Stachka Film Wanneer [Uit de lesnota's van Tim Deschaumes] Revolutie en propaganda Na de Oktoberrevolutie van 1917 kwamen de bolsjewieken (het Rode leger) aan de macht. Zij werden echter fel gecontesteerd, wat leidde tot de Burgeroorlog tussen het Rode en het Witte Leger. De bolsjewieken kampten met een tanende populariteit die ze met behulp van propaganda trachtten op te krikken. Propaganda was ook voor Lenin geen vies woord, maar een noodzakelijk middel om arbeiders voor de revolutionaire zaak te winnen. Vladimir Lenin Zijn uitgangspunt was dat de massa niet vanzelf tot een revolutionair bewustzijn zou komen. Revolutionaire ideeën, die soms heel complex waren, moesten worden vertaald naar simpele boodschappen of slogans zoals ‘Brood, Vrede, Vrijheid’ die door iedereen konden worden begrepen. In film zag hij een van de meest krachtige kanalen om de revolutie te verspreiden. Trotsky was het met hem eens. In Pravda (juli 1923) schreef hij dat cinema een wapen is dat schreeuwt om gebruikt te worden: het ‘beste instrument’ voor industriële, educatieve en politieke propaganda. Film heeft het voordeel dat hij een universele taal spreekt, een must voor een propagandamiddel dat moest worden verspreid in een reusachtig land waar meer dan honderd verschillende talen werden gesproken én een meerderheid van de bevolking analfabeet was. 1 Leon Trotsky Agitki Door een aaneenschakeling van oorlogen en revoluties (de Eerste Wereldoorlog, de revoluties van 1917, de daarop volgende Burgeroorlog) zat Rusland economisch aan de grond en ook de filmindustrie lag op apegapen. Veel cineasten waren naar het buitenland gevlucht en hadden hun apparatuur meegenomen. Er was een nijpend tekort aan filmstock en het aantal bioscopen was drastisch gedaald. Toch zorgden een aantal initiatieven voor nieuwe ademruimte. Er werden filmscholen opgericht die zorgden voor de opleiding van duizenden nieuwe filmmakers. Regisseur Vladimir Gardin stond aan het hoofd van de Moskouse filmschool, waar experimenten, vernieuwing en theoretische discussies werden gestimuleerd. Filmmakers werden aangezet om korte propagandafilms of agitki te draaien. Sovkino - logo Zo konden mensen tijdens de burgeroorlog kijken naar filmpjes over het leed van de soldaten of werden ze aangespoord om hen kleren te geven. Al snel leverden de filmscholen ook fictiefilms op. Het probleem van de verdwijnende bioscoopzalen losten de bolsjewieken op door 'agitpunkty' in te richten, ‘agitatiecentra’ waar propagandamateriaal aan de lokale bevolking kon worden getoond, op plaatsen waar ze sowieso samenkwamen. Daarvoor werden 'agittreinen' gebruikt, treinstellen die volledig waren ingericht om pamfletten, posters, kranten en films bij de mensen en de soldaten te verspreiden. Maar op de lange termijn moest de filmindustrie en het netwerk van bioscopen opnieuw worden opgebouwd. Om dit snel te laten gebeuren nam men een verrassende beslissing: de filmindustrie werd, in het kader van de Nieuwe Economische Politiek, geprivatiseerd, waardoor voor een poos en tot op zekere hoogte de wetten van de vrije markt golden. Vanaf 1922 importeerde Rusland buitenlandse films om met de inkomsten zelf films te kunnen maken. 2 Hollywoodfilms werden samen vertoond met Russische propagandafilms. De bolsjewieken dachten dat het publiek vooral onder de indruk zou zijn van het materiaal van eigen bodem. Rond 1925 waren 85% van de vertoonde films van buitenlandse oorsprong. Toch leek het plan te werken, tenminste nadat het noodlijdende Goskino overging in Sovkino. 3 Fairbanks versus Eisenstein De bolsjewieken slaagden er uiteindelijk in om mensen opnieuw naar films te laten kijken. Het Russische publiek was dol op Amerikaanse films. Het had een zwak voor de fysieke komedies van Chaplin, Keaton en Lloyd die makkelijk de horde van de taalbarrière namen. Douglas Fairbanks en Mary Pickford waren immens populair, wat bleek toen ze in 1926 Moskou bezochten. The Thief of Bagdad (Raoul Walsh, 1924), waarin Fairbanks de hoofdrol vertolkte, was de meest succesvolle buitenlandse film van de jaren ’20 in Moskou. The Thief of Bagdad - still In Rusland zelf produceerden enkele creatieve, getalenteerde en erg jonge regisseurs een dertigtal films die perfect aansloten bij de plannen van de bolsjewieken. Kuleshov beet de spits af met Neobychainye priklyucheniya mistera Vesta v strane bolshevikov (The Extraordinary Adventures of Mr. West in the Land of the Bolsheviks, 1924). Een jaar later draaide Eisenstein Strike en volgde werk van Pudovkin, Vertov, Shub en Dovzhenko. Deze regisseurs brachten een bruisende, vaak avantgardistische cinema, die zich stilistisch onderscheidde van de klassieke Russische én Amerikaanse film. De plotarme, sterk op montage gerichte stijl, betekende een breuk met narratieve bourgeoiscinema. Neobychainye priklyucheniya mistera Vesta v strane bolshevikov - still Bronenosets Potyomkin - still Een film als Bronenosets Potyomkin (1926) werd enthousiast onthaald door critici wereldwijd. Hij werd in Duitsland zelfs een commercieel succes, waardoor hij bijdroeg aan de ontwikkeling van de Russische filmindustrie. Maar terwijl Bronenosets Potyomkin in Duistland de meest succesvolle film van het jaar was, verdween hij in Moskou al na een maand uit de zalen, ten voordele van de veel populairdere Robin Hood (Dwan, 1922) en Our Hospitality (Keaton en Blystone, 1923). Het Russische publiek keerde zich echter niet af van alle films van eigen bodem. Naast het experimentele werk van de jonge garde, bleven andere Russische cineasten films maken met een duidelijke verhaallijn of met aantrekkelijke genre-elementen. Yakov Protazanov geniet veel minder bekendheid dan Eisenstein, maar zijn films trokken wel veel meer volk naar de zalen. Zelfs een bizarre film met horrorelementen, zoals The Bear’s Wedding (Eggert en Gardin, 1926), kende twee keer zoveel bezoekers als Bronenosets Potyomkin. 4 In januari 1928 kwam Eisensteins Oktyabr in de zalen, maar opnieuw zonder het verhoopte succes. Op een Partijconferentie over cinema in maart 1928 werd deze mislukking aangegrepen om het ongenoegen te uiten over het onvermogen van de propagandafilms om de massa te bekoren. De avantgardecineasten konden de mogelijkheden van het medium niet uitbaten. Complexe experimentele films moesten plaats ruimen voor films met een eenvoudig verhaal dat voor iedereen bruikbaar en begrijpelijk moest zijn. Oktyabr - still 1. Nicholas Reeves, The Power of Film Propaganda. Myth or reality?, Cassell, 1999, p. 44. 2. Nicholas Reeves, The Power of Film Propaganda. Myth or reality?, Cassell, 1999, p. 62. 3. Nicholas Reeves, The Power of Film Propaganda. Myth or reality?, Cassell, 1999, p. 64. 4. Richard Taylor, ‘Ideology as mass entertainment: Boris Shumyatsky and Soviet cinema in the 1930s’ in in Richard Taylor en Ian Christie, Inside The Film Factory. New Approaches to Russian and Soviet Cinema, Routledge, 1994, p. 195.