kunstonderwijs - Expertisecentrum Kunst en Vormgeving

advertisement
2 voorwoord
3 inleiding en leeswijzer
4 prelude: het prille begin
1
2
3
4
5
themadiscussie 1 utrecht
themadiscussie 2 utrecht
themadiscussie 3 tilburg
themadiscussie 4 amsterdam
themadiscussie 5 den haag
6
algemene studiedag eindhoven
10
14
23
26
30
38
42
42
43
45
48
49
51
54 introductie
55 opening door Jules van de Vijver, voorzitter obk
56 lezing door Monique Mulder ict in het kunstonderwijs, de
integriteit van techniek
58 lezing door Petr van Blokland ontwerpende programma’s,
een toekomstvisie op onderwijs en beroep
61 de ondernemende kunstenaar
62 verslag eindforum
65 curriculae vitae van alle sprekers
69
72
80
86
92
98
expertdag 2 enschede 104
106
109
111
expertdag 1 breda
7
8
studenten,
medewerkers,
docenten en
stafleden van
nederlandse
kunstacademies
over
ict in het
kunstonderwijs
startfase obkcomp en introductie op de themakringen
de mens: generalist of specialist
de school: consequenties van ict
het leren: leren door te doen
het beroep: de ‘trukendoos’ voorbij?
de toekomst: vernieuwingen door ict
samenvatting van de themakringverslagen
1 inleiding
2 beroepspraktijk
3 student en computer
4 docent en computer
5 faciliteiten & infrastructuur
6 opleiding
inleiding en presentatieverslagen
Louis van der Linden
Bas Könning
Bas Leurs
Emile Bijk
Petr van Blokland
inleiding en dagprogramma
Erik van Blokland
Emile Bijk
vervolg op de expertdagen
9
112 Rob van Kranenburg ict (a)broad: een helikopterview van
nederlandse en internationale ontwikkelingen
10
129 formeel projectdossier / formele eindrapportage
doelstellingen, producten, vervolgactiviteiten
132
132
133
134
134
134
137
137
lijsten
a deelnemers kenniskring
b deelnemers themakringen
c sprekers studiedag
d sprekers expertdagen
e deelnemers studiedag
f deelnemers expertdagen
g stuurgroep
obkcompleet
informatie- en communicatie-
technologie =
een inventariserend
verslag als bijlage bij
www.obkcomp.org
pdf pagina 1 van 3 inhoudvoorwerk.pdf
138 colofon
2 obkcompleet voorwoord
voorwoord
In de beroepspraktijk van de beeldende kunst en de
vormgeving heeft de introductie van digitale technologie
reeds verstrekkende gevolgen gehad. In de huidige
professionele ontwerppraktijk zijn ict-, cad/cam- en cgi
(computer generated imagery)-kennis en vaardigheden
onontbeerlijk. Ook maken steeds meer vrije beeldende
kunstenaars gebruik van digitale technologie. Er zijn in
de afgelopen jaren geheel nieuwe werkgebieden voor de
ontwerper ontstaan, zoals interaction- en webdesign.
Verder speelt ict een nog steeds groeiende rol in de
manier waarop de professionele beeldende kunstenaar
en vormgever haar/zijn beroepspraktijk organiseert.
Hetzelfde geldt voor het kunstonderwijs: ook daar wordt
ict-technologie in toenemende mate ingezet in interne en
externe communicatie en de facilitering van onderwijs- en
leerprocessen.
In 1991 is het project Vernieuwingsbeleid informatietechnologie (VIT-project) binnen de sector uitgevoerd. De
opvolger van het VIT-project heeft tot 2002 op zich laten
wachten.
Met de uitvoering van het project obkcomp (2002-2003),
waarvan het verslag nu voor u ligt, is er echter weer een
belangrijke stap gezet. In het project zijn belangrijke
ict- ontwikkelingen in de beroepspraktijk van beeldende
kunstenaars en vormgevers in kaart gebracht. Tevens
komen de consequenties daarvan voor curricula, eindcompetenties en inrichting van het beeldend kunstonderwijs en vormgevingsonderwijs uitvoerig aan bod.
Met de projectresultaten wordt een basis gelegd voor een
ict-agenda in het hoger beeldende kunst en vormgevingsonderwijs.
Jules van de Vijver en Jeroen Chabot
namens Overleg Beeldende Kunst (OBK)
pdf pagina 2 van 3 inhoudvoorwerk.pdf
3 obkcompleet inleiding / leeswijzer obkcompleet
inleiding
De overheid heeft de HBO-raad opdracht gegeven om
in alle sectoren van het HBO ict-projecten te initiëren.
Binnen het kunstvakonderwijs zijn de laatste jaren twee
projecten uitgevoerd. Het project ‘de ondernemende
kunstenaar’ heeft geleid tot een speciale website www.
beroepkunstenaar.nl; een geïntegreerde informatie–
en oefenbank voor kunstenaars/vormgevers van
verschillende kunstdisciplines.
Van het tweede project obkcomp ligt het projectverslag
voor u.
Binnen het project obkcomp staan ict-ontwikkelingen in
de beroepspraktijk en de consequenties daarvan voor het
beeldend en vormgevingsonderwijs centraal.
Er is voor een projectaanpak gekozen die geschikt is om
de inhoudelijke vraagstelling goed uit te werken en die
tegelijkertijd mogelijkheden biedt voor het opbouwen en
verder verstevigen van het beoogde kennisnetwerk.
Er is een speciale website obkcomp gecreëerd die tijdens
de uitvoering van het project als virtuele werkruimte heeft
gefunctioneerd, en nu vooral als kenniscentrum on-line te
raadplegen is (www.obkcomp.org).
Veel professionals, werkzaam op verschillende vakgebieden van de beeldende kunst en vormgeving, van
zowel binnen als buiten het kunstonderwijs zijn bij dit
project betrokken geweest door hun bijdrage te leveren
aan: themakringdiscussies, expertmeetings, discussie via
de website, een landelijke studiedag en/of stuurgroep.
Het project OBKCOMP werd publiekelijk beeindigd op
de studiedag op 24 april 2003 in Eindhoven. Veel van
de 124 kenniskringdeelnemers en een overweldigend
aantal andere belangstellenden bezochten die dag en
kozen uit een divers aanbod van presentaties hun eigen
dagprogramma.
Op verzoek van een aantal deelnemers aan die dag
ontstond als verlenging van het project een expertgroep
OBKCOMP. Deze groep bestaat uit ongeveer 20 a 30
personen die wat intensiever bij de ict-problematiek
betrokken zijn. soms omdat zij zelf gereedschappen
ontwikkelen zoals intranetten of portfoliosites, soms
omdat zij op managementnivo beslissingen over zulke
gereedschappen moeten nemen. De expertgroep is twee
maal bijeen geweest in de tweede helft van 2003 en in dit
jaar (2004) staan weer twee bijeenkomsten gepland.
pdf pagina 3 van 3 inhoudvoorwerk.pdf
leeswijzer obkcompleet
Via deze publicatie worden de resultaten van het project
obkcomp aan belangstellenden gepresenteerd. Tevens
kan het voorliggende rapport gezien worden als een
verzameling aanbevelingen voor de commissie ‘aanpassing
competentieprofielen’.
deze publicatie obkcompleet
De voorliggende rapportage is omvangrijk maar
bedoeld voor diepgaand geïnteresseerden. Dit boek
is in beperkte oplage geprint en in vijfvoud aan iedere
academie toegezonden met de aanbeveling om een of
twee exemplaren via de mediatheek publiek beschikbaar
te maken. De inhoud van dit boek is een optelsom van
alle - via de website gepbliceerde - pdf-verslagen. Ieder
onderdeel van dit boek is ook te dowloaden als printbaar
document. Het onderdeel samenvatting themakringen
is speciaal voor deze uitgave geschreven, gebruik makend
van veeel andere projectresultaten. Het bevat een beknopt
overzicht van aanbevelingen en adviezen.
website
Afhankelijk van uw persoonlijke belangstelling en wens
een of meer onderwerpen verder uit te diepen, kunt u de
website www.obkcomp.org raadplegen. Op de site zijn
niet alleen de projectagenda, nieuwsitems en deelnemers
te vinden, maar ook alle tussentijdse projectresultaten,
de discussie daarover en een brede verzameling relevante
artikelen van overheid of derden en weblinks naar
artikelen of sites. De website zal ook het vervolg van het
project in 2004 documenteren.
obkcompact
De samenvatting van de belangrijkste
projectresultaten aan is ook beschikbaar in een
afzonderlijke publicatie ‘obkcompact’. Deze publicatie
is gedrukt in grote oplage en aan alle Nederlandse
academies toegezonden. Via directie of secretariaat
zou een exemplaar beschikbaar moeten zijn voor iedere
geïnteresseerde.
Ten slotte wil ik u veel leesplezier toewensen en u
uitnodigen uw opmerkingen of aanvullingen op deze
publicatie via de website aan ons te melden.
Rens Holslag, projectleider obkcomp
4 obkcompleet prelude: 1991
Bewerking van de tekstbijdrage van Simon
Biggs in: VIT Leerplanontwikkelingsproject over
Informatietechnologie in Beeldende Kunst en
Vormgeving, Eindrapportage, onder redactie
van Jules van de Vijver, Rens Holslag en
Gerard van den Berg, Groningen, april 1991,
hoofdstuk III.1 Technische ontwikkelingen
(p25-33)
prelude: het prille begin
technische ontwikkelingen in
de informatica en de invloed
daarvan op beeldende
kunst en vormgeving • een
overzicht
Eind jaren vijftig en begin jaren zestig
waren de output-middelen voor computers
meestal een ‘long-persistence’ vectorgeoriënteerde fosfor video-terminal en
een penplotter, relatief primitief. Met deze
middelen was niet veel meer mogelijk dan
een aantal rechte lijnen en basiscurven te
tekenen, dus een heel minimale weergave.
Hoewel de ‘long-persistence’ monitor de
beknopte introductie
1 het prille begin
computer de tijdrovende taak bespaarde
Simon Biggs beschrijft de technische
Het begin van computer graphics valt
het schermbeeld 25 à 30 keer per seconde
ontwikkelingen in informatica en de invloed praktisch samen met het begin van de
te hertekenen (nodig in een gewone, rasterdaarvan op beeldende kunst en vormgeving. computer. En de eerste computer graphics
gebaseerde video-monitor) en ook (overal
Biggs start in de vroege jaren ’50 en eindigt
zijn – verrassend genoeg – niet ontwikkeld
op het scherm) de mogelijkheid bood
zijn bespiegelingen in 1991. Het is interessant door ingenieurs of wetenschappers, maar
tot het tekenen van lijnen die aanzienlijk
om te zien hoe computergebruik in de
door de Amerikaanse beeldend kunstenaar
gedetailleerder waren dan de raster-monitor
autonome kunst aanvankelijk ver voorloopt
John Whitney in de vroege jaren vijftig.
zou toelaten, had hij twee tekortkomingen.
op de toegepaste kunst. Geïnitieerd door
Ten eerste bleef hij beperkt tot zwartwit en
John Witney in de vroege jaren ’50 die volgens Naar de huidige maatstaven is Whitney’s
kon hij geen kleur- of grijstonen produceren.
Biggs als de uitvinder van de computerwerk niet alleen technisch primitief, maar
graphics mag gelden. De intensieve relatie
toont het ook niet veel van de eigenschappen Ten tweede was hij door zijn weergavetraagheid (variërend van enkele seconden
tussen beeldende kunst en technologie werd die wij aan computer graphics toeschrijven.
tot een paar minuten) niet in staat tot enige
in de jaren ’70 doorbroken. Biggs noemt
Dit komt door de techniek die hij toepaste.
vorm van animatie. De enige manier om dit
de negatieve aspecten van technologie
Whitney maakte gebruik van analoge
effect te bereiken was de computer ieder
(oorlogsindustrie, milieu) als vermoedelijke computers, de computers die gebruikt
beeldje of iedere eenheid met behulp van
oorzaken. In de toegepaste kunsten begint
werden vóór de ontwikkeling van de eerste
een pen-plotter op papier te laten tekenen
de opmars van it pas midden jaren ’80 en het digitale computer. De randapparatuur
internet was in Biggs tijd nog een toekomst- (beeldschermen, muizen, plotters, grafische en die vervolgens op film over te brengen
door middel van de gebruikelijke beeldjebeeld waar de auteur in de laatste alinea’s
tabletten), die wij nu zó vanzelfsprekend in
voor-beeldje animatietechniek. Op deze
verlangend naar uitziet.
verband brengen met computers dat wij er
eerder toe neigen een computer aan de aan- manier was de computer geen economische
keuze voor het uitvoeren van zelfs de meest
Het historisch perspectief dat Simon Biggs
wezige randapparatuur te herkennen, dan
schetst biedt een aantal inzichten die
aan de computer zelf, moest nog ontwikkeld eenvoudige animaties en daardoor bleven
computeranimatie en computergraphics
ook nu nog (ruim tien jaar na dato) bij het
worden. Whitney gebruikt de analoge
slechts toepasbaar op zeer gespecialiseerd
interpreteren van nieuwe ontwikkelingen van computer om handgemaakte mechanieken
terrein. Niet alleen waren de beschikbare
waarde kan zijn.
te sturen. Deze mechanieken waren opgebouwd uit tandraderen waar hij verschillende output-middelen beperkt, maar de toegang
artikel door Simon Biggs, Academie Minerva,
gaten van verschillende diameter in boorde. tot het centrale computervermogen dat ze
Stichting Scan, Groningen 1991
Door deze uit lagen bestaande, voortdurend aanstuurde was moeilijk, en naar de huidige
[obkcompleet / pagina 4 tot en met 9]
maatstaven erg kostbaar.
bewegende perforaties heen projecteerde
is digitaal beschikbaar via
hij gekleurd licht. De zo ontstane patronen
De minicomputer (zoals de VAX en de PDP)
legde hij vast op gewoon filmmateriaal. De
vitproject biggs.pdf
moest nog ontwikkeld worden en van de
resulterende films vormen nu wat als zijn
download via www.obkcomp.org
kunst beschouwd wordt, hoewel de bouwsels siliconenchip (de kern van de microcomputerrevolutie in de jaren ’70) had nog niemand
die hij ervoor opstelde (en die mogelijk
kunnen dromen. Daardoor bleef de enige
herinneren aan Moholy Nagy’s lichtmobiles
optie de main-frame computer, thans
uit de jaren dertig) beschouwd kunnen
beschouwd als een dinosauriër.
worden als de eigenlijke kunst-objecten.
*zie de notities (1965, 1976, 1980, 1993) van de
Delftse docent Hennessey, in de chronologie op de
omslag van deze uitgave.
Eind jaren vijftig, begin jaren zestig volgde
een klein aantal kunstenaars Whitney’s voorbeeld in computer graphics, onder anderen
de eveneens uit Californië afkomstige Jordan
Belson. Het exotische karakter van de technologie, het gegeven dat men er in het algemeen
niet bij kon (of de esoterische houding miste
die noodzakelijk was voor het gebruik ervan)*
maakte dat het aantal computerkunstenaars
zeer beperkt bleef.
Ondertussen begon men binnen de (met
name militaire) industrie steeds meer
het potentieel van computer graphics
te beseffen, niet alleen als middel tot
informatie-output in simulatie-oefeningen
(de primaire toepassing van computers door
militairen in die tijd) maar ook voor ontwerpzaken.
pdf pagina 1 van 6 vitprojectbiggs.pdf
Het verwerkingsvermogen (processing
power), dat wil zeggen het aantal gegevens
dat de computer kan verwerken en de snelheid waarmee hij dit doet, was naar huidige
maatstaven erg laag. De microcomputer
zoals wij die nu voor thuisgebruik kennen, is
veel krachtiger dan de meest geavanceerde
mainframes uit de jaren zestig. De andere
cruciale component van de computer, het
geheugen, werkte ook traag en was door de
hoge kosten per eenheid slechts in kleine
hoeveelheden beschikbaar. Ook hier geldt
dat de huidige minicomputers meer opslagcapaciteit en geheugensnelheid hebben dan
hun voorgangers, de mainframes.
5 obkcompleet prelude: 1991
Een framestore is in wezen een gespecialiseerd gebied van het digitale geheugen. Het
is zodanig ontworpen dat het informatie
kan bevatten in een tweedimensionele rangschikking die een precieze weergave vormt
van het vertoonde beeld. In de beschrijvende
terminologie staat deze techniek bekend als
‘memory-mapping’ (het in kaart brengen van
het geheugen) en ze behelst het opbergen
van een beeld zoals dit zich zou manifesteren
op papier of video, namelijk als een onderscheiden veld van punten (pixels) die elk
een numerieke (binaire) waarde hebben
die zijn visuele status (kleur) beschrijft. Op
die manier neemt ieder punt in een beeld
– onafhankelijk van het beeld in zijn geheel
Met de exponentiële toename van het
– een corresponderend punt in het geheugen
vermogen van de computer vermeerderden
in, waardoor een één-op-één-relatie
in dezelfde mate de mogelijkheden voor
wiskundigen. Een geheel nieuwe wetenschap ontstaat tussen het beeld en de numerieke
weergave.
inclusief verzameling paradigma’s heeft
zich ontwikkeld: de chaostheorie. Deze
theoretische ontwikkeling wordt door velen Dit vormde een geheel nieuw concept in vergelijking met de oude techniek, waarbij een
beschouwd als minstens zo belangrijk als
beeld beschreven werd door het dynamisch
de ontwikkeling van de natuurkunde van
opbergen in het geheugen van zijn coördinaGalileï en Newton. Algemeen erkend is dat
ten (bijvoorbeeld tussen data en hun plaats in
de ontwikkeling van de chaostheorie direct
het geheugen bestond een arbitraire relatie)
samenhangt met de ontwikkeling van het
vermogen van de computer. De vraag die nu en waarbij dat beeld ook stippen, eindpunten
van lijnen of de omvang van een vorm weerrijst is of er op het gebied van de beeldende
gaf. De framestore bevatte dus het gehele
kunst en aanverwante gebieden binnen
beeld en niet slechts een aantal van belang
de media sprake is van een gelijkwaardige
zijnde stukjes.
verandering.
Het wordt langzamerhand een cliché om
de snelheid van de ontwikkeling van de
computertechniek te beschrijven in superlatieven, maar toch is men het erover eens
dat iedere twee jaar het vermogen van
de computer verdubbelt en de kosten in
dezelfde periode halveren (1991). Dit valt
misschien niet zozeer op in de kracht van
de techniek zelf, maar meer in wat er door
mogelijk is gemaakt. Gesteld wordt wel dat
de wiskunde onder invloed van voornamelijk
de computer zich de afgelopen twintig jaar
meer heeft ontwikkeld dan het geval was in
de tweehonderd jaar ervoor.
