Laudatio voor His Grace dr. Rowan Williams, Aartsbisschop van Canterbury Uitgesproken te Leuven op 2 februari 2011 door professor dr. Lieven Boeve, promotor. Your Grace, Monseigneur, Grootkanselier van deze universiteit Mijnheer de rector, Excellenties, Collega’s, Dames en heren, Beste studenten, Wie vandaag met Europa begaan is, kan moeilijk anders dan ook stilstaan bij de vraag wat de plaats van religie en levensbeschouwing is in een samenleving die zich tegelijk omschrijft als post-christelijk en post-seculier. Zoals in de meeste samenstellingen met de pre-fix ‘post’, betekent dit niet dat de christelijke traditie en de secularisatie verdwenen zouden zijn uit Europa. Wel betekent het dat inzake de identiteit van Europa de verhouding tot beide veranderd is. De toenemende bewustwording van de religieuze pluraliteit, ook binnen Europa, heeft hiertoe zeker bij gedragen – onder meer, maar niet uitsluitend, dank zij de zichtbare aanwezigheid van de islam. Zowel op het publieke forum als in de christelijke kerkgemeenschappen zelf zorgt het nadenken over de herdefiniëring van de rol van religie voor grote discussie. Opinieleiders zowel als kerkleiders weten hierbij niet altijd het juiste midden te behouden, en vervallen in oppositionele denkschema’s. Voor de enen zal Europa pas echt tot zichzelf komen als het het christelijke juk eindelijk van zich af kan werpen, voor anderen vervalt het oude continent in nihilisme en relativisme, tenzij het zijn christelijke wortels opnieuw omhelst. Beide zijn houdingen die er al te vaak toe leiden dat men zich terugtrekt in het eigen grote gelijk. Voor aartsbisschop Rowan Williams is dergelijke al te gemakkelijke tegenstelling niet productief. Hij weigert de West-Europese cultuur zomaar af te schrijven als nihilistisch en relativistisch. Wel benadrukt hij dat het christelijk geloof, maar ook andere godsdiensten zoals de Islam, Europa tot een kritische zelfbezinning uitdagen. Europa’s kritische geest kan immers wel degelijk omslaan in algeheel scepticisme. “Echter,” – zo stelt de aartsbisschop in 2008 – “wanneer deze geest echt kritisch wil zijn, en een vermogen tot oordelen wil bieden, kan ze niet oneindig argwanend zijn, en akkoord gaan met de idee dat er nergens iets is dat vertrouwd kan worden. Het christelijke geloof houdt ons voor dat, omdat God vertrouwd kan worden, wij inderdaad zeer ver kunnen gaan in ons scepticisme ten aanzien van alles wat minder is dan God. In de context van het geloof is dit de ‘ondraaglijke lichtheid’ die ons geschonken is ten aanzien van de systemen en verwachtingen van de wereld rond ons, een ironie die steeds samengaat met liefde en engagement voor de wereld in Gods naam”. (Liverpool, 26 januari 20081). “if this spirit is to be critical, a means of proper judgement, it can't be endlessly suspicious, it can't settle with the notion that there is nothing to trust anywhere. Christian faith tells us that, because God is to be trusted, we can be very bold indeed about the degree of scepticism we give to what is less than God. In the context of faith, this is the 'unbearable lightness' that is given us in relation to the systems and expectations of the world around, the irony that is still compatible with love and commitment in God's name” (http://www.archbishopofcanterbury.org/1547). 1 Het christelijk geloof staat niet in oppositie tot de actuele wereld, maar ontwikkelt in dialoog ermee zelf- en wereldkritiek. Godsgeloof en christelijke overtuigingen kunnen een motor zijn om de wereld te veranderen. De aartsbisschop aarzelt daarom niet om duidelijke, kritische en naar de smaak van sommigen zelfs gewaagde, publieke standpunten in te nemen. Hij spreekt zich uit over sociale cohesie,voor interreligieuze dialoog, en tegen sociale en religieuze zondebok- en uitsluitingsmechanismes. Hij pleit voor de concrete integratie van moslims (met een veel geciteerde maar slecht begrepen uitspraak over de sharia), en waarschuwt tegen denkbeelden van een ‘clash of civilisations’. Hij reageert onder meer op de aanslagen van 9/11 (hij was toen in New York en bijna slachtoffer) en de oorlog in Irak en de Britse deelname eraan. Hij stimuleert Europese zelfkritiek naar aanleiding van de economische (bank-)crisis en de ecologische problemen. De overtuiging die hem hierbij voor ogen staat, is dat de Europese