbaarheid. En hoe te komen verkenning in het veld middels literatuur en een op landelijk niveau tot een volwaardige sector, aantal interviews. Daarin waren we op zoek naar waarin het gaat om het begeleiden van mensen ontwikkelingen in de palliatieve zorg, ervaren in de laatste levensfase, waaraan (palliatieve) zorg knelpunten en wensen voor verbetering. Met een belangrijke bijdrage levert, maar wel als onder- deze impressie doen wij verslag van onze tocht deel van een groter pakket aan voorzieningen. en geven inzicht in het vervolg. Daarbij is het niet Daarbij kijkt Twynstra Gudde voornamelijk vanuit onze intentie geweest om een volledig beeld te de brillen: anders organiseren, anders samenwer- schetsen, maar om een goed beeld te krijgen van- ken en anders veranderen. uit onze expertise. U bent van harte uitgenodigd tot een reactie. Het veld van spelers Veel activiteit en betrokkenheid Onze motieven Het domein van de palliatieve zorg wordt geken- De reden waarom wij als Twynstra Gudde ons merkt door een hoge mate van betrokkenheid en met de palliatieve zorg hebben bezig gehouden bevlogenheid van professionals en vrijwilligers. is drieledig: Allereerst willen wij als bureau een “Nederland hecht veel waarde aan de laatste bijdrage leveren aan het op de agenda zetten van levensfase en heeft daar veel voor over” (Chantal maatschappelijke thema’s. Wij willen bijdragen Holtkamp /directeur VPTZ). Hierdoor en mogelijk aan een wereld waar mensen en organisaties zich door de toenemende vergrijzing is er ook op veel duurzaam kunnen ontwikkelen. Daarnaast zijn wij plekken steeds meer aandacht: in de politiek (Den op zoek naar die thema’s, waar de expertise van Haag/ VWS), bij de zorgaanbieders en ook bij de ons bureau het beste tot zijn recht: Thema’s waar- universiteiten. Er wordt veel onderzoek gedaan aan wij iets kunnen toevoegen, maar ook, waarvan door de expertisecentra, aangejaagd door het we iets kunnen leren. Persoonlijke betrokkenheid programma Palliantie. Doel is te komen tot een van een aantal van onze collega’s vormden tenslot- grotere transparantie en het evidence based inzet- te een extra stimulans om dit bijzondere veld van ten van nieuwe instrumenten. de zorg te verkennen. 2 | Palliatieve zorg: duizend bloemen bloeien, tijd voor een tuinman?! Het jaarlijkse driedaagse congres in Lunteren van spirituele zorg mee en nemen mantelzorgers en de palliatieve zorg wordt goed bezocht. Er ontstaat vrijwilligersorganisaties ook een steeds grotere een beeld van een zelfbewuste sector, die steeds en noodzakelijke plek in. Met de entrée van de volwaardiger haar plek opeist in de gezondheids- WMO zullen waarschijnlijk ook allerlei spelers zorg. Naast inzet van ‘hart en handen’ wordt de uit dit domein zich op het terrein van palliatieve rationale achter de palliatieve zorg meer en meer zorg gaan begeven.1 Kortom, er komen nog meer opgezocht. Maar uit de afzonderlijke sessies en spelers bij, maar er zijn er al heel veel. Zo veel, dat uit de gesprekken met deelnemers blijkt, dat men het haast ondoenlijk is om ze in één overzichtelijk ook bezorgd is over de versplintering en het voor- schema onder te brengen. Toch hebben we dat komen van hobbyisme. geprobeerd, in het besef, dat een grote mate van schematisering nodig is om enige duidelijkheid te De historie van de palliatieve zorg maakt begrijpe- creëren. lijk waarom er veel spelers zijn: de basis is gelegd met het besluit van minister Borst in 2001 (bij het Conclusies definitief worden van de Euthanasiewet) dat palli- Duizend bloemen bloeien en woekeren? atieve zorg generalistische zorg is, onderdeel van Vanuit een onontgonnen generalistisch terrein is de basis huisartsenzorg. Met de oproep van haar een veld van partijen en spelers ontstaan waar- om netwerken palliatieve zorg op te richten werd bij weinig tot geen expliciete regie en sturing impliciet ingestemd met het laten voortbestaan plaatsvindt door bijvoorbeeld de centrale overheid van vele partijen, voortgekomen uit de palliatieve (VWS). Door middel van programma’s worden terminale zorg (hospices) die eerder al door burger- impulsen tot verbetering gegeven. Er