pedagogisch beleidsplan

advertisement
PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN KDV
Kindercentrum Belle Fleur
Juli 2016
Inhoud
Inleiding................................................................................................................................................................... 2
1.
De visie ...................................................................................................................................................... 3
2.
Het bieden van fysieke en emotionele veiligheid ..................................................................................... 4
De fysieke veiligheid ................................................................................................................... 4
Ontruimen .................................................................................................................................. 4
Ophalen door derden ................................................................................................................. 4
Aanwezigheid kinderen .............................................................................................................. 4
Protocol kindermishandeling ...................................................................................................... 4
GGD controle .............................................................................................................................. 5
Buikslapen / inbakeren ............................................................................................................... 5
Vier-ogen principe ...................................................................................................................... 5
Ongelukjes .................................................................................................................................. 6
Consultatiebureau ...................................................................................................................... 6
Hygiënecode ............................................................................................................................... 6
Voedingshygiëne ........................................................................................................................ 6
Schoonmaak van de ruimte ........................................................................................................ 7
Persoonlijke hygiëne is van groot belang ................................................................................... 7
De emotionele veiligheid ............................................................................................................ 7
3.
Het bevorderen van de sociale competentie van kinderen ...................................................................... 9
4.
Het bevorderen van persoonlijke competenties van kinderen .............................................................. 11
De emotionele competentie..................................................................................................... 11
De cognitieve competentie ...................................................................................................... 12
De communicatieve competentie ............................................................................................ 13
De motorische – zintuigelijke competentie .............................................................................. 13
De creatieve – beeldende competentie ................................................................................... 14
5.
Socialisatie van overdracht van waarden en normen ............................................................................. 15
6.
Zelfstandigheidsontwikkeling ................................................................................................................. 16
7.
Praktische zaken ..................................................................................................................................... 18
De groepsindeling ..................................................................................................................... 18
De groepsvormen, groepsgrootte ............................................................................................ 18
De babygroep; .......................................................................................................................... 19
De dreumesgroep; .................................................................................................................... 19
De peutergroep en PeuterPaleis; ............................................................................................. 19
De kennismaking ...................................................................................................................... 19
Het breng- / haal- en afscheidsritueel ...................................................................................... 20
Beleid t.a.v. inenten……………………………………………………………………………………………………………..20
Groen licht ................................................................................................................................ 21
VVE ........................................................................................................................................... 21
Observatie / registratie ............................................................................................................ 21
Overdrachtsformulier ............................................................................................................... 22
Voorlopen in de ontwikkeling................................................................................................... 22
Meldcode kindermishandeling ................................................................................................. 22
Klachten .................................................................................................................................... 22
De Geschillencommissie ........................................................................................................... 22
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
1
Inleiding
Kindercentrum Belle Fleur is in 2003 gestart met één locatie dagopvang in Prinsenbeek. Al snel
werd de vraag naar kinderopvang groter. Kindercentrum Belle Fleur heeft daarop ingespeeld waardoor we met
trots kunnen zeggen dat er op dit moment 9 locaties kinderopvang zijn. We faciliteren niet alleen dagopvang
maar ook buitenschoolse opvang en peuterpaleizen (peuterspeelzalen).
Dit beleidsstuk van Kindercentrum Belle Fleur heeft als doelstelling ouders en nieuwe medewerksters inzicht te
geven in de visie van Kindercentrum Belle Fleur. Kindercentrum Belle Fleur biedt opvang aan kinderen in de
leeftijd van 0 t/m 12 jaar. Wij focussen ons in dit beleidsstuk op de dagopvang. De dagopvang ontvangt
kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. In dit pedagogisch beleidsplan staat omschreven hoe wij kinderen de
mogelijkheid bieden zich optimaal te ontwikkelen op alle ontwikkelingsgebieden. De sociale ontwikkeling loopt
als een rode draad door alle ontwikkelingsgebieden heen.
Dit beleidsplan is als volgt opgebouwd: na de visie volgt informatie over de pedagogisch aanpak. Deze
informatie is verdeeld over de volgende vier onderwerpen (competenties):
- Het bieden van fysieke en emotionele veiligheid;
- Het bevorderen van de sociale competentie van kinderen;
- Het bevorderen van persoonlijke competentie van kinderen;
- Socialisatie van overdracht van waarden en normen.
Naast het uitwerken van deze vier competenties sluiten we dit document af met een aantal praktische zaken
uitgewerkt. Natuurlijk is het zo dat sommige hoofdstukken binnen diverse competenties kunnen vallen. Wij
hebben gekeken waar deze competentie volgens de visie van Kindercentrum Belle Fleur het beste past.
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
2
1. De visie
Bij Kindercentrum Belle Fleur staat iedere dag in het teken van samen plezier maken en samen leren.
Een kind moet zich in zijn of haar eigen tempo op een speelse wijze kunnen ontwikkelen in een warme
en huiselijke omgeving. Wij zijn van mening dat alle kinderen de kans verdienen zich op een
plezierige, geborgen en speelse wijze zo goed mogelijk te ontwikkelen.
Kindercentrum Belle Fleur werkt volgens een samensmelting van allerlei opvoedingsmethoden. We
hebben dát eruit gehaald wat ons aanspreekt en past bij onze ideeën en visie. Naast de
opvoedingsmethoden hanteren we ook de drie R-en. Rust reinheid en regelmaat bieden de kinderen
de structuur die ze nodig hebben. Daarnaast heeft Kindercentrum Belle Fleur ervoor gekozen om te
werken middels een platte aanspreekcultuur. Dit houdt in dat er op elke locatie een leidinggevende
is, die niet op de groep staat ingepland. Dit is een bewuste keuze. Zij zijn het aanspreekpunt voor
ouders en medewerksters. Ze zijn de rustgevende factor op de locatie. Deze leidinggevende geeft
iedereen de tijd en aandacht die zij nodig hebben. Zo houden we de communicatielijnen zo kort
mogelijk.
Daarnaast staat Kindercentrum Belle Fleur duidelijk achter een horizontale kinderopvangvorm, tenzij
het niet anders mogelijk is. Leeftijdsgebonden groepen geven onze medewerksters de kans zich te
specialiseren op de specifieke ontwikkeling van kinderen in een bepaalde leeftijdsfase, waardoor
kinderen de gelegenheid krijgen zich optimaal te ontwikkelen.
- De ruimte inrichten voor de ontwikkelingsgebieden van die leeftijdsgroep.
- Spelmateriaal dat gericht is op het ontwikkelingsgebied van de kinderen.
- Pedagogische specifieke kennis van de medewerksters.
- Groepsactiviteiten worden erop ingepland.
- Er heerst rust en regelmaat in de groep.
We streven naar een optimaal contact met de ouder, dit in het belang van het kind. Ons belangrijkste
aspect in de opvoeding is het stimuleren van de sociale ontwikkeling. Vooral in deze moderne
individualistische tijd zijn wij van mening dat dit ontwikkelingsgebied wat extra aandacht mag
hebben. Hoe we dit doen wordt beschreven in het hoofdstuk “ de sociale competentie”.
Kindercentrum Belle Fleur staat voor een persoonlijke benadering voor zowel de kinderen als de
ouder. Daarnaast vervullen we ook zeker een sociale functie. Dit doen we door te participeren in de
maatschappelijke activiteiten binnen de wijk waar we gevestigd zijn. We streven vooral niet naar het
“massale”, maar willen we sfeer en vertrouwdheid scheppen door kwaliteit en persoonlijkheid te
bieden.
Kindercentrum Belle Fleur vindt het erg belangrijk dat elk kind zich op zijn eigen tempo en op zijn
eigen manier ontwikkelt. Een kind ontwikkelt zich op het ene gebied sneller dan op het andere
gebied. Het kind is misschien erg vlot met de spraakontwikkeling terwijl de fijne motoriek zich wat
langzamer ontwikkelt.
Omdat elke ruimte uitdagend is ingericht kunnen wij de kinderen de gehele dag dát spelmateriaal en
díe uitdaging aanbieden die de kinderen nodig hebben. Wij zullen de kinderen op een speelse wijze,
en op het niveau van het kind, uitdagen zich verder te ontwikkelen.
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
3
2. Het bieden van fysieke en emotionele veiligheid
In dit hoofdstuk beschrijven we hoe de emotionele en fysieke veiligheid van de kinderen
gewaarborgd wordt. Wat we als kindercentrum graag willen bereiken, is dat de kinderen zich zowel
fysiek als emotioneel veilig voelen bij Kindercentrum Belle Fleur. Kinderen hebben voor een optimale
ontwikkeling een gevoel van veiligheid nodig. Wanneer een kind zich niet veilig voelt, trekt het zich
terug, durft niet te ontdekken en wordt belemmerd in zijn/ haar ontwikkeling. Het kind kan dan niet
profiteren van de nieuwe kansen en uitdagingen die wij bieden.
