een inleiding in de ontwikkeling Van het kind

advertisement
1
Een inleiding in de ontwikkeling
van het kind
Feldman 4e boek.indb 2
19-01-2009 11:25:26
HOOFDSTUK 1 IN VOGELVLUCHT
1.2
Kinderen: verleden, heden en toekomst
Vroege denkbeelden over kinderen
De twintigste eeuw: ontwikkelingspsychologie als discipline
Actuele vraagstukken en onderwerpen: de onderliggende thema’s
van de ontwikkelingspsychologie
De toekomst van de ontwikkelingspsychologie
1.1Een oriëntatie op de ontwikkelingspsychologie
De reikwijdte van het vakgebied
De invloed van cohorten op ontwikkeling: ontwikkelen in een
sociale wereld
Proloog: Een ‘wonderlijke nieuwe wereld’
Het is net een doorsnee verjaardagsfeest, al is er wel erg
veel moeite gedaan. Er zijn clowns op stelten, een valk­
demonstratie, kunstenaars die hennatatoeages aanbren­
gen en een opblaaskasteel waar jongere feestgangers
in kunnen springen. Duizend gasten krioelen over de
keurig gemaaide gazons van dit jakobijnse landgoed in
het Engelse landschap. Gezinnen zijn uit IJsland, Noor­
wegen, het Midden-Oosten en de Verenigde Staten hier
naartoe gekomen. Onder degenen die de reis hebben
gemaakt, bevinden zich heel wat tweelingen plus een
aantal drie- en vierlingen. Te midden van de herrie komt
iedereen bij elkaar om ‘happy birthday’ te zingen voor
een vrouw die 25 jaar is geworden. In een beige broek­
pak en haar haren in een paardenstaart blaast Louise
Brown, ’s werelds eerste reageerbuisbaby, verlegen de
kaarsjes uit en snijdt een wit geglazuurde chocolade­
taart aan. Onder haar gasten bevinden zich honderden
Louise Brown (op de voorgrond) en haar vrienden.
anderen die ook zijn verwekt door middel van in-vitro­
fertilisatie (IVF), een fractie van de 1,5 miljoen IVF-ba­
by’s die sinds 1978 zijn geboren (Rohm, 2003 p. 157).
Hoofdstuk 1 Een inleiding in de ontwikkeling van het kind
Feldman 4e boek.indb 3
19-01-2009 11:25:27
Vooruitblik
De conceptie van Louise Brown mag dan een noviteit zijn geweest, haar ontwikkeling heeft zich vanaf haar vroegste kindertijd volgens voorspelbare patronen
voltrokken. De specifieke omstandigheden van onze ontwikkeling zijn allemaal
verschillend – sommigen hebben te maken met economische achterstelling, leven in oorlogsgebieden of ze kampen met problemen in gezinsverband, bijvoorbeeld scheidingen en stiefouders – maar de globale ontwikkelingslijnen die 25
jaar geleden in dat reageerbuisje begonnen, vertonen een opmerkelijke gelijkenis
met die van ons allemaal.
Dat Louise Brown in een laboratorium is verwekt, is slechts een van de ‘brave
new worlds’ van de 21e eeuw.
Kwesties die variëren van klonen, de consequenties van armoede op ontwikkeling tot de effecten van cultuur en ras werpen belangrijke vragen op omtrent
ontwikkeling. En daaraan ten grondslag liggen vragen die nog essentiëler zijn:
hoe ontwikkelen kinderen zich fysiek? Hoe groeit en verandert hun begrip van
de wereld in de loop der tijd? En hoe ontwikkelen onze persoonlijkheid en onze
sociale omgeving vanaf onze geboorte tot en met onze adolescentie?
Al deze vragen en nog vele andere die we in dit boek tegenkomen, staan in de
ontwikkeling van het kind centraal. Neem bijvoorbeeld de uiteenlopende theorieën van verschillende specialisten op het gebied van kinderontwikkeling over
Louise Browns geschiedenis:
•Onderzoekers die vanuit een biologische invalshoek naar gedrag kijken, kunnen geïnteresseerd zijn in de vraag of het feit dat Louise buiten de baarmoeder is verwekt invloed heeft gehad op haar functioneren voor de geboorte.
• Specialisten die zich bezighouden met genetica kunnen onderzoeken welke
invloed de biologische eigenschappen van Louises ouders op haar latere gedrag hebben.
• Specialisten die zich bezighouden met de manier waarop het denken in de
loop van de kindertijd verandert, kunnen onderzoeken hoe Louises beeld van
haar conceptie verandert naarmate ze ouder wordt.
•Onderzoekers die zich richten op fysieke groei kunnen kijken of haar groei anders verloopt dan die van kinderen die op de traditionele manier zijn verwekt.
•Deskundigen die zich gespecialiseerd hebben in de sociale wereld van het
kind kunnen kijken naar de manier waarop Louise met andere kinderen omgaat en naar het soort vriendschappen dat ze ontwikkelt.
Hoewel ze zich op verschillende aspecten richten, hebben deze specialisten één
ding gemeen: ze zijn geïnteresseerd in de groei en de veranderingen die een kind
in zijn jeugd en zijn adolescentie doormaakt. Ze kijken op allerlei manieren naar
hoe ons gedrag wordt beïnvloed door de biologische erfenis van onze ouders en
door de omgeving waarin we leven.
Sommige onderzoekers houden zich bezig met de invloed van onze genetische
achtergrond op de manier waarop we naar de wereld kijken en hoe we met anderen omgaan – met persoonlijkheid dus. Deze professionals proberen erachter
te komen hoeveel van ons potentieel als mens wordt bepaald – of beperkt – door
erfelijkheid. Andere specialisten kijken naar de omgeving waarin we opgroeien
en onderzoeken de manier waarop ons leven wordt beïnvloed door de wereld
om ons heen. Zij onderzoeken in hoeverre we worden gevormd door onze
vroege omgeving en welke directe en indirecte invloed onze huidige omstandigheden op ons gedrag hebben.
Of ze zich nu bezighouden met erfelijkheid of met omgeving, alle specialisten
die zich met de ontwikkeling van kinderen bezighouden hopen dat hun werk
uiteindelijk zal bijdragen aan een beter leven voor kinderen. Mensen die werk-
Deel 1
Feldman 4e boek.indb 4
De ontwikkeling van het kind
19-01-2009 11:25:28
zaam zijn op uiteenlopende terreinen als het onderwijs, de gezondheidszorg en
het sociaal werk putten uit de bevindingen van deze onderzoekers om het welzijn van kinderen te bevorderen.
In dit hoofdstuk oriënteren we ons op het vakgebied ontwikkelingspsychologie.
We beginnen met een bespreking van de reikwijdte van de discipline. We geven
een indruk van het brede scala aan onderwerpen dat eronder valt en de leeftijden waarop het zich richt, van het moment van conceptie tot het eind van de
adolescentie. Ook kijken we naar de grondbeginselen van het vakgebied en staan
we stil bij de belangrijkste kwesties en vragen die ten grondslag liggen aan de
ontwikkelingspsychologie. Tot slot besteden we aandacht aan de toekomst van
het vakgebied.
1.1Een oriëntatie op de ontwikkelingspsychologie
Heb je je ooit verbaasd over de manier waarop een baby je vinger vastgrijpt met
zijn minuscule, perfect gevormde handjes? Of over de methodische tekenstijl van
peuters? Of over de weldoordachte manier waarop een adolescent besluit wie hij
voor een feestje uitnodigt?
Wie bij zulke dingen stilstaat, stelt het soort vragen waarmee ontwikkelingspsychologen zich bezighouden. Ontwikkelingspsychologie (vroeger ook
genetische psychologie genoemd, tegenwoordig ook wel levenslooppsychologie) is de
wetenschappelijke studie naar de patronen van groei, verandering en stabiliteit
die zich voordoen bij toenemende leeftijd, dus vanaf de geboorte via de babyjaren, peuterjaren, kleuterjaren, schoolperiode, adolescentie, volwassenheid tot
in de ouderdom. De meeste aandacht van de onderzoekers gaat nog uit naar de
periode waarin de veranderingen elkaar het snelst opvolgen: die van de geboorte
tot aan de adolescentie.
De definitie van het vakgebied lijkt vrij eenvoudig, maar dat is enigszins misleidend. Om te begrijpen wat ontwikkelingspsychologie precies inhoudt, moeten
we dieper ingaan op de verschillende delen van de definitie.
Bij het bestuderen van groei, verandering en stabiliteit kiest de ontwikkelingspsychologie voor een wetenschappelijke benadering. Net als leden van andere
wetenschappelijke disciplines toetsen ook onderzoekers op dit gebied hun hypotheses over de aard en het verloop van de menselijke ontwikkeling met behulp
van wetenschappelijke werkwijzen. Zoals we in het volgende hoofdstuk zullen
zien, formuleren ze theorieën over ontwikkeling en gebruiken ze methodische,
wetenschappelijke technieken om de juistheid van die theorieën systematisch
aan te tonen.