is sprake initiatieven waren geïnitieerd. van een incrementele benadering, waarin korter durende interventies (‘iets doen’) gedaan wor- De pioniersfase van toen is geruisloos overge- den als de politiek het vraagt. Maar langdurige, gaan naar een fase waarin netwerken palliatieve structurele bemoeiingen worden zoveel mogelijk zorg een vlucht namen, al dan niet gekoppeld vermeden: Het ministerie heeft geen visie op aan expertisecentra. Consultatie vanuit diverse de structuur van deze zorg, ook heeft ze geen bestaande en nieuwe ‘koepels en organisaties’ beleidsafdeling, die zich expliciet met de palliatieve groeiden. Inmiddels doen verpleeghuizen en zorg bezighoudt. 1. Het is een kenmerk van de palliatieve zorg dat de grenzen niet vast te leggen zijn en dus ook niet precies toe behoren. Dit kenmerk betekent dan ook iets voor de inrichting van de regie. Palliatieve zorg: duizend bloemen bloeien, tijd voor een tuinman?! | 3 Is dit nog een restant van de opvattingen over degelijkheid kennen. Ze worden niet ondersteund een terugtredende overheid of is het ministerie door een vastere organisatiestructuur die verbin- van mening dat de huidige spelers voldoende zijn dend en conserverend kan werken. Hierdoor staat toegerust om dit veld verder te ontwikkelen? Onze de continuïteit van dergelijke samenwerkingsvor- gesprekspartners zijn in grote meerderheid een men onder druk. Dit wordt mogelijk ook zichtbaar andere mening toegedaan. Ze missen de regie in de mate waarin netwerken actief en succes- en proactieve sturing van een centrale speler, vol zijn. Het kost de netwerken moeite om het die als eigenaar gerechtigd is om deze zaken aan niveau van de casuïstiek te overstijgen en op een te pakken. Het gevolg is veel vergaderen, veel abstracter niveau van structuur en werkproces- onduidelijkheid ten aanzien van coördinatie en het sen afspraken te maken tussen de verschillende optreden van tijdsverlies. Dus blijven veel planten zorgverleners. woekeren en veel bloemen bloeien. Wordt het niet tijd om te wieden? De tweede trend heeft te maken met de behoefte aan de ontwikkeling en borging van kwaliteit. Duizend bloemen bloeien: welke tuinconcept? Dit heeft geleid tot het bundelen van regionale We onderkennen ten minste 2 impliciete krach- netwerken tot consortia. Deze zijn vervolgens ten die de groei van het palliatieve veld hebben verbonden met één van de academische expertis- gestuurd. Ten eerste is vanuit de historie vooral ecentra. Vanuit het programma Palliantie is deze bottom up ingezet op het ‘organisch’ laten ont- ontwikkeling krachtig gestimuleerd en met de staan van initiatieven (zie de vele burgerinitiatie- huidige praktijk van het toewijzen van onderzoeks- ven voor hospices), waar veel partijen bij aan zijn gelden wordt de centrale rol van een consortium gehaakt. De vele netwerken PZ getuigen hiervan. verder versterkt. Achterliggende idee is dat er veel Het voordeel van deze netwerken is de hoge mate meer kennis moet komen en dat onderbouwing van flexibiliteit om makkelijk situationeel te rea- en transparantie de ontbrekende schakel zijn om geren en op maat in te springen, maar daar staat de PZ een daadwerkelijke plek te geven. Maar het tegenover dat netwerken ook minder structuur en is de vraag of dit (care) veld en de cliënt daar- 4 | Palliatieve zorg: duizend bloemen bloeien, tijd voor een tuinman?! mee gediend zijn. Evidence based zorg lijkt het Waar zijn de experimenten op de werkvloer en de credo, dit spreekt echter meer de artsen aan, dan oprechte wens om actief in te zetten op het leren de (niet-medische) zorgverleners, die het meer van en met elkaar? Nu ontstaan stammenstrij- moeten hebben van hun ervaringskennis/ tacid den en procedurele ingrepen, zoals het ‘verplicht knowledge. uitwisselen tussen regio’s’ en het stellen van voorwaarden aan experimenten zoals ‘dat het méér We zien in het veld twee opvattingen over dient te zijn dan éénmalig’. Een aantal factoren is optimaal organiseren: de bottom up benadering; hieraan debet: varen op ervaringskennis en het proberen van •E r is sprake van spanning tussen de relevante iets nieuws via kleine stappen. We