De fysieke veiligheid
Als kindercentrum zijn we verantwoordelijk voor de fysieke veiligheid van kinderen. Dit houdt in dat
alle materialen en ruimtes veilig en schoon zijn. Ook zijn we verantwoordelijk voor gezonde voeding
en voldoende beweging. We maken regels en afspraken welke zijn gericht op hygiëne en op het
voorkomen van onverantwoorde risico’s. Deze regels en afspraken staan vastgelegd in de RI&E
gezondheid en in onze protocollen. Iedere dag is er iemand aanwezig die een cursus kinder EHBO
en/of BHV heeft gevolgd zodat zij weten wat te doen bij calamiteiten of wanneer een kind zich
bezeerd.
Ontruimen
Om onze medewerksters goed te trainen in het ontruimen organiseren we ieder jaar een
onaangekondigde ontruimingsoefening. Deze oefeningen worden begeleid door een erkend bedrijf.
Bij calamiteiten hebben we een protocol dat nageleefd kan worden, dit geeft onze medewerksters
een handvat om op de juiste manier te handelen.
Ophalen door derden
Uit veiligheidsoverwegingen worden kinderen nooit aan een vreemde of derde meegegeven mits dit
aan ons is doorgegeven. Wanneer er niet is doorgegeven dat het kind door iemand anders opgehaald
wordt, zullen wij contact met de ouders opnemen. Wij doen dan navraag of het kind meegegeven
mag worden.
Aanwezigheid kinderen
Om een goed overzicht te hebben van de aanwezige kinderen is er op iedere groep een Ipad
aanwezig. Bij binnenkomst wordt een kind aangemeld, bij het naar huis gaan melden we het kind af.
Is een kind zonder afmelding afwezig wordt de ouder gebeld om te achterhalen waar het kind is. Om
verwarring te voorkomen vragen wij de ouders om het kind tijdig af te melden via de ouderlogin.
Protocol kindermishandeling
Wij hebben een rol in het signaleren van kindermishandeling. Naast het signaleren hebben we ook
een rol in het stoppen van de kindermishandeling. Wanneer er een vermoeden van
kindermishandeling is zal Kindercentrum Belle Fleur werken volgens de Meldcode
Kindermishandeling. Deze meldcode bestaat uit een stappenplan bij vermoeden van mishandeling,
een signalenlijst en een sociale kaart. Zo hebben we in één document alle benodigdheden bij om een
kind zo snel als mogelijk te helpen.
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
4
GGD controle
Elk kindercentrum krijgt éénmaal per jaar een controlebezoek van de GGD. De GGD voert
in opdracht van de gemeente een controle uit of wij als kindercentrum werken volgende de vier
competenties,
- Het bieden van fysieke en emotionele veiligheid;
- Het bevorderen van de sociale competentie van kinderen;
- Het bevorderen van de persoonlijke competentie van kinderen;
- Socialisatie van overdracht van waarden en normen.
De inspecteur zal op de groepen observaties verrichten om het pedagogische klimaat op alle vier de
competenties te toetsen, waarna zij een rapport schrijft. Dit rapport is te vinden op onze website
www.bellefleur.nl .
Buikslapen / inbakeren
Baby’s worden zonder de toestemming van de ouders nooit op de buik in bed gelegd. Op de buik
slapen brengt voor baby’s verhoogde risico’s op wiegendood. Wanneer de ouder de baby ondanks
het risico toch op de buik wil laten slapen, wordt er een verklaring en het protocol ondertekend. In
deze verklaring geeft de ouder aan bekent te zijn met de risico’s van het buikslapen. Door het
protocol te ondertekenen verklaren ouders dat het protocol is doorgenomen en dat ouders op de
risico’s zijn gewezen. Omdat er aan inbakeren ook risico’s zijn verbonden, bakeren wij kinderen
alleen in nadat de ouders de verklaring met risico’s en het protocol hebben ondertekend.
Vier-ogen principe
Naar aanleiding van de zedenzaak bij een kinderdagverblijf in Amsterdam heeft de commissie
Gunning in haar onderzoeksrapport geadviseerd om bij kinderdagverblijven het vierogen principe in
te voeren. Het vierogen principe houdt in dat er altijd een volwassene moet kunnen meekijken of
meeluisteren bij een beroepskracht in de kinderopvang. De Rijksoverheid heeft het advies van de
commissie Gunning overgenomen en het vierogen principe vanaf 1 juli 2013 verplicht gesteld voor
alle kinderdagverblijven.
Hoe geven wij invulling aan het vierogen principe? (dit kan per locatie verschillen)
- In de groepsruimte zijn deuren voorzien van glas. Dit zorgt voor transparantie,
medewerkers en leidinggevende hebben zicht op elkaar. Maar ook ouders die over de
gang lopen kunnen de groep inkijken.
- De groepsramen worden niet volgehangen met werkjes en mededelingen. Zo blijft de
mogelijkheid om vanuit de gang de groepsruimte in te kijken.
- De groepsruimte is rondom voorzien van grote ramen, zodat er altijd van buiten naar
binnen gekeken kan worden.
- De groepsruimte is zo ingericht dat er hoekjes gecreëerd zijn op kind hoogte, waarbij de
medewerksters de ruimte in zijn geheel kunnen overzien.
- In de slaapkamer staat een babyfoon. Deze babyfoon is naast het controleren hoe het
met de kinderen gaat ook een controle voor de pedagogisch medewerker als ze op de
slaapkamer is.
- Slaapkamers zijn voorzien van ramen, hierdoor kan een collega altijd een blik in de
slaapkamer werpen.
Van al onze pedagogisch medewerkers, invalkrachten, managementleden, stagiaires en vrijwilligers
hebben wij een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) in ons bezit. Deze wordt jaarlijks gecontroleerd
door de GGD.
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
5
Binnen Kindercentrum Belle Fleur heerst een open aanspreek cultuur. Door het
kleinschalige karakter van onze locaties is het contact persoonlijk en zijn er korte
communicatielijnen. Bij Kindercentrum Belle Fleur hebben we op iedere locatie een leidinggevende.
Zij spreekt medewerkers aan op gedrag dat niet binnen de visie en beleid van Kindercentrum Belle
Fleur valt. Wij verwachten dit ook van de pedagogisch medewerksters onderling.
Ongelukjes
Het is onze taak kinderen zo goed mogelijk in het oog te houden. Ondanks onze oplettendheid kan
het voorkomen dat een kind valt of dat er een ander ongeluk gebeurd. Er is daarom altijd minimaal
één persoon aanwezig zijn met een EHBO diploma of een diploma bedrijfshulpverlening. Wanneer
het nodig is zal contact gezocht worden met een arts. In ernstige situaties zal de ambulance gebeld
worden. Op iedere locatie is een verbandtrommel aanwezig. Deze verbandtrommel wordt éénmaal
per jaar gecontroleerd en verzegeld door een extern bedrijf.
Consultatiebureau en CJG
We onderhouden nauw contact met de verpleegkundige van het consultatiebureau en het CJG. Bij
vragen kunnen we altijd bellen. Deze vragen gaan over allerlei zaken te denken aan;
- de opvoeding;
- voeding van kinderen;
- slaapproblemen e.d..
In sommige situaties kan het voorkomen dat we iets aan de verpleegkundige of de CJG-er willen
vragen dat direct betrekking heeft op het kind. In dit geval zullen wij dit vooraf met de ouders
bespreken. Wij vragen de ouder dan een toestemmingsformulier in te vullen.
Hygiënecode
Binnen een kinderdagverblijf wordt met voedsel gewerkt. Het is belangrijk dat wij weten hoe er met
voedsel omgegaan moet worden. Op deze manier dragen we er zorg voor dat de kans op
voedselvergiftiging bij de kinderen en medewerksters minimaal is. Voedselvergiftiging kan immers
erg gevaarlijk zijn.
Het schoonmaken van het interieur en het speelgoed moet regelmatig en op de juiste wijze
gebeuren. Hierdoor is de kans op besmetting met micro‐organismen bij
kinderen kleiner. Kindercentrum Belle Fleur werkt volgens de normering van de hygiënecode, een
beleid geschreven door de Brancheorganisatie Kinderopvang en BOINK. In dit beleid wordt
beschreven hoe voedsel moet worden bewaard en bereid. Maar hierin wordt ook beschreven hoe
vaak bepaalde materialen of oppervlakten schoongemaakt moeten worden .
Voedingshygiëne
Zoals benoemd is voedingshygiëne van groot belang. Voor het bereiden van eten of het eten wassen
pedagogisch medewerksters en kinderen de handen. Zorg voor een schone werkomgeving wanneer
je met eten aan het werk bent.
Op alle verpakkingen van voeding wordt de datum van het eerste verbruik vermeld. Hiermee kunnen
we achterhalen wanneer de verpakking is geopend. Naast het schoon werken, leren we kinderen aan
om hygiënisch om te gaan met eten.
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
6
Schoonmaak van de ruimte
Binnen elke groep hangen formulieren met daarop de schoonmaakwerkzaamheden die
dagelijks moeten gebeuren; zoals stofzuigen, dweilen, commodes, tafels en stoelen schoonmaken.