2 het begin van een evolutie
In het begin van de jaren zestig werd (voornamelijk binnen grote militair-industriële
concerns als Boeing en McDonnell-Douglas)
onderkend dat het visualiserend potentieel
van de computer indrukwekkend was. Zij
stelden zich een machine voor die realistisch
lijkende, bij voorkeur geanimeerde simulaties
kon produceren die gebruikt konden worden
in systeemsimulaties, bij het trainen van
piloten en voor strategische simulaties. Deze
suggestie werd voorgelegd aan twee wetenschappers, Evans en Sutherland, beiden
werkzaam aan de universiteit van Utah, Salt
Lake City. Hun samenwerkingsverband leverde de ontwikkeling op van wat beschouwd
wordt als een van de eerste ‘framestores’ of
‘framebuffers’ die sindsdien de drijvende
kracht zijn geworden van computer graphics.
pdf pagina 2 van 6 vitprojectbiggs.pdf
Zonder te veel in technische details te
treden, merk ik op dat de framestore niet
alle problemen oploste die in verband staan
met het berekenen van beelden. Omdat een
framestore veel meer geheugen gebruikte
(hij borg immers het gehele beeldveld op in
het geheugen) was het een stuk duurder en
kostte het de computer ook meer tijd om alle
gegevens die het beeld bevatte te verwerken.
Dit laatste probleem werd min of meer opgelost door de ontwikkeling van statisch RAM
geheugen (rapid access memory, lees- en
schrijfgeheugen dat zichzelf ververst). Dit
komt erop neer dat wanneer het beeld eenmaal verwerkt en in het geheugen opgeslagen is, alleen die deeltjes van het beeld die
veranderen opnieuw door de computer
bewerkt hoeven te worden. Hierdoor werd
ook een snellere en makkelijker manipulatie
van beelden (image-processing) mogelijk,
omdat een gebied van een geheugenkaart in
zijn geheel op een andere plaats kon worden
overgebracht, eenvoudigweg door zijn
plaats op de geheugenkaart te veranderen.
De beeldeigenschappen konden veranderd
worden door de uitvoering van logische
bewerkingen binnen de geheugengebieden.
Zelfs eenvoudige rekenkundige bewerkingen
konden buitengewone visuele transformaties
bewerkstelligen, zoals het samenvoegen
van meervoudige beelden, of inkleuring
(colourisation).
Het duurde niet lang voordat deze mogelijkheden werden onderkend, en de computer/
framestore-opzet zijn toepassing vond zowel
in vluchtsimulatie als ook in de verwerking
van medische beelden en de verbetering van
satelliet-afbeeldingen (‘image re-mapping’).
Toch was deze technologie opvallend duur.
De krachtigste computers waren vereist om
zelfs een eenvoudig beeld snel genoeg te
kunnen berekenen om animatie te simuleren.
Bovendien gebruikten de framestores wat
men toen beschouwde als ‘enorme hoeveelheden’ geheugen (variërend van een halve
megabyte tot 4 megabytes RAM).
In de informatica heeft men nooit voldoende
rekensnelheid of geheugencapaciteit. Tegen
het einde van de jaren zestig en het begin van
de jaren zeventig waren beide nog hinderlijk
duur en was er nog maar weinig werk geproduceerd dat je als beeldende kunst of vormgeving kunt beschouwen. Een klein aantal
beeldend kunstenaars (en merkwaardig
genoeg een nog kleiner aantal vormgevers)
had toegang gekregen tot computerapparatuur via instellingen zoals Bell Laboratories,
ITT, MIT of Boeing. Door hun geringe aantal
echter en door hun onregelmatige toegang
tot de apparatuur gaf de artistieke waarde
van het door hen geproduceerde werk te
denken. Sommige wetenschappers en zelfs
psychologen die de visuele waarneming
onderzochten (Kenneth Knowlton bijvoorbeeld) maakten werk dat door sommigen
beschouwd werd als kunst, terwijl de betrokken wetenschappers het eerder als een
toevallig nevenprodukt van hun onderzoekswerk zagen.
Dit soort computerbeelden vonden hun weg
naar tentoonstellingen van computerkunst
eind jaren zestig en begin jaren zeventig. De
invloed van werk dat zijn oorsprong vond
binnen zo’n totaal ander paradigma op de
ontwikkeling van de praktijk van de autonome
computerkunst was op zijn zachtst gezegd
lastig te benoemen.
Op het gebied van de muziek lagen de zaken
echter geheel anders. Componisten als
John Cage, lannis Xenakis en Milton Babbit
schreven belangrijke muziekwerken voor de
computer. Een aantal van deze composities
worden beschouwd als beduidende werkstukken uit deze periode, onafhankelijk van
het gegeven dat zij met de computer zijn
gemaakt.
Het gegeven dat de muziek sneller en met
meer succes dan de beeldende kunsten
computertechniek en electronische techniek
in het algemeen ging toepassen, is goed
gedocumenteerd en dat blijkt ook nu nog
steeds uit het verschil in geavanceerdheid
van de toegepaste technologie in de twee
gebieden.
6 obkcompleet prelude: 1991
Men kan stellen dat het verschil tussen
muziek en de beeldende kunsten grotendeels
technologisch bepaald is. De hoeveelheid
informatie verwerkt in het produceren van
een klank is veel kleiner dan het geval is bij
een beeld. Het karakteristieke spectrum van
geluid bedraagt 30 KHz (30.000 bits informatie per seconde) terwijl dat van een beeld
meer dan 5 MHz bedraagt (5.000.000 bits
informatie per seconde). Dit geeft aan dat
het 200 keer zoveel verwerkingsvermogen
vergt om een beeld dan om een geluid te
produceren, hoewel deze getallen niet te
letterlijk moeten worden opgevat: wanneer
we te maken hebben met muzikale of
artistieke ideeën (immers, denken beeldende
kunstenaars 200 maal sneller dan musici?)
geven zij wel een indicatie van de omvang
van de op te lossen problemen alvorens de
mogelijkheden voor het produceren van
beelden vergelijkbaar waren met die van
klanken.
Een aantal belangrijke kunstenaars zoals
Robert Rauschenberg en Andy Warhol
raakte ook in zekere mate betrokken, wat
de beweging meer gewicht gaf en een trend
vormde.
Die gepassioneerde liefdesaffaire tussen
kunstenaars en techniek was echter even
hevig als kortstondig: wat er de precieze
oorzaak van is geweest dat de kunst- en
technologiebeweging vervolgens strandde
blijft de vraag. Misschien vormde de
beweging gewoonweg een onderdeel van
het eb en vloed dat eigen is aan de grillen van
trends in de kunst. Of zoals wel gesuggereerd
is, hangt dit falen misschien samen met één
enkele gebeurtenis namelijk toen het werk
van Nicholas Negroponte (van MIT) het begaf,
een computer-gestuurd environment. Dit
bestond uit een micro-stad, opgebouwd
uit kleine blokken, waarin een aantal knaagdieren leefde. De blokken konden zowel
door de computer als door de dieren worden
gemanipuleerd in een complete gedragsinteractie tussen dier en machine. Bij het
3 keerpunt of doodlopende weg?
falen van het mechanisme liet een aantal van
In 1969 organiseerde het Institute of
de kleine inwoners het leven. Dit leidde tot
Contemporary Arts in Londen onder leiding
onmiskenbare protesten tegen de onmensevan Josia Reichhardt de tentoonstelling
‘Cybernetic Serendipity’, waarin computer- lijkheid van dergelijke projecten. Het publiek
ging het artistieke gebruik van de technologie
en technologiegebruik door kunstenaars
gaandeweg minder met Apollo, en des te
centraal stond. Op dat tijdstip, toen de
toekomst nog helder oplichtte in de ogen van meer met Frankenstein associëren.
de mensen die leefden aan de horizon van
het moderne (Apollo-vluchten naar de maan, Ik persoonlijk ben de mening toegedaan dat
de genoemde redenen alleen maar symptode Concorde etc.) vormden het technologische, het digitale, het electronische en de matisch zijn voor de vervreemding van
kunstenaars (en ook de samenleving) van de
cybernatica een bron van verwondering en
technologie. De Verenigde Staten, waar veel
romantiek. ‘Cybernetic Serendipity’ stelde
kunstzinnige activiteiten in combinatie met
zich ten doel de futuristische esthetiek
technologie plaatsvonden en plaatsvinden,
– uitzicht op een natuurlijk, nieuw huwelijk
waren betrokken bij de oorlog in Vietnam
tussen kunst en wetenschap in een ‘neoen kunstenaars begonnen te beseffen dat
Renaissance van de late 20e eeuw’ – in zijn
de technologie waarvan zij gebruik maakten
geheel te documenteren.
onderdeel vormde van een systeem dat zij
Een aantal van de geëxposeerde werken, met afkeurden. In het begin hoopten kunstenaars
dat door hun gebruik van technologie die
name de muzikale composities van Cage en
Xenakis en de elegante robotsculpturen van technologie vermenselijkt en gedemocratiseerd kon worden. Nu bleek dat deze
Gordon Pask en Edward Ilhanowicz, gaven
blijk van artistieke rijpheid en intelligentie in strategie faalde, en daarmee de beeldende
kunst- en technologiebeweging. (Het was
het gebruik van de technologie. Toch wordt
het meeste van dit werk thans beschouwd als ironisch genoeg het laat-kapitalistische
consumentisme dat er wél in slaagde deze
kitsch of als technologisch bepaald en dus
democratisering ongeveer twintig jaar later
van weinig artistieke waarde.
tot stand te brengen.)
Niettemin volgden in de daaropvolgende
jaren soortgelijke gebeurtenissen, met name De beschreven sociaal-dynamiek kan ook in
de ‘Software Exhibition’ en ‘Nine Evenings’ in verband gebracht worden met een algemene
ontevredenheid bij intellectuelen en bij linkse
de Verenigde Staten en het ‘Pepsi Pavillion’
stromingen met de modernistische ethiek en
project tijdens de Wereldtentoonstelling
met de opkomst van wat nu bekend staat als
in Osaka. Alle toonden zij kunstenaars die
het post-modemisme.
werkten op de grens van de technologische
ontwikkeling en bij elke gebeurtenis was een
groter aantal van hen betrokken, wat blijk gaf
van de snelle ontwikkelingen op het terrein
van kunst en technologie.
pdf pagina 3 van 6 vitprojectbiggs.pdf
Wat ook daarvan de reden mag zijn, binnen
vrij korte tijd (een jaar of minder) was de
situatie weer zoals in begin jaren zestig:
slechts een klein aantal kunstenaars bleef
zich bezighouden met technologie en werd
daarin door andere kunstenaars op zijn
best als excentriek beschouwd. Hoewel de
middelen waarover deze kunstenaars konden
beschikken verfijnder waren dan voorheen,
leek het alsof de computerkunst al dood was
nog voor zij zelfs maar was geboren.
4 magere jaren voor sommigen, vette jaren voor
anderen
Een kunstenaar eind jaren zeventig, begin
jaren tachtig die er voor koos om geavanceerde technologie in welke vorm dan ook
toe te passen (computers, holografie, laser
of telecommunicatie) deed ondankbaar
werk. Video vormde zo ongeveer het enige
medium dat serieus genomen werd door
de hoofdstroom van de beeldende kunst
en wel omdat het al enige geschiedenis had
in de experimentele film en fotografie. Een
ander gegeven dat in het voordeel van de
video werkte was dat het relatief goedkoop
en gemakkelijk te vervoeren was, wat
het uitermate geschikt maakte voor het
documenteren van radicale ‘performances’
en tevens voor aan politiek gelieerde
activiteiten.
Het kwam er echter op neer dat de beeldende
kunst de technologie en de daarmee samenhangende waarden had opgegeven. Dit
vormde triest genoeg een verlies voor vooral
de beeldende kunstenaar, want de toepassing van computer graphics in leger, industrie
en wetenschap ging onverminderd door.
Begin jaren zeventig werd de siliconenchip
ontwikkeld. Dat veroorzaakte de opkomst
van niet alleen de relatief goedkope microof personal computer enkele jaren later,
maar ook van superkrachtige mainframecomputers, essentieel voor het animeren van
realistische beelden. Omdat kunstenaars niet
betrokken waren bij deze ontwikkelingen van
nieuwe vormen van grafische representatie
hadden zij niets in te brengen en werd dit
gebied volledig gedomineerd door ingenieurs
en wetenschappers.
De destijds ontwikkelde technologie bleef
een flink aantal jaren erg duur en als zodanig
te kostbaar, niet alleen voor individuele
gebruikers, zoals kunstenaars, maar ook voor
kleinere instellingen, met name de mediabedrijven. Computer graphics had zijn eerste
voorzichtige schreden op ons televisiescherm
gezet, maar was nog primitief en werd eerder
toegepast om aan te geven ‘dat iets met de
computer gemaakt was’ dan om als vormgeving of kunst te communiceren.
7 obkcompleet prelude: 1991
Toch werd een en ander goedkoper en begon
de computer de verbeelding van verschillende media-bedrijven te prikkelen. Eind jaren
zeventig ontwikkelde en plaatste het New
York Institute for Technology goed op de
gebruiker afgestemde, betaalbare computer
graphics-sytemen. Zij werden in 1981 gevolgd
door de BBC, die ook een gebruikersvriendeHoewel kunstenaars er voor konden kiezen
lijk en niet al te duur systeem ontwikkelde,
of zij wel of niet gebruik wilden maken van
te gebruiken door ontwerpers zonder
computers, hadden vormgevers nog niet
vooropleiding in computergebruik. (Tot dan
eens de kans gehad de mogelijkheden van
toe had de noodzaak tot programmeren
de computer te onderzoeken – een paar
computergebruik ontoegankelijk gehouden
industrieel ontwerpers en produktvormvoor hen die een weerstand hadden tegen
gevers, werkzaam bij bedrijven als Boeing
procedureel of deterministisch denken, tot
en Ford, daargelaten. Pas toen architectenwelke groep kunstenaars en ontwerpers
bureaus de waarde van de computer voor
veelal gerekend worden) Kort hierop
de ontwerp- en presentatiefase van hun
produceerde de Britse firma Quantel de
praktijk begonnen te erkennen, kwam
hierin verandering. In het begin kon aan hun eerste commercieel succesvolle en gebruikersvriendelijke ‘Paintbox’, bedoeld voor
behoeftes worden voldaan met behulp van
rudimentaire draadmodeltekeningen van hun ontwerpers. Ontwerpers werden zelfs
aangesteld als consultanten in het bepalen
constructies in wording. Tegen het midden
van de jaren zeventig waren er redelijk betaal- van de mogelijkheden en de ergonomische
bare mini- en micro-computers op de markt aspecten van de Paintbox. De BBC nam zo’n
die tot dergelijke eenvoudige opdrachten in machine in gebruik en bestelde er meer.
De mogelijkheden van televisie-computer
staat waren. Ook de automobiel- en bouwgraphics werden snel onderkend door andere
industrie begon deze mogelijkheden te
media- en computerbedrijven. Zij pasten
ontdekken, niet alleen voor de vormgeving
allemaal de fundamentele computer/ frameen de visualisatie van produkten, maar
store-componenten en gebruikersvriendeook voor gesimuleerde tests. Het moet
lijke, menu-gestuurde user interfaces toe.
gezegd worden dat, hoewel de snelheid
Een nieuwe vorm van computer graphics
van computers was toegenomen en de prijs
was geboren of had in ieder geval een nieuw
ervan drastisch daalde, het geheugen nog
steeds hinderlijk duur was. Er werden daarom onderdak gevonden. Deze ontwikkeling vond
in een ongelooflijk snel tempo plaats.
weinig mini- (en geen micro-) computers
gebruikt in combinatie met framestores,
zodat het produceren van volledig gekleurde Tegen 1985 kon men spreken van een
computer graphics-industrie, bemand door
of realistische beelden voorbehouden bleef
ontwerpers gespecialiseerd in het gebruik
aan grotere bedrijven. Hoewel er nu een
van de computer. De computer was niet
gebruiksgebied leek te zijn voor computer
meer weg te denken in veel post-produktiegraphics waren de mogelijkheden verre van
faciliteiten, zowel binnen de grotere tv.aantrekkelijk.
stations als bij de kleinere toeleverende
produktiebedrijven. Tegen het einde van de
jaren tachtig werd in een stad als Londen een
5 een lichtende horizon
deel van de binnenstad (Soho) grotendeels
Zoals te verwachten was werd de ontwikkeingenomen door zulke bedrijven – het deed
ling van computer graphics grotendeels
denken aan de gouden jaren van Hollywood.
bepaald door het technologisch mogelijke
en economisch haalbare. Tegen 1980 was de Computer graphics was uitgegroeid tot een
basistechnologie voor gevorderde computer multi-miljoenen-ponden-industrie met
graphics ontwikkeld: zowel snelle computers een groot aantal werknemers, die in steeds
als framestores. Hoewel de kosten drastisch belangrijker mate het karakter van televisie
bepaalde.
verminderd waren, met name de kosten/
prijs-verhouding van het verwerkingstempo,
Dit alles was natuurlijk niet alleen gerelateerd
was de prijs van computergeheugen nog
aan het technologisch determinisme maar
exorbitant hoog. De micro-computers van
hing ook samen met de snelle toename van
eind jaren zeventig, begin jaren tachtig
reclamebestedingen in de jaren tachtig. Deze
werden als krachtig beschouwd wanneer
ontwikkeling hing weer samen met zowel de
zij toegerust waren met een geheugen
behoefte om de uitbreidende mediakanalen
van slechts 16 kilobytes RAM, dat slechts
opgevoerd kon worden tot 64 kilobytes. Zo’n te vullen als met meer sociaal-economische
systeem was naar de huidige maatstaven nog factoren.
De snelle toename beperkte zich niet
erg duur.
tot televisie en computeranimatie, maar
behelsde ook de gedrukte en andere media.
De jaren zeventig zijn het decennium waarin
computer graphics binnen de populaire
verbeelding neerkomt op een in een paar
seconden voorbij vliegend groen draadmodel
dat niets anders aangeeft dan zijn digitale
herkomst.
pdf pagina 4 van 6 vitprojectbiggs.pdf
Tegen het einde van de jaren tachtig
ontwikkelde zich, in een nog sneller tempo
dan computer graphics, wat wel desk top
publishing genoemd wordt en wat meer
recent de naam electronic publishing kreeg
(ter erkenning van de invloed van computers
op het uitgeven). Hoewel de jaren tachtig
werden gekenmerkt door een buitengewone
ontwikkeling van hardware en software voor
gespecialiseerde computer graphics, was
de benodigde technologie nog te kostbaar
voor de kleine invloedrijke uitgeverijen. Aan
het einde van de jaren tachtig was er een
soortgelijke explosieve ontwikkeling van
software en randapparatuur voor uitgeverijmedia en grafisch ontwerp. De keuzes en
mogelijkheden binnen desk top publishing
overtroffen toen verre de mogelijkheden
binnen computer graphics en dit raakte zelfs
de kleinste uitgeverijen en ontwerpbureaus,
zelfs wanneer die maar uit één persoon
bestonden.
