Voorbeeldtentamen 2 (De eerste tien vragen hebben betrekkin g op het onderdeel speelfilmgeschiedenis. De laatste vijf vragen hebben betrekking op het onderdeel media-geschiedenis) Vraag 1: Tussen 1928 en 1932 ontstaat in Hollywood plotseling een grote vraag naar buitenlandse (Europese) filmregisseurs. Waarom? Waarom neemt die vraag na 1932 even plotseling weer af? Vraag 2: Geef een korte omschrijving van wat naar Uw het meest kenmerkende is van de volgende stromingen in de filmgeschiedenis en geef aan in welke periode en in welk land deze stromingen ontstonden: a. "Film d'Art"; b. Expressionisme; c. "Nouvelle Vague"; d. Neo-realisme; e. "Film Noir" Vraag 3: Zet uiteen wat de verschillen zijn in de filmgeschiedenis tussen de benadering volgens de ‘Klassieke Traditie’ en de benadering volgens de benadering van het ‘Revisionisme’. (Tip: een typische toepassing van de revisionistische benadering is bijvoorbeeld ‘genre-theory’) Vraag 4: In de film ‘The General’ van Buster Keaton zit een filmcode verborgen die door een NoordAmerikaans publiek moeiteloos begrepen wordt, maar die buiten Amerika uitleg vergt. Welke code is dit en waarom wordt deze code alleen in de Verenigde Staten zonder nadere uitleg begrepen? Vraag 5 : Wat hebben Etienne Jules Marey en Eadweard Muybridge met elkaar gemeen en wat is de betekenis van dat gemeenschappelijke kenmerk geweest voor de ontwikkeling van de film? Vraag 6 : Burch en Fernandez suggereren dat de vroege Engelse films gemaakt werden voor de laagste sociale klassen in Engeland. Het is echter zeer de vraag of dit in zijn algemeenheid juist is, wanneer men kijkt naar de "ideologische strekking" die kenmerkend is voor films als "Rescued by Rover", "Tramp and Baby's Bottle", and "Modern Pirates", bij voorbeeld. Men kan zich op grond van die strekking immers nauwelijks voorstellen dat deze films zich richtten tot zwervers, ontheemden, kortom tot het klassieke "Lumpenproletariat". Wat is die ideologische strekking in de genoemde films en waarom suggereert dit dat deze films zich blijkbaar niet richtten op de allerlaagste sociale echelons van de Engelse samenleving in die tijd? Vraag 7: Onder invloed van de zg. "production-code" veranderen speelfilms in Hollywood na 1933 drastisch van inhoud. Norman betoogt echter dat de production-code naast een inperking van wat behandeld en getoond mocht worden in speelfilms, tevens en ongewild een verruiming betekende voor de filmtaal en voor het scala aan rollen en uitdrukkingsmogelijkheden voor met name- actrices. Dat klinkt nogal paradoxaal. Wat bedoelt Norman precies? Vraag 8: De film "Confessions of a Nazi Spy" uit 1939 deed bij zijn uitkomen veel stof opwaaien in de Verenigde Staten en de Amerikaanse overheid was buitengewoon ongelukkig met deze film. Waarom? 1 Vraag 9: In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog bereikt de kunstfilm in Frankrijk een hoogtepunt door haar verbintenis met de stroming van het “surrealisme”, Noem een voorbeeld van een Franse film uit deze traditie en beantwoord de vraag waarom de surrealisten zo’n opvallende affiniteit met het medium film vertoonden. Vraag 10: Na de tweede wereldoorlog worden de rooskleurige vooruitzichten van de filmindustrie in Hollywood plotseling ruw verstoord door drie gebeurtenissen (één op politiek terrein, één op het terrein van de economische wetgeving en één op het gebied der technologische ontwikkeling) die een einde maken aan Hollywoods rol als leidende, wereldwijde vermaaksindustrie. Welke drie gebeurtenissen zijn dit en op welke wijze tracht Hollywood na deze gebeurtenissen haar bestaan te rekken? (De volgende vijf vragen hebben betrekking op het onderdeel media-geschiedenis) Vraag 11: Welke belangrijke technische ontwikkelingen op het gebied van de electronische massamedia associeert U met de volgende personen? a. Edwin H. Armstrong; b. het trio John Bardeen, W.H. Brattain en William Shockley; c. Paul Nipkow; d. Vladimir K. Zvorykin; e. Peter Goldmark Vraag 12: Wat is de gemeenschappelijke strekking van Tube of Plenty door Erik Barnouw en The Plugin Drug door Mary Winn? (Tip: denk aan het contrast micro/macro!) Vraag 13: Ten aanzien van de democratisering van de electronische massa-media, constateert Monaco een aantal tegenstrijdige ontwikkelingen die de vraag of er in de naaste toekomst een substantiele ontwikkeling in de richting van democratisering der media zal ontstaan, moeilijk te beantwoorden maakt. Welke ontwikkelingen zijn dit en waarom zijn ze zo tegenstrijdig in het licht van een democratiseringsproces? Vraag 14: Het heeft zeer lang geduurd voor het TV-nieuws in staat was het nieuws op de radio als voornaamste informatiebron voor aktualiteiten te verdringen: tot omstreeks het begin van de jaren '60 blijft in de Verenigde Staten het radionieuws veel belangrijker als informatiebron dan het TV-nieuws. Waardoor kwam dat en welke technologische doorbraak bewerkstelligde dat het TV-nieuws het rond het begin van de jaren '60 uiteindelijk toch van de radio won? Vraag 15: Men kan volhouden dat de toenemende weerzin tegen de oorlog in Viëtnam bij grote delen van de Amerikaanse bevolking in belangrijke mate door de TV is bewerkstelligd. Leg dit uit en zet vervolgens uiteen welke lessen de Amerikaanse en Engelse regering hieruit trok in verband met de TV-verslaggeving van de Amerikaanse inval in Grenada en de oorlog op de Falklands. EINDE VOORBEELDTENTAMEN 2 FILM- EN MEDIAGESCHIEDENIS 2