Ontwikkelingspsychologie richt zich op de menselijke ontwikkeling. Hoewel er
binnen dit vakgebied ook specialisten zijn die kijken naar de ontwikkeling van
niet-menselijke soorten, houdt de overgrote meerderheid zich bezig met groei
en verandering in mensen. Sommigen proberen de universele ontwikkelingsprincipes te doorgronden, terwijl anderen kijken naar de invloed van culturele,
raciale en etnische verschillen op het verloop van de ontwikkeling. Weer anderen
proberen inzicht te krijgen in de unieke aspecten van individuen; zij kijken naar
de kenmerken en eigenschappen die de ene mens van de andere onderscheiden.
Maar welke benadering ze ook kiezen, alle ontwikkelingspsychologen beschouwen ontwikkeling als een continu proces.
Ontwikkelingspsychologen houden zich niet alleen bezig met de manier waarop
mensen tijdens hun leven veranderen en groeien, maar ook met stabiliteit in het
leven van kinderen, adolescenten en volwassenen. Ze vragen zich af op welke gebieden en in welke perioden mensen veranderen en groeien en hoe hun gedrag
zich verhoudt tot eerder gedrag.
Ontwikkelingspsychologie: de wetenschappelijke studie naar groei, verandering
en stabiliteit van conceptie tot adolescentie.
Hoofdstuk 1 Een inleiding in de ontwikkeling van het kind
Feldman 4e boek.indb 5
19-01-2009 11:25:28
Hoewel de ontwikkelingspsychologie zich concentreert op de jeugd en de adolescentie, ontwikkelt een mens zich in elke periode van zijn leven. Dat begint
bij zijn verwekking en eindigt bij zijn dood. Ontwikkelingspsychologen gaan
ervan uit dat mensen in sommige opzichten tot het einde van hun leven blijven
groeien en veranderen, terwijl hun gedrag in andere opzichten stabiel blijft. Tegelijkertijd geloven ze dat er niet één bepaalde periode in het leven bestaat die
alle ontwikkeling bepaalt. Ze denken dat elke periode het potentieel voor groei
én verval bevat en dat mensen hun hele leven kunnen groeien en veranderen.
Dit noemt men ook wel levenslooppsychologie. Erikson heeft een fasetheorie
ontwikkeld die tot ver na de adolescentie doorloopt.
1.1.1
De reikwijdte van het vakgebied
De definitie van ontwikkelingspsychologie is globaal en de reikwijdte van het
gebied is aanzienlijk. Ontwikkelingspsychologen houden zich dan ook bezig met
vrij uiteenlopende onderwerpen. Ze specialiseren zich meestal op twee manieren: in een thema en in een leeftijdscategorie.
Thematische gebieden binnen de ontwikkelingspsychologie
Onderzoek naar de ontwikkeling van kinderen is onder te verdelen in drie centrale thema’s of benaderingen:
• Fysieke ontwikkeling
• Cognitieve ontwikkeling
• Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling
Fysieke ontwikkeling: ontwikkeling die
betrekking heeft op de fysieke opbouw
van het lichaam, zoals de de hersenen, het
zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen en de
behoefte aan eten, drinken en slaap.
Cognitieve ontwikkeling: ontwikkeling die
betrekking heeft op de manier waarop het
gedrag van mensen wordt beïnvloed door
groei en verandering in de eigenschappen
die de ene persoon van de andere onderscheiden.
Persoonlijkheidsontwikkeling: ontwikkeling die betrekking heeft op stabiliteit en
verandering in de eigenschappen die de ene
persoon van de andere onderscheiden.
Sociale ontwikkeling: ontwikkeling die
betrekking heeft op de manier waarop de
interacties van mensen met elkaar en hun
sociale relaties in de loop van hun leven
groeien, veranderen en stabiel blijven.
Deel 1
Feldman 4e boek.indb 6
Wie zich bezighoudt met de ontwikkeling van kinderen kan zich specialiseren in
een van deze thematische gebieden. Sommige ontwikkelingspsychologen richten
zich bijvoorbeeld op fysieke ontwikkeling. Zij kijken naar de invloed van het
lichaam – de hersenen, het zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen en de behoefte
aan eten, drinken en slaap – op ons gedrag. Ze doen bijvoorbeeld onderzoek
naar de effecten van ondervoeding op het groeitempo van kinderen, of naar het
seksuele rijpingsproces tijdens de adolescentie.
Andere ontwikkelingspsychologen doen onderzoek naar de cognitieve ontwikkeling van de mens. Zij proberen te begrijpen hoe het gedrag van mensen
wordt beïnvloed door groei en veranderingen in hun intellectuele vermogens.
Cognitieve ontwikkelingspsychologen houden zich bezig met leren, geheugen,
probleemoplossing en intelligentie. Ze willen er bijvoorbeeld achter komen hoe
intellectuele vermogens in de loop van de kindertijd veranderen, of proberen te
achterhalen of er culturele verschillen bestaan in de factoren waaraan kinderen
hun successen en mislukkingen op school toeschrijven.
Tot slot zijn er ontwikkelingspsychologen die zich bezighouden met de ontwikkeling van de persoonlijkheid en met sociale ontwikkeling. De eerste
groep kijkt naar stabiliteit en verandering in de eigenschappen die de ene persoon van de andere onderscheiden; de tweede groep kijkt naar de manier waarop
de interacties van mensen met elkaar en hun sociale relaties in de loop van hun
leven groeien, veranderen en stabiel blijven. Een ontwikkelingspsycholoog die
geïnteresseerd is in persoonlijkheidsontwikkeling kan zich afvragen of een mens
tijdens zijn leven stabiele, duurzame karaktereigenschappen bezit, terwijl een
specialist op het gebied van sociale ontwikkeling bijvoorbeeld kijkt naar het uitgaansgedrag van adolescenten. Specialisten op het gebied van persoonlijkheidsontwikkeling en sociale ontwikkeling houden zich ook bezig met de emotionele
ontwikkeling van kinderen en adolescenten (de belangrijkste benaderingen zijn
samengevat in tabel 1-1).
De ontwikkeling van het kind
19-01-2009 11:25:28
Tabel 1-1
De ontwikkeling van het kind: drie benaderingen
Oriëntatie
Kenmerken
Voorbeelden van vraagstukken*
Fysieke ontwikkeling
Kijkt naar de invloed van de hersenen, het
zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen en de behoefte
aan eten, drinken en slaap op ons gedrag.
Wat bepaalt de sekse van een kind? (3)
Wat zijn de langetermijngevolgen van een premature geboorte? (4)
Wat zijn de voordelen van borstvoeding? (5)
Wat zijn de consequenties van vroege of late seksuele rijpheid? (14)
Cognitieve ontwikkeling
Kijkt naar intellectuele vermogens, waaronder
leren, geheugen, het oplossen van problemen en
intelligentie.
Wat zijn de vroegste herinneringen die we van onze babytijd kunnen
hebben? (6)
Wat zijn de consequenties van tv kijken? (9)
Heeft tweetaligheid voordelen? (12)
Bestaan er raciale en etnische verschillen in intelligentie? (12)
Welke invloed heeft het egocentrisme van een adolescent op zijn
wereldbeeld? (15)
Persoonlijkheids- en
sociale ontwikkeling
Kijkt naar de duurzame eigenschappen die de ene
persoon van de andere onderscheiden en naar de
ontwikkeling en de verandering van sociale relaties en
interacties met anderen.
Reageren pasgeborenen anders op hun moeder dan op andere mensen?
(4)
Wat is de beste manier om kinderen op te voeden? (10)
Wanneer wordt een kind zich bewust van zijn sekse? (10)
Hoe kunnen we interraciale vriendschappen bevorderen? (13)
Wat zijn de oorzaken van zelfmoord bij adolescenten? (16)
*De getallen tussen haakjes verwijzen naar het hoofdstuk waarin de vraag wordt behandeld.
Leeftijdsgroepen en individuele verschillen
Binnen hun specialisatie naar thematisch gebied kijken ontwikkelingspsychologen meestal ook naar specifieke leeftijden. Ze verdelen jeugd en adolescentie
doorgaans in globale leeftijdsgroepen: de prenatale periode (de periode van
conceptie tot geboorte), de baby- en peutertijd (van geboorte tot drie jaar), de
kleutertijd (van drie tot zes jaar), de basisschooltijd (van zes tot twaalf jaar) en de
adolescentie (van twaalf tot twintig jaar).
Hoewel de meeste ontwikkelingspsychologen deze globale perioden hanteren,
zijn de leeftijdsgroepen zelf in vele opzichten willekeurig. Sommige perioden
hebben weliswaar een duidelijk afgebakende grens (de babytijd begint bij de
geboorte, de peutertijd eindigt als het kind naar de basisschool gaat en de adolescentie begint wanneer het kind seksueel rijp is), maar andere niet.
Neem bijvoorbeeld de overgang tussen basisschooltijd en adolescentie, die
meestal plaatsvindt rond twaalfjarige leeftijd. Omdat die grens gebaseerd is op
een biologische verandering – het begin van het seksuele rijpingsproces – die
zich bij ieder kind op een ander tijdstip voltrekt, kan de leeftijd waarop een kind
de adolescentie bereikt per persoon verschillen.
