Paasgezinsdienst Datum: Tijd: Locatie: 6 april 2015 09.30 uur CGK Huizen Organist: Piano: Blokfluit: Hoorn: Dwarsfluit: Arjen Miedema Peter Visser / Wendy Willems-Wieten Gerben van Zuijlen Gertjan van Zuijlen Monique van Houweling Samenzang: Opwekking 167 (2 en 3 bovenstem) 1. Samen in de naam van Jezus heffen wij een loflied aan, want de Geest spreekt alle talen en doet ons elkaar verstaan. Samen bidden, samen zoeken naar het plan van onze Heer. Samen zingen en getuigen, samen leven tot zijn eer. 2. Heel de wereld moet het weten dat God niet veranderd is. En zijn liefde als een lichtstraal doordringt in de duisternis. 't Werk van God is niet te keren omdat Hij er over waakt, en de Geest doorbreekt de grenzen die door mensen zijn gemaakt. 3. Prijst de Heer, de weg is open naar de Vader, naar elkaar. Jezus Christus, Triomfator, mijn Verlosser, Middelaar. Vader, met geheven handen breng ik U mijn dank en eer. 't Is uw Geest die mij doet zeggen: Jezus Christus is de Heer! Welkom en gebed Samenzang: Opwekking voor kids 85 1. Als ik mijn ogen sluit en denk aan Golgotha dan lijkt het net of ik daar op die heuvel sta. Ik zie het houten kruis zie wat de mensen doen dat Jezus sterven moet, want dat gebeurde toen. 2. Ik hoor opnieuw zijn stem die roept: ‘Het is volbracht’. En daarna wordt het stil, 't is donker als de nacht. Toen stierf hij aan het kruis, toen was de pijn voorbij. O, ik weet meer dan ooit dat hij dit deed voor mij 3. Ik doe mijn ogen dicht en vouw mijn handen stil. Ik bid met heel mijn hart, wat ik hem zeggen wil: Heer, aan dat houten kruis, droeg U de straf voor mij. Ik had nog nooit een Vriend die zoveel hield van mij. Uitleg paasproject Samenzang UaM 160: 1 en 5 1. Voor uw liefde, Heer Jezus, dank U wel. Voor uw liefde, Heer Jezus, dank U wel. Wij aanbidden U, Heer. U komt toe alle lof en eer. Heer, wij prijzen uw Naam! 5. Maranatha, Heer Jezus kom terug. Maranatha, Heer Jezus kom terug. Wij verwachten U, Heer. Hoor wij bidden: Kom haastig weer! Heer, wij prijzen uw Naam! Tableau vivant 1: Markus 16: 1-8 1 En toen de sabbat voorbijgegaan was, hadden Maria Magdalena, Maria, de moeder van Jakobus, en Salome specerijen gekocht om Hem te gaan zalven. 2 En heel vroeg op de eerste dag van de week kwamen zij bij het graf, toen de zon opging. 3 En zij zeiden tegen elkaar: Wie zal voor ons de steen van de ingang van het graf wegrollen? 4 En toen zij opkeken, zagen zij dat de steen weggerold was, want hij was heel groot. 5 En toen zij het graf ingegaan waren, zagen zij aan de rechterzijde een jongeman zitten, gekleed in een wit, lang gewaad, en zij waren ontdaan. 6 Maar hij zei tegen hen: Wees niet ontdaan. U zoekt Jezus de Nazarener, de Gekruisigde. Hij is opgewekt! Hij is hier niet; zie de plaats waar ze Hem gelegd hadden. 7 Maar ga heen, zeg tegen Zijn discipelen, en Petrus, dat Hij u voorgaat naar Galilea; daar zult u Hem zien, zoals Hij u gezegd heeft. 8 En zij gingen haastig naar buiten en vluchtten bij het graf vandaan, want beving en ontsteltenis had hen aangegrepen; en zij zeiden tegen niemand iets, want zij waren bevreesd Kinderen zingen: De Heer is waarlijk opgestaan Vrouwen uit Jeruzalem, Kwamen vroeg en zochten Hem. De Heer is waarlijk op gestaan. Halleluja. En hoe groot was hun verdriet, Want zij vonden Jezus niet. De Heer is waarlijk op gestaan. Halleluja. Maar een engel sprak hen aan: ‘Die gij zoek is opgestaan.’ De Heer is waarlijk op gestaan. Halleluja. Tableau 2-Johannes 20: 2-10 2 Daarom snelde zij terug en ging naar Simon Petrus en naar de andere discipel, die Jezus liefhad, en zei tegen hen: Ze hebben de Heere uit het graf weggenomen, en wij weten niet waar zij Hem neergelegd hebben. 3 Petrus dan ging naar buiten, en de andere discipel, en zij kwamen bij het graf. 4 En die twee liepen samen, maar de andere discipel snelde vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf. 5 En toen hij vooroverboog, zag hij de doeken liggen, maar toch ging hij er niet in. 6 Simon Petrus dan kwam en volgde hem, en ging het graf wel binnen en zag de doeken liggen. 7 En de zweetdoek, die op Zijn hoofd geweest was, zag hij niet bij de doeken liggen maar afzonderlijk, opgerold, op een andere plaats. 8 Toen ging ook de andere discipel, die het eerst bij het graf gekomen was, naar binnen, en hij zag het en geloofde. 9 Want zij kenden de Schrift nog niet dat Hij uit de doden moest opstaan. 10 De discipelen dan gingen weer naar huis. Kinderen zingen: De steen is weg Een steen op het graf Die kan er niet af Iedereen treurt Maar kijk 'es wat er is gebeurd De steen is weg De weg is vrij Het graf is leeg De pijn voorbij Want Jezus leeft En de steen is weg weg Helemaal weg Een steen op mijn hart Zo zwaar en zo zwart Het komt nooit meer goed Maar kijk 'es hier wat Jezus doet De steen is weg Mijn hart is vrij Ik voel me nieuw God is bij mij Wat Jezus leeft En de steen is weg weg Helemaal weg Foetsie Tableau 3-Johannes 20: 11-18 11 Maar Maria stond huilend buiten bij het graf en terwijl zij huilde, boog zij voorover in het graf, 12 en zij zag twee engelen in witte kleding zitten, een aan het hoofdeinde en een aan het voeteneinde van de plaats waar het lichaam van Jezus gelegen had; 13 en die zeiden tegen haar: Vrouw, waarom huilt u? Zij zei tegen hen: Omdat ze mijn Heere weggenomen hebben, en ik weet niet waar ze Hem neergelegd hebben. 14 En toen zij dit gezegd had, keerde zij zich naar achteren en zag Jezus staan, maar zij wist niet dat Jezus het was. 15 Jezus zei tegen haar: Vrouw, waarom huilt u? Wie zoekt u? Zij dacht dat het de tuinman was, en zei tegen Hem: Mijnheer, als u Hem weggedragen hebt, zeg mij dan waar u Hem neergelegd hebt en ik zal Hem weghalen. 16 Jezus zei tegen haar: Maria! Zij keerde zich om en zei tegen Hem: Rabboeni; dat betekent: Meester. 17 Jezus zei tegen haar: Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar Mijn Vader, maar ga naar Mijn broeders en zeg tegen hen: Ik vaar op naar Mijn Vader en uw Vader, en naar Mijn God en uw God. 18 Maria Magdalena ging en berichtte de discipelen dat zij de Heere gezien had en dat Hij dit tegen haar gezegd had. Kinderen zingen: Hij leeft Maria kwam bij het graf En huilde om haar heer De grote steen was weggerold En Jezus was er niet meer Maar een engel zei plotseling Weet je niet meer Wat Hij gesproken heeft Hij is opgestaan, Hij is opgestaan Hij leeft, Hij leeft Hij is opgestaan, Hij is opgestaan Hij leeft, Hij leeft De discipelen waren zo moe Ze treurden om de Heer Waar moesten ze nu nog naar toe Hun meester was er niet meer Maar Maria riep plotseling Hij heeft gedaan Wat Hij gesproken heeft Hij is opgestaan, Hij is opgestaan Hij leeft, Hij leeft Hij is opgestaan, Hij is opgestaan Hij leeft, Hij leeft Hij leeft, Hij leeft Vertelling Samenzang: Paasprojectlied God wint Couplet 1: soms kijk je ergens naar maar kun je het niet zien soms hoor je ’t wel maar luister je niet soms eet je vlug en snel maar proef je eig’lijk niets soms voel je het wel maar raakt het je niet Refrein: God wint door klein te blijven God wint door geboeid te zijn God wint door te houden van de vijand God wint door lijden en door pijn God wint door Zijn Zoon te geven God wint door het sterven heen ja Jezus stond op, de dood is niet het einde Gods liefde overwint Couplet 2: soms kun je iets ruiken maar zegt de geur je niets soms kun je ‘t merken maar snap je het niet maar als je heel goed luistert goed kijkt, proeft, ruikt of voelt dan pas ontdek je wat God bedoelt Refrein: God wint door klein te wezen God wint door geboeid te zijn God wint door te houden van de vijand God wint door lijden en door pijn God wint door Zijn Zoon te geven God wint door het sterven heen ja Jezus stond op, de dood is niet het einde Gods liefde overwint ja Jezus stond op, de dood is niet het einde Gods liefde overwint Samenzang: Psalm 118: 2, 5, 8 NB (5 en 8 bovenstem) 2. Ik werd benauwd van alle zijden en riep den Heer ootmoedig aan. De Heer verhoorde en bevrijdde, Hij deed mij in de ruimte staan. De Heer is met mij, 'k zal niet vrezen. Geen sterveling verschrikt mij meer. De Heer wil mij tot helper wezen: ik zie op al mijn haters neer. 5. De Heer is mij tot hulp en sterkte, Hij is mijn lied, mijn psalmgezang. Hij is het, die mijn heil bewerkte. Ik loof den Heer mijn leven lang. Hoort in hun kamp Gods knechten zingen nu Hij de zege heeft gebracht: Gods rechterhand doet grote dingen, Gods rechterhand heeft grote kracht! 8. De steen, dien door de tempelbouwers verachtlijk was een plaats ontzegd, werd tot verbazing der beschouwers ten hoeksteen door God zelf gelegd. Dit werk is door Gods alvermogen, door 's Heeren hand alleen geschied. Het is een wonder in onz' ogen. Wij zien het, maar doorgronden 't niet. Samenzang: Psalm 134: 1, 2 en 3 NB (2 en 3 bovenstem) 1. Gij dienaars aan den Heer gewijd, zegent zijn naam te allen tijd. Gij die des daags zijn gunst verwacht, zegent zijn naam ook in de nacht. 2. Die in het huis des Heeren zijt, zegent zijn naam en majesteit, zingt tot zijn eer met luider stem en heft uw handen op naar Hem. 3. Uit Sion, aan den Heer gewijd, zegene u zijn heiligheid. Hij die hemel en aarde schiep, Hij is 't die u bij name riep. Afsluiting en dankgebed Inzamelen van de gaven en muzikaal intermezzo Samenzang: Opwekking 710 Zegen mij op de weg die ik moet gaan. Zegen mij op de plek waar ik zal staan. Zegen mij in alles, wat U van mij verlangt. O God, zegen mij alle dagen lang! Vader, maak mij tot een zegen; ga mij niet voorbij. Regen op mij met uw Geest, Heer, Jezus, kom tot mij als de Bron van leven, die ontspringt, diep in mij. Breng een stroom van zegen, waarin U zelf steeds mooier wordt voor mij. Zegen ons waar we in geloof voor leven. Zegen ons waar we hoop en liefde geven. Zegen om de ander tot zegen te zijn. O God, zegen ons tot in eeuwigheid! Vader, maak ons tot een zegen; hier in de woestijn. Wachtend op uw milde regen, om zelf een bron te zijn. Met een hart vol vrede, zijn wij zegenend nabij. Van uw liefde delend, waarin wij zelf tot bron van zegen zijn. Bedankt voor uw komst! Wij wensen u een gezegende tweede paasdag! Bijbelkring Together & Zondagsschool Zaait aan alle wateren