Wekelijks worden alle locaties schoongemaakt door een schoonmaakbedrijf. Zij dragen zorg voor de
grotere en zwaardere schoonmaakwerkzaamheden, zoals de randen / richels, keuken ect. Ook deze
worden geregistreerd.
Voor de slaapkamer is er een slaapschema. Hierop staat welk kind in welk bed slaapt. Zo dragen we
zorg voor een goede bedhygiëne.
Persoonlijke hygiëne is van groot belang
Dit geldt voor zowel de pedagogisch medewerksters als voor de kinderen en ouders/verzorgers.
Wij volwassenen zijn een voorbeeld voor kinderen. Vanuit dit oogpunt wordt er verwacht dat wij het
goede voorbeeld geven. Hieronder verstaan we o.a.: handen wassen voor het eten, handen wassen
na toiletbezoek.
Ook van de ouders/verzorgers verwachten wij een stukje hygiëne als het gaat om het kind. Hierbij
kan je denken aan: schone luier wanneer het kind wordt gebracht, gewassen en gegeten hebben
voor het kind naar Kindercentrum Belle Fleur komt.
De emotionele veiligheid
Veiligheid en vertrouwen volgen elkaar op. Door kinderen een veilige omgeving te bieden krijgen
kinderen de ruimte zich hechten aan zowel de omgeving als aan personen. Zo ontstaat er een
hechtheidsrelatie. Medewerksters bij Kindercentrum Belle Fleur spannen zich in om alle kinderen het
gevoel te geven welkom te zijn. Daarbij geven zij alle kinderen de liefde en aandacht die ze nodig
hebben.
Wat betreft de emotionele veiligheid van het kind staat het volgende centraal: hoe voelt het kind zich
op de groep en binnen het kinderdagcentrum?
Door het werken met dagritmekaarten is de dag voor kinderen voorspelbaar. De dagritmekaarten
geven kinderen inzicht in hoe een dag verloopt. Deze voorspelbaarheid is een van de voorwaarden
om te kunnen ontwikkelen.
Ervaart het kind voldoende veiligheid in de omgeving om zich vrij te kunnen ‘bewegen’ en te
‘ontdekken‘? Deze emotionele veiligheid creëren we door ons in te spannen om vaste en vertrouwde
pedagogisch medewerksters in te zetten op de groepen. Tijdens ziekte of vakanties zijn er minder
vaste gezichten op de groep. We streven er dan naar om zoveel mogelijk vaste invalkrachten in te
zetten.
Onze pedagogisch medewerksters werken kindgericht. We verplaatsen ons vaak letterlijk op het
niveau van het kind. Praktisch betekent dit, dat we bij de baby’s veelal op de grond zitten en met de
baby’s meespelen. Bij de dreumesen en peuters zorgen we ervoor dat we door onze knieën zakken,
zodat we ons op hetzelfde oogniveau bevinden. Ook bij de dreumesen en peuters spelen we mee.
We spelen met de kinderen mee om de kinderen te stimuleren in hun spel of om de kinderen te
ondersteunen als ze iets moeilijk of eng vinden. Kinderen vinden dit gezellig en ontlenen veel
veiligheid aan een volwassene aan hun zijde.
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
7
Door een open en toegankelijke houding richting het kind ervaart het kind dat het bij ons
terecht kan met verhalen en emoties. We kijken en luisteren goed naar gedrag en woord.
We controleren of we het kind goed begrepen hebben.
Het serieus nemen van de emoties van het kind staat voorop. Luisteren naar het kind, begrip tonen,
het kind de mogelijkheid geven zich te uiten en grenzen stellen wanneer het uit de hand loopt.
Kinderen hoeven zich niet in te houden of te schamen voor hun gevoelens. Kindercentrum Belle Fleur
wil hierin een open en positief klimaat stellen.
Kindercentrum Belle Fleur vindt het belangrijk om een kind individuele aandacht te geven. Ziet een
pedagogisch medewerkster dat een kind behoefte heeft aan aandacht, zal zij hierop inspelen. Het
kind ontvangt deze aandacht d.m.v. een knuffel, een aai over de bol of even gezellig kletsen.
Ingaan op de fantasie hoort bij de emotionele ontwikkeling. Het kind de vrijheid van fantasie geven,
doen we door vrijspelen, kleurgebruik, rollenspel enz. We geven het kind de gelegenheid zich in deze
fantasiewereld te begeven.
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
8
3. Het bevorderen van de sociale competentie van kinderen
In dit deel van het beleid behandelen we het belangrijkste aspect in het pedagogische beleid van
Kindercentrum Belle Fleur, namelijk het bevorderen van de sociale competentie. Wij zijn van mening dat het in
deze individualistische wereld belangrijk is de sociale ontwikkeling wat extra de aandacht te geven.
Op een kinderdagverblijf wordt de sociale ontwikkeling gestimuleerd, doordat kinderen de hele dag met
andere kinderen en volwassenen samen zijn. Kinderen ontdekken, van baby naar peuter, steeds meer dat het
leuk is om dingen samen te doen. De pedagogisch medewerksters stimuleren dit door:
samen een activiteit te doen
in de hoekjes te spelen,
gezellig liedjes te zingen,
te dansen.
De pedagogisch medewerksters stimuleren sociaal gedrag en samenspel door kinderen bij elkaar te zetten met
een spelletje of in een kleine groep een activiteit aan te bieden. Dit doen we op een speelse wijze en in een
ontspannen sfeer.
De pedagogisch medewerkers stimuleren kinderen om aan te geven wat zij wel en niet willen. Kinderen
ontwikkelen zo hun eigenheid en ontdekken hun eigen wil. Door hier openheid aan te geven, leren kinderen
ook steeds meer zelf aan te geven wanneer zij ons wel of niet nodig hebben. Zij komen naar de pedagogisch
medewerker toe voor: troost, aandacht, een knuffel of hulp. Vanzelfsprekend zoekt de pedagogisch
medewerker het kind zelf ook op. Er wordt aandacht, een knuffel of hulp aangeboden.
Kinderen hebben sterk de behoefte om de wereld te ontdekken. Zonder deze drang zouden kinderen zich niet
tot nauwelijks ontwikkelen. Het willen ontdekken van de wereld helpt de kinderen om te leren zitten, kruipen,
lopen e.d.. Deze behoefte vraagt van pedagogisch medewerksters dat zij de kinderen begeleiden maar ook dat
zij laten weten tot hoever kinderen kunnen gaan. Dit voor de veiligheid van het kind maar ook om de sociale
vaardigheden tot ontwikkeling te laten komen. Normen en waarden en het leren rekening te houden met
anderen is een kostbare basis voor de verdere ontwikkeling van het kind.
Kinderen hebben regels nodig, het biedt hen houvast en duidelijkheid. Hierdoor voelen zij zich veilig, ze weten
immers wat er van hen verwacht wordt, maar ook wat zij kunnen verwachten. Hierdoor groeit het
zelfvertrouwen van het kind.
Vooral jonge kinderen zoeken veelvuldig op tot hoever ze kunnen gaan. De pedagogisch medewerksters zullen
dit consequent blijven uitleggen. Hierbij wordt rekening gehouden met de leeftijd van de kinderen. Op de
babygroep halen we het kind uit de situatie en zeggen kort dat dit niet mag. Bij de dreumes en peutergroepen
gaan we meer het gesprek aan met de kinderen. Door op een respectvolle manier met de kinderen om te gaan
leren zij ook om een ander respectvol te bejegenen.
We geven kinderen die sociaal wenselijk gedrag vertonen vaak een compliment. Dit doen we door het positieve
gedrag dat we hebben gezien te benoemen. Door een kind positief te benaderen en te benadrukken wat wij
graag zien, stimuleren wij de kinderen dit gedrag vaker te vertonen.
Soms vertoont een kind gedrag dat niet wenselijk is. Hierover zullen wij het gesprek met het kind aangaan.
Blijven wij gedurende de dag ongewenst gedrag van dit kind signaleren, dan wordt dit kind even uit de situatie
gehaald. Wanneer een kind uit de situatie wordt gehaald, leggen we aan het kind uit waarom dit gebeurd. Ook
achteraf wordt dit nog kort besproken. We starten het gesprek met de vraag of het kind weet waarom het even
apart is gezet. Dit geeft het kind inzicht in de regels en zijn eigen gedrag. Dit gesprek zal gebeuren op
ooghoogte van de kinderen. Hierbij is oogcontact in veel gevallen belangrijk. Medewerksters van
Kindercentrum Belle Fleur mogen niet schreeuwen tegen de kinderen. Is de afstand tussen de medewerkster
en het kind te groot, dan zal de medewerkster richting het kind lopen om vervolgens het gesprek aan te gaan.
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
9
Doordat kinderen de ruimte, het materiaal en de aandacht van de pedagogisch medewerkers met
elkaar moeten delen kunnen conflicten ontstaan. Wij vinden het belangrijk dat kinderen hun
conflicten zoveel mogelijk zelf leren oplossen. In eerste instantie wachten de pedagogisch
medewerksters af of kinderen erin slagen om hun conflicten zelf op te lossen. Zij houden het
proces in de gaten en grijpen in als kinderen er samen niet uitkomen. Wanneer zij ingrijpen verwoorden zij voor
de kinderen waar het conflict om draait en helpen de kinderen naar een oplossing te zoeken. Zij geven de
kinderen een alternatief wanneer kinderen in conflict fysiek worden. Zij leggen uit hoe een conflict opgelost
kan worden ‘met woorden’.