De tijdstippen waarop gebeurtenissen zich in het leven van mensen voltrekken,
kunnen dus aanzienlijk variëren. Dat heeft deels een biologische oorzaak: de ene
mens is sneller volgroeid dan de andere en bereikt sneller bepaalde mijlpalen in
zijn ontwikkeling. Maar ook omgevingsfactoren spelen een belangrijke rol. De
leeftijd waarop mensen meestal liefdesrelaties aangaan varieert bijvoorbeeld per
cultuur en is afhankelijk van de manier waarop men in die cultuur aankijkt tegen
relaties.
Als ontwikkelingspsychologen het over leeftijdsgroepen hebben is het dus
belangrijk om te beseffen dat zij het over gemiddelden hebben – het tijdstip
waarop kinderen gemiddeld genomen bepaalde mijlpalen bereiken. De variaties
worden alleen opmerkelijk als kinderen aanzienlijke afwijkingen van het gemiddelde vertonen. Ouders wier kind veel later dan gemiddeld begint met praten
zouden bijvoorbeeld met hem naar een logopedist kunnen gaan.
Hoe ouder kinderen worden, des te eerder zullen ze bovendien afwijken van
het gemiddelde. De individuele verschillen worden groter naarmate de leeftijd
Hoofdstuk 1 Een inleiding in de ontwikkeling van het kind
Feldman 4e boek.indb 7
19-01-2009 11:25:28
vordert. Bij heel jonge kinderen is een groot deel van de ontwikkeling genetisch
bepaald en voltrekt zij zich automatisch. Daardoor gaat de ontwikkeling van de
meeste kinderen grotendeels gelijk op. Maar als kinderen ouder worden gaan
omgevingsfactoren een grotere rol spelen, waardoor er na verloop van tijd meer
variatie en meer individuele verschillen ontstaan.
De koppeling tussen thema’s en leeftijden
Deze bruiloft van twee kinderen in India is
een voorbeeld van het belang van omgevingsfactoren voor de leeftijd waarop een
bepaalde gebeurtenis zich voltrekt.
Alle globale themagebieden binnen de ontwikkelingspsychologie – fysieke,
cognitieve en sociale, en persoonlijkheidsontwikkeling – spelen een rol in de
kindertijd en de adolescentie. Sommige ontwikkelingsdeskundigen richten zich
op de fysieke ontwikkeling tijdens de prenatale periode en anderen op wat er
gebeurt tijdens de adolescentie. Sommigen zijn gespecialiseerd in de sociale ontwikkeling tijdens de kleutertijd, terwijl anderen zich bezighouden met sociale
relaties tijdens de basisschooltijd. En weer anderen trekken het breder en kijken
naar de cognitieve ontwikkeling in elke periode van de kindertijd en de adolescentie (en daarna).
Door de variatie in themagebieden en leeftijdsgroepen beschouwen allerlei specialisten met uiteenlopende achtergronden zichzelf als deskundigen op het gebied van de ontwikkelingspsychologie. Psychologen die gedrag en mentale processen bestuderen, pedagogen, genetici en artsen zijn maar een paar voorbeelden
van mensen die gespecialiseerd zijn in en onderzoek uitvoeren naar de ontwikkeling van kinderen. Bovendien werken zij in allerlei verschillende omgevingen,
zoals universitaire psychologiefaculteiten, het onderwijs, de medische sector en
niet-academische omgevingen als thuiszorginstellingen en crèches.
Deze diversiteit aan specialisten levert een groot aantal verschillende perspectieven en een grote intellectuele rijkdom op. Bovendien zorgt zij ervoor dat de
onderzoeksbevindingen van het vakgebied worden gebruikt in een breed scala
aan beroepen. Onderwijzers, verpleegkundigen, sociaal werkers, medewerkers in
de kinderopvang en deskundigen op het gebied van sociaal beleid baseren zich
bij hun pogingen om het welzijn van kinderen te verbeteren allemaal op de bevindingen van de ontwikkelingspsychologie.
DIVERSITEIT IN ONTWIKKELING
Hoe cultuur, etnische afkomst en ras de ontwikkeling beïnvloeden
Centraal-Amerikaanse Maya-moeders zijn er zeker van dat
bijna voortdurend contact tussen henzelf en hun baby’s
noodzakelijk is voor goed moederschap. Ze raken zelfs
fysiek ontregeld als dat contact niet mogelijk is. Ze zijn
geschokt als ze zien dat een westerse moeder haar kind
neerlegt en schrijven het gehuil van de baby toe aan de
overtuiging dat westerse vrouwen slechte moeders zijn
(Morelli et al., 1992).
In deze passage staan twee benaderingen van ouderschap
lijnrecht tegenover elkaar. Is de ene goed en de andere fout?
Waarschijnlijk niet, als we kijken naar de culturele context waarin
de moeders opereren. Alle culturen en subculturen hebben
hun eigen opvattingen over de juiste manier om kinderen op
te voeden, zoals ze ook hun eigen ontwikkelingsdoelstellingen
Deel 1
Feldman 4e boek.indb 8
voor kinderen hebben (Greenfield, 1995, 1997; Haight & Black,
2002; Tolchinsky, 2003).
Ontwikkelingsspecialisten moeten rekening houden met globale
culturele factoren, zoals de neiging tot individualisme of collectivisme. Daarnaast moeten ze ook subtielere etnische, raciale,
sociaal-economische en sekseverschillen in ogenschouw nemen als ze inzicht willen krijgen in de manier waarop mensen
tijdens hun leven veranderen en groeien. Op die manier krijgen
ze niet alleen een beter beeld van de menselijke ontwikkeling
maar komen ze wellicht ook tot preciezere toepassingen om de
sociale omstandigheden van mensen te verbeteren.
Pogingen om te begrijpen hoe ontwikkeling wordt beïnvloed
door diversiteit worden gedwarsboomd door problemen met
het vinden van het juiste vocabulaire. Leden van de onderzoeksgemeenschap – net als de samenleving in haar geheel
De ontwikkeling van het kind
19-01-2009 11:25:29
– gebruiken termen als ras en etnische groep bijvoorbeeld vaak op
een verkeerde manier. Ras is een biologisch concept dat verwijst
naar classificaties die gebaseerd zijn op fysieke en structurele eigenschappen van soorten. Etnische groep en etniciteit daarentegen
zijn bredere termen die verwijzen naar culturele achtergrond, nationaliteit, religie en taal.
Vooral het begrip ras blijkt problemen te geven. Hoewel het in feite
verwijst naar biologische factoren, heeft het in de loop der tijd nog
een heleboel andere – vaak onjuiste – betekenissen gekregen, die
bijvoorbeeld betrekking hebben op huidskleur, religie of cultuur.
Bovendien is het begrip ras buitengewoon onnauwkeurig: afhankelijk van de definitie ervan bestaan er tussen de drie en driehonderd
rassen, en geen enkel ras is biologisch gezien zuiver. Bovendien
maakt het feit dat 99,9 procent van de genetische opbouw van
de mens bij iedereen identiek is de vraag welk ras iemand heeft
relatief onbelangrijk (Angier, 2000; Carpenter, 2000; Bamshad &
Olson, 2003).
Verder bestaat er weinig overeenstemming over de beste benamingen voor verschillende rassen en etnische groepen. Moeten
we de voorkeur geven aan de term Antilliaan – die geografische
en culturele implicaties heeft – boven de term zwart, die primair
gebaseerd is op huidskleur? Is inheemse Amerikaan beter dan
Indiaan? Is Latijns-Amerikaans toepasselijker dan Latino? En hoe
kunnen onderzoekers mensen met een multiculturele achtergrond
op de juiste manier categoriseren? De keuze voor een categorie
heeft belangrijke gevolgen voor de validiteit en de bruikbaarheid
van het onderzoek.
Nu het aandeel van minderheden in de samenleving blijft groeien
wordt het noodzakelijk om rekening te houden met complexe
diversiteitskwesties, wil men een compleet beeld krijgen van de
menselijke ontwikkeling (Fowers & Richardson, 1996). Sterker nog:
alleen door te zoeken naar overeenkomsten en verschillen tussen
etnische, culturele en raciale groepen kunnen onderzoekers univer-
sele ontwikkelingsprincipes onderscheiden van cultureel bepaalde
principes. De komende jaren zal de ontwikkelingspsychologie zich
dus waarschijnlijk ontwikkelen van een discipline die zich primair
richt op kinderen met een Noord-Amerikaanse of Europese achtergrond tot een discipline die zich bezighoudt met de ontwikkeling
van kinderen over de hele wereld (Bamshad et al., 2003; Olson,
2003; Quintana, 2004).
Het gezicht van onze samenleving verandert nu het aantal kinderen met
verschillende achtergronden toeneemt.
1.1.2De invloed van cohorten op ontwikkeling: ontwikkelen in een
sociale wereld
Bob, geboren in 1947, is een babyboomer. Hij kwam vlak na het einde van de
Tweede Wereldoorlog ter wereld, toen er sprake was van een geboortegolf. Hij
was een adolescent ten tijde van de flowerpower in de jaren zestig. Zijn moeder, Gerda, werd geboren is 1922; zij behoort tot de generatie die haar jeugd en
tienerjaren in de schaduw van grote financiële achteruitgang doorbracht. Bobs
zoon Jonathan is geboren in 1975. Hij is afgestudeerd, pas getrouwd en net begonnen met zijn carrière. Hij behoort tot de zogenaamde Generatie X.
