Grootheden, eenheden en voorvoegsels in de

Herhalingsantwoorden N -Cursus 10 – 15
i.p.v. les 16
------------------------Aanvullen of doorhalen----------------------
De basisregels zijn:
Condensator (capaciteit) capacitieve wisselstroom weerstand
Heeft voor gelijkspanning een hoge weerstand en voor
wisselspanning een lagere weerstand.
Spoel (inductie) inductieve wisselstroom weerstand
Heeft voor gelijkspanning een lage weerstand en voor wisselspanning een hogere weerstand.
Serie en parallel resonatiekringen:
.
Een resonantiekring bestaat minimaal uit:
Weerstand/diode/spoel/transistor/kristal/condensator.
Serieresonantie:
De stroom is gemeenschappelijk.
Neem twee uitersten n.l hele lage en hele hoge frequentie.
Bij de lage frequentie zal de C een hoge weerstand bezitten
Bij de hoge frequentie zal de L een hoge weerstand bezitten
Het juiste figuur is A, zijde 1 van ƒo inductief en capacitief is.
Bij ƒo (resonantie) is de impedantie: capacitief/inductief/ohms.
En de stroom is maximaal/minimaal.
En spanning is maximaal/minimaal.
Z
Z
1
2
A
ƒo
B
ƒo
Het juiste figuur is A
Punt 1 is capacitief en punt 2 is inductief omdat op die punten de hoge impedantie bepaald wordt
door de condensator en na ƒo door de spoel
Parallelresonantie:
De stroom/spanning is gemeenschappelijk.
Neem twee uitersten n.l hele lage en hele hoge frequentie.
Bij de lage frequentie zal de C een hoge weerstand bezitten
Bij de hoge frequentie zal de L een hoge weerstand bezitten
Het juiste figuur is B, zijde 1 van ƒo inductief is.
Bij ƒo (resonantie) is de impedantie: capacitief/inductief/ohms
En de stroom is maximaal/minimaal.
En spanning is maximaal/minimaal.
Z
Z
1
2
A
ƒo
B
ƒo
Het juiste figuur is B
Punt 1 is inductief en punt 2 is capacitief omdat op die punten de lage impedantie bepaald wordt
door de spoel en na ƒo door de condensator
pa4ton©
80 A
Herhalingsantwoorden N -Cursus 10 – 15
Soorten filters:
LD F
HDF
BSF
i.p.v. les 16
BDF / BPF
eigelijk twee parallel kringen (MF filter)
Dit zijn alleen maar serie en parallel schakelingen waar bij de plaats belangrijk is.
Geef de uitgangsspanningsvorm en benoem het filter!
Uuit
Uuit
BSF
BDF
BSF
Filters met serieschakelingen. LR, CR
Uitgangsspanning
BDF
A
Uitgangsspanning
B
A Verzwakt hogere/ lagere frequenties en laat hogere/ lagere door!
B Verzwakt hogere/ lagere frequenties en laat hogere/ lagere door!
LDF
HDF
A
LDF
B
HDF
A
B
Filterschakelingen met seriekringen LC,
pa4ton©
81 A
Herhalingsantwoorden N -Cursus 10 – 15
Uitgangsspanning
LDF
i.p.v. les 16
Uitgangsspanning
HDF
Geef in de grafiek aan wat de uitgangsspanning is en benoem het type …F filter.
Hoe noemen we onderstaande filter en waar wordt deze voor gebruikt 2x
Gebruikt om:
1) aanpassing
2) LDF onderdrukt de harmonischen
Pi π filter
Of in combinatie met hogere zelfinductie en elco’s als LDF /afvlakking
Onder woorden:
Een Laagdoorlaat filter: verzwakt hogere/ lagere frequenties en laat lagere/ hogere freq. door!
Een hoogdoorlaat filter: verzwakt hogere/ lagere frequenties en laat lagere/ hogere freq. door!
Een band sperfilter verzwakt een beperkt frequentie gebied(je)
Een band doorlaatfilter laat een bepaald frequentie gebied(je) door.
Variabele condensatoren worden gebruikt in een afstemming van een ontvanger of in een ATU.
Diode:
Wordt gebruikt voor: detectie, gelijkrichting, verlichting, spanningsstabilisatie, schakelen.