Voor kinderen op het kinderdagverblijf wordt het groepsgebeuren steeds belangrijker. Kinderen bouwen een
band op met elkaar en met de pedagogisch medewerkers. Oudere kinderen helpen en troosten elkaar, hebben
onderonsjes, giechelen samen. Sommige kinderen zijn makkelijk in het contact naar andere kinderen, andere
kinderen hebben hulp nodig bij het contact maken. Onze pedagogisch medewerksters bieden deze hulp. Ze
doen dit door kinderen uit om mee te doen aan activiteiten.
Het samen leren delen, samen spelen is erg belangrijk. Dit stimuleren de pedagogisch medewerksters door
groepsactiviteiten en kringspelen aan te bieden. Het leren luisteren naar elkaar, elkaar de gelegenheid geven
voor zijn mening uit te komen of iemand niet in de rede vallen. Het bewust leren luisteren naar anderen. Elkaar
in zijn waarde laten en rekening leren houden met elkaar. Dit zijn allemaal voorbeelden hoe onze pedagogisch
medewerksters de sociale competentie bevorderen.
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
10
4. Het bevorderen van persoonlijke competenties van kinderen
De persoonlijke competentie is onderverdeeld in 5 onderliggende competenties.
Emotionele competentie
Cognitieve competentie
Communicatieve competentie
Motorisch – zintuigelijke competentie
Creatief – beeldende competentie
In het komende hoofdstuk worden deze onderliggende competenties uitgewerkt.
De emotionele competentie
In het eerste levensjaar wordt de basis voor een gezonde emotionele en sociale relatie gelegd.
Een pasgeborene is nog passief in het maken van contact met zijn omgeving. Hij onderzoekt en leert via zijn
zintuigen, de huid speelt hierbij een grote rol. De baby ervaart een direct contact met zijn omgeving. Daarnaast
zijn oogcontact en praten essentieel voor baby’s. Het is een teken van aandacht en liefde.
Onze pedagogisch medewerksters praten veel met de baby’s en vertellen tijdens de verzorging wat zij gaan
doen. Daarnaast gaan de pedagogisch medewerksters in op het gebrabbel van het kind. Dit geeft de baby het
gevoel gezien en gehoord te worden. Hoe ouder een kind wordt hoe belangrijker deze interactie wordt. Lacht
een baby, dan zal de pedagogisch medewerkster hierop reageren door terug te lachen en te benoemen dat het
kind lacht. Zo krijgt een baby al een eerste indruk van oorzaak en gevolg.
Rond de negen maanden ervaart een kind dat hij geen onderdeel is van anderen, hij is een eigen individu. Dit
kan voor sommige kinderen erg beangstigend zijn. Vaak krijgen kinderen in deze periode last van
scheidingsangst. De baby is ondernemend maar tegelijkertijd ook bang om alleen gelaten te worden. Het kind
denkt dat de ouder verdwijnt als die buiten gezichtsveld verdwijnt. We spelen met kinderen van deze leeftijd
vaak “kiekeboe” spelletjes. Daarnaast praten we tegen de kinderen wanneer we buiten het gezichtsveld van de
kinderen zijn. Zo leren kinderen dat wanneer je niet gezien wordt, je toch wel aanwezig kan zijn. Kinderen
leren ze dat je weer terugkomt. Ze krijgen vertrouwen in de relatie en situatie.
Een dreumes gaat door met het ontdekken van de wereld. Het is steeds leuker om te doen wat niet mag. Hun
eigen behoefte staat centraal. Een dreumes trekt een speeltje uit de hand van een ander kind en ziet dat de
ander hierom gaat huilen. Hier kunnen ze oprecht verbaast over zijn. Van dit gedrag leren kinderen wat ze bij
een ander teweeg kunnen brengen, actie / reactie.
Daarnaast experimenteert de dreumes hoe ver hij kan gaan en waar de grenzen liggen. De reactie van de
omgeving heeft veel invloed op het gedrag van de dreumes. De pedagogisch medewerksters begeleiden
kinderen in het ombuigen van het ongewenste gedrag en laten zien welk gedrag wel wenselijk is. Door dit keer
op keer te herhalen leren kinderen welk gedrag wenselijk is en wat niet.
Rond het tweede levensjaar begint de periode dat een dreumes alles zelf wil doen. Ze kunnen hierbij een
sterke eigen wil laten zien. Wij geven de kinderen de ruimte om dit “zelf doen” te ontplooien. Hierbij worden
de kinderen wanneer er behoefte aan is ondersteund door de pedagogisch medewerksters.
Peuters ontwikkelen steeds meer een zelfbewustheid. Ze leren dat zij deel uit maken van een groep mensen en
de wereld om zich heen. Ze gaan verder op zoek naar grenzen en proberen deze te verleggen. Daarnaast
ontwikkelen ze fantasiespelletjes. Hierbij kunnen sociale rollen verwerkt zijn b.v. vadertje en moedertje. Hierin
is duidelijk zichtbaar wat een peuter om zich heen ziet gebeuren en meemaakt.
Peuters leren inschatten hoe anderen gaan reageren op het eigen gedrag. Zo begrijpen ze dat zij getroost
worden wanneer zij huilen. Dit betekent ook dat zij gaan proberen de omgeving te “manipuleren”. Ondanks dat
we weten dat kinderen de situatie “manipuleren” zullen we het gedrag wel serieus nemen. Kinderen leren op
zo’n moment dat zij onvoorwaardelijk bij de pedagogisch medewerksters terecht kunnen.
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
11
Huilen kinderen bij het afscheid, dan mogen ze lekker even bij de pedagogisch medewerkster op
schoot komen zitten. In de peuterpubertijd ontdekken de peuters hun eigen wil maar kennen nog
geen sociaal aangepast gedrag. Een driftbui hoort bij de leeftijd. De peuter krijgt bij ons wel de
ruimte om zijn boosheid te uiten zolang ze anderen geen pijn doen. Ontstaat er ongewenst gedrag en komt
hierdoor teveel onrust in de groep, dan wordt de peuter even uit de situatie gehaald om tot rust te komen.
De cognitieve competentie
Gedurende ongeveer de eerste 7 maanden van zijn leven kan een baby nog niet echt denken. Al zijn acties en
reacties zijn reflexen. Die gebeuren automatisch, zonder dat hij erover nadenkt. De baby ervaart iets, reageert
daar in een reflex op en voelt wat daarvan het effect is. Vanaf de derde maand kan hij bewegingen herhalen.
De baby komt terecht in een soort cirkel van waarnemen en doen. De baby ervaart iets, reageert reflexmatig,
ervaart het effect, herhaalt de handeling en ervaart het effect opnieuw.
Wij stimuleren de kinderen door leeftijd gerelateerde materialen aan te bieden. Kinderen raken geprikkeld
wanneer wij laten zien welke effecten sommige materialen geven. Daarnaast praten we veel met de kinderen,
we vertellen wat we gaan doen maar ook brabbelen we op het niveau van het kind. Dit daagt kinderen uit om
dit na te doen. Zo ontstaan er hele verhalen op het niveau van het kind.
Op het moment dat de zevende maand is bereikt gaat de baby ook daadwerkelijk echte acties ondernemen
waar hij van te voren over heeft nagedacht. Dus het reageren uit een reflex of acties vanuit een reflex
verzwakken. De baby gaat doelgerichte acties ondernemen. Kinderen leren nu dat rammelen met een
rammelaar geluid produceert, huilen een reactie oplevert en brabbelen beloont wordt met tegengeluiden van
de pedagogisch medewerkster. We bieden nu andere materialen aan die beter aansluiten bij deze leeftijd,
waardoor de baby op een andere manier wordt geprikkeld. Daarnaast zingen we veel en vertellen verhaaltjes
tegen de kinderen, wat uitdaging biedt om terug de kletsen.
Tussen het eerste en tweede levensjaar gaat het kind veel meer van de wereld ontdekken dan in het eerste
levensjaar. Het kind kan kruipen en lopen, de leefwereld wordt nu een heel stuk groter voor het kind. Een van
de grootste ontwikkelingen is dat de kinderen een beeld kunnen vasthouden in hun hoofd. Zo weten ze nu hoe
vader en moeder eruit zien en herkennen ze de ouders als ze weer terugkomen. Het geheugen zal zich beetje
bij beetje verder ontwikkelen en steeds sterker worden. Om dit te stimuleren lezen we regelmatig een boek
voor, we benoemen dan alle plaatjes en dagen de kinderen uit dit ook te doen. Ook leert een kind kleine
opdrachten uit te voeren. Dit doen we dan ook regelmatig in de vorm van, “pak je de auto even?”
