Universiteit Antwerpen Faculteit Politieke en Sociale

advertisement
Universiteit Antwerpen
Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen
Academiejaar 2014-2015
MASTERPROEF
JONGEREN EN HUN BELEVING VAN MUZIEK: FOCUS OP SONGTEKSTEN
Amber Hoefkens
20111757
Master in de Communicatiewetenschappen – afstudeerrichting Mediastudies
[email protected]
Promotor: Prof. Dr. Steven Malliet
Medebeoordelaar: Robbe Herreman
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ..................................................................................................................... ii
Dankwoord ......................................................................................................................... iv
Abstract.................................................................................................................................v
1
Inleiding ........................................................................................................................1
2
Eat, sleep, hear, repeat..................................................................................................3
2.1
3
Songteksten ..............................................................................................................4
2.1.1
Metal.................................................................................................................6
2.1.2
Rock..................................................................................................................7
2.1.3
Indie ..................................................................................................................8
2.1.4
Hip hop .............................................................................................................9
Onderzoeksvragen en methode .................................................................................. 11
3.1
Onderzoeksstrategie ............................................................................................... 12
3.2
Onderzoeksdesign .................................................................................................. 12
3.3
Onderzoeksmethode ............................................................................................... 13
3.3.1
3.4
Dataverzameling..................................................................................................... 13
3.4.1
Steekproef ....................................................................................................... 13
3.4.2
Diepte-interviews ............................................................................................ 15
3.5
4
Grounded Theory ............................................................................................ 13
Analyse .................................................................................................................. 16
Resultaten .................................................................................................................... 17
4.1
Onderzoeksvraag 1 ................................................................................................. 17
4.1.1
Fase 1: muziekspecialisten .............................................................................. 17
4.1.2
Fase 2: algemene muziekfans .......................................................................... 21
4.2
Onderzoeksvraag 2 ................................................................................................. 23
4.2.1
Meest voorname thema’s ................................................................................. 23
ii
4.2.2
Thema’s uit songteksten .................................................................................. 26
4.2.3
Boodschap in songteksten................................................................................ 27
4.3
Onderzoeksvraag 3 ................................................................................................. 29
4.3.1
Genre .............................................................................................................. 29
4.3.2
Betrokkenheid ................................................................................................. 32
4.3.3
Fandom ........................................................................................................... 33
4.3.4
Emotionele staat .............................................................................................. 34
4.3.5
Extra factoren .................................................................................................. 34
5
Discussie ...................................................................................................................... 40
6
Conclusie ..................................................................................................................... 43
6.1
7
Toekomst ............................................................................................................... 44
Bibliografie .................................................................................................................. 45
iii
Dankwoord
Graag zou ik enkele personen bedanken, van wie hun bijdrage en hulp van groot belang waren
voor deze thesis. Eén van deze personen is mijn promotor Steven Malliet, wiens enorme
muziekkennis mij heeft blijven inspireren. Ook mijn familie en vrienden, en in het bijzonder
Ben en mijn mama, stonden me steeds bij met hun onvoorwaardelijke steun. Tot slot zou ik
ook nog de dertien respondenten willen bedanken die hun steentje hebben bijgedragen aan dit
onderzoek.
iv
Abstract
Nowadays, music is omnipresent in society and can have a great influence on its users. From
this point of view we have examined the influence of music on listeners while focusing on
lyrics. An analysis of the scientific literature on this topic uncovered that there is not a clear
answer on the question to what degree adolescents receive musical messages through lyrics.
Therefore the main research question that is posed for this dissertation is: Which role do lyrics
play in the signification of musical messages by adolescents? We researched this by means of
thirteen qualitative, semi structured and in-depth interviews with genre-specific (metal, rock,
indie, hip hop) as well as more diverse music fans. These were analyzed following the
principles of grounded theory.
This paper argues that only in the context of the rock music genre there was a discrepancy
between themes that respondents cited as most occurring in this genre and those that were
cited in the scientific literature. Metal, rock and hip hop were the most difficult genres to
complete a given lyric; indie was relatively easy to complete, although, because of the great
number of metaphors used in this genre, it is difficult to decipher the message of a song. The
circumstances in which adolescents can remember lyrics more easily, and thus decode the
message, are the following (in order of importance): ‘great song’ and ‘auxiliaries’, ‘degree of
listening’, ‘remarkableness lyrics’, ‘easiness lyrics’, ‘involvement’ and ‘state of emotion’,
‘story’.
Key words: Music Studies – Genre Studies – Lyrics – In Depth Interviews – Metal – Rock –
Indie – Hip Hop
Word count: 15.937
v
Jongeren en hun beleving van muziek: focus op songteksten
Een analyse van de rol die songteksten spelen bij de betekenis van muzikale boodschappen.
1
Inleiding
Muziek is alomtegenwoordig in onze maatschappij. Het onderzoek naar de rol van muziek in
de samenleving is dit echter allesbehalve. Slechts weinig wetenschappers hebben reeds
stilgestaan bij de effecten en/of aantrekkingskracht van dit populaire medium, ondanks dat
muziek één van de oudste en meest gebruikte media in onze samenleving is (Colson, 2014).
Het is mogelijk om de invloed van dit populaire medium op de gebruikers te verklaren aan de
hand van de cultivatietheorie, die stelt dat een bepaalde representatie van de realiteit wordt
geconstrueerd door voorstellingen in de media.
Colson (2014) merkt op dat “er nog geen duidelijk afgebakend beeld is van de culturele
indicatoren die worden uitgedrukt binnen de hedendaagse populaire muziek, wat de eerste
stap is die Gerbner onderscheidde in het bestuderen van het cultivatie-effect”. Colson (2014)
onderzocht deze culturele indicatoren en identificeerde de volgende thema’s die systematisch
en herhaaldelijk aan bod komen in populaire muziek in Vlaanderen: sekseverhouding, verlies,
opgroeien, succes, nachtleven en droom en herinnering.
In dit onderzoek wordt de studie van Colson (2014) als achtergrond gebruikt. Meer bepaald
zullen de culturele indicatoren die zij identificeerde als startpunt worden gebruikt. Er zal in
vergelijking met haar studie meer worden gefocust op onderzoek uit de muziekstudies en
mediapsychologie.
Er werd recent al wat onderzoek gedaan naar de invloed van bepaalde songteksten op het
gedrag en de opvattingen van de luisteraar (Colson, 2014; Fischer & Greitemeyer, 2006; Fuld
et al., 2009; Greitemeyer, 2011; Greitemeyer & Schwab, 2014; Guéguen, Jacob, & Lamy,
2010; Jacob, Guéguen, & Boulbry, 2010; Münstermann, van der Velden, & de Leeuw, 2015;
Primack, Douglas, Fine, & Dalton, 2009). Vooraleer men verwachtingen formuleert over deze
invloed is het echter van groot belang om te achterhalen of luisteraars effectief iets opvangen
van de songteksten en/of ze zo de boodschap die de muziekartiesten willen overbrengen,
opvangen. Greitemeyer (2011) stelt dat de melodie, naast de songtekst, eveneens een rol kan
spelen bij de beïnvloeding van muziek op zijn luisteraars. Over deze kwestie is er in de
wetenschap nog geen eenduidig antwoord.
1
Daar muziek vandaag de dag een pertinent medium is in onze samenleving, is het van groot
belang om volledig op de hoogte te zijn van zijn mogelijke invloed op de luisteraars. Aan de
hand van diepte-interviews poogt dit onderzoek een concreet antwoord te geven op de
voorgenoemde kwestie in verband met songteksten. De onderzoeksvraag luidt als volgt:
Welke rol spelen songteksten in de betekenis van muzikale boodschappen bij
jongeren?
Aangezien dit onderzoek kadert in een masterproef, is het onderzoek beperkt in tijd en ruimte,
namelijk Vlaanderen. De analyse tracht de rol van de songteksten in vier verschillende genres
(metal, rock, indie, hip hop) te achterhalen. Deze resultaten kunnen in verder onderzoek
omgezet worden in een kwantitatieve survey en zo op internationale schaal getest worden. Op
deze manier kan deze studie het cultivatie-onderzoek en het onderzoek naar culturele
indicatoren van muziek ten goede komen.
2
2
Eat, sleep, hear, repeat
Muziek is alomtegenwoordig in het leven van de mens van vandaag (Colson, 2014; Miranda
& Claes, 2009). Mensen kunnen overal en wanneer ze maar willen naar muziek luisteren door
moderne technologieën zoals smartphones, tablets, iPods en MP3’s. Uit onderzoek blijkt dat
33% van de adolescenten muziek beluistert terwijl ze met andere activiteiten en taken bezig
zijn (Fuld et al., 2009). Binnen de communicatiewetenschappen is er veel te doen rond de
invloed van de media op zijn gebruikers. Een theorie die hierbij van belang is, is de
cultivatietheorie van Gerbner. Deze theorie focust zich op de stabiele, rigide en wijd
verspreide verhalen, beelden en boodschappen die media al van kinds af aan bij de luisteraar
uitdragen en welke tegelijkertijd de institutionele karakteristieken van het medium
weerspiegelen (Gerbner, 1998).
Met betrekking tot de effecten van muziekconsumptie is er nog niemand in geslaagd een
standvastige invulling van de cultivatietheorie te geven. Wel zijn er al verwante inzichten naar
boven gekomen in het domein van de muziekstudies. Er werd bijvoorbeeld al bestudeerd dat
adolescenten populaire muziek gebruiken om hun emotionele staat of gemoedstoestand te
beheersen (Fuld et al., 2009). Ook gaan jongeren aan de hand van dit medium hun
persoonlijke identiteit vorm geven en proberen deel uit te maken van een groepsidentiteit
(Hogan et al., 1996; Miranda & Claes, 2009).
Iemands muziekvoorkeur en –gebruik varieert met leeftijd, gender, cultuur en etniciteit (Fuld
et al., 2009). Vrouwelijke adolescenten gebruiken muziek eerder om hun emotionele staat te
reflecteren, vooral wanneer ze zich eenzaam of triest voelen. Mannen gaan eerder muziek
gebruiken om hun energie te boosten of om een positief beeld van zichzelf te creëren (Fuld et
al., 2009).
Onderzoek naar de invloed van muziek staat niet stil. Er zijn al verschillende onderzoeken
gevoerd die de relatie tussen muziek en gedrag trachten te verklaren. Zo zijn er indicaties dat
adolescenten die risicovol gedrag (bv. stelen, roken, seksuele activiteiten en overspel)
vertonen, meer naar de radio luisteren dan de andere adolescenten en wanneer men
muziekvideo’s uit een ziekenhuis bande, werd er minder agressief gedrag vastgesteld
(Roberts, Dimsdale, East, & Friedman, 1998). Achtergrondmuziek heeft een positieve invloed
op emotionele reacties en sportprestaties, maar heeft enkele nadelige effecten op het geheugen
en zal het leesproces verstoren Dt is vooral het geval bij luide en snelle muziek (Kämpfe,
Sedlmeier, & Renkewitz, 2010; Thompson, Schellenberg, & Letnic, 2012). Over de relatie
3
tussen muziek en emotie beweert Fuld (2009) dat de emotionele respons sterk gerelateerd is
aan de leeftijd van de luisteraar, alsook aan zijn ervaringen en voorgevormde ideeën die men
bij de muziek heeft. Daarnaast is aangetoond dat muziek doorheen een proces van emotionele
aansteking op directe wijze werkelijke emoties kan teweegbrengen bij zijn luisteraars (Eerola
& Vuoskoski, 2010; Lundqvist, Carlsson, Hilmersson, & Juslin, 2008; North, Tarrant, &
Hargreaves, 2004; Roberts et al., 1998). Roberts et al. (1998) vonden dat de emotionele reactie
van de luisteraar eerder een voorspeller van risicovol gedrag is, dan het specifieke genre van
muziek waar de persoon in kwestie naar luistert. Wel is het zo dat blanke adolescenten met
een hoog level van risicovol gedrag meer naar metal luisteren dan deze met aan laag level van
risicovol gedrag (Roberts et al., 1998). Er zijn ook aanwijzingen dat hip hop en metal meer
beluisterd en geapprecieerd worden door jonge, mannelijke adolescenten die sterk peer
georiënteerd zijn, risicovol gedrag stellen zoals drugsgebruik, vandalisme, geweld en agressie
Naar deze genres wordt soms dan ook verwezen als ‘probleem-’ of ‘deviante’ muziek. Deze
adolescenten houden niet van de meer populaire, ‘gemakkelijk te beluisteren’ muziek
(Rawlings & Leow, 2008).
Op fysiologisch vlak hebben Longhi en Pickett (2008) gevonden dat wanneer kinderen (3m. –
14j.) met hart- en/of ademhalingsproblemen werden blootgesteld aan live muziek, het
zuurstofgehalte in hun bloed steeg. Deze studie suggereert dat muziek een mogelijke positieve
invloed heeft op het fysiologische en psychologische welzijn van de luisteraar.
2.1 Songteksten
Buckley & Anderson (2006) stellen dat de effecten van mediablootstelling voor een groot deel
afhangen van de inhoud van die media. Ook is aangetoond dat muziek en songteksten de
mogelijkheid hebben om het gedrag van mensen te beïnvloeden. Daarom is het belangrijk om
in het kader van muziek de invloed van de songteksten te onderzoeken (Greitemeyer &
Schwab, 2014; Jacob et al., 2010). Zo is aangetoond (2015) dat mensen die luisteren naar
muziek met prosociale songteksten (dit zijn songteksten met een positieve toon en woorden
als ‘help’, ‘love’, ‘care’) sneller prosociale gedragingen en minder antisociale gedragingen,
zoals agressie, zullen vertonen, alsook minder neigen tot roekeloos rijgedrag (Greitemeyer,
2011; Greitemeyer & Schwab, 2014; Guéguen et al., 2010; Münstermann et al., 2015). Dit
komt doordat prosociale teksten ervoor zorgen dat het gevoel van empathie bij de luisteraar
4
stijgt en dit gaat vervolgens resulteren in prosociaal helpgedrag (Greitemeyer, 2011;
Greitemeyer & Schwab, 2014; Jacob et al., 2010; Münstermann et al., 2015).
Münstermann et al. (2015) hebben dit gestaafd aan de hand van het General Learning Model
(GLM) van Buckley & Anderson (2006) en de Broaden-and-Build-Theory (Münstermann et
al., 2015). Het General Learning Model stelt dat in het algemeen blootstelling aan media de
inwendige staat (cognitie, affect en arousal) van een individu beïnvloedt. Deze inwendige
staat gaat vervolgens de wijze waarop het individu een situatie waarneemt en interpreteert
beïnvloeden en zo ook het resulterende gedrag van dit individu (Greitemeyer & Schwab,
2014; Jacob et al., 2010). Het GLM stelt dat, wanneer men luistert naar prosociale muziek,
dit, het aantal negatieve gedachten zal doen dalen en meer positieve gedachten zal ontlokken.
Ook zal, via de affectieve route, het luisteren naar dit soort muziek het gevoel van empathie
opwekken. Beide gegevens zullen vervolgens leiden tot meer prosociaal gedrag. Wanneer
men dit vervolgens toepast op media, kan dus gesteld worden dat media met positieve
inhouden positieve effecten kunnen teweegbrengen (Münstermann et al., 2015).
