Les 3 - Christus identificatie met Israel - ETS

advertisement
Christus’ en Israël
Raymond R. Hausoul
Het koninkrijk Gods
1 Definitie: ‘Onder de term “koninkrijk van God” verstaan
we wat Gods heilsplan met deze wereld is’.
2 In systematiek geen aparte loci over het Godsrijk.
a) Soms bij christologie/ecclesiologie/eschatologie
b) Afgebakend als basileologie
3 Joodse perspectieven over vestiging van Godsrijk.
Christelijke modellen van het Godsrijk
1 Consequente basileologie
(Albert Schweizer, 1875-1965)
a) Jezus spreekt over een toekomstig Godsrijk, maar
vergist zich. Volgt een consequent ideaalbeeld.
b) Nadeel: gebaseerd op hedendaagse vaststelling.
2 Gerealiseerde basileologie
(Charles Dodd, 1884-1973).
a) Koninkrijk is gerealiseerd vanaf de komst van de
Geest. Jezus is wedergekeerd naar deze aarde en
woont nu in je hart.
b) Nadeel: geen rekening met verwachting brieven.
Christelijke modellen van het Godsrijk
1 Transcendentale basileologie
(Karl Barth, 1886-1968)
a) Koninkrijk is niet straks, is nu (vgl. Dodd). Het
overstijgt/transcendeert de tijd.
b) Nadeel: Rijk losgekoppeld van schepping.
2 Existentialistische basileologie
(Rudolf Bultmann, 1884-1976)
a) Koninkrijk transcendeert de tijd en is eeuwig
(vgl. Barth). Jezus hanteert mythisch Godsrijk
voor zijn existentiële boodschap.
b) Nadeel: ≠ nieuwtestamentische boodschap.
Christelijke modellen van het Godsrijk
1 Theologie van de Hoop
(Jürgen Moltmann, 1926-)
a) Koninkrijk komt straks, is ook deels nu. Het vindt
plaats in deze tijd en deze schepping.
b) Nadeel: Soms nog wat te vaag in spreken.
Enkele Bijbels-historische penschetsen
1 Gn1-2: Gods droom met de schepping.
2 Ex19: Israël roeping als koninklijk priestergeslacht
3 Dn2: Tijd van de heidenen en het koninkrijk.
4 Mt3: Komst van de koning en het koninkrijk.
5 Mt13: Parabels over toekomst koninkrijk der hemelen
6 Mt25: Oprichting van het koninkrijk door Koning.
7 Op20: Duizendjarige heerschappij door Koning (Js2).
8 Op21-22: Nieuwe schepping: voltooide koninkrijk.
Israël, het verbond en de Thora
1 Het volk en het verbond
a) ‘We zullen alles doen wat Jahweh zei’ (Ex19:8; 24:3,7).
b) Gods drie openbaringen op de berg Sinaï.
c) Doe dit en je zult leven [in het land] (Lv25-26)
d) Het volk lukt dit niet: gouden kalf/Nadab en Abihu
2 Gods reactie: nieuw verbond (Jr33)
a) Niet door eigen kracht, maar door Mijn Geest
b) Wanneer werd het nieuwe verbond van kracht?
c) Wanneer vervult zich het nieuwe verbond?
3 Christus vervult en verdiept de Thora Gods.
Israël, de gemeente en de Thora
1
De christen en de Thora
1 Geldt de Thora nog voor
christenen?
‘Christus is het einde van de Thora tot
gerechtigheid voor ieder die gelooft’
(Rm10:4).
‘opdat de rechtvaardige eis van de wet
vervuld wordt in ons, die niet naar het
vlees wandelen, maar naar de Geest’
(Rm8:4).
‘Weest niemand iets schuldig dan elkaar
lief te hebben; want wie de ander liefheeft,
heeft de wet vervuld’ (Rm13:8).
De christen en de Thora
1 Geldt de Thora nog voor christenen?
2 Twee gevaren voor ons vandaag:
a) Wetteloosheid (leven zonder de wet, Rm).
b) Wetticisme (leven zonder Christus, Gl).
3 Christus verduidelijkt het doel van Gods Thora.
4 Christen volgt de ‘Thora van Christus’ (1Ko9:21; Gl6:2).
5 Christen reageert anders dan Israël in Ex19!: ‘Ik kan Uw
Thora niet houden, zonder Uw Geest.’
6 Christen gaat dieper dan Mozaïsche Thora (was
voornamelijk gericht tot Israël). Gaat tot Christus’
Thora.
Download