Diëtist vaste waarde in multidiscipl

advertisement
medisch
Auteur: Peter Conradi
Parkinson en voeding
Diëtist vaste waarde in m
Wat is de relatie tussen voeding en Parkinson? En wat
is de invloed van ons eet- en drinkpatroon op de symptomen? Het is nog een bijna onontgonnen gebied,
blijkt tijdens het gesprek met diëtisten Heleen Dicke
en Monique van Asseldonk van het UMC St. Radboud
in Nijmegen. Zij verdiepen zich al enige jaren in dit
thema, onder meer omdat zij meedraaien in het multidisciplinaire team van het Parkinson Dagcentrum.
Wanneer is er voor het eerst ontdekt dat bepaalde ziekteverschijnselen bij parkinson te voorkomen
zijn met goede dieetvoorschriften?
Heleen: “Eind jaren negentig heb ik
samen met een diëtiste van het
Amsterdams Medisch Centrum een
artikel geschreven over voeding in relatie
tot parkinson. Ik werkte op de afdeling
Neurologie maar ik moet eerlijk bekennen
dat ik toen niet zoveel met parkinson te
maken had. Door me erin te verdiepen
kwam ik tot de ontdekking dat er veel
meer in zat dan ik vooraf dacht.”
Wat was er in die tijd bekend over
dit onderwerp?
Heleen: “Er werd onderzoek gedaan naar
het gewichtsverloop bij parkinson. Daar
verschenen artikelen over in vaktijdschriften. Daarnaast was er veel aandacht voor
eiwitbeperking in de voeding in relatie tot
het slikken van levodopa. In de literatuur
zag je obstipatie als terugkerend
probleem naar voren komen en er waren
veel onduidelijkheden over allerlei voedingssupplementen, zoals vitamine D.”
16
dingsproblemen naar een diëtist gingen,
maar er waren geen gespecialiseerde diëtisten en geen specifieke behandelingsrichtlijnen voorhanden. De komst van het
Parkinson Dagcentrum in Nijmegen heeft
daar verandering in gebracht. Bij het dagcentrum werden allerlei paramedici
betrokken, ook diëtisten. Van daaruit is
ParkinsonNet opgezet. Sinds ruim een
jaar zitten er nu ook diëtisten in dat
netwerk. Zij zijn geschoold en ze weten
dus waar ze op moeten letten.”
Is het netwerk van diëtisten momenteel landelijk dekkend?
Monique: “In totaal zijn er rond de
negentig diëtisten die zich gespecialiseerd hebben de ziekte van Parkinson. In
principe zijn zij over heel Nederland verspreid, maar er zijn nog wel gebieden
waar wat minder diëtisten zitten.”
Is het wetenschappelijk onderzoek
naar parkinson en voeding sinds de
jaren negentig uitgebreid?
Heleen: “Nee, gedegen wetenschappelijk
onderzoek is tot nu toe beperkt
gebleven.”
Waren er gerichte behandelingen
bekend?
Waarom?
Heleen: “Ik denk dat er in de praktijk wel
parkinsonpatiënten waren die met voe-
Heleen: “Het is heel moeilijk om voedingsonderzoek te doen. Kijk maar eens
naar wat je op een dag allemaal eet. Al
die voedingsmiddelen bevatten zoveel
verschillende voedingsstoffen dat het
heel moeilijk te bepalen is wat van
invloed is op de ziekte en wat niet.
Om gecontroleerd te werk te gaan zou je
precies moeten weten wat iemand eet,
per dag en over langere tijd. Het zou het
beste zijn als de proefpersoon elke dag
hetzelfde at en dan steeds een klein
stofje veranderde. Pas dan kan je
gedegen conclusies trekken. Bij voedingsonderzoek moet je heel goed bedenken
Papaver nr. 5 • oktober 2011
PP5-Medisch-Dietitiek.indd 16
29-09-11 12:24
n multidisciplinair team
gerichte vragen te stellen en dat combineer je met hetgeen bekend is in de literatuur. Daarnaast put je uit eigen praktijkervaring. Om een voorbeeld te geven: Als
de patiënt last heeft van obstipatie, ofwel
verstopping, dan vraag je door: Hoe vaak
heeft u ontlasting? Heeft u harde of
zachte ontlasting? Kunt u de ontlasting
goed ophouden?