Bestaat uit een geleider/isolator/halfgeleider
Heeft een/twee/drie aansluitingen.
De aansluitingen heten: basis/collector/anode/emitter/kathode/gate/source/drain.
Laat de gelijkspanning/stroom door als de anode plus/min is to.v de kathode.
Een zener diode wordt gebruikt om : in een voeding de spanning te stabiliseren
En is een diode die gebruikt wordt in sper/doorlaat richting
Transistoren:
Bestaat uit: halfgeleidermateriaal en heeft 3 aansluitingen.
De aansluitingen heten: basis/collector/anode/emitter/kathode/gate/source/drain
Fet staat voor veld effectieve transistor
De aansluitingen zijn: basis/collector/anode/emitter/kathode/gate/source/drain
LF versterker:
Bestaat uit: een actief element als een buis fet of transistor
bandbreedte is: b.v. het frequentie bereik van een versterker, ontvanger, meetinstrument begrenst
door –3dB punten.
pa4ton©
82 A
Herhalingsantwoorden N -Cursus 10 – 15
i.p.v. les 16
HF versterker:
Bestaat uit: een actief element met afgestemde kringen in het HF gebied
Frequentie band is: een tem om een aaneen gesloten frequentie gebied aan te geven.
Hoe hoger de frequentie hoe kleiner de waarden van een spoel en of condensator
Als de golflengte groter wordt zal de frequentie lager worden.
Rendement is de verhouding van wat uit een versterker komt met…
wat er in een versterker gaat.
Deze verhouding wordt vermenigvuldigd met x 100 en het antwoord is altijd kleiner dan 100%
Ander woord voor rendement is: nuttige (opbrengst) energie (verbruik).
Versterkerinstellingen:
A klasse: wordt gebruikt voor audio versterkers.
En heeft een laag rendement.Het uitgangssignaal is niet vervormd t.o.v. het ingangssignaal.
Voor radio gebruikt bij AM/FM/CW
B klasse: wordt gebruikt voor audio/vermogen versterkers.
En heeft een hoger / lager rendement dan A
AB klasse: is ontworpen om …………………..
C klasse : wordt gebruikt voor audio/vermogen versterkers /frequentievermenigvuldigers.
En heeft een hoog /laag rendement t.o.v …………………
Voor radio gebruikt bij AM/FM/CW
Tegenkoppeling:
Heeft tot doel om de vervorming te verminderen.
Dit doet men door een deel van de uitgangs spanning terug te voeren infase.
de afwijking van de onderdelen en hun veroudering worden hierdoor kleiner.
Detectoren:
Een AM detector bestaat uit een diode en wordt gebruikt voor detectie van AM.
Een discriminator detecteert FM.
Een begrenzer bestaat uit dioden en bewerken een FM signaal.
Een productdetector is een ander woord voor een BFO en wordt gebruikt voor detectie van
AM/FM/CW/SSB. Een hulposcillator is nodig voor AM/FM/CW/SSB detectie.
Oscillatoren:
Worden gebruikt in ontvangers en zenders.
Voorwaarde voor oscilleren is: (2)
• Rondgaande versterking van ~1x ,
• Signaal in fase met het ingangssignaal,
Een oscillator bestaat uit: (3)
Versterkend deel, frequentie bepalend deel, (L/C kring of kristal), en een amplitudestabiliserend deel.
De meest nauwkeurige oscillatoren bezitten een kristal
Een buffer wordt ook wel scheidingstrap genoemd en is nodig om:
De belasting van een oscillator te vergroten.
Een VCO is: Voltage Controlled Oscillator (spanningsgestuurde oscillator)
Een BFO is: Beat Frequent Oscillator (hulp oscillator voor SSB en CW)
Een CIO is: Carrie Insertion Oscillator (ook wel productdetector)
AFC is Automatische frequentie controle (een regeling die de te ontvangen frequentie vast houdt)
AVC is Automatische volume controle ( zorgt er voor dat het volume gelijk blijft bij sterk en zwakke
AVR is Automatische volume regeling ( ingangssignalen -AVR en AVC zijn gelijk aan elkaar- )
pa4ton©
83 A