De Broaden-and-Build-Theory stelt dat het ervaren van positieve gevoelens zoals liefde,
interesse, vreugde of geluk, in dit geval opgewekt door het luisteren naar muziek met
prosociale songteksten, zorgt voor een verbreding van gedachtes en handelingen. Dit zou
kunnen leiden tot het voelen van meer verbondenheid met anderen en meer behulpzaam
gedrag zonder dat de helper er voordeel uit haalt (Münstermann et al., 2015).
Er wordt gesteld dat de melodie van het lied ook een mogelijke invloed heeft op kennis en
gedrag, zoals Greitemeyer (2011) veronderstelde. Deze idee komt ook terug in het onderzoek
van Peynircioglu et al. (2007), die stellen dat teksten het best worden onthouden wanneer ze
samen met de muziek worden gepresenteerd. Omdat in het brein het opzeggen van woorden
onafhankelijk van melodische productie gebeurt, kan een songtekst bijna niet opgezegd
worden zonder de melodie in het hoofd te halen. In het algemeen kunnen personen
makkelijker op een melodie komen dan op een songtekst (Peynircioğlu et al., 2007).
Daarnaast is aangetoond dat een voorkeur voor de genres zoals hip hop en metal geassocieerd
kan worden met een tolerantie van rassen- en seksuele discriminatie, vandalisme,
drugsgebruik, geweld en agressie. Ook is er een causale relatie tussen het beluisteren van
gewelddadige muziek (d.i. muziek met agressieve, vrouw- en manhatende songteksten) en
agressie bij adolescenten, zowel in cognities, attitudes en emoties (Fischer & Greitemeyer,
2006; Greitemeyer, 2011; Greitemeyer & Schwab, 2014; Guéguen et al., 2010).
5
Het luisteren naar muziek met romantische songteksten zal de kans vergroten dat de luisteraar
ingaat op een verzoek voor een date en het luisteren naar pro-integratie songteksten gaat
vooroordelen en discriminatie doen afnemen, onafhankelijk van genre, gemoedstoestand van
de luisteraar en of deze het lied goed of minder goed vindt (Greitemeyer & Schwab, 2014;
Guéguen et al., 2010). Greitemeyer en Schwab (2014) stellen dat enkel en alleen de inhoud
van de songteksten dit effect uitdraagt.
Blootstelling aan songteksten met een seksuele inhoud is een goede voorspeller van vroege
seksuele activiteit (Primack et al., 2009). Muziek is tegenwoordig een medium dat jongeren
sterk kan beïnvloeden in hun identiteitsvorming. Ook gaan jongeren zich spiegelen aan de
muziekartiesten (Primack et al., 2009).
Een groot deel van de bezorgdheid omtrent de invloed van muziek op zijn luisteraars, is
gerelateerd aan de songteksten (Fuld et al., 2009). Muziekteksten zijn sinds de jaren ’90
explicieter geworden in hun referenties naar seks, drugs en geweld (Fuld et al., 2009). Omdat
volgens de sociaal-cognitieve theorie mensen leren van blootstelling aan gedrag dat
gemodelleerd en beloond wordt, zoals in songteksten vaak het geval is, is het belangrijk om
ook om deze reden de (inhoud van) songteksten te onderzoeken (Primack et al., 2009). Colson
(2014) ontdekte in haar analyse dat de voornaamste culturele indicatoren, oftewel de thema’s
die het vaakst aan bod komen in de teksten van hedendaagse popmuziek, de volgende zijn:
sekseverhouding, verlies, opgroeien, succes, nachtleven en droom en herinnering. Geweld
komt niet aan bod in de meeste popsongs en moet eerder als een kleine categorie beschouwd
worden. Hieruit blijkt dat we niet alle muziek over dezelfde kam kunnen scheren, en beweren
dat alle genres explicieter zijn geworden in hun referenties naar seks, drugs en geweld. Er
dient een onderverdeling gemaakt te worden tussen de genres.
In dit onderzoek zal een onderscheid gemaakt worden tussen de genres metal, rock, indie en
hip hop. Er werd voor deze genres gekozen omdat, metal en hip hop vaak als deviante muziek
bestempeld worden, en de songteksten van rock en indie explicieter zijn in hun referentie naar
seks, drugs en geweld (Dolan, 2010; Greenfield et al., 1987; Rawlings & Leow, 2008). Het is
om deze redenen interessant om te bestuderen in welke mate luisteraars de thematieken uit
nummers binnen elk van deze genres kunnen onthouden en interpreteren.
2.1.1 Metal
Schwartz et al (2003) klasseren metal als een genre uit de heavy music, welke ze als volgt
definiëren:
6
“It is usually guitar and/or drum-based, is loud and fast, and expresses a variety of
intense emotions (e.g., anger, sexual aggression). Although many different messages
are communicated in heavy music (e.g., sexual, environmental, sociopolitical), its
themes are often driven by moral relativity, antiestablishment values, and
hypermasculinity.”
Hoewel men zou verwachten dat metal vooral adolescenten aanspreekt met een hoog level
van sensatiezoekend gedrag, bestaat er geen causaal verband tussen de twee (Villani, 2001).
Er bestaan wel significante associaties tussen een voorkeur voor metal en
zelfmoordgedachten, vrijwillige zelfverwonding, depressie, delinquentie, druggebruik,
familiale problemen en het afkeren van autoriteiten (Roberts et al., 1998; Villani, 2001). Dit
komt grotendeels overeen met de thema’s die aan bod komen in het metalgenre, namelijk
seksuele vrijheid, dood, moord, zelfmoord, negatieve stereotypen ten opzichte van vrouwen,
alcohol- en drugsmisbruik, slechtere punten en gedragsproblemen op school, arrestaties en
een hogere seksuele activiteit (Fuld et al., 2009; Took & Weiss, 1994). Adolescenten die
verkeren in situaties van de voorheen genoemde associaties (zelfmoordgedachten, vrijwillige
zelfverwonding, etc.) voelen zich aangesproken door metal omdat de thema’s overeenkomen
met hun eigen gevoelens van frustratie, wanhoop en woede. Een groot deel van deze
luisteraars beweert zich gelukkiger te voelen na het luisteren van hun favoriete genre (Villani,
2001). Bij een minderheid treedt echter een omgekeerd effect op: ze voelen zich nog
droeviger na het beluisteren van heavy metal muziek. Villani (2001) suggereert dat zij het
meeste risico lopen op zelfmoordneigingen. Metalmuziek zal enkel zelfmoordgedrag
aansteken als er al dergelijke gedachten in de luisteraar hoeden (Villani, 2001).
2.1.2 Rock
Rock is naast pop het meest voorkomende genre in de muziekwereld (Brattico et al., 2011;
Pereira et al., 2011). Dit genre wordt gekenmerkt door een gemiddelde complexiteit, is
energiek, intens en rebels, is op de gitaar gebaseerd en heeft vaak een negatieve toon
(thema’s, akkoorden, noten) in zowel de muziek als de songteksten (Brattico et al., 2011;
Took & Weiss, 1994). Sinds de introductie van rock in de late jaren ’60 zijn songteksten over
het algemeen meer expliciet geworden en dit vooral in referentie tot seks, drugs en geweld
(Bennett, 2009; Took & Weiss, 1994). In de jaren ’70 werden vervolgens ook de rocklyrics
hier explicieter in (Fuld et al., 2009).
7
Rockmuziek heeft steeds een dubbele relatie gehad met commercialisme. Enerzijds wordt
gezegd dat het genre ontstaan is als een reactie op de commerciële hitsingle-producerende
artiest, anderzijds hebben verschillende rockartiesten (onder meer pioniers zoals bijvoorbeeld
Elvis, The Beatles en The Rolling Stones) een hele resem aan hits uitgebracht. Het genre is
albumgeörienteerd en is voor de productie sterk aangewezen op de technologie van de
opnamestudio (Bennett, 2009).
De voornaamste thema’s die worden aangesneden zijn: seksuele activiteit, dood, zelfmoord,
alcohol- en drugsmisbruik. Rock wordt dan ook, evenals metal, vaak geassocieerd met een
verhoogd risico op zelfmoord (Fuld et al., 2009). Ondanks dat er nog geen duidelijk causaal
verband gevonden is, zijn er toch al voldoende indicaties om bezorgd te zijn over
desensitisering ten opzichte van geweld, genderrol stereotypering en acceptatie van risicovol
gedrag (Villani, 2001). Dit moet echter genuanceerd worden, omdat songteksten van
rockliedjes vaak verkeerd worden verstaan (Greenfield et al., 1987). Videoclips kunnen er dan
weer wel voor zorgen dat de interpretatie van de luisteraars beperkt wordt. Men zou hieruit
kunnen afleiden dat via deze muziekvideo’s de boodschap toch makkelijker begrepen wordt.
2.1.3 Indie
Van het indiegenre zijn er verschillende definities. In dit onderzoek wordt uitgegaan van een
traditionele en een hedendaagse definitie. Oorspronkelijk is het concept van ‘indie-muziek’
ontstaan in de jaren ’50, toen voor het eerst muziek onder een ‘independent’ label werd
gemaakt. In de late jaren ’80, vroege jaren ’90 ontstond vervolgens, als reactie op de
onpersoonlijke mainstreammuziek, het indiegenre (Dolan, 2010). In een utopische poging
wilde men oorspronkelijk de vicieuze cirkel waarin de grote labels alle bands naar zich
trekken, stoppen (Dolan, 2010). De muzikanten (bijvoorbeeld Fugazi en Shellac) wilden
onafhankelijk opereren van het globale marktmechanisme (Beal, 2009). Het is altijd een
tegenbeweging geweest tegen rock welke een zeer dubbelzinnige relatie heeft met het
commercialisme. Als reactie op de mainstreammuziek baadt indie vaak in intellectualisme.
Men maakte vaak gebruik van slimme teksten met obscure citaten, satire en zelfanalyse,
alsook lokale alledaagse zaken (Dolan, 2010).
(Persoonlijke) authenticiteit en waarheid zijn zeer belangrijk in het genre en komen dan ook
vaak terug als thema’s in de muziek (Beal, 2009; Dolan, 2010). De lokale waarden, zoals die
van de Engelse arbeidersklasse tegenover de globale waarden van de mainstream
8
commerciële muziek, zijn van groot belang bij indiebands. Het zingen in het eigen accent is
dan ook niet uitzonderlijk in dit genre (Beal, 2009). Hoewel men zich tegen de massacultuur
wil keren, kan men paradoxaal niet zonder de grote labels bestaan.
“(...) without dominant, mainstream musics against which to react, independent music
cannot be independent. Its existence depends upon dominant music structures and
practices against which to define itself. Indie music has therefore been continually
engaged in an economic and ideological struggle in which its ‘outsider’ status is reexamined, re-defined, and re-articulated to sets of musical practices.” - (Dolan, 2010)
Dit impliceert dat indiemuziek als elitair wordt beschouwd. Het is weggelegd voor een kleine
groep die zich afzet tegen de massa. Hier worden ze weer, ironisch genoeg, gevormd door het
consumentenkapitalisme, want vaak gaat het om toegewijde fans die de platen van hun
favoriete indie-artiesten verzamelen. Ze weigeren om naar grote muziekwinkels te gaan of
platen te kopen die door de massa gesmaakt worden (Dolan, 2010).
Indie wordt verder ook gekenmerkt door een lo-fi en nostalgische sound. Men tracht op een
zo ‘eerlijk’ mogelijke manier de materialiteit van de muziek en de effectieve ervaring van het
luisteren te benadrukken. Dit lo-fi geluid wordt gecreëerd door op gekke, oude instrumenten
simplistische tonen en akkoorden te spelen en amateuristische opnames te maken. “This
aesthetic distance is not cynical but nostalgic; it is not an absence of emotion, but its
intensification.” Het nostalgische wordt verder nog gehaald uit het zingen over herinneringen,
vaak gaan deze over een ver, denkbeeldig verleden. “The dreamy and atmospheric textures,
often sound more like they are performing memories of songs than the songs themselves”
(Dolan, 2010).
De hedendaagse definitie van indie (bijvoorbeeld artiesten zoals Belle and Sebastian en Beck)
verschilt van de traditionele daar de DIY-mentaliteit van het indiegenre is afgezwakt en de
onafhankelijkheid van de artiesten niet meer speelt. Vandaag de dag wordt ook indiemuziek
onder major labels gemaakt. Men dient doorheen deze scriptie in het achterhoofd te houden
dat de hedendaagse en niet de traditionele definitie gehanteerd wordt.
2.1.4 Hip hop
In de jaren ’60 – ’70 ontstond in de getto’s van New York City het energetische, ritmische en
stedelijke muziekgenre genaamd hip hop (Bader & Scharenberg, 2010; Cheyne & Binder,
9
2010; ter Bogt, Delsing, van Zalk, Christenson, & Meeus, 2011). De erbarmelijke
omstandigheden in de getto’s zijn een inspiratiebron voor de teksten. Vaak gaat het in de
zogenaamde ‘hood narratives’ om het promoten van de hegemonische mannelijkheid, een
negatieve houding tegenover vrouwen, gevaar en deviantie. Meer dan bij andere genres
vormen de lokale roots de inhoud van de songteksten. Hip hop wordt ook wel een
‘gelokaliseerde vorm van culturele expressie’ genoemd (Weitzer & Kubrin, 2009).
De getto’s bestaan vooral uit benadeelde zwarte gemeenschappen, wat gereflecteerd wordt in
de teksten (Weitzer & Kubrin, 2009). De pionier in dit thema is Public Enemy, welke de
meest invloedrijke en controversiële rapgroep van de late jaren ’80 genoemd wordt. Zowel op
muzikaal als op politiek vlak waren ze revolutionair, met teksten over alle soorten sociale
problemen, voornamelijk deze gerelateerd aan de zwarte gemeenschappen. Op deze manier
wilden ze hun luisteraars aanzetten tot sociaal activisme. Dit soort hip hop wordt ook wel
‘indie hip hop’ genoemd. Het bevat serieuze sociale en politieke boodschappen en gaat zich
tegen het kapitalisme van de popcultuur en muziekindustrie richten (Lin, 2006, 2008).
Men dient dus steeds een onderscheid tussen ‘indie hip hop’ en ‘mainstream hip hop’ in het
achterhoofd te houden. In dat laatste genre zijn veelvoorkomende thema’s geweld en het
economisch en seksueel uitbuiten van vrouwen door mannen. Hiermee kunnen mannen
namelijk respect verdienen in de getto’s (Weitzer & Kubrin, 2009). Ook kan men er rijkdom
en status verkrijgen door middel van criminaliteit. Zo wordt ook in de muziek criminaliteit en
zelfs verkrachting geaccepteerd (Kistler & Lee, 2009; Warren & Evitt, 2010; Weitzer &
Kubrin, 2009).
10
3
Onderzoeksvragen en methode
Vooraleer de keuze van de methode verantwoord wordt, is het belangrijk om de
onderzoeksvragen specifieker te formuleren. De methode is hier namelijk op afgestemd.
1. In welke mate onthouden muziekliefhebbers tussen 18 en 24 jaar effectief bepaalde
thematieken uit songteksten van een lied uit hun favoriete genre?
Het is interessant om te onderzoeken of adolescenten effectief songteksten kunnen opzeggen,
daar Greitemeyer (2011) opmerkte dat de melodie ook een mogelijke invloed heeft op de
luisteraar. Peynircioglu et al. (2007) ontdekten dat een songtekst zo goed als niet kan
opgezegd worden zonder de melodie te horen. Dit zal in deze studie ook worden nagegaan.