Dat is nodig om erachter te komen wat de
oorzaak is van het probleem: worden de
klachten veroorzaakt door verkeerde
voeding of is het een direct gevolg van de
ziekte.
Dat is dus een dilemma dat steeds
terugkeert?
Heleen: “Ja, dat is een heel lastig punt,
want mensen met parkinson kunnen een
zachte ontlasting hebben en toch problemen hebben met ‘ledigen’ doordat de
peristaltische bewegingen in de darmen
door de ziekte afnemen. In dat geval
moet de medicatie worden aangepast,
dan moet je ze terugverwijzen naar de
neuroloog. Is de ontlasting hard, dan ga
je met de patiënt na hoe de dagelijkse
voeding is samengesteld. Waarschijnlijk
is de voeding niet vezelrijk genoeg of de
patiënt drinkt te weinig.”
wat je werkelijk wil weten. Veel wetenschappers struikelen daarover.
Er is wel onderzoek gedaan naar
gewichtsverloop. Dat zijn redelijk eenvoudige onderzoeken. Je weegt iemand op
vaste momenten en je weet na verloop
van tijd wat er gebeurt met dat gewicht.
Zo hebben wij, bijvoorbeeld, een groot
onderzoek gedaan naar gewichtsverlies
bij parkinson. Daaruit blijkt dat de BMI
(Body Mass Index) van parkinsonpatiënten duidelijk lager is dan van gezonde
leeftijdsgenoten. Bij het bepalen van de
mogelijke oorzaken kun je aan allerlei
dingen denken. Eten mensen meer of
minder? Hebben mensen een grotere
onrust. Ligt het aan eventuele problemen
met slikken of reukverlies? We weten dat
het lager is, maar waarom?”
Hoe komt u dan aan gegevens voor
het bepalen van een behandelingsplan?
Heleen: “Patiënten komen meestal met
gerichte klachten bij ons. Die problemen
probeer je goed in kaart te brengen door
U bent bezig met het schrijven van
een richtlijn voor het behandelen
van de ziekte van Parkinson speciaal voor diëtisten. Deze richtlijn zou
op 1 april 2012 af moeten zijn. Hoe
doet u dat als er zo weinig wetenschappelijk bewijs is?
Monique: “Er is een werkgroep gevormd
van diëtisten die veel ervaring hebben
met het behandelen van parkinsonpatiënten. Met deze groep zullen we
komen tot het doen van aanbevelingen.
Die aanbevelingen zullen inderdaad niet
allemaal op wetenschappelijk bewijs
nr. 5 • oktober 2011 Papaver
PP5-Medisch-Dietitiek.indd 17
>
17
29-09-11 12:24
medisch
om een volwaardige voeding te bereiken.
Wij houden dat in de gaten.”
Als je de media moet geloven zijn er
allerlei mogelijkheden om parkinson
tegen te gaan bijvoorbeeld door het
drinken van koffie of het eten van
blauwe bessen en kerrie. Heeft dat
inderdaad zin?
Monique van Asseldonk (l) en Heleen Dicke (r)
van het UMC St. Radboud in Nijmegen
berusten maar gedeeltelijk op ervaring
van de professionals.”
Een van de disciplines waamee diëtetiek veel te maken heeft, is logopedie. Wat zijn precies de raakvlakken?