Het type technologie noodzakelijk voor
electronisch uitgeven verschilt aanzienlijk
van de basistechnologie van computer
graphics voor televisie. Er hoeven ten
eerste geen bewegende beelden te
worden geproduceerd en ten tweede is
een volledig kleurenspectrum minder
noodzakelijk (hoewel ook dit aspect nu
aan verandering onderhevig is gezien de
nadruk op kleurprodukties en de erkenning
van de waarde van visuele communicatie
in het televisietijdperk). De technieken die
toegepast worden verschillen ook aanzienlijk:
de nadruk ligt eerder op typografie, layout
en beeldverwerking dan op animatie en
beeldsynthese (het maken van volledig
synthetische afbeeldingen).
Hoewel het buiten het bestek van dit korte
overzicht valt is het interessant om te
speculeren wat er zal gebeuren naarmate de
grafische sector en de omroepbedrijven gaan
integreren. Dit wordt steeds waarschijnlijker,
omdat drukwerk en televisie steeds meer
deel worden van een geheel nieuw medium,
namelijk ‘networking’. Dit behelst dat al
onze computers met elkaar verbonden
worden, zodat iedere gebruiker op zijn
gemak informatie (tekst, beelden, geluiden,
animatie, etc.) kan uitzenden, opslaan
en ontvangen. Dit betekent een radicale
verschuiving in de relatie tussen producent,
media en consument.
De toepassing van de computer is ook
ontwikkeld in andere gebieden van de
vormgeving zoals textiel en mode (hoewel
het hier eerder het produktie- dan het
ontwerpaspect betreft). Deze ontwikkeling
beperkt zich echter hoofdzakelijk tot
de grotere firma’s. De vraag naar zulke
technologie in deze tak van industrie
betekende toch dat er gespecialiseerde
computersystemen werden ontworpen,
toegesneden op speciale behoeften.
8 obkcompleet prelude: 1991
Gedurende de jaren tachtig bleven de
kunstenaars niet onberoerd door de
losbarsting van de computer graphics. Maar
toch drong de computer graphics niet door
tot de toen heersende hoofdstromingen in
de beeldende kunst. De economie van de
kunstmarkt en haar trends hebben altijd
ietwat haaks gestaan op de heersende
tendensen in de samenleving – in de ogen
De vraag dringt zich op of de toename in
van velen is dit juist een van de belangrijkste
computergebruik in druk-, textiel- en
waarden van de kunst. Toch heeft een aantal
mode-industrie toe te schrijven valt
voor het merendeel jongere kunstenaars zich
aan het toegenomen vermogen van de
weer ingelaten met technologie, en kreeg
computer en de tegelijkertijd verminderde
hierin gezelschap van de ‘overlevenden’ uit
kosten. Ook een aantal economische
de jaren ’60 en ’70. Zij creëerden een bijna
factoren staan centraal in dit proces van
parallelle kunstwereld die meestal aangeduid
technologische verschuiving, aangespoord
door de ontwikkeling van wereldomvattende, wordt met de term ‘media-kunst’.
agressieve marktbehoeften. Tegelijkertijd
vond de monopolisering en centralisatie van Dit wereldje bestaat uit kunstenaars die
werken met verschillende media, maar
deze industrieën plaats, een verschuiving
wordt gedomineerd door de video-kunst. In
van verschillende kleine bedrijven naar
tegenstelling tot wat geldt voor het gebruik
een beperkt aantal grote multi-nationale
van computers bleef video zich gedurende
concerns die met name in de beginfase
de jaren zeventig en tachtig ontwikkelen als
gemakkelijker in de nieuwe technologie
medium voor kunstenaars. Een toenemend
kunnen investeren en ervan kunnen
profiteren. Een schoolvoorbeeld hiervan is de aantal kunstenaars raakte hierbij betrokken.
Toen de computer goedkoper en eenvoudiger
Italiaanse multinational Benetton.
in het gebruik werd, begonnen kunstenaars
de computer te gebruiken hetzij als een
op zichzelf staand medium, hetzij als een
6 heden [in 1991]
extra mogelijkheid toegevoegd aan de
Aan het begin van de jaren negentig is
computer graphics (in de ruimste zin van het verzamelde mogelijkheden bij de produktie
van videokunst.
woord, alle bovengenoemde toepassingen
en systeemtypen inbegrepen) de ontwerpTegen het einde van de jaren tachtig werd
praktijk gaan beheersen. Maar weinig
deze mediabeweging – een afspiegeling van
ontwerpers zijn buiten de invloedssfeer
haar verre voorganger in de jaren zestig,
van computer graphics gebleven. Het is een
belangrijke industrie geworden, opgebouwd maar met totaal verschillende interesses
en werkwijzen – goed bediend in de vorm
uit vele aspecten die beantwoorden aan de
behoeften van zeer uiteenlopende opdracht- van verschillende mediakunstfestivals over
de hele wereld, opdrachten en relatief
gevers, variërend van televisieomroep tot
gunstige budgetten, ter beschikking gesteld
aanplakbord, van architectuur tot verpakdoor bemiddeling van overheidsinstanties,
king, van de productie van tijdschriften tot
ondernemingen en televisiestations. De
het ontwerpen van produkten.
Academies voor kunst en vormgeving en zelfs mediakunst bleef grotendeels gescheiden
van de heersende stromingen binnen de
middelbare scholen die deze ontwikkeling
kunst in het algemeen, deels doordat zij niet
onderkennen, plaatsten computers in
verkocht kon worden via het galeriecircuit en
hun kunst- en ontwerpateliers zodat
deels omdat zaken die de met technologie
de studenten voorbereid worden op de
werkende kunstenaar aangaan, beschouwd
realiteit van de vormgevingsindustrie in de
werden als van ondergeschikt belang voor
jaren negentig. Over het algemeen passen
een ‘echte’ kunstenaar. De mediakunst
ontwerpers en computers goed bij elkaar.
moest het dus hebben van andere afzetgebieden, zoals festivals en televisie.
Maar hoe is het met de kunstenaar gesteld?
De eerste computer graphics werden immers
Bij het aanbreken van de jaren ’90 begon
door een kunstenaar geproduceerd. Zoals
er iets merkwaardigs te gebeuren. Waar
we reeds zagen waren kunstenaars begin
computers voorheen door veel kunstenaars
jaren zeventig zo goed als vervreemd van
beschouwd werden als behorend bij video,
de technologie, waarvan de ontwikkeling
wordt nu het omgekeerde de norm. Een
– zo meenden zij – gestuurd werd door het
nieuw type media-kunstenaar is zich aan het
kapitalistisch systeem. Wat is er met hen
ontwikkelen bij wie computervaardigheid
gebeurd in de jaren tachtig, en waar zijn ze
de basis vormt van de eigen praktijk – dit in
nu?
tegenstelling tot de videokunstenaar-metenige-computerervaring.
Deze systemen waren echter meestal duur –
vergelijkbaar met de beste systemen gebruikt
door de omroepbedrijven – en daarom buiten
het bereik van kleinere ontwerpbureaus, die
(net als in de grafische industrie) van groot
belang zijn op het gebied van vormgeving en
produktie.
pdf pagina 5 van 6 vitprojectbiggs.pdf
Omdat de video op het punt staat digitaal te
worden, waardoor zij een deel van haar definitie verliest (analoge signalen vastgelegd
op magnetische media), is het hele idee van
video misschien rijp voor de technologische
rommelzolder (zoals eerder gebeurde met de
analoge synthesizer) nu video geabsorbeerd
gaat worden door computertechnologie.
7 toekomst [in 1991]
Waar tegen het einde van de jaren tachtig
computer graphics voor televisie en desk
top publishing de sleutelwoorden vormden,
zullen dit in de jaren negentig waarschijnlijk
‘systeemintegratie’ zijn en de gebieden
waarnaar verwezen wordt als ‘multi-media’.
Vandaag de dag zijn zelfs kleine computers in
staat beelden van professionele kwaliteit te
maken. Misschien zullen kostbare en speciaal
daarvoor bedoelde werkstations de leiding
blijven houden in onderzoek en ontwikkeling,
toch zal de personal computer ook hierin
meer toepassingen vinden, omdat zijn vermogen per jaar lijkt te verdubbelen, en nog
ambitieuzere software – speciaal bedoeld
voor de massamarkt – voortdurend verder
ontwikkeld en verfijnd wordt.
Multi-media komt hierop neer dat een
enkele kunstenaar/vormgever aan zijn
microwerkstation zit en gelijktijdig
bewegende beelden (hetzij gemaakt door de
computer, hetzij geïmporteerd van video),
tekst en geluid (computergegenereerd of
-geïmporteerd) en desgewenst elk ander
mediasysteem samenstelt, dit alles onder
controle van de computer. De computer kan
dus gebruikt worden als een machine voor
het samenstellen van een enkel, afgewerkt
produkt (bijvoorbeeld een audiovisuele
presentatie op een laser-disc), als een
machine die een aantal verschillende media
tegelijkertijd coördineert, of als een machine
door middel waarvan de gebruiker toegang
krijgt tot wat de kunstenaar/vormgever heeft
geproduceerd.
Deze laatste mogelijkheid wordt beschouwd
als een van de sleutelwoorden van de jaren
negentig, Hypermedia. Dit betekent voornamelijk dat het proces van invloed van de
computer op de producent (kunstenaar/
vormgever) bijna voltooid is en dat nu de
invloed van de computer op de consumenttoeschouwer zichtbaar wordt. Hypermedia
betekent niet alleen dat de consument
beslissingen kan nemen over de volgorde
waarin hij dingen wil zien of over de duidelijke
verbanden die hij wil leggen tussen delen van
een audio-visueel produkt, maar dat hij in
feite in staat is de informatie te veranderen
of daaraan toe te voegen wat hij eventueel
wenst en deze verrijkte informatie als zodanig
doorgeeft aan de volgende gebruiker.
9 obkcompleet prelude: 1991
Dit alles suggereert dat de traditionele
scheiding tussen producent en consument
vervaagt in een technologische reflectie van
wat de Franse filosoof J. Derrida beschreef
als ‘de dood van de schrijver’. De media
veranderen van een eenrichtingssysteem
(of op z’n best een tweerichtingssysteem)
van informatie-transmissie in iets dat
meer lijkt op een ‘pool’ (verzameling van
informatie) waaromheen consumenten die
ook producent zijn, lezen en schrijven in een
proces van voortdurende uitwisseling.
Hypermedia verkeert nog in een rudimentaire
fase maar werkt desondanks thans op de
kleinste computers. Geïntegreerd met
de technologie van de multimedia lijkt de
toekomstige ontwikkeling van hypermedia
naar een meer geavanceerd niveau slechts
een paar jaar te hoeven duren.
Iets anders dat nu ook reeds bestaat, maar
dat nog een langer ontwikkelingspad heeft af
te leggen, omdat het extra rekenvermogen
vereist, zal eind jaren negentig maatschappelijk voelbaar worden: de mogelijke sociale
invloed van ‘virtual realities’, die wel wordt
vergeleken met de invloed van de televisie en
de auto. ‘Virtual realities’ zijn kunstmatige
omgevingen die in hun geheel (dus niet alleen
als beelden) in de computer zijn opgeslagen.
De gebruiker kan zich door middel van plasmascherm-helmen en data-handschoenen in
deze ‘virtual realities’ begeven en interageren
met de objecten die deze omgeving bevat.
Wanneer de gebruiker deze met de computer
verbonden uitrusting draagt, wordt hij naar
een andere (virtuele) plaats getransporteerd.
De ervaring daar te zijn wordt gecompleteerd
door het feit dat die omgeving hem helemaal
omringt en dat hij door middel van zijn
handschoenen de objecten in die omgeving
kan voelen. Wat de toekomst op dit gebied
brengen zal – met name wanneer virtual
realities, hypermedia en kanalen van massacommunicatie integreren in één technologie
– is misschien meer beangstigend dan wat
dan ook, op een ecologische ramp of een
wereldoorlog na.
De belangrijkste conclusie die uit dit korte
en geenszins definitieve overzicht van de
geschiedenis van de computer in relatie
tot kunst en vormgeving getrokken moet
worden, is dat kunstenaars, ontwerpers
en instellingen die hen ondersteunen
(kunstacademies en dergelijke) aandacht
moeten besteden aan het hier aangegeven
technologisch snijvlak, indien zij deel willen
hebben aan de primaire ontwikkelingen in
de hedendaagse samenleving, of invloed
willen blijven uitoefenen op onze mogelijke
– wellicht ‘virtuele’ – toekomst.
Simon Biggs, 1991
pdf pagina 6 van 6 vitprojectbiggs.pdf
10 obkcompleet de startfase van obkcomp
de startfase van obkcomp
In 2001 heeft de commissie Risseeuw in opdracht van de
overheid onderzoek gedaan naar de aansluiting van het
HBO-onderwijs op de wensen en eisen van de beroepspraktijk. Kern van het advies was de vaststelling van
‘onvoldoende ict-deskundigheid’ in het HBO.
De overheid heeft daartoe de HBO-raad opdracht
gegeven om in alle sectoren van het HBO projecten te
initiëren onder de titel ‘Benchmark&Disseminatie/ICT’.
Het Benchmark-gedeelte bestond uit het vergelijken van
ontwikkelingen op diverse instellingen en het opsporen
van ‘best practises’. Een ‘best practise’ is een goed
voorbeeld van iets dat anderen ter lering kan worden
voorgespiegeld en dat voorspiegelen (en opvolgen) is wat
de term ‘disseminatie’ behelst.
In het kunstonderwijs (KUO) is dit B&D-project na een
lange periode van zorgvuldige voorbereiding van start
gegaan in augustus 2002. De titel voor het KUO-project is
OBKCOMP.
OBKcomp
OBK staat voor (periodiek) Overleg Beeldende Kunst.
Die naam representeert zowel de bijeenkomsten als de
deelnemers; de directeuren van alle Nederlandse kunstacademies. Dit OBK heeft het projectvoorstel ingediend
bij de HBO-raad en was verantwoordelijk voor verloop en
resultaten. Daarmee heeft ook de implementatie van de
projectresultaten en -adviezen een basis gekregen.
verkenning en inventaris
Om te onderzoeken wat er aan de ict in het kunstonderwijs
te verbeteren was is begonnen met de bestaande situatie
in kaart te brengen. Daartoe zijn een aantal verkenningen
uitgevoerd. Hierbij zijn verschillende methodes toegepast. Er is een vragenformulier op de website geplaatst
met verzoek aan de kenniskring om dit in te vullen. Er zijn
steekproefgewijs een paar academies bezocht en er is
literatuuronderzoek uitgevoerd. Het was geen doel om
wetenschappelijk betrouwbare cijferinformatie te krijgen,
of om een uitputtend bronnenonderzoek te doen. De
HBO-raad stond een dergelijke aanpak niet toe (en gaf er
ook de financiële middelen niet voor). Volgens de theorie
van ‘het laagst hangende fruit’ (vrij vertaald: pluk waar
je bij kunt) werd aan projectleiders van B&D-projecten
gevraagd om slechts een quick-scan uit te voeren. Ter
geruststelling van de lezer die nu verdoofd door managersjargon dreigt af te haken; obkcomp is gestart met een
beknopte maar zorgvuldige inventarisatie (met ladder).
Navolgend een beknopt verslag van die inventarisatie.
Veel volledig bronmateriaal is te downloaden of via
een weblink te raadplegen op de projectwebsite www.
obkcomp.org. In de subcategorie ‘Resources/ archief’ is
een uitvoerige verzameling informatie samengebracht.
Niet alleen formele stukken; zoals de volledige rapporten
‘opleidingsprofielen in het Nederlands kunstonderwijs’,
maar ook literatuur over digitale didactiek, over
electronische leeromgevingen. En ook ondere andere links
naar alle academiewebsites.
website
obkCOMP
Het COMP-gedeelte van de projectnaam heeft betrekking
op computers en competenties. De kerncompetenties met
betrekking tot computergebruik zijn wel wat het project
beoogt te ontwikkelen maar zijn geen direct resultaat van
dit project. Het voorliggende rapport mag gezien worden
als een verzameling praktische aanbevelingen ter attentie
van de commissie ‘aanpassing competentieprofielen’
onder voorzitterschap van mw L. in ’t Hout (Design
Academy Eindhoven).
kennisnetwerk
Bij de start van het project is direct aangevangen met de
bouw van een kennisnetwerk. Het netwerk bestaat uit
vertegenwoordigers van alle Nederlandse academies. De
deelnemers zijn aangemeld door de academies. Daarbij is
gevraagd naar vertegenwoordiging van alle types van ictbetrokkenheid; van management via doceren tot en met
facilitair en studenten. De deelnemers van dat netwerk
konden (en kunnen!) elkaar vinden (en mailen!) via de
projectwebsite www.obkcomp.org
De website obkcomp.org heeft tijdens het project (en
nu nog) gefungeerd als een centraal punt van informatie
uitwisseling. Op de site zijn niet alleen de projectagenda,
nieuwsitems en deelnemers te vinden, maar ook alle
tussentijdse projectresultaten, de discussie daarover en
een brede verzameling relevante artikelen van overheid of
derden ofwel weblinks naar artikelen of sites.
themakringdiscussies
Een van de doelen van dit project was om het kennisnetwerk dat door aanmeldingen van de academies
ontstond te activeren. Door onderlinge discussies zou
kennisuitwisseling plaats vinden en zouden stabiele
dwarsverbanden tussen onderwijsinstellingen kunnen
ontstaan.
Uiteindelijk zou in die discussies ook advisering van het
werkveld aan de directies besloten liggen. Zo was de
veronderstelling.
Besloten werd om de discussies te sturen door selectie van
een aantal thema’s.
De gepleegde inventarisatie (gesprekken, literatuur en
websurvey) was gericht op de keuze van die thema’s en
devoorbereiding van de discussies.
pdf pagina 1 van 4 startobkcomp.pdf
11 obkcompleet de startfase van obkcomp
inventarisatie
werkproces en computer
Inmiddels heeft de gereedschapstoepassing van computers zich in de meeste beeldende vakken gestabiliseerd.
