Lichamelijke bijwerkingen bij bloeddonatie en de invloed op

advertisement
PROEFSCHRIFTBESPREKING
Lichamelijke bijwerkingen
bij bloeddonatie en de invloed
op donorbehoud
Auteur: A. van Dongen1
Trefwoorden: bloeddonatie, donorbehoud, naaldreacties, stress, vasovagale reacties.
(Tijdschr Bloedtransfusie 2014:7;52-4)
Samenvatting
Op 9 december 2013 promoveerde mw. dr. A. van Dongen aan de Universiteit van Maastricht op haar
proefschrift getiteld ‘Retention of new blood donoren: implications for interventions’. Promotoren
waren prof. dr. S.C.S. Abraham, verbonden aan de University of Exeter, en prof. dr. R.A.C. Ruiter,
verbonden aan de universiteit van Maastricht. Copromotor was dr. I.J.T. Veldhuizen, verbonden aan
Sanquin Research. In het onderzoek wordt onderzocht hoe nieuwe bloeddonoren gemotiveerd
kunnen worden om regelmatig bloed te doneren. Een interventieprogramma waarbij het voorkomen
van vasovagale reacties en vermoeidheid, het omgaan met stress en een goede planning van de
donatie centraal staan zal de meeste invloed hebben op donorbehoud.
Inleiding
Gestopte donoren noemen lichamelijke bijwerkingen
vaak als reden voor het stoppen met bloed doneren.
Deze lichamelijke bijwerkingen kunnen verdeeld worden in vasovagale reacties (duizeligheid, misselijkheid,
zweten of flauwvallen), naaldreacties (pijn bij het prikken, blauwe plekken) of vermoeidheid. In het eerste
1
onderzoeker C, afdeling Donorstudies,
Sanquin Research, Plesmanlaan 125, verdieping H4,
1066 CX Amsterdam, tel.: 06-12143719,
e-mailadres: [email protected].
Belangenconflict: de auteur werkt voor
Sanquin Research op de afdeling Donorstudies.
Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Ontvangen 25 april 2014, geaccepteerd 23 oktober 2014.
Alle gepubliceerde artikelen kunt u vinden
op onze website: www.ariez.nl/search articles.
tijdschrift voor bloedtransfusie - nummer 4 - 2014
onderzoek in dit proefschrift geven 10% van de vrijwillig gestopte donoren aan gestopt te zijn vanwege
prikreacties, 13% vanwege andere lichamelijke reacties,
en 13% vanwege vermoeidheid of zich niet fit voelen.1
Lichamelijke reacties worden, als ze ernstig zijn, op het
afnamecentrum in het computersysteem gezet. Uit eerder onderzoek blijkt dat bij de eerste donatie bij 3,9%
van de mannen en 3,5% van de vrouwen een lichamelijke
bijwerking in het systeem gezet wordt.2 Reacties die
lichamelijk minder ernstig zijn, of die zich voordoen
bij de donoren na het verlaten van het afnamecentrum,
worden niet in het systeem genoteerd. Maar deze reacties kunnen psychisch nog wel een grote impact hebben op donoren en hun motivatie om donor te blijven.
Nieuwe donoren
Het vervolgonderzoek is gedaan onder nieuwe donoren,
omdat de meeste donoruitval voorkomt na de eerste
bloeddonatie. Mede daarom denken we dat het effect
van de lichamelijke bijwerkingen groter is bij nieuwe
donoren. We hebben 2.438 donoren een maand na hun
eerste donatie een vragenlijst gestuurd. In deze lijst
52
PROEFSCHRIFTBESPREKING
RETENTION OF NEW BLOOD DONORS
RETENTION OF
NEW BLOOD DONORS
Implications for interventions
We Uitnodiging
hebben de donoren die hadden aangegeven een
lichamelijke
bijwerking gehad te hebben ook gevraagd
Voor het bijwonen van
de openbare verdediging
hoe vervelend
van het proefschrift zij de bijwerking gevonden hebben. Dit
hebben
we gevraagd op een 7-punts schaal (1 = helemaal
RETENTION
niet
vervelend,
OF NEW BLOOD7 = heel erg vervelend). Gemiddeld
gaven
donoren die een bijwerking hadden meegemaakt
DONORS
Implications
for interventions
een score
van 3,20 (mannen: 3,03, vrouwen: 3,26). Hoe
op maandag 9 december 2013
ernstiger
donoren
de stress die de bijwerking opleverde
om 14:00 uur precies
in de Aula van
ervoeren,
hoe
kleiner
de kans dat ze terugkwamen voor
de Universiteit Maastricht
4-6
4
eenMinderbroedersberg
volgende
donatie.
te Maastricht.