2. Welke thema’s in songteksten uit een bepaald genre blijven effectief hangen bij
muziekliefhebbers tussen 18 en 24 jaar die fan zijn van ditzelfde genre?
Het kan interessant zijn om te onderzoeken welke thema’s bij jongeren blijven hangen, daar
de songteksten explicieter zijn geworden in hun referentie naar seks, drugs en geweld (Fuld et
al., 2009).
3. In welke omstandigheden blijven de thematieken aanwezig in songteksten uit een
bepaald genre effectief hangen bij muziekliefhebbers tussen 18 en 24 jaar die fan zijn
van ditzelfde genre?
3.1 Hangt dit samen met het genre?
3.2 Hangt dit samen met de betrokkenheid van de jongere bij het lied?
3.3 Hangt dit samen met de mate van fandom van de jongere?
3.4 Hangt dit samen met de emotionele staat van de jongere?
Daar er nog geen eenduidig antwoord op deze vragen te vinden is in de wetenschappelijke
literatuur, dienen we op een inductieve en exploratieve manier te werk te gaan. Onze intentie
is om empirische veralgemeningen uit de data te abstraheren. Er wordt dus voor een
kwalitatief onderzoek gekozen.
11
3.1 Onderzoeksstrategie
In dit onderzoek is er omwille van de volgende redenen voor een kwalitatieve strategie
gekozen. Ten eerste werd het principe van inductie toegepast. Uit de gemaakte observaties
werden algemene patronen getrokken. Ook doorliep het onderzoek een iteratief proces,
waarbij voortdurend teruggekoppeld werd tussen theorie en data. Ten tweede werd er als
epistemologische overweging voor de interpretatieve benadering gekozen. We trachtten om
het menselijk handelen te begrijpen. In dit onderzoek werd het ‘handelen’ ingevuld door ‘het
beleven van muzikale boodschappen door muziekfans’. Als ontologische overweging werd er,
ten derde, gekozen voor het constructivisme. Dit houdt onder andere in dat we het begrip van
de werkelijkheid als een sociale constructie benaderden (Dhoest, 2014). Tot slot is het een
explorerend onderzoek aangezien er nog geen eenduidige conclusie in verband met dit
onderwerp bestaat.
Bij een kwalitatieve strategie dient in het achterhoofd gehouden te worden dat de
subjectiviteit van de onderzoeker kan meetellen. Dit kan zowel positief als negatief bekeken
worden. Daar de onderzoeker zelf een fervente muziekfan en –journalist is en zij zelf in de
leeftijdscategorie van de steekproef valt, heeft ze een grote insider knowledge, en dus geen
outsider status. Subjectiviteit staat echter tegenover objectiviteit, wat een grote waarde is in
positivistisch wetenschappelijk onderzoek. De onderzoeker loopt het risico om een te grote
betrokkenheid tot het onderzochte onderwerp te hebben. Hier is door middel van reflectie
rekening mee gehouden tijdens het verloop van het onderzoek. De onderzoeker was zich
steeds bewust van een mogelijke interferentie van haar subjectiviteit en heeft tijdens het
afnemen en het analyseren van de interviews telkens een zekere afstand in acht genomen.
3.2 Onderzoeksdesign
Er werd gekozen voor een cross-sectioneel design. Elk individu van de steekproef werd maar
één keer bevraagd. De meting van de respondenten gebeurde op één moment. Op deze manier
werd getracht variatie en samenhang tussen de resultaten te vinden (Dhoest, 2014). Dit design
heeft zowel sterktes als zwaktes. Het is betrouwbaar en repliceerbaar indien de onderzoeker
steeds duidelijk vermeldt wat hij heeft uitgevoerd en vervolgens zijn procedures helder
neergepend. In dit onderzoek werd zeer consistent te werk gegaan en werden de gevolgde
procedures zo gedetailleerd mogelijk neergeschreven. Zwakke punten van dit design zijn de
interne, ecologische en, in dit geval, externe validiteit. Het is namelijk niet mogelijk om via
12
een cross-sectioneel design causale relaties te achterhalen. We konden slechts een uitspraak
doen over een mogelijke samenhang. Ook grepen we in de werkelijkheid in door
respondenten te interviewen. Hierdoor is de ecologische validiteit zwak. Tot slot is in het
geval van dit onderzoek ook de externe validiteit zwak, daar er een theoretische steekproef
gebruikt werd.
3.3 Onderzoeksmethode
Er werd gekozen voor het uitvoeren van diepte-interviews. Dit is de methode die het best past
bij de combinatie van een kwalitatieve strategie met een cross-sectioneel design.
Strikt genomen dient dit onderzoek een multi-methodenonderzoek genoemd te worden. De
steekproef werd namelijk getrokken op basis van een mini-survey met als doel de meest
geschikte respondenten te selecteren en dit proces dus te faciliteren door middel van een
kwantitatieve methode. Na deze fase werd vervolgens verder onderzoek gedaan op basis van
diepte-interviews.
3.3.1 Grounded Theory
De gehanteerde onderzoeksmethode is in sterke mate verbonden met de Grounded Theory
benadering (Mortelmans, 2009). De dataverzameling kende een cyclisch verloop, waarbij
interviews afgewisseld werden met fases van data- analyse, op basis waarvan de vragen
specifieker werden bijgesteld. Vervolgens werd een nieuwe reeks interviews afgenomen. Dit
herhaalde zich tot er een saturatie van informatie optrad. Hierbij dient opgemerkt te worden
dat men bij dit explorerend onderzoek niet doelde op het ontwikkelen van een theorie, maar
eerder op het vaststellen van empirische tendensen, die in verder onderzoek getest dienen te
worden.
3.4 Dataverzameling
3.4.1 Steekproef
Uit de Grounded Theory volgt de theoretische steekproef, welke voor dit onderzoek werd
aangewend. Er is specifiek voor gekozen om respondenten te rekruteren in gebieden waar de
meeste personen waarschijnlijk iets kunnen zeggen over het onderwerp. Er werden oproepen
13
geplaatst in de Facebook-groep ‘BANDBOOK – Musicians connected’, in de Facebookgroepen van de muziek- en de concertredactie van de cultuursite Cutting Edge en op de
Facebookpagina en Twitteraccount van Muziekcentrum Trix. De leeftijdscategorie in welke
respondenten gezocht werden, bedroeg 18 tot 24 jaar. Er is voor deze leeftijd gekozen daar de
muziek die mensen luisteren in hun late adolescentie en jongvolwassenheid, het best wordt
onthouden tijdens de rest van hun leven (ter Bogt et al., 2011). Mensen houden meer van de
muziek die ze tijdens die periode luisteren dan van de muziek die ze op jongere of latere
leeftijd beluisteren (ter Bogt et al., 2011). Om respondenten in de juiste leeftijdscategorie (1824j.) aan te trekken, is de oproep ook verzonden naar de studenten van de faculteit Politieke
en Sociale Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen. Om een hogere respons te
verkrijgen, werd een concertticket (ter waarde van €20) naar keuze verloot onder de
geïnterviewden.
Een initiële mini-survey bestond uit vragen die peilden naar geslacht, leeftijd, naam, emailadres, de vijf favoriete artiesten van de respondent, de manieren waarop de respondent
muziek luistert en hoeveel tijd deze daaraan besteedt. Deze vragenlijst is in totaal ingevuld
door 161 personen waarvan 25 ouder of jonger waren dan de gevraagde leeftijd (18–24j.) en
één persoon geen naam of e-mailadres had ingevuld. Dit resulteerde in een aantal van 135
valide respondenten.
Uit deze lijst van respondenten hebben we vervolgens acht personen geselecteerd voor de
eerste fase van interviews. De keuze is gemaakt op basis van de vijf favoriete artiesten en het
aantal uren dat ze luisteren. De sensitizing concepts waren ‘muziekfan’ en ‘genre’. Eerst zijn
de personen geselecteerd die vijf artiesten vermeldden uit hetzelfde genre (metal, rock, indie,
hip hop). Mensen met vijf artiesten uit een ander genre (bijvoorbeeld klassieke muziek)
werden geëlimineerd. We hebben respondenten uit deze genres geselecteerd, omdat het
interessant is om een vergelijking te maken tussen genres. Daar songteksten in deze genres
verschillend kunnen zijn van functie of andere thema’s bevatten, kan het zijn dat luisteraars
op een andere manier beïnvloed gaan worden. Met behulp van de muziekwebsite Last.fm1 zijn
de artiesten in een genre geplaatst. Uit deze lijst respondenten zijn vervolgens per genre
(metal, rock, indie, hip hop) de twee personen geselecteerd die het grootst aantal uren naar
muziek luisteren. Zij werden tot metal-, rock-, indie- of hip hop-specialist benoemd. Uit
studies is naar voor gekomen dat adolescenten in Engeland gemiddeld 2,45u/dag muziek
1
http://www.last.fm/
14
luisteren en Amerikaanse adolescenten 1,5 tot 2,5u/dag (Fuld et al., 2009; Primack et al.,
2009). In dit onderzoek werd op basis van deze resultaten aangenomen dat respondenten die
gemiddeld 7u/dag muziek luisteren muziekfans zijn en in aanmerking komen voor de
interviews. Er werd specifiek voor gekozen om met muziekfans te werk te gaan, aangezien ze
meer over muziek zullen kunnen vertellen en zich bewuster zullen zijn van de invloed van
muziek(teksten).
Bij de selectie van respondenten voor de eerste fase dienen enkele opmerkingen gemaakt te
worden. Ten eerste beperken de meeste respondenten zich niet tot slechts één genre.
Bijvoorbeeld, niet alle artiesten zoals bijvoorbeeld bij respondent Jan2 (metal-specialist) zijn
in de eerste plaats onder te brengen in het metalgenre, maar hebben niettemin een zeer sterke
metalgeschiedenis. Hierdoor is Jan toch als metal-specialist toegelaten. Hetzelfde geldt voor
respondent Koen (hip hop-specialist). Ten tweede was er bij het indiegenre geen tweede
persoon die vijf indie-artiesten had opgegeven. Hiervoor is een persoon geselecteerd met vier
indie-artiesten en één rock-artiest. In bijlage 1 is een volledige lijst van de respondenten te
vinden.
In een tweede fase werden vervolgens vijf respondenten geselecteerd. Dit keer was de
voorwaarde niet meer dat ze naar één bepaald genre luisteren, maar dat ze naar een variatie
aan muziekgenres luisteren en een groot aantal uren luisteren. We hebben in deze fase dus de
meer algemene muziekfans (zie bijlage 2) geselecteerd.
3.4.2 Diepte-interviews
In de eerste fase van de dataverzameling hebben we aan de hand van een verkennende minisurvey een groot aantal respondenten verzameld. Hieruit hebben we vervolgens acht
muziekspecialisten geselecteerd, welke in een tweede explorerende fase werden geïnterviewd.
Deze fase vormt de eerste iteratie van het onderzoek. Aan de hand van een
semigestructureerde vragenlijst (zie bijlage 3) werd onderzocht of muziekspecialisten actief in
hun geheugen op zoek kunnen gaan naar songteksten die ze hebben onthouden, welke thema’s
er volgens hen voornamelijk in hun favoriete genre voorkomen, en in welke omstandigheden
ze makkelijker songteksten kunnen onthouden en dus ook de boodschap uit een lied halen.
We hebben deze eerste interviews onderworpen aan een tussentijdse analyse. Vervolgens
hebben we aan de hand van deze vaststellingen ons onderzoeksopzet bijgestuurd. Dit
2
In dit onderzoek wordt met fictieve namen gewerkt.
15
resulteerde in een tweede iteratie waarbij een specifiekere vraagstelling werd gehanteerd. We
hebben onze semigestructureerde vragenlijst op basis van de antwoorden van de eerste iteratie
aangepast (zie bijlage 4). In deze vragenlijst werd niet meer gevraagd aan de respondenten of
ze actief een songtekst uit hun favoriete genre konden opzeggen, maar of ze een aantal liedjes
die vaak op de radio komen, kunnen aanvullen en zeggen wat de boodschap van de liedjes is,
wanneer ze deze eerst even kunnen beluisteren. Voor elk genre (metal, rock, indie, hip hop)
werd voor dit jaar (van de week voor het interview), 2014 en 2013 het meest afgespeelde
liedje geselecteerd (zie bijlage 4). Verder werd er onder andere gevraagd welke thema’s in de
vier verschillende genres het meest aan bod komen, hoe belangrijk songteksten en de
boodschap in een lied voor hen zijn, en in welke omstandigheden ze het makkelijkst
songteksten onthouden. Met deze tweede vragenlijst zijn we vijf meer algemene muziekfans
(zie bijlage 2) gaan interviewen.
3.5 Analyse
De analyse is geïnspireerd op de principes van de Grounded Theory benadering (Mortelmans,
2009). Hier staan twee elementen centraal die ook aan de basis van dit onderzoek liggen. Ten
eerste draait het om theorievorming. We trachten om algemene tendensen te abstraheren uit
empirisch materiaal dat we verzameld en geanalyseerd hebben, en aan de hand van deze
tendensen kunnen hypothesen opgesteld worden voor vervolgonderzoek. Ten tweede is het
cyclisch te werk gaan van groot belang in de Grounded Theory benadering. De data werden in
verschillende fasen verzameld, geanalyseerd en vergeleken.
De interviews werden getranscribeerd en geanalyseerd. Eerst werd gebruik gemaakt van open
codering (Mortelmans, 2009). De transcripties werden opgedeeld in kleinere gehelen, waaraan
codes gegeven werden. Vervolgens werden deze losse codes tot concepten verbonden ofwel
axiaal gecodeerd. Tot slot werd gebruik gemaakt van een selectieve codering. We gingen
relaties tussen de concepten zoeken om ze met elkaar te verbinden. Op deze wijze werd
getracht om tot empirische veralgemeningen te komen. De concepten werden onderverdeeld
in categorieën, binnen dewelke we de onderzoeksvraag trachtten te beantwoorden.
16
4
Resultaten
4.1 Onderzoeksvraag 1
De eerste onderzoeksvraag luidt: In welke mate onthouden muziekliefhebbers tussen 18 en 24
jaar effectief bepaalde thematieken uit songteksten van een lied uit hun favoriete genre?
4.1.1 Fase 1: muziekspecialisten
Om deze onderzoeksvraag te testen, werd eerst nagegaan hoe goed adolescenten songteksten
kunnen onthouden. Uit de eerste fase van interviews, deze met de acht muziekspecialisten,
werd meteen duidelijk dat het voor muziekfans tussen 18 en 24 jaar vrij tot zeer moeilijk is
om actief in hun geheugen op zoek te gaan naar songteksten uit hun favoriete genre. Vier
respondenten moesten heel lang nadenken voor ze één, twee of drie zinnen konden opzeggen,
één hip hop-specialist kon geen tekst opzeggen, één indie-specialist kon vrij vlot een strofe
opzeggen en één metal-specialist kon heel vlot teksten opzeggen.
4.1.1.1 Metal
Bij het genre ‘metal’ kan Jan één zin van een tekst opzeggen:
“You can reach inside my head and put your song there instead.” (Steven Wilson – ‘The
raven that refused to sing’)
Jan zingt een klein foutje. Het zou moeten zijn: “You can reach inside my head.