Ieder mens behoort tot een specifiek cohort: een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek is geboren. Lidmaatschap van een cohort onderwerpt
mensen aan invloeden die betrekking hebben op historische gebeurtenissen,
leeftijdgebonden gebeurtenissen, sociaal-culturele gebeurtenissen en niet-normatieve gebeurtenissen. Belangrijke sociale gebeurtenissen als oorlogen, economische oplevingen en depressies, hongersnoden en epidemieën (zoals de aids-epidemie) hebben een bepaalde invloed op alle leden van een cohort.
Cohort: een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek is geboren.
Hoofdstuk 1 Een inleiding in de ontwikkeling van het kind
Feldman 4e boek.indb 9
19-01-2009 11:25:29
Normatieve invloeden op de ontwikkeling
Normatieve gebeurtenissen: gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen
binnen een groep op dezelfde manier
voltrekken.
Mensen die tot een bepaalde cohort behoren zijn onderhevig aan bepaalde normatieve gebeurtenissen. Dat zijn gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een groep op dezelfde manier voltrekken. Normatieve gebeurtenissen
kunnen biologisch, sociaal of cultureel bepaald zijn. Het bereiken van de puberteit
aan het begin van de adolescentie is bijvoorbeeld een normatieve gebeurtenis omdat het iedereen ongeveer in dezelfde periode overkomt. En in westerse culturen
beginnen alle kinderen rond hun vijfde of zesde levensjaar met verplicht onderwijs.
Er bestaan verschillende soorten normatieve gebeurtenissen. Normatieve historisch
bepaalde invloeden zijn biologische en omgevingsinvloeden die gekoppeld zijn aan
een specifiek historisch moment. Kinderen die in New York woonden werden
bijvoorbeeld allemaal geconfronteerd met biologische en omgevingsproblemen
als gevolg van de terroristische aanslagen op het World Trade Center op 11 september 2001. Hun ontwikkeling zal worden beïnvloed door deze normatieve
historisch bepaalde gebeurtenis.
Normatieve historisch bepaalde invloeden kunnen worden afgezet tegen normatieve leeftijdgebonden invloeden. Dit zijn biologische en omgevingsinvloeden die
gelijk zijn voor mensen in een bepaalde leeftijdsgroep, ongeacht wanneer of waar
ze opgroeien. Biologische gebeurtenissen als de menopauze zijn bijvoorbeeld
universele fenomenen die in alle samenlevingen min of meer rond dezelfde tijd
plaatsvinden. Ook een sociaal-culturele gebeurtenis als eindexamen doen kan
worden beschouwd als een normatieve leeftijdgebonden invloed omdat zij voor
de meeste adolescenten plaatsvindt aan het eind van de tienerjaren.
Ontwikkeling wordt ook bepaald door normatieve sociaal-cultureel bepaalde invloeden,
zoals etnische afkomst, sociale klasse, lidmaatschap van een subcultuur en andere
factoren. Immigrantenkinderen die Nederlands als tweede taal spreken zijn bijvoorbeeld onderhevig aan heel andere sociaal-cultureel bepaalde invloeden dan
in Nederland of België geboren kinderen die Nederlands als moedertaal hebben.
Tot slot zijn ook niet-normatieve gebeurtenissen van invloed op de ontwikkeling.
Dit zijn specifieke, atypische gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van
een specifiek persoon op een tijdstip dat zulke gebeurtenissen de meeste andere
mensen niet overkomen. De ervaring van Louise Brown, die opgroeide met
het besef dat zij het eerste kind ter wereld was dat via in-vitrofertilisatie werd
verwekt, is bijvoorbeeld een niet-normatieve gebeurtenis. Kinderen kunnen
Het maatschappelijk beeld
van jeugd en van wat normaal is om van kinderen
te vragen verandert door
de eeuwen heen. Deze
kinderen uit het begin
van de twintigste eeuw
werkten de hele dag in de
mijnen.
10
Deel 1
Feldman 4e boek.indb 10
De ontwikkeling van het kind
19-01-2009 11:25:30
ook hun eigen niet-normatieve gebeurtenissen creëren. Een middelbare-schoolleerlinge die een landelijke wetenschapswedstrijd wint creëert voor zichzelf een
niet-normatieve gebeurtenis. In feite bouwt zij actief aan haar eigen omgeving
en heeft zij een aandeel in haar eigen ontwikkeling.
1.2
Kinderen: verleden, heden en toekomst
1.2.1
Vroege denkbeelden over kinderen
Sinds er mensen op deze planeet rondlopen, zijn kinderen het onderwerp van
studie. Ouders zijn eindeloos gefascineerd door hun kinderen, en hun ontwikkeling is zowel een bron van nieuwsgierigheid als van verwondering.
Maar het is relatief kortgeleden dat kinderen vanuit een wetenschappelijke invalshoek worden bestudeerd. Zelfs een korte blik op hoe het vakgebied ontwikkelingspsychologie zich heeft ontwikkeld toont aan dat er veel is veranderd in de
manier waarop we naar kinderen kijken.
Hoewel het moeilijk voor te stellen is, denken sommige wetenschappers dat er
een periode was waarin de kindertijd niet eens bestond, althans niet in de belevingswereld van volwassenen.Volgens Philippe Ariès, die schilderijen en andere
kunstvormen bestudeerde, kregen kinderen in de middeleeuwen pas rond 1600
een eigen status.Voor die tijd werden ze gezien als enigszins imperfecte miniatuurvolwassenen. Ze droegen dezelfde kleding als volwassenen en kregen niet
echt een speciale behandeling. De kindertijd werd niet beschouwd als een stadium dat kwalitatief anders was dan de volwassenheid (Ariès, 1962).
Hoewel de gedachte dat kinderen in de middeleeuwen puur gezien werden als
miniatuurvolwassenen misschien wat overdreven is – de argumenten van Ariès
waren voornamelijk gebaseerd op kunstwerken die de Europese aristocratie verbeeldden, een zeer beperkte doorsnede van de westerse cultuur – is het duidelijk
dat de kindertijd iets heel anders betekende dan tegenwoordig. Bovendien vatte
het idee dat de kindertijd systematisch kon worden bestudeerd pas later post.
In de middeleeuwen werden kinderen gezien als imperfecte miniatuurvolwassenen.
Deze kijk op kinderen kwam tot uiting in de
kleding die ze droegen – precies dezelfde als
volwassenen.
Babybiografieën
Een van de eerste geschriften waarin kinderen methodisch werden bestudeerd
waren babybiografieën. Deze waren aan het einde van de achttiende eeuw populair in Duitsland. Waarnemers – meestal de ouders – probeerden de groei van een
kind bij te houden. Dat deden ze door de fysieke en taalkundige mijlpalen van
dat kind vast te leggen.
Maar pas met Charles Darwin, die de evolutietheorie ontwikkelde, kreeg de observatie van kinderen een systematischer karakter. Darwin was ervan overtuigd
dat de ontwikkeling van individuen binnen een soort aanwijzingen bevatte over
de ontwikkeling van de soort zelf. Hij gaf de babybiografieën een wetenschappelijker status door er zelf een te schrijven. Daarvoor volgde hij de ontwikkelingen
van zijn zoon in diens eerste levensjaar.
Na de publicatie van Darwins boek volgde een golf van babybiografieën. Daarnaast droegen nog andere historische trends bij aan een versnelde ontwikkeling
van een nieuwe discipline die zich richtte op kinderen. Wetenschappers ontdekten de mechanismen achter de verwekking van kinderen en genetici begonnen
de mysteries van de erfelijkheid te ontrafelen. Filosofen discussieerden over de
relatieve invloed van nature (erfelijkheid) en nurture (omgevingsinvloeden).
Focus op de kindertijd
Doordat er meer volwassenen beschikbaar kwamen op de arbeidsmarkt, waren
kinderen bovendien niet meer nodig als bron van goedkope arbeid. Dat maakte
de weg vrij voor wetten die kinderen tegen uitbuiting beschermden. En door-
Hoofdstuk 1 Een inleiding in de ontwikkeling van het kind
Feldman 4e boek.indb 11
11
19-01-2009 11:25:30
dat onderwijs universeler werd, waren kinderen een groter gedeelte van de dag
gescheiden van volwassenen. Leraren probeerden betere manieren te vinden om
kinderen onderwijs te geven, en dankzij nieuwe psychologische inzichten werden mensen zich bewust van het feit dat gebeurtenissen tijdens hun jeugd van
invloed waren op de rest van hun leven. Dankzij deze belangrijke sociale veranderingen werd de ontwikkelingspsychologie als apart vakgebied erkend.
