Seksualiteit in de Commerciële Hindi Cinema: Een Kwestie van Traditie of Moderniteit? Audrey Mussoni, 5908744, [email protected] Masterscriptie Scriptiebegeleider: Dr. Alexandra Schneider. Master Media en Cultuur – Film Studies, Universiteit van Amsterdam 22 juni 2012 16.605 woorden Inhoudsopgave Inleiding 3 1. De Commerciële Hindi Filmindustrie 10 2. Seksualiteit in Hindi Cinema 12 3. Vrouwelijke Seksualiteit en Traditie 16 4. Het Effect van Globalisering op de Weergave van Seksualiteit 19 5. Traditie vs. Moderniteit en de Melodrama 26 6. Feudal Family Romance & Old Nativity Play 29 7. Focalisatie en Gaze 32 Conclusie 39 Bronnen 41 Bijlage: Filmposters 45 2 Inleiding In het afgelopen decennia blijkt globalisering een veel besproken term te zijn. Internationale verhoudingen veranderen continue en hedendaags blijkt globalisering hét concept te zijn waarmee deze veranderingen worden verklaard. Deze term benoemt het proces van wereldwijde economische, culturele en politieke integratie: ‘the worldwide diffusion of practices, expansion of relations across continents, organization of social life on a global scale, and growth of a shared global consciousness’ (Schaeffer en Karan 701). Ontwikkelingen op gebied van vervoer en telecommunicatie spelen een belangrijke rol bij dit proces. Vooral de komst van nieuwe media heeft de discussie rondom dit concept aangesterkt, aangezien het internet het gemakkelijk heeft gemaakt om op verscheidene wijze in contact te komen met mensen en producten uit verafgelegen landen. In het debat over globalisering wordt onderzocht of de wereld zich in toenemende mate verkeerd in een proces van homogenisering, dat we nijgen naar een globale cultuur of dat dit er sprake is van een andere situatie. Een van de media waarin het proces van globalisering zou kunnen worden gerepresenteerd, is de cinema. Culturele veranderingen kunnen in de ontwikkeling van een nationale cinema worden gedetecteerd in verscheidene vormen, zowel thematisch, stilistisch, als in de verandering in de wijze waarin een film wordt geproduceerd. Om deze reden kan onderzoek naar ontwikkelingen in nationale (of regionale) filmculturen een waardevolle bijdrage leveren in de discussie over globalisering (Sharma 131). In mijn onderzoek richt ik mij op het analyseren van de commerciële Hindi cinema. De Hindi filmindustrie is een van de velen in India. Vrijwel elke provincie heeft zijn eigen commerciële filmindustrie, deze verschillen van elkaar qua stijl en mate van commercieel succes. De Hindi filmindustrie gelegen in Mumbai, de hoofdstad van Maharashtra, ontleent haar naam aan de taal die wordt gesproken in de films. Mumbai heette voor 1995 Bombay en de Hindi filmindustrie is daarom ook beter bekend als Bollywood (een combinatie van de woorden Bombay en Hollywood). Van alle Indiase filmindustrieën is de Hindi cinema commercieel gezien het meest succesvol. Hier worden de duurste films geproduceerd en deze films trekken tevens het grootste publiek, zowel in het binnen- als buitenland. De Hindi film doelt over het algemeen op een wijdverspreid publiek. Deze films zijn meestal dan ook “familiefilms” in de zin dat ze geschikt zijn voor alle leeftijden. Het tonen van gewaagde onderwerpen, zoals romantische intimiteit, wordt onder andere om deze reden meestal vermeden. De voorkeur wordt gegeven om de liefde tussen personages weer te geven aan de hand van zang-endansnummers waarin de personages elkaar de liefde verklaren. Qua stijl verschillen deze films op verscheidene wijzen van Westerse (Hollywood) films. Ten eerste zijn romantiek en fantasie twee eigenschappen die van belang zijn. Het plot van de meeste Hindi films wordt gedreven door een romantische verhaallijn. Centraal staat de ontwikkeling van de gevoelens van de personages terwijl deze de verschillende stadia van verliefdheid bewandelen. Tevens zijn de Hollywood-conventies van 3 het realisme van andere betekenis in Hindi films. Zo begeven de personages zich vaak op onverklaarbare wijze in verschillende landen tijdens zang-en-danssequenties, zoals te zien is het in de onderstaande afbeeldingen uit de zeer populaire film Kabhi Khushi Kabhie Gham (Johar, 2001). De hoofdpersonages Rahul en Anjali laten hun liefde voor elkaar blijken. In de vorm van een droomsequentie uiten ze hun gevoelens terwijl ze zich in allerlei verschillende landschappen begeven. Fig 1: Rahul laat weten dat hij geïnteresseerd is in Anjali. Fig 2: Ze verklaren elkaar de liefde in een woestijn Fig 3: …liggend in een rivier Fig 4: … bij een ruïne. Deze scènes zijn typisch voor een Bollywood film. Over het algemeen zijn er ongeveer vijf zang- en dansnummers in vrijwel elke film. Echter is het een vergissing om te denken dat alle Hindi films musicals zijn, aangezien de musical een bepaald genre is met bepaalde stilistische en thematische kenmerken, terwijl vrijwel elke Hindi film, ongeacht genre zang en dans bevat. Zoals Creekmur beschrijft: ‘no Indian films are musicals, since songs are used across genres and thus a distinct category of “musicals” cannot be clearly distinguished from other forms’(Creekmur, 194). Een ander kenmerk van de Hindi film is de uitbundige stijl van acteren die door een Westerse publiek snel kan worden gezien, zijnde overdreven. De nadruk lijkt niet zozeer te liggen op wat er in de film gebeurt maar hoe dit wordt weergegeven, bijvoorbeeld door de wijze waarop personages hun emotie uitdrukken (Thomas, 158). In mijn onderzoek richt ik mijn aandacht op het analyseren van de weergave van romantische relaties tussen personages, en dan vooral de portrettering van seksualiteit. De Westerse perceptie van de Indiase cultuur (hoewel moet worden aangeven dat India qua cultuur zeker niet homogeen is) in 4 relatie tot seksualiteit bevat contradicties. Enerzijds is het land van de Kamasutra (Vatsyayana) maar traditioneel gezien is dit ook het land van gearrangeerde huwelijken. In de films kussen geliefdes meestal niet met elkaar, maar het is niet ongewoon om personages sensueel in de regen met elkaar te zien dansen in niet-verhullende kleding. Met dit onderzoek hoop ik te kunnen bijdragen aan een verklaring voor deze contradicties. Aan de hand van een zowel tekstuele als contextuele analyse van zes films onderzoek ik de normen en waarden over seksualiteit, met name de seksualiteit van de vrouw, die worden weergegeven in deze films en wat voor betekenis dit heeft in relatie tot de Indiase cultuur. Dit onderzoek is ontstaan naar aanleiding van het aantal teksten waarin wordt beweerd dat de Hindi filmindustrie in de afgelopen twee decennia in toenemende mate beïnvloed is geraakt door het proces van globalisering, met name door de Westerse invloed. Dit zou vooral te zien zijn in de wijze waarop seksualiteit wordt gerepresenteerd in deze films. Deze theorieën blijken echter makkelijk te weerleggen, aangezien er voldoende alternatieve verklaringen te geven zijn voor de veranderingen in de omgang met seksualiteit. Welke ik in dit onderzoek nader zal verklaren. Daarom lijkt het me van waarde om te onderzoeken of er andere historische of contextuele factoren ten grondslag liggen aan de ontwikkelingen in de Hindi cinema op het gebied van globalisering en de representatie van seksualiteit. Naar mijns inziens zijn deze films te plaatsen binnen bepaalde narratieve contexten die, wanneer dit wordt onderzocht, verklaring kunnen geven over de omgang met realisme in de Hindi cinema. Bovendien is het waardevol om vanuit een ander perspectief te kijken en er niet van uit te gaan dat de Hindi cinema een representatieve rol speelt, maar wellicht gewoon deel uitmaakt van de samenleving zoals Dwyer en Patel in Cinema India: The Visual Culture of Hindi Film beschrijven (Dwyer en Patel 204-205). Aan de hand hiervan kan informatie worden gegeven over de symbolische omgang met seksualiteit. Op deze wijze hoop ik opheldering te geven over de (voor een Westerse perspectief) tegenstrijdige omgang met seksualiteit in de Indiase cultuur en de Hindi filmindustrie. De films waar ik mij op richt om datgene te onderzoeken zijn films waarin de romantische relatie tussen een Indiase jongen en een Indiaas meisje centraal staat. Omdat ik wil onderzoeken hoe de films in relatie staan tot de culturele veranderingen, heb ik gekozen voor films die zich afspelen in de tijd waarin ze zijn geproduceerd, dit zijn dus geen kostuumdrama’s. Alle films spelen zich voor het grootste gedeelte af in de stad, aangezien het platteland werkt als een signifier voor traditie en ik geïnteresseerd ben in recente culturele ontwikkelingen. De meeste globaliseringtheorieën in relatie tot de Hindi cinema betrekken zich op films uit het laatste decennia, daarom zal ik drie films van na het jaar 2000 vergelijken tegen drie films uit de jaren 1990, om te onderzoeken welke verschillen te vinden zijn in de thematiek, hoe deze films de representatie van globalisering onderhandelen, of dat gevonden veranderingen te plaatsen zijn binnen een andere context. In de selectie van mijn onderzoekssubjecten heb ik gekozen om te kiezen voor films die zowel commercieel als kritisch succesvol zijn geweest. Uiteraard is de Hindi filmcultuur niet homogeen en zijn er genoeg films die tegengestelde normen en waarden representeren, wat wellicht interessant zou 5 zijn voor een verder onderzoek. In dit geval ben ik echter niet geïnteresseerd in de marge, omdat ik analyseer hoe de cinema aansluiten op de veranderingen in de samenleving, vind ik het vooral waardevol om films te onderzoeken die veel bezoekers hebben getrokken, en de beste kritische reactie hebben gekregen. Uiteindelijk heb ik gekozen voor films die vallen onder de hiervoor genoemde criteria, een groot bezoekersaantal hebben getrokken, en een Filmfare Award voor beste film hebben gewonnen of daarvoor genomineerd zijn. De Filmfare Awards is een jaarlijkse prijsuitreiking voor films en professionals binnen de Hindi filmindustrie. Opgericht in 1954 is deze prijsuitreiking binnen de filmindustrie een van de oudste en meest gerenommeerde van India. Vanuit een Westerse perspectief zijn de Filmfare Awards te vergelijken met de jaarlijkse Academy Awards. De films die ik aan de hand van dit selectieproces heb gekozen om te onderzoeken zijn: Maine Pyar Kiya (Bartjatya, 1989), Dil (Kumar, 1990), Dilwale Dulhania Le Jayenge (Chopra, 1995), Hum Tum (Kohli, 2004), Jab We Met (Ali, 2007) en Ek Main Aur Ekk Tu (Batra, 2012). Maine Pyar Kiya (I Fell In Love) (winnaar Filmfare Award: Best Film 1990) is een film uit 1989 met de actrice Bhagyashree en de populaire acteur Salman Khan in de hoofdrollen. Deze film beschrijft het verhaal van de tieners Suman en Prem. De twee ontmoeten elkaar wanneer Suman tijdelijk in huis van Prem logeert. Hun vaders zijn namelijk goede vrienden en omdat haar vader op zakenreis gaat, verblijft Suman in het huis van haar vaders vriend, oftewel Prem’s vader. Sunam en Prem worden goede vrienden. Dit ondanks dat ze veel van elkaar verschillen qua persoonlijkheid; zij is bedachtzaam, timide en traditioneel ingesteld, terwijl hij luidruchtig en arrogant is en bovendien zeer geïnteresseerd is in de Amerikaanse cultuur. Uiteindelijk worden Suman en Prem verliefd op elkaar en willen ze met elkaar trouwen. Dit wordt echter belemmerd door hun ouders. Prem komt uit een welgesteld gezin en zijn vader is het er niet mee eens dat hij wilt trouwen met een simpel meisje uit het dorp. Suman’s vader voelt zich hier door beledigd en het wordt hen verboden elkaar te zien. Prem doet er gedurende de film echter alles aan om ervoor te zorgen dat hij de vader van Sunam kan overtuigen dat hij een waardige echtnoot kan zijn voor Sunam. Uiteindelijk geeft haar vader toe, herenigt hij de vriendschap met Prem’s vader, en kunnen Sunam en Prem eindelijk bij elkaar zijn. In de film Dil (Heart) (genomineerd Filmfare Award: Best Film 1991) spelen de zeer bekende acteurs Aamir Khan en Madhuri Dixit de hoofdrollen. Het verhaal gaat over de twee tieners Raja en Madhu. Raja is de zoon van de geldlustige Hazari Prasad wiens enige doel is een rijke vrouw voor zijn zoon te vinden, en Madhu is de dochter van de zeer rijke Mr. Mehra. Raja en Madhu gaan beiden naar dezelfde school, maar hebben in eerste instantie geen vriendschappelijke relatie. Na enkele plagerijen met elkaar te hebben uitgehaald, worden ze verliefd op elkaar tijdens een schoolreis. Raja en Madhu willen zo snel mogelijk trouwen, echter wordt dit, net zoals in Maine Pyar Kiya, verhinderd doordat hun vaders met elkaar in conflict zijn. Beide vaders verbieden het dat Raja en Madhu elkaar ontmoeten, maar ze zijn zo verliefd dat ze weglopen om bij elkaar te kunnen zijn. Wanneer Raja echter zwaar gewond raakt bij een ongeluk, worden de twee gescheiden. Raja’s vader blijkt de enige te 6 zijn die de ziekenhuiskosten kan vergoeden en verbiedt Madhu zijn zoon te bezoeken als voorwaarde voor zijn geld. Raja ontdekt uiteindelijk waarom zijn geliefde bij hem weg is gegaan en weet zich weer te herenigen met zijn geliefde. Op dit moment realiseren beide vaders ook dat ze een einde moeten maken aan het conflict en eindigt het verhaal op een vrolijke toon. Dilwale Dulhania Le Jayenge (The Brave Hearted will Take the Bride) (winnaar Filmfare Award: Best Film 1996) is een van de meest succesvolle films allertijden. De film had het grootste bezoekersaantal van het jaar (Boxofficeindia.com), won 10 Filmfare Awards en houdt het record van de langst draaiende film in de Indiase geschiedenis. In deze film spelen de zeer succesvolle acteurs Sharukh Khan en Kajol de hoofdrollen. Dilwale Dulhania Le Jayenge speelt zich af in Londen, Zwitserland en Punjab (India). Simran en Raj zijn twee NRI’s (Non Resident Indians) die wonen en zijn opgegroeid in Londen. Simran woont in een bescheiden woning met haar ouders en een haar zus, terwijl Raj uit een rijke familie komt en samen met zijn vader in een villa woont. Zij droomt van het vinden van haar grote liefde, terwijl hij meer geïnteresseerd is in feesten met zijn vrienden. Raj en Simran ontmoeten elkaar wanneer ze beiden met hun vrienden op dezelfde Eurorail tour door Europa reizen. Raj is meteen geïnteresseerd in Simran, maar deze emotie is in eerste instantie niet wederzijds. Uiteindelijk worden ze toch verliefd op