And you can put your song there instead.” Hij zegt dit lied onthouden te hebben omdat het
over een mooi verhaal van Edgar Allen Poe gaat:
“Dat verhaal van Edgar Allen Poe, over die ‘raven’ die daar zit. Dat werd dan in het
nummer de geest, of hoe je dat moet zeggen, van iemands overleden zus. En die kwam
hem achtervolgen bij wijze van spreken en zijn kraai bleef echt die mens achtervolgen.
Dat is wel één van zijn nummers, die ik misschien in die mate heb beluisterd dat ik die
laag of die betekenis achter die tekst wel begon te zien, ook door de clip die er bij
was.”
17
Verder zegt Jan dat dit één van de uitzonderingen is, waar hij de tekst van heeft onthouden.
Toch zegt hij dit eventueel wel te kunnen onder twee voorwaarden: de muziek moet opstaan
en hij moet zeker eerst de tekst hebben opgezocht.
Metal-specialiste Lien kan heel vlot de volgende teksten opzeggen:
“So save your breath, I will not hear. The words are very clear. I think I've made it
very clear. You wouldn't hate enough to love. It was... This was supposed to be
enough. I think you were my friend. I wouldn't have heard you in the end. (“of zo iets”)
I never claimed to be a saint, my smile was taken long ago. If I could change, I hope I
never know.” (Slipknot- ‘Snuff’)
Er zitten enkele foutjes in haar tekst. De werkelijke tekst gaat als volgt:
“My smile was taken long ago. If I can change I hope I never know. (…) So save your
breath, I will not hear. I think I made it very clear. You couldn't hate enough to love. Is
that supposed to be enough? I only wish you weren't my friend. Then I could hurt you
in the end. I never claimed to be a saint.”
Ze vertelt dat ze deze tekst kan opzeggen omdat ze het ten eerste een heel goed en droevig
liedje vindt. Ze luistert het dan ook als ze zich slecht voelt.
“What will you tell your children when they ask you “what went wrong”. How can
you paint a picture of a paradise lost. To eyes that know only a wasteland. How will
you justify watching the world die.” (Parkway Drive – ‘Dark days’)
Lien vindt dit een heel goed liedje en ze beluistert het als ze kwaad is. Daarnaast heeft ze het
gebruikt voor een presentatie op school, waar ze de tekst toonde.
“Strike one is how you're looking at my friends. So I punched your eye, so you'll never
blink again. Strike two… (denkt na. “Iets met een hond. Dat is echt het enige normale
waar ik op kan komen.”) Everybody knows it’s ten strikes you’re out.” (Steel Panther
– ‘Ten strikes you’re out’)
De eerste twee zinnen zegt ze fout op. Deze zouden als volgt moeten zijn: Strike one, I saw
you winking at my friends. I'll poke your damn eye so you'll never wink again. Lien zegt dat
ze dit een grappige tekst vindt en af en toe thuis meezingt.
18
Fans van het metalgenre konden over het algemeen behoorlijk goed muziekteksten in
herinnering brengen. Beide respondenten slaagden erin om enkele zinnen op te zeggen. Toch
was er een verschil tussen beide, omdat het bij Lien beduidend vlotter ging dan bij Jan.
4.1.1.2 Rock
Bij het genre ‘rock’ kan specialist Dries één zin opzeggen:
“It's okay to eat fish, ‘cause they don't have any feelings.” (Nirvana – ‘Something in
the way’)
Dries zegt dat hij deze tekst kan opzeggen omdat het over het thema ‘bewustzijn’ gaat, een
thema waar hij ook vaak mee bezig is. Hij heeft dus een zekere betrokkenheid bij dit lied. Ook
gebruikt hij deze zin soms in bepaalde gesprekken omdat hij het grappig vindt. Wat hij niet
zegt, maar wel verondersteld kan worden, is dat hij het heeft onthouden omdat het een
oneliner is.
Rock-specialiste Kaat kan de volgende tekst opzeggen:
“The best you ever had, the best you ever had, is just a memory and those dreams are
not as what they do seem. This is my love for your dream, my love.” (Arctic Monkeys
– ‘Fluorescent adolescent’)
Over deze tekst moest ze heel lang nadenken. Ook heeft ze niet alles juist, de juiste tekst gaat
als volgt: The best you ever had, the best you ever had, is just a memory. And those dreams
weren't as daft as they seem. My love, when you dream them up. Dit liedje kan Kaat opzeggen
omdat ze het heeft opgezocht en omdat het een opvallend liedje is. Ze kent het namelijk van
een televisieserie en de muziekvideo is van een optreden van de Arctic Monkeys in
clownspakken.
Over het algemeen kunnen de fans van het rockgenre enkele zinnen opzeggen. Dries kan dit
sneller dan Kaat. Zij zegt makkelijk een poptekst op.
4.1.1.3 Indie
Indie-specialist Ben kan een aantal oneliners opzeggen. Hier moet hij wel lang over
nadenken.
19
“We can live on forever.” (Yeasayer – ‘Henrietta’)
Deze oneliner heeft hij onthouden omdat er volgens hem een heel mooi verhaal achter dit
liedje schuilt. Dit verhaal is hij echter wel alleen maar te weten gekomen omdat hij het is gaan
opzoeken.
“Checked into my heart and thrashed it like a hotel room.” (Unknown Mortal
Orchestra – ‘Multi-love’)
Dit heeft hij onthouden omdat hij het een heel goede zin vond.
Hanne heeft de volgende teksten onthouden en kan deze vrij snel opzeggen:
“She says literally the air she breathes en the, (“Ik verzin ook vaak woorden als ik dat
niet versta, als een klein kindje.”), and the mellow props make me want to fucking
scream. Does she even knows what that word means, because it's literally not that.”
(Father John Misty – ‘The night Josh Tillman came to our apt’)
Ze zegt enkele foute zinnen op, de juiste tekst gaat als volgt: She says, like literally, music is
the air she breathes. And the malaprops make me want to fucking scream. I wonder if she
even knows what that word means. Well, it's literally not that. Deze tekst heeft ze onthouden
omdat zij zelf ook veel bezig is met ‘consumeren’. Voor haar is het lied herkenbaar en ze
heeft er een zekere betrokkenheid bij.
“Worrying is as effective as solving an algebra equation by chewing bubblegum.”
(Baz Luhrmann – ‘Sunscreen’)
“Be kind to your siblings, they’re the best link to your past.” (Baz Luhrmann –
‘Sunscreen’)
Ook deze twee zinnetjes zegt ze een klein beetje verkeerd op. Deze moeten zijn: Worrying is
as effective as trying to solve an algebra equation by chewing bubblegum. Be nice to your
siblings, they’re the best link to your past. Hanne zegt deze zinnen onthouden te hebben
omdat ze deze gebruikt om haar vriendinnen op te vrolijken of ze luistert zelf naar het lied als
ze zich slecht voelt, omdat het haar motiveert. Ook vindt ze dat de zanger gelijk heeft. Hier
kan evenzeer verondersteld worden dat ze deze zinnen heeft onthouden omdat het oneliners
zijn.
20
4.1.1.4 Hip Hop
Hip hop-specialist Koen kan na lang nadenken volgende zin opzeggen:
“Life's a bitch and then you die.” (NAS – ‘Life’s a bitch’)
Koen kan deze teksten opzeggen omdat hij het goede liedjes vindt met een goede boodschap.
Allemaal gaan ze over problemen waar twintigers mee geconfronteerd worden. Hij noemt dit
een ‘rebelperiode’ waar iedereen iets ‘tegen het systeem’ heeft. Dit gevoel ligt in de liedjes en
dat spreekt hem aan. Er is dus sprake van een zekere herkenbaarheid, hij vindt dat de zanger
gelijk heeft. Hier kan men weer veronderstellen dat hij de zinnen ook heeft onthouden omdat
het oneliners zijn. Verder is het opvallend dat de drie zinnen allemaal over het thema dood
gaan, maar Koen zegt dat dit toeval is.
Hip hop-specialiste Julie kan op geen enkele tekst komen. Ze vraagt of ze wat liedjes mag
opzetten, maar zelfs dan kan ze geen zinnen opzeggen. Julie vindt dit heel moeilijk omdat er
veel beeldspraak in de muziek zit, haar Engels niet zo goed is en de teksten alsmaar door
gaan. Wel is ze verbaasd dat ze geen teksten kan opzeggen omdat ze de liedjes al zo vaak
heeft beluisterd.
De fans van het hip hop-genre hebben het beduidend moeilijk met zinnen opzeggen. Koen kan
na lang nadenken een oneliner opzeggen en Julie kan niets bedenken.
4.1.2 Fase 2: algemene muziekfans
In de tweede fase van dataverzameling, deze keer met vijf meer algemene muziekfans, werd
vervolgens nagegaan of mensen teksten kunnen opsommen als ze net het liedje hebben
gehoord. Uitgaande van de cultivatietheorie kan er namelijk verondersteld worden dat hoe
meer mensen passief beïnvloed worden door media, hoe meer ze hier van gaan onthouden.
Ook uit deze interviews werd duidelijk dat het voor mensen moeilijk is om songteksten van
liedjes die vaak op de radio gedraaid worden, aan te vullen.
Sam kan slechts van één liedje het refrein aanvullen zonder dat de muziek opstaat. Dit is een
metal-liedje dat hij al vaak heeft meegezongen en dat ook vaak bij vrienden opstaat. Ook kan
hij een indie-liedje vrij goed meezingen als het opstaat. Verder kan hij twee liedjes mee
neuriën als ze opstaan. Van vijf liedjes kan hij enkele woorden meezingen als het liedje
21
opstaat, in drie gevallen komen deze woorden in de titel van het liedje voor. De twee overige
liedjes kan hij niet meezingen of mee neuriën omdat hij ze nog niet heeft beluisterd.
Bram kan al twijfelend bij één hip hop-nummer een deel van het refrein aanvullen. Van vijf
liedjes kan hij de tekst niet aanvullen of mee neuriën omdat hij het nog nooit heeft beluisterd
of omdat hij het geen goede muziekartiest vindt. Van twee liedjes kent hij de melodie wel,
maar kan niet aanvullen of meezingen en van één indie-liedje kent hij enkele zinnen, maar
zingt ze niet juist. Dit laatste kan hij meezingen omdat hij de CD veel heeft beluisterd. Verder
geeft Bram nog aan dat hij zelden of nooit naar de radio luistert. Verder zegt hij ook nog de
volgende zin op: “Als ze lacht, is het altijd wereldvrede.” (Yevgueni – ‘Als ze lacht’). Dit
liedje werd gedraaid op een begrafenis van iemand die hij kende.
Arne denkt dat hij van zes liedjes een stuk van de tekst kan aanvullen maar is iedere keer fout.
Bij de twee indie-liedjes die hij probeerde aan te vullen, zegt hij dat hij misschien niet de tekst
kan onthouden, maar wel de boodschap eruit kan halen. Dit laatste nuanceert hij doordat hij er
zijn eigen interpretatie aan heeft gegeven en dit heeft toegepast op zijn leven. De resterende
twee liedjes kan hij niet aanvullen of meezingen, maar herkent hij wel. Arne zegt dat hij
makkelijker teksten kan onthouden van zijn favoriete muziek, namelijk Spinvis, Fall Out Boy
en Kanye West. Enkel van Spinvis kan hij de volgende zin opzeggen: “Reis ver, drink wijn,
denk na, lach.” (Spinvis – ‘Kom terug’). Hij zegt dat dit een levensmotto is, het is kernachtig
en wat het moet zijn. Dit kan men dus weer als oneliner bekijken. Van de twee andere
muziekartiesten kan hij niets opzeggen.
Gitte kan één indie-liedje en één hip hop-liedje al opzeggen nog voor deze zijn afgespeeld.
Het indie-liedje had ze zelf al heel veel beluisterd. Verder kan ze van drie liedjes een aantal
woorden meezingen. Drie andere liedjes herkent ze, maar kan ze niet meezingen. Eén hip
hop-liedje kent ze niet en kan ze dan ook niet meezingen. Gitte geeft echter wel aan dat ze
makkelijker teksten onthoudt van liedjes die ze goed vindt en waar ze altijd naar kan blijven
luisteren. Ze kan de volgende zin opzeggen: “If you ever see the morning. (…) Oh my god, do
you fall the rain.” (The Tallest Man on Earth – ‘I won’t be found’). Dit is echter verkeerd, het
moet als volgt zijn: Well if I ever see the morning, just like a lizard in the Spring.
Loes kan één indie-liedje meezingen nog voor het heeft opgestaan. Hier heeft ze namelijk
lange tijd zelf naar geluisterd. Van vier liedjes kan ze enkele woorden meezingen, en dit is
soms slechts de titel. De vier andere liedjes kan ze niet meezingen, al herkent ze er één van.
Ook Loes kan een paar zinnen opzeggen van een groep die ze goed vindt, waarvan ze de
22
songteksten is gaan opzoeken omdat die volgens haar op niets slaan. Deze zijn: “She makes
the sounds the sea makes to ease me” en “Silk slivers so thin she is” (Alt-J – ‘Dissolve me’).
Deze zinnen zijn echter fout en moeten als volgt zijn: She makes the sound, the sound the sea
makes to calm me down en Soap sliver you're so thin. Verder zegt ze nog de volgende zin op:
“I'm way too young to feel this old” (Kings of Leon – ‘Cold Dessert’). Dit is een liedje dat ze
heeft toegepast op een situatie uit haar leven en waar ze zich dus in herkent.
We kunnen hieruit afleiden dat het ook voor de meer algemene muziekfans niet gemakkelijk
is om passief teksten op te graven uit hun geheugen, en dit wanneer het liedje zich net heeft
afgespeeld. Twee liedjes, namelijk ‘Pompeii’ van Bastille en ‘Can’t hold us’ van Macklemore
and Ryan Lewis, werden het makkelijkst opgezegd, soms nog voor het liedje opstond. Dit is
het oudste indie- en hip hop-liedje uit de selectie. Hier kan men dus veronderstellen dat hoe
ouder, en hoe meer gedraaid, het nummer, hoe makkelijker mensen dit gaat onthouden.
4.2 Onderzoeksvraag 2
De tweede onderzoeksvraag luidt: Welke thema’s in songteksten uit een bepaald genre blijven
effectief hangen bij muziekliefhebbers tussen 18 en 24 jaar die fan zijn van ditzelfde genre?
4.2.1 Meest voorname thema’s
Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden is eerst en vooral in zowel de eerste als de tweede
fase interviews gevraagd welke thema’s volgens de respondenten voornamelijk voorkomen in
de genres metal, rock, indie en hip hop.
4.2.1.1 Metal
Bij metal valt het op dat de meeste thema’s die worden opgenoemd negatieve thema’s zijn. Zo
noemen vijf (van de dertien) respondenten het thema dood en vijf respondenten het thema
negatieve gevoelens/agressie op. Onder het thema dood vallen de subthema’s dood,
zelfmoord, moord, leven en strijd (tussen leven en dood). Een ander voornaam thema, dat door
vier respondenten is genoemd, is liefde(sproblemen). De andere, kleinere thema’s zijn:
maatschappijkritiek (drie respondenten), fantasy (3), duistere zaken (3), godsdienst (2),
satanisme (2), horror (2), universum (1) en geschiedenis (1). Er worden dus verschillende
23
thema’s aangehaald en de beide metal-specialisten halen samen ook alle thema’s aan die door
de andere respondenten gezegd werden. Metal-specialiste Lien en algemene muziekfan Sam,
die ook geregeld naar metal luistert, zeggen dat er in metal allerlei thema’s aan bod komen en
dat het van band tot band afhangt. Metal-specialist Jan geeft zelf aan dat een veel voorkomend
thema agressie is. Hij zegt hier echter het volgende over: “Het is agressieve muziek, dat klopt.