In deze fase kunnen kinderen ook last krijgen van verlatingsangst. Dit is voor ouders altijd een vervelend iets.
Door het afscheid kort en duidelijk te houden raakt het kind gewent aan het ritueel. Door de herhaling krijgt
het kind vertrouwen in de terugkomst van de ouders.
De pedagogisch medewerksters nemen de tijd om samen met het kind de ouder uit te zwaaien. Wanneer het
kind behoefte heeft aan troost dan mag het kind bij de pedagogisch medewerkster op schoot komen zitten. Dit
rustmoment zorgt ervoor dat het kind zich weer veilig gaat voelen. Op het moment dat het kind eraan toe is zal
het zelf het initiatief nemen om met zijn vrienden te gaan spelen.
In het derde levensjaar van het kind neemt het zelfbewustzijn toe. De buitenwereld wordt een vertrouwde plek
voor hem. Maar in deze periode kunnen de nieuwe dingen vragen oproepen en de peuter beangstigen. Onze
pedagogisch medewerksters luisteren naar de kinderen en nemen het kind serieus in zijn angst. De angst wordt
benoemd en de situatie wordt op het niveau van het kind opgelost. Zo krijgt het kind weer grip op de situatie
en voelt het zich weer veilig.
In het vierde levensjaar is de motoriek van de peuter verder ontwikkeld. Op de een aantal locaties heeft
Kindercentrum Belle Fleur een peutertopgroep. In deze groep krijgen de peuters werkjes aangeboden die meer
uitdaging bieden op alle ontwikkelingsgebieden. Op de locaties waar verticaal gewerkt wordt is er een speciale
peuter juf. Zij zorgt ervoor dat de peuters extra uitdaging aangeboden krijgen. Dit gebeurd op de
slaapmomenten van de jongere kinderen.
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
12
De peuter begint nu kleuren te herkennen en kan bijvoorbeeld blokjes van dezelfde kleur bij
elkaar zoeken, het zogenaamde sorteren. Ook krijgt de peuter begrip van tijd. Hij snapt dat
morgen niet vandaag is. De peuter wil ook maar al te graag naar buiten om nieuwe dingen te
ontdekken en te beleven. Tekenen, schilderen en legpuzzels zijn leuke spelletjes op deze leeftijd en zorgen er
mede voor dat de motoriek verder ontwikkeld.
De communicatieve competentie
Als een baby het levenslicht ziet, begint het gelijk te huilen. De eerste weken is huilen vrijwel het enige geluid
dat een baby maakt. Dat huilen is functioneel en heeft een communicatieve functie. We weten of een baby
honger of krampjes heeft of misschien gewoon lekker bij je wil zijn. Bovendien leert een baby door te huilen
controle te krijgen over de spieren in zijn tong, zijn lippen en gehemelte.
Hierna komen de eerste geluiden uit de mond van de baby. Prachtig gebrabbel wat er gewoon uitkomt omdat
de baby zijn mond beweegt en geluid maakt. De pedagogisch medewerksters praten volop met de baby. De
baby wil graag leren communiceren met de ouders en verzorgers. Ook reageert een baby met geluidjes
wanneer de ander geluidjes maakt. De baby wordt dan uitgedaagd om door te gaan met het maken van
geluidjes. Al snel is daar het eerste brabbel gesprek met de baby. Dit is de eerste stap richting een goede
taalontwikkeling van de baby.
De baby maakt in de periode hierna verschillende klanken dit tot de baby ongeveer negen maanden oud is.
Door naar zichzelf te luisteren en klanken te maken ontdekt de baby allerlei mogelijkheden. Hard en zacht
praten en ook op verschillende toonhoogtes.
De pedagogisch medewerksters lezen verhaaltjes voor, zingen liedjes en blijven communiceren met de baby.
Hierdoor leert de baby zijn eerste woordjes kennen en wordt de communicatie en de taalontwikkeling stap
voor stap verder uitgebouwd.
Het is in deze fase van groot belang dat een baby aandacht krijgt en “gesprekken” voert om de taalontwikkeling
te stimuleren. Door ons helemaal af te stemmen op de baby ontstaan er meer mogelijkheden en kansen voor
de baby om te groeien in de taalontwikkeling.
Bij Kindercentrum Belle Fleur wordt er veel met de kinderen gecommuniceerd. Als een kind spraakfouten
maakt wordt het kind niet verbeterd maar in het antwoord wordt de juiste benaming aan het fout uitgesproken
woord benoemd. We laten elk kind in zijn waarde en geven d.m.v. een positieve reactie hier het kind
eigenwaarde te geven.
De taalstimulering is bij Kindercentrum Belle Fleur verweven in het dagritme. Gedurende de dag wordt er op
een speelse wijze thematisch gewerkt. Tijdens het werken met thema’s wordt er veel gesproken over het
thema van dat moment. Kinderen leren hierdoor nieuwe woorden, doen activiteiten en worden zo
spelenderwijs gestimuleerd zich verder te ontwikkelen. Door af wisselend te luisteren en te vertellen, leren we
kinderen een gesprek te voeren waarin we naar elkaar geluisterd wordt.
De motorische – zintuigelijke competentie
De grove en fijne motoriek spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van baby’s en kinderen. Een kind leert
vanaf het eerste moment door te spelen en bewegen om de wereld om zich heen te verkennen. Vanuit de box
kijken en grijpen baby’s al naar de aangeboden materialen. Vervolgens leren kinderen kruipen en lopen om nog
verder de wereld in te kunnen trekken. Door middel van spelen en bewegen wordt de ontwikkeling van
kinderen gestimuleerd en leren kinderen spelenderwijs zichzelf, de omgeving en anderen kennen. Motoriek en
de algehele ontwikkeling zijn dus onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
13
Bij jonge kinderen speelt de motoriek een belangrijke rol in de ontwikkeling. Op veel gebieden van
de ontwikkeling heeft het kind motorische vaardigheden nodig. Bij het ontdekken van de wereld is
het noodzakelijk dat je kunt bewegen. Kinderen moeten dingen kunnen pakken en vasthouden.
Kinderen zijn nieuwsgierig en willen tijdens deze zoektocht dingen betasten en verplaatsen. Het
spreekt voor zich dat voor al deze handelingen motorische vaardigheden noodzakelijk zijn. Bij de ontwikkeling
van spraak en het uiten van emoties zijn motorische vaardigheden nodig.
Kindercentrum Belle Fleur biedt de kinderen voldoende uitdaging om zich te ontwikkelen. Er is op alle groepen
voldoende ontwikkelingsmateriaal aanwezig. Ook in de tuin is voldoende materiaal aanwezig waar de kinderen
uitdaging in vinden. Zij kunnen hier klimmen, schommelen en gebruik maken van fietsjes. De pedagogisch
medewerksters dagen de kinderen uit en motiveren de kinderen in hun spel. Zij doen dit door samen te spelen,
maar ook door positieve aandacht en complimentjes te geven.
De creatieve – beeldende competentie
Bij ons staat samen lachen en ontdekken centraal. Ieder kind verdient een mooie en uitdagende tijd gedurende
het verblijf bij Kindercentrum Belle Fleur. Wij geven ‘onze’ kinderen de ruimte om spelenderwijs de wereld te
ontdekken. Wij zetten ons in om het kind te laten ontwikkelen tot een kleuter die lekker in zijn/haar vel zit.
We bieden een tal van activiteiten aan waarbij kinderen worden uitgedaagd maar waar ze ook van kunnen
genieten. Muziek en creativiteit behoren tot deze activiteiten. Dagelijks worden er liedjes gezongen, maar er
wordt ook met regelmaat geknutseld. Tijdens het knutselen geven wij de kinderen de ruimte om het
knutselwerk naar eigen inzicht te maken.
Naast de regulier activiteiten biedt Kindercentrum Belle Fleur ook activiteiten aan die buiten het basispakket
vallen. Dit houdt in dat hier extra kosten aan verbonden zijn. Deze activiteiten zijn o.a. baby boot camp,
peuteryoga en peuterdans.
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
14
5. Socialisatie van overdracht van waarden en normen
Om goed te kunnen functioneren in de samenleving waarvan kinderen deel uitmaken, moeten
kinderen zich de regels, normen en waarden, ofwel de ‘cultuur’ van die samenleving eigen maken. Dit wordt
ook wel socialisatie genoemd. In dit hoofdstuk beschrijven we de socialisatie die plaatsvindt door de
overdracht van waarden en normen.
Kinderen worden vanaf hun geboorte gesocialiseerd binnen het gezin. Via beloning en straf, via expliciete
instructies, uitleg en door dingen voor te doen, leren we kinderen niet alleen de gedragsregels die binnen het
eigen gezin gelden. Ze leren ook regels, normen en waarden die de ouders van belang achten voor het
functioneren van hun kind buiten het gezin.