1.2.2
De twintigste eeuw: ontwikkelingspsychologie als discipline
Binnen het nieuwe vakgebied ontwikkelingspsychologie kwamen verschillende
namen centraal te staan. Alfred Binet, een Franse psycholoog, verrichtte niet alleen pionierswerk op het gebied van de intelligentie van kinderen, maar deed
ook onderzoek naar het geheugen en naar hoofdrekenen. G. Stanley Hall was de
eerste die het denken en het gedrag van kinderen onderzocht met behulp van
vragenlijsten. Ook schreef hij het eerste boek waarin adolescentie als aparte ontwikkelingsperiode werd gezien. Dat droeg de toepasselijke titel Adolescence (Hall,
1904/1916).
Bijdragen van vrouwen
Hoewel vrouwen in hun academische carrières gehinderd werden door vooroordelen, leverden ze aan het begin van de twintigste eeuw belangrijke bijdragen
aan het vakgebied ontwikkelingspsychologie. Leta Stetter Hollingworth was
bijvoorbeeld een van de eerste psychologen die zich specifiek bezighield met
de ontwikkeling van kinderen (Denmark & Fernandez, 1993; Hollingworth,
1943/1990).
In de eerste helft van de twintigste eeuw ontstond er een trend die een enorme
invloed heeft gehad op ons inzicht in de ontwikkeling van kinderen: de opkomst
van grootschalige, systematische en langdurige onderzoeken naar kinderen en
naar hun ontwikkeling tijdens de rest van hun leven. De Stanford Studies of Gifted Children gingen bijvoorbeeld aan het begin van de jaren twintig van start en
lopen nu nog. Ook de Fels Research Institute Study en de Berkeley Growth and
Guidance Studies brachten nieuwe inzichten aan het licht over de veranderingen in het leven van kinderen naarmate ze ouder worden. In het kader van deze
onderzoeken werden grote aantallen kinderen op een normatieve manier bestudeerd om vast te stellen wat gemiddelde groei was (Dixon & Lerner, 1999).
De vrouwen en mannen die de basis van de ontwikkelingspsychologie legden
hadden een gemeenschappelijk doel: ze wilden de aard van groei, verandering en
stabiliteit tijdens jeugd en adolescentie op een wetenschappelijke manier bestuderen. Zij hebben ervoor gezorgd dat het vakgebied zich tot zijn huidige dimensies heeft ontwikkeld.
Vaardigheid
De twee manieren om tegen ontwikkeling
aan te kijken zijn continue verandering,
die geleidelijk is en waarbij de prestaties
op een bepaald niveau voortvloeien uit
vorige prestaties, en discontinue verandering, die zich in aparte stappen of stadia
voltrekt.
geboorte 3
5
7
9 11 13 15 17 19 21
maanden
12
Deel 1
Feldman 4e boek.indb 12
Discontinue verandering
Continue verandering
Vaardigheid
Figuur 1-1
Twee manieren om tegen
ontwikkeling aan te kijken
geboorte 3
5
7
9 11 13 15 17 19 21
maanden
De ontwikkeling van het kind
19-01-2009 11:25:31
Tabel 1-2
Belangrijke vraagstukken rondom de ontwikkeling van het kind
Continue verandering
Discontinue verandering
Verandering verloopt geleidelijk.
Prestaties op het ene niveau zijn een vervolg op een voorgaand niveau.
Onderliggende ontwikkelingsprocessen blijven iemands hele levensduur gelijk.
Verandering verloopt in duidelijk onderscheiden stappen of fasen.
Gedrag en processen zijn in verschillende fasen kwalitatief verschillend.
Kritieke perioden
Gevoelige perioden
Voor een normale ontwikkeling zijn bepaalde stimuli uit de omgeving
noodzakelijk.
Vroege ontwikkelingspsychologen leggen hier de nadruk op.
Mensen zijn gevoelig voor bepaalde stimuli uit de omgeving, maar de gevolgen
van ontbrekende stimuli zijn terug te draaien.
Dit wordt momenteel benadrukt door levenslooppsychologen.
Levensloopmodel
Focus op specifieke perioden
In moderne theorieën ligt de nadruk op groei en verandering in de loop van de
levensduur en op verbanden tussen verschillende perioden.
Vroege ontwikkelingspsychologen zien de kindertijd en de adolescentie
nadrukkelijk als de belangrijkste perioden.
Nature
Nurture
De nadruk ligt op het ontdekken van erfelijke eigenschappen en vermogens.
De nadruk ligt op invloeden van de omgeving op iemands ontwikkeling.
1.2.3Actuele vraagstukken en onderwerpen: de onderliggende
thema’s van de ontwikkelingspsychologie
Op dit moment speelt er een aantal centrale vraagstukken en onderwerpen met
betrekking tot de ontwikkeling van kinderen. Dat zijn bijvoorbeeld de aard van
de veranderingen tijdens de ontwikkeling van het kind, het belang van kritieke
en gevoelige perioden, het levensloopmodel versus gerichtere benaderingen en
de nature-nurturediscussie. (Zie de samenvatting in tabel 1-2.)
Continue verandering versus discontinue verandering
Een van de belangrijkste kwesties binnen de ontwikkelingspsychologie is de
vraag of ontwikkeling zich op een continue of een discontinue manier voltrekt
(zie figuur 1-1). Bij continue verandering is de ontwikkeling geleidelijk en
vloeien de prestaties op een bepaald niveau voort uit die van de vorige niveaus.
Continue verandering is kwantitatief; de onderliggende ontwikkelingsprocessen
die de aanzet geven tot verandering blijven gedurende het hele leven hetzelfde.
In het geval van voortdurende verandering vertoont de manier waarop kinderen
zich bekwamen in denken, praten en handelen sterke overeenkomsten met de
manier waarop hun lichaam groeit: via een geleidelijk ontwikkelingsproces.Veranderingen in lengte zijn bijvoorbeeld continu.Verderop in dit hoofdstuk zien
we dat sommige theoretici beweren dat veranderingen in iemands denkvermogen ook continu zijn, wat duidt op geleidelijke kwantitatieve verbeteringen en
niet op de ontwikkeling van totaal nieuwe cognitieve vermogens om gegevens te
verwerken.
Discontinue verandering vindt plaats in aparte stappen of stadia. Elk stadium
levert gedrag op dat kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere stadia. Zulke
stadia zijn onder meer de kleutertijd, de kindertijd en de adolescentie.Vanuit dit
standpunt gezien, kan een ontwikkeling heel abrupt, oftewel discontinu, verlopen. Neem het voorbeeld van cognitieve ontwikkeling. In hoofdstuk 2 zullen we
zien dat sommige cognitieve ontwikkelingspsychologen menen dat het denken
van kinderen fundamenteel verandert naarmate ze ouder worden en dat die veranderingen niet alleen kwantitatief maar ook kwalitatief zijn.
De meeste ontwikkelingspsychologen zijn het erover eens dat beide soorten
verandering naast elkaar bestaan. Hoewel veel veranderingen continu zijn, zijn
andere duidelijk discontinu (Flavell, 1994; Heimann, 2003).
Continue verandering: geleidelijke ontwikkeling waarbij prestaties op een bepaald
niveau voortvloeien uit die van de vorige
niveaus.
Discontinue verandering: ontwikkeling
die in aparte stappen of stadia plaatsvindt,
en waarbij elk stadium gedrag oplevert dat
kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere
stadia.
Hoofdstuk 1 Een inleiding in de ontwikkeling van het kind
Feldman 4e boek.indb 13
13
19-01-2009 11:25:31
Kritieke en gevoelige perioden: de invloed van de omgeving
Op 18 februari 1947 kwam prinses Marijke ter wereld (later zou ze luisteren
naar haar tweede doopnaam Christina) in paleis Soestdijk. De prinses leed aan
een ernstige oogafwijking omdat Juliana in het begin van haar zwangerschap
rode hond (rubella) had gekregen. Zou Juliana echter in de dertigste week van
haar zwangerschap rode hond hebben gekregen, dan had prinses Marijke er
waarschijnlijk niets aan overgehouden.
Het feit dat de ziekte in twee perioden verschillende gevolgen heeft, is een illustratie van het begrip kritieke periode. Een kritieke periode is een specifieke
tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de grootste gevolgen
heeft. Er is sprake van kritieke perioden wanneer de aanwezigheid van bepaalde
soorten omgevingsstimuli noodzakelijk is voor een normale ontwikkeling.
Hoewel vroege specialisten op het gebied van de ontwikkeling van kinderen
veel nadruk legden op het belang van kritieke perioden, overheerst momenteel
de overtuiging dat mensen op veel vlakken, en dan met name op het gebied van
cognitieve, persoonlijkheids- en sociale ontwikkeling, flexibeler zijn dan aanvankelijk werd aangenomen. Op deze gebieden manifesteert zich een aanzienlijke
mate van plasticiteit: de mate waarin een zich ontwikkelend gedragspatroon of
fysieke structuur veranderlijk is. Zo zijn er de laatste tijd steeds meer aanwijzingen dat kinderen latere ervaringen kunnen gebruiken om eerdere achterstanden
in te halen en lopen ze niet per definitie blijvende schade op als ze bepaalde
soorten sociale ervaringen hebben gemist.
Daarom spreken ontwikkelingspsychologen nu liever van gevoelige perioden.