Receptie ter plaatse
na afloop van de promotie
Anne van Dongen
Anne van Dongen
vroegen we hen onder andere naar hun ervaring met
elf veelvoorkomende lichamelijke bijwerkingen (Blood
Donation Reactions Inventory).3 Ongeveer 1,5 jaar na
de eerste donatie keken we of de donoren een tweede
donatie gedaan hadden of niet.
Conclusie
Anne van Dongen
Uit [email protected]
de resultaten kunnen we verschillende zaken concluderen met betrekking tot donorbehoud. Ten eerste
is het aantal donoren dat aangeeft bij een eerste donatie
in meer of mindere mate last gehad te hebben gehad
van een lichamelijke reactie een stuk hoger dan we op
basis van gegevens uit het donorbestand hadden ingeschat. De (fysiek) minder ernstige bijwerkingen, en de
bijwerkingen die optreden nadat een donor het afnamecentrum
heeft verlaten, worden niet of nauwelijks in
Paranimfen
het donor
computer systeem genoteerd. Verder blijkt
Dilana Schaafsma
[email protected]
dat hoewel naaldreacties door donoren zelf worden
Hans van Dongen Torman
[email protected]
genoemd
als reden om te stoppen, deze reacties bij
nieuwe donoren niet de oorzaak zijn van stoppen met
doneren. Mogelijk is dit wel zo bij ervaren donoren.
Vasovagale reacties, vermoeidheid en stress blijken een
negatief effect te hebben op terugkeergedrag. Om
nieuwe donoren te behouden moeten we dus zorgen
dat we deze lichamelijke bijwerkingen zoveel mogelijk
proberen te beperken. Ook kunnen we, als donoren
toch last krijgen van bijwerkingen, hen helpen om te
gaan met de stress die deze bijwerkingen opleveren.
Er is een aantal studies gedaan die testen hoe we vasovagale reacties kunnen verminderen. Water drinken vlak
voor de donatie, en spierspanningsoefeningen tijdens
de donatie blijken het meeste effect te hebben.5-7 Of deze
interventies ook vermoeidheid helpen verminderen is
nog niet bekend.
Lichamelijke bijwerkingen en terugkeer
Een groot gedeelte van de nieuwe donoren geeft aan
in meer of mindere mate last gehad te hebben van een
lichamelijke bijwerking. Meer vrouwen geven aan last
gehad te hebben van lichamelijke bijwerkingen dan
mannen. Van de respondenten gaf 29,1% aan in meer
of mindere mate een vasovagale reactie ervaren te hebben (20,7% van de mannen en 32,9% van de vrouwen).
Tweeëntwintig procent gaf aan last te hebben gehad
van vermoeidheid (13,1% van de mannen en 25,9% van
de vrouwen); 29,3% van de donoren zei een naaldreactie
gehad te hebben tijdens of na de eerste donatie (21,1%
van de mannen en 32,9% van de vrouwen). Als we kijken naar terugkeer voor een tweede donatie binnen 1,5
jaar dan blijken naaldreacties geen invloed te hebben.
Vermoeidheid en vasovagale reacties verminderden de
terugkeer met respectievelijk 4,2% en 3,9%.