Monique: “Als de patiënt last heeft van
slikproblemen dan verwijzen wij door naar
de logopedist. Die bepaalt hoe ernstig
het probleem is en of de voeding moet
worden aangepast. Wij zijn daarin volgend
en schrijven een dieet voor waarbij het
onze taak is om te kijken of de voeding
volwaardig is, oftewel dat er voldoende
voedingsstoffen inzitten. De logopedist
bepaalt de consistentie van de voeding,
of de voeding gemalen of vloeibaar moet
worden aangeboden. Bij het aanpassen
van de consistentie wordt het moeilijker
Heleen: “Regelmatig duiken er berichten
op in de media waarbij je je af moet
vragen wat ervan waar is. Vaak vloeien dit
soort berichten voort uit grote epidemiologische onderzoeken waarin deze
relaties worden gevonden. Zoals ik al
aangaf is het heel lastig om voedingsonderzoek zó op te zetten dat er gedegen
wetenschappelijk bewijs uit voortvloeit.
Nieuws over voeding wordt naar mijn
mening nogal snel gehyped. De resultaten worden sterk uitvergroot. Wij nemen
dat soort berichten met een korreltje
zout.”
Ook bestaat er een hardnekkig gerucht dat parkinsonpatienten minder vitamine D zouden vasthouden.
Heleen: “Ook voor dit bericht is geen
wetenschappelijk bewijs te vinden. Wij
raden alle vrouwen van boven de vijftig
jaar en mannen vanaf zeventig jaar aan
extra vitamine D te slikken. Dat is het
cruciale moment waarop er hormonale
veranderingen optreden waardoor botontkalking optreedt. Maar dat geldt voor
iedereen: mèt en zonder parkinson.”
Voeding
en levodopa
Tip 1: Slik de medicatie een half uur
vóór de maaltijd of ruim anderhalf uur
na de maaltijd.
Tip 2: Neem de medicatie in met
water en niet met een product dat
eiwitten bevat, dus geen vla of melk.
Het gebruik van appelmoes is een
goed hulpmiddel voor mensen met
slik-problemen of als mensen last
van hun maag krijgen.
Als mensen merken dat de medicatie
heel slecht werkt, dan kan de neuroloog de patiënt verwijzen naar een
diëtist om te bekijken of het dagelijkse voedingspatroon niet te veel
eiwitten bevat. Bekend is dat
levodopa, dat ook een soort eiwit is,
in de dunne darmen de competitie
aangaat met eiwitten uit de voeding.
Dus hoe meer voeding met eiwitten je
neemt, hoe hoger de kans op competitie is. Er zijn mensen die daar heel
gevoelig voor zijn. Zij nemen niet
genoeg levodopa op, waardoor er
meer klachten ontstaan. In onze welvaartsmaatschappij waarin relatief
veel vlees wordt gegeten, is een eiwitbeperking al snel het advies. Eigenlijk
kan elke gemiddelde Nederlander
gemakkelijk toe met minder eiwit.
advertentie
FELLOW AF-AS ® - DE PARKINSON ROLLATOR
TRIONIC VELOPED ® - DE SUPER WALKER
De revolutionaire Fellow AF-AS ® met
laserstraal helpt Parkinson-patiënten
uit de “FREEZING” te komen.
Door het unieke wielontwerp en luchtbanden is de Trionic in staat trottoir en
oneffen terrein te overwinnen.
Het laserlicht met akoestisch signaal
wordt geactiveerd door middel van
een drukknop op de handgreep.
De Trionic biedt veel steun tijdens het
lopen in de stad, bos of op het strand.
®
De Fellow AF-AS biedt een veilige
manier om zelfstandig wandelingen
te kunnen maken.
Wij adviseren u aan huis of instelling.
Bel voor een uitvoerige demonstratie.
Gratis demonstratie en proefrit.
FELLOWROLL
Mobility and Suppor t
Fellow-Roll bv Oostergracht 44, 3763 LZ Soest. Tel. 035 609 06 10 e-mail: [email protected] www.fellow-roll.com
Papaver-20-09-2010.indd 1
18
19-09-2010 23:32:28
Papaver nr. 5 • oktober 2011
PP5-Medisch-Dietitiek.indd 18
29-09-11 12:24
Download