Tijdens een gevoelige periode zijn organismen extra ontvankelijk voor bepaalde
soorten stimuli in hun omgeving. Een gevoelige periode staat voor de periode
waarin bepaalde vermogens optimaal naar voren komen. Met name kinderen
zijn bijzonder gevoelig voor invloeden uit de omgeving.
Het verschil tussen de concepten van kritieke perioden en de concepten van
gevoelige perioden is belangrijk: er wordt aangenomen dat het permanente,
onomkeerbare gevolgen heeft wanneer een individu in ontwikkeling in kritieke
perioden bepaalde invloeden mist. In tegenstelling tot bij een kritieke periode
heeft de afwezigheid van die stimuli tijdens een gevoelige periode niet altijd
onomkeerbare consequenties (Thompson & Nelson, 2001; Beauchaine, 2003;
König, 2005).
Levensloopmodel versus focus op specifieke perioden
Kritieke periode: een specifieke tijd in de
ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de grootste gevolgen heeft.
Plasticiteit: de mate waarin een ontwikkelingsgedrag of fysieke structuur kan worden
gewijzigd.
Gevoelige periode: een afgebakende
periode, meestal vroeg in het leven van
een organisme waarin dat organisme extra
gevoelig is voor omgevingsinvloeden die
betrekking hebben op een bepaald facet van
de ontwikkeling.
14
Deel 1
Feldman 4e boek.indb 14
Op welk deel van de levensloop moeten ontwikkelingspsychologen hun aandacht richten? Volgens vroege ontwikkelingspsychologen waren dat de babytijd
en de adolescentie. De meeste aandacht was duidelijk gericht op die twee perioden; aan andere delen van de kindertijd werd nauwelijks aandacht besteed.
Tegenwoordig is de situatie anders. De hele periode van de conceptie tot en
met de adolescentie wordt nu van belang geacht, om verschillende redenen. Eén
daarvan is de ontdekking dat er in elk levensstadium sprake is van groei en verandering.
Bovendien wordt een belangrijk deel van iemands omgeving bepaald door de
andere mensen in zijn sociale omgeving. Om de sociale invloeden op kinderen
van een bepaalde leeftijd te kunnen begrijpen, moeten we de mensen begrijpen
die grotendeels verantwoordelijk zijn voor die invloeden. Om de ontwikkeling
van baby’s te kunnen doorgronden, moeten we bijvoorbeeld weten welke effecten de leeftijd van hun ouders op hun sociale omgeving heeft. Een 15-jarige
moeder zal een heel andere invloed op haar kind hebben dan een 37-jarige
moeder. De ontwikkeling van baby’s vloeit dus gedeeltelijk voort uit de ontwikkeling van volwassenen.
De ontwikkeling van het kind
19-01-2009 11:25:31
De relatieve invloed van nature en nurture op de ontwikkeling
Een van de steeds terugkerende vragen bij de ontwikkeling van kinderen is in
hoeverre het gedrag van mensen het gevolg is van hun genetisch bepaalde natuur
enerzijds en de fysieke en sociale omgeving waarin ze opgroeien anderzijds. Dit
vraagstuk, dat diepe filosofische en historische wortels heeft, heeft altijd al een
belangrijke plaats ingenomen in de ontwikkelingspsychologie.
Het begrip nature verwijst in deze context naar eigenschappen, vermogens en
capaciteiten die mensen van hun ouders erven. Het omvat elke factor die het resultaat is van het geleidelijk ontvouwen van voorbestemde genetische informatie
– een proces dat bekend staat als maturatie. Deze genetische, geërfde invloeden
zijn aan het werk terwijl we ons ontwikkelen van het eencellige organisme dat
ontstaat op het moment van conceptie tot de miljarden cellen die een volgroeid
mens vormen. Nature bepaalt of onze ogen blauw of bruin zijn, of we ons leven
lang een volle haardos houden of uiteindelijk kaal worden en hoe goed we zijn
in atletiek. Nature maakt dat onze hersenen zich zodanig ontwikkelen dat we de
woorden op deze pagina kunnen lezen.
Nurture daarentegen verwijst naar de omgevingsinvloeden die ons gedrag bepalen. Sommige van die invloeden zijn biologisch, zoals de invloed van het cocaïnegebruik van een zwangere vrouw op haar ongeboren kind of de hoeveelheid
en het soort voedsel dat een kind krijgt. Andere omgevingsinvloeden zijn sociaal
van aard, zoals de manier waarop ouders hun kinderen opvoeden en de invloed
van leeftijdsgenoten op een adolescent. Weer andere invloeden zijn het resultaat
van maatschappelijke factoren, zoals de sociaal-economische omstandigheden
waarin mensen zich bevinden.
Als onze eigenschappen en ons gedrag alleen bepaald werden door nature of
door nurture, zou er waarschijnlijk weinig discussie over dit vraagstuk zijn. Dat
is echter niet het geval. Neem bijvoorbeeld een van de meest controversiële
gebieden: intelligentie. Zoals we in hoofdstuk 12 zullen lezen levert de vraag of
intelligentie primair bepaald wordt door erfelijke, genetische factoren (nature) of
door omgevingsfactoren (nurture) levendige en vaak scherpe discussies op.Vanwege de sociale implicaties blijft dit vraagstuk niet beperkt tot de wetenschappelijke arena, maar speelt het ook een rol in de politiek en in sociaal beleid.
Gevolgen voor de opvoeding van kinderen en voor sociaal beleid
Een voorbeeld van de implicaties van de nature-nurturediscussie: als de hoogte
van iemands intelligentie primair wordt bepaald door erfelijkheid en daardoor
grotendeels bij de geboorte vastligt, zijn pogingen om de intellectuele vermogens van mensen later in hun leven te verbeteren gedoemd te mislukken. Maar
als intelligentie vooral een resultaat is van omgevingsfactoren, zoals de hoeveelheid en de kwaliteit van de scholing die iemand heeft genoten en in hoeverre
iemand is gestimuleerd, zou verbetering van sociale omstandigheden moeten
kunnen leiden tot een hogere intelligentie.
Het feit dat sociaal beleid zo wordt beïnvloed door ideeën over de oorsprong
van intelligentie geeft aan hoe belangrijk het nature-nurturevraagstuk is. Als we
het in dit boek behandelen, moet je er rekening mee houden dat specialisten op
het gebied van de ontwikkeling van kinderen er niet vanuit gaan dat gedrag puur
het resultaat is van het één of het ander. De vraag is meer in welke mate nature
en nurture hun invloed laten gelden.
Bovendien is de interactie tussen genetische en omgevingsfactoren complex,
gedeeltelijk omdat sommige genetisch bepaalde eigenschappen niet alleen een
directe invloed hebben op het gedrag van kinderen, maar ook indirect bijdragen
aan de vorming van hun omgeving. Een kind dat bijvoorbeeld voortdurend chagrijnig is en veel huilt – een eigenschap die het resultaat kan zijn van genetische
factoren – kan haar omgeving beïnvloeden doordat haar ouders zo gevoelig zijn
Maturatie: het proces van geleidelijk
ontvouwen van voorbestemde genetische
informatie.
Hoofdstuk 1 Een inleiding in de ontwikkeling van het kind
Feldman 4e boek.indb 15
15
19-01-2009 11:25:31
geworden voor haar onophoudelijke gehuil dat zij meteen aan haar wieg staan
zodra ze geluid maakt. Hun reactie op het genetisch bepaalde gedrag van het
kind groeit uit tot een omgevingsinvloed en is medebepalend voor haar verdere
ontwikkeling.
Ook geldt dat we door onze genetische achtergrond weliswaar geneigd zijn tot
bepaald gedrag, maar dat we dat gedrag niet per se vertonen zonder een passende
omgeving. Mensen met dezelfde genetische achtergrond (bijvoorbeeld eeneiige
tweelingen) kunnen zich totaal verschillend gedragen, en mensen met een sterk
verschillende genetische achtergrond vertonen soms vrijwel hetzelfde gedrag op
bepaalde terreinen (Morange, 2002; Garcia, Bearer & Lerner, 2004; Kato & Pedersen, 2005).
Kortom, de vraag in hoeverre bepaald gedrag het gevolg is van nature en in hoeverre van nurture is lastig te beantwoorden. We kunnen de begrippen het best
beschouwen als de twee uitersten van een continuüm, waarbij specifieke gedragspatronen ergens in het midden uitkomen. Hetzelfde geldt eigenlijk voor de
andere uitersten die we tot nu toe hebben behandeld. Ook continue versus discontinue ontwikkeling is geen kwestie van of-of; sommige ontwikkelingsvormen
neigen meer naar de continue kant, terwijl andere meer naar de discontinue kant
neigen. In feite is er in de ontwikkeling van kinderen maar weinig zwart-wit.
1.2.4
De toekomst van de ontwikkelingspsychologie
We hebben de grondbeginselen van het vakgebied ontwikkelingspsychologie
behandeld, samen met de belangrijkste onderwerpen en vraagstukken die aan de
discipline ten grondslag liggen. Maar hoe ziet de toekomst eruit? Waarschijnlijk
zullen de volgende tendensen zich aftekenen:
• Er zal steeds meer onderzoek worden gedaan naar ontwikkeling en er zullen
meer specialismen binnen het vakgebied ontstaan. Er zullen nieuwe onderzoeksgebieden en perspectieven bijkomen.