Er komen wel telkens nieuwe updates van software
De gemaakte inventarisatie leert dat het gebruik van ict
en hardware maar dat zijn bijna zonder uitzondering
in onderwijs (algemene constatering – niet specifiek kuo)
verbeteringen van bestaande mogelijkheden en zelden
meer ‘learn to use’ dan ‘use to learn’ is. Er zijn nauwelijks
ingrijpende vernieuwingen. De grote veranderingen in het
nieuwe vormen van leren waar te nemen veroorzaakt door
werkproces die bijvoorbeeld de grafisch ontwerper, de
invoering van ict. De kloof tussen onderzoek en onderwijspraktijk is vaak groot. Kansrijke benadering is meer ‘bottom architect en de fotograaf hebben ondergaan zijn achter
de rug of het is duidelijk waar het naar toe gaat (bijvoorup’ ontwikkeling een kans geven waarbij vooral een breed
beeld bij digitale fotografie). Het betreft hier echter
draagvlak (gemotiveerde inzet) in de onderwijsorganisatie
meestal de verandering van het werkproces gericht op het
beoogd wordt. Dit kost echter tijd (en die moet er dan
traditioneel vereiste (onveranderde) resultaat (Business
ook gegeven worden). Daarnaast wordt aangegeven dat
evaluatie van projecten doorgaans te weinig aandacht krijgt. Process Redesign noemt men dit). Het resultaat van het
Vrij geciteerd naar Dr. Wim de Jong, fysicus en onder meer werk is vanuit deze optiek bezien gelijk. Het blijft een boek
of een foto. Kanttekening is dat het boek typografisch
coördinator van de recente studie ‘Van oude en nieuwe
kennis’ van de Wetenschappelijke Raad voor het Regerings- complexer en volledig full colour is, de foto is digitaal
gemanipuleerd en afgedrukt op extreem grote formaten
beleid (WRR).
zoals steigerdoek. De mediaconsument neemt geen
essentiele breuk met het verleden waar.
In andere artikelen wordt aangegeven dat de ‘harde’
infrastructuur – over de breedte van het onderwijs bezien
Uitzondering op de voornoemde stabilisering is het gebied
– vaak nauwelijks meer een probleem is. De computerdozen blijven soms zelfs onuitgepakt. Software is soms
van media-integratie en media-distributie. De introductie
wel een probleem en dan met name educatieve software.
en ontwikkeling van met name internet heeft een proces
versneld waarbij voorheen gescheiden beroepenvelden
Hier haakt het collega-ict-project van de HKA (www.
beroepkunstenaar.nl) mooi op in. Zoals eerder opgemerkt steeds verder in elkaar grijpen. Audiovisueel, fotografisch,
is dat feitelijk een vervolgproject zoals gespecificeerd
typografisch en ruimtelijk ontwerpen overlappen
onder punt 4 van de projectdoelen OBKCOMP (zie
elkaar steeds meer. De scheiding tussen autonome en
toegepaste kunst is soms lastig te trekken nu de techniek
hoofdstuk ‘formeel projectdossier’). Wel een probleem
het mogelijk maakt bijv voor een autonoom kunstenaar
is de onveranderde houding van veel docenten en
medewerkers. Ict blijft daardoor een geïsoleerd onderdeel om in eigen beheer websites en publicaties op de markt te
van het onderwijs.
brengen.
ict in onderwijs
Onderscheiden worden: de computer als gereedschap
(gebruik leren als onderwijsdoel); de computer als
leermiddel; de computer als middel voor toetsing; de
computer als communicatiemiddel (intranet/blackboard/
email) en ict als docentondersteuning (niet alleen
studentvolgsystemen die de docent meer tijd geven voor
inhoudelijke zaken, maar ook docentbijscholing).
integratie beeld, geluid & beweging
Bevorderend daarbij is de snelle introductie van nieuwe
standaarden waarbij beeld, tekst en geluid in de zelfde
gegevensstroom gevat kunnen worden. 2d, 3d en 4d
krijgen vanuit één bron gestalte. Ontwikkelingen die
recent grootschalige toepassing gaan krijgen, als onder
andere het gebruik van databases gaan daarbij een
belangrijke rol spelen.
Nu ontstaan er wel essentiele veranderingen in het
kunstonderwijs
De eerste computers werden in 1984 in het kunstonderwijs resultaat; de foto gaat bewegen en het boek wordt – los
van zijn materiële drager – ruimtelijk en interactief. Nu
aangeschaft (Rotterdam/Breda). Sindsdien is er vooruitontstaan er wel essentieel vernieuwde resultaten.
gang geboekt in de technologie en daarop voortbouwend
in de onderwijspraktijk. In de eerste jaren was vooral het
hoge tempo van technische ontwikkeling en de (kostbare)
keuzes die het kunstonderwijs most maken een probleem
dat snelle invoering belemmerde.
Bij de landelijke inventarisatie in 1992 Vernieuwingsbeleid
Informatietechnologie VIT werd geconstateerd dat er in
de toegepaste kunsten geen grote facilitaire problemen
waren, maar wel onderwijsinhoudelijke problemen. In de
autonome kunsten was computergebruik toen meer een
incident dan regelmaat.
pdf pagina 2 van 4 startobkcomp.pdf
12 obkcompleet de startfase van obkcomp
thema’s en themakringen
selectie discussiedeelnemers
De themakringen hadden enerzijds tot doel om heel
praktische onderwerpen te bediscussiëren zoals
(onder andere) de integratie van knoppentrainingen in
inhoudelijke opdrachten. Ondanks ruime ervaring op
alle instellingen zijn er nog altijd grote verschillen in
aanpak; met name op gebied van inzet van gespecialiseerd
personeel (praktijkdocenten), de zelfwerkzaamheid van
de student, de vorm en het moment van inpassing van
gereedschap in lesopdrachten, de rol van de vakdocent
daarin. Evaluatie van elkaars aanpak en bespreken van best
practise moesten hier tot aanbevelingen leiden.
Uit het netwerk zijn vijf discussiegroepen samengesteld
van elk 8 à 15 deelnemers. Bij de samenstelling van
de groepen is naast specialismes en themakennis van
de netwerkdeelnemers gekeken naar – min of meer
– gelijkwaardige deelname uit alle instellingen. Praktisch
bezien om de gevraagde inspanning vande academies
eerlijk te verdelen, maar ook om de betrokkenheid van
de totale sector te maximeren en om de implementatie
van conclusies en aanbevelingen achteraf te bevorderen.
Bijkomend voordeel blijkt de versterking van het netwerk
door enthousiasmerende ontmoetingen en inspirererende
discussies.
Daarnaast konden in de themakringen ook de visionaire
aspecten van ict in de kunst worden behandeld.
Voortbouwend op het voorgaande is de vraag of ict
de voortgaande generalisatie van het kunstonderwijs
bevordert of dat er ruimte moet blijven voor differentiatie
in de diverse leerroutes. Hoe om te gaan met verplichte en
vrijblijvende componenten in het ict aanbod?
Tenslotte kon ook ict als leermiddel (vergelijk kennisbank
en oefenbank) en als communicatiemiddel aan de
orde worden gesteld. In het bijzonder internet- en
intranetgebruik is op veel instellingen wel onderwijsondersteunend (roosters en studiepunten) maar niet
geïntegreerd in lesopdrachten. Dit moest punt van
discussie worden en via inventarisatie en evaluatie leiden
tot aanbevelingen. Met name de verbreding van het
draagvlak (hoe kom je verder dan die ene vakgroepdocent
die de site ververst) was punt van aandacht. Het praten
over portfolios; niet als presentatiemap, maar als digitaal
voortgangsdossier zou daarbij ook op gang gebracht
kunnen worden.
thema’s
De geplande discussiemiddagen werden gehouden aan de
hand van thema’s en stellingen. Uit het vooronderzoek,
en aanvullende discussies met de stuurgroep kwam een
vijfdeling naar voren; de mens, de school, het leren, het
beroep en de toekomst.
stellingen
Binnen ieder van die vijf thema’s is een verfijning aangebracht door het formuleren van 12 discussiestellingen.
De stellingen werden in blokken van 15 minuten
bediscussieerd. De discussieverslagen zijn gepubliceerd
op de projectwebsite. Daarbij is een journalistieke
bewerking uitgevoerd om van een genotuleerd transcript
te komen tot een voor buitenstaanders leesbaar verhaal.
Het kennisnetwerk heeft de gelegenheid gehad om te
reageren in de vorm van aanvullingen of commentaar op
die teksten. De teksten zelf zijn het volledige eindresultaat
en vormen daardoor de gezamenlijke rapportage van het
‘werkveld’ aan het overleg van academiedirecteuren (obk).
Vervolgens is een samenvatting van de discussieresultaten
gemaakt. In het navolgende is zowel ieder afzonderlijk
verslag als de samenvatting van alle verslagen opgenomen.
pdf pagina 3 van 4 startobkcomp.pdf
13 obkcompleet vijf themakringen
themakringen
In de periode februari/maart van 2003 werd op vijf
verschillende locaties in het Nederlandse kunstonderwijs
een themadiscussie georganiseerd over ict in de kunst.
Op ieder van die middagen werd door 10 à 15 deelnemers
gediscussieerd over een specifiek onderwerp. De
themakring-onderwerpen zijn gedefinieerd vanuit vijf
onderscheidbare begrippen: de mens / de student, de
school, het leren, het beroep / de praktijk en de toekomst.
projectopzet en verantwoording themakringen door Rens
Holslag
[obkcompleet / pagina 10 tot en met 13]
is digitaal beschikbaar via
start obkcomp.pdf
download via www.obkcomp.org
docenten, studenten en medewerkers kunstonderwijs bij
elkaar te gast:
vijf themasessies over computergebruik of
ict (informatie- en communicatietechnologie)
in het kunstonderwijs
1
obk-comp themakring 1
de mens
gespleten
vaardigheidsprofiel –
spanningsveld: generalisme versus
specialisme
14 februari 2003, Vergadercentrum Hoog Brabant Utrecht
2
obk-comp themakring 2
de school:
nieuwe kansen,
nieuwe tegenslagen
25 maart 2003, HKU Utrecht
3
obk-comp themakring 3
het leren
digitale didactiek: het (veranderende) leerproces,
plaats en functie van de computer
daarin
20 februari 2003, Fontys Academie Tilburg
4
obk-comp themakring 4
het beroep
de ‘trukendoos’ voorbij:
het beeldende en het ontwerpende
vak, de
verandering van het vak
en de rol van de computer daarin
17 februari 2003, Premsela stichting Amsterdam
5
obk-comp themakring 5
de toekomst
beperkt zicht, mist en... opklaringen:
mogelijkheden voor de nabije
toekomst en verkenningen van de
horizon
11 maart 2003, Gipsenzaal KABK Den Haag
pdf pagina 4 van 4 startobkcomp.pdf
14 obkcompleet themakring 1
docenten, studenten en medewerkers
kunstonderwijs bij elkaar te gast:
vijf themasessies over computergebruik of
ict (informatie- en communicatietechnologie)
in het kunstonderwijs
1
obk-comp themakring 1
14 februari 2003, Vergadercentrum Hoog Brabant
Utrecht
deelnemers:
Marja Bernts • instructeur ict AKV St Joost Breda
Tristan Frencken • student Design Academy
Eindhoven
Hans Gremmen • deelnemer Werkplaats Typografie
Arnhem, co-auteur Empty Trashcan
Henk Haest • beleidsmedewerker en docent
Koninklijk Conservatorium Den Haag (notulen en
redactie gespreksverslag)
Rens Holslag • projectleider obkcomp
Louis van der Linden • medewerker IR&O + docent
interactieve media WdKA Rotterdam
Hermen Maat • docent Academie Minerva Groningen
Hans van der Mars • hoofd werkplaats Design
Academy Eindhoven
Jouke Mellema • docent HKA Arnhem
Wijtse Rodenburg • coördinator + docent Design
Academy Eindhoven
Fred Thoolen • docent av AHK Amsterdam
Herman Vos • docent informatica ABKM Maastricht
iedereen kan tegenwoordig
‘iets met computers en
muziek’ maar wie is specialist
op zo’n gebied? wanneer
moet je zo’n specialist
raadplegen en tot waar kun je
het zelf?
beknopte introductie
De huidige ict-gereedschappen staan steeds
meer vermenging van media toe; bewegend
beeld, tekst, geluid, etc. Hierdoor vallen
traditionele barrières tussen vakgebieden
weg. Tegelijk neemt de hoeveelheid
mogelijkheden en de benodigde kennis en
ervaring om die mogelijkheden te benutten
explosief toe.
Iedereen kan tegenwoordig ‘iets met
computers en muziek’ maar wie is specialist
op zo’n gebied? En wanneer moet je zo’n
specialist raadplegen en tot waar kun je het
zelf?
In deze themakring staan de student en de
beroepsuitoefenaar centraal. Het gaat over
het vak en over de opleiding maar altijd vanuit
de optiek van de mens; hoe is die in staat
(competent) om dat vak uit te oefenen?
verslaglegging van themakringdiscussie 1
door Henk Haest
[obkcompleet / pagina 14 tot en met 22]
is digitaal beschikbaar via
obkcompverslagthema1.pdf
download via www.obkcomp.org
pdf pagina 1 van 9 obkcompverslagthema1.pdf
verslag themadiscussie 1:
de mens
gespleten
vaardigheidsprofiel –
spanningsveld: generalisme
versus specialisme
DOK (De Ondernemende Kunstenaar)
Bij de meeste kunstvakopleidingen bestaat
er wel een vak als ‘kunstzaken’, waar inzicht
wordt bevorderd in de zakelijke aspecten
van de beroepsuitoefening. De DOK-site
‘de ondernemende kunstenaar’ kan door
docenten van het kunstvakonderwijs gebruikt
worden om studenten wegwijs te maken in
de zakelijke kanten van het beroep. Maar het
is bekend dat tijdens de opleiding de belangstelling voor / directe toepasbaarheid van
deze kennis niet altijd even groot is. Als de
studenten afgestudeerd zijn en in de praktijk
ècht tegen de ‘zaken’ aanlopen dan kunnen
ze alsnog op de website ‘de ondernemende
kunstenaar’ terecht.
De huidige gereedschappen op het gebied
van informatie & communicatietechnologie –
computers en programmatuur – staan steeds
meer vermenging van media toe; bewegend
beeld, tekst, geluid, etc. Hierdoor vallen traditionele barrières tussen vakgebieden weg.
Tegelijk neemt de hoeveelheid mogelijkheden
en de benodigde kennis en ervaring om die
mogelijkheden te benutten explosief toe.
Wanneer moet je een specialist raadplegen
en tot waar kun je het zelf?
obk-comp
Het doel van het project obk-comp is om als
In deze themakring 1 staan de student en de sector als geheel te kijken hoe ict en kunstberoepsuitoefenaar centraal. Het gaat wel
onderwijs, nog beter dan tot nu toe op
over het beeldende en het ontwerpvak en
sommige plekken al het geval is, met elkaar in
over de opleiding maar dan altijd vanuit de
verband gebracht kunnen worden.
optiek van de de mens: hoe is die in staat
Het maken en verstevigen van een kennis(competent) om dat vak uit te oefenen?
netwerk waarin over verschillende aspecten
van ict van gedachten gewisseld kan worden
neemt daarbij een belangrijke plaats in.
informatie & communicatietechnologie:
Tegelijkertijd vindt er een inventarisatie
ict-projecten in het kunstonderwijs
plaats van hetgeen er op ict-gebied in de
De kunstopleidingen bevinden zich
sector gebeurt. Het blijkt dat sommige
aanhoudend in een proces van onderwijsvernieuwing, waarin momenteel profielen,
initiatieven elkaar overlappen, soms vullen ze
elkaar aan. Zo wordt er bijvoorbeeld op veel
afstudeerspecialisaties, het concept van
projectgeoriënteerd onderwijs en dergelijke plekken nagedacht over de mogelijkheden
van het gebruik van digitale portfolio’s in het
een rol spelen. [...]
Ook als we ict-toepassingen buiten
onderwijs.
Door over het gebruik van zo’n portfolio
beschouwing zouden laten geeft dat al
of speciaal ontwikkeld lesmateriaal van
allerlei fricties. Hier wordt echter de vraag
gedachten te wisselen kunnen voorlopers
opgeworpen op welke manier computers
op dit gebied opgespoord worden of kan
in dit proces kunnen ondersteunen of de
resultaten ervan zouden kunnen verbeteren. een bijdrage geleverd worden aan het verder
verbeteren van reeds bestaande onderdelen
van het kunstvakonderwijs.
twee ict-projecten
In het kunstonderwijs lopen momenteel
Deelnemers aan de discussiemiddag stellen
twee ict-projecten, namelijk het project
zich aan elkaar voor. Uitgangspunten van het
‘de ondernemende kunstenaar’ (DOK) en
gesprek. Gesprekspartners worden allen als
het project OBK-COMP. In het project ‘de
ondernemende kunstenaar’ wordt werkelijk professionals opgevat; iedereen is werkzaam
een website gebouwd. De kern van de site is in de beroepspraktijk.
De praktijken zijn divers; van autonome kunst
het bieden van relevante informatie over de
zakelijke kanten van het beroep kunstenaar. via grafisch ontwerp naar productontwerp.
Tegelijkertijd speelt iedereen een rol in het
Bovendien zijn er op de site opdrachten
leerproces en is met kennisoverdracht bezig.
geformuleerd zodat kunstenaars (alle disciDeze twee zijden zullen in dit gesprek steeds
plines) en kunstenaars in spe daarmee zelf
belicht worden.
aan de slag kunnen gaan.
15 obkcompleet themakring 1
generalist en specialist
Generalist en specialist zijn complementaire
rollen.
De generalist en specialist kunnen opgevat
worden als de twee tegenover elkaar liggende
extremen van een continuüm. De meesten
van ons zitten daar in feite tussenin.
Het is goed dat sommigen zich heel erg
specialiseren en dat anderen meer kiezen
voor een rol als generalist.
In het onderwijs zie je studenten die helemaal
met één ding bezig zijn, maar daardoor
anderen weer kunnen inspireren. Een verhaal
over stereolithografie (een fysiek model
bouwen met de computer) bijvoorbeeld
is specialistisch maar prikkelt toch ook
iedereen.
Er kan niet gesteld worden dat het het één
of het ander zou moeten zijn: die tegenstelling is onjuist.