samenleving een weg dient te vinden die ruimte maakt voor verscheidenheid en verschil. Hij pleit voor een samenleving waar verscheidenheid ertoe doet zonder te verdelen, omdat we uiteindelijk als mensenfamilie één zijn. De aartsbisschop roept daarom op tot een ‘gezamenlijk werk van onderscheiding, waarin geen enkele stem bij voorbaat het zwijgen wordt opgelegd, en alle deelnemers erop kunnen vertrouwen dat ze aandacht vrij van eigenbelang zullen genieten’, en dit binnen een horizon van wederzijdse generositeit (I. Berlin Lecture,16 november 20102). De kerk kan hiertoe bijdragen, op voorwaarde dat ze ditzelfde werk van onderscheiding ook binnen de eigen rangen cultiveert. Deze visie van eenheid in verscheidenheid en genereuze dialoog is ook wat Rowan Williams uitdraagt als Anglicaans kerkleider, in de moeilijke discussies die hij meemaakt als symbolisch hoofd van de Anglican communion, vooral naar aanleiding van de bisschopswijding van vrouwen en de wijding van homoseksuelen. Telkens opnieuw pleit hij voor een gemeenschap die kan leven met complexiteit en verschil, omwille van het hogere, theologische goed van het samen kerk-zijn – samen het éne lichaam van Christus te vormen Vanuit deze visie ontwikkelt hij een leiderschap dat zowel getuigt van principiële overtuiging als pragmatisch realisme, en investeert hij in een communicatieve praxis van openheid en luisterbereidheid, voorafgaand aan discussie en beslissing. Dergelijke houding van eenheid in verscheidenheid neemt hij ook aan in de oecumenische dialoog tussen de verschillende christelijke kerken en gemeenschappen. En ook hier wordt van hem groot leiderschap gevraagd. Met de Mechelse gesprekken tussen anglicanen en katholieken van eertijds in het achterhoofd, durven wij hier te Leuven alvast de hoop uitspreken dat de recente ontwikkelingen de noodzakelijke genereuze dialoog tussen Rome en Canterbury niet nodeloos zullen bemoeilijken. Ook reeds tijdens zijn academische carrière te Cambridge en Oxford, waar hij in 1986 de jongst benoemde hoogleraar ooit was, liet dr. Rowan Williams zich kennen als een bedachtzaam en genuanceerd theoloog. Ook toen ging hij telkens opnieuw in dialoog met verschillende tradities en grote denkers uit verleden en heden. Hij toonde een voorliefde voor de Russisch-Orthodoxe traditie, met denkers en schrijvers als Lossky en Dostojevski, en publiceerde over de vroege kerk en de patristiek, onder meer over Origenes, de Ariaanse controverse, en Augustinus. Hij deed onderzoek naar de bronnen van christelijke spiritualiteit en de mystieke traditie, met bijzondere aandacht voor Theresa van Avila, Johannes van het Kruis en Thomas Merton. Hij bestudeerde met vrucht de grote theologische thema’s als “a shared work of discernment in which no voice is silenced in advance and each participant is able to trust that they are the object of unselfish attention” (http://www.archbishopofcanterbury.org/3039) 2 openbaring en traditie, triniteit en verrijzenis. En ook toen reeds boog hij zich over actuele probleemstellingen op het snijvlak van religie, cultuur en samenleving, en reflecteerde hij over binnenkerkelijke vragen (zoals vrouw en ambt, anglicaanse identiteit). Mijnheer de rector, dames en heren, we eren met aartsbisschop dr. Rowan Williams een groot en voornaam academicus en kerkleider, en dit vandaag in de eerste plaats omwille van zijn visie op de rol van religie voor het Europa van de toekomst. Maar er is in Rowan Williams veel meer om te eren. Hij past immers niet zomaar in één vakje, maar blijft een man die zelf uitblinkt in eenheid in verscheidenheid en genereuze dialoog: volbloed academicus en tegelijk inspirerend kerkleider, als Welshman actief in het hart van Engeland, geneigd tot antiestablishment aan de top van het establishment, sociaal en vredesactivist maar ook begenadigd dichter – geroepen tot het hoogste en tegelijk blijvend betrokken op het concrete leven van elke dag. Om zijn bijdrage aan het gesprek over de plaats van religie in Europa, om de kwaliteiten van zijn academisch werk, en om zijn inspirerend kerkleiderschap – om al deze redenen, mijnheer de rector, verzoek ik u, op voorstel van de Academische Raad, om het eredoctoraat van de Katholieke Universiteit Leuven te verlenen aan the Most Reverend and Right Honourable Dr. Rowan Williams, Aartsbisschop van Canterbury.