Par. 4.3 Handel, investeringen en migratie. Wat is het verband hier

advertisement
Par. 4.3 Handel, investeringen en migratie.
Wat is het verband hier tussen?
Wat houdt het proces van economische
en sociaal-culturele globalisering in?
Blz 106: figuur 4.20  Wat is de ‘triade’?
Pas op met dit figuur ! Zie aantekening in de volgende dia.
De triade !
Pas op met figuur 4.20!
De grootte van de West-Europese cirkel is vooral te danken aan de
interne, grensoverschrijdende, handel in deze regio, dus binnen de EU.
De VS is de grootste producent ter wereld, maar de omvang van de handel
valt tegen. Dit is te verklaren vanuit de grote thuismarkt van de VS.
Het aandeel van West-Europa in de wereldhandel zal dalen als gevolg van
global shift.
Het aandeel van de Aziatische goederenhandel, zowel intern als extern, zal
sterk groeien door de sterke opkomst van China en India als economische
grootmachten.
Noord-Zuidhandel.
Rui
Beeld: westerse landen ‘ruilen’ goedkope grondstoffen en
energiebronnen van de ontwikkelingslanden tegen hoogwaardige
industrieproducten.
Ruilvoet: de verhouding tussen het prijspeil van de import en de
export.
Ruilvoetverslechtering: de prijzen van de importproducten stijgen
sneller dan de prijzen van de
exportproducten.
De ontwikkelingslanden moeten
steeds meer producten verkopen
om dezelfde hoeveelheid
importproducten te kunnen betalen.
Veranderend beeld:
Delen van de derde wereld
ontwikkelen zich in hoog tempo 
N.I.C.’s.
Globalisering leidt tot global shift
Voorwaarden / mogelijk door:
-Economische voorwaarden
1-vrijhandel i.p.v. protectionisme
2-mondiale welvaartsgroei  grotere afzetmarkt.
-Technische voorwaarden
1-betere transporttechnologie
2-betere communicatietechnologie
-Politieke veranderingen
1-uiteenvallen van politiek-militaire machtsblokken
(1989 / Val van ‘de muur’.  Oost-west tegenstelling viel weg)
2-economische eenwording (EU, NAFTA, ASEAN)
Gevolg: -Internationale arbeidsverdeling / regionale specialisatie.
-Migratie
De interactietheorie van Ullman: (Aant WB blz 50 )
Verklaart verplaatsing van mensen (migratie) en de verplaatsing
van goederen m.b.v. de begrippen:
-Complementariteit = aanvullend zijn….
Het ene gebied heeft een bepaald kenmerk wel , dat
het andere gebied niet heeft  uitwisseling.
-Transferability = verplaatsbaarheid.
Interactie / verplaatsing tussen 2 gebieden is
niet altijd even eenvoudig. (kosten,
vervoermiddelen, infrastructuur, grenzen, ???)
-Intervening opportunity = tussen liggende mogelijkheid.
Een mogelijke verplaatsing tussen A en C komt niet tot stand,
omdat plaats B ook complementair (en dichterbij) blijkt te zijn, of
omdat er problemen zijn met de verplaatsbaarheid. Dan is er
eerder sprake van een ‘tussenliggende hindernis’.
42-In welke schakel van het productieproces vindt
de grootste waardetoevoeging plaats?
-Bij het maken van papier uit pulp wordt
de meeste waarde toegevoegd / het meeste
geld verdiend.
Grondstoffen / halffabricaten leveren niet
veel op. Het gaat er om dat je waarde kan
toevoegen!
Opdracht 42
-Bij het maken van papier uit pulp wordt de meeste
waarde toegevoegd / het meeste geld verdiend.
Grondstoffen / halffabrikaten leveren niet veel op. Het
gaat er om dat je waarde kan toevoegen!
-Niet iedere schakel in het productieproces is
plaatsgebonden (aan de vindplaats van de grondstof
en/of aan de nabijheid van de afzetmarkt)
De Research & Development afdeling is in dit geval
footloose (niet grondstof- of marktgebonden)
Maar met het verbeteren van de transport- en
communicatietechnologie geldt dit voor steeds meer
schakels
-In 1995 was R&D voorbehouden aan de ontwikkelde
landen, omdat alleen zij beschikten over voldoende
geld en kennis om een nieuw product te ontwikkelen.
-Veel (semi-)perifere landen halen snel de
achterstand in kennis in. Het geld komt meestal nog
uit het centrum. In een land als India zijn inmiddels
voldoende hooggeschoolde werknemers die tegen een
laag salaris harder en langer willen werken dan
Europese werknemers. De informatie kan snel en
goedkoop digitaal worden verzonden.
Opdracht 43.
43-Een belangrijk motief om internationaal uit te
breiden is het vergroten van de afzetmarkt.
-Door te internationaliseren kan een bedrijf de
productiekosten (m.n. loonkosten!!!!) verlagen.
-Schaalvoordeel = het financiële voordeel dat bereikt
wordt door een economische activiteit in een grotere
omvang uit te voeren. De kosten per eenheid product
worden dan lager.
Antiglobalisten
Download