Ook binnen het kindercentrum wordt gesocialiseerd. Kinderen leren niet alleen de groepsregels, maar ook
algemene waarden en normen. De groepsbezetting van het kinderdagverblijf, waar kinderen in aanraking
komen met andere kinderen en volwassenen (bijvoorbeeld met een andere sociale en culturele achtergrond)
biedt daartoe extra mogelijkheden. De socialisatie op de kinderdagverblijven gebeurt doeltreffend wanneer:
Kinderen normen en waarden leren door een goed voorbeeld te zijn voor elkaar.
De pedagogisch medewerkster laat het kind ervaren dat hij een goed mens is door deze te betrekken bij het
troosten of bij het helpen van een ander kind. Door duidelijk uit te leggen wat er van het kind wordt verwacht.
De normen waaraan een kind moet voldoen, mogen niet te hoog gegrepen zijn. Zo wordt ervoor gezorgd dat er
geen schaamte ontstaat bij het kind. De pedagogisch medewerkster laat zien zelf ook menselijk te zijn en dat zij
ook wel eens een fout maakt.
Wij zijn ons voortdurend bewust van onze voorbeeldfunctie: kinderen hebben een sterke neiging volwassenen
te imiteren en dus moeten wij het gedrag dat wij de kinderen willen aanleren ook zelf laten zien. Enkele
normen en waarden die wij hanteren: luisteren naar elkaar, wachten op je beurt, elkaar respecteren, rekening
houden met elkaar etc. Wij gaan ervan uit, dat als kinderen ondervinden dat jij rekening met hen houdt, hen
accepteert en naar hen luistert, zij ook met jou en anderen rekening houden en naar jou en anderen luisteren.
Wij vinden het als kindercentrum erg belangrijk dat kinderen respect voor anderen en andermans spullen
hebben. Wij dragen dit over door middel van het tonen van respect naar de kinderen en naar elkaar. Wij doen
dit door op een rustige wijze met elkaar en de kinderen te praten en zelf een goed voorbeeld te geven.
Kinderen spiegelen de pedagogisch medewerksters, zij zullen dus hetzelfde gedrag vertonen als de pedagogisch
medewerksters. Kinderen worden op hun gedrag gewezen op het moment dat wij signaleren dat er respectloos
met mensen of spullen wordt omgegaan. De pedagogisch medewerksters leggen uit wat er van de kinderen
wordt verwacht.
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
15
6. Zelfstandigheidsontwikkeling
In dit hoofdstuk beschrijven we hoe kinderen worden gestimuleerd in de zelfstandigheid en wat
een kind nodig heeft om de zelfstandigheid te ontwikkelen.
Een belangrijk onderdeel van zelfstandig worden bij kinderen is allerlei dingen zelf willen gaan doen. Het is
belangrijk als pedagogisch medewerksters kinderen hierbij stimuleren. Kinderen op vrijwillige basis zichzelf aan
laten kleden, meehelpen met karweitjes, zelf hun cracker laten smeren etc...
Een belangrijk onderdeel van de opvoeding is het stimuleren van de zelfredzaamheid. Het doel is immers dat
het kind zichzelf later kan redden in de wereld.
Kinderen hebben de randvoorwaarden nodig om de zelfredzaamheid te ontwikkelen. Hieronder benoemen we
welke randvoorwaarden dit zijn en hoe wij de kinderen stimuleren:
zorgen voor veilige, vertrouwde omgeving,
kinderen zelf op onderzoek uit laten gaan,
geven van eigen verantwoordelijkheid,
aansluiten bij wat het kind al kan,
aansluiten bij persoonlijke manier van leren,
positieve feedback geven,
afwisselen met rust.
Elk kind wil groeien en ontwikkelen. Die drang om zich te ontwikkelen is aangeboren en hoeft niet te worden
gestimuleerd. Wel moet het kind zich veilig en vertrouwd voelen in de omgeving waarin hij verblijft.
Op het kindercentrum spelen we in op de ontwikkelingsbehoefte van het kind. We zijn er wanneer er iets echt
niet lukt, we reiken hulpmiddelen aan. We geven het kind de gelegenheid om zelf op onderzoek uit te gaan,
zelf te experimenteren, na te denken en zich in zijn eigen tempo te ontwikkelen. Het is belangrijk dat een kind
zelf de regie heeft over zijn leven. Het kind leert zich dan verantwoordelijk te voelen, wat het kind weer
zelfvertrouwen oplevert.
De zelfredzaamheid stimuleren betekent dat we ons aansluiten bij waar een kind toe in staat is. Waar ligt de
interesse en wat wil het kind op een bepaald moment leren. Wat een kind wil leren, leert het ook het snelst. Te
hoge eisen stellen daarbij heeft geen zin.
Een kind leert het meest, als het gestimuleerd wordt, dat gebied te verbeteren wat het in aanzet al kan. Bij het
stimuleren van de zelfredzaamheid kijken we op welke manier het kind aan het leren is en daarna kijken wij
hoe wij het kind verder kunnen stimuleren.
Een kind heeft waardering nodig om een positief zelfbeeld te ontwikkelen. Positieve feedback noemen we dat.
We geven kinderen regelmatig een compliment als zij iets goed doen. Een kind dat een compliment krijgt, gaat
extra zijn best doen. Een kind dat negatieve feedback krijgt, raakt ontmoedigd.
Kinderen worden van al het spelen moe. Zijn een kind moe is leert en ontwikkelt het zich ook minder snel.
Stimuleren op een moment dat het kind moe is, heeft dus geen zin. Periodes van spelen en zich ontwikkelen
worden daarom worden afgewisseld met periodes van rust.
Een onderdeel van zelfstandig worden is zindelijkheidstraining. Hier wordt in overleg met de ouders en
afhankelijk van de ontwikkeling van het kind, aandacht besteed. Wij vinden het belangrijk dat het zindelijk
worden een speels karakter heeft zonder enige vorm van dwang. Jonge kinderen kijken de kunst af van oudere
kinderen die al zindelijk zijn en willen vaak dit gedrag gaan imiteren. Pedagogisch medewerksters geven de
kinderen een compliment als het kind op het potje of de wc gaat zitten. Daarnaast krijgen kinderen een
beloning in de vorm van een stickerkaart. In veel gevallen geeft de peuter min of meer zelf aan wanneer hij er
aan toe is om te starten met de zindelijkheidstraining.
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
16
De zelfredzaamheid van de kinderen wordt o.a. geoefend tijdens de volgende momenten:
 Speelgoed zelf opruimen na het spelen.
 Het zelfstandig eten en drinken.
 Het eigen jas aan- en uitdoen en eventueel ophangen.
 Zindelijkheidstraining.
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
17
7. Praktische zaken
Voor de inschrijving krijgen de ouders de mogelijkheid het kindercentrum te zien tijdens een
rondleiding. Een pedagogisch medewerkster met de ouder(s) een rondje door de locatie en de buitenruimte
lopen. Tijdens deze rondleiding vertelt de pedagogisch medewerkster over het Kindercentrum en biedt de
ouders de gelegenheid om vragen te stellen.
De groepsindeling
Kindercentrum Belle Fleur bestaat uit horizontale groepsvormen m.u.v. de Teteringsedijk, hier hebben we één
groep die verticale opvang biedt. Onze panden hebben een frisse open uitstraling. Veel lichte kleurtjes en een
ruimtelijke indeling. Er zijn gezellige grote buitenspeelruimtes met speeltoestellen passend bij de leeftijd van
de kinderen.
We hebben er voor gekozen om een zogenaamd “open deuren” beleid te voeren. Dit houdt in dat er voor de
kinderen gelegenheid is om samen met kinderen van de andere groepen op de gang te spelen. Ook krijgen
kinderen de ruimte om andere groepen te ontdekken. Wij vinden het van belang dat de “kleinere” kinderen
kunnen leren van de “grotere” kinderen binnen het kindercentrum. Ook is het voor de “grotere” kinderen
belangrijk dat zij rekening leren houden met “kleinere” kinderen.
Standaard worden kinderen geplaatst in twee stamgroepen. In deze groepen hebben we een maximaal aantal
kinderen die er per dag geplaatst kunnen worden; voor de babygroep zijn dit 12 kinderen, dreumesgroep 15
kinderen en een peuter(top)groep 16 kinderen. De kinderen worden afhankelijk van de
plaatsingsmogelijkheden op één van onderstaande groepen geplaatst;
babygroep en/of dreumesgroep
dreumesgroep en/of peutergroep.
Wanneer de buitenschoolse opvang is geïntegreerd binnen het kinderdagverblijf bestaat de mogelijkheid dat
de kinderen van de buitenschoolse opvang worden opgevangen in de peutergroep. Dit is afhankelijk van het
aantal kinderen dat er op dat moment aanwezig is. Ook dan telt er een maximum van 16 kinderen. Activiteiten
worden aangepast aan behoefte van de aanwezige kinderen. De kinderen van de buitenschoolse opvang
draaien mee in het dagritme van de peuter(top) groep.
De groepsvormen, groepsgrootte
Kinderen vanaf 8 weken tot 12 jaar worden geplaatst in verschillende groepsvormen, nl. de babygroep,
dreumesgroep, de peutergroep, de peutertopgroep en de buitenschoolse opvang. Aan de hand van de leeftijd,
ontwikkeling en soms ook de mogelijkheden qua planning, worden kinderen ingedeeld in de juiste groep.