Maar voor mij daarin opgaan, voelt niet als een uitlaatklep voor agressie.” Ook prefereert Jan
de thema’s abstracte/duistere zaken en maatschappijkritiek in muziek. Men zou hieruit dus
kunnen veronderstellen dat niet alle metal-liefhebbers naar dit genre luisteren om hun agressie
te uiten, maar eerder voor de thema’s die erin aan bod komen. Hiernaast zegt rock-specialist
Dries, die af en toe naar metal luistert, dat de link tussen metal en agressie te snel wordt
gemaakt. Hij zegt dat deze muziek over negatieve gevoelens gaat, maar niet per se haat,
woede of agressie. Verder zeggen nog drie respondenten dat ze ofwel niet verstaan wat er
gezongen wordt of het genre heel slecht kennen.
4.2.1.2 Rock
Bij rock worden als meest prominente thema’s liefde(sproblemen) (7) en maatschappijkritiek
(5) genoemd. De andere thema’s die worden aangehaald, zijn: absurde zaken (2), frustratie
(2), problemen (2), dagelijkse zaken (1) en drugs (1). Opvallend bij dit genre is dat geen van
beide rock-specialisten maatschappijkritiek als thema aanhaalt, net zomin als problemen. Hier
is ook nog frappant dat de thema’s die in de wetenschappelijke literatuur worden aangehaald,
buiten drugs, niet overeenkomen met deze die de respondenten opsommen (Fuld et al., 2009).
De preferentie bij de rock-specialisten ging dan weer uit naar absurde en dagelijkse zaken.
Hieruit zou men dus kunnen veronderstellen dat de thema’s maatschappijkritiek en
problemen, alsook dood, zelfmoord, alcohol en seksuele activiteit niet blijven hangen bij
rockfans en dat ze meer aandacht hebben voor absurde en/of dagelijkse zaken in de liedjes.
4.2.1.3 Indie
Bij indie zijn er twee voorname thema’s, namelijk liefde(sproblemen) (11) en
persoonlijke/sombere zaken (8). Arne noemt indie het meest geëmotioneerde van de vier
genres die in dit onderzoek aan bod komen. Verder worden er ook nog mooie/dagelijkse zaken
(5), maatschappijkritiek (2) en vriendschap (1) aangehaald. De thema’s die in de literatuur
worden opgesomd, worden er dus ook uitgepikt door de luisteraars (Beal, 2009; Dolan, 2010).
24
Over het thema liefde zegt Jan het volgende: “Volgens mij vind je binnen indie relatief veel
nummers over alledaagse dingen zoals liefde, zonder dat het zo melig hoeft te zijn als in veel
pop-nummers. Iets genuanceerder of abstracter.”
Hier valt op dat de indie-specialisten ook de twee meest voorname thema’s aanhalen, en dat
hun preferentie uitgaat naar het thema liefde(s)problemen. Men zou hieruit kunnen afleiden
dat deze twee thema’s dus ook effectief blijven hangen bij de fans en dat dit zou kunnen
komen doordat ze specifiek voor dit genre kiezen juist vanwege deze thema’s. Verder wordt
er ook nog gezegd dat bij indie de tekst belangrijk is, daar het een poëtisch genre is met veel
metaforen. Zo zegt Dries bijvoorbeeld: “Dagelijkse dingen die die op zo'n mooie, speciale
manier kunnen brengen, dat dat niet meer zo dagelijks is. Hoe moet ik dat noemen, dat ze er
een meerwaarde aan kunnen geven.”
4.2.1.4 Hip Hop
Ook bij hip hop wordt, net zoals bij metal, een hele resem aan thema’s opgesomd, het wordt
dan ook een heel breed genre genoemd. De drie meest prominente thema’s volgens de
respondenten, en welke ook door de hip hop-specialisten werden opgenoemd, zijn rijkdom
(11), vrouwen/seks (9) en maatschappijkritiek (8) (cf. indie hip hop). Onder dit laatste horen
de subthema’s racisme, etniciteit, gelijkheid en protest. Indie-specialiste Hanne heeft tevens
een merkwaardige opmerking over dit genre. Ze zegt namelijk dat hip hop het genre is waar
tekst het belangrijkst is, daar de artiesten kritiek willen uiten op de maatschappij in de vorm
van een non fictie-verhaal. Deze voornaamste thema’s zijn tevens thematieken die in de
literatuur aan bod komen (Lin, 2006, 2008; Weitzer & Kubrin, 2009). De andere thema’s die
werden aangehaald zijn: leven op straat/getto (3), drugs (3), zelfverheerlijking/macht (3),
drank (2), liefde (2), dood (1), misogynie (1) en frustratie (1).
Hier valt op dat hip hop-fans ook de meest prominente thema’s opnoemen, hoewel ze naar
eigen zeggen niet naar deze thema’s luisteren (behalve maatschappijkritiek) en dat ze een
preferentie hebben voor het thema liefde en het thema maatschappijkritiek. Over dit laatste
thema vertelt Koen het volgende: “Dus strijd voor gelijkheid, voor emancipatie-achtige zaken,
op alle vlakken eigenlijk, ook op vlak van leeftijd, gender, seksualiteit, etniciteit, omdat ik
daar persoonlijk veel mee bezig ben. Als dat in muziek dan nog eens voorkomt, kan ik daar
extra van genieten van die thema's.” Hij is dus een voorbeeld van een indie hip hop-fan. Ook
bij Julie valt het op dat zijzelf niet naar de mainstream-thema’s van hip hop, zoals
25
bijvoorbeeld rijkdom en vrouwen, luistert. Het thema liefde wordt echter niet genoemd door
de hip hop-specialisten als voorkomend in dit genre.
4.2.1.5 Algemene muziekfans
Bij de algemene muziekfans gaat de preferentie uit naar thema’s die doorheen de meeste
genres lopen, namelijk liefde, maatschappijkritiek en absurde zaken. Twee algemene
muziekfans halen verder ook nog aan dat hun voorkeur uitgaat naar het thema
(geschiedenis)verhalen. Doorheen alle interviews (fase 1 en 2) zeggen vijf respondenten beter
tekst te kunnen onthouden, de boodschap eruit te halen en/of het lied goed te vinden, wanneer
er een (goed) verhaal in verteld wordt. Dit kan gaan van geschiedenis- tot aangrijpende of
mooie verhalen.
4.2.2 Thema’s uit songteksten
Bij het actief op zoek gaan naar songteksten in hun geheugen, halen de respondenten lyrics
met de volgende thema’s aan. Bij metal gaan de teksten over de thema’s vriendschap, pesten
en maatschappijkritiek; bij rock over maatschappijkritiek en liefde; bij indie over liefde en
motivatie; en bij hip hop over dood. Sommige algemene muziekfans zeggen ook enkele
teksten op, welke de thema’s motivatie, liefde en problemen bevatten. Hieruit kan men
afleiden dat de thema’s liefde, maatschappijkritiek en motivatie het beste blijven hangen bij
muziekfans. Bij motivatie dient echter vermeld te worden dat het hier gaat over een
motiverende en/of diepzinnige tekst. Jan vermeldt dat maatschappijkritiek vaak zeer letterlijk
aan bod komt in de songteksten en dat dit dus makkelijker te onthouden is. Dit zou een
verklaring kunnen zijn waarom de meeste teksten die werden opgesomd onder andere
maatschappijkritiek bevatten en dit thema frequent werd opgenoemd in zowel het aanwezig
zijn in genres, als bij de preferentie. Een verklaring voor het frequent voorkomen van het
thema liefde zou kunnen zijn dat het volgens Colson (2014) onderdeel is van het meest
bezongen thema in de hedendaagse populaire muziek, namelijk sekseverhouding.
Bij het passief op zoek gaan naar songteksten in fase twee worden de liedjes ‘Pompeii’ van
Bastille en ‘Can’t hold us’ van Macklemore and Ryan Lewis het makkelijkst opgezegd. Bij
elk liedje dat de respondenten moesten meezingen, werd ook gevraagd wat volgens hen de
boodschap van het liedje is. Bij ‘Pompeii’ werd aangehaald door de respondenten die het
26
konden meezingen, dat het gaat over liefde en over problemen (die jongeren ondervinden).
Over ‘Can’t hold us’ werd dan weer gezegd dat het over maatschappijkritiek gaat. Hier zou
men uit kunnen afleiden dat de thema’s liefde en maatschappijkritiek ook vrij eenvoudig
blijven hangen bij adolescenten.
4.2.3 Boodschap in songteksten
Over het algemeen wordt gezegd dat de respondenten wel de algemene boodschap, het gevoel
en/of de rode draad uit een lied kunnen halen (is het liedje leuk, droevig, …), maar zelden tot
nooit de letterlijke betekenis. Als ze dan toch de exacte boodschap eruit kunnen halen, zal dit
veeleer zijn bij letterlijke teksten of wanneer ze actief met het lied zijn bezig geweest
(bijvoorbeeld boodschap gaan opzoeken). Hiernaast zegt algemene muziekfan Gitte dat het
makkelijker is om de boodschap van een lied te onthouden, wanneer de muziek conform is
aan een gemoedstoestand. Men voelt zich dan verbonden en gaat men zichzelf makkelijker
herkennen in de boodschap. Algemene muziekfan Loes zegt vlot de boodschap uit liedjes te
kunnen halen wanneer ze deze persoonlijk aanvoelt, en wanneer ze deze heeft opgezocht. Zo
kan ze bij een aantal liedjes van Alt-J zeggen waar deze over gaan. Hip hop-specialist Koen
zegt dat hij het totaalplaatje (o.a. metaforen, slang) nodig heeft om de exacte boodschap eruit
te kunnen halen. Indie-specialist Ben vertelt dat hij het absoluut niet makkelijk vindt om de
boodschap uit een lied te halen. Hij is zelf muzikant en zegt dat zelfs de zanger van zijn eigen
bandje vaak niet weet waar het naartoe gaat met de boodschap. Dit is iets dat ook terugkwam
bij Jan. Ook hij heeft een eigen band en zegt dat ze niet per se een boodschap in hun liedjes
willen steken. Hieruit zou men kunnen afleiden dat niet alle muziekgroepen even erg bezig
zijn met een boodschap aan hun lied toe te voegen. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat,
wanneer luisteraars hiervan op de hoogte zijn, ze bijgevolg minder aandacht besteden aan de
boodschap, en zo ook de thema’s in muziek.
De meningen over de belangrijkheid van een boodschap zijn verschillend. Vijf respondenten
vinden deze maar een beetje belangrijk. Het hangt van artiest tot artiest af, al moeten ze wel
op voorhand weten waarover de artiest in het algemeen zingt. Het kan ook aan de
omstandigheden liggen, als het bijvoorbeeld muziek is die ze opzet om te gaan feesten, is de
boodschap van minder belang. Ook wordt er door de beide indie-specialisten vermeld dat de
boodschap niet heel belangrijk is, maar wel een nummer beter kan maken. Een minder goede
boodschap kan het lied dan weer niet slechter maken als ze het al een goed nummer vinden.
Dries beweert dan weer dat de boodschap wel belangrijk is en dat elk goed nummer er wel
27
één heeft. Hij vertelt dat hij hedendaagse popmuziek slecht vindt, omdat er geen diepgang in
zit.
Hieruit kan afgeleid worden dat over het algemeen de boodschap van minder belang is. Alle
respondenten, buiten algemene muziekfan Bram, vinden het leuker om een eigen interpretatie
te geven aan een lied.
“Ze (songteksten) zijn belangrijk, maar ze moeten niet te verhalend zijn. Ik wil er zelf
nog een beetje aan kunnen interpreteren. Het moet niet zo een zanger zijn die het
verhaal oplegt. Het zou eigenlijk eerder moeten zijn, ‘oké, dat liedje past voor mij in
die situatie en dat geeft mij dat gevoel’. Dat is bij veel van de muziek waar ik naar
luister wel het geval.” – Loes (algemene muziekfan)
“Vanaf dat een artiest een muziekstuk heeft gespeeld of een CD heeft uitgebracht, is
zijn werk gedaan, is het voor het publiek… Dat is Barthes. Is het publiek degene die
de eigenlijke betekenis van het stuk geeft.” – Arne (algemene muziekfan)
Vier respondenten vullen nog aan dat ze een tekst met metaforen prefereren boven een
letterlijke tekst. De reden hiervoor is ten eerste doordat ze als muziekfan graag heel intensief
bezig zijn met muziek en liever de impliciete zaken uit de teksten halen. Ten tweede vinden
ze dit interessanter daar ze er door de metaforen telkens nieuwe zaken uit kunnen halen.
“Metaforen. Ik denk dat dat altijd interessanter is. Dat is muziek waar je naar kan
blijven luisteren, denk ik. (…) want als je probeert te interpreteren, dan denk ik dat je
op elke dag of elk moment dat je je een beetje anders voelt of iets anders hebt gedaan,
dat dat altijd wel verschillend gaat zijn.” - Dries (rock-specialist)
Ten derde vinden indie-specialiste Hanne en algemene muziekfan Arne metaforen interessant
omdat ze ervoor zorgen dat de tekst herkenbaar wordt, en dus men zijn eigen interpretatie
eraan kan geven.
“(…) want vaak kan je jezelf heel hard herkennen in een tekst en dan ga je lezen wat
ze eigenlijk echt bedoelen en dan zit dat er totaal niet in. Ik denk dat dat misschien ook
wel de reden is waarom ik veel naar indie luister, omdat dat vaak heel herkenbare
teksten zijn.” – Hanne (indie-specialiste)
“Metaforen zijn vaak een verduidelijking van de werkelijkheid. Door er een
denkfiguur in te zetten, geef je vaak makkelijker weg waar het eigenlijk over gaat. (…)
28
Denk dan bijvoorbeeld aan ‘The cave’ van Mumford and Sons. Eigenlijk is dat een
beetje de allegorie van de grot van Plato. Je moet nooit de betekenis van een liedje
opzoeken op Google om te kijken ‘zo is het’. Nee, dat is niet zo. Maar door die
metafoor van die grot, snap je beter het gevoel dat ze willen overbrengen, dan iemand
dat staat af te dreunen van ‘ik houd van u of ik haat dat ik leef’.” – Arne (algemene
muziekfan)
Men zou kunnen veronderstellen dat luisteraars liever een eigen interpretatie aan muziek
geven en daarom minder bezig zijn met de thema’s die in muziek voorkomen. Bijgevolg
kunnen ze deze dus minder goed onthouden.
4.3 Onderzoeksvraag 3
De derde onderzoeksvraag luidt: In welke omstandigheden blijven de thematieken aanwezig in
songteksten uit een bepaald genre effectief hangen bij muziekliefhebbers tussen 18 en 24 jaar
die fan zijn van ditzelfde genre?