elkaar, maar kunnen niet bij elkaar zijn omdat Simran’s ouders al een echtgenoot voor haar hebben gevonden. Zij vertrekt naar Punjab om te trouwen, maar Raj geeft niet op en zoekt haar op in India. Wanneer hij haar vindt doet hij zich voor als een ander persoon om zo Simran te redden uit haar gearrangeerde huwelijk. Uiteindelijk komt Simran’s vader erachter wie Raj is en stuurt hem onmiddellijk weg. Na een dramatische climax staat Simran’s vader echter toe dat Simran haar gevoel volgt en met Raj meegaat. In Hum Tum (You and Me) (genomineerd Filmfare Award: Best Film 2005) spelen de bekende acteurs Saif Ali Khan en Rani Mukherjee.Het verhaal gaat over de relatie tussen Rhea en Karan. De twee ontmoeten elkaar in het vliegtuig op weg naar New York, waar ze beiden een studie zullen volgen. Hoewel ze elkaar niet echt mogen, ontmoeten ze elkaar gedurende de komende jaren toevalligerwijs telkens weer. Wanneer ze samen voor een bruiloft naar India gaan en worden ze verliefd op elkaar. In een zang- en dansnummer verklaren ze de liefde voor elkaar en wordt er geïmpliceerd dat ze met elkaar naar bed gaan. De volgende ochtend is Rhea ontzettend gelukkig, maar schaamt Karan zich zodanig dat hij haar niet eens meer durft aan te kijken. De vriendschap wordt verbroken, maar de liefde houdt stand. Na enkele jaren ontmoeten ze elkaar bij een van zijn boekbesprekingen en verzoenen ze de relatie. Jab We Met (When we Met) (genomineerd Filmfare Award: Best Film 2008) is een succesvolle film uit 2007 met de jonge acteurs Shaid Kapoor en Kareena Kapoor. In deze film ontmoeten de vrolijk en uitbundige Preet en de neergeslagen Aditya elkaar in de trein. Door de loop van omstandigheden moeten ze samen hun reis voortzetten en ontstaat er voorzichtig een vriendschap tussen de twee. Preet is van plan om stiekem te trouwen met haar vriend en Aditya besluit haar te vergezellen op de reis naar deze man. Echter wordt Aditya tegelijkertijd ook verliefd op haar. 7 Maanden later zoekt hij haar weer op en ontdekt hij dat Preet nooit getrouwed is met deze man. Na een tweede ontmoeting met Aditya ontdekt ook Preet dat zij verliefd is op Aditya en trouwen ze met elkaar. Ek Main Aur Ekk Tu (One Me, and One You) is een film die dit jaar in februari is uitgekomen, met de acteurs Imran Khan en Kareena Kapoor. Hoewel de film nog niet de kans heeft gekregen een prijs te winnen, heeft de film al wel goede recensies ontvangen (Reviewgang.com). Bovendien is het bezoekersaantal hoog, zowel nationaal als internationaal (Boxofficeindia.com). Rahul woont in Las Vegas en heeft net zijn baan verloren als architect. Op een gegeven moment komt hij de losbandige Riana tegen en in de ochtend na een wilde nacht komen ze erachter dat ze per ongeluk met elkaar zijn getrouwd. Ze besluiten het huwelijk zo snel mogelijk nietig te verklaren. Echter ontstaat er langzamerhand een vriendschap tussen beiden. Rahul wordt uiteindelijk verliefd op Riana, maar wanneer hij haar probeert te zoenen weigert zij en vertelt ze hem alleen vrienden te willen zijn. Rahul legt zich hier bij neer en ze blijven goede vrienden, hoewel Rahul altijd blijft hopen dat Riana verliefd op hem zal worden. Op het eerste gezicht valt het op dat de gekozen films uit de jaren ‘90 een soortgelijk thema hanteren. Geliefdes die niet bij elkaar kunnen zijn door beperkingen die hen worden opgelegd door hun familie. Gedurende de film worstelen de personages zich los van hun familie door te kiezen voor hun eigen geluk, en daarmee worstelen zich ook los van de traditionele normen en waarden. Over het algemeen wordt er in deze films de nadruk gelegd op romantiek. De personages worden snel verliefd op elkaar. Meestal gebeurt dit plotseling wanneer ze elkaar eigenlijk nog niet zo goed kennen. Er wordt weinig tot niet gerefereerd aan seks of andere vormen van intimiteit, hoewel de droomsequenties vrij sensueel kunnen zijn. In het geval van de films die uit zijn gekomen na het jaar 2000 signaleer ik in eerste instantie drie verschillende trends. Ten eerste hebben de vrouwelijk personages in deze films een krachtigere persoonlijkheid. Zij initiëren vaak het contact, zijn uitbundiger dan de mannelijke personages en zijn leidinggevend in de verloop van gebeurtenissen. Alhoewel de mannelijke personages wel centraal staan in het verhaal. Ten tweede is het opvallend dat de ouders een positieve rol spelen in deze films. De films uit de jaren ‘90 gingen over het verbreken van tradities en de liefde achterna gaan ook als dat betekende dat er tegen de wil van de ouders in moest worden gegaan. Hoewel dit niet in de hierboven korte beschrijvingen is opgenomen, is dit anders in de films van deze eeuw. De ouders weten in deze films vaak wat het beste is voor hun kinderen. Hoewel de hoofdpersonen in eerste instantie tegen het advies van hun ouders ingaan, kiezen ze uiteindelijk hetzelfde pad als de ouders voor hen hebben bedacht. In sommige gevallen kiezen de personages zelfs de partner die hun ouders voor hen hadden gearrangeerd. Tenslotte speelt vriendschap een grote rol in de films van na het jaar 2000. In films uit de jaren ‘90 was de periode tussen ontmoeting en verliefdheid minimaal, terwijl films uit dit decennium de nadruk leggen op de periode van vriendschap. De personages worden pas tegen het einde van de film verliefd op elkaar. Interessant is ook dat de films die voldoen aan de 8 bovengenoemde criteria niet meer zoveel bezoekers trekken als in de jaren ’90 en er worden minder Filmfare Awards gewonnen. Dit geeft wellicht aan dat films waarin het verhaal enkel gaat over de ontwikkeling van de romantische relatie tussen twee personages niet meer zo populair zijn als voorheen. In het komende hoofdstuk zal ik meer informatie verstrekken over het functioneren van de Hindi filmindustrie. Vervolgens onderzoek ik wat de mogelijke oorsprong is voor de wijze waarop romantiek en seksualiteit traditioneel gezien in deze cinema worden weergegeven. Daarna bespreek ik welke veranderingen er in deze representatie hebben plaatsgevonden en op welke wijze dit wordt verklaard vanuit verschillende globaliseringtheorieën. Vervolgens geef ik aan hoe deze theorieën te weerleggen zijn om uiteindelijk te analyseren of bepaalde narratieve thema’s ook een verklaring bevatten voor de wijze waarop de weergave van (vrouwelijke) seksualiteit in het afgelopen decennia zich heeft getransformeerd. 9 1. De Commerciële Hindi Filmindustrie De Hindi filmindustrie produceert sinds de jaren zeventig elk jaar het grootste aantal films, niet alleen van India maar globaal. Elk jaar worden er rond de achthonderd films gemaakt en gaan er ongeveer veertien miljoen mensen per dag naar de bioscoop (National Geographic 2010). De Hindi filmindustrie is echter maar één van de vele in India. Er zijn elf significante filmindustrieën te onderscheiden, die allemaal gevestigd zijn in een andere regio. Hun naam verlenen ze aan de taal die wordt gesproken in die regio en dus ook in de films: de Assamese, Bengali, Bhojopuri, Hindi, Kannada, Malayalam, Marathi, Oriya, Punjabi, Tamil en Telegu cinema. Er is daarom niet werkelijk te spreken van één Indiase cinema. Elke regionale filmindustrie verschilt van elkaar in stijl, zo zijn Bengali, Kannada en Malayalam films bekend voor hun minder commerciële en meer artistieke stijl. Ook verschillen ze van elkaar qua bereik. Zo trekken Hindi films publiek uit heel India en het bovendien het buitenland, terwijl Assamese films vooral op regionale niveau kijkers trekken. Telegu en Tamil films zijn overigens ook zeer populair, en vormen samen met de Hindi film de grootste drie cinema’s van het land. Raja Harishchandra (Phalke, 1913) is de eerste Hindi speelfilm. Voor de productie van deze film werden er vooral Europese en Westerse films geïmporteerd voor de vertoningen aan een Europees publiek (Athique 18). Pas in de jaren ’50 bloeide de Hindi filmindustrie op met grote commerciële successen zoals Mother India (1957) en naderhand Sholay (1975) steeg de populariteit van deze filmindustrie in grote mate. Tevens werd in 1970 de Film Finance Corporation opgericht, die een toevoeging aan financiering voor de filmsector mogelijk maakte. Bovendien verzorgde deze organisatie richtlijnen voor de stilistische aanpak van een film, waarop een homogenisering van voorheen verscheidene filmstijlen plaatsvond (Rajadhyakasha, 684). De jaren ‘80 kenmerkte een minder succesvolle periode voor de Hindi film. De komst van televisie en de VCR maakte dat er mindere interesse was voor het bezoeken van een film, omdat het ook mogelijk was om simpelweg thuis een televisieserie te volgen. Het tij keerde gelukkig weer na het grote succes van de romantische speelfilm Qayamat Se Qayamat Tak (From Ressurection to Ressurection) (Khan, 1988) (Athique 48). Een moderne en grootste adaptatie van de klassieke Romeo en Julia (Shakeaspeare) tragedie die het publiek weer aantrok om naar de bioscopen te gaan. Het productie- en bezoekersaantal van de Hindi film stijgt nog altijd. Dit ondanks dat de populariteit en het marktaandeel van Hollywoodfilms in India in de afgelopen jaren stijgend is. Bovendien is er steeds meer sprake van een fragmentatie van de doelgroep. Terwijl de Bollywoodfilm gewoonlijk gericht was op de gehele familie, richten films zich hedendaags vaker op een specifieke wensen, zoals actie of komedie. Dit is mede door de komst van de multiplexes (een bioscoop met meerdere zalen), een ontwikkeling die ik in een later hoofdstuk nader zal toelichten. Zelfs met deze ontwikkeling worden er elk jaar toch weer opnieuw records verbroken, zo werd het record aan 10 opbrengsten (€ 19.241.626) van de film Ghajini (Murugadoss, 2008) een jaar later door 3 Idiots (Hirani, 2009) (€33.991.246) weer verbroken (Box Office India 2010). De Hindi filmindustrie functioneert sterk vanuit een star system, de sterren dragen een film en daarom is het succes van een film zeer afhankelijk van de acteurs die de hoofdrollen vertolken. Aansluitend is het daarom bijzonder moeilijk om als acteur in deze filmindustrie door te breken. Vrijwel alle grote filmsterren komen voort uit een zogenaamde filmfamilies. Dit zijn families waarvan soms al vijf generaties in de filmindustrie werken. Omdat het succes van een film zo afhankelijk is van het imago van de acteur is het voor een beginner veel makkelijker om werk te vinden als deze geassocieerd is aan een van deze families. Dit geldt niet alleen voor acteurs, ook de meeste regisseurs en producenten zijn vaak lid van een filmfamilie. Opvallend is dat Indiase acteurs in vergelijking veel meer films maken dan Hollywood acteurs. Terwijl een acteur in Hollywood 2 à 3 films per jaar maakt, maakt de gemiddelde Hindi filmacteur er ongeveer vijf. Daar komt nog eens bij dat deze films, ongeveer twee keer zo lang zijn als een normale Hollywood film. Een Bollywood filmster maakt ook vele optredens in televisiereclames en sommigen hebben zelfs hun eigen televisieprogramma. Zo presenteerde de zeer bekende acteur Sharukh Khan de Indiase versie van Weekend Miljonairs; Kaun Banega Crorepati (Starplus, 2007) en heeft de succesvolle filmregisseur Karan Johar zijn eigen talk show Koffee With Karan (Syndication, 2004- heden). Hindi films zijn niet duidelijk te onderscheiden in genres. De meeste commerciële Hindi films zijn namelijk een mengelmoes van allerlei genres. Dit wordt ook wel de masala film genoemd, vernoemd naar een wijze van koken waarin verschillende soorten specerijen met elkaar worden vermengd. In deze cinema worden zowel elementen van de melodrama, musical, komedie als actiegenres gecombineerd (Sharpe 59). Wel is het mogelijk om door de jaren heen bepaalde thema’s te herkennen die populair blijken in een bepaalde periode. Zo ging de aandacht in de jaren ’50, qua thematiek, veelal uit naar sociaal maatschappelijke problemen, zoals armoede kastenproblemen. In het volgende decennium waren romantische verhaallijnen zeer populair. De jaren ’70 en ’80 stonden in het teken van de angry young man, een stoere held die met geweld tegen het corrupte bewind durfde in te gaan en maatschappelijk onrecht wist recht te zetten (Athique 47). In een volgend hoofdstuk zal ik verder uitweiden over de narratieve thematische ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden in de jaren ’90 en 2000. Tenslotte is een belangrijk kenmerk van de Hindi cinema is de uitvoering van zang en dans. In tegenstelling tot de rol van zang- en dansnummers in Hollywood films hebben deze in Hindi films wel degelijk belangrijke narratieve functies. In deze scènes krijgen personages de kans om hun gevoelens te uiten. Vaak zijn vele nummers dan ook een droomsequentie, waarin de verlangens en wensen van de personages in zijn verwerkt (Creekmur 194). In het volgende hoofdstuk ga ik in op de historische ontwikkelingen die hebben bijgedragen in wijze waarop seksualiteit, traditioneel gezien, wordt gerepresenteerd in de commerciële Hindi cinema. 