Bij productontwikkeling zullen de oplossingen niet steeds vanuit hetzelfde specialisme
gevonden worden. In het genoemde voorbeeld stereolithografie speelt de ict een
belangrijke rol. Bij de ontwikkeling van
een ander type product zal dat minder of
helemaal niet het geval zijn. Bovendien
spelen in andere fasen van het totale
(productie)proces andere (gespecialiseerde)
personen een rol; modelbouw, bouw van
speciale apparatuur, aansturing ervan etc.
techniek volgt concept
In de lespraktijk kan de nadruk gelegd
worden op de begeleiding van de student tot
specialist in conceptontwikkeling. Het gaat
op de eerste plaats om het concept. Vanuit
de conceptontwikkeling kan de techniek
bevraagd worden en kan bepaald worden
welke techniek(en) je nodigt hebt om je
concept te verwezenlijken. Bij het ontwerpen
moet steeds opnieuw kritisch bekeken
worden of het gebruik van de computer – als
gereedschap – wel de beste keuze is.
De keuze voor het gebruik van het gereedschap, van de techniek moet voortvloeien uit
het concept. De ter beschikking staande technieken zijn ondergeschikt aan het concept.
Door er tijdens het creatieproces voor te
zorgen dat je ook echt kunt maken wat je wilt
maken, word je specialist op een bepaald
gebied. Dat veronderstelt dat de docent
die de student in dit proces begeleidt, een
generalist is.
De studenten zijn immers allemaal verschillend, en zijn (nog) maar in beperkte mate op
de hoogte van de vele mogelijkheden. Een
docent zal vaak de (technische) mogelijkheden aan moeten dragen en dus het
overzicht moeten hebben.
pdf pagina 2 van 9 obkcompverslagthema1.pdf
In de lespraktijk wordt geconstateerd dat
in een te grote specialisatie wel degelijk
een gevaar schuilt. Zo zijn er studenten die
bepaalde computerprogramma’s helemaal
beheersen, maar hun conceptontwikkeling
wordt geheel daardoor bepaald. Dat is een
groot risico. De student is dan niet meer in
staat om buiten de mogelijkheden van een
dergelijke computerapplicatie te denken.
Het gaat om het vinden van een goede balans
tussen conceptontwikkeling en toepassing
van techniek(en).
Daarnaast zijn er professionals die leiding
willen nemen, verantwoordelijkheid voor
het totale ontwerpproces willen en kunnen
nemen.
De ontwikkeling van een student hangt dus
er sterk af van de bij de student aanwezige
potentiële mogelijkheden. Het steeds
opnieuw herkennen van de bij de student
aanwezige mogelijkheden en de ontwikkeling daarvan begeleiden zou als ideaal
gezien kunnen worden.
In de praktijk probeert een opleiding voor de
student een leeromgeving te creëren waar
hij/zij zoveel mogelijk kan ‘halen’. De student
investeren in het opleiden van generalisten of
speelt daarin zelf een belangrijke rol door zich
specialisten?
actief op te stellen. De docent (en) moet(en)
In welke mate moeten studenten
zich daarbij niet dwingend opstellen.
verschillende technieken leren beheersen?
Stel dat een concept een multimediaTijdens een opleiding kan bijvoorbeeld aandacht besteed worden aan een specialisme
uitwerking vereist, waarbij verschillende
zaken een rol spelen zoals, programmeren, als video-editing. Dat wil echter nog niet
videomontage, geluid, user-interfaces of zeggen dat studenten opgeleid worden tot
ergonomische aspecten.
video-editors, operators. Hetzelfde was in
Moet een student alle verschillende aspecten het verleden het geval met de fotografie.
Een opleiding kan wel lessen fotografie
zelf helemaal in de vingers krijgen, of zijn er
grenzen en besluit je – als docent – dat er
aan studenten geven, maar dat wil nog niet
een specialist bijgehaald moet worden?
zeggen dat zo’n opleiding de pretentie
Een student die niets van geluid weet is kan
heeft fotografen op te leiden. Onbedoeld
zich daar helemaal in gaan verdiepen. Hij/zij kan het dan toch gebeuren dat een student
wordt dan uiteindelijk een specialist op dat
zich daar toch helemaal in specialiseert. Dat
gebied.
moet ook kunnen.
Het probleem daarbij is echter dat een
student zich dan vaak verliest in een te
communicatie – samenwerking
langdurend onderzoeksproces waar
Impliceert een specialisme op een vakgebied
uiteindelijk niets meer uitkomt. Dat is het zoveel inzicht in het vakgebied dat op basis
echte risico.
daarvan effectief gecommuniceerd kan
worden met andere specialisten? Hoe zit dit
bijvoorbeeld met een grafisch ontwerper en
zicht hebben op veel verschillende zaken
een drukker die zich over een probleem buiDe taak van de docent is om een student op
gen? De grafisch ontwerper zal waarschijnlijk
tijd naar de (digitale) werkplaats te sturen
geneigd zijn vanuit een conceptuele invalsen hem/haar te laten rapporteren wat voor
advies daar gegeven wordt. Samen kun je dan hoek een probleem te definiëren. De drukker
kijken in wat voor leertraject een student zou zal vanuit de praktijk van het drukken naar
hetzelfde probleem kijken. Indien er sprake is
moeten stappen en of dat wel haalbaar is.
van een positieve houding van beide kanten
Dat betekent dus dat je als docent
kan er een inspirerende samenwerking ontde studenten in de eerste plaats als
generalisten ziet – ze moeten zicht hebben staan, waardoor je samen aan de gestelde
uitdaging werkt en een resultaat weet te reaop veel verschillende zaken. En, zich niet
liseren dat uitstijgt boven het niveau dat de
helemaal in een deelterrein verdiepen. Als
partners afzonderlijk gehaald zouden hebben.
deelkennis nodig is moeten ze anderen,
De onbevangen houding (het ontbreken van
specialisten inschakelen.
specialisme dat gekenmerkt wordt door het
bewandelen van gebaande paden) kan juist
ontwikkelen van aanwezige mogelijkheden
een frisse benadering opleveren en tot verrasEen andere optiek is dat je de naar de persoonlijke mogelijkheden van elke individuele sende oplossingen leiden.
Dan zou je het niet meer moeten hebben over
student kijkt en daarbij verschillende
generalisme versus specialisme, maar eerder
niveaus onderscheidt.
over idealisme, de kracht van de ideeën.
De generalist wordt daarbij opgevat als
iemand die alles kan. Dat is het ideaal, het
Ook al wordt geconstateerd dat de specifieke
prachtige eindstation. Iemand die twee of
inbreng van verschillende specialisten tot
drie studies heeft gedaan, bestrijkt verschil- geïnspireerde samenwerking kan leiden, er is
lende terreinen. Er worden tegenwoordig
ook nog een andere kant, namelijk dat speciasteeds meer en hogere eisen gesteld, maar
listen ook enorm langs elkaar heen kunnen
lang niet iedereen kan daaraan voldoen.
praten zonder het zelf te merken: voor een
Er zijn professionals die op een uitvoerings- goede communicatie tussen specialisten is
niveau en met een beperkt specialisme
een overlap van kennis nodig.
functioneren.
16 obkcompleet themakring 1
In situaties waarin er géén overlap van kennis
is, en er ook nog een deadline gehaald moet
worden, begrijp je elkaar al snel verkeerd en
leidt dit tot conflicten tussen bijvoorbeeld
een ontwerper en een techneut.
op het juiste moment de juiste expertise vragen
Er zijn voorbeelden van het goed samen gaan
van ‘talent voor techniek en talent voor
kunst’. Maar voorbeelden van het tegenovergestelde kunnen ook gegeven worden. Er zijn
mensen die virtuoos zijn in het bedienen van
computerprogramma’s maar toch niet de
beste oplossingen voor gestelde problemen
vinden. Bij studenten die heel vlot met
complete websites komen, blijkt nogal eens
dat het werk inhoudelijk, in conceptueel
opzicht niet erg sterk is. Dat zijn studenten
die fantastisch met javascript overweg kunnen, maar nog niet de beste kunstenaars/
ontwerpers blijken te zijn. Aan de andere kant
zijn er studenten met heel bevlogen ideeën
die helemaal niet weten hoe ze die moeten
realiseren.
De opvattingen lopen op dit punt uiteen.
Mensen die echt iets willen, vinden wel uit
hoe ze dat voor elkaar kunnen krijgen. Maar
mensen die nog niet helder hebben wat
ze nu eigenlijk willen, vluchten vaak in
de techniek. Storten zich daar helemaal
op – wat op zich ook nog niet zo erg is. Die
studenten worden misschien niet de betere
kunstenaars/ontwerpers, maar vinden best
hun weg in de maatschappij.
Het laat zich aanzien dat de combinatie van
talenten belangrijk is. Hoe meer talenten je
hebt, hoe gunstiger het is omdat je die dan
met elkaar kunt combineren. Da Vinci was
bijvoorbeeld een fantastische techneut en
ook een fantastisch kunstenaar. Maar je moet
die talenten maar net hebben. Dan kunnen je
die combineren, en anders moet je het op een
andere manier voor elkaar krijgen.
Het op het juiste moment de juiste expertise vragen is overigens ook een talent.
De academies zouden meer moeten inzetten
op het snijvlak van techniek en kunst door
onderzoek-achtige situaties te creëren.
Dat type onderzoek levert de interessante
kunst/ontwerpen op.
We leren de studenten daarmee om te gaan,
zodat ze hun ideeën – al is het schetsmatig
– kunnen presenteren. Dan is het prima.
Meer hoeft niet. Als je de studenten leert die
applicaties echt helemaal als specialisten te
leren beheersen, schiet je als opleiding je
doel voorbij. En er zullen altijd uitzondering
zijn die zich daar helemaal op richten. Maar
het idee is er eerst en dat wordt uitgevoerd.
Of dan bij de uitvoering gebruik wordt
gemaakt van het potlood en de tekenhaak of
de computer is niet zo’n groot verschil.
Studenten moeten tijdens hun opleiding ook
materiaalkennis opdoen, moeten in alle werkplaatsen aan de slag.
We hebben een golfbeweging gezien, en nu
zijn we weer terug bij de realiteit. De personal
computer en computerprogramma’s kun je
niet meer wegdenken, maar ze zijn ook niet
zaligmakend.
De student moet het beeldend proces leren
beheersen. Als je een je 3d-voorstelling van
een leeuw wilt maken is het nog altijd beter
om in Artis naar een leeuw te gaan kijken om
je op die manier een idee te vormen van de
ruimtelijke structuur van zo’n beest dan op
de computer met wat foto’s te werken. En
de ons ter beschikking staande computerprogramma’s moeten ook niet gebruikt
worden om een zwak concept of slecht basismateriaal te upgraden door bijvoorbeeld
photoshop erop los te laten.
‘Een drol waar je een mooie strik om doet
blijft gewoon stinken.’ In het toepassen van
een hoeveelheid techniek op een (conceptueel) uitgangspunt dat niet goed is, schuilt een
gevaar. Er wordt vaak gedacht, dat een niet
deugdelijk uitgangspunt door technische
manipulatie alsnog wel overeind zal
blijven, of dat de tekortkomingen in het
uitgangspunt nog wel gecorrigeerd kunnen
worden. Een onderbelichte foto kan tegenwoordig in photoshop gecorrigeerd worden.
Maar daar is die techniek niet voor. In de
opleiding moeten studenten gewoon leren
een correct belichte foto te maken.
Dit is een voorbeeld van de stelling dat het
wegvallen van barrières tussen vakgebieden,
en toepassing van ict-mogelijkheden leidt tot
vervlakking in de kunst/het ontwerpen. De
foto is immers in feite niet goed, en door er
dan iets vanuit een ander vakgebied op los te
laten, wordt geprobeerd om het voorlopige
resultaat alsnog wat interessanter te maken.
Dat blijft meestal steken op het niveau van
effectjes.
Een student zal ongetwijfeld onder de indruk
zijn van de technische mogelijkheden die er
blijken te zijn, maar een docent zal daar toch
doorheen moeten prikken. De student moet
in de gelegenheid zijn tijdens de studie tot
aan het ‘verzadigingspunt’ met de mogelijkheden kennis te maken, en ze leren inzetten.
zoveel studenten, zoveel werkwijzen en leerstijlen
Er zijn studenten die bij opdrachten eerst
een ontwerp op papier maken en daarna op
de computer de zaken uitwerken. Andere
studenten gaan direct op de computer aan
de slag, maar het gemaakte ontwerp blijft
dan steken op het niveau waarop ze een
computerprogramma beheersen.
Als je je teveel op de techniek richt gaat het
maar zover als jij die techniek beheerst.
Ofwel: het product wordt nooit beter dan
de beperkte technische kennis die eraan ten
grondslag ligt.
De noodzaak van het gebruik van techniek
moet aangetoond worden en anders moet je
er geen gebruik van maken. Je moet techniek
niet gaan gebruiken omdat dat het enige is
wat je beheerst.
Studenten hebben heel verschillende werkwijzen en leerstijlen, en ze ontwikkelen zich
de ban van de techniek verbroken –
tijdens de opleiding. De ene student blijkt
de computer is ook maar gereedschap
meer conceptueel georiënteerd te zijn, en
De techniek is de laatste twintig jaar, na
de andere wat meer ambachtelijk. Minimum
de audivisuele middelen ook met personal
computers steeds meer de academies binnen- inzicht in het totaal beeldend proces is
nodig, om zonodig een vertaalslag te kunnen
gekomen.
maken en goed te kunnen communiceren met
Maar de tijd dat de techniek al het overige
binnen het kunstonderwijs overheerste heb- anderen.
ben we allang achter ons gelaten. We zien nu En, er zijn dubbeltalenten; de studenten die
allerlei mogelijkheden in zich verenigen.
de computer, de computerapplicaties als
een heel handig stuk gereedschap om tot
beelden en ontwerpen te komen (naast email en internet).
pdf pagina 3 van 9 obkcompverslagthema1.pdf
over vervlakking en effectjes
het ontwikkelen van het esthetisch oordeelsvermogen is essentieel
Waar het om draait is het esthetisch
oordeelsvermogen van de persoon zelf.
Dat essentiële vermogen moet tijdens de
opleiding ontwikkeld worden. Het maakt
geen bal uit of in het werkproces kwasten,
potloden of computers gebruikt worden.
Een student schilderen kan zich toch niet
verweren met de bewering dat het schilderij
niet goed geworden is omdat de kwaliteit
van de beschikbare verf, of de kwaliteit van
de kwasten niet goed zouden zijn. Hij zou
aldus redenerend duurdere spullen nodig
hebben om een goed schilderij te maken. Dat
is onzin. Het schilderij is niet goed geworden
omdat het de student aan esthetisch
oordeelvermogen ontbreekt. Het gebruik
van de materie staat volkomen los van de
essentie, van waarover het gaat. Wat maakt
iemand tot beeldend kunstenaar/ontwerper
en maakt dat deze zich onderscheidt van
anderen? Niet dat hij/zij een bepaald
programma kan bedienen. Dat kan iedereen
leren.
Het aanwezige oordeelvermogen over
inhoud en vorm maakt iemand tot
beeldend kunstenaar of ontwerper. Een
beeldtaal van de kunstenaar/ontwerper,
die anderen meestal niet hebben maar
wel interessant vinden, maakt iemand tot
kunstenaar. Dat is de essentie. Het hele
verhaal over ict staat daar buiten.
17 obkcompleet themakring 1
Een eventuele vervlakking in de kunst of
het ontwerpen is niet het gevolg van ict
of het opheffen van barrières tussen vakgebieden, maar is er het gevolg van dat
opleidingen bij studenten het (kritisch)
oordeelsvermogen niet voldoende
ontwikkelen. Daardoor krijgen we mensen
die zo’n beetje hetzelfde doen en zich
kunstenaar noemen. Zulke mensen opleiden
is niet de functie van kunstacademies.
lessen ‘potlood’ en het verdrinken in computerapplicaties
Wat is tijdens een opleiding aan een academie het belang van lessen photoshop of iets
ict-achtigs? We geven toch ook geen ‘lessen
potlood’?
De meningen lopen op dit punt uiteen.
Sommigen zijn het ermee eens dat dergelijke
lessen in feite geen of beperkte betekenis
hebben.
Anderen hebben zelf ‘lessen potlood’ gehad,
waarmee tekenles wordt bedoeld. Die lessen
waren erop gericht om de motoriek van de
hand onder controle te krijgen en om te leren
ZIEN. Dat wordt, vele jaren later, nog steeds
als een waardevolle verworvenheid gezien.
Het tekenen, als beeldende activiteit, heeft
toch met de inhoud te maken en minder
met de techniek. Zou je uitsluitend over het
type potlood, 10H, 10B, praten? Kwesties die
wellicht spelen op de faculteiten autonome
beeldende kunst – en er zal beslist verschillend mee omgegaan worden. Ook bij het uit
de hand lettertekenen en bij het technisch
verantwoord werktekenen in illustrator
spreek je je uit over de meest geschikte
pen- en lijndiktes. En zo gauw foto’s, prints
en (web)pagina’s aan de orde zijn moet
iedere huidige kunststudent met de termen
resolutie, rgb, pms en cmyk overweg kunnen.
Men kan zich afvragen wat de beschikbaarheid van allerlei computerpakketten, en het
op basisniveau daarmee stoeien, betekent
voor de vakuitoefening. Als iemand nog nooit
iets met geluid gedaan heeft en zich op een
programma als sound edit stort, komt daar na
vrij korte tijd toch al wel iets uit.
Door op basisniveau verschillende computerprogramma’s te gebruiken en onderling te
combineren is het voor iedereen mogelijk
om iets te produceren. Het gevaar is daarbij
aanwezig dat de techniek (het beschikbare
gereedschap) het concept overheerst. Een
dergelijke beweging kan tot vervlakking
leiden.
Er bestaat grote consensus over dat het daar
niet om gaat. Het is niet belangrijk of iemand
veel of weinig weet van sound edit, of welk
programma dan ook. Het is essentieel dat
iemand veel afweet van vorm geven.
pdf pagina 4 van 9 obkcompverslagthema1.pdf
beeldtaal, overdracht, ontwerpen, vorm geven
Het gaat om de beeldtaal, de
communicatie, het ontwerpen, het
vormgeven. Iemand die veel van vormgeving
weet kan met minimale middelen iets
fantastisch maken. Als iemand dat niet kan,
dan is er sprake van gebrek aan talent of je
hebt als academie die persoon niet goed
opgeleid.
tussenbalans:
nieuw evenwicht bereikt?
Een eerste voorzichtige tussenbalans leert:
Ict is een geïntegreerd onderdeel van het
kunstvakonderwijs geworden. Dat geldt voor
verschillende niveaus:
onderwijsondersteunend,
als tool,
als medium,
als final output (resultaat,
presentatiemodel).
de ideeën, het concept
Ict is inmiddels een even vanzelfsprekend
Het gaat om het concept, het kunstwerk,
gereedschap als potlood en papier.
het ontwerp: de student moet zich niet
Het gaat in het kunstvakonderwijs hoe dan
verliezen in de technische mogelijkheden.