De oudste kinderen van de groep gaan al met regelmaat spelen op de volgende groep. Op deze manier wennen
kinderen geleidelijk aan de nieuwe groep en nieuwe juffen.
Zodra we zien dat een kind door kan stromen naar de volgende groep, wordt er door onze afdeling planning
contact opgenomen met de groep waar de opvang plaatsvindt. Ouders worden voorafgaand aan de overstap
geïnformeerd door de pedagogisch medewerksters. Wanneer ouders het wenselijk vinden is er de mogelijkheid
om een overgangsgesprek in te plannen.
Kindercentrum Belle Fleur heeft ook een PeuterPaleis. Hier worden kinderen van 2,5 tot 4 jaar opgevangen.
Het PeuterPaleis valt onder de Wet Kinderopvang, hierdoor is het voor ouders mogelijk om ook voor deze
opvangvorm subsidie van de overheid te ontvangen. De kinderen die gebruik maken van het PeuterPaleis
worden opgevangen in de peutergroep of de peutertopgroep.
Kindercentrum Belle Fleur werkt met het programma Uk & Puk. Dit VVE (Voor en Vroeg schoolse Educatie)
programma wordt op alle groepen aangeboden met uitzondering van de buitenschoolse opvang. Later in dit
beleid zal de methode nader omschreven worden.
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
18
De babygroep;
Op de babygroep hanteren de kinderen bij het starten het ritme dat zij vanuit thuis gewend zijn.
Naarmate zij groter worden zullen zij steeds meer het ritme van het kindercentrum volgen. Zo kan
een kind meedoen aan de gezamenlijke tafel en speelmomenten.
Voor de jongste baby’s hebben we op de groep een hangwieg staan. Deze wordt gebruikt voor de kinderen die
in de slaapkamer moeilijk tot slapen komen. Daarnaast bieden wij de kinderen ruimte om op de grond te
spelen, er liggen matten waarop de allerkleinsten liggen onder de babygym. Er bestaat ook de mogelijkheid om
veilig in de box te spelen of uit te buiken in een wipstoel.
De dreumesgroep;
De kinderen zijn inmiddels gewend aan het dagritme van het kindercentrum. Dit biedt de kinderen een gevoel
van veiligheid. Er hangen dagritmekaarten aan de muur die het programma van de dag aangeven, hiermee
maken we de dag voorspelbaar.
Op de dreumesgroep wordt er ontwikkelingsmateriaal aangeboden dat aan de muren hangt, maar ook op de
groep is er voldoende materiaal waar de kinderen mee kunnen spelen. Alle kinderen hebben de ruimte om de
hele groep te ontdekken. Op de dreumesgroep worden veel liedjes gezongen en verhaaltjes voorgelezen.
De peutergroep en PeuterPaleis;
In deze groep draait iedereen mee in het ritme van het kindercentrum. Door met dagritmekaarten te werken
weten kinderen wat deze dag gaat brengen. De voorspelbaarheid van de dag biedt kinderen een gevoel van
veiligheid. Dit gevoel van veiligheid nodigt kinderen uit om op ontdekking te gaan.
Op de peutergroep zijn we veel bezig met de taalstimulering in de vorm van verhaaltjes voorlezen, liedjes
zingen en het benoemen van voorwerpen en handelingen. We bieden gedurende de dag een afwisseling van
activiteiten vanuit de thema’s van Uk & Puk.
Peuters hebben behoefte aan stimulans, ze willen ontwikkelen. De kinderen krijgen de kans om dit in hun eigen
tempo te doen. Het enthousiasme van de pedagogisch medewerksters, het laten zien wat de bedoeling is en de
kinderen aanmoedigen in de activiteit, zorgt ervoor dat de kinderen gestimuleerd worden in de activiteiten.
Ook hebben ze behoefte aan het kwijtraken van hun energie. Zeker na een activiteit die inspanning vergt willen
ze rennen en ‘gek doen‘. We hebben over de dag verschillende momenten waarop ze zich even kunnen
uitleven. We gaan iedere dag naar buiten om lekker te kunnen ravotten.
Kindercentrum Belle Fleur hanteert een vloeroppervlakte van 3,5 m2 per kind. In het pand zullen minimaal 2
pedagogisch medewerksters aanwezig zijn, mits de hoeveelheid kinderen dit toelaat, anders is er een
achterwacht bereikbaar. Onze pedagogisch medewerksters zijn gediplomeerd en vakkundig. We houden ons
tevens aan het door de overheid vastgestelde leidster/ kind ratio.
De kennismaking
Voordat ouders inschrijven krijgen wordt er de mogelijkheid geboden om een rondleiding door het
kindercentrum te maken. Een pedagogisch medewerkster of leidinggevende zal met de (aanstaande) ouder(s)
een rondje door het kindercentrum lopen waarbij verteld wordt over het kindercentrum De (aanstaande)
ouder(s) krijgen de gelegenheid hebben om vragen te stellen.
Ongeveer een maand voor de eerste opvangdag worden ouders uitgenodigd voor een intakegesprek. Tijdens
dit gesprek worden alle gegevens van het kind uitgewisseld. Daarnaast wordt er nog verdere informatie
verstrekt over het kindercentrum. Er worden een aantal formulieren ingevuld waarna er een wenmoment
ingepland wordt.
Gedurende de opvangperiode communiceren wij via een digitaal en / of papieren schrift. Tijdens de breng en
haalmomenten is er de mogelijkheid tot een mondelinge overdracht. Een paar maanden na de eerste
opvangdag wordt aan de ouders gevraagd of zij een evaluatieformulier in willen vullen.
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
19
Iedere maand wordt er een nieuwsbrief verstuurd. In deze nieuwsbrief staan alle nieuwtjes m.b.t.
de locatie waar uw kind wordt opgevangen.
Ieder jaar worden ouders uitgenodigd voor een 10 minuten gesprek. In dit gesprek wordt de
ontwikkelingsobservaties vanuit Kijk! besproken.
Al deze vormen van communicatie tussen ouders/verzorgers en pedagogisch medewerksters bevorderen een
goede samenwerking en vertrouwensrelatie. Kindercentrum Belle Fleur is van mening dat een goede en open
communicatie eraan bijdraagt dat kinderen zich prettig voelen binnen het kindercentrum. Wanneer een ouder
geen prettig gevoel bij het kindercentrum, zal dit onbewust worden overgedragen aan het kind. Geef ouders
het advies om eventuele moeilijkheden of irritaties gelijk te spreken. Er wordt van de pedagogisch
medewerksters verwacht dat er open, respectvol en eerlijk met ouders, over het kind gecommuniceerd wordt.
Wanneer een kind de eerste dag komt, zullen we het begeleiden om zo snel mogelijk vertrouwd te raken met
de nieuwe omgeving. Bij baby’s gaat de wenperiode meestal makkelijk. We stimuleren oudere kinderen die net
zijn gestart zoveel mogelijk met de groepsactiviteit mee te doen. Ieder kind heeft zijn eigen tijd nodig om te
wennen, bij elk kind verschilt deze wenperiode. De leidsters geven het kind de tijd en de aandacht het nodig
heeft. Wij bieden ouders en kinderen voor aanvang van het contract, de gelegenheid een ochtend van 9.00 uur
tot 11.00 uur kosteloos te komen wennen.
Heeft een ouder een extra dag opvang nodig? Dit kan aangevraagd worden via de ouderlogin. Onze
medewerkster van de locatie zal bekijken of er plaats is. De ouder ontvangt via de mail een bericht of het
verzoek is ingewilligd of niet.
Beleid t.a.v. inenten
KC Belle Fleur vangt alle kinderen op, dus ook kinderen die niet worden ingeënt volgens het
Rijksvaccinatieprogramma. Als ouders besluiten hun kind niet laten vaccineren mogen wij dit kind niet
weigeren. Een kinderdagverblijf mag namelijk geen onderscheid maken op grond van godsdienst en
levensovertuiging. De overheid kan vaccineren niet verplichten, aangezien dit in strijd is met artikel 11 van de
grondwet.
Het breng- / haal- en afscheidsritueel
Ouders en kinderen worden hartelijk onthaald door de pedagogisch medewerksters. Ouders ruimen de spullen
in de bak van het kind. Vervolgens is er de mogelijkheid tot het uitwisselen van informatie betreffende het
kind. In de drukke haal- en brengtijden is het soms moeilijk bepaalde onderwerpen te bespreken. Wanneer de
ouder een probleem of tijd vergende zaken wil bespreken bieden we de mogelijkheid om een afspraak te
maken.
Kort en duidelijk afscheid te nemen van het kind draag eraan bij dat het afscheid nemen voor het kind minder
moeilijk wordt. Door vaste rituelen in te voeren zoals samen met de pedagogisch medewerkster zwaaien naar
papa of mama, krijgt het kind het gevoel van vertrouwdheid. Het kind zal dit ritueel overnemen als een vaste
gewoonte.