11 2. Seksualiteit in Hindi Cinema Regionale censuurbesturen bestaan in India sinds de vroege jaren 1920, al onder het koloniale bestuur. In eerste instantie hadden deze organisaties de functie om geïmporteerde films te keuren op de wijze waarop de Westerse vrouwen werden afgebeeld. De Britse bezetters waren van mening dat de vrouwelijke personages zich te promiscue gedroegen. In angst dat de eigen prestige zou afnemen als een Indiase kijker hier van waar zou nemen, werden dergelijke films vermeden (Athique 19). Na de onafhankelijkheid werd er in 1952 de Cinematograph Act opgesteld waarin stond beschreven wat de regelgeving was voor de publicatie van Indiase speelfilms. Het ontstaan van de nationale organisatie Central Board of Film Certification (CBFC) was naar aanleiding van dit manifest. Deze regelgevende instantie bepaalt sinds 1950 volgens strikte regels welke speelfilms voor publieke exhibitie mogen worden getoond. Inmiddels is de Cinematograph Act in 1983 herzien naar The Cinematograph Rules. Films die niet aansluiten aan de regels zullen niet worden goedgekeurd door het CBFC en zijn daarom illegaal om publiek of privé ten toon te stellen (Kumar 36). Het hooggerechtshof van India steunt het CBFC en geeft in een verklaring uitleg over de importantie van een dergelijk bestuur: ‘Film censorship becomes necessary because a film motivates thought and action and assures a high degree of attention and retention as compared to the printed word. The combination of act and speech, sight and sound in semi darkness of the theatre with elimination of all distracting ideas will have a strong impact on the minds of the viewers and can affect emotions. Therefore, it has as much potential for evil as it has for good and has an equal potential to instill or cultivate violent or bad behavior. It cannot be equated with other modes of communication. Censorship by prior restraint is, therefore, not only desirable but also necessary (CBFCIndia.com)’. Naast het handhaven van de distributie en exhibitie houdt het CBFC zich voornamelijk bezig met het inhoudelijk classificeren van films om deze vervolgens te classificeren in leeftijdscategorieën, zoals te zien is in figuur 1: Fig. 5: Kijkwijzer CBFC (CBFCIndia) 12 Fig. 6: Nederlandse Kijkwijzer (Kijkwijzer) Dit is te vergelijken met de Nederlandse Kijkwijzer (Kijwijzer.nl). Een classificatiesysteem dat vooral is bedoeld om ouders te informeren welke programma’s of films geschikt zijn voor welke leeftijd en welke thema’s het bevat. Dit wordt gedaan aan de hand van de iconen die in figuur 2 te zien zijn. Anders dan de Kijkwijzer is dat het CBFC aan de hand van hun classificatiesysteem sommige films niet goedkeuren en verbied voor vertoning. Dit zijn, volgens het CBFC, films die tegen de integriteit of veiligheid van de Indiase staat ingaan, de publieke orde kunnen verstoren, onfatsoenlijk of immoreel zijn (The Cinematograph Act 5). Met betrekking tot representaties van seksuele interacties geeft de originele Cinematographic Act specifieke regels. Zo mocht er in het dialoog niet gerefereerd worden naar vulgaire of overduidelijk seksuele activiteiten en scènes van verkrachting of seksueel geweld waren absoluut verboden (Kumar 34-45). Deze richtlijnen waren echter niet nauwkeurig genoeg en bleken daarom makkelijk te omzeilen, om deze reden werd er in de Cinematograph Rules van 1983 precies gespecificeerd wat niet is toegestaan om te tonen in een film: ‘Selectively exposing a woman’s anatomy; double meaning dialogues referring to a woman’s anatomy; simulation of sexual movements; man and woman in close proximity to each other, or one over the other, and making below-the-waist jerks suggesting copulation; pelvic jerks, breast swinging, hip jerks, man and woman mounting each other, rolling together, rubbing a woman’s body from breast to thighs, hitting/rubbing man with breasts, sitting on each others thighs and waist with entwined legs, lifting and peeping into a woman’s skirt, squeezing woman’s navel and waist; vulgar kissing on breasts, navel, buttocks, and upper parts of thighs; and women being disrobed’ (The Cinematograph Rules in Kumar 36) In het bovenstaande citaat is te lezen dat vrijwel elke vorm van fysieke interactie waaraan seksuele connotaties kunnen worden gekoppeld verboden zijn. Duidelijk is dan dat expliciete en zelfs impliciete seksuele handelingen niet worden goedgekeurd door het CBFC en daarom niet getoond mogen worden in Indiase speelfilms (zelfs niet in de films die vallen onder categorie A van de kijkwijzer). Dit is een van de verklaringen waarom de representatie van romantische intimiteit in een symbolische wijze wordt weergeven. Gebruikelijk zijn deze films daarin niet zo expliciet als een Hollywoodfilm, waarin het tonen van seksuele interactie functioneert als indicator dat twee personages romantisch interesse voor elkaar hebben. 13 Vanuit een Westers perspectief lijkt het zelfs dat er zoveel mogelijk wordt gedaan om momenten, waarin wordt verwacht dat er een mate van intimiteit zal worden getoond, te omzeilen met andere narratieve elementen. Zo volgt er na een omhelzing tussen twee geliefdes zelden een kus, maar veelvuldig een zang- en dansscène waarin de twee personages de liefde aan elkaar verklaren. In dit hoofdstuk onderzoek ik welke fenomenen, naast het bestaan van een strikt censuurbestuur, en ideologieën ten grondslag liggen aan de wijzen waarop er in Hindi films wordt omgegaan met de weergave van seksuele intimiteit. Behalve de regelgeving van het CBFC zijn er ook andere oorzaken aan te wijzen voor de weergave van seksualiteit in Hindi cinema. De periode van kolonialisme is van grote invloed geweest op de huidige normen en waarden over seksualiteit in de Indiase samenleving en de filmindustrie. Van 1858 tot en met 1947, vormde India samen met de huidige landen Sri Lanka, Pakistan en Bangladesh één Britse kolonie genaamd Brits-Indië (zie figuur 3). Fig. 7: Voormalig Brits-Indië (1858-1947). Hoewel dit gebied vele malen groter was dan Groot-Brittannië wisten de Britten in (gedwongen) samenwerking met de regionale adel, te regeren over de bevolking. Vanaf de late 19e eeuw ontstonden er in India onafhankelijkheidsbewegingen strijdend voor dekolonisatie. Van grote invloed op deze beweging was de ideologische leider Mahatma Ghandi (geboren Mohandas Karamchand Gandhi (2 oktober 1869 – 30 januari 1948) (Nobel Prize 1999). De Swadeshi filosofie – voortkomend uit een uitspraak van Mahatma Ghandi: ‘the use of all home-made things to the exclusion of foreign things’ (Bharatiya Janata Party, 35-36) – was een van de voornaamste strategieën waarop deze bewegingen zich onafhankelijk probeerden te maken van de 14 Britse kolonie. Deze filosofie propageerde een zelfvoorzienend nationale economie, waarbij India niet afhankelijk zou zijn van Groot-Brittannië bij de productie, inkoop en verkoop van goederen. Dit ideaal bevatte een combinatie van nationalistische als occidentalistische discoursen. Er werd de voorkeur uitgesproken voor Indiase producten terwijl Engelse producten moesten worden geboycot (Brown, 236). Uiteindelijk raakten de Indiase filmindustrieën betrokken bij deze beweging. Sangita Gopal beschrijft in Sealed with a Kiss: Conjugality and Hindi Film Form (2011) dat in de jaren 1920 cinema niet werd gewaardeerd als serieus medium: ‘films were viewed as frivolous, sensation-based instances of a debased modernity’ (Gopal 16). Indiase cinema’s probeerden zichzelf daarom te legitimeren door te participeren in het landelijke nationalistische project. Hoewel dit in eerste instantie niet werd gewaardeerd door Indiase nationalistische beweging, werd uiteindelijk ingezien dat cinema een zeer effectief medium zou kunnen zijn voor het propageren van nationalistische idealen. Aan de hand van cinema ontstond de mogelijkheid veel mensen te reformeren door hen te laten waarnemen van bepaalden idealen. In de jaren ‘30 stond cinema daarom vooral in het teken van het propageren van nationalisme, in tegenstelling tot jaren 20 waarin film vooral fungeerde als een vorm van entertainment (Gopal 158). De wijze waarop het nationalistische discours in film tot uiting kwam was door de voorkeur gegeven voor realistische films die zich richtten op sociaal-maatschappelijke problemen (zoals kastendiscriminatie, scheidingen en armoede). Ook werd swadeshi filosofie uitgedragen door een unieke esthetische en thematische filmstijl te ontwikkelen, anders dan de Britse en Hollywood films die onder het koloniale gezag veelvuldig in India werden getoond. Het gebrek aan seksuele intimiteit in Hindi cinema, met als opvallendste het gebrek aan de kus, is te verklaren vanuit deze nationalistische intenties. Dergelijke films richtten zich op serieuze narratieven. Zoenen werd enkel gezien als sensationeel en niet bijdragend aan het narratief. Om deze reden werden kusscènes vermeden ten gunste van zang- en dansscènes die op een andere wijze de emotie van de personages moest tonen. Voor de jaren 1940 was zoenen niet ongewoon in Hindi cinema, zo is er een bekende scène uit de film Karma (Freer-Hunt 1933) waarin de hoofdpersonages (gespeeld door Devika Rani en Himansu Rai, een in het echt getrouwd stel) een zoenscène hebben van vier minuten lang. Maar door de nationalistische invloed werd er vanaf 1940 steeds meer gekozen voor een zang- en dansnummers in plaats van zoenscènes. Deze kuisheid in Hindi cinema is uiteindelijk aangenomen zijnde een authentieke eigenschap van de Indiase cultuur, waarin uitingen van liefde gewoonweg minder fysiek en seksueel van aard zijn dan bijvoorbeeld het geval is in de Westerse cultuur (Gopal 160). Dit is te terug te vinden in het volgende voorbeeld: ‘In March of 1940, a fan writing a letter to the preeminent English-language film magazine, FilmIndia, asked, “Why is it that kissing is taking place in Western films but not in Indian films?” only to be told that “the technique of love-making in the East is different. It does not 15 need kisses to express love. Westerners believe love has to be seen to be believed. With the Indian, love does not need so obvious an advertisement’ (Gopal 160). Het gebrek aan kussen was eigenlijk in contradictie met het nationalistische project. Enerzijds werd er de voorkeur gegeven voor realisme in films, maar anderzijds moest de kus worden vermeden hoewel dit niet blijkt aan te sluiten met realiteit van het dagelijkse leven, zoals te zien is in het bovenstaande citaat waneer een kijker zich verbaasd over de discrepantie tussen de reële omgang met romantische intimiteit en de weergave ervan in de Hindi film. Het nationalisme is dus van invloed geweest op de representatie van seksualiteit in cinema, en heeft indirect ook normen en waarden gefabriceerd over seksualiteit die inmiddels worden gezien als authentieke aspecten van de Indiase cultuur. Aansluitend aan de representatie van seksualiteit heeft onafhankelijkheidsbeweging ook grote invloed uitgeoefend op de vorming van het gender-ideaal van de Indiase vrouw. 3. Vrouwelijke Seksualiteit en Traditie De ideale Indiase vrouw is, traditioneel gezien, puur en deugdzaam. Hoe moeilijk na te leven dit ideaal dan wel is, komt dit discours in meerdere platforms, waaronder de Hindi cinema, tot uiting (Mehrotra)(Sharpe)(Chandra). Deze beeldvorming dateert uit de tijd van de Indiase onafhankelijkheidsbeweging. In het vormgeven van een unieke nationale identiteit werd er niet alleen gezocht naar culturele, religieuze en sociale verschillen tussen de Britse bezetters en de Indiase nationalisten. Een van de belangrijkste punten waarop men zich probeerde te differentiëren was de uiting van vrouwelijkheid. Het Indiase nationalisme gaf waarde aan de Indiase vrouwelijkheid door haar af te zetten tegen de Britse vrouw. De Westerse vrouw werd afgebeeld als frivool, nutteloos en bovendien veel te amicaal in haar relaties met het andere geslacht. De Indiase vrouw was waardevol zijnde degene die een familie bij elkaar houdt en hierom de kern van de Indiase samenleving betekende. De ideale vrouw was een verzorger, een moeder of zus, maar beslist geen seksueel wezen. (Mehrotra 9, 21). De deseksualisering van de vrouw werd bovendien versterkt door een bepaald gedeelte van de Hindoe gemeenschap: ‘The behavior of English people in general and white female sexuality in particular provided the standard against which to judge the sexuality of non-Hindu females. The latter were sexually comparable to prostitutes, who (following Parker’s argument) could not be caste as Hindus. The implicit, unmarked, and universal category produced through such exercise was the chastity of the Hindu woman’ (Chandra 137). Hoewel de intentie van deze strategie was om de Indiase vrouw een voetstuk te plaatsen, lijkt het erop de institutionalisering van dit ideaal toch vele negatieve aspecten met zich mee te draagt. De 16 vrouwelijke identiteit bestaat vanuit dit perspectief alleen in relatie tot anderen, hoe goed ze is als moeder of als vrouw. Bovendien heeft respectabele Indiase vrouw buiten het huwelijk geen seksuele verlangens en hiermee is de grondslag gelegd voor het categoriseren van de vrouwelijke identiteit als maagd of hoer, een dichotomie die hedendaags nog steeds tot uiting komt, onder andere in de cinema. Opvallend is dat een soortgelijke ontwikkeling zich ook heeft gemanifesteerd in een ander land (en wellicht wel meerdere gekoloniseerde landen). Vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog tot 1951 was Japan, onder leiding van de Verenigde Staten, onder de bezetting van de geallieerden. Dit was de eerste keer dat het land onder bezetting was van een ander land. In oppositie tegen deze bezetting werd er ook gebruik gemaakt van de vrouwelijke identiteit bij het smeden van een sterke nationale identiteit tegen de Amerikaanse overmacht. Men zette zich af van Westerse gedragswijzen door onder andere een ideaalbeeld van de Japanse vrouwe te creëren ten kosten van de Westerse vrouw. De Japanse vrouw werd een otome (maagd) genoemd, oftewel een vrouw met weinig seksuele ervaring, in tegenstelling tot de Amerikaanse vrouw (McLelland 514-520). In India heeft dit ideaalbeeld zich door de jaren heen staande weten te houden. In een periode waarin grote stappen worden gemaakt in de richting van moderniteit is de gender van de vrouw niet alleen een belangrijk onderdeel van de nationale identiteit, de vrouw is degene geworden die de belichaming is van traditie. In letterlijke wijze is haar lichaam het aanzicht waarop traditie zich manifesteert. Een goed voorbeeld hiervan zijn de protesten tegen de Miss World schoonheidswedstrijd, die in 1996 voor het eerst in India werden gehouden. In een schoonheidswedstrijd strijden een tiental vrouwen om de titel van mooiste vrouw. In verschillende rondes presenteren de vrouwen dan hun persoonlijke en fysieke aantrekkelijkheid. Een onderdeel van deze wedstrijden is dat vrouwen hun fysieke kwaliteiten tonen door henzelf te presenteren in niet-verhullende kleding, zoals een bikini. Voor en tijdens dit evenement werd er heftig weerstand gegeven door de lokale bevolking. De wedstrijd zou namelijk de Indiase cultuur ondermijnen. Omdat een dergelijk suggestieve optreden niet past binnen het gender-ideaal van de Indiase vrouw, werd het houden van deze show gezien als een belediging voor de gehele Indiase cultuur. Zoals een vrouwenactivist opmerkt: ‘There is only one common culture of Indians, irrespective of caste, creed, and sex. Our culture cannot be taken away by others, invaded ... In India women are not meant to be sold. Women are not treated as a commodity available