N Externe nieuwsbrief van OBD Noordwest O Juni 2015 NoordWest Miniconferentie ‘Peuters en kleuters: de breinontwikkeling van het jonge kind’ W ‘Wij zijn de cortex van onze kinderen’ In plaats van kinderen een leerlijn op te leggen, zou het onderwijs zich kunnen aanpassen aan de manier waarop de hersenen zich ontwikkelen. Die kennis, afkomstig uit neurowetenschappelijk onderzoek naar de breinontwikkeling van jonge kinderen, stond centraal tijdens de miniconferentie ‘Peuters en kleuters: de breinontwikkeling van het jonge kind’ die in maart van dit jaar plaatsvond. Het huidige onderwijs aan het jonge kind is gebaseerd op studies en onderzoeken in de ontwikkelingspsychologie. Nu zijn er neurowetenschappelijke onderzoeken die de visie op onderwijs aan jonge kinderen ondersteunen óf bekritiseren. Betsy van de Grift, onderzoeker en publicist, leidde de miniconferentie in met een lezing. Dat haar verhaal boeide, bleek uit het feit dat de overvolle zaal ‘jongekindleerkrachten’ ruim een uur muisstil naar haar luisterde. Veel aanwezigen vonden in de lezing onderbouwing van hun argumenten om de ‘verschoolsing’ van de kleuter en peuter te keren. Breinontwikkeling Het brein van een kind is nog niet af. Het duurt 23 tot 25 jaar voor een Z Bea Bakkers Na afloop van de lezing gingen twee workshops van jonge kind experts dieper in op de materie. Nanette Wagenaar ging in op de vraag: wat betekent dit verhaal voor het schoolbeleid? Een belangrijk knelpunt bleek daarbij bijvoorbeeld de januari grens. Intern begeleiders en leidinggevenden vroegen zich na het verhaal van Betsy af of het wel zinvol is om die grens te handhaven. Het betekent dat er kinderen naar groep 3 gaan die daar in hun ontwikkeling nog niet klaar voor zijn. De doorgaande lijn zit immers in het kind zelf, niet in de schoolgang. Is individueel instromen op het moment dat een kind daar klaar voor is een optie? Het antwoord hierop ligt niet kant en klaar, maar dat de discussie op gang komt, is een mooie stap. Bea Bakkers ging aan de slag met de praktische invulling: hoe kun je de kennis over de ontwikkeling van het brein toepassen in de klas? De aanwezige leerkrachten bleken erg gemotiveerd te zijn om hun aanbod aan te passen op wat het kind nodig heeft. Bijvoorbeeld door brede thema’s te kiezen die ruimte bieden aan de verschillende niveaus, door veel te herhalen en door echte spullen te gebruiken die de zintuigen stimuleren. Kortom: door kinderen te bieden waar ze aan toe zijn. ontwikkelt zich in zijn of haar eigen tempo. Wat wíj kunnen doen, is het natuurlijke verloop van die ontwikkeling op de juiste manier en op het juiste moment stimuleren.” Observatie wint hier in belang. “Door goed te observeren kun je ontdekken in welke fase de breinontwikkeling van een kind zich bevindt. Op het moment dat je datgene aanbiedt waar het brein behoefte aan heeft, boek je vooruitgang.” Betsy van de Grift brein volgroeid is. Onderzoek heeft aangetoond dat de eerste zeven jaar daarvan essentieel zijn. Pas in de laatste fase dáárvan ontwikkelt de prefrontale cortex zich; het deel van de hersenen dat zich bezighoudt met rationeel denken. Voordat het zover is, vertelde Betsy, groeit het brein vanaf de opstartfase door te zien, te voelen, te horen en te ervaren. Op die manier worden hersencellen gestimuleerd en relaties en netwerken gevormd. De omgeving van een kind is daarbij van onschatbare waarde. Die zorgt ervoor dat de prefrontale cortex zich kan ontwikkelen. En dat proces laat zich wel stimuleren maar niet afdwingen. “Ieder kind Overvragen Het verhaal van Betsy bevestigde het belang van kindgericht onderwijs en spelenderwijs leren. “Wanneer kinderen een jaar of vijf zijn, kunnen ze ineens zoveel. Daardoor wordt door de volwassenen de stap naar denkend leren soms te snel gemaakt en gaan we kinderen overvragen. Het slimme gedrag dat kinderen vertonen, is echter kopieergedrag. Hun brein is nog steeds in de fase van ervarend leren. De frontale cortex is nog niet volgroeid. Wíj moeten die cortex zijn. We moeten kinderen helpen de functies te ontwikkelen die ze nodig hebben. In hun eigen tempo. Van kinderen tot zeven jaar kan en mag je nog geen denkend leerproces verwachten. Biedt ze een rijke omgeving aan waarin ze zelf hun interesses kunnen ontdekken en sluit dáárop aan. Wat wij daarvoor nodig hebben is inzicht in hun ontwikkeling en daarmee in hun behoefte en gedrag.” Executieve functies In de visie van Betsy is het pas vanaf groep 3 zinvol om voorzichtig te gaan werken aan de executieve functies: plannen, beheersen, vooruitkijken. Stapje voor stapje en door voortdurend prijzen wanneer een kind het goed doet. “Pas je aan het kind aan. Baby’s leren door te ervaren, peuters door te herkennen en kleuters beginnen nog maar net met denkend leren. Die lijn kun je niet manipuleren. Pas je er op aan en speel er op in. Ook als dat betekent dat je in groep 3 soms nog ruimte moet bieden aan ervarend leren.” Cursus: Jonge kinderen leren anders, hoe werkt het kleuterbrein? Voor: Leerkrachten 1-2, intern begeleider U krijgt inzicht in de manier waarop jonge kinderen leren, gezien vanuit de nieuwste onderzoeken naar ontwikkeling van het jonge brein. U leert uw aanbod en inrichting aanpassen aan de verschillende stadia uit het model breinleren waardoor alle kinderen uit uw groep optimale ontwikkelingskansen krijgen. 2 Voor meer informatie over breinontwikkeling kunt u contact opnemen met Bea Bakkers E: [email protected] M: 06 466 461 25 of Nanette Wagenaar E: [email protected] M: 06 466 460 99