1.1 Hangt dit samen met het genre?
1.2 Hangt dit samen met de betrokkenheid van de jongere bij het lied?
1.3 Hangt dit samen met de mate van fandom van de jongere?
1.4 Hangt dit samen met de emotionele staat van de jongere?
Doorheen de interviews haalden de geïnterviewden een aantal factoren aan die het hen
vergemakkelijken om songteksten en thematieken te onthouden. Een aantal van deze factoren
kwamen niet aan in de vooropgestelde subvragen. Deze extra factoren zullen in de alinea
‘Extra factoren’ behandeld worden. Eerst zal een antwoord gegeven worden op de derde
onderzoeksvraag aan de hand van de vier subvragen.
4.3.1 Genre
4.3.1.1 Hip hop
Bij de interviews van de eerste fase hebben de hip hop-specialisten het moeilijkst met
songteksten opzeggen. Koen kan echter wel drie zinnen opzeggen, maar twee ervan komen uit
het rockgenre. Dit is niet verrassend daar hip hop, naast metal, als één van de moeilijkste
29
genres wordt genoemd als het gaat om teksten onthouden. De hip hop-specialisten geven aan
dat hier verschillende redenen voor zijn.
“Bij hip hop (…) heb je meer de hele tekst nodig om te weten waar die [muzikant]
echt over bezig is en ook zo vaak een aantal metaforen die je eerst moet begrijpen
om… En ook [is er] bij hip hop veel slang. (…) Dat is verbasterd Engels, het gettotaaltje, dat je eerst ook moet ontcijferen voor je weet waar die eigenlijk over bezig is.”
– Koen (hip hop-specialist)
Naast de metaforen en slang zegt Koen dat er een bepaalde ritmiek in hip hop zit. De woorden
worden op een bepaalde manier geplaatst waardoor het moeilijk is om de tekst te onthouden
of de boodschap uit het lied te halen. Wanneer Julie niet op een hip hop-tekst kan komen,
expliceert ze dat dit komt doordat er zoveel wordt gezegd in zo’n tekst en dat deze ook altijd
maar doorloopt. Er is volgens haar lang niet altijd een refrein dat steeds terugkomt in een lied,
en dat maakt het voor haar moeilijk om de tekst te memoriseren.
In de tweede fase van de interviews kan het hip hop-liedje ‘Can’t hold us’ van Macklemore
and Ryan Lewis, naast het indienummer ‘Pompeii’ van Bastille, het makkelijkst aangevuld
worden. Dit kan verklaard worden doordat het vaak op de radio is gedraaid en dus mensen er
veel naar geluisterd hebben. Ook heeft dit liedje een duidelijke basisstructuur met een refrein,
wat het ook eenvoudiger kan maken. De respondenten vermelden er wel bij dat ze enkel het
refrein zouden kunnen meezingen en niet de strofes, omdat deze te snel gaan. Dit komt dus
overeen met wat de hip hop-specialisten zeggen.
4.3.1.2 Metal
Metal wordt ook als een moeilijk genre genoemd, als het om tekst onthouden gaat. Zowel de
indie-specialisten, de hip hop-specialisten, als één rock-specialist geven aan dat ze niet goed
kunnen zeggen waarover de muziek gaat, omdat ze niet verstaan wat er gezongen wordt.
Bijgevolg zullen ze hier dus ook moeilijk teksten van kunnen onthouden. Metal-specialist Jan
zegt zelf ook dat het niet te verstaan is en dat hij ook de teksten moet opzoeken. Dan pas is er
een kans dat hij het zal onthouden. Wanneer de respondenten in de tweede fase van de
interviews liedjesteksten moeten aanvullen, valt het op dat dit bij metal heel moeilijk is. Eén
iemand kan het refrein van ‘Chop suey’ van System of a Down aanvullen. Dit komt doordat
hij ten eerste zelf regelmatig naar metal luistert en ten tweede doordat hij dit specifieke lied al
heel veel heeft gehoord. Hij kan echter slechts het refrein aanvullen, daar de strofes te snel en
te onverstaanbaar zijn voor hem.
30
4.3.1.3 Rock
Over het rock-genre lopen de meningen wat uiteen in verband met het onthouden van teksten.
Rock-specialiste Kaat zegt hier het volgende over, in vergelijking met pop die volgens haar
hun nummers laten schrijven door writers, zodat de nummers meezingbaar zijn en een hit
worden:
“Terwijl bij rock. (…) Dat liedje 'Fluorescent, adolescent', (…) dat ga je niet op de
radio horen elke dag. Die tekst is niet meezingbaar eigenlijk. Dat is wel het verschil
denk ik omdat ze hun eigen nummer schrijven en er niet bij nadenken van "dit moet
een hit worden".”
Algemene muziekfan Gitte stemt hiermee in en zegt dat rock-liedjes moeilijker zijn om mee
te zingen, vermits het volgens haar soms te snel gaat en de muzikanten niet altijd even goed
articuleren of roepen. Arne noemt het dan weer meezingers, maar kan geen enkel rockliedje
aanvullen, net zomin als de andere algemene muziekfans. Vaak kunnen ze sporadisch enkele
woorden meezingen, maar dit zijn dan vooral de woorden uit de titel van het lied. Bram zegt
hier ook nog dat het, net als bij indie, moeilijk is om de exacte boodschap eruit te halen, daar
er veel verdoken zaken in de teksten schuilen.
4.3.1.4 Indie
Bij indie valt het op dat de specialisten vrij vlot oneliners uit hun favoriete genre kunnen
opnoemen. Bij de andere respondenten lopen de meningen uiteen: de meesten zeggen dat het
moeilijk is om de boodschap eruit te halen vanwege de vele metaforen, terwijl Arne zegt dat
deze het juist makkelijker maken doordat ze volgens hem een verduidelijking van de
werkelijkheid zijn. Al bij al wordt de tekst volgens alle respondenten het makkelijkst
onthouden van de vier genres. Dit kwam ook naar voor in de tweede fase van de interviews.
De indie-liedjes werden het makkelijkst aangevuld. ‘Pompeii’ van Bastille wordt, naast ‘Can’t
hold us’ van Macklemore and Ryan Lewis, het snelst aangevuld, soms zelfs nog voor de
muziek opstond. Hieruit kan men dus concluderen dat luisteraars het niet heel moeilijk vinden
om bij dit genre de teksten te onthouden, maar des te moeilijker om de exacte boodschap eruit
te halen.
31
4.3.1.5 Pop
Verder worden pop-songteksten genoemd als makkelijkste om te onthouden en dit om
verscheidene redenen. Ten eerste zijn ze heel eenvoudig en maken ze gebruik van een simpele
woordenschat. Daarnaast zijn ze volgens Kaat geschreven door writers die ervoor gaan zorgen
dat de liedjes makkelijk mee te zingen zijn en dus snel een hit worden. Ook zegt Dries het
volgende:
“Kijk naar hedendaagse popmuziek: omdat die hun nummers zo eenvoudig zijn en niet
per se qua structuur of zo, maar gewoon dat er weinig diepgang inzit. Je hebt ook
muzikanten die geld willen verdienen in de platenmaatschappij. (…) Ik denk dat je die
[nummers] makkelijker zou onthouden op korte termijn omdat dat vaak dingen zijn die
in je hoofd blijven hangen, van die stomme deuntjes die niet uit je hoofd geraken.
Maar echt goeie lyrics blijven dat die wel langer in je hoofd steken.”
Dit laatste wordt eveneens aangehaald door Loes. Zij zegt dat ze popteksten makkelijker op
korte termijn zal onthouden, maar op lange termijn zullen dit toch eerder de teksten zijn van
liedjes die ze echt goed vindt.
4.3.2 Betrokkenheid
Uit de interviews is naar voor gekomen dat de betrokkenheid van de adolescent bij het lied
een belangrijke factor is in het onthouden van een songtekst, en zo ook de boodschap eruit te
halen. De respondenten geven aan dat ze teksten waar ze minder betrokken bij zijn slechts
kunnen onthouden op korte termijn (cf. radiohits), maar deze waar ze wel betrokken bij zijn
op lange termijn, omdat ze meer moeite willen doen. Deze moeite uit zich in het aandachtig
luisteren naar en/of opzoeken van de songtekst en bijgevolg deze ook te onthouden.
Bij het actief op zoek gaan naar songteksten in het geheugen, valt het op dat meerdere
respondenten teksten opsommen waarin een vorm van herkenning zit. Het zinnetje van Dries
gaat over het denken over het bewustzijn, dit is iets wat hij zelf ook veel doet. Ook Hanne
heeft een tekst opgezegd waarin ze zich herkent, het gaat namelijk over consumeren, iets waar
zij zelf ook veel mee bezig is. Gitte haalt aan dat ze makkelijker de boodschap zal onthouden
van een tekst waarin ze zichzelf herkent. Koen kan dan weer teksten opzeggen die iets over
zijn leven vertellen en waar hij zich perfect in kan terugvinden.
32
“Ik denk omdat ze iets vertellen over mijn leven. Ik heb het daarstraks ook gezegd, dat
Morrisey voor mij beter kan verwoorden hoe ik mij voel. (…) The Smiths gaat echt
vaak over persoonlijke gedachtegangen die je in je hoofd afspelen of dingen die je ziet
en dat kan hij beter verwoorden dan ik het ooit zou kunnen doen en dan zo onthoud je
dat.”
Ook zegt hij het volgende:
“Je kan muziek echt wel linken aan een bepaalde emotie of een bepaalde gebeurtenis
of zo. En elke keer als je die muziek terug hoort, denk je aan dat moment terug, hoe je
je voelde op dat moment. En je onthoudt dat wel. Dat blijft ergens opgeslagen denk
ik.”
Loes kan heel makkelijk ‘Pompeii’ van Bastille aanvullen, dit komt doordat ze het enerzijds
veel heeft beluisterd, maar ook omdat ze er een festivalherinnering aan heeft. Ook hier blinkt
dus een zekere betrokkenheid in door. Ook zegt ze de teksten van Alt-J makkelijk te kunnen
onthouden (ze somt twee zinnen op), daar ze er een persoonlijke betrokkenheid bij voelt. Dit
liedje is namelijk heel herkenbaar voor haar, ze heeft er een eigen interpretatie aan gegeven
die ze linkt aan een bepaalde gebeurtenis in haar leven. Bram kan ook makkelijker liedjes
onthouden waar hij een persoonlijke betrokkenheid bij heeft. Als voorbeeld geeft hij ‘Als ze
lacht’ van Yevgueni. Dit liedje is gedraaid op de begrafenis van een meisje dat hij kende, door
deze betrokkenheid dringt de tekst van het liedje des te harder door. Arne zegt evenzeer
liedjes beter te onthouden wanneer deze gevoelens beschrijven die je zelf niet kan verwoorden
en koppelt dit aan metaforen.
4.3.3 Fandom
Alle teksten die opgezegd zijn, terwijl de respondent actief in zijn/haar geheugen op zoek
ging, zijn teksten van liedjes die de respondenten goed vinden. Dit is dus een heel belangrijke
factor in het memoriseren. Vaak wordt aangehaald dat de luisteraar eerst het nummer goed
moet vinden en dan pas de moeite doet om aandacht te besteden aan de tekst en deze
eventueel op te zoeken. Door deze inspanning zullen de luisteraars vervolgens ook de tekst
eenvoudiger en op lange termijn onthouden. Dit staat in tegenstelling tot teksten van liedjes
die veel op de radio komen en ze minder goed vinden, deze zullen slechts op korte termijn
onthouden worden.
33
4.3.4 Emotionele staat
Over de relatie tussen gemoedstoestand en het onthouden van thematieken in muziek lopen de
meningen uiteen. Vier respondenten zeggen dat emotie er niet toe doet. Dit bewijst Lien aan
de hand van drie teksten die ze opzegt. Eén luistert ze als ze boos is, één als ze droevig is en
één als ze blij is. Hier dient echter wel opgemerkt te worden dat ze zelf ook toegeeft dat ze
heel goed is in het memoriseren van teksten. Ze moet ze maar een paar keer horen en kan ze
al onthouden. Dries zegt dan weer dat het niet de emoties zijn die er toe doen, maar de mate
van bewust luisteren en de moeite te doen om aandacht te besteden aan de thematieken. Ben
stemt hier mee in en zegt dat het er van afhangt hoe leeg je hoofd is. Hoe leger je hoofd, hoe
makkelijker je zal onthouden.
Zeven respondenten zeggen dat emotie er wel toe doet. Zo zegt Koen het volgende: “Ja, dat je
bepaalde emoties kan linken aan bepaalde nummers en aan bepaalde songteksten en dat is
vaak die link die ervoor zorgt dat je het zo onthoudt.”
Julie, Kaat en Sam zeggen dan weer dat ze beter teksten zullen onthouden als ze droevig of
rustig zijn, want dan gaan ze meer luisteren, het sneller opzoeken en droevige muziek
versterkt het gevoel. Gitte zegt dat ze beter de boodschap er uit zal kunnen halen als ze zich
droevig voelt. Over tekst onthouden, kan ze geen uitspraak doen. Hier valt op dat drie
respondenten een tekst hebben opgesomd van een nummer waarnaar ze luisteren als ze
droevig zijn. Julie voegt nog toe dat ze minder makkelijk teksten zal onthouden als ze blij is
omdat ze er dan geen zin in heeft. Bram zegt hier echter net het omgekeerde. Hij zegt dat hij
sneller zal onthouden als hij vrolijk is, aangezien dat als hij droevig is, hij niet 100%
geconcentreerd is en zijn gedachten elders zitten.
4.3.5 Extra factoren
De respondenten halen doorheen de interviews factoren aan die ervoor zorgen dat ze
makkelijker teksten en thematieken zullen onthouden. Deze factoren komen echter niet voor
in de subvragen van de derde onderzoeksvraag en worden hier bijgevolg apart behandeld.
4.3.5.1 Makkelijkheid tekst
De makkelijkheid van de tekst speelt ook een rol in het onthouden van thematieken in een
lied. Zo wordt een aantal keer gezegd dat bij popnummers de tekst centraal staat en dat het
34
hier dus makkelijker is. Kaat kan bijvoorbeeld vlot een stuk tekst van een popliedje opzeggen.
Ze zegt dat ze dit kan omdat dit een makkelijk en duidelijk popliedje is zonder metaforen. Het
is voor haar niet moeilijk om de boodschap eruit te halen. Wanneer ze vervolgens de tekst van
een rockliedje wil opzeggen, is dit moelijker omdat het in een dialect is gezongen en snel
gaat. Ze kan dit alleen doordat ze het al heeft opgezocht. Ook Jan zegt een zin op uit een
liedje dat hij vrij letterlijk vindt. Hij geeft hier wel toe dat de betekenis niet blijft hangen.
Verder zegt hij dat maatschappijkritiek vaak letterlijk gebracht wordt, zodat iedereen het
makkelijk kan meezingen.
“Ik denk zeker, als je maatschappijkritiek geeft, dat kan ik enorm appreciëren in
muziek, dan ga je natuurlijk soms letterlijk de dingen zeggen. (…) Ik kan dat ook
zeker appreciëren. Maar om echt te verdwalen in muziek mag het voor mij gewoon
wat meer zijn.”
4.3.5.2 Opvallendheid tekst
Het valt verder ook op dat de respondenten vaak teksten opnoemen die ze opvallend vinden.