for sale in the bazaar. If she sells herself, either her flesh, or body or beauty, she is offending every law in India’ (Lukose 923). Het idee dat vrouwelijk gedrag dat afwijkt van het ideaal een bedreiging vormt voor de Indiase cultuur, is een gedachtegang die jammer genoeg ook uiting vindt in de Hindi cinema. Hoewel er genoeg films zijn die dit stereotype weerleggen, zijn de meeste representaties van Indiase vrouwen die niet aansluiten op de traditionele archetypes van negatieve aard. Tevens worden deze vrouwen weergegeven als een bedreiging voor de sociale orde. Goede vrouwen zijn zelfopofferend en 17 maagdelijk. De vrouwelijke personages die niet binnen dit plaatje passen, worden meestal afgebeeld zijnde onaardige en moreel corrupte vrouwen (Sharma 132-133). Zo is het over het algemeen het geval dat de vrouwelijke personages de romantische avances weerstaan terwijl de mannen welwillend zijn. Ook worden vrouwen in films veelal gewaarschuwd om geen seksuele interacties aan te gaan voor het huwelijk, aangezien dit hun reputatie voorgoed zou beschadigen. Een goed voorbeeld hiervan is in een van films die ik in een later hoofdstuk analyseer, Dilwale Dulhania Le Jayenge. Simran en Raj ontmoeten elkaar op een treinreis, nadat ze een dronken avond beleven, wordt Simran zonder kleding wakker in een onbekend bed. Ze is bang dat ze in haar dronkenschap met Raj naar bed is gegaan. Wanneer ze in huilen uitbreekt, probeert Raj haar te uit te leggen dat er niets is gebeurd door haar te vertellen: ‘I know what you think of me, you think I’m a wastrel. I’m not scum, Simran. I’m Hindustani. And I know what honor means for the Hindustani woman. Not even in my dreams can I imagine doing that to you. Trust me, Simran. (Dilwale Dulhania Le Jayenge 1:05:07- 1:05:40) Deze film maakt onderdeel uit van de discussie dat de ideale Indiase vrouw seksueel onschuldig is, en dat haar eervolle reputatie geschaad zou zijn als blijkt dat ze niet aan dit ideaal kan voldoen. Ook is het interessant om op te merken dat Raj haar vertelt dat hij haar reputatie nooit op die manier zou beschadigen, omdat hij Indiaas is. Hiermee wordt de indruk gewekt dat het feit dat hij niet met haar naar bed is geweest, voortkomt uit een moreel bewustzijn die hem bij is gebracht vanuit de Indiase cultuur. Bovendien impliceert hij hiermee dat mensen uit andere culturen waarschijnlijk niet op een dergelijk eervolle wijze met haar zouden zijn omgegaan. In het volgende hoofdstuk beschrijf ik hoe dit beeld van seksualiteit en het gender-ideaal van de vrouw in de afgelopen twintig jaar aan het veranderen is. Veelal wordt globalisering aangegeven als oorzaak van deze veranderingen, echter onderzoek ik of dit de juiste methode is om deze ontwikkeling te analyseren. 18 4. Het Effect van Globalisering op de Weergave van Seksualiteit De Hindi cinema van de late jaren 1940 en ‘50 wordt vaak beschreven zijnde een gouden tijdperk. In deze periode werden – zoals Gopal, Mehrotra, Gokulsing en Dissanayake aangeven – films gemaakt waarin er vooral maatschappelijke en politieke urgente thema’s werden aangekaart. Deze thematiek staat in relatie tot het proces van hervorming waar India zich in verkeerde na de Britse bezetting. De behandelde onderwerpen, zoals armoede, het kastenstelsel en het hertrouwen van weduwes, zijn dus specifiek gerelateerd aan de Indiase samenleving (Mehrotra 2) (Gopal 156-157) (Gokulsing en Dissanayake). Deze zogenaamde “sociale films” kenmerkten een periode van een introverte filmcultuur, waarin de focus lag op het eigen land. Op het eerste gezicht zijn dergelijke thema’s niet te terug te vinden in de hedendaagse commerciële Hindi cinema. Opmerkelijk is dat dit veelvuldig wordt beklaagd. Zowel door fans, critici en academici wordt veelvuldig opgemerkt dat de huidige filmcultuur zich in toenemende mate richt op sensatie en entertainment. De aandacht zou zich hebben verlegd naar frivole en oppervlakkige onderwerpen. De oorzaak hiervoor zou zijn een toenemende mate van globalisering, en dan vooral de invloed van de Westerse cultuur. Zoals voorheen uitgelegd is globalisering het proces van wereldwijde economische, politieke en vooral culturele integratie (Schaeffer & Karan, 701). Vele ontwikkelingen in de Indiase samenleving en de hieraan gerelateerde filmcultuur worden verklaard als het resultaat van dit proces. Dit is in eerste instantie al een opmerkzaam concept om te hanteren in relatie tot de Indiase cultuur, aangezien er binnen het land zelf al weinig sprake is van culturele integratie laat staan dat een buitenlandse invloed op een homogene wijze invloed zou uitoefenen. Desondanks zal ik de meest voorkomende globaliseringtheorieën eerst beschrijven, voordat ik deze kan bekritiseren. In het komende hoofdstuk zal ik toelichten welke culturele ontwikkelingen in de afgelopen twee decennia door academici vaak worden aangewezen zijnde van invloed geweest op het proces van de globalisering van de Indiase cultuur en daarmee ook de Hindi filmcultuur. Daarmee richt ik mij vooral op de veranderingen die plaats hebben gevonden in de representatie van vrouwelijke seksualiteit. Het volgende hoofdstuk berust niet alleen op historische en filmtheoretische bronnen, ook gebruik ik etnografische onderzoeken die ingaan op de relatie tussen de vermeende globalisering van de Hindi cinema en de reactie van de kijkers, wat een interessante weerwoord betekenen tegen de theorieën van globalisering. Als het gaat om de Hindi cinema wordt vooral de omgang met seksualiteit aangewezen als het aspect waarin het effect van globalisering overduidelijk merkbaar is. Films zouden gewaagder worden, met aanpak die minder suggestief en meer expliciet is. De personages schijnen zich sexier te kleden, en in het narratief wordt er openlijk gerefereerd naar seksuele interactie (Rajadyaksha)(Raghavendra) (Mishra). Twee belangrijke gebeurtenissen uit de laatste twee decennia worden in relatie tot 19 globalisering veelal aangewezen als hetgeen dat een grote verandering teweeg heeft gebracht in de Hindi cinema.. Dit zijn de economische hervormingen in 1991 en de opkomst van de multiplexes vanaf 2000 (Raghavendra) (Rao 60-64). In 1991 werd de Indiase economie geliberaliseerd en hiermee opengesteld voor buitenlandse investeringen. Dit heeft vele gevolgen gehad, een daarvan de groei in emigratie. Zo verhuisden velen naar de Verenigde Staten of Groot-Brittannië voor werkmogelijkheden. Door academici wordt opgemerkt dat er in deze periode de filmindustrie zich meer ging toespitsen tot een internationaal, en vooral diasporisch publiek (Schaeffer en Karan 702). Zo stelt Rajadyaksha in The ‘Bollywooodization’ of the Indian Cinema: Cultural Nationalism in a Global Arena (2003) zelfs dat de populair Hindi cinema vooral bestaat voor, en zich richt op, een diasporisch publiek. Een gegeven waar Gopal en Moorti zich bij aansluiten door te stellen dat: ‘diasporic desires became inscribed in cinematic texts, when the industry became alert to the immense revenue potential of this overseas market (Gopal en Moorti 34). Ook wijst Mishra in Bollywood Cinema: A Critical Genealogy (2006) erop dat Bollywood films vaak een thema of een verhaallijn gebruiken uit een Hollywood film en deze vertalen voor een Indiaas publiek (Mishra 7). Hoewel moet worden vermeld dat verfilmen van Hollywood films of het hergebruiken van soortgelijke thema’s al sinds de jaren 1930 aan de gang is (Dwyer en Patel 82). Een volgend aspect dat aan het voorgaande wordt gerelateerd is de toenemende verdwijning van geografische specificiteit. Zo stelt Kapur in The Strange Disappearance of Bombay from its Own Cinema (2007) dat Mumbai als setting langzamerhand uit de Hindi film verdwijnt ten gunste van gefabriceerde settings die geen gelijkenissen vertonen met werkelijke Indiase locaties: ‘Indian cinema has had to erase signifiers of its own location and retreat into private space of consumption. Bombay is simply to crowded, too dirty, too poor – in other words – too third world to represent the glamour, wealth and affluence imagined of a city of advanced capitalism’ (Kapur en Pendakur 54). Ook Raghavendra merkt op dat er steeds minder expliciet wordt gerefereerd naar India als natie (Raghavendra 29). Bovendien wordt het reizen naar andere landen, vooral in de zang- en dansnummers, vaak als bewijs gebruikt dat er sprake is van een toenemende mate van globalisering. Deze scènes spelen zich namelijk veelal af in verafgelegen landen, waarover in het narratief weinig verklaring voor wordt gegeven. Zo zijn de Zwitserse gebergtes een populair locatie voor liefdesscènes, ook als de rest van de film zich afspeelt in India, zoals te zien is in de afbeelding uit de film Dilwale Dulhania Le Jayenge, waarin Raj en Simran door de Zwitserse gebergten dartelen. 20 Fig. 8: Raj en Simran in Dilwale Dulhania Le Jayenge. Een tweede gegeven dat als invloedrijk wordt aangewezen is de opkomst van de multiplexes. Een multiplex is een bioscoop met meerdere (meestal zes tot tien) zalen. De populariteit van dergelijke bioscopen is stijgend sinds het begin van deze eeuw. De traditionele bioscopen die meestal maar een zaal bevatten werden weggecijferd, omdat een multiplex kan anticiperen op verschillende smaken en doelgroepen. Deze multiplexes bevinden zich vooral in grote steden en de kaartjes zijn vele malen duurder dan in de kleinere bioscopen. Beklaagd wordt dat deze ontwikkeling nadelig is voor de “gewone” bevolking, omdat de filmindustrie zich hiermee enkel interesseert voor de kleine markt van het stadse welvarende publiek (Rao 60). Als bevestiging van deze aannames worden films aangedragen die in de laatste decennia veel bezoekers hebben getrokken. Deze films worden beoordeeld op hun thematiek die als Westers wordt beschouwd. Deze films zouden te herkennen zijn aan de buitenlandse settings en kledingstijlen en het veelvuldige gebruik van de Engelse taal. Aangenomen wordt dat deze aspecten populair zijn bij een metropolitaans publiek. Gedacht moeten worden aan films zoals Dhoom (Gadhvi 2004, 2006), een commercieel zeer succesvolle filmserie, over de avonturen van een motorbende en Hum Tum (Kohli 2004), een film die zich afspeelt in verscheidene Europese steden (Rao 60). De Westerse context zou betekenen dat de kijkers van deze films ook een liberalere houding hebben ten opzichte van seksualiteit. Dit zou de reden zijn dat de meeste multiplex films seksueel provocatief zijn (Schaeffer en Karan 701-702). Een veel gebruikt voorbeeld voor dit argument is de film Dil Chahta Hai (2001). Deze film gaat over de hoe drie vrienden hun relatie in stand proberen te houden temidden van hun ontwikkelende liefdesleven. De jongens zijn van welvarend komaf en dat is in de film goed te zien. Gedurende de film eten ze in chique restaurants en reizen ze zonder moeite naar luxe locaties in Goa en Sydney en hebben bovendien onorthodoxe verhoudingen met vrouwen. Naast deze twee belangrijke gebeurtenissen blijkt de Hindi cinema steeds meer geïndustrialiseerd te raken. Voor de jaren ’90 was dit een onsamenhangend productiesysteem, merkbaar aan het gebrek aan duidelijk genres binnen de filmcultuur: ‘The structuring of a film text around a single linear strand of narrative with one dominant affect – pathos, comedy, action, mystery, music, romance, horror – indicated the logic of a 21 production process based on product differentiation and the development of ‘special needs’. Where such a process has not advanced beyond the elementary stages, where an industry is composed of a large number of individual capitals ‘not bound together by any objective social interconnection’ the conditions for the planned differentiation of products do not exist’ (Prasad 47)’. Zoals het bovenstaande citaat beschrijft duidt de aanwezigheid van een genresysteem in cinema op een ontwikkeld productiesysteem. Inmiddels heeft de Hindi filmindustrie zich tot een dergelijke industrie ontwikkeld en zijn films meer toegespitst op een bepaald publiek, zij het jongeren of bijvoorbeeld mannen. Tenslotte wordt nieuwe media vaak aangewezen als katalysator van het globaliseringproces, zoals vaak het geval is met globaliseringtheorieën Mogelijk is echter dat globalisatie niet de juiste of enige verklaring is voor de ontwikkelingen in de Hindi cinema van de laatste twee decennia. Ten eerste is het belangrijk te vermelden dat er in India (nog minder dan in de meeste landen) niet te spreken is van een homogene culturele identiteit: ‘All of the constituent components of an Indian ‘ethnic’ culture are inherently pluralized, be that language, faith, ritual, kinship, morality or performance. In that sense, we must be equally attentive to the interplay between homogenization and diversity and between hybridity and authenticity within Indian society. The cultural dimensions of globalization, from an Indian perspective, are thus very much more complicated than the general theoretical account provides for’ (Athique 10). Bovendien wordt het proces van globalisering vaak gelijkgesteld met een proces van Westernisatie. Men spreekt vaak van globalisering wanneer er een culturele verandering plaats vindt die nijgt naar Westerse gebruiken. Dit hoeft echter niet het geval te zijn, het proces van globalisering kan zich ook in een tegengestelde richting uiten. Er zijn sterke culturele tegenstromen, waaronder de Hindi filmindustrie, die op mondiaal niveau de dominantie van de Westerse cultuur betwisten (Athique 10). Te betwijfelen is ook of globalisering een nieuw proces is. Hoewel dit momenteel op een hoogtepunt zou kunnen zijn, is er al eeuwen lang sprake van interactie tussen verschillende culturen. Bovendien is het te gemakkelijk om aan te nemen dat een globale cultuur simpelweg in de plaats zou komen van de locale cultuur: ‘It is simplistic to imagine an active First World simply forcing its products on a passive Third World… global mass culture does not so much replace local culture as coexist with it, providing a cultural lingua franca.. The imported mass culture can also be indegenised, put to local use, given a locala accent’ (Shohat & Stam 149). 