9. GESPREID WERK ** De kunstmatige scheiding van wonen en werken zorgt voor een onaanvaardbare kloof in het innerlijk leven van mensen. Tegenwoordig bestemmen gemeentes bijna altijd bepaalde gebieden voor ‘werken’ en andere gebieden voor ‘wonen’ en ze dwingen die splitsing met de wet af. Men geeft twee motieven voor deze splitsing: 1. bedrijven verstoren de rust en de veiligheid in een woonwijk en 2. bedrijven moeten om zakelijke redenen bij elkaar staan. Maar deze scheiding zorgt voor enorme barsten in het emotionele leven van de mensen. Kinderen groeien op in gebieden waar behalve in de weekends, overdag geen man te zien is, vrouwen zitten gevangen in een sfeer waarin ze verwacht worden mooie, niet-intelligente huishoudsters te zijn en mannen worden gedwongen een splitsing te accepteren waarin ze het grootste deel van hun actieve leven doorbrengen ‘op het werk en weg van hun gezin,’ en vervolgens het andere deel van hun leven ‘bij hun gezin en weg van het werk.’ Alles bij elkaar versterkt deze scheiding het idee dat werken een opgave is en dat alleen het leven in een gezin echt ‘leven’ is - een schizoïde visie die voor alle leden van het gezin geweldige problemen oplevert. Om dit schisma de baas te worden en de koppeling tussen gezin en werk, die in een gezonde samenleving centraal staat, opnieuw tot stand te brengen, moet er een herverdeling komen van de plaatsen waar gewerkt wordt over de gebieden waarin de mensen leven Waaraan moet worden voldaan om dit probleem op te lossen? 1. Elk huis staat op niet meer dan 20-30 minuten van een groot aantal bedrijven. 2. Veel werkplaatsen liggen binnen loopafstand van kinderen en gezinnen. 3. Werknemers kunnen moeiteloos naar huis gaan om te eten of een boodschap te doen, of in een halve baan werken en de andere helft van de dag thuis doorbrengen. 4. Sommige werkplaatsen bevinden zich in huizen; er is veel gelegenheid thuis te werken of werk mee naar huis te nemen. P 9 pag 1 van 2 5. Buurten worden beschermd tegen het verkeer en tegen de overlast veroorzaakt door ‘vuile’ bedrijven. Het enige werkpatroon dat aan deze eisen tegemoet komt is een patroon van gespreid werk: een patroon waarin werk sterk gedecentraliseerd is. Dit patroon is normaal in traditionele samenlevingen waar de werkplaatsen betrekkelijk klein en de huishoudingen vergelijkenderwijs zelfbedruipend zijn. Maar is het ook in overeenstemming te brengen met geavanceerde technologie en met de concentratie van werknemers in fabrieken? En hoe sterk is de behoefte van bedrijven om bij elkaar te zitten? Het belangrijkste argument voor centralisatie van fabrieken, en voor hun geleidelijke toename in grootte, is economisch. Het is keer op keer aangetoond dat er voordeel zit in productie op grote schaal, voordelen die het gevolg zijn van het op één plaats produceren van grote aantallen goederen of diensten. Grote, gecentraliseerde organisaties zijn echter geen noodzakelijke voorwaarde voor massaproductie. Er zijn verschillende uitstekende voorbeelden die illustreren dat waar het werk in sterke mate gespreid wordt, mensen toch goederen en diensten van geweldige complexiteit kunnen produceren. Om dit te begrijpen moeten we ons eerst realiseren dat een stad op zich een gigantische gecentraliseerde werkplaats is en dat alle voordelen van deze centralisatie in aanleg beschikbaar zijn voor elke groep werkers die deel uitmaakt van de grote werk-gemeenschap van de stad. In feite zorgt het stedelijke gebied als geheel voor ‘economies of scale’ door duizenden groepen werkers binnen elkaars bereik te brengen. Als zo’n vorm van ‘centralisatie’ goed ontwikkeld wordt kan ze een eindeloos aantal combinaties tussen kleine verspreide werkgroepen tot stand brengen en kan ze een grote flexibiliteit aan de methoden van productie verlenen. “Als we eenmaal begrijpen dat de moderne industrie niet noodzakelijk financiële en fysieke concentratie meebrengt, dan zal, denk ik, de groei van kleinere centra en een meer gespreide verdeling van de echte voordelen van de technologie plaatsvinden.” (Lewis Mumford: Sticks and Stones). We willen uitdrukkelijk stellen dat we niet suggereren dat de decentralisatie van werk voorrang moet hebben boven een hoog-ontwikkelde technologie. We geloven dat de twee kunnen samengaan: het is mogelijk om de menselijke behoefte aan creatief en interessant werk samen te laten smelten met de veredelde technologie van de moderne tijd. Het is mogelijk om tv-toestellen, kopieerapparaten, tekstverwerkers, computers, auto’s, stereotorens en wasmachines te produceren onder humane werkomstandigheden. We noemen in het bijzonder tekstverwerkers en kopieerapparaten omdat deze voor ons, de schrijvers van het boek, een vitale rol hebben gespeeld. We zouden het boek niet met elkaar, op onze collectieve manier, zonder deze machines hebben kunnen maken en we beschouwen zulke machines als een wezenlijk deel van de gedecentraliseerde samenleving waarvoor we kiezen. Daarom: Gebruik bestemmingsplannen, buurtvernieuwing, belastingvoordelen en elk ander beschikbaar middel om plaatsen waar gewerkt wordt over de stad te verspreiden. Verbied grote concentraties van werk als er geen gezinnen omheen wonen. Verbied grote concentraties gezinnen als er geen bedrijven omheen liggen. P 9 pag 2 van 2