Zo zeggen vier respondenten oneliners op, drie respondenten zeggen teksten op die ze grappig
vinden en Kaat zegt een tekst op waar ze een opmerkelijk Youtube-filmpje (optreden in
clownspakken) van heeft gezien. Drie respondenten zeggen eerder absurde/opvallende
zaken/oneliners te onthouden dan teksten die over liefde gaan of popliedjes/radiohits. Kaat
voelt zich dan ook aangetrokken tot rock omdat hier net zoveel bizarre zaken in voorkomen.
Tot slot zegt Koen nog dat hij makkelijk vocal samples kan onthouden omdat ze naar zijn
mening heel catchy zijn.
4.3.5.3 Hulpmiddelen
Alle respondenten hebben platen en/of CD’s van hun favoriete muziekartiesten. Drie
respondenten zeggen altijd het boekje van de plaat of CD te lezen. Drie zeggen af en toe het
boekje te lezen en de drie resterende zullen niet snel het boekje vastnemen.
Maar liefst alle respondenten zeggen de tekst te moeten opzoeken, voor ze volledig
doorhebben hoe deze gaat of waar de boodschap over gaat. Gitte is de enige die zegt dat ze
nooit de tekst of betekenis zal opzoeken omdat ze liever haar eigen interpretatie geeft. Ze is
dan ook niet echt geïnteresseerd in de betekenis van het nummer, maar eerder in de
35
instrumenten. Verder zegt ze dat ze eerst naar de muziek zal luisteren en dan pas naar de tekst,
omdat dat voor haar het gevoel plaatst.
Enkel Lien zegt de tekst te kunnen onthouden door het maar een aantal keer te horen, zij was
echter de uitzondering op de regel. Wel zegt ze dat ze vaak teksten gaat opzoeken, op internet
en in het boekje van de CD/plaat, als ze volledig juist wil kunnen meezingen. Het valt dan ook
op dat de drie teksten die ze had opgezegd, niet volledig juist zijn.
Loes zegt dat ze makkelijker liedjes die ze goed vindt zal onthouden, omdat dit vaak liedjes
zijn met een moeilijkere songtekst (er wordt bijvoorbeeld in gescreamd), deze zal ze dan
moeten opzoeken en zo ook beter memoriseren. Verder kan Kaat een zin opzeggen die ze
heeft opgezocht. Ze zegt dan ook dat ze, net als Sam en Bram, vooral teksten zal onthouden
die ze heeft opgezocht, omdat dit makkelijker blijft hangen dan enkel het auditief te
memoriseren. Ook Arne, Hanne en Julie gaan de tekst opzoeken als ze deze niet verstaan of
goed vinden. Jan, Koen en Hanne zeggen dat ze pas weten wat er echt bedoeld wordt in het
lied, als ze de tekst zijn gaan opzoeken. Wat opvalt bij zo goed als alle respondenten is dat ze
zien dat er vaak iets anders wordt bedoeld dan ze dachten, als ze de tekst zijn gaan opzoeken.
“Ik luister nooit naar de tekst, allé, dat gaat er wel in onbewust bij mij en ik kan dat
ook meezingen, maar om volledig te beseffen waar dat ze het eigenlijk over hebben
dan moet ik echt de tekst voor mij hebben liggen en alles hebben gelezen. En dan weet
ik pas eigenlijk waar dat dat nummer over gaat. Ook al ken ik die tekst volledig
vanbuiten. Ik besef totaal niet waar dat over gaat. Tenzij ik dat voor mij heb liggen. En
dat duurt altijd wel eventjes. Dus ik denk dat je altijd eerst verliefd wordt op de
muziek zelf en dan pas op de teksten.” – Hanne (indie-specialiste)
Jan kan een zin opzeggen van een liedje waarvan hij pas de boodschap doorhad nadat hij het
heel veel had beluisterd en de videoclip had bekeken. Ook Koen heeft een voorbeeld waarbij
een videoclip verduidelijkend werkt, al zegt hij wel dat dit een uitzondering is, want meestal
vindt hij een videoclip slechts misleidend.
“Of bijvoorbeeld (…) Robin Thick met 'Blurred Lines'. Ik vond dat echt een super
catchy nummertje. Maar als je dan die songtekst leest, denk je echt van “nee”. (…) Dat
is echt puur vrouwonvriendelijk. Ik had het clipje ook niet gezien. Ik had het gehoord
op de radio voor het eerst en dacht ik "wow, catchy nummertje". En je zingt dat echt
mee ook. Zo die paar leuzen of slogans die je daar in kan horen, van de eerste keer, die
36
zing je echt mee. Maar als je dan de clip ziet plus nog eens de lyrics gaat opzoeken.
Dan denk ik echt van "nope, dit weiger ik om ooit nog eens mee te zingen".”
4.3.5.4 Mate van luisteren
De mate van luisteren is één van de belangrijkste factoren, zo niet de belangrijkste, in het
onthouden van songteksten en thematieken. Alle respondenten, buiten één iemand, zeggen te
kunnen onthouden doordat ze het lied vaak geluisterd hebben. Ook wordt bij de twee meest
aangevulde liedjes van fase 2 als verklaring gegeven dat ze al zo vaak naar deze liedjes
hebben beluisterd.
Als voorbeeld worden vaak radiohits gegeven, wel kunnen ze er niet makkelijk één
opnoemen. Hier zouden eventueel volgende verklaringen aan gegeven kunnen worden:
“Dus als ik iets nieuw opzet, denk ik dat er al zekere commitment is om die muziek te
leren kennen. Terwijl op de radio ga je dingen gewoon luisteren omdat die passeren.
Maar ik denk niet als ik de eerste keer naar muziek luister dat die tekst voor mij op de
voorgrond treedt. Ik ga eerder kunnen onthouden van ‘welk gevoel geeft die muziek’?
En dan de sfeer van die muziek. Als dat goed zit, zal ik na een paar keer luisteren wel
eens aandacht besteden aan die tekst. De letterlijke betekenis denk ik nooit dat ik er
heel hard uit haal.” – Jan (metal-specialist)
“Ik denk dat je die makkelijker zou onthouden op korte termijn omdat dat vaak dingen
zijn die in je hoofd blijven hangen, van die stomme deuntjes die niet uit je hoofd
geraken. Maar echt goeie lyrics dat die wel langer in je hoofd blijven steken. (door de
moeite die je er in steekt om op de tekst te letten)” – Dries (rock-specialist)
Verder zeggen ook nog drie respondenten dat ze niet snel de betekenis van radiohitjes zullen
onthouden omdat deze gaan over thema’s die hen niet aanspreken. Zo zegt Loes dat deze
thema’s geen meerwaarde hebben en dat ze er zich niet in herkent, wat voor haar een heel
belangrijke factor is om de thematieken te onthouden.
37
4.3.5.5 Extra
Nog twee kleinere factoren die aan bod kwamen, zijn de volgende. Ten eerste zeggen twee
respondenten dat hun Engels niet zo goed is, om de muziekteksten vlot te kunnen verstaan en
begrijpen.
“Dat zal wel bij veel Belgen zo zijn, die eigenlijk Engels niet als moedertaal hebben.
Als je kan Engels praten en je kan Engels verstaan, dat is allemaal het probleem niet,
maar als je dan een nummer hoort, bij mij is dat toch, dan gaat die Engelse tekst een
beetje mee in de melodie. Je moet je echt dus een beetje concentreren tot je de tekst
echt één keer gehoord hebt en dan versta je dat wel helemaal.” – Bram (algemene
muziekfan)
Verder zeggen nog twee respondenten dat de duidelijkheid van de stem van de zanger(es) ook
een belangrijke factor is.
“Bijvoorbeeld Oscar and the Wolf, ik herken perfect de melodie, maar ik versta echt
niet wat hij zingt. Hetzelfde bij Bon Iver (…) Die brabbelt soms zo hard, dat zijn stem
eigenlijk een melodie wordt. (…) Dus als de zanger herkenbaar zingt, goed articuleert,
dan versta ik alles.” – Bram (algemene muziekfan)
4.3.5.6 Belangrijkheid tekst
In elk interview is gevraagd of de respondent de tekst belangrijk vindt en wat hij/zij het
belangrijkste vindt bij een lied. Hieruit zou afgeleid kunnen worden of de respondenten meer
of minder moeite zouden steken in het aandachtig luisteren naar de tekst en thematieken.
Tien respondenten geven aan dat de tekst voor hen niet zo belangrijk is. Een medeoorzaak
hiervoor zou kunnen zijn dat vijf respondenten zelf muzikanten waren. Ze zeggen zo goed als
allemaal dat ze eerder op de instrumenten gaan letten, dan op de tekst.
“Songteksten staan bij mij niet zo centraal. Dat is misschien ook met zelf muziek te
spelen. Ik luister veel meer naar compositie en de lagen in de muziek zelf. Zang
benader ik ook meer als een instrument, dat moet iets toevoegen.” – Jan (metalspecialist)
Ook wordt er gezegd dat eerst de muziek goed moet zitten, en dan pas gaan ze aandacht
schenken aan de tekst.
38
“Ik luister eerst naar de muziek en dan naar de teksten, omdat dat voor mij in de eerste
plaats het gevoel plaatst. Van ‘is dat een vrolijk nummer?’, mineur, majeur. Dat maakt
het vrolijk of niet vrolijk.” – Gitte (algemene muziekfan)
De hip hop-specialisten vinden de melodie en het ritme het belangrijkste bij muziek. De tekst
is voor hen niet heel belangrijk, al kan die het lied wel beter maken als de tekst goed is. In hip
hop komen namelijk vaak dezelfde beats terug en het nummer met de beste tekst is dan het
beste. Voor Julie is een goede songtekst vaak de reden waarom ze het een heel goed liedje
vindt, het blijft dan langer bij en ze gaat meer luisteren.
“Als de muziek en de productie, de melodie (…) niet goed is dan zal ik al geen
aandacht meer schenken aan de boodschap. Maar als dat wel goed is, dan ga ik naar
het volgende niveau en dat is de tekst. (…) Als het enkel om de tekst zou gaan, dan
zou ik een boek lezen.” – Koen (hip hop-specialist)
Drie respondenten vinden de tekst dan weer vrij tot zeer belangrijk. Dit komt doordat het een
grote meerwaarde geeft aan een lied en ze het ook beter zullen vinden als ze kunnen
meezingen. De muziek en de tekst moet volgens hen samenhoren. Loes zal veeleer kiezen
voor liedjes met een meer diepgaande songtekst. Ook hier is dit echter weer niet het
belangrijkste aspect bij een nummer.
“Misschien zijn er heel veel zo metalliedjes met goeie teksten maar dan zegt mij dat
ook minder omdat ik die muziek niet heel goed vind. Dus dat is niet het belangrijkste
denk ik.” – Kaat (rock-specialiste)
39
5
Discussie
Om de centrale onderzoeksvraag van deze studie te kunnen beantwoorden, werd nagegaan of
adolescenten daadwerkelijk zaken uit songteksten kunnen onthouden, wat ze precies
onthouden en in welke omstandigheden.
Uit de eerste fase van interviews bleek meteen dat adolescenten het vrij tot zeer moeilijk
hebben met het vlot opzeggen van songteksten wanneer ze actief in hun geheugen op zoek
moeten gaan. Uit de tweede fase van interviews bleek dat adolescenten het evenzeer moeilijk
teksten aan te vullen wanneer ze net het liedje hebben beluisterd.
In de tweede fase konden de liedjes ‘Pompeii’ van Bastille en ‘Can’t hold us’ van
Macklemore and Ryan Lewis het makkelijkst worden meegezongen, soms zelfs nog voor de
muziek opstond. Dit loopt dus in lijn met de cultivatietheorie, daar het de oudste liedjes uit de
selectie van hun genre waren (Gerbner, 1998). Deze liedjes zullen de respondenten al het
meest hebben beluisterd en werden bijgevolg dus het makkelijkst onthouden.
Met de tweede onderzoeksvraag is getracht om te achterhalen welke thema’s het best worden
onthouden bij adolescenten. Er werd gevraagd welke thematieken volgens hen het meest in
metal, rock, indie en hip hop aan bod kwamen, en welke ze prefereerden.
Bij de genres metal, indie en hip hop werden dezelfde thema’s genoemd als deze die in de
wetenschappelijke literatuur aan bod komen. Alleen bij rock was dit niet het geval. Dit zou
omwille van twee redenen kunnen komen. Ten eerste kan het zijn dat de definitie van rock in
de literatuurstudie niet volledig overeenkomt met de definitie die de respondenten in
gedachten hadden. Ten tweede kan dit komen doordat, zoals enkele respondenten aanhaalden,
rockmuziek niet altijd even goed te verstaan is, omwille van het dialect, het geschreeuw of de
slechte articulatie. Bij de genres metal en hip hop werd echter ook gezegd dat het niet altijd
even goed te verstaan is, maar het verschil tussen deze genres en rock zou kunnen zijn dat er
over rock een minder groot cliché bestaat dan over hip hop en metal.
Zowel in de eerste als in de tweede fase van interviews haalden de respondenten songteksten
aan terwijl ze actief in hun geheugen op zoek gingen. De meeste teksten bevatten de thema’s
liefde, maatschappijkritiek en motivatie. Men kan veronderstellen dat deze thema’s het beste
blijven hangen bij muziekfans.
De bezorgdheid omtrent het meer expliciet worden van songteksten in hun referentie naar
seks, drugs en geweld is reëel (Fuld et al., 2009), maar tot nu is er nog niet echt een
40
beïnvloeding te merken in de opvatting van adolescenten. Als meest voorkomende thema’s
noemen ze liefde en maatschappijkritiek, wat dus positieve thema’s zijn. Daarnaast zeggen de
respondenten heel moeilijk de boodschap uit een lied te kunnen halen. Hier kan verondersteld
worden dat de beïnvloeding van muzikale boodschappen niet zeer groot is.
In de derde onderzoeksvraag werd nagegaan in welke omstandigheden de respondenten het
makkelijkst thema’s kunnen onthouden en of er een verschil is tussen de genres. Doorheen
alle interviews hadden de hip hop fans het het moeilijkst met teksten opzeggen. Dit is niet
verrassend, daar hip hop, samen met metal, het moeilijkste genre werd genoemd als het gaat
om teksten memoriseren. Wat wel opviel, was dat in de tweede fase het hip hop-liedje ‘Can’t
hold us’ van Macklemore and Ryan Lewis heel makkelijk kon worden aangevuld. De
verklaring hiervoor is dat dit nummer ten eerste heel veel op de radio is gedraaid en het heeft
dus volgens de cultivatietheorie de luisteraars beïnvloed (Gerbner, 1998). Verder heeft het een
basisstructuur met een refrein, wat het ook eenvoudiger zou maken. De respondenten konden
dan ook enkel het refrein aanvullen; de strofes, waarin gerapt werd, gingen volgens hen te
snel. Dit is dus in overeenstemming met wat de hip hop-specialisten zeiden.
De respondenten konden verder ook de rockliedjes niet goed aanvullen. Dit kan verklaard
worden daar dit genre ook als te snel wordt bevonden, met een slechte articulatie of
geschreeuw, dit stelden Greenfield en collega’s (1987) tevens in hun onderzoek. Hier wordt
ook moeilijker de boodschap uit gehaald vanwege de verdoken zaken. Dit wordt ook
aangehaald bij indie, door de metaforen is het moeilijk om de exacte betekenis te achterhalen.