22 David Schaeffer en Kavita Karan onderzoeken in Bollywood Cinema at the Crossroads: Tracking the Dimensions of Globalization in Postcolonial Popular Hindi Cinema (2011) door middel van een inhoudsanalyse, de mate waarin de commerciële Hindi cinema in de laatste veertig jaar geaffecteerd is door globalisering. Door eerst vast te stellen op welke wijze de kracht van globalisering te herkennen zou kunnen zijn in film, hebben Schaeffer en Karan zestig films getoetst aan enkele hypotheses. De uitkomsten bleken gemengd. Zo zijn enkele hypotheses ontkracht en sommigen bevestigd. Zo wordt er bijvoorbeeld inderdaad meer gerefereerd naar het buitenland sinds de jaren zestig, maar tegelijkertijd wordt er ook meer gerefereerd naar India. Hoewel er er inderdaad ook meer sprake is van inhoud over diaspora, bevatten de films ook meer nationalistische referenties naar het moederland. Tevens is er enerzijds in de laatste veertig een toename in het refereren naar populaire cultuur, maar anderzijds stijgen de referenties naar de klassieke cultuur ook. Duidelijk wordt dat globalisering geen eenduidige verklaring geeft en niet overal het antwoord voor is. Een bepaald aspect dat vaak wordt gekoppeld aan globalisering is de veranderende omgang met seksualiteit in de Hindi cinema. Zoals voorheen beschreven zouden huidige films, door de groei van multiplexes, zich meer richten op een metropolitaans publiek. Een publiek dat affiniteit zou tonen met de westerse cultuur, anders dan de bevolking op het platteland die een traditionelere instelling zou hebben. Huidige films zouden hierdoor een meer Westerse visie representeren over de omgang met seksualiteit. Echter toont een etnografisch onderzoek aan dat dergelijke kijkers (en kijkers van andere achtergronden) een andere reactie hebben op zulke films dan wordt aangenomen. In Beyond the Virgin Vamp Binary beschrijft Purnima Mehrotra dat hoewel sommige films meer expliciete seksuele inhoud bevatten, dit waarschijnlijk geen weergave is van de tendensen in de huidige Indiase samenleving. Aan de hand van enkele films – waaronder Dilwale Dulhania Le Jayenge (1995) en Salaam Namaste (Anand, 2005) – toetste ze de reactie op seksuele thema’s, met name in relatie tot vrouwelijke seksualiteit, bij een publiek van veertien Noord-Indiase vrouwen, van verschillende sociale achtergrond in een leeftijdscategorie van 25 tot en met 37 jaar oud. Traditioneel is er weinig sprake van buitenechtelijk seks in Hindi films, en wanneer hier wel sprake van is, gaat dit meestal gepaard met negatieve connotaties en kritiek binnen de diëgese. De film Salaam Namaste schetst echter een heel ander beeld. Wanneer een jongen en een meisje, zonder werkelijk verliefd op elkaar te zijn besluiten samen te wonen. Gedurende de film hebben de twee buitenechtelijk seks met elkaar. Wanneer het meisje zwanger van hem raakt, is ze na de initiële schok blij met de komst van het kind en uiteindelijk blijft het stel bij elkaar. In haar onderzoek vindt Mehrotra echter dat een dergelijk thema slecht wordt ontvangen, met name door de participanten uit kleinere dorpen: ‘What have they shown in that movie? They don’t love each other, just start living together, sleeping together. Is this the only way to get to know each other? In our families, where we 23 come from, the idea is to know each other, each other’s family, see if we can adjust with each others’ families. Because only if we can adjust in the family can the marriage be successful’ (Seeta geciteerd in Mehrotra 13). Hoewel de vrouwen uit de grotere steden, die hebben gereisd en hoogopgeleid zijn, een liberalere houding aanhouden, zijn ook zij kritisch over het thema en beschouwen het als onrealistische weergave van gebeurtenissen: ‘Well if you’re commercially independent and if you are living in Australia like she was it really doesn’t matter anyways. In India it would have been different. They could not have shown that in India, as there would have been a thousand other issues like the girl’s izzat (honor), the family’s honor and the whole morality thing’ (Mani geciteerd in Mehtrotra 14). Te stellen is dat de films wellicht seksueel expliciete thema’s aankaarten, maar dat dit niet wordt gewaardeerd door zelfs een metropolitaans publiek, waardoor het te betwijfelen is of dit de aangewezen doelgroep is voor dergelijke films. Waarschijnlijk is er enkel sprake van een marginale groep die dergelijke seksuele thema’s weet te waarderen. De resultaten van dit onderzoek worden bevestigd in een ander soortgelijk onderzoek van Steve Derné. Vanuit de aanname dat er sprake zou kunnen zijn van culturele globalisering, door de toenemende importantie van het internet en nieuwe media, onderzoekt hij of dit van invloed is geweest op de Hindi cinema als het gaat om de weergave van romantiek. Tevens onderzoekt hij of mannelijke kijkers in dit decennia een andere houding aannemen ten opzichte van dit onderwerp. Dit heeft hij onderzocht door eenzelfde groep mannen (van “gewone” komaf en diverse leeftijden) in twee periodes (1991 en 2001) te interviewen over hun opvatting over de filmcultuur en hoe dit zich verhoudt tot hun eigen opvattingen over romantiek en seksualiteit. Uit dit onderzoek blijkt dat er in de jaren ’90 een duidelijke verandering in de thematiek van de commerciële Hindi film heeft plaatsgevonden. Zo propageren de films meer voor keuzevrijheid en liefde als basis voor een relatie. Echter weergeeft het etnografische onderzoek verrassend genoeg een ander resultaat, aangezien de mannelijke kijkers in beide periodes dezelfde normen en waarden aanhouden. Hoewel er veel naar deze films wordt gekeken, beschouwen de kijkers dit als een fantasiewereld en prefereren ze voor zichzelf een gearrangeerd huwelijk. Tevens toont het onderzoek dat mannen – in tegenstelling tot de vrijgevochten en glamoureuze vrouwen in de film – een simpele vrouw zoeken: ‘simple, home-loving and in possession of a “compromising nature” that makes them respect elders’ (Derné 39). Wat Derné constateert is dat nieuwe thematiek in de populaire cultuur een versterkende werking heeft op de behoefte om de traditionele normen en waarden te behouden: 24 ‘Traditional media have not led ordinary middle-class men to experiment with new gender arrangements. If it has made them aware of a “wider set of possible lives”, cultural globalization has only increased their vigorous defense of local family lives and gender culture’ (Derné 39). Opvallend is dat deze twee empirische onderzoeken aansluiten op hetgeen dat is uitgelegd in de voorgaande hoofdstukken. De ideale identiteit van de vrouw is dat van een nederige, zelfopofferende en vooral kuise vrouw. Wanneer dit niet zo wordt gerepresenteerd in een film, stuit dit op weerstand bij kijkers of wordt er genoten wetend dat het deel uit maakt van een fantasiewereld die niet aansluit met de normen en waarden die zij in hun werkelijke leven aanhouden. Ook Dwyer en Patel leveren in Cinema India: The Visual Culture of Hindi Film (2002) weerwoord op enkele aannames die worden gerelateerd aan globalisering. Waar zij van uit gaan is dat de Hindi cinema gezien moet worden als onderdeel van de samenleving, en niet zozeer als een representatie van de samenleving (Dwyer en Patel 204-205). Dit blijkt een verhelderende uitspraak, waarmee vele patronen op een nieuwe wijze kunnen worden bestudeerd. Zo is het dat het kleden van de personages in Westerse stijlen al sinds de vroege Hindi cinema plaatsvindt. Tevens wordt er opgemerkt dat de Westerse kledingstijlen die personages dragen tegenwoordig inderdaad vaak bloot zijn, maar dat dit niet in relatie hoeft te staan tot seksualiteit maar eerdere een symbolische weergave is van jeugdigheid (Dwyer en Patel 204-205). Ook zijn de scènes die zich afspelen in een nachtclub niet direct een indicatie van Westernisatie. Dwyer en Patel geven aan dat de nachtclub altijd een populaire setting is geweest (in de vorm van een courtisane huis in vroegere films), omdat het een plek is die buiten de regels van de publieke én privésfeer staat, en daarom geschikt is voor het exploreren van romantische relaties: ‘It is a space in which all of society’s norms are transgressed: women wear sexy clothes, drink and dance for men’s entertainment. The sequence allows the viewer to enjoy forbidden pleasures that are subsequently often disavowed by the film’s narratives’ (Dwyer en Patel 68). Een zelfde verklaring kan worden gegeven voor het veelvuldige gebruik van buitenlandse locaties in Hindi cinema. Het buitenland fungeert als een setting die buiten de Indiase normen en waarden staat. Dit bevrijdt geliefdes van de regels waar ze thuis tussen moeten onderhandelen. Het is daarom ook niet opvallend dat deze scènes zich vaak in een droomsequentie afspelen , aangezien ze zich begeven in een locatie waarin ze dromen de vrije loop kunnen laten gaan (Schneider 65). Het lijkt er op dat er een discrepantie is tussen wat wordt afgebeeld in de films en de realiteit van de Indiase samenleving, waaruit kan worden afgeleid dat de Hindi cinema inderdaad niet zozeer een representerende functie vervult. Dit is een concept dat wordt bevestigd door andere academici, zo stelt Vitali dat dit geldt voor alle culturele praktijken: 25 'Better way of conceptualizing what films—indeed, all cultural practices—do is to think of them not as reflecting the dynamics of a constellation but as staging and, over a period, mediating desired trajectories that, respective of whether in line or not with the state of affairs ruling at a particular time, are inevitably partial (incomplete and partisan) rearrangements of simultaneous but differently codified narrativizations of ‘‘the real.’’(Vitali 175-176). In het volgende hoofdstuk zal ik terugkomen op het onderwerp van realisme, aangezien hier in Hindi cinema een andere betekenis aan wordt gegeven dan in bijvoorbeeld de Hollywood cinema. Dit is van invloed is op de weergave van seksuele intimiteit. Eerst zal ik aangegeven hoe, behalve globalisering, de verandering in thematiek in Hindi films in de afgelopen twee decennia ook te plaatsen is binnen een andere context. 5. Traditie vs. Moderniteit en de Indiase Melodrama In het voorgaande hoofdstuk is aan bod is gekomen dat het waarborgen van culturele traditie een belangrijke rol speelt in de omgang met seksualiteit, zowel in de Indiase samenleving als de Hindi cinema. In dit hoofdstuk zal blijken dat dit onderdeel uitmaakt van de worsteling tussen het willen behouden van traditie en de aspiratie tot moderniteit. Vele culturele praktijken of gewoontes waarvan wordt aangenomen dat deze traditioneel en authentiek Indiaas zijn, blijken te zijn ontstaan in de strijd tegen de Britse kolonisatie. Zo ook het gender-ideaal van de vrouw. Door een eigen culturele identiteit te vormen, werd geprobeerd zich af te zetten tegen de Britse overheersing. Hedendaags blijkt deze strategie nog steeds de methode te zijn waarmee wordt geprobeerd de Indiase cultuur te waarborgen. Het medium waarin deze worsteling tussen traditie en moderniteit goed te herkennen is, is cinema. De wil om traditie in stand te houden is deels afhankelijk geworden van dit medium als middel om de normen en waarden te institutionaliseren. Veelvuldig wordt er in de Hindi cinema gebruik gemaakt van verhaallijnen waarin traditie en moderniteit in conflict met elkaar raken. Traditie wordt gerepresenteerd zijnde waardevol, terwijl het moderne wordt weergeven als spannend maar tegelijkertijd ook gevaarlijk. De veranderingen in stijl of thematiek in Hindi films in de afgelopen twintig jaar zijn te verklaren, niet alleen aan de hand van globalisering, maar wellicht als reactie op de snelle transformaties die het land ondergaat. De thema’s die aan bod komen zijn te plaatsen binnen de eeuwenoude worsteling tussen het willen behouden van traditie en de interesse in moderniteit in tijden van maatschappelijke verandering. De algemene narratieve structuur die deze thematiek ondersteunt is dat van de melodrama, een narratieve vorm die de meeste commerciële Hindi films toepassen (Sarkar 42). De melodrama is een genre die zich niet alleen beperkt tot de Hindi cinema. In de standaard Hollywood melodrama kunnen 26 geliefdes door economische omstandigheden of een verschil in sociale klasse niet bij elkaar zijn. Bovendien maken de personages gedurende het verhaal misplaatste keuzes die hun werkelijke verlangens in de weg staan. Deze omleidingen zijn essentieel voor het narratief. Na vele tegenslagen herenigen de geliefdes zich, maar meestal net wanneer het te laat is. Vaak is het geval dat een van de personages dan juist op het punt staat te overlijden. Gedacht moet worden aan films zoals, Titanic (Luhrmann, 1997) of Mouling Rouge (Luhrmann, 2001) (Sarkar 42). Bij dit narratief gaat het erom dat de personages telkens net te laat zijn om hun geluk te behalen: ‘The fact that one would like to reverse the course of events to get to an earlier moment in time and act differently, only drives home the irreversibility of time and makes the situation more heart-breaking’ (Sarkar 42). Het verschil tussen de Westerse melodrama is dat de gang van zaken in Westerse melodrama’s vaak duidelijk wordt gemaakt via het gezichtspunt, oftewel de focalisatie, van één personage. De kijker wordt hiermee aangemoedigd hetzelfde emotionele pad te bewandelen als de protagonist. Echter is er in Hindi films meestal sprake van een allesziende focalisator, die zich ogenzienlijk buiten de diëgese bevindt niet wordt aangewezen zijnde een personage. De kijker heeft in dit geval beschikking over alle informatie, en dit heeft een reden. De meeste Hindi melodrama’s beschrijven een klassieke strijd tussen goed en kwaad (Jha 48). Deze films vervullen de functie om al bekende normen en waarden te bevestigen: ‘Instead of forcing recognitions, consequently, Indian film melodrama chooses to affirm truths which are familiar. This requirement that the truths essayed by popular cinema will be ‘familiar’ means that a film cannot defeat narrative expectations’ (Raghavendra 25). Dit is ook het geval in de wijze waarop normen en waarden over vrouwelijke seksualiteit worden weergeven. Dit is de reden waarom seksueel vrijgevochten vrouwen traditioneel gezien een slechte persoonlijkheid krijgen toegewezen en vice versa kwaadwillende vrouwen die uiteindelijke romantische interesses blijken te hebben voor de held van het verhaal. Een volgend verschil