De
explosie van informatie over genen en de genetische basis van gedrag zal
•
invloed hebben op alle aspecten van de ontwikkelingspsychologie. Ontwikkelingspsychologen zullen in hun werk kijken naar biologische, cognitieve en
sociale aspecten, en de grenzen tussen verschillende subdisciplines zullen vervagen.
• De groeiende raciale, etnische, taalkundige en culturele diversiteit van de bevolking zal leiden tot meer aandacht voor diversiteitsvraagstukken.
• Een groeiend aantal professionals in verschillende vakgebieden zal gebruikmaken van het onderzoek en de bevindingen van de ontwikkelingspsychologie.
Opleiders, sociaal werkers, verpleegkundigen en andere medewerkers in de
gezondheidszorg, genetisch adviseurs, speelgoedontwerpers, personeel in de
kinderopvang, producenten van ontbijtproducten, sociaal ethici en leden van
tientallen andere beroepsgroepen zullen allemaal putten uit het vakgebied
ontwikkelingspsychologie.
•Werkzaamheden in het kader van de ontwikkelingspsychologie zullen een
steeds grotere invloed hebben op kwesties van algemeen belang. Discussies
over veel belangrijke sociale problemen van deze tijd, zoals geweld, vooroordelen en discriminatie, armoede, veranderingen in het gezinsleven, kinderopvang, scholing en zelfs terrorisme, kunnen gevoed worden door onderzoek
op dit gebied. Daarom zullen ontwikkelingspsychologen waarschijnlijk belangrijke bijdragen leveren aan de samenleving van de eenentwintigste eeuw
(Diener et al., 1999; Zigler & Finn-Stevenson, 1999). (Een voorbeeld van de
huidige bijdragen van de ontwikkelingspsychologie is te vinden in het kader
Van onderzoek naar praktijk.)
16
Deel 1
Feldman 4e boek.indb 16
De ontwikkeling van het kind
19-01-2009 11:25:32
Van onderzoek naar praktijk
Hoe is geweld bij kinderen te voorkomen?
Terwijl andere kinderen naar sprookjes luisterden, kreeg
Garland Hampton bij het slapengaan verhalen te horen
over zijn oom Robert die twee politiemannen uit Milwaukee
vermoordde en over zijn oma die in 1962 de vader van
twee van haar kinderen doodschoot. Tegen de tijd dat hij
negen was, had hij gezien hoe zijn moeder haar vriend
vermoordde.
Nu, op zijn vijftiende, zit hij in de gevangenis. Hoewel hij in
afwachting is van een proces waarin hij van moord wordt
beschuldigd, is hij bang wanneer het donker wordt en huilt
hij als een klein kind.
Aan de andere kant is hij oud genoeg om een heel crimineel verleden te hebben opgebouwd. Op zijn tiende waren
er problemen met gestolen fietsen, toen hij twaalf was
werd hij opgepakt voor het neerschieten en verwonden
van een lid van een rivaliserende bende, op zijn veertiende
werd hij gesnapt met een Magnum met een kaliber van
.357 (9 millimeter) en een zak cocaïne en nu voor het
neerschieten van een lid van zijn eigen bende. De rechter
zegt dat hij een adolescent is die een bedreiging vormt
voor de samenleving en die voor zijn misdaden moet
boeten als een man.
Garland zegt alleen maar dat hij bang is (Terry, 1994, pag.
A1).
Garlands vlucht in geweld is representatief voor het leven van
te veel kinderen en adolescenten in de hedendaagse samenleving. Volgens veel mensen neemt het geweld epidemische
vormen aan. Uit onderzoeken blijkt dan ook dat misdaad en
geweld onder Amerikaanse burgers het grootste punt van zorg
is (Mehran, 1997; National Coalition Against Domestic Violence
NCADV, 2003). Hoe is al dat geweld te verklaren? Hoe leren
mensen gewelddadig te zijn? Hoe kunnen we agressie in de
hand houden en genezen? En hoe kunnen we voorkomen dat
geweld überhaupt plaatsvindt?
De ontwikkelingspsychologie heeft geprobeerd zulke vragen vanuit verschillende invalshoeken te beantwoorden. Hieronder volgt
een aantal van de vele concrete oplossingen die het vakgebied
probeert te vinden voor nijpende sociale problemen.
Verklaringen zoeken voor de oorzaken van geweld. Sommige
kinderpsychologen kijken naar het verband tussen eerdere
gedragsproblemen en latere agressie. Onderzoekers hebben
bijvoorbeeld het verband bestudeerd tussen mishandeling
op jonge leeftijd en agressief gedrag op latere leeftijd, terwijl
anderen naar de invloed van hormonen op gewelddadig
gedrag hebben gekeken (Pagani et al., 2004; van Honk et
al., 2004).
Bestuderen hoe blootstelling aan agressie tot geweld kan
leiden. Andere psychologen hebben bestudeerd hoe bloot-
•
stelling aan geweld in de media en in videospelletjes tot
agressie kan leiden. Brad Bushman en Craig Anderson hebben bijvoorbeeld ontdekt dat mensen die gewelddadige
videospelletjes spelen een andere blik op de wereld hebben
gekregen, die ze als gewelddadiger beschouwen dan degenen die dergelijke spelletjes niet spelen. Daar komt nog bij
dat degenen die dergelijke gewelddadige spelletjes spelen,
sneller agressief gedrag vertonen (Bushman & Anderson,
2001, 2002; Anderson, Funk & Griffiths, 2004).
Programma’s ontwikkelen die agressie moeten verminderen.
Volgens psychologen Ervin Staub en Darren Spielman moeten leraren en de schoolleiding alert zijn op zelfs de mildste
tekenen van agressie, bijvoorbeeld intimidatie. Als dergelijke
vormen van agressie geen halt wordt toegeroepen, zullen ze
waarschijnlijk voortduren en escaleren in grovere vormen.
Staub en Spielman hebben een programma ontworpen om
agressie te bestrijden, waarmee kinderen kunnen leren om
hun basisbehoeften op een constructievere manier te bevredigen. Nadat ze hadden meegedaan aan een beheersingsprogramma, waarin de deelnemers een rollenspel moesten
spelen, op video werden opgenomen en gestructureerde
gesprekken moesten voeren, nam hun agressieve gedrag af
(Spielman & Staub, 2003).
In Nederland kunnen kinderen sinds een aantal jaar de training ‘Plezier op school’ volgen. De training wordt verzorgd
door instellingen voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ)
en GGD’s en moet de weerbaarheid van de leerlingen vergroten. Kinderen die de cursus hebben gevolgd, worden
minder gepest. De scholieren leren op de training hoe ze
zich moeten presenteren en hoe ze kennis moeten maken
met mensen. De Tweede Kamer vroeg in 2008 om meer
aandacht voor pesten op school, vooral voor nieuwe varianten. Veel jongeren verkiezen de anonimiteit van internet om
klasgenoten te kwellen. Seksadvertenties met gemanipuleerde foto's of filmpjes waarin een leerling in elkaar wordt
geslagen, zwerven rond op sociale netwerken op internet (de
Volkskrant, 14 augustus 2008).
•
Zoals blijkt uit deze voorbeelden vinden onderzoekers steeds
betere oplossingen voor het toenemende geweld binnen onze
moderne samenleving. Bovendien is geweld slechts een van de
vlakken waarop deskundigen op het gebied van ontwikkelingspsychologie hun capaciteiten inzetten om de maatschappij te
verbeteren. Dit vakgebied heeft veel te bieden; dat zullen we
keer op keer in dit boek zien.
•
Hoofdstuk 1 Een inleiding in de ontwikkeling van het kind
Feldman 4e boek.indb 17
17
19-01-2009 11:25:32
ontwikkelingspsychologie in het dagelijks leven
Informatie over de ontwikkeling van kinderen op de juiste waarde
geschat
Als je huilende baby’s direct troost, verwen je ze.
Als je baby’s laat huilen zonder ze te troosten, worden het
argwanende en overmatig aanhankelijke volwassenen.
Slaan is een van de beste manieren om een kind discipline
bij te brengen.
Sla nooit je kind.
Als een huwelijk ongelukkig is, zijn kinderen beter af als
hun ouders scheiden dan als ze bij elkaar blijven.
Hoe moeilijk een huwelijk ook is, ouders moeten bij elkaar
blijven voor de kinderen.
We worden om de oren geslagen met adviezen over de opvoeding van kinderen en, algemener, de beste manier om te leven.
Elk mens staat bloot aan een ontstellende hoeveelheid informatie op dit gebied, van televisieseries met titels als Schatjes en
Eerste hulp bij opvoeden tot tijdschriften- en krantencolumns
waarin advies wordt gegeven over elk denkbaar onderwerp.
Toch is niet elk advies even bruikbaar. Het feit dat iets gedrukt
is, op tv komt of op een website staat wil niet automatisch zeggen dat het legitiem of correct is. Gelukkig bestaan er richtlijnen
waarmee we kunnen bepalen welke aanbevelingen en suggesties redelijk zijn en welke niet. Hier volgt er een aantal:
Kijk waar het advies vandaan komt. Informatie van gevestigde, gerespecteerde organisaties als de American Medical
Association, de American Psychological Association en in
Nederland het Nederlands Instituut voor Psychologen is
hoogstwaarschijnlijk gebaseerd op jaren van onderzoek en
daardoor relatief betrouwbaar.