Het verschil bij dit genre is dan weer dat hier de tekst het makkelijkst wordt onthouden. De
indie-specialisten konden vrij vlot oneliners opnoemen en ‘Pompeii’ van Bastille werd heel
makkelijk aangevuld.
In de interviews werd tot slot nog gepolst welke de meest cruciale factoren zijn in het
onthouden van thematieken. De twee meest belangrijke zijn: ‘goed lied’ en ‘hulpmiddelen’.
Alle songteksten die, bij het actief in het geheugen op zoek gaan, werden opgezegd waren van
liedjes die de luisteraars goed vonden. Nagenoeg alle respondenten geven aan dat ze eerst de
tekst moeten opzoeken vooraleer ze volledig beseffen waar deze over gaat. Door deze moeite
zullen ze de boodschap makkelijker onthouden.
De tweede belangrijkste factor is ‘mate van beluisteren’. Alle respondenten, op één iemand
na, zeggen dat ze teksten kunnen onthouden wanneer ze veel naar deze geluisterd hebben. Bij
de twee best aangevulde liedjes uit fase twee werd dit als verklaring gegeven.
41
De derde factor is de ‘opvallendheid van de tekst’. Acht respondenten zeiden een tekst op die
ze ofwel grappig vonden, ofwel een oneliner was.
De vierde factor is ‘makkelijkheid van de tekst’. Een aantal keer wordt aangehaald dat
popnummers makkelijk te onthouden zijn, daar ze een eenvoudige tekst hebben met een
gestandaardiseerde structuur. Ook wordt van maatschappijkritiek gezegd dat dit vaak vrij
letterlijk wordt bezongen en dus ook makkelijker is om de boodschap eruit te halen.
Op de vijfde plaats staan twee factoren, namelijk ‘betrokkenheid’ en ‘emotionele staat’.
Wanneer ze hun eigen interpretatie kunnen geven en wanneer ze droevig zijn, zullen de
respondenten aandachtiger luisteren, wat ook naar voor wordt geschoven in de literatuur
(Eerola & Vuoskoski, 2010; Lundqvist et al., 2008; North et al., 2004; Roberts et al., 1998).
Door de betrokkenheid die respondenten hebben bij bepaalde nummers, zullen ze meer moeite
doen om de tekst en/of boodschap op te zoeken en deze ook beter en op lange termijn te
onthouden.
De zesde en laatste factor is ‘verhaal’. Wanneer er een verhaal verteld wordt in een nummer
dat de respondent aanspreekt, zal deze laatste de boodschap ook sneller onthouden.
42
6
Conclusie
Muziek is alomtegenwoordig in de maatschappij en kan zo een enorme invloed uitoefenen op
zijn gebruikers. Vanuit deze gedachte kaartte deze studie de mogelijke invloed van muziek op
zijn luisteraars aan, met een focus op de songteksten. Bij het bestuderen van de
wetenschappelijke literatuur hieromtrent viel op dat er nog geen eenduidig antwoord is op de
vraag in welke mate adolescenten muzikale boodschappen ontvangen doorheen songteksten.
De onderzoeksvraag die hiervoor werd opgesteld, luidt: Welke rol spelen songteksten in de
betekenis van muzikale boodschappen bij jongeren? Hier is getracht een antwoord op te geven
aan de hand van 13 kwalitatieve, semigestructureerde diepte-interviews bij zowel
genrespecifieke (metal, rock, indie, hip hop) als meer gevarieerde muziekfans. Deze werden
vervolgens geanalyseerd op basis van het principe van grounded theory.
Uit de interviews zijn een aantal bevindingen naar voor gekomen. Wanneer er aan de
respondenten gevraagd werd welke volgens hen de meest voorname thema’s zijn in metal,
rock, indie en hip hop werden eerst en vooral bij metal, indie en hip hop dezelfde thema’s
genoemd als die in de wetenschappelijke literatuur aan bod komen. Bij rock was dit niet het
geval, doordat de respondenten het vaak moeilijk vinden om te verstaan. Dit werd over metal
en hip hop ook gezegd, alleen konden de respondenten hierbij makkelijker hun
bevooroordeelde gedachten geven over de thema’s waarvan ze veronderstelden dat die vooral
in deze genres aan bod komen.
De meeste teksten die werden opgezegd wanneer de respondent actief in zijn/haar geheugen
ging zoeken, waren teksten die de thema’s liefde en maatschappijkritiek behandelen. Dit is
een aanwijzing dat deze thema’s makkelijk blijven hangen bij de respondenten. Liefde komt
het meest voor in populaire hedendaagse muziek (Colson, 2014) en maatschappijkritiek wordt
vaak letterlijk in de teksten gegoten. Belangrijk is wel dat de respondenten de boodschap en
songtekst minder belangrijk vinden, omdat ze liever hun eigen interpretatie geven aan een
lied, zodat het persoonlijker voor hen wordt. Dit impliceert dat ze minder aandacht zullen
schenken aan de werkelijke thema’s in muziek.
De hip hop-, alsook de metalliedjes werden het moeizaamst aangevuld, wanneer de muziek
opstond. Dit kwam doordat ze te snel gingen of onverstaanbaar waren. Ook de rocknummers
konden maar matig worden aangevuld, daar ook deze als redelijk onverstaanbaar en te snel
werden bevonden. Hieruit volgt dat het voor de respondenten vrij moeilijk is de boodschap uit
deze nummers te halen. Verder zeggen respondenten indieliedjes het makkelijkst te kunnen
43
onthouden, maar vinden het des te moeilijker, vanwege de metaforen, om de boodschap eruit
te kunnen halen.
De omstandigheden in welke adolescenten het makkelijkst teksten zullen onthouden, worden
in volgorde van belangrijkheid besproken. Wanneer het een goed lied is en/of de respondent
het is gaan opzoeken, zal deze het ook makkelijker onthouden en zo ook de boodschap eruit
halen, door de moeite die hij/zij heeft gedaan. Daarna is de mate van beluisteren belangrijk.
Hoe meer de adolescent naar het lied heeft geluisterd, hoe makkelijker deze het zal
onthouden. De derde factor is de opvallendheid van de tekst. Hoe opvallender, hoe sneller de
tekst in het hoofd van de respondent blijft zitten. Verder is de makkelijkheid van de tekst ook
belangrijk, alsook de betrokkenheid die de adolescent bij het lied heeft en in welke emotionele
staat deze zich bevindt. Tot slot kan het feit of er al dan niet een verhaal in het lied zit, dat de
respondent aanspreekt, een invloed hebben op hoeverre de respondenten de thematieken uit de
tekst zullen onthouden.
6.1 Toekomst
Dit onderzoek heeft een paar implicaties die zeker kunnen meegenomen worden naar
toekomstig onderzoek. Zo focust het onderzoek slechts op vier genres, maar hier en daar
wordt er door de respondenten gerefereerd naar het popgenre. Ook gaat dit onderzoek slechts
te werk met muziekfans, dus mensen die op een nauwkeurige basis met muziek bezig zijn (bv.
zelf muziek maken, muziekjournalisten, intensief beluisteren…). Toekomstig onderzoek zou
zich kunnen toespitsen op meer genres en vooral op het popgenre, daarnaast ook op de
doorsnee adolescent, die niet per se een grote muziekfan is. Verder zou het optioneel zijn om
deze resultaten op grotere en internationale schaal te testen aan de hand van surveys.
Met dit onderzoek willen we graag het beleid een optie aanreiken omtrent het censureren van
songteksten. Adolescenten worden minder beïnvloed door de inhoud van muzikale
boodschappen, dan doorgaans verondersteld wordt. Hierdoor zou het aangeraden zijn om
slechts de letterlijke songteksten te censureren, maar nog steeds wel bij elk nummer dat
uitgegeven wordt een label te plaatsen met de bevattende thema’s.
44
7
Bibliografie
Bader, I., & Scharenberg, A. (2010). The sound of Berlin: subculture and the global music
industry. International Journal of Urban and Regional Research, 34(1), 76-91.
Beal, J. C. (2009). “You’re Not from New York City, You’re from Rotherham”: Dialect and
Identity in British Indie Music. Journal of English Linguistics.
Bennett, A. (2009). “Heritage rock”: Rock music, representation and heritage discourse.
Poetics, 37(5–6), 474-489.
Brattico, E., Alluri, V., Bogert, B., Jacobsen, T., Vartiainen, N., Nieminen, S. K., &
Tervaniemi, M. (2011). A functional MRI study of happy and sad emotions in music
with and without lyrics. Frontiers in Psychology, 2.
Buckley, K. E., & Anderson, C. A. (2006). A theoretical model of the effects and
consequences of playing video games. Playing video games: Motives, responses, and
consequences, 363-378.
Cheyne, A., & Binder, A. (2010). Cosmopolitan preferences: The constitutive role of place in
American elite taste for hip-hop music 1991–2005. Poetics, 38(3), 336-364.
Colson, L. (2014). Populaire Muziek en de Cultivatietheorie: een exploratieve studie.
Universiteit Antwerpen, Antwerpen.
Dhoest, A. (2014). Methoden van het Communicatieonderzoek: Universiteit Antwerpen.
Dolan, E. I. (2010). ‘… This little ukulele tells the truth’: indie pop and kitsch authenticity.
Popular Music, 29(03), 457-469.
Eerola, T., & Vuoskoski, J. K. (2010). A comparison of the discrete and dimensional models
of emotion in music. Psychology of Music.
Fischer, P., & Greitemeyer, T. (2006). Music and aggression: The impact of sexual-aggressive
song lyrics on aggression-related thoughts, emotions, and behavior toward the same
and the opposite sex. Personality and Social Psychology Bulletin, 32(9), 1165-1176.
Fuld, G. L., Mulligan, D. A., Altmann, T. R., Brown, A., Christakis, D., Clarke-Pearson, K.,
& Nelson, K. G. (2009). Policy Statement-Impact of Music, Music Lyrics, and Music
Videos on Children and Youth. Pediatrics, 124(5), 1488-1494.
Gerbner, G. (1998). Cultivation analysis: An overview. Mass Communication and Society,
1(3-4), 175-194.
Greenfield, P. M., Bruzzone, L., Koyamatsu, K., Satuloff, W., Nixon, K., Brodie, M., &
Kingsdale, D. (1987). What is rock music doing to the minds of our youth? A first
experimental look at the effects of rock music lyrics and music videos. The Journal of
Early Adolescence, 7(3), 315-329.
Greitemeyer, T. (2011). Exposure to music with prosocial lyrics reduces aggression: First
evidence and test of the underlying mechanism. Journal of Experimental Social
Psychology, 47(1), 28-36.
Greitemeyer, T., & Schwab, A. (2014). Employing music exposure to reduce prejudice and
discrimination. Aggressive behavior, 40(6), 542-551.
Guéguen, N., Jacob, C., & Lamy, L. (2010). ‘Love is in the air’: Effects of songs with
romantic lyrics on compliance with a courtship request. Psychology of Music, 38(3),
303-307.
Hogan, M., Baron, M., Beard, L., Corrigan, S., Holroyd, H., Sherry, S., . . . Strasburger, V.
(1996). Impact of music lyrics and music videos on children and youth (RE9144).
Pediatrics 98(6), 1219-1221.
45
Jacob, C., Guéguen, N., & Boulbry, G. (2010). Effects of songs with prosocial lyrics on
tipping behavior in a restaurant. International Journal of Hospitality Management,
29(4), 761-763.
Kämpfe, J., Sedlmeier, P., & Renkewitz, F. (2010). The impact of background music on adult
listeners: A meta-analysis. Psychology of Music.
Kistler, M. E., & Lee, M. J. (2009). Does exposure to sexual hip-hop music videos influence
the sexual attitudes of college students? Mass Communication and Society, 13(1), 6786.
Lin, A. (2006). Independent hip hop artists in Hong Kong: cultural capitalism, youth
subcultural resistance, and alternative modes of cultural production. Mobile and Pop
Culture in Asia, 45-61.
Lin, A. (2008). Respect for Da Chopstick Hip Hop. Global linguistic flows: Hip hop cultures,
youth identities, and the politics of language, 159.
Longhi, E., & Pickett, N. (2008). Music and well-being in long-term hospitalized children.
Psychology of Music, 36(2), 247-256.
Lundqvist, L.-O., Carlsson, F., Hilmersson, P., & Juslin, P. (2008). Emotional responses to
music: experience, expression, and physiology. Psychology of Music.
Miranda, D., & Claes, M. (2009). Music listening, coping, peer affiliation and depression in
adolescence. Psychology of Music, 37(2), 215-233.
Mortelmans, D. (2009). Wat is kwalitatief onderzoek? Handboek kwalitatieve
onderzoeksmethoden (pp. 26-27). Leuven: Uitgeverij Acco.
Münstermann, K., van der Velden, F., & de Leeuw, R. (2015). Feel the Love Generation: Het
effect van prosociale muziek op het prosociale gedrag van jongeren.
North, A. C., Tarrant, M., & Hargreaves, D. J. (2004). The Effects of Music on Helping
Behavior A Field Study. Environment and Behavior, 36(2), 266-275.
Pereira, C. S., Teixeira, J., Figueiredo, P., Xavier, J., Castro, S. L., & Brattico, E. (2011).
Music and emotions in the brain: familiarity matters. PLoS One, 6(11).
Peynircioğlu, Z. F., Rabinovitz, B. E., & Thompson, J. L. (2007). Memory and metamemory
for songs: the relative effectiveness of titles, lyrics, and melodies as cues for each
other1. Psychology of Music.
Primack, B. A., Douglas, E. L., Fine, M. J., & Dalton, M. A. (2009). Exposure to Sexual
Lyrics and Sexual Experience Among Urban Adolescents. American Journal of
Preventive Medicine, 36(4), 317-323.
Rawlings, D., & Leow, S. H. (2008). Investigating the role of psychoticism and sensation
seeking in predicting emotional reactions to music. Psychology of Music.
Roberts, K. R., Dimsdale, J., East, P., & Friedman, L. (1998). Adolescent emotional response
to music and its relationship to risk-taking behaviors. Journal of adolescent health,
23(1), 49-54.
Schwartz, K. D., & Fouts, G. T. (2003). Music preferences, personality style, and
developmental issues of adolescents. Journal of youth and adolescence, 32(3), 205213.
ter Bogt, T. F., Delsing, M. J., van Zalk, M., Christenson, P. G., & Meeus, W. H. (2011).
Intergenerational continuity of taste: parental and adolescent music preferences. Social
Forces, 90(1), 297-319.
Thompson, W. F., Schellenberg, E. G., & Letnic, A. K. (2012). Fast and loud background
music disrupts reading comprehension. Psychology of Music, 40(6), 700-708.
Took, K. J., & Weiss, D. S. (1994). The relationship between heavy metal and rap music and
adolescent turmoil: real or abstract? Adolescence.
46
Villani, S. (2001). Impact of Media on Children and Adolescents: A 10-Year Review of the
Research. Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, 40(4),
392-401.
Warren, A., & Evitt, R. (2010). Indigenous hip-hop: overcoming marginality, encountering
constraints. Australian geographer, 41(1), 141-158.
Weitzer, R., & Kubrin, C. E. (2009). Misogyny in rap music a content analysis of prevalence
and meanings. Men and Masculinities, 12(1), 3-29.
47
Download