tussen de Indiase en Europese melodrama, is dat de Europese melodrama gegrond is in realisme, zoals Linda Williams uitlegt: ‘All the afflictions and injustices of the modern, post-Enlightment world are dramatized in melodrama’ (Williams 53). De Hindi melodrama functioneert echter vanuit een symbolisch of anders gezegd metaforisch realisme. Alledaagse handelingen en gebruiken vervullen een metaforische functie, zoals Vasudevan in Making Meaning in Indian Cinema (2000) beschrijft: ‘Things cease to be merely themselves, gestures cease to be merely tokens of social intercourse whose meaning is assigned by a social code; they become the vehicles of metaphors whose tenor suggests another kind of reality’ (Vasudevan 115). Normale handelingen refereren naar een spirituele en emotionele realiteit. Zo is het niet ongebruikelijk, dat het moment wanneer twee personages realiseren verliefd op elkaar te zijn er een zang- en dansscène volgt waarin de personages, vaak in een andere locatie dan ze zich voorheen 27 begaven, al zingend en dansend hun liefde betuigen (zoals in figuur 1 t/m 5 te zien is). Een dergelijke scène weergeeft niet zozeer de wereldse realiteit, als een emotionele realiteit. Een dergelijke scène geeft de personages de mogelijkheid om de grootsheid van hun emoties te uiten, wat enkel in woorden niet is te beschrijven. Ook opvallend is dat veel van deze scènes zich buiten afspelen. Zoals ik voorheen heb beschreven is het gender-ideaalbeeld van de vrouw, dat van een deugdzame moederfiguur. Haar identiteit is intrinsiek verbonden met huiselijkheid. Wanneer zij dus breekt met dit gender-ideaal en een relatie begint met een man die (nog) niet haar echtgenoot is, is het niet verbazingwekkend dat deze relatie alleen buiten de huiselijke sferen kan bestaan. In Dilwale Dulhania Le Jayenge rent Simran uit haar huis om Raj te ontmoeten die in een veld van bloemen staat. Wanneer ze elkaar de liefde betuigen, schakelt de scène tussen landschappen in Punjab en de gebergtes in Zwitserland (fig. 8). In Dil verklaren Madhu en Raja elkaar de liefde in een scène waarin ze zich begeven in een grote tuin, het bos, een meer en uiteraard in de gebergtes. Deze sprongen in locatie ogen echter niet storend, aangezien de rol van de setting is om gevoelens te contextualiseren aan de hand van een denkbeeldige wereld en niet zozeer om de “echte” wereld te representeren (Dwyere en Patel 56) (Schneider 97). De familiemelodrama wordt vaak aangewezen zijnde de populairste vorm van melodrama in de jaren 1990. Zoals ik in de inleiding heb beschreven was een populaire thematiek in de voorafgaande decennia de weergave van het leven van Indiase onderklassen aan de hand van de angry young man die als de held van het verhaal weerstand gaf aan de gevestigde orde. De melodrama van de jaren 1990 legt de aandacht echter op welvarende families met traditionele waarden die, een idyllisch leven leiden. De welvarendheid komt tot uiting in dat de films vele feestelijke gelegenheden bevatten, voornamelijk bruiloften (Sharpe 60). Opvallend aan deze films is dat de Hindoestaanse culturele identiteit op de voorgrond staat. Wellicht is dit een reactie op de snel veranderende maatschappij die de nationale identiteit in een kwetsbare positie plaatst. Dit is te herleiden naar de oorsprong van de melodrama, die in verband staat tot het nationalistische project. Zoals in voorgaande hoofdstukken uitgelegd had dit project het doel om een unieke Indiase identiteit te creëren die weerstand wist te geven aan de invloed van buitenaf. Dit initiatief wordt gereflecteerd in de melodrama, met name de strategie om de familie symbool te laten staan voor de staat: ‘It evokes a typical and familiar strategy of making the family stand for the nation; presenting the class conflict as one internalized by a decaying feudal patriarchy. Given by opposing and embattled forms of bourgeois ambition, the whole mirrored by working class movements split by uncannily identical problems of its own’ (Rajadhyaksha 59). 28 De familie (oftwel de staat) moet zich staande zien te houden tegen nieuwe invloeden die de huidige structuur bedreigt, maar weet zich uiteindelijke staande te houden. Als een strijd tussen goed en kwaad weet de familie zich te sterk te houden tegen de kwade moderniteit. Het verschil van deze melodrama met de films uit jaren ‘90, is dat de familie in deze films meestal niet als winnaar uit de strijd komt. Hoewel deze films ook een strijd tussen traditie en moderniteit weergeven is een andere, of beter gezegd een specifiekere, narratieve structuur dan de melodrama van toepassing. In het volgende hoofdstuk onderzoek ik welke narratieve structuur een verklaring kan geven voor de veranderende thematiek in de laatste twee decennia, en hoe deze in verband staan met de voorheen beschreven culturele worsteling. 6. Feudal Family Romance & Old Nativity Play De films waar ik mij op richt in dit onderzoek zijn: (uit de jaren ‘90) Maine Pyar Kiya, Dil, Dilwale Dulhania Le Jayenge en (uit de jaren 2000) Hum Tum, Na, Jab We Met en Ek Main Aur Ekk Tu. Zoals in een voorgaand hoofdstuk is aangewezen, bevatten de films uit de jaren ’90 waar ik mij op richt, soortgelijke thema’s. Hoewel deze thematiek vaak wordt aangeduid als de familie melodrama, geloof ik dat deze films te plaatsten zijn binnen een andere narratieve context die beter van toepassing is. Deze films beschrijven het verhaal van geliefdes die niet bij elkaar kunnen zijn door de beperkingen die hen worden opgelegd door hun familie. Gedurende de film worstelen de personages zich los van hun familie, en daarmee ook de traditionele normen en waarden, om voor hun eigen geluk te kiezen. Deze thematiek is te plaatsen binnen een genre dat Prasad in Ideology of the Hindi film (2000) definieert als de feudal family romance. Dit supergenre kent zijn oorsprong in een traditioneel verhaallijn over liefde en avontuur. In dit verhaal ondergaat een prins zware beproevingen waarin hij op zijn moed wordt getoets, om uiteindelijk terug te keren naar zijn familie, te trouwen en zijn vaders positie over te nemen. Uiteindelijk weet de held hiermee de sociale orde te herstellen. Door de jaren heen is de narratieve structuur van dit verhaal aangepast door de opname in het theater, waarin liedjes, romantiek en komedie zijn toegevoegd aan het verhaal. (Prasad 30-31). Een dergelijke narratieve structuur is terug te vinden in de Maine Pyar Kiya, Dil en Dilwale Dulhania Le Jayenge. In alle gevallen ondergaan de mannelijke personages zware tijden, waarin ze hun dapperheid tonen, om een relatie te kunnen aangaan met de vrouwen waar ze verliefd op zijn. Ze breken met hun ouders en gaan tegen de wil in van de ouders van hun geliefdes om bij elkaar te kunnen zijn. Zo verlaten beiden Prem (Maine Pyar Kiya) en Raja (Dil) hun ouderlijk huis, nadat ze zich niet meer kunnen vinden in de wensen van hun ouders. Een actie die veel moed vergt, aangezien er in beide films duidelijk wordt gemaakt hoe belangrijk familiale relaties zijn. In Maine Pyar Kiya trotseert Prem meerdere beproevingen, zoals het zware werk in een mijn en een aanval van een bende schurken. Dit alles om uiteindelijk de vader van zijn geliefde te kunnen overtuigen om zijn dochter een relatie met hem te laten aangaan. Ook in Dil ondergaat Raja zware tijden. Hij besluit samen met 29 zijn geliefde in een afgelegen dorp te wonen. Om hen beiden te kunnen onderhouden heeft Raj een zware baan als bouwvakker. Dramatisch wordt het wanneer hij bijna overlijdt in een ongeluk tijdens zijn werk, erger zelfs wanneer zijn geliefde dan bijna van hem wordt afgenomen. Hij weet deze beproevingen te doorstaan en uiteindelijk wordt de orde hersteld wanneer beide families de relatie accepteren en de geliefdes bij elkaar kunnen blijven. Hoewel Raj in Dilwale Dulhania Le Jayenge een minder dramatisch pad doorloopt, moet ook hij zich staande weten te houden wanneer hij in elkaar geslagen wordt door een groep mannen (horend bij de familie van de verloofde van zijn geliefde) na de bekendmaking van zijn gevoelens voor Madhu. Uiteindelijk weet ook Raj ervoor te zorgen dat zijn geliefde bij hem kan blijven. Hoewel de personages zich losmaken van de normen en waarden die hen worden opgelegd door hun ouders, herstelt de sociale orde in de films zich uiteindelijk wel. Dankzij de held blijven de familiale relaties intact, omdat de ouders worden overtuigd om zich aan te passen aan andere normen en waarden. Ook de films van na het jaar 2000 vertonen qua thema gelijkenissen. Anders dan de feudal family romance delen deze films karakteristieke eigenschappen die overeenkomen met een ander genre, namelijk de door Sundaar Kaali benoemde old nativity film. Kaali geeft deze benaming voor films die belang geven aan gebeurtenissen die zich afspelen in een provinciale omgeving. Voorbeelden van dergelijke films zijn al te vinden vanaf de jaren 1950. Het narratief betrekt zich gewoonlijk tot het verhaal van een simpele en arme man, wonend en werkend op het platte land, die naar de grote stad vertrekt om zijn geliefde te veroveren. Hij slaagt er in om de hoogopgeleide en vrijgevochten vrouw te “temmen” en trouwt uiteindelijk met haar. Op deze wijze worden de gebreken die hij heeft, zoals een lage sociale klasse of een gebrek aan educatie, geëlimineerd (Kaali 170). Hoewel de mannelijke personages in de vier bovengenoemde films niet van het platteland komen, en ook niet persé naar een grote stad verhuizen om hun geliefdes achterna te gaan, doorlopen ze, in relatie tot hun band met het vrouwelijke personage, een soortgelijk proces. Over het algemeen hebben de mannelijke personages gebreken in hun personaliteit die ze tijdens de film overwinnen, nadat ze in contact komen met de vrouwelijke personages die in alle gevallen in eerste instantie uitbundige en vrijgevochten persoonlijkheden hebben. In Jab We Met is deze narratieve structuur duidelijk te herkennen. In deze film ontmoet de neergeslagen en pessimistische Aditya, de opgewekte en praatgrage Preet tijdens een treinreis. Zij is onderweg naar haar vriend waar ze stiekem mee wil trouwen, terwijl hij wegloopt van een leven waar hij niet tevreden over is. Wanneer Preet’s plannen mislukken en ze wordt afgewezen door de man waar ze mee wilde trouwen, is Aditya er om haar te redden. Hij is inmiddels een succesvolle zakenman, en herstelt haar eer door haar naar huis terug te brengen en uiteindelijk met haar te trouwen wanneer ze zich realiseren verliefd op elkaar te zijn. De vrouw kiest dus voor een pad die moreel als dubieus kan worden ervaren en waar de vrouwen uiteindelijk ook de negatieve repercussies van ervaren. Ze heeft echter het geluk dat de held van het verhaal haar uit deze situatie weet halen, en de personages eindigen in een gelukkige hoewel traditionele positie. 30 In Hum Tum ligt de situatie wat anders. Zowel Rhea en Karan hebben een uitgesproken persoonlijkheid en in eerste instantie trouwt Rhea met een andere man, waar ze heel gelukkig mee is. Wanneer deze man echter komt te overlijden raken Rhea en Karan geïnteresseerd in elkaar. Ze belanden met elkaar in bed. Rhea is hier heel gelukkig, maar Karan (die gedurende de film een rokkenjager bleek te zijn) schaamt zich diep. Hij beschouwt buitenechtelijke seks als moreel verwerpelijk en hij verbreekt het contact met haar. Uiteindelijk keert Rhea toch naar hem terug en realiseert Karan dat ook hij verliefd is. Hoewel de mannelijke hoofdpersoon in dit verhaal niet van grote invloed is geweest op het narratief, eindigen beide personages, die tot dan toe een vrij liberale levenstijl aanhouden, uiteindelijk in een traditionele positie wanneer ze er voor kiezen om een monogame en serieuze relatie met elkaar te hebben. In Ek Main Aur Ekk Tu is er ook sprake van een interessant narratief. Hoewel het verhaal in eerste instantie gelijkenissen vertoont met de old nativity play heeft de film een verrassend eind. Rahul en Riana ontmoeten elkaar in Las Vegas. Hij is een brave jongen en wanneer de losbandige Riana (zo wordt er in de film geïmpliceerd dat zij buitenechtelijke seksuele ervaringen heeft gehad) hem op stap neemt voor een wilde avond, trouwen ze in alle dronkenschap per ongeluk met elkaar. Ze raken met tegenzin bevriend en uiteindelijk ontdekt Rahul dat hij verliefd is op Riana. Tegen het einde van de film wil hij haar dan ook kussen, echter slaat zij dit af omdat zij niet op een romantische wijze geïnteresseerd in hem blijkt te zijn. Hoewel de held in deze film de vrouw niet weet te veroveren, ondergaan zowel Rahul en Riana een persoonlijke transformatie. Riana wordt serieuzer en meer verantwoordelijk, en Rahul ontwikkelt meer moed en zelfvertrouwen. Zo wordt ook in deze film de eer van het mannelijke personage herstelt, hoewel dat in dit geval meer geld voor het vrouwelijke personage. De veranderingen in de laatste twee decennia in de Hindi cinema zijn dus mogelijk te verklaren vanuit een andere context dan globalisering. Zo kan gezegd worden dat er in het geval van thematiek, er in beide decennia vooral inspiratie is geleend uit traditionele narratieven en er een stap is gemaakt van de feudal family romance naar een old nativity play. In het volgende hoofdstuk zal ik verder onderzoeken hoe deze narratieve contexten van betekenis kunnen zijn met betrekking tot de rol van realisme in Hindi cinema. Zoals eerder uitgelegd heeft realisme in Hindi cinema een andere betekenis dan in Hollywood cinema. Zo worden op het gebied van focalisatie niet altijd overeenkomstige regels aangehouden. Aangezien de wijze waarop de camera een subjectieve of objectieve positie aanhoudt, en de wijze waarop personages elkaar aankijken, van belang is in relatie tot romantiek, is focalisatie een interessant aspect om te analyseren. In een volgend hoofdstuk richt ik mij op het bestuderen van de focalisatie, en vooral de gaze van de personages, in de gekozen films en onderzoek ik of dit in overeenkomst is met de hier aangegeven narratieve context waarin ik de films plaats. 31 7. Focalisatie en Gaze In de voorgaande hoofdstukken heb ik beschreven hoe het concept van realisme van andere betekenis en waarde is in de commerciële Hindi cinema, dan bijvoorbeeld in de Hollywood cinema. Dit is duidelijk te merken aan de veelvuldige zang- en danssequenties die in een standaard Hollywood film geen plek vinden. Wanneer er in een Hollywood films wel sprake is van een dergelijke scène, wordt dit duidelijk aangeduid zijnde een denkbeeldige scène, bijvoorbeeld als onderdeel van een droom. Echter vervullen zang- en dansnummers in een Hindi film een belangrijke narratieve functie, veelal vinden hierin belangrijke gebeurtenissen plaats, bijvoorbeeld het moment dat personages elkaar de liefde betuigen. De Hindi film functioneert vanuit een symbolische en emotionele realisme. Behalve in de zang- en dansnummers is dit ook merkbaar in andere aspecten. Voorheen heb ik uitgelegd dat de focalisatie van een Hindi film verschilt van dat van een normale Hollywood film. In een Hollywood film wordt het verhaal veelal uitgelegd vanuit het perspectief van een of meerdere personages, terwijl het verhaal van een Hindi film, traditioneel gezien verloopt vanuit het perspectief van een allesziende externe focalisator (Bal 19). Hoewel dit aan het veranderen is in de films van het laatste decennia, verloopt het verhaal vaak vanuit het perspectief van één personage. In de films van de jaren ’90 wordt er wel veel gebruik gemaakt van een externe focalisator. Zoals ik voorheen heb aangegeven wordt een externe focalisator vaak gehanteerd bij verhalen over een strijd tussen goed en kwaad. In deze films wordt aan de hand van een externe focalisator ogenschijnlijk objectief gereflecteerd over wat wel of niet juiste normen en waarden zijn. Dit lijkt aan te sluiten bij het thema dat ik voor dit decennia in het vorige hoofdstuk heb gesignaleerd: de feudal family romance. In dit narratief doorstaat de held van het verhaal enkele confrontaties met kwaadwillige personages. In Maine Pyar Kiya zien we, voordat Prem het zelf door heeft, dat er een groep jaloerse jongens zijn die beraden om hem in elkaar te slaan omdat hij het meisje heeft waar een van de jongen geïnteresseerd was. Ook zien we dat het meisje dat met hem wilt trouwen en haar vader alleen maar uit zijn op Prem’s erfgoed. Aan de hand van de externe focalisator realiseren we dat Prem in contrast tot deze personages de held is van het verhaal. In Dil ontdekt de kijker al gauw dat Raja’s vader een plan aan het bekokstoven is over het koppelen van zijn zoon met een rijke vrouw, niet voor het welzijn van zijn zoon, maar zodat zijn familie meer geld zal hebben. Uiteindelijk ontdekken we ook dat zijn vader informatie achterhoudt over waarom Madhu niet meer bij hem is na zijn ongeluk. En in Dilwale Dulhania Le Jayenge weet alleen de kijker dat Raj en Simran’s vader elkaar toevalligerwijs al een keer hebben ontmoet. Gelukkig overwinnen de helden van het verhaal al hun problemen en leven ze lang en gelukkig verder met hun geliefdes. Echter zijn er interessante instanties wanneer er plotseling wordt geschakeld van een externe focalisator naar ogenschijnlijk interne focalisator. Er zijn genoeg scènes aan te wijzen wanneer een jongen voor het eerst het meisje ziet waar hij verliefd op wordt, het beeld plotseling vertraagd, een zacht filter en romantische muziek wordt toegevoegd, zoals te zien is in het onderstaande voorbeeld. 32 Dit is ook niet onbekend voor een Hollywood film, echter ligt de focalisatie tijdens de film dan meestal bij het desbetreffende personage, terwijl de een Hindi film gedurende de film gebruik maakt van een externe focalisator. De scheiding tussen, laten we zeggen, externe en interne realiteit is in een Hindi film dus een troebel gegeven. De manier waarop personages elkaar aankijken vervult ook een andere betekenis dan in Hollywood films. Veel werk is geschreven over de wijze waarop de klassieke Hollywood film gestructureerd is rondom een mannelijke kijker, zoals Laura Mulvey’s Visual Pleasure and Narrative Cinema (1975). De gaze, oftewel de blik, van zowel de camera als de personages zijn gericht vanuit een mannelijk perspectief. Wanneer de camera zich richt op de vrouw is dat voor het mannelijk plezier. Wanneer de camera zich echter richt is op de man dit is voor de kijker om zich met dit personage te identificeren. De wijze waarop personages naar elkaar kijken blijkt ook van belang. Hollywood films vertellen het verhaal vaak vanuit het perspectief van een personage. Meestal zijn dit mannen, en daarom zijn er in Hollywood films veel shot-reverse-shots van mannelijke personages die ergens naar kijken. Zoals Mulvey aangeeft geeft dit een onevenredige mate van macht aan mannelijke personages: ‘looking is aligned closely with activity and, by extension, to the masculine spectator, and the object to passivity and femininity (Mulvey geciteerd in Gopalan 94)’. Ook in de Hindi films uit de jaren ’90 hebben de mannelijke personages de macht als het gaan om de gaze. Het zijn het vaak de mannen die de vrouw bekijken tijdens de eerste ontmoeting, maar ook wanneer ze elkaar de liefde betuigen in een zang- en dansnummer kijkt hij haar recht aan terwijl zij vaak wegkijkt. Ook dit past binnen het narratief van de feudal play. Hoewel de vrouwen een belangrijke rol spelen, worden de gebeurtenissen gedragen door de activiteiten die de man onderneemt en de ontberingen die hij moet trotseren. In de films van na het jaar 2000 wordt er anders omgegaan met focalisatie en gaze. In relatie tot een mogelijke toenemende mate van globalisering zou worden beklaagd dat de vrouw nog meer een woman-to-be looked-at is geworden. De vrouw die geen enkele betekenis heeft voor het verhaal en er enkel is om naar gekeken te worden. Vaak wordt dan verwezen naar de veranderende kledingstijl. Vrouwelijke personages dragen minder sari’s en meer korte rokjes. Maar zoals ik in een voorgaand hoofdstuk heb beschreven hoeft dit niet zozeer indicatief te zijn voor een toenemende mate van seksualisering. Deze kledingstijl zou een metafoor kunnen zijn voor jeugdigheid. Wat ook te merken is, omdat oudere personages vaak een andere kledingstijl prefereren. Ook wordt vaak opgemerkt dat er vaker wordt gerefereerd naar seksualiteit in het dialoog. In de Hum Tum, Jab We Met en Ek Main Aur Ekk Tu is dit inderdaad ook het geval. In Hum Tum wordt er vanaf het begin duidelijk gemaakt dat Karan een rokkenjager is zo zegt hij ‘Girls are like buses, there’s one every two minutes’ (Hum Tum: 05:22-05:25). Tegen het einde van de film slapen Karan en Rhea tevens met elkaar, iets wat zeer uitzonderlijk is in een Hindi film. In Jab We Met is er een interessante scène wanneer Preet haar trein in de nacht mist en zonder het door te hebben bij een groepje prostituees komt te staan. Pas wanneer een man haar aanspreekt om haar voor een nachtje mee te nemen heeft ze door in welke situatie ze is 33 belandt. Niet veel later ontmoet ze Aditya en gaan ze naar een hotel om te kunnen overnachten. De man achter de balie denkt echter dat zij een prostituee is, een indruk die zij enkel versterkt door te vragen of ze maar voor een paar uurtjes kunnen betalen, omdat ze toch niet de hele nacht nodig hebben (omdat ze natuurlijk weer haar trein moet halen). Aditya heeft door wat er speelt, maar Preet is zich nergens van bewust. In Ek Main Aur Ekk Tu wordt er nog een schepje bovenop gedaan. In vele scènes wordt er gerefereerd naar seksuele interacties, vooral door de vrouwelijke personages. Riana vertelt in een van de eerste scènes dat ze vele vriendjes heeft gehad en in een latere scène maakt ze per ongeluk ook duidelijk dat ze geen maagd meer is. Rahul daarentegen is daar in vergelijking zeer bescheiden over. De seksuele emancipatie van de vrouw wordt ook bevestigd door de wijze waarop de vrouwen naar de mannen kijken in de films. In de jaren ‘90 zijn het voornamelijk de mannelijke personages die het contact initiëren en de vrouwen volgen. Wanneer het moment van verliefdheid plaatsvindt zijn het de mannen die de vrouwen verleiden, terwijl zij verlegen wegkijkt. In de films van het jaar na 2000, vooral Jab We Met en Ek Main Aur Ekk Tu, zijn er geen wegkijkende of blozende vrouwen, zij is degene die het contact initieert en hem meesleept in het avontuur. Op de volgende pagina is dit goed te zien. Aan de hand van screenshots is te zien wat het verschil is tussen de twee decennia in de wijze waarop de personages naar elkaar kijken bij de eerste ontmoeting. Zo is te zien dat Suman in Maine Pyar Kiya zelfs met haar rug naar hem toe staat bij de eerste ontmoeting, terwijl Preet in Jab We Met uitbundig over zichzelf vertelt bij haar eerste ontmoeting met Aditya. In Dilwale Dulhania Le Jayenge heeft Simran weinig interesse voor Raj en dit uit ze door hem niet aan te kijken, terwijl Rhea in Hum Tum aan haar blik laten weten dat ze werkelijk niet onder de indruk is van Karan. 34 Eerste Ontmoetingen Jaren 1990 Jaren 2000 Fig. 9: Maine Pyar Kiya Fig. 12: Hum Tum Fig. 10: Dil Fig. 13: Jab We Met Fig. 11: Dilwale Dulhania Le Jayenge Fig. 14: Ek Main Aur Ekk Tu Ook is er duidelijk verschil te zien in de wijze waarop de personages met elkaar omgaan op het moment dat ze realiseren verliefd op elkaar te zijn. In de films uit de vorige eeuw wordt er normaliter gekozen dat de personages zich bij de realisatie van verliefdheid zich inhouden, en de liefde aan elkaar uiten in de vorm van een zang- en dansnummer. Dit met uitzondering van Dil waarin Madhu verrassend genoeg een kus initieert. Hoewel er in deze film ook naderhand wordt geknipt naar een droomsequentie waarin ze elkaar uitgebreid de liefde verklaren. In de films na 2000, met name Hum Tum en Jab We Met zijn het de vrouwen die de eerste stap zetten in het verklaren van hun liefde. In de volgende afbeeldingen is dan ook te zien dat beide vrouwen hun geliefdes in een intieme omhelzing nemen. 35 Realisatie Verliefdheid Jaren 1990 Jaren 2000 Fig. 15: Maine Pyar Kiya. Suman realiseert haar verliefdheid bij het lezen van Prem’s liefdesbrief. Fig. 18: Hum Tum Fig. 16: Dil Fig.:19 Jab We Met Fig. 17: Dilwale Dulhania Le Jayenge Fig. 20: Ekk Main Aur Ekk Tu. Rahul realiseert wanneer hij alleen is, dat hij verliefd is. Tenslotte zijn de scènes waarin de personages hun liefde voor elkaar uit in beide perioden verschillend. In de films uit de jaren ’90 wordt er in elk geval gekozen voor een droomsequentie in de vorm van een zang- en dansnummer. De personages in de films na 2000 uiten hun liefde echter door met elkaar te zoenen, hoewel dit in Hum Tum volgt na een zang- en dansscène. Wanneer Rahul in Ek Main Aur Ekk Tu ook een kus aan Riana wilt geven, stuit hij echter op weerstand. Riana wijst hem af, 36 omdat ze alleen geïnteresseerd is in zijn vriendschap. Dit verschil in de representatie van liefde is in de onderstaande afbeeldingen te zien. Uiting van Liefde Jaren 1990 Jaren 2000 Fig. 21: Maine Pyar Kiya Fig. 24: Hum Tum Fig. 22: Dil Fig. 25: Jab We Met Fig. 23: Dilwale Dulhania Le Jayenge Fig. 26: Ek Main Aur Ekk Tu. Rahul wordt afgewezen door Riana. Deze drie groepen voorbeelden illustreren de emancipatie van de vrouw in de Bollywood film. Zij initieert het contact en stuurt de loop van gebeurtenissen. Pas wanneer Preet zich in Jab We Met realiseert verliefd te zijn, komen zij en Aditya bij elkaar en uiteindelijk is Riana degene die Rahul afwijst in Ek Main Aur Ekk Tu en de hoop op een liefdesverhaal ten einde brengt. Opvallend is dat 37 Rahul haar dan ook niet meer wil aankijken. Het lijkt erop dat hij niet meer in staat is haar te zien, aangezien hij als man de bovenhand heeft verloren en zich in een minderwaardige positie bevindt. Interessant is dat deze positionering opvallend veel lijkt op figuur 9 waarin Suman Prem niet durft aan te kijken. Opmerkzaam is dat de vrouwen zijn die na het jaar 2000 de actieve rol spelen in de seksueel gerelateerde situaties. Dit is verrassend aangezien de vrouw normaliter de traditie vertegenwoordigt. Echter worden de vrouwelijke personages tegen het einde van het verhaal altijd weer op hun plaats gewezen door de mannen. Zo ontmoet Rahul in Ek Main Aur Ekk Tu zijn voormalige vriendin in een restaurant. Wanneer zij hem probeert te verleiden slaat hij dit echter ruw af, en druipt zij terneergeslagen weg. Zoals in het vorige hoofdstuk uitgelegd wordt, past de thematiek van de films uit dit decennia binnen het narratief van de old nativity play, waarin de man de vrijgevochten vrouw trouwt, hiermee zijn zelfvertrouwen opvoert en tegelijkertijd haar persoonlijkheid “temt”. Dit is ook het geval in de voorheen genoemde films. Zoals Mulvey uitlegt verliest een woman-to-be-looked-at haar erotiek wanneer ze in een relatie verkeert met een man: ‘She is isolated, glamorous, on display, sexualized. But as the narrative progresses she falls in love with the main male protagonist and becomes his property, losing her outward glamorous characteristics, her generalized sexuality, her show-girl connotations; her eroticism is subjected to the male star alone. By means of identification with him, through participation in his power, the spectator can indirectly posses her too’ (Mulvey 64) Hetzelfde is het geval in Hum Tum, Jab We Met en Ek Main Aur Ekk Tu de seksueel getinte instanties waar ze in terecht komen vinden niet meer plaats wanneer de man verliefd op haar wordt. Zij keert terug naar het traditionele ideaalbeeld van de vrouw. Dit is bijvoorbeeld goed te zien in de verandering aan kleding. Als we er van uitgaan dat een westerse kledingstijl voor jeugdigheid en moderniteit staat, vallen de vrouwen uiteindelijk weer terug in het traditionele patroon, aangezien de vrouwen (met uitzondering van Ek Main Aur Ekk Tu) aan het einde van de film hun westerse kleding verruilen voor traditionele sari of salwaar kameez. En hoewel ze uitbundig en uitgesproken blijven wordt er niet meer gerefereerd naar seks. De veranderende omgang met de weergave van seksualiteit is wellicht eerder indicatief voor de hedendaagse tweestrijd tussen traditie en moderniteit, die in gang is gezet door een veranderende maatschappij. Enerzijds is te zien dat er geaspireerd wordt naar moderniteit door vrijgevochten (seksueel) geëmancipeerde vrouwen in een positief daglicht te weergeven, maar tegelijkertijd zijn er ook nog de banden met traditie die aan het daglicht komen doordat deze vrouwen uiteindelijk wel terugvallen in het traditionele model. Dit alles wordt expliciet maar vooral ook impliciet, aan de hand van de symbolische wijze waarop realisme wordt toegepast, aangeduid. 