zien vanuit het regionale context enerzijds en de wens tot beleid en de wetenschap behoefte aan evidence generaliseer-baarheid van opgedane ervaringen based willen werken. Dit laat zich gemakkelijk gebruiken voor top down benaderingen. anderzijds •E r ontbreken vanzelfsprekende dragers van vernieuwing; wie wordt het gegund, zonder in een Bij ons is het beeld ontstaan dat de palliatieve zorg vorm van belangendiscussie te stranden op een kruispunt staat: van netwerkvorming naar • Wie mag, zonder direct aan de overheid te kij- institutionalisering en dat dat vraagt om een visie ken, iets van eigenaarschap op zich nemen? op het expliciet inzetten van passende samenwer- • Natuurlijke sleutelfiguren zoals de huisarts zijn kingsverbanden 2, die ruimte laten voor kleinscha- weinig bereid om een bredere organisatori- lige initiatieven, maar die ook voldoende structuur sche taak op te pakken en zich als regisseur in en vastheid bieden om betrouwbaarheid in de palliatieve zorg neer te zetten. Dit ondanks de levering van de zorg te kunnen garanderen. Een uitgesproken claims van de LHV, dat de huisarts optie voor een tuinconcept? de natuurlijke spil in dit proces is. Duizend bloemen bloeien: wat voor tuinman? De opening om meer vernieuwing in ontwikkelen Het palliatieve veld is een jong, groeiend en vitaal en organiseren te stimuleren, schuilt in het én én veld. Ondanks de relatief korte historie en ondanks denken en benutten van de spanningen tussen top de veelkleurigheid kenmerkt veel van dat ‘duizend down en bottom up benadering, tussen curatieve bloemen bloeien’ veld zich, vanuit organisatie en palliatieve zorg. ontwikkelingsperspectief, als weinig innovatief en lerend. Daarvoor is het veld té versplinterd, de Palliatief (netwerkachtig) kan van curatief (insti- geproduceerde kennis té ver af van de dagelijkse tutioneel) leren als het gaat om toegankelijkheid, praktijk en de werkers té veel gehecht aan hun bereikbaarheid en aanspreekbaarheid van de eigen manieren van doen en laten. hulpverlening die minder persoonsafhankelijk is. Ook de ervaring met het stapelen van knowledge De vormgeving in het palliatieve veld lijkt gedic- als gevolg van expliciete kennisuitwisseling, is een teerd te worden door de ontwikkelingen elders waardevolle toevoeging voor de palliatieve zorg. in de gezondheidszorg: Het antwoord op de Omgekeerd laten palliatieve netwerken zien dat duizend bloemen neigt naar ordeningen in termen het mogelijk is om te doen wat nodig is en zinge- van fusies van ‘koepels’ en de eerdergenoemde ving vanuit de patiënt leidend te laten zijn, in plaats clustering van netwerken onder consortia: schaal- van de aanbodgerichte benadering. Dit vraagt om vergroting op beleidsniveau en coördinatieniveau: een grotere aandacht voor de leefwereld van de Ontwikkelingen op macro en mesoniveau, die patiënt: Hier kan de palliatieve sector een nieuw status quo op microniveau onaangetast laten. spoor gaan trekken: Aandacht voor de zin van de laatste levensfase, waarin ‘zorg’ een belang- 2. Twynstra Gudde spreekt van adaptief samenwerken; zie www.twynstragudde.nl Palliatieve zorg: duizend bloemen bloeien, tijd voor een tuinman?! | 5 rijk element is, maar niet steeds de boventoon hoeft te voeren. Dat brengt ook andere soorten ‘professionals’ in beeld. De geestelijke verzorging is de eerste, maar er zullen wellicht nog andere volgen, die allereerst vanuit de eigen persoonlijke betrokkenheid aandacht geven aan mensen in deze fase. Betrokkenheid, die de professionaliteit niet in de weg staat, maar wel een nieuwe kleur en lading geeft. Afsluiting De palliatieve zorg bloeit zodanig dat een versnipperd veld ontstaat waarin de identiteitsvraag gesteld mag worden. Er zijn voldoende aanknopingspunten om de sector onder loep te nemen qua organisatie, samenwerkingsvormen, sturing en regie. De kunst zal zijn om het unieke van de sector overeind te houden, maar wel te leren van de ‘gevestigde’ domeinen van zorg waar ook Tijd voor een lerende tuinman, die hartstochtelijk veel van zijn tuin houdt, maar die weet dat wieden en snoeien onderdeel van zijn vak zijn. sprake is van palliatieve zorg. De opgave voor deze sector is onsziens om te verbijzonderen en te verbinden tegelijkertijd. Bijlage Het veld van de palliatieve zorg Zonmw VWS Fibula IKNL Praktijkteam Agora Regionale netwerken Regionale netwerken Consortium 1 Regionale netwerken NPPZ Consortium 7 Regionale netwerken Regionale netwerken Expertise centrum Programma palliantie Landelijk beleid Consortiavorming Stuurgroep Kerngroep © | De werking van het veld van de palliatieve zorg 6 | Palliatieve zorg: duizend bloemen bloeien, tijd voor een tuinman?! 