3.5 Thema 5 – Produceren voor de wereldmarkt De leerlingen kunnen -> formuleren welke motieven ondernemingen hebben om zich op de internationale markt te begeven Wat zet ondernemingen tot internationale handel aan? grotere afzetmarkt specialiseren lagere prijzen lagere prijzen in het buitenland gevarieerd goederen- en dienstenpakket aanbieden van producten die op de eigen markt niet voorkomen -> motieven aangeven voor ondernemingen om zich in andere landen te vestigen Waarom zetten ondernemingen vestigingen op in andere landen? inspelen op de voorkeur van de lokale verbruiker invoerheffingen ontlopen lonen zijn lager dan in het eigen land andere kosten zijn lager dan in het eigen land -> voor- en nadelen aangeven voor het gastland van de aanwezigen Hebben landen baat bij de vestiging van buitenlandse ondernemingen? economische groei en tewerkstelling winsten niet herinvesteren ontoelaatbare druk uitoefenen op de overheid producten maken die elders verboden zijn -> formuleren hoe en waarom de overheid de internationale handel soms belemmert -> de rol van de Europese Unie en van de WTO toelichten bij de vrijmaking van de internationale handel Stimuleert de overheid de internationale handel? tewerkstelling strategische sectoren Europese markt Wereldhandelsorganisatie