Het gevaar bestaat dat tijdens een uitgebrei- ook op de eerste plaats om concepten en
de, avontuurlijke speurtocht in de wereld van inhoud.
computerapplicaties het concept uit het oog
verloren wordt en dat men zich verliest in
verder is er niets aan de hand, of toch?
het maken.
In het recente verleden (van ’85 tot ’95) is de
Het concept zou hoe dan ook richtinggevend aandacht voor ict binnen het kunstonderwijs
moeten blijven. Het is aanbevelenswaardig
doorgeschoten: het technische aspect trad
om bij de concretisering van een concept
volledig op de voorgrond.
eventueel specialisten te raadplegen.
Multimedia (oorspronkelijk de Engelse
term voor een kunstwerk uit verschillende
materialen) kwam in het curriculum terecht
zonder dat erg duidelijk was bij welke
bestaande opleidingen dat paste (zoals
eerder av, diaklankbeeld en animatiefilm.)
Gevolg was dat studenten allerlei softwarepakketten moesten leren beheersen. De
opleiding dreigde een technische opleiding te
worden, gericht op het leren beheersen van
die pakketten. Een student wist, gechargeerd
gezegd, wel op knoppen te drukken maar
niet meer waar ‘regelafstand’ of ‘corps’ voor
stond.
Multimedia werden destijds ook bijna aan
de student opgedrongen wanneer hij/zij in
iets anders, bijvoorbeeld in boekontwerp,
geïnteresseerd was.
Het evenwicht was een aantal jaren
volledig zoek doordat veel energie in het
leren beheersen van software geïnvesteerd
werd. Binnen de opleidingen werd
onderzocht hoe de nieuwe mogelijkheden
in het onderwijs geïmplementeerd konden
worden.
Nu is er ogenschijnlijk weer wat meer
evenwicht.
Opleidingen zijn veelal teruggekomen van
het verplicht stellen van het leren beheersen van softwarepakketten en dergelijke.
Zij laten de studenten wel kennis maken met
de mogelijkheden, maar eisen geen volledige
beheersing ervan – dat heeft helemaal geen
zin.
De eerste generaties studenten leerden de
computer pas tijdens de kunstopleiding
kennen, maar daarvan is de laatste vijf jaar
geen sprake meer. Over de vraag of studenten
die nu het kunstvakonderwijs binnenstromen echt vertrouwd zijn met computers, en
de basisvaardigheden beheersen, lopen de
meningen uiteen.
18 obkcompleet themakring 1
Alleen wanneer de eerste, nog zoekende
keuzes ordelijk en systematisch worden
ingevoerd – met behulp van basispagina’s,
typogrammen en na een paar proefprints
– zijn later zelfs ingrijpende veranderingen
secondenwerk, bijvoorbeeld bij het aanpasstudenten grafisch ontwerpen
sen van corpsgrootte en omvang. En uit een
Veel – vooral de beginnende – grafisch
‘schone’ versie één vloeit stapsgewijs het
ontwerpers blijken hele dagen aan het
definitieve document voort.
computerscherm gekluisterd door te
brengen. Dit beeld ontstaat ook als gekeken Vroeger moest je zetinstructies uitschrijven
en aan de zetter voorleggen. Die ging op basis
wordt naar de stageperiodes die studenten
daarvan aan de slag. Het resultaat daarvan,
bij bureaus doorbrengen. Voor de meeste
studenten blijkt de stageperiode te bestaan proefzetseltje, complete gezette proef,
uit het werken met Quark Xpress, Illustrator en opgemaakte proef kwam dan terug. Je kon
Photoshop. In een uitzonderlijk geval krijgen dan weer wijzigingen aanbrengen en zo ging
het werk dan een aantal keren van de een naar
ze de kans om ook een voorstel voor een
de ander.
ontwerp te doen.
Betekent het voorgaande dat het kunstvakHet vakmanschap bestaat er juist uit dat je al
onderwijs uitvoerders aan het opleiden is,
schetsend rekening houdt met de mogelijke
of geeft het aan dat het lastig is om goede
variatie van de verschillende variabelen. Dat
stageplaatsen te vinden?
was vroeger zo en dat is nog steeds zo.
Iedere opleiding blijkt moeite te hebben
Een computer laat planmatig zowel als
om goede stage-adressen te vinden, deze
contacten te onderhouden en de stages goed intuïtief werken toe. Je maakt iets, stelt
het voor jezelf ter discussie door afstand te
te begeleiden. Vaak moeten studenten de
nemen en je uitgangspunten bij te stellen. Je
stage zelf regelen.
verandert weer eens iets. Of je nu eerst op
En ook al is het streven, studenten naar
papier een idee schetst of meteen achter de
een stageplaats te sturen waar de student
computer gaat zitten, dat maakt allemaal niet
volwaardig kan participeren in een bureausituatie, en waar een vakman beschikbaar is veel uit: hoe je dat precies aanpakt verschilt
van persoon tot persoon. Maar, het gaat
die de student kan begeleiden, de realiteit
blijkt vaak anders te zijn: een student grafisch nog steeds om idee, oordeelsvermogen en
doorwerken. Met de computer kun je zo
ontwerpen zit bijvoorbeeld hele dagen te
vaak en zo veel veranderen als je maar wilt.
dtp-en (uit te voeren). De seniors van die
bureaus zijn natuurlijk heel blij dat die juniors Doordat je als grafisch ontwerper gebruik
dat zo goed kunnen: de stagiaires worden zo kunt maken van computers ben je in het
maakproces veel flexibeler en effectiever
als dtp-er gebruikt.
geworden (veel minder afhankelijk van derden, hun vakmanschap, apparatuur en tijd).
studenten productontwerpen
De stages die plaatsvinden in het kader
Voor een beeldhouwer is het maakproces in
van productontwerpen – waar materiaal
wezen toch niet veel anders. Die gaat ook op
en materiaalgebruik bij het oplossen van
basis van een idee aan het werk en die moet
3d-problemen een belangrijke rol spelen
– leveren niet het beeld op van studenten die ook reageren op de bijzondere eigenschapaan een computerscherm vastgeketend zijn. pen van het materiaal waarin gewerkt wordt
aanwezig blijken te zijn. Zolang het concept
het toelaat kunnen er tijdens het creatieterreur van de computer en grenzen aan
proces aanpassingen doorgevoerd worden.
flexibilisering
Dat zijn beslissingen die te vergelijken zijn
Gesteld wordt dat computers de gebruiker
met een grafisch vormgever die twintig
dwingen tijdens het maakproces allerlei
verschillende lettertypen uitprobeert.
beslissingen tegelijkertijd te nemen. Bij
grafisch ontwerpen bijvoorbeeld kun je met
een potlood eerst een globale opzet schetsen productontwerpen
zonder dat je allerlei deelbeslissingen
Een productontwerper werkt soms aan
meteen hoeft te nemen. Op het moment dat verschillende projecten tegelijkertijd. Bij
je Quark Xpress echter aanzet en een kolom
gecompliceerde 3d-vormen moet je van
tekst laat vollopen moet je veel beslissingen tevoren bedenken hoe je de structuur van
over allerhande variabelen nemen, zoals
een product gaat opbouwen. Het gebruikte
kolombreedte, corps, regelafstand. Als je
programma biedt meestal wel mogelijkheden
je schetsje maakt kun je nog niet altijd alle
om wijzigingen ten opzichte van de gedefinitypografische variabelen overzien.
eerde startsituatie aan te brengen, maar niet
alle variabelen kunnen op elk moment in het
ontwerpproces gemanipuleerd worden. De
huidige complexe tekenprogramma’s maken
dat nog niet mogelijk. Als een gedefinieerd
model zich in een bepaald stadium bevindt
dan kan dat niet even aangepast worden.
stage: goed opgeleide uitvoerders, of...
Het idee bestaat (buiten?) dat het kunstonderwijs goed opgeleide uitvoerders
aflevert. Is dat wel de bedoeling?
pdf pagina 5 van 9 obkcompverslagthema1.pdf
Dat kost vaak teveel tijd, en dus geld, en
belet de ontwerper om terug te keren naar
het uitgangspunt, ook al zou dat op basis van
voortschrijdend inzicht wel wenselijk zijn.
Back-ups van de opeenvolgende ontwerpstadia kunnen van pas komen.
studenten web-ontwerpen
Ook op het gebied van website-ontwerp
blijkt het lastig te zijn om alle variabelen
– interactieve interfaces bijvoorbeeld – van
tevoren goed te overzien en in het ontwerp
te betrekken. Vaak kun je niet helemaal terug
naar het beginpunt en moet je (verder) leven
met de beslissingen die al genomen zijn. Voor
verschillende vakgebieden blijkt het bovenstaande nog steeds te gelden, ook al lijkt de
inflexibiliteit van de lineaire videomontage
voorgoed verleden tijd te zijn.
Er kunnen nu naar behoefte kopieën en backups gemaakt worden.
beperkingen
Elke uitbreiding van (technische) mogelijkheden blijkt ook weer nieuwe beperkingen
met zich mee te brengen. Beperkingen
roepen vaak negatieve associaties op,
maar misschien leveren deze ook een
prettige spanning op die de speurtocht
naar essenties bevordert.
De belangrijkste opgave is (nog steeds)
gelegen in de vraag wat je wilt. Het antwoord
op die vraag moet richtinggevend zijn bij het
selecteren van verschillende keuzemogelijkheden.
samen ontwerpen
Een ander aspect ligt verscholen in noodzakelijke samenwerking met anderen. Als je
met anderen moet samenwerken heeft dat
consequenties voor planning en productiewijze. Dan speelt communicatie een belangrijke rol, dan moet je vooruit denken en zo
hoog mogelijk inzetten vanuit de verwachting
dat door de inbreng van anderen je oorspronkelijk idee misschien afgezwakt zal worden.
studenten grafisch ontwerpen: een weekje lood
Met de komst van nieuwe mogelijkheden
wordt de suggestie gewekt dat daarmee
andere mogelijkheden automatische
zouden (moeten) verdwijnen. Soms verdwijnen er inderdaad dingen, soms blijven
mogelijkheden naast elkaar bestaan.
Hoogdrukpers en lood komen al vijfentwintig
jaar niet meer in de beroepspraktijk voor,
maar zijn het typografisch lego van vrijwel
iedere ontwerpstudent.
19 obkcompleet themakring 1
fotografie
Zo is met de komst van de digitale fotografie
de traditionele doka (donkere kamer) naar
de achtergrond gedrongen, maar niet weg.
De zeer verschillende technische procédés
worden nu meer als een totaal-palet aangeboden. Op die manier kan een student
een compleet beeld krijgen en verbanden
zien tussen het één en het ander. Studenten
kunnen met de verschillende mogelijkheden
naar eigen inzicht experimenteren. Daar
staan bijvoorbeeld de pinhole-camera en de
digitale camera naast elkaar, en wordt zichtbaar waar de roots van de fotografie liggen.
Waar is de communicatie eigenlijk begonnen? Rooksignalen? Sommige technieken
verdwijnen ook echt zoals morseseinen.
Binnen alle specialismen zijn ontwikkelingen
op een historische lijn te plaatsen. Maar er
verdwijnen ook mogelijkheden omdat de
bruikbaarheid ervan niet meer onderkend
wordt.
democratisering van vroegere specialismen leidt tot
verlies aan kwaliteit
Voor het grafisch ontwerpen geldt bijvoorbeeld dat elke ontwerper in feite zijn eigen
zetter is geworden.
Daar zitten voor- en nadelen aan. Voordelen
zijn dat de vormgever veel complexere zaken
kan aanpakken en ook flexibiler is geworden.
Een nadeel is dat de ontwerper van veel meer
verschillende aspecten op de hoogte moet
zijn. Wat het ‘zetten’ betreft lijkt dat goed
te doen. Maar bij de lithografie ligt dat wel
anders. Vroeger werd dat uitbesteed aan
specialisten die daar ook echt goed in waren.
Dat was een ambachtelijkheid die uitgegroeid
was tot specialisme. Daarna zie je dat dit te
duur wordt, drukkers gaan scanners kopen en
ook iemand van de ontwerpstudio moet die
apparaten bedienen. Of deze ontwikkeling
nu de kwaliteit van ons drukwerk bevorderd
heeft is maar zeer de vraag. Het tegendeel is
over het algemeen het geval: de kwaliteit van
de lithografie is slechter geworden.
ken je grenzen en vermijd hobbyisme
Voor andere specialismen geldt waarschijnlijk
hetzelfde. Tegen die achtergrond kan men
zich afvragen of het wel zo’n goede zaak is
dat al die specialismen gedemocratiseerd
zijn. Iets om studenten op te wijzen.
Voorbeeld: home video. Iedereen is daarmee
bezig. Dat is in principe niet erg als het maar
voor ‘tante Jo’ bedoeld is. Op het gebied
van de fotografie zie je wel dat fotografen
gevraagd worden in photoshop het een en
ander te maken, zoals een raster. Dat leidt tot
kwaliteitsvermindering en de fotograaf helpt
daardoor mee de kwaliteit van zijn eigen vak
om zeep te brengen. Het is overigens wel de
verantwoordelijkheid van de fotograaf zelf of
hij dit soort dingen doet of niet. De gedragsregel zou moeten zijn ‘ken je grenzen en
vermijd hobbyisme’.
pdf pagina 6 van 9 obkcompverslagthema1.pdf
Als professional moet je je eigen grenzen
kennen en die ook zelf bewaken. Dat geldt
voor de verschillende professionals onderling
en ook voor de professional richting opdrachtgever.
belang van concept en begeleiding bij uitvoering
Vaak heeft de professioneel ontwerper met
ingewikkelde programma’s te maken. Dat
geldt voor cad-programmatuur, voor multimedia-programma’s en voor programma’s of
programmeertalen die je bij websites nodig
hebt zoals Java.
In welke mate moeten studenten dit soort
programma’s leren beheersen? Als je als professional gebruik wilt maken van complexere
programma’s dan is het waar dat de student
tijdens de opleiding daar mee moet leren
werken. Dat kost tijd. Maar zoals al eerder is
opgemerkt, het gaat om de ideeën die aan
het werk ten grondslag liggen, en om het
ontwikkelen van een esthetisch besef. Een
opleiding moet dat bij de student ontwikkelen.
Ten onrechte wordt er in de discussie
een causaliteit gesuggereerd tussen het
gebruik van middelen, en de kwaliteit van
de resultaten die dat op zou leveren. In
de kunstopleiding staat de ontwikkeling
van het oordeelsvermogen centraal. Daar
gaat het om. De rest is allemaal bijzaak. Die
causaliteit tussen gebruikte middelen en
de resultaten is er niet. Dan zou je ook kunnen beweren dat gebrekkig gebruik van de
machines in een houtwerkplaats tot oppervlakkige resultaten leidt. Dat is helmaal niet
waar. Als dat het geval is dan heeft de docent
zijn werk niet goed gedaan; dan heeft hij/zij
de student maar wat laten aanmodderen.
Een andere aanpak zou kunnen zijn dat
elke student een technisch assistent tot
zijn/ haar beschikking heeft en een concept
perfect uitgevoerd wordt zodat er een
prototype van een product ontstaat.
Op sommige academies in Nederland zijn
er ook operators aanwezig die studenten
kunnen helpen bij het realiseren van een
hoogwaardig eindproduct. De vraag blijft in
welke stadium je zo’n eindproduct zou willen
hebben. Gaat het om ‘paper prototyping’,
is een schetsprototype voldoende? Wil je
tijdens de opleiding een student bij laten
staan door een operator of niet?
Wanneer een opleiding voor een dergelijke
aanpak kiest is het belangrijk het moment
waarop je operator- begeleiding aanbiedt,
goed te kiezen. Op welk moment is het in
het leerproces van de student het meest
effectief? Ook zal een student moeten laten
zien dat hij/zij een adequate communicatie
met een technicus echt aan kan, anders heeft
het helemaal geen zin. Daarnaast zullen er bij
een dergelijke werkwijze altijd beperkingen
van financiële aard zijn.
de conceptontwikkeling en de uitvoering
De conceptontwikkeling enerzijds en de
ambachtelijkheid anderzijds spelen in de
discussie steeds een belangrijke rol. Hoever
ga je in het ontwikkelen van vakmanschap
en in hoeverre is de ontwikkeling van
het vakmanschap afhankelijk van de
verwezenlijking van het idee?
Het is te vergelijken met de gewone werkplaatsen. Je kunt niet van iemand verlangen
dat hij/zij alle metaal- en houtbewerkingsmachines zelf optimaal kan bedienen. Als
iemand een product wil ontwerpen dat op
zo’n machine vervaardigd gaat worden, dan
moet er wel het inzicht in de mogelijkheden
van die machine aanwezig zijn. Wat zijn de
mogelijkheden en de beperkingen van de
machine? Als je dat niet weet benut je nooit
alle mogelijkheden van het ding en heb je
per definitie niet het optimale ontwerp
gemaakt. Je kunt wel alles aan het concept of
de ontwikkeling van het concept ophangen,
maar het concept verhoudt zich toch ook op
een of andere manier tot de kennis van de
ambachtelijkheid.
Die verhouding kan ook het karakter van een
wisselwerking aannemen. Je kunt je idee ontwikkelen zodat helder wordt wat je zou willen
maken. Dat kun je vervolgens voorleggen aan
diegenen die bij de verwezenlijking van je
idee betrokken kunnen worden. Zij kunnen
je dan wel vertellen wat de mogelijkheden
van een machine of een programma zijn. Als
je daar inzicht in hebt gekregen dan heb je
als kunstenaar/ ontwerper nog steeds twee
mogelijkheden. Of je past je idee aan aan de
mogelijkheden van de machine, of je zoekt
een andere machine.
De conceptontwikkeling en de uitvoering
kunnen als twee verschillende processen
opgevat worden. Concepten worden
ontwikkeld, en tegelijkertijd loopt een
voortdurend proces van kennisvergaring
gericht op mogelijkheden om de concepten
te verwezenlijken. Op een bepaald moment
komen concept en realisatie-mogelijkheden
bij elkaar. Soms lukt dat niet, of pas veel
later.
communicatie – elkaars taal spreken
Bij het nadenken over het vervaardigen van
een website kom je al snel met Javascript,
html en dergelijke in aanraking.