9 januari 2017 | 2 Het veld bestaat grofweg uit vijf (ongelijksoortige) categorieën van spelers: Allereerst is er het Ministerie van VWS, met daaraan gelieerd Zonmw en het Praktijkteam. Het Ministerie van VWS heeft geen eigen beleidsafdeling voor de palliatieve zorg, maar oefent op een meer indirecte manier invloed uit op het veld: Allereerst via Zonmw, die dat op haar beurt weer doet via het Nationaal Programma Palliatieve Zorg (NPPZ). Binnen dit Programma functioneren een stuurgroep en een kerngroep met een niet heel duidelijke onderlinge demarcatie van taken. Het NPPZ beïnvloedt vooral door het verstrekken van tijdelijke subsidies, meestal voor het doen van onderzoek. Sinds 1 maart 2016 heeft het Ministerie in het Praktijkteam Palliatieve Zorg (PPZ) een tweede middel tot beïnvloeding van het veld geïntroduceerd. Dit team probeert vooral antwoorden te vinden voor praktische problemen in de dagelijkse praktijk van de palliatieve zorg. De tweede categorie is die van de belangenverenigingen, die op landelijk niveau werken. Het plaatje is (bij lange na) niet volledig, maar de drie afgebeelde partijen spelen een belangrijke rol bij het verder ontwikkelen van de palliatieve zorg. Ze hebben het voornemen uitgesproken om op korte termijn tot een fusie te komen. Aan de andere kant van het spectrum zijn daar de regionale palliatieve netwerken. Hier vindt de coördinatie van de dagelijkse praktijk van de palliatieve zorg plaats. In totaal zijn er 65 van dergelijke netwerken. Het NPPZ heeft aangedrongen op het vormen van grotere organisatorische eenheden en dat heeft geleid tot de vorming van de vierde categorie: de consortia. Deze hebben elk de grenzen van de werkingsgebieden vaneen van de academische ziekenhuizen. Elk academisch ziekenhuis heeft tot slot een eigen expertisecentrum palliatieve zorg. Elk van de expertisecentra is aan een van de consortia verbonden. Wat vonden onze gesprekspartners van dit veld? Ze vonden in het algemeen, dat er te veel spelers waren en dat geen daarvan duidelijk het voortouw neemt in de verdere ontwikkeling van het veld. Verder vond men, dat de NPPZ te veel gericht is op het verwerven van vaak te theoretische kennis. Ook beluisterden wij veel kritiek op de consortiumvorming. Deze zijn voor grote delen van Nederland te uitgestrekt om een goede afstemming van de zorg te kunnen faciliteren. Bovendien vonden veel van onze gesprekspartners, dat de expertisecentra hier een te dominante rol speelden. Van de regionale netwerken werd gezegd, dat deze qua organisatie kwetsbaar zijn en te afhankelijk van de toevallige kwaliteiten van coördinator van dat netwerk. Positiever is men over het Praktijkteam, waarbij de invulling door Fred Lafeber, als leider van het team, veel lof krijgt. Er wordt positief gesproken over de betrokkenheid en toegankelijkheid van het team. Palliatieve zorg: duizend bloemen bloeien, tijd voor een tuinman?! | 7 Twynstra Gudde is een onafhankelijk Nederlands organisatieadvies­ bureau dat al ruim 50 jaar resultaatgericht adviseert en management­ functies vervult. Kerncompetenties van Twynstra Gudde zijn projecten programmamanagement, veranderkunde, organisatiekunde en S1007 samenwerkingskunde. Hebt u vragen of opmerkingen over dit thema? Neem dan contact met ons op: Dorine Wesel Senior adviseur [email protected] 06 20 59 64 66 Hans Westerveld Senior adviseur [email protected] 06 53 23 47 86 Twynstra Gudde Amersfoort Stationsplein 1 Postbus 907 3800 AX Amersfoort 033 - 467 77 77 www.twynstragudde.nl Ingeschreven in het kwaliteitsregister organisatieadvies Member of the Cordence Worldwide Partnership