Kijk naar de achtergrond van de persoon van wie de informatie afkomstig is. Informatie van gevestigde, erkende onder-
•
•
•
•
•
zoekers en deskundigen is betrouwbaarder dan informatie
van mensen van wie de achtergrond onduidelijk is.
Maak een onderscheid tussen anekdotisch bewijs en wetenschappelijk bewijs. Anekdotisch bewijs is gebaseerd op
een of twee voorbeelden van een verschijnsel waar men
bij toeval op stuit; wetenschappelijk bewijs is gebaseerd op
zorgvuldige, systematische procedures.
Houd rekening met de culturele context. Een bewering die in
sommige contexten valide is, hoeft dat niet in alle gevallen
te zijn. Zo wordt bijvoorbeeld algemeen aangenomen dat de
spierontwikkeling en de mobiliteit van kinderen verbeteren
als ze de mogelijkheid krijgen om vrij te bewegen en hun
ledematen te oefenen. Toch worden kinderen in sommige
culturen het grootste deel van de tijd dicht tegen het lichaam
van hun moeder gehouden zonder dat ze daar schade van
lijken te ondervinden (Kaplan & Dove, 1987; Tronick et al.,
1994).
Ga er nooit van uit dat iets automatisch waar is omdat
mensen erin geloven. Uit wetenschappelijk onderzoek komt
regelmatig naar voren dat bepaalde fundamentele veronderstellingen over de effectiviteit van verschillende technieken
onjuist zijn.
Bij het beoordelen van informatie moet men dus een gezonde
dosis scepsis tentoonspreiden. Geen enkele informatiebron is
altijd betrouwbaar. Als je kritisch blijft kijken naar de beweringen
die je tegenkomt, zul je beter kunnen bepalen welke inzichten
van ontwikkelingspsychologen écht bijdragen aan de manier
waarop wij groeien tijdens onze jeugd en onze adolescentie.
Samenvatting en toepassing
Samenvatting
•De ontwikkelingspsychologie, een wetenschappelijke
methode om de menselijke groei en verandering van
de conceptie tot en met de volwassenheid te bestuderen, houdt zich bezig met fysieke, cognitieve en sociale
persoonlijkheidsontwikkeling.
•Ontwikkelingspsychologen verdelen kindertijd en
adolescentie meestal in de prenatale periode (de periode van conceptie tot geboorte), de baby- en peutertijd (van geboorte tot drie jaar), de kleutertijd (van
drie tot zes jaar), de basisschooltijd (van zes tot twaalf
jaar) en de adolescentie (van twaalf tot twintig jaar).
18
Deel 1
Feldman 4e boek.indb 18
•Mensen behoren tot cohorten, een groep die rond
dezelfde tijd en op dezelfde plaats is geboren. Lidmaatschap van een cohort onderwerpt mensen aan invloeden die betrekking hebben op historische gebeurtenissen, leeftijdgebonden gebeurtenissen, sociaal-culturele
gebeurtenissen en niet-normatieve gebeurtenissen.
•Historische opvattingen over kinderen vormen de basis van de hedendaagse kinderontwikkeling.
•Vier belangrijke thema’s in de kinderontwikkeling
zijn continuïteit versus discontinuïteit in ontwikkeling, het belang van kritieke perioden, de vraag of
men naar bepaalde perioden moet kijken of naar de
De ontwikkeling van het kind
19-01-2009 11:25:32
hele kindertijd, en de nature-nurturediscussie.
•Onderzoekers boeken vooruitgang met de aanpak van
nijpende sociale problemen zoals geweld, schoolverzuim en jeugdcriminaliteit.
Toepassingen van ontwikkelingspsychologie
•Welke omgevingsfactoren kunnen van invloed zijn op
de timing van de ontwikkeling van een kind?
•Vanuit het perspectief van een leraar: welke invloed
•Zijn er aspecten van de fysieke ontwikkeling (zoals op
het gebied van sport) waarin sprake lijkt te zijn van
discontinue verandering? Kan continue verandering
een verklaring bieden voor die aspecten van onze ontwikkeling?
•Vanuit het perspectief van de ouder/verzorger: kun
je cognitieve, fysieke of sociaal-economische veranderingen bedenken die afhankelijk zijn van gevoelige
perioden?
kan lidmaatschap van een cohort hebben op de leeftijd waarop een kind aan school toe is?
Terugblik
Wat is ontwikkelingspsychologie?
• Ontwikkelingspsychologie is een wetenschappelijke benadering van vraagstukken over groei,
verandering en stabiliteit in ons leven met een
nadruk op vraagstukken die spelen vanaf onze
conceptie tot aan onze volwassenheid.
Wat is de reikwijdte van het vakgebied?
• Het vakgebied omvat de fysieke, de cognitieve en
de sociale persoonlijkheidsontwikkeling van alle
leeftijden tussen de conceptie en de adolescentie.
• Cultuur – zowel in de brede als in de enge zin
van het woord – is een belangrijke kwestie binnen de ontwikkelingspsychologie.Veel aspecten
van onze ontwikkeling worden niet alleen beïnvloed door brede culturele verschillen maar ook
door etnische, raciale en sociaal-economische variaties binnen een bepaalde cultuur.
• Elke persoon krijgt in zijn leven te maken met
normatieve historisch bepaalde invloeden, normatieve leeftijdgebonden invloeden, normatieve
sociaal-culturele invloeden en niet-normatieve
gebeurtenissen.
Wat zijn de belangrijkste onderwerpen
en vraagstukken binnen de
ontwikkelingspsychologie?
• (1) De vraag of de ontwikkeling van kinderen
continu of discontinu is, (2) de vraag of de ontwikkeling grotendeels wordt bepaald door kritieke of gevoelige perioden waarin sprake moet
zijn van bepaalde invloeden of ervaringen, wil
die ontwikkeling normaal verlopen, (3) de vraag
of men zich moet concentreren op bepaalde belangrijke perioden in de menselijke ontwikkeling
of juist op het hele leven en (4) de nature-nurturediscussie, die gaat over het relatieve belang van
genetische versus omgevingsinvloeden.
Hoe zal de toekomst van de
ontwikkelingspsychologie eruitzien?
• Enkele te verwachten toekomsttrends zijn groeiende specialisatie, vervagende grenzen tussen
verschillende gebieden, meer aandacht voor diversiteitsvraagstukken en een grotere invloed op
kwesties van publiek belang.
Op de website www.pearsoneducation.nl/feldman kun je oefenmateriaal vinden.
Epiloog
Dit hoofdstuk bevatte een kennismaking met de ontwikkeling­
spsychologie. We hebben de reikwijdte van dit snel groeiende
vakgebied behandeld, zijn kort ingegaan op het brede scala
aan onderwerpen waarmee ontwikkelingspsychologen zich
bezighouden en hebben de belangrijkste thema’s en vraagstuk­
ken besproken die het vakgebied al vanaf het prille begin
bezighouden.
Sta voordat je doorgaat naar het volgende hoofdstuk nog even
stil bij de proloog van dit hoofdstuk – het verhaal van Louise,
die via in-vitrofertilisatie is geboren. Beantwoord de volgende
vragen met behulp van de kennis die je in dit hoofdstuk hebt
opgedaan:
1. Wat zijn de potentiële voordelen van het soort conceptie
– in-vitrofertilisatie – waar de ouders van Louise voor heb­
ben gekozen? En wat zijn de potentiële kosten?
Hoofdstuk 1 Een inleiding in de ontwikkeling van het kind
Feldman 4e boek.indb 19
19
19-01-2009 11:25:32
2. Welke vragen zouden ontwikkelingspsychologen die onder­
zoek doen naar de fysieke, cognitieve of persoonlijkheidsen sociale ontwikkeling van kinderen kunnen stellen over
de effecten van ivf op de ontwikkeling van Louise?
3. Het maken van complete menselijke klonen – exacte gene­
tische replica’s van een individu – gebeurt tot nu toe alleen
nog in sciencefictionfilms. Maar de theoretische mogeli­
jkheid geeft aanleiding tot een aantal belangrijke vragen.
Wat zouden bijvoorbeeld de psychologische consequenties
zijn voor iemand die een kloon is?
4. Als klonen echt konden worden gemaakt, hoe zouden
wetenschappers die dan kunnen gebruiken om beter
inzicht te krijgen in de relatieve invloed van erfelijkheid en
omgeving op de ontwikkeling van de mens?
Belangrijke termen en begrippen
Cognitieve ontwikkeling
Gevoelige periode
Persoonlijkheidsontwikkeling
Cohort
Kritieke periode
Plasticiteit
Continue verandering
Maturatie
Sociale ontwikkeling
Discontinue verandering
Normatieve gebeurtenissen
Fysieke ontwikkeling
Ontwikkelingspsychologie
20
Deel 1
Feldman 4e boek.indb 20
De ontwikkeling van het kind
19-01-2009 11:25:33
Download