Als je in dat geval probeert samen te werken
met mensen die daar echt in thuis zijn moet
je toch een beetje de taal van de specialisten
kennen. Je moet dan door een soort inwerkperiode heen waarin je je het jargon eigen
maakt, zodat je gericht vragen kunt stellen
en samen naar oplossingen kunt zoeken.
Daarbij komt degene die niet helemaal in de
materie is ingevoerd met grensverleggende
benaderingen of juist met eenvoudige oplossingen.
20 obkcompleet themakring 1
Juist vanuit een zekere onwetendheid kunnen
er ‘gekke vragen’ gesteld worden waardoor
de specialist in een samenwerkingsverband
weer opnieuw uitgedaagd wordt om met
iets anders te komen (zie het voorbeeld over
drukkers hierboven).
universeel gereedschap
Niets nieuws onder de zon, of toch? De
intrede van ict op het gebied van beeldende
kunst en vormgeving wordt door sommigen
voorgesteld als een schokkende, revolutionaire gebeurtenis die alles in het vakgebied
overhoop gegooid heeft. Anno 2003 wordt ict
en worden de consequenties ervan voor het
vakgebied steeds meer gerelativeerd.
Maar vakgebieden zoals die vroeger onderscheiden werden hingen sterk samen met
het gebruik van een bepaald gereedschap.
Zo ontstond bijvoorbeeld het vakgebied
van de fotografie. Er waren mensen die met
een camera konden werken en anderen konden dat niet. En er stonden steeds schotjes
tussen de verschillende vakgebieden en
er werd maar door weinig mensen echt over
die schotjes heengekeken. Die situatie is nu
veranderd. De schotten staan er nog maar
er zitten veel wederzijdse doorgangen in.
Ook bij een vakgebied als productontwerpen
blijken de schotjes maar in beperkte mate te
bestaan. Bij de Design Academy hebben de
verschillen in afstudeerrichtingen niet zozeer
te maken met de daar gebruikte gereedschappen of de te ontwerpen producten, maar
veel meer met de mentaliteit van waaruit er
gewerkt wordt. Ze zijn niet meer gekoppeld
aan materialen, gereedschappen, of het
product maar aan een bepaalde mentaliteit.
In de onderwijsorganisatie komt dat tot uitdrukking in het bestaan van een universele
werkplaats – met alle mogelijke materialen
– waarvan iedereen gebruik kan maken.
De studenten moeten kennismaken met
verschillende materialen en begeleid
worden in het werken daarmee. Hetzelfde
geldt voor de computerwerkplaats. Als een
student met een bepaalde probleemstelling
komt dan moet gekeken worden op welke
wijze – gebruikmaken van ict, of niet – het
probleem het best opgelost kan worden. In
dat proces moeten de studenten begeleid
worden. In zo’n werkplaatsachtige situatie
komen conceptontwikkeling en uitwerking
bij elkaar. In de begeleiding komen inhoud
en technische ondersteuning ook bij elkaar
– en lopen wellicht ook door elkaar.
In formele zin is er in bepaalde situaties
sprake van een scheiding tussen inhoud
en techniek, respectievelijk inhoudelijke
begeleiding door een vakdocent, en
begeleiding bij computertoepassingen.
Bij webtechnologie aan de docentenopleiding
in Maastricht – waar de student leert onderwijsmateriaal te maken – komen inhoud en
techniek op een geïntegreerde wijze aan bod.
pdf pagina 7 van 9 obkcompverslagthema1.pdf
werkbesprekingen: prik gelikte plaatjes door
minerva: kijk, zonder afdelingen
Over de vraag of het bespreken van het werk
van studenten wel of niet veranderd is door
de toepassing van ict lopen de meningen
uiteen. Volgens de ene opvatting is er niets
veranderd: als het goed is is het belangrijkste van het werk al besproken voordat een
student achter de computer gaat zitten.
De computer is gewoon een stuk gereedschap, zoals een hamer. Die computer doet
uit zichzelf helemaal niets. De begeleidende
docent heeft met de student het basisidee,
de aanpak van het visualiseren en dergelijke
besproken. Als het verhaal overeind blijft
dan kan het in elkaar getimmerd worden en
eventueel een computer gebruikt worden.
Maar niet alle studenten schakelen pas na
de conceptfase, alleen voor de uitvoering de
computer in.
Andere studenten schetsen op de computer
en presenteren hun schets in de vorm van
een printje. Een printje kan wel suggereren
dat het ‘af is’ maar daar moet je als docent
doorheen prikken. In feite is er geen verschil
tussen een met de hand gemaakte tekening
en een printje. Het ontwerpproces en de
bespreking van de verschillende aspecten
die daarbij een rol spelen zijn in beide
gevallen hetzelfde. De student zelf beleeft
een tekening en een printje overigens wel
heel verschillend; de print wordt veelal
ervaren als iets dat al in een definitiever
stadium verkeert en de student heeft dan
ook moeite dit slechts als een schets op te
vatten.
Een docent of een vakgenoot moet echter
door een printje of een 3d-presentatie,
bedoeld als aanduiding van een idee, heen
kunnen kijken. Terzijde wordt geconstateerd
dat de meeste opdrachtgevers daar niet toe
in staat zijn, maar dat is een ander probleem.
Er lijkt consensus te bestaan over het feit
dat een student de vrijheid moet krijgen
de werkwijze te volgen die hem/haar het
beste ligt.
Bij Minerva in Groningen zijn er in feite geen
aparte afdelingen meer. Dat blijkt echter
nogal verwarrend te werken.
Aan de hand van de cursus in het programma
director kan dit verder uitgelegd worden. In
overleg met een mentor – die de studenten
inhoudelijk begeleidt bij keuzes en die
‘shopgedrag’ (zappen) moet proberen te
voorkomen – kunnen studenten van nog
bestaande afdelingen voor cursussen kiezen.
Het blijkt dat studenten met verschillende
achtergronden en belangstelling op zo’n
cursus intekenen. Studenten communicatie
– waar het oorspronkelijk vooral voor
bedoeld was – blijken dan wel in te tekenen,
maar komen niet naar de lessen. Daarop is de
cursus Director aangepast aan de studenten
beeldende kunst, die wel ingetekend
hebben, maar van wie later blijkt dat ze vooral
geïnteresseerd zijn in het gekozen thema,
maar niet gecharmeerd te zijn van het idee dit
in combinatie met het computerprogramma
Director uit te werken. Elke acht weken heb
je op deze manier studenten met verschillende profielen die op iets intekenen, maar
uiteindelijk heb je geen idee aan wie je nu
eigenlijk les gaat geven. Dat is heel moeilijk
en voor de betrokken docent lastig werken.
de kooning: 2d, 3d en beeldende kunst
Een ander voorbeeld is te vinden bij Willem
de Kooning Academie (WDKA), waar
drie domeinen onderscheiden worden:
vormgeving 2d, vormgeving 3d en autonome
beeldende kunst. Het (bij-)vak dynamische
typografie wordt bijvoorbeeld gegeven aan
studenten die met animatie, grafische vormgeving, illustratie en audiovisueel bezig zijn.
Deze lessen gaan over typografie in tijd en
beweging. De kruisbestuiving die De Kooning
op deze manier hoopt te bereiken (op lange
termijn) vindt plaats in lessen, naast het
effect van samenwerking in projecten (3 a 4
projectweken per studiejaar). Met name de
combinatie van studenten audiovisueel en
grafische vormgeving loopt al goed.
instandhouding barrières vakgebieden versus
De problemen die zich voordoen zijn voorinterdisciplinair samenwerken
namelijk van organisatorische aard: de
Vroeger leidde je ambachtsmensen op,
tegenwoordig leid je meer een regisseur op haalbaarheid van individuele roosters voor
studenten wordt vooral bemoeilijkt door
die het totale overzicht over verschillende
vakgebieden heeft en in staat is verschillende het werken met (bijna uitsluitend) parttime docenten.
ambachtslieden aan te sturen. Is het een
Ten aanzien van het projectmatig werken –
goede ontwikkeling om al die afzonderlijke
onder meer gericht op samenwerking – wordt
afstudeerspecialisaties op te heffen en er
geconstateerd dat er altijd wel studenten
bijvoorbeeld een tweestromenland van te
zijn die ‘meeliften’ op de inzet van hun
maken: autonoom en toegepast?
medestudenten. Over de vraag hoe dramatisch dit is, lopen de meningen uiteen.
Het combineren van individueel gerichte
vakken en het meer projectmatig werken,
met bijbehorende beoordelingen, maakt
het goed mogelijk om te bepalen wat een
student echt zelf in huis heeft en dit op
juiste waarde te schatten.
21 obkcompleet themakring 1
programmeren voor iedereen gaat te ver
Computertoepassingen leren gebruiken is
één ding, leren programmeren gaat nog een
stap verder.
Het bijbrengen van programmeren, in Java,
html en dergelijke, als ict-basisvaardigheid
voor autonome en toegepaste kunstenaars
gaat te ver. Het programmeren is een middel.
Niet elke student heeft dit nodig of is in het
gebruik ervan geïnteresseerd. Studenten die
dit wel willen leren, of dat nu om toegepaste
richting of autonome richting gaat, moeten de
mogelijkheid hebben zich hierin te verdiepen.
Het gaat er steeds om wat je met ict-gereedschappen doet. Het gaat er echter ook om,
inzicht te hebben in die gereedschappen en
de vraag hoe je dit inzicht kunt verwerven.
Meestal krijg je inzicht in iets door er zelf
mee aan de slag te gaan. Je krijgt pas inzicht
in het programmeren door dit zelf te doen.
Dat verschaft ook inzicht in het wezen van
de computer en de mogelijkheden daarvan.
In hoeverre is inzicht in te gebruiken gereedschap nodig?
Voor iemand die alleen het gereedschap
wil gebruiken is een beperktere vorm van
inzicht voldoende.
Voor iemand die zelf ook nog dat gereedschap wil aanpassen, naar eigen wensen
veranderen of helemaal opnieuw maken
is meer nodig. Dan praat je weer over een
specialist.
startende ontwerper
In het verleden had je bij de start van je
beroepspraktijk genoeg aan het spreekwoordelijke ‘potlood’. Als je tegenwoordig
in een vakgebied wilt beginnen, bijvoorbeeld
als grafisch ontwerper, dan moet er meteen
behoorlijk geïnvesteerd worden in apparatuur. Daar komt nog bij dat de opdrachtgever
het vroeger heel gewoon vond dat er voor
uitbesteed werk – zoals lithografie – flink
betaald moest worden. Het was dus een
combinatie van het ontwerphonorarium en
de facturen van andere specialisten.
Ondanks de investeringen die de grafisch
vormgever nu zelf doet, en ondanks dat
er meer geleverd wordt, verwacht de
opdrachtgever toch goedkoper uit te zijn
dan vroeger. De ontwerper is in feite degene
die van het hele proces slechter is geworden;
hij/zij moet meer doen voor minder geld.
tijd, geld, verwachtingen
Van elke specialist, op wat voor vakgebied
dan ook, wordt verwacht dat hij/zij beschikt
over apparatuur die bij dat specialisme
hoort. De fotograaf bijvoorbeeld heeft altijd
in apparatuur moeten investeren. Voor de
grafisch vormgever is dat dan nu de computer
met bijbehoren. Toch lijken er verschillen
te bestaan op het niveau van de honoraria.
Collega’s zowel als opdrachtgevers waren er
aan gewend dat het inhuren van een fotograaf
nu eenmaal veel geld kost. Is voor de fotograaf in dit opzicht door de komst van ict ook
design academy
Als ontwerper moet je generalist zijn, maar een kentering gekomen?
Het heeft er alle schijn van. Er is zoiets als
je moet de weg kunnen vinden naar, en
kunnen communiceren met een specialist. algemene fotografie gekomen en de digitale
camera heeft zijn intrede gedaan. Waarom
Op die manier kun je de gewenste diepgang
zou je voor een print nog naar een vakhalen.
laboratorium gaan als bij wijze van spreken je
Binnen de Design Academy in Eindhoven
wordt bij de structurering van de opleiding op neefje die ook kan leveren? Die prijzen staan
ook bij de fotografie onder druk.
generalisme ingezet. Dat sluit goed aan op
het gegeven dat er enorme verschillen tussen
studenten zijn. Dat geldt voor de aanwezige Voor alle vakgebieden geldt dat door de
talenten, manieren van werken en richtingen komst van ict ‘iedereen wel iets kan maken’,
en daardoor ontstaat bij het grote publiek
die ze uit willen. Willen ze de diepte in dan
halen ze de bagage daarvoor maar bij andere en ook bij opdrachtgevers de indruk dat het
specialisten, of ze gaan daar zelf helemaal in werk van professionals ook wel goedkoper
investeren. Op die manier kan de school toch kan.
heel verschillende afgestudeerden afleveren. En door het vergroten van efficiëntie of het
maken van presentaties met de computer
kunnen diensten ook werkelijk voor
specialist in esthetische oordeelsvorming
minder geld geleverd worden. En ook het
De docenten zijn gidsen, helpen studenten
bij hun eigen ontwikkeling en het vinden van tijdstip en de plaats waarop je nu kunt werken
is sterk veranderd. Nu hoef je geen speciaal
hun persoonlijke loopbaan.
ingericht bureau te hebben; je kunt thuis op
Over de algemene startkwalificatie die elke
de bank werken.
student zou moeten hebben: specialist in
esthetische oordeelsvorming, bestaat
Maar wat de wensen van de opdrachtgever
consensus.
betreft, flexibiliteit, de deadlines van ‘liefst
Maar hoe ziet de start van een beginnend
gisteren’, zo goedkoop mogelijk, is er heleontwerper er vandaag de dag uit?
maal niets veranderd. Dat is altijd zo geweest.
Aan de andere kant lijkt het erop dat we die
druk van het laatste moment zelf ook enigszins opzoeken. Een opdracht waar je ruim
de tijd voor hebt laat je als eerste liggen.
Misschien werken we wel het prettigst en het
best onder tijdsdruk.
pdf pagina 8 van 9 obkcompverslagthema1.pdf
Er is wel een verschil met vroeger doordat de
klant gedwongen werd in een eerder stadium
echt na te denken over de vraag wat er moest
gebeuren. Nu gaat de opdrachtgever er veelal
van uit dat die vormgever alles toch wel even
snel kan veranderen en krijg je bijvoorbeeld,
tot het moment waarop de oplage-productie
van start gaat, een oneindig aantal tekstwijzigingen. De extra tijd die dat kost moet
overigens – wat de ontwerpers betreft –
gewoon aan de klant doorberekend worden.
beperkingen moet je omarmen, koesteren en als een
grote kracht zien
De gereedschappen waarmee we moeten
werken zullen nooit af zijn. Alles wordt steeds
beter, geavanceerder. Dat geldt overigens
voor alles, ook voor de schoenzolen waar we
tegenwoordig op lopen. Tegelijkertijd verschuiven we zelf onze eisen; we leggen zelf
ook de lat steeds opnieuw hoger.
Toch is er met het gereedschap waar we
het hier over hebben – softwarepakketten
bijvoorbeeld – iets bijzonders aan de hand.
Op het moment dat je denkt dat je een
programma echt in de vingers hebt, komt
er weer een nieuwe versie aan en begint het
hele verhaal weer opnieuw. Je kunt je dan
soms echt afvragen of het om speeltjes
gaat of om werkelijke verbeteringen. Het
is ook leuk dat het verder gaat. Niet ‘strijden
tegen’, maar ‘wij nemen met verwondering
kennis van’. Het is toch fascinerend dat je op
een dag op een computer kunt kleuren. Dat is
interessant. En het heeft ook helemaal geen
zin om te wachten, want dan haal je het nooit
meer in. Probeer niet nieuwe ontwikkelingen buiten de deur te houden. Omarm
ze, maar wees wel kritisch.
Het is niet waar dat elke verandering beter
zou zijn. De echte kwaliteit onderscheidt
zich toch wel en de rest valt gewoon door
de mand. Op alle vakgebieden dienen zich
steeds nieuwe materialen, machines aan.
Het ene product bouwt weer voort op het
andere product. Er worden op basis van
voorafgaande ervaringen lessen getrokken en
verbeteringen aangebracht. Dat hoort bij het
product-ontwikkelen en dat maakt het juist
zo interessant.
enthousiasme
We mogen best wat enthousiaster zijn over
wat er allemaal op ict-gebied in de kunsten
en in het kunstonderwijs gebeurt. Het gaat
over gereedschappen, maar het maakt het
beeldende en ontwerpende vak een stuk
spannender, rijker en het is prachtig dat dit
allemaal binnen ons bereik ligt. Studenten
vinden dat ook spannend, en zijn nieuwsgierig naar nieuwe dingen. Dat kun je aanbieden. Dat is toch heel goed. Studenten
genieten als dingen op de computer echt
blijken te werken. Docenten genieten
evenzeer.
22 obkcompleet themakring 1
Het is ook interessant stil te staan bij de vraag
wat de ict in termen van communicatie, de
kunsten, in een bredere maatschappelijke,
sociale context allemaal kan gaan opleveren
– dat is helemaal niet te overzien en staat nog
in de kinderschoenen, maar is heel spannend.
Wat zijn de consequenties van dit alles?
tot besluit van sessie 1
In dit project OBK-COMP wordt met een
virtual workspace gewerkt, en per e-mail
gecommuniceerd. Dat werkt. We communiceren met elkaar, zitten nu al bij elkaar. Dat
zou zonder die techniek anders niet zo snel
en zo goed gelukt zijn. Daarnaast moet er ook
Het is interessant om de computer, ict, in een veel energie in gestoken worden. Zo’n workbredere context te plaatsen, maar toch moet space is een instrument, dat doet zelf verder
je als je wilt verdiepen de aandacht ook wel
niets. Het blijft ook een lege huls als je er niet
concentreren. Toch kiezen voor iets waar je je aan bouwt.
helemaal in wilt verdiepen.
Studenten zetten zich daar dan ook helemaal elektronische leeromgeving, ELO
voor in.
Hoe kunnen we dit soort zaken, digitale
portfolio’s en dergelijke in het onderwijs
gaan gebruiken? Er wordt wel eens gesteld
dat dit docentvervangende instrumenten
zullen zijn. Directies denken misschien dat
het tot minder contact-uren zal leiden.
Het zou willen eens kunnen blijken dat het
allemaal veel arbeidsintensiever is dan de
huidige didactische werkvormen. Maar wel
kwalitatief beter en meer toegesneden op de
maatschappij van de toekomst.
Een digitaal portfolio of, beter nog, een
elektronische leeromgeving (ELO) opzetten
is arbeidsintensief. Het kost bijvoorbeeld
tijd om opdrachten van alle docenten binnen
de eigen organisatie zichtbaar te maken.