38 Conclusie In dit onderzoek heb ik geprobeerd aan te wijzen welke culturele ontwikkelingen ten grondslag liggen aan de traditionele representatie van seksualiteit, en met name vrouwelijke seksualiteit, in de Hindi cinema. Tevens heb ik aangegeven hoe de verandering in de weergave van dit thema te verklaren zijn vanuit de wederkering van narratieve contexten die in relatie staan tot bepaalde veranderingen in de Indiase cultuur. Het laatste decennia van de vorige eeuw was een periode van grote verandering in India. Het openstellen van de economie voor buitenlandse invloeden bracht veel teweeg, zowel op economisch als cultureel vlak. In de Hindi cinema zijn deze verandering te herkennen. In het gebruik van bepaalde narratieve constructies is er een worsteling te detecteren tussen het willen behouden van de traditionele cultuur en de interesse in nieuwe culturele aspecten. De thematiek van de romantische films die uitkwamen in deze periode sluiten aan met het narratief van de feudal play. Het verhaal van een dappere jongen die allerlei zware beproevingen tegen het kwaad weet te trotseren, als held met zijn geliefde uit de strijd weet te komen en hiermee de sociale orde weet te herstellen. Deze films lijken in eerste instantie een zeer traditionele instelling te representeren, wellicht omdat er in een tijd van vele verandering de behoefte was om duidelijk te maken wat goed en wat kwaad is. De protagonisten gaan geen intieme interactie aan voordat ze getrouwd zijn, kiezen ervoor om met elkaar te trouwen zonder elkaar überhaupt heel goed te kennen, en herenigen uiteindelijk met hun familie. Anderzijds zijn er ook enkele tekenen van moderne ideale te detecteren in deze films. Hoofdrolspelers breken met de wensen van hun families en gaan hun eigen geluk achterna. De omgang met seksualiteit lijkt op een zeer deugdzame wijze te worden weergeven. Maar, zoals in het vorige hoofdstuk is uitgelegd, moeten deze films niet bekeken worden met het oog op realisme. De wijze waarop, vooral vrouwelijke, seksualiteit wordt weergeven staat in dienst van het narratief. Omdat het doel van het narratief is om de held op de voorgrond te laten treden is de uiting van intimiteit en de weergave van vrouwelijke verlangens van mindere importantie. Met de komst van de multiplexes wordt er in de jaren na 2000 in de Hindi cinema meer de nadruk gelegd op de jeugdcultuur en het metropolitaanse leven. De personages worden gespeeld door jongere acteurs en de films spelen zich veelal af in luxe stedelijke omgevingen. Wellicht is dit de invloed van het Westen, maar in deze films wordt er wel degelijk teruggegrepen naar de traditie. Anders dan in de jaren ’90 zijn deze films vanaf de eerste opslag zeer vernieuwend en vooruitstrevend. Er lijkt sprake te zijn geweest van een vrouwenemancipatie en tevens lijkt zij seksueel geïnteresseerd en vrij te zijn. Maar nader onderzoek bewijst dat het behouden van de traditie een belangrijke boodschap is in het narratief van deze films. In de old nativity play weet een man met vele gebreken een vrijgevochten stadse vrouw aan de haak te slaan. Op deze wijze tempert hij haar moderne aspiraties en weet hij zijn eigenwaarde omhoog te halen. Deze narratieve structuur blijkt aan te sluiten met de films die ik heb bestudeerd van na het jaar 2000. De vrouwen zijn de leidinggevenden in het 39 verhaal, en weten de verlegen jongen wijze lessen bij te brengen. De relatie tussen hen is van amicale aard totdat er een van hen verliefd wordt en de rollen worden omgedraaid. Zij gedraagt zich wat minder uitbundig, heeft het niet meer over seks, kiest voor een monogame relatie met hem, en verandert verrassend genoeg haar kledingstijl in een wat traditionelere versie. Hoewel er in deze films neigingen zijn tot moderniteit blijkt er wel de behoefte om het traditionele te waarborgen. Dit alles is met uitzondering van de film Ek Main Aur Ekk Tu. Deze film is dit jaar uitgekomen en daarmee de meest recente uit dit onderzoek. Hoewel de film in de meeste aspecten aansluit met de thematiek van de old nativity play weet de jongen het meisje niet voor zich te winnen. Aan het einde van de film slaat zij zijn avances af en daar moet hij maar mee zien om te gaan. Wellicht toont deze verandering dat er hedendaagse andere maatschappelijke veranderingen in India spelen of dat er een nieuw dominante narratief aan het ontstaan is in de Hindi cinema en vrouwelijke seksualiteit niet veelvuldig meer wordt ingezet als symbolische indicatie voor wat in de cultuur (traditioneel gezien) als acceptabel wordt geacht. Voor een verder onderzoek is het interessant om te onderzoeken welke rol seksualiteit speelt in andere cinema’s in relatie tot een veranderende samenleving. Ook is het boeiend om te bestuderen hoe andere genres door de jaren heen terugkomen in andere cinema’s en wat voor betekenis dit zou kunnen hebben. Zo hebben Berry en Farquhar in China on Screen: Cinema and Nation (2006) al opgemerkt dat in het geval van Chinese cinema, bepaalde thematische patronen door de jaren heen in verschillende genres terugkomen (Berry en Farquhar 9). Zoals Dwyer en Patel aangeven moet de Hindi cinema gezien worden als onderdeel van de maatschappij, en niet zozeer als representatie van de samenleving. Interessant is om te onderzoeken of andere nationale of regionale cinema’s een zelfde rol vervullen, hoe dit door de jaren heen veranderd en wat dit voor betekenis zou kunnen hebben. Uit dit onderzoek is gebleken dat seksualiteit in de Hindi cinema een belangrijke rol vervult. Als de plek waarin er wordt onderhandeld tussen traditie en moderniteit zou dit onderwerp door de jaren heen wellicht als een indicator kunnen functioneren over de mate waarin de Indiase samenleving vertrouwen heeft in de kracht van haar cultuur in het continue proces van mondiale transformering. 40 Bronnen Literatuur Athique, Adrian. Indian Media. Cambridge: Polity Press, 2012. Bal, Mieke. “Focalization.” Narratology: Introduction to the Theory of Narrative. Toronoto: University of Toronto Press, 1997.144-164. Berry, Christopher J., en Marry Ann Farquhar. China on Screen: Cinema and Nation. New York: Columbia University Press, 2006. 1-16. Brown, Rebecca M. ‘Spinning without Touching the Wheel.’ Comparative Studies of South Asia, Africa and the Middle East 29 (2009): 230-245. Chandra, Shefali. “Whiteness on the Margins of Native Patriarchy: Race, Caste, Sexuality , and the Agenda of Transnational Studies.” Feminist Studies 37.1 (2011): 127-153. The Cinematograph Act. 1952. Central Board of Film Certification. 28 februari 2005. < http://cbfcindia.gov.in/html/uniquepage.aspx?unique_page_id=6>. Creekmur, Corey. 2006. “Popular Hindi Cinema and the Film Song.” In Traditions in World Cinema, edited by Linda Badley, R. Barton Palmer and Steven Jay Schneider, 193-201. Edinburgh: Edinburgh University Press. Derné, Steve. “The (Limited) Effect of Cultural Globalization in India: Implications for Culture Theory.” Poetics 33 (2005): 33-47. 21 januari 2012. <http://darkwing.uoregon.edu/~aweiss/indianfilmclass/Steve%20Derne.pdf>. Dwyer, Rachel en Divia Patel. Cinema India: The Visual Culture of Hindi Film. New Jersey: Rutgers University Press, 2002. ‘For Ghandi or Growth?’ Economist 329 (1993): 35-36. Gokulsing, K, en Wimal Dissanayake. Indian popular cinema: A narrative of cultural change. Stoke on Trent: Trentham, 2004. Gopal, Sangita, en Sujata Moorti, eds. Global Bollywood: Travels of Hindi song and dance. Minneapolis: University of Minnesota, 2008 Gopal, Sangita. “Sealed with a Kiss: Conjugality and Hindi Film Form.” Feminist Studies 37.1 (2011):154-180. Gopalan, Lalitha. Cinema of Interruptions: Action Genres in Contemporary Indian Cinema. London: British Film Insitute, 2002. Jha, Priya. “Lyrical Nationalism: Gender, friendship, and Excess in 1970’s Hindi Cinema.” Light Trap 51 (2003): 43-53. Velvet Kaali, Sundar. “Narrating Seduction: Vicissitudes of the Sexed Subject in Tamil Nativity Film.” Making Meaning In Indian Cinema. Ed. Ravi S. Vasudevan. Oxford: Oxford University Press, 2000 41 Kapur, Jyotsna, and Manjunath Pendakur. “The Strange Disappearance of Bombay from its Own Cinema: A Case of Imperialism or Globalization?” Democratic Communiqué 21.1 (2007): 4357. Kumar, Amit. “The Lower Stall: The Sleaze-Sex Film Industry in India, an Introduction.” Specator 26.2 (2006). 27-41. Lukose, Ritty. “Youth and Gender in Kerala India.” Journal of Social History 38.4 (2005): 915-935. McLelland, Mark. “Kissing is a symbol of democracy!” Dating, Democracy, and Romance in Occupied Japan, 1945–1952.” Journal of the History of Sexuality 19.3 (2010): 508-535. Mehrotra, Purnima. Beyond the Virgin/Vamp Binary: Constructions of Female Sexuality by Northern Indian Women in Context of Changing Representations of Women in Commercial Hindi Cinema. Paper presented at the annual meeting of the International Communication Association, Montreal, Montreal. 21 mei 2008. Mulvey, Laura. “Visual Pleasure and Narrative Cinema.” Film Theory and Criticism: Introductory Readings. Eds. Leo Braudy and Marshall Cohen. New York: Oxford University Press, 999. 833-44. Prasad, Madhava M. Ideology of the Hindi Film: A Historical Construction. New Delhi: Oxford University Press, 1998. Prasad, Madhava M. “The Epic Melodrama.” Journal of Arts & Ideas 25-26 (1993): 55-70. Prasad, Madhava M. Ideology of the Hindi Film: A Historical Construction. New Delhi: Oxford University Press, 1998. Raghavandra, M.K. “Melodrama, ‘Loyalty’ and the Nation: The Trajectory of Hindi Cinema.” Phalanx.com. < http://www.phalanx.in/pages/article_i007_Melodrama.html>. Rajadhyaksha, Ashish. “The ‘‘Bollywoodization’’ of the Indian cinema: Cultural nationalism in a global arena.” Inter-Asia Cultural Studies 4.1 (2003): 25-29. Rajadhyaskaha, Ashish."India: Filming the Nation." The Oxford History of World Cinema. Ed. Geoffry Nowel Smith. Oxford: Oxford University Press, 1996. 678-689. Rao, Shakuntala. “The globalization of Bollywood: An ethnography of non-elite audiences in India.” The Communication Review 10 (2007). 57-76. Sarkar, Bhaskar. “The Melodramas of Globalization.” Cultural Dynamics 20.31 (2008): 31-51. Schaeffer, David J., en Kavita Karan. “Bollywood Cinema ast the Crossroads: Tracking the Dimensions of Globalization in Postcolonial Popular Hindi Cinema” Mass Communication and Society 14 (2011): 700-719. Schaeffer, David J., and Kavita Karan. The Impact of Globalization on Bollywood Cinema’s Depictions of Violence, Sexuality, Crime, Vice, and Romance. Paper presented at the International Communication Association’s 59th Annual Conference. Chicago, 25 mei 2009. Schneider, Alexandra. “La Suisse et Bollywood: Un Disneyland d’Amour.” Le Cinémas de l’Inde. Ed. Thoraval Yves. Parijs: L’Harmattan, 2000. 62-67. 42 Schneider, Alexandra. “Theme Park Europe: Transmission and Transcultural Images in Popular Hindi Cinema.” Transmission Image: Visual Translation and Cultural Agency. Ed. Alexandra Schneider en Birgit Mersman. Newcastle: Cambridge Scholar Publishers, 2009. 87-104. Sharma, Rekha. “Desi Films: Articulating of South Asian Idenitity in a Global Communication Environment.” Global Media Journal - Canadian Edition 4.1 (2011): 127-143. Sharpe, Jenny. “Gender, Nation, and Globalization in Monsoon Wedding and Dilwale Dulhania Le Jayenge.” Meridians 6.1 (2005): 58-81. Shohat, Ella, en Robert Stam. “From the Imperial Family to the Transnational Imaginary: Media Spectatorship in the Age of Globalization.” Eds. Robert Wilson en Wimal Dissanayake. London: Duke University Press, 1996, 145-170. Thomas, Rosey. 1985. “Indian Cinema: Pleasures and Popularity.” Screen 26: 116-131. Vasudevan, Ravi S., ed. Making Meaning in Indian Cinema. New Delhi: Oxford University Press, 2000. Vitali, Valentia. “On the Frontal Subject of the Hindi Melodrama: Notes to a Comperative Approach to Film.” Boundary 2 33.2 (2006): 159-176. Williams, Linda. “Films Bodies: Gender, and Excess.” Film Theory and Criticism. Ed. Leo Braudy and Marhal Cohen. New York: Oxford University Press, 1999. 701-7015. Films 3 Idiots. Reg. Rajkumar Hirani. Vinod Chopra Productions, 2009. Dhoom. Reg. Sanjay Gadhvi. Yash Raj Films, 2004. Dil. Reg. Indra Kumar. Maruti International, 1990. Dil Chahta Hai. Reg. Farhan Akhtar. Excel Entertainment, 2001. Dilwale Dulhania Le Jayenge. Reg. Aditya Chopra. Yash Raj Films, 1995. Ek Main Aur Ekk Tu. Reg. Shakun Batra. Dharma Productions, 2012. Ghajini. Reg. A.R.. Geetha Arts, 2008. Hum Tum. Reg. Kunal Kohli. Yash Raj Films, 2004. Jab We Met. Reg. Imtiaz Ali. Shree Ashtavinayak Cine Vision Ltd, 2007. Kabhi Khushi Kabhie Gham. Reg. Karan Johar. Yash Raj Films, 2001. Maine Pyar Kiya. Reg. Sooraj R. Barjatya. Rajshiri Production, 1989. Mother India. Reg. Mehboob Khan. Mehboob Productions, 1957. Moulin Rouge. Baz Luhrmann. 20th Century Fox, 2001. Raja Harishchandra. Reg. Dadasaheb Phalke, 1913. 43 Salaam Namaste. Reg. Siddharth Anand. Yash Raj Films. 2005. Sholay. Reg. Ramesh Sippy. Sippy Films, 1975. Titanic. Reg. James Cameron. 20th Century Fox, 1997. Qayamat Se Qayamat Tak. Reg. Mansoor Khan. Nassir Hussain Films, 1988. Televisieprogramma’s Kaun Banega Crorepati.Star Plus. January 22, 2007 - April 19, 2007. Koffee With Karan. Syndication. September 19, 2004 – Present. Lotto Weekend Miljonairs. SBS 6, RTL 4. Februari 6, 1999 – May 24, 2008 Websites Boxofficeindia. “Top Lifetime Grossers 1999-2010.” Boxoffice India. 28 maart 2012. <http://boxofficeindia.com/>. CBFCIndia. 2012. Central Board of Film Certification. 21 mei 2012. <http://cbfcindia.gov.in/html/uniquepage.aspx?unique_page_id=6>. Filmfareawards. India Tumes. 27 maart 2012. <http://filmfareawards.indiatimes.com/>. Kijwijzer. 2012. Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media. 14 juni 2012. <http://www.kijkwijzer.nl/>. “Mahatma Ghandi, the Missing Laurete.” 1999. NobelPrize.org. Nobel Prize.1 maart 2012. <http://nobelprize.org/nobel_prizes/peace/articles/gandhi/index.html>. National Geographic. 2010. “Bollywood @ National Geographic Magazine.” 21 mei 2012. <http://ngm.nationalgeographic.com/static-legacy/ngm/0502/feature3/>. Reviewgang. Review Gang. 29 maart 2012. http://www.reviewgang.com/site/faq. 44 Bijlage: Filmposters 45