Uit een grootschalig onderzoek naar omgaan met
emoties in verschillende situaties kunnen we concluderen dat donoren die stress ervaren het meest gebaat
zullen zijn bij passieve afleiding en het herwaarderen
van de negatieve emotie.8 Passieve afleiding kan bijvoorbeeld geboden worden door tijdschriften of tablets
beschikbaar te stellen en donoren aan te moedigen
daar gebruik van te maken. Het is wel belangrijk om
goed uit te zoeken welke vorm van afleiding het beste
4
53
nummer
nummer 4 -- 2014
2014 -- tijdschrift
tijdschrift voor bloedtransfusie
Aanwijzingen voor de praktijk
• Het aantal donoren dat zelf aangeeft bij een eerste donatie last te hebben gehad van een lichamelijke
reactie is hoger dan het aantal dat in het donorsysteem geregistreerd staat.
• Dit komt voornamelijk doordat (fysiek) minder ernstige bijwerkingen, en de bijwerkingen die optreden nadat een donor het afnamecentrum heeft verlaten, niet of nauwelijks in het donorsysteem
genoteerd worden.
• Vasovagale reacties en vermoeidheid zorgen voor een daling in terugkeer.
• Het is daarom van belang voor het behoud van bloeddonoren om lichamelijke reacties zoveel mogelijk
te beperken.
• Ook kunnen we, als donoren toch last krijgen van bijwerkingen, hen helpen om te gaan met de stress
die deze bijwerkingen opleveren.
werkt bij donoren. In een studie werd bijvoorbeeld
gevonden dat het luisteren van muziek juist averechts
werkt.9 De ervaren steun van de afnamemedewerker
kan ook een rol spelen in afleiding of geruststelling van
de donor.10
Meer positieve resultaten kunnen we verwachten als
we donoren leren hun negatieve emotie (stress) te
herwaarderen door te benadrukken dat de negatieve
emotie een positieve uitkomst heeft, namelijk het
redden van een leven. De werking van deze strategie
wordt benadrukt door onderzoek waaruit blijkt dat
zogenoemde ‘warm glow’ (het goede gevoel wat iemand
krijgt als hij/zij een ander helpt) een positieve invloed
heeft op de motivatie om te doneren.11
Referenties
4. Van Dongen A, Abraham C, Ruiter R, et al. The influence of
adverse reactions, subjective distress, and anxiety on retention
of first-time blood donors. Transfusion 2013;53:337-43.
5. Ditto B, France CR, Albert M, et al. Dismantling applied
tension: Mechanisms of a treatment to reduce blood donationrelated symptoms. Transfusion 2007;47:2217-22.
6. Newman B, Tommolino E, Andreozzi C, et al. The effect of a
473-mL (16-oz) water drink on vasovagal donor reaction rates in
high-school students. Transfusion 2007;47:1524-33.
7. France CR, Ditto B, Wissel ME, et al. Predonation hydration
and applied muscle tension combine to reduce presyncopal
reactions to blood donation. Transfusion 2010;50:1257-64.
8. Webb TL, Miles E, Sheeran P. Dealing with feeling: A metaanalysis of the effectiveness of strategies derived from the
process model of emotion regulation. Psychological Bulletin
2012; 138:775-808.
1. Van Dongen A, Abraham C, Ruiter R, et al. Are lapsed donors
9. Ferguson E, Singh AP, Cunningham-Snell N. Stress and blood
willing to resume blood donation, and what determines their
donation: Effects of music and previous donation experience.
motivation to do so? Transfusion 2012;52:1296-1302.
Br J Psychol 1997;88:277-94.
2. Wiersum-Osselton JC, Marijt-van Derkreek T, Brand A, et al.
10. Hanson SA, France CR. Social support attenuates presyn-
Risk factors for complications in donors at first and repeat whole
copal reactions to blood donation. Transfusion 2009;49:843-50.
blood donation: a cohort study with assessment of the impact
11. Ferguson E, Atsma F, de Kort W, et al. Exploring the pattern
on donor return. Blood Transfusion 2014;12:28-36.
of blood donor beliefs in first-time, novice, and experienced
3. Meade MA, France CR, Peterson LM. Predicting vasovagal reac-
donor: differentiating reluctant altruism, pure altruism, impure
tions in volunteer blood donors. J Psychosom Res 1996;40:495-501.
altruism, and warm glow. Transfusion 2012;52:343-55.
tijdschrift voor bloedtransfusie - nummer 4 - 2014
54
Download