Als het kind groter wordt en langer op het kinderdagverblijf verblijft zullen de rituelen en het ritme van de
groep vertrouwd raken. Het afscheid kan bij het ene kind zwaarder vallen dan bij het andere kind en de
pedagogisch medewerksters zullen daar ook zeker rekening mee houden. Moet de ouder afscheid nemen van
een kind dat erg huilt, dan is dit geen prettig afscheid. Uit ervaring weten we dat wanneer mama/papa uit zicht
zijn, het kind dit afscheid al snel is vergeten. De ouder kan altijd even bellen om te informeren hoe het gaat.
Het is de bedoeling om aan het einde van de dag, na het uitwisselen van informatie met de pedagogisch
medewerkster het afscheid van de pedagogisch medewerkster kort te houden. Vaak zijn de pedagogisch
medewerksters rond deze tijd in gesprek met de ouders, tegelijkertijd vragen de kinderen aandacht. Het is van
groot belang dat de pedagogisch medewerkster aandacht heeft voor de kinderen die nog niet opgehaald zijn.
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
20
Groen licht
Kindercentrum Belle Fleur is sinds 2010 actief bezig met “jong leren in het verkeer”. Dit project
wordt door de gemeenten gesubsidieerd om kinderen op jonge leeftijd vertrouwd te maken in het
verkeer. Door de Gemeente worden kindercentra als belangrijke schakel gezien om ouders en kinderen bewust
te maken van de verkeersopvoeding.
Een aantal van onze medewerksters nemen deel aan bijeenkomsten die volledig in het teken staat van “jong
leren in het verkeer”. Tijdens deze bijeenkomsten wordt de themakist “verkeer” aangevuld en krijgen we
uitleg over deze materialen. Ook worden tips gegeven en ervaringen uitgewisseld. Daarnaast worden we op de
hoogte gebracht over de eventuele veranderingen in het verkeersbeleid van de Gemeenten.
Doormiddel van verkeerseducatie maken wij de kinderen op een speelse manier bewust van al het verkeer op
straat. Wij vragen ouders, wanneer wij met het thema verkeer bezig zijn, hier bewust met de kinderen over te
praten. Dit kan door vervoersmiddelen te benoemen, maar ook door aan een peuter te vragen waar we het
beste over kunnen steken. Vanuit Kindercentrum Belle Fleur gaan we ook regelmatig met de kinderen naar
buiten om deel te nemen aan het verkeer. In het protocol “uitstapjes en vervoer” wordt duidelijk omschreven
aan welke verkeerseisen medewerksters zich moeten houden.
VVE
Verschillende locaties van Kindercentrum Belle Fleur zijn een erkende VVE locatie. Dit houdt in dat wij kinderen
met een ontwikkelingsachterstand extra ondersteuning aanbieden. Uk & Puk is een onderdeel van het
totaalprogramma Ko-totaal. Spelen staat centraal, want spelen is ontdekken en spelen is groeien. Met Uk &
Puk leren we peuters nieuwe vaardigheden door actief bezig te zijn op een speelse manier.
Vanuit de gemeenten Breda en Etten-Leur ontvangen we subsidie om kinderen met een achterstand extra
ondersteuning te bieden. Niet alleen Kindercentrum Belle Fleur maar ook beide gemeentes vinden het
belangrijk dat niet alleen doelgroepkinderen maar alle kinderen deze extra uitdaging aangeboden krijgen. Om
deze reden werken we op alle locaties en op alle groepen met het programma Uk & Puk. Zo krijgen alle
kinderen bij Kindercentrum Belle Fleur de mogelijkheid op zich op een speelse wijze zo optimaal mogelijk te
ontwikkelen.
De pedagogisch medewerkers van Kindercentrum Belle Fleur observeren dagelijks de kinderen en de groep. Dit
is een bron van plezier, inzicht en verwondering. Bij het observeren van de individuele ontwikkeling en het
welbevinden van de kinderen wordt gebruik gemaakt van het observatie-instrument Kijk!.
Observatie / registratie
Iedere dag observeren we alle kinderen. Signaleren we bijzonderheden dan registreren we deze in de
registratie module van Kijk! Twee keer per jaar wordt er een registratie gemaakt, hieruit komt dan een
overzicht of de ontwikkeling van uw kind goed verloopt. Hiermee kunnen we de ontwikkeling van het kind
volgen. Aan de hand van dit overzicht uit het kind-volgsysteem worden de oudergesprekken gevoerd. Tijdens
de oudergesprekken wordt met de ouders besproken of ze de uitkomst herkennen. Indien nodig wordt er in
overleg met de ouders een plan van aanpak opgesteld, deze wordt met de groepscollega’s besproken. Ons
uitgangspunt hierbij is dat we alles doen in overleg met ouders, want ouders kennen hun kind het beste.
Wij bieden alle kinderen de ondersteuning die het kind nodig heeft. Dit doen wij niet alleen. We werken nauw
samen met de jeugdprofessionals uit de wijk gebonden zorgteams. Soms is het nodig om ouder en kind door te
verwijzen voor extra ondersteuning. In overleg met de ouders, pedagogisch medewerksters en de
leidinggevende wordt er contact opgenomen met de CJG-er in de buurt. Samen gaan we kijken naar een stukje
ondersteuning dat passend is bij de behoefte. De VVE coach, leidinggevende en CJG-er begeleiden en
ondersteunen de pedagogisch medewerksters in dit traject.
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
21
Overdrachtsformulier
Als uw kind vanuit kinderopvang, PeuterPaleis of VVE groep doorstroomt naar de basisschool,
vindt er een digitale overdracht plaats. In deze overdracht staat de ontwikkeling van het kind
omschreven. De gegevens hiervoor halen we uit ons observatiesysteem. De leerkracht is op deze manier op de
hoogte van de vaardigheden van het kind. Ook weet hij wie het kind heeft begeleid op het kindercentrum en
kan er eventueel een terugkoppeling plaatsvinden. Deze overdracht mag alleen met toestemming van de
ouders worden doorgestuurd. Uitzondering hierop zijn de kinderen die gebruik maken van de VVE gelden
vanuit de Gemeente.
Voordat wij dit document aan de basisschool doorsturen, krijgt de ouder het eerst zelf te lezen. Voor kinderen
die gebruik maken van de VVE is er altijd een face to face overdracht richting de basisschool. Dit is op
Gemeentekijk niveau een vereiste. Bij de andere kinderen kan er indien gewenst en met toestemming van de
ouders een mondelinge toelichting gegeven worden.
Voorlopen in de ontwikkeling
Het kan gebeuren dat tijdens de observaties naar voren komt dat een kind voorloopt in de ontwikkeling.
Kindercentrum Belle Fleur zal ook nu in contact treden met de ouders. Tijdens het gesprek wordt besproken
hoe wij de behoefte van het kind het beste kunnen ondersteunen. Kindercentrum Belle Fleur zal per situatie
bekijken wat in deze situatie de beste oplossing voor het betreffende kind is. Indien nodig wordt er een plan
van aanpak opgesteld.
Meldcode kindermishandeling
Pedagogisch medewerksters van Kindercentrum Belle Fleur hebben een signalerende functie. Mochten er
signalen zijn van kindermishandeling dan treed de meldcode kindermishandeling 2015 in werking. Deze
handleiding geeft ons houvast hoe we moeten handelen. In deze meldcode staat een stappenplan incl.
observatieformulieren en vragenlijsten. Bij een vermoeden van mishandeling zullen wij ten alle tijden in
gesprek gaan met de ouders. Vaak blijkt een gesprek al genoeg te zijn. Mocht het vermoeden bestaan dat een
kind in levensgevaar is dan schakelen wij gelijk hulp in.
Klachten
Ook de ouder heeft bij Kindercentrum Belle Fleur een signalerende functie. Wanneer er gebeurtenissen zijn
waar de ouder het niet mee eens is, verwachten wij dat de ouder dit zal melden aan de leidinggevende.
Wanneer ouders en de leidinggevende hier samen niet uitkomen kan er gebruik gemaakt worden van de
klachtenregeling van Kindercentrum Belle Fleur. Deze is op onze website en bij de leidinggevende in te lezen.
Kindercentrum Belle Fleur is aangesloten bij De Geschillencommissie.
De Geschillencommissie
De Geschillencommissie is een onafhankelijk instelling, die vragen en klachten aanhoort, advies geeft en
duidelijk maakt welke stappen genomen kunnen worden. Kinderopvanginstellingen uit het gehele land zijn
aangesloten voor de externe klachtenbehandeling. Voor meer informatie www.degeschillencommissie.nl
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
22
Voor vragen en/of onduidelijkheden:
Kindercentrum Belle Fleur
Lenie Zuurbier
Tel:
076-5410328
Fax:
076-5426680
E-mail: [email protected]
*Bronverwijzing
N.B. Bij het schrijven van dit pedagogisch beleid hebben wij gebruik gemaakt van het pedagogisch kader
kindercentra van Elly Singer en Loes Kleerekoper.
Pedagogisch beleidsplan Kindercentrum Belle Fleur 2017
23
Download