Er komt op die manier veel informatie
beschikbaar die er voorheen niet was.
‘Content’ kost tijd maar levert uiteindelijk
diverse voordelen op.
Je krijgt er iets voor terug, maar daar moet
wel iedereen iets voor doen. ‘Technology is
cool, content is king’: het gaat uiteindelijk
om de inhoudelijkheid.
Content is doorslaggevend, maar kost iedereen meer tijd. Niet alleen het produceren
van bijdragen, ook het plaatsen en onderhouden van informatie online kost tijd:
evenveel redactioneel werk als nodig
is voor de publicatie van een gedrukte
periodieke nieuwsbrief.
Voor studenten is de ELO alleen interessant
als de inhoud goed is. Als die kwaliteit terugloopt ben je ze kwijt want komen ze niet
meer op je site. Als je het goed doet, gaat het
steeds meer werken als intern communicatieplatform binnen de organisatie.
hh/rh/jvt
pdf pagina 9 van 9 obkcompverslagthema1.pdf
23 obkcompleet themakring 2
docenten, studenten en medewerkers
kunstonderwijs bij elkaar te gast:
vijf themasessies over computergebruik of
ict (informatie- en communicatietechnologie)
in het kunstonderwijs
2
obk-comp themakring 2
25 maart 2003, HKU Utrecht
deelnemers:
René Bosma • coördinator + vakdocent AKV St Joost
Breda
Joost Dikker Hupkes • praktijkdocent computervaardigheden HKA Arnhem
Rens Holslag • projectleider obkcomp
Roel Klaassen • afdelingshoofd HKU Utrecht
Léon Kranenburg • student WdKA Rotterdam
Louis van der Linden • medewerker IR&O + docent
interactieve media WdKA Rotterdam
Marc Mijer • journalist (notulen en redactie
gespreksverslag)
Paulijn Offermans • ondersteunend ict-medewerker
ABKM Maastricht
Theo Pasveer • docent CABK Kampen
Loes Sikkes • student WdKA Rotterdam
Hans Slierendregt • ict-manager KABK Den Haag
verslag themadiscussie 2:
de school
nieuwe kansen,
nieuwe tegenslagen
Als gevolg van een her-agendering werd
op woensdag 25 maart als laatste van de
themakringen thema 2 bij de horens gevat.
Ter ondersteuning liet de gastlocatie
(Hogeschool voor de Kunsten Utrecht)
een karretjesvracht vol versnaperingen
aanrukken. Onder het genot van roze koeken
en flesjes prik lieten de aanwezigen hun
gedachten gaan over de consequenties van
ict voor de onderwijsinstellingen.
Een voorbeeld: een toenemend aantal
av-studenten beschikt thuis over eigen
opname- en montageapparatuur. De
schoolstudio wordt dan steeds minder
gebruikt. Dit vermindert het aantal contactmomenten.
Gebruik van digitale apparatuur werkt ook in
de hand dat studenten met bijvoorbeeld een
digicam ‘alles’ opnemen. Er hoeft niet meer
geselecteerd te worden.
het studieproces kunnen volgen
En een ander punt: de werkwijze van de
buiten school opererende student wordt
onzichtbaar. Vroeger stonden de blaadjes
in het schetsboek borg voor navolgbaarDe veranderingen die ict op instellingsnivo
heid van het creatieve proces. Wat komt
voortbrengt zijn groot. Bestaande beroepen daar voor in de plaats?
en dus de bijbehorende opleidingen zijn
Sommige academies gebruiken projectsites
ingrijpend veranderd, nieuwe beroepen — als als onderwijsondersteuning. Deze sites
gevolg van ict — zijn ontstaan.
werken met bestaande, gedownloade projectEr is tot op heden altijd veel aandacht
omgevingen, die als communicatiemiddel
geweest voor infrastructuur en voor de
dienen tussen docenten en studenten.
investeringen die daarvoor nodig waren. Van De vordering van projecten valt op een
dozen en kabels hebben we nooit genoeg, dergelijke site stap voor stap te volgen. De
maar de kern van het probleem ligt nu niet navolgbaarheid is dus geborgd.
bij faciliteiten maar bij mensen en ideeën. Op een dergelijke manier is digitalisering
de consequenties van
prima, maar dan wel gecombineerd met
ict voor kunstonderwijsde persoonlijke dialoog tussen docent en
instellingen
student.
stelling 1
beknopte introductie
Het succes van projectonderwijs en probleem- Dit kan gestimuleerd worden door studenten
naar de school te lokken met onweerstaanDe veranderingen die ict op instellingsniveau gestuurd onderwijs is recht evenredig met de
bare faciliteiten, zoals krachtige servers,
voortbrengt zijn groot. Bestaande beroepen kwaliteit van de onderwijsondersteunende
bandbreedte en verruimde openingsen de bijbehorende opleidingen zijn
ict-gereedschappen. Zonder Informatie en
ingrijpend veranderd, nieuwe beroepen – als Communicatie lukt het niet, maar heb je daar tijden. Scholen die dit niet (kunnen)
aanbieden, zien steeds minder studenten
computers bij nodig?
gevolg van ict – zijn ontstaan.
binnen de muren.
Er is tot op heden altijd veel aandacht
geweest voor infrastructuur en voor de
Degenen die zich geroepen voelen om deze
Het gebruik van de computer als niet meer
vraag te beantwoorden, laten zich in het
investeringen die daarvoor nodig waren.
dan een veredelde sheet presentator wordt
algemeen in twee kampen verdelen. Eén
Van dozen en kabels hebben we nooit
kamp vindt dat álles geautomatiseerd moet overigens door alle aanwezigen verworpen.
genoeg, maar de kern van het probleem ligt
worden, het ander dat de computer alléén De opmerking dat Power Point op de zwarte
tegenwoordig niet bij faciliteiten maar bij
mensen en ideeën.
ingezet moet worden voor primaire zaken. lijst van applicaties zou moeten worden
Het handgeschreven briefje op de deur van
De onderwijsorganisatie staat in deze
geplaatst, spreekt wat dat betreft boekdelen.
de bijeenkomst van deze middag voldoet
themakring centraal. Het gaat over het
bijvoorbeeld volledig als bewegwijzering voor
managen van het leerproces en de gevolgen
daarvan voor het onderwijs
de deelnemers.
stelling 2
Het leren leren dient een onderdeel van het
verslaglegging van discussie door Marc Mijer
Zo zijn ook leren ontwerpen en zelf leren
curriculum te vormen. Zelf selecteren en op
[obkcompleet / pagina 23 tot en met 25]
nadenken aspecten waar geen computer bij kwaliteit beoordelen van informatie uit het
is digitaal beschikbaar via
nodig zou moeten zijn. Dat neemt niet weg
wereldwijde aanbod kunnen studenten niet.
obkcompverslagthema2.pdf dat projectonderwijs een grotere zelfstandigheid van studenten verlangt. Computers
Academies richten zich thans teveel op
download via www.obkcomp.org
stellen studenten in staat om aan die
‘leren door te doen’. Wellicht is het beter
grotere zelfstandigheid invulling te geven. over te stappen op ‘leren door te denken’.
Daar hoort ook de bewustwording bij dat je
Daar kleven wel een aantal nadelen aan.
alle informatie die je vindt op het web op zijn
waarde moet schatten. Dingen klakkeloos
aannemen is uit den boze. Het leren zoeken
en leren beoordelen zou in het eerste jaar
stof mogen zijn van een aantal lessen.
Het behoort zeker tot de taken van het
kunstonderwijs, omdat het valt onder
brononderzoek. Daar behoort internet
immers ook toe.
pdf pagina 1 van 3 obkcompverslagthema2.pdf
24 obkcompleet themakring 2
Een idealistisch toekomstbeeld ziet zich
dus geconfronteerd met een waaier aan
Wie ict inzet om het onderwijs goedkoper te
maken, is op de verkeerde weg. Het wordt juist praktische problemen. Laat dat niemand er
van weerhouden om over die toekomst te
duurder maar wel veel beter!
blijven nadenken.
Computers kosten inderdaad veel geld. Dat
resulteert in een verschuiving van middelen.
Het budget voor een vakgroep bijvoorbeeld
stelling 4
blijft gelijk. Als er meer geïnvesteerd wordt
Ict moet transparantie in het onderwijsaanbod
in computers en beheerders ervan, blijft er
(voor studenten) mogelijk maken. Docenten
minder geld over voor andere zaken, zoals
zien deze transparantie als top-down-controle
docenten. Maar ligt het zwaartepunt in het
en boycotten zulke vernieuwing.
kunstonderwijs niet bij de dialoog tussen
docent en student? Er bestaat weliswaar
Een dergelijke boycot zou voortkomen uit
verschil van mening over hoe zwaar dat
de angst om het onderwijsprogramma
zwaartepunt precies is, maar dat computers te moeten omschrijven en er dus ook
eigenlijk niet docentvervangend mogen
op gecontroleerd te kunnen worden of
zijn, staat voor iedereen vast.
het totale programma in de betreffende
periode doorlopen is.
Docenten, zo wordt gemeld uit ervaring,
eigen computerbeheerder is een must
zijn überhaupt niet in staat om te
Beheer van computers lijkt, met name door
het moeten inhuren van benodigde mensen, omschrijven wat ze nou precies in hun
kostbaar. Maar als het niet gebeurt, komt het lessen doen. En wat is er eigenlijk tegen topdown-controle? Er zijn teveel docenten die
hele netwerk remmend en piepend tot stilstand. Dit blijkt in de praktijk op die plekken maar doen waar zij zelf zin in hebben, brengt
een van deelnemers in.
waar beheerders binnen een academie zijn
wegbezuinigd. Zelfs als er sprake is van een
helpdesk, blijkt gecentraliseerd beheer
onderwijsondersteunend intranet; onderhoud
niet te werken.
Er blijken nog meer nadelen te kleven aan
het publiceren van volledige onderwijsprogramma’s op een site. Het zou er toe
centraal opschonen computers
Een zijstap wordt gemaakt naar het centraal kunnen leiden tot studenten niet langer de
opschonen van computers, waardoor aller- noodzaak zien om nog naar de les te komen.
lei (door studenten toegevoegde) program- Daarom moet het gaan om niet meer dan
matuur en custom machineinstellingen (en aanvullende informatie, die studenten
soms werkstukken waar nog geen back-up juist prikkelt om wel te komen.
van bestaat) verloren gaan. Het gevolg: de Een ander nadeel is dat een en ander veel
onderhoud vergt. Wie houdt de site bij? Dat
apparaten worden nooit een persoonlijk
kost veel tijd en geld.
stuk gereedschap. Opschoning blijft toch
Bepaalde academies zijn absoluut nog niet
noodzakelijk, omdat systeembeheerders
anders een half jaar celstraf riskeren vanwege toe aan een dergelijke rol van ict.
Ict kan nooit een doel zijn. Het is een middel
het beschikbaar stellen van illegale versies
om ergens te komen. Als docenten dat
van software.
beseffen, zullen ze ook de noodzakelijk
medewerking verlenen aan een site waarop
rsi
ook hun onderwijsprogramma’s komen te
Een tweede zijstap: Rsi of ‘muisarm’. Er
staan.
zijn al gevallen bekend van studenten die
hun opleiding aansprakelijk stellen voor het
oplopen van deze ziekte die gerelateerd
administratie en organisatie
kan zijn aan veelvuldig computergebruik.
Voor zover er sprake is van centrale ict,
Opleidingen zouden deze aansprakelijkheid heeft dat inhoudelijk niets te maken met
moeten uitsluiten.
het onderwijs (maar met administratieforganisatorische zaken).
stelling 3
Dit voucher-idee schijnt inmiddels alweer
in de prullenbak beland te zijn. Toch blijft
de vraag of het geen goed idee zou zijn om
de modules uit de afzonderlijke richtingen
te incorporeren, zodat studenten een
gevarieerde en richtingoverschrijdende
keuze kunnen maken. Ict zou dit inderdaad
kunnen faciliteren.
Het lijkt zonder meer goed om de
eilandenstructuur in het kunstonderwijs
te doorbreken. Zeker binnen een instelling
zou je modulair onderwijs moeten kunnen
volgen en daar een diploma mee halen. Het
is wellicht minder realistisch om dit in het
kader van meerdere instellingen mogelijk te
willen maken. Bovendien is het nog maar de
vraag of studenten hierop zitten te wachten.
Deeltijders misschien wel, maar de reguliere
studenten niet.
stelling 6
Nieuwe kunstopleidingen door ict komen er
niet meer.
Hilariteit alom over deze stelling, want op
tafel adverteert een glimmende brochure
van de Utrechtse academie voor de nieuwe
opleiding ‘Industrial Design and Robotics’.
Waarom zou dat niet meer mogen? Er
komen nieuwe richtingen bij, er vallen
oude richtingen af. Dat wordt door velen
als een goede gang van zaken gezien. Als
ict-opleidingen studenten aantrekken,
moet je daar op inspringen. Wat dat betreft
leidt de huidige instorting van de ict-markt
plaatselijk tot paniek. Anderen zien dat als
een kans voor het echte kunstonderwijs. Er
is nu minder behoefte aan ‘Flash-boeren’
en anderen die op een computer kunnen
rammelen, maar des te meer behoefte aan
mensen die echt iets kunnen bedenken.
stelling 7
Er is een onoplosbaar conflict ontstaan
tussen de eis van de beroepspraktijk (iedere
student beheerst alle in zijn branche gangbare
software voor 100%) en de mogelijkheden
en wenselijkheden van het kunstonderwijs
(concept-denken staat voorop, pakkettraining
beperkt in verband met vierjarig programma).
op een laptop ontwerp je niet lekker
Vallen alle problemen niet op te lossen met
het beschikbaar stellen van een laptop aan
elke student? Nee, want je kunt op laptops
niet ontwerpen. Bovendien zal draagbare
apparatuur er toe leiden dat je vrijwel geen
student meer op de academie tegenkomt.
Of dat studenten, zoals in Eindhoven, de
middagboterham met zijn allen zwijgend
achter hun laptop doorbrengen. Lunching
Apart Together.
pdf pagina 2 van 3 obkcompverslagthema2.pdf
pakketkennis versus conceptuele vaardigheden
stelling 5
We moeten alle bestaande kunstopleidingen
opheffen en volledig overstappen naar
individuele leerroutes binnen toegepast of
autonoom. Dat is goed voor de student en ict
maakt het mogelijk.
Stel voor: de overheid benoemt profielen
(autonoom, ruimtelijk, vormgeving en
productontwerp) en studenten kunnen naar
believen met ‘vouchers’ losse vakken volgen
in verschillende academies.
Hoe dienen academies daar mee om te gaan?
De pakketkennis lijkt meer iets te zijn voor,
bijvoorbeeld, de grafische MTS. Wellicht
kan op dit vlak met dergelijke instellingen
worden samengewerkt. Academies dienen
studenten inzichten te verschaffen,
waarmee pakketten — die vaak gelijke
methodieken hanteren — relatief
makkelijk doorgrond kunnen worden.
Voorts moeten de conceptuele vaardigheden centraal staan alsmede de wijze
waarop je pakketkennis aanwendt ten
behoeve van de creativiteit.
25 obkcompleet themakring 2
Het is eigenlijk vanzelfsprekend dat iemand
zich de techniek eigen maakt die hij nodig
heeft om zijn creatieve einddoel te bereiken.
Er wordt opgemerkt dat niet iedereen
over evenveel kwaliteiten beschikt om de
techniek onder de knie te krijgen.
Het schijnt overigens dat de marktvraag
een kentering laat zien ten faveure van
creatieven en conceptontwikkelaars.
stelling 8
stelling 10
Goede (flexibele en per instelling aanpasbare)
gereedschappen voor elektronische leeromgevingen kunnen we alleen maar als sector
gezamenlijk ontwikkelen.
Het zou inderdaad jammer zijn als de synergie van instellingen niet voor iets dergelijks
benut kan worden. Academies zouden een
gezamenlijk pakket van eisen kunnen
opstellen om tot goede, flexibele en per
instelling aanpasbare gereedschappen
voor elektronische leeromgevingen te
komen.
Kunstacademies kunnen wellicht een
bijdrage leveren aan het ontwerpen van
nieuwe methodes.
De effectiviteit van kennisoverdracht kan
profiteren van games.
De vraag is hoever je daarin wilt gaan. Want
het gaat om méér, namelijk inhoudelijkheid.
Televisiebeelden tonen momenteel elke
avond aan dat oorlog geen game is.
De fascinatie voor de presentatie in plaats van
voor de inhoud lijkt een punt van zorg te zijn.
De soft- en hardware ontwikkelingen
mm/rh/jvt
gaan dermate snel dat een strategische
samenwerking van het kunstonderwijs met het Misschien is dat wel niet te definiëren. Alle
bedrijfsleven, waaronder de ict-industrie zelf, academies (en zelfs de faculteiten en
noodzakelijk is.
vakgroepen binnen die academies) vinden
zichzelf eigenaardig. Iedereen wil ‘zijn
Bepaalde softwareontwikkelaars (Adobe) eigen ding’, al was het alleen maar om dat
maken speciale prijsafspraken met het
daar allerhande subsidiepotjes tegenover
onderwijs. Per slot van rekening sturen zij staan. Sommige academies zullen ook aan
zo het latere beroepsgebruik aan. Je zou je hun concurrentiepositie denken en met de
kunnen afvragen waarom zij het eigenlijk niet eer van het zelfbedachte willen strijken.
gratis aanbieden.
In Nederland bestaat nu eenmaal niet de
openheid – die in vele buitenlanden wel de
Uitgeklede versies van programma’s
norm is – zelfs als dat er toe leidt dat iederspeciaal voor onderwijsdoeleinden lijken een afzonderlijk van elkaar vanuit hetzelfde
niet wenselijk. Het leidt tot ‘laffe’ versies
nulpunt begint.
en strijdt met het gegeven dat studenten
in de praktijk toch gewoon met volledige
versies moet kunnen werken.
stelling 11
Vroegere ervaringen hebben
Het ontwikkelen (en gebruiken) van interactief
overigens geleerd dat bijvoorbeeld
lesmateriaal zou sneller verlopen als er een
sectorale uitwisseling kon plaatsvinden (‘mijn
beroepsverenigingen (zoals de Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers
typografiemodule voor jouw kleurensite’).
BNO) met succes de dialoog met
Dat kan zonder samenwerking via een onlinesoftwareleveranciers aan kunnen gaan.
marktplaats waar vraag en aanbod elkaar
ontmoeten.
In de praktijk is een standaard ontstaan
van meest gebruikte programma’s, zoals
Als dat betekent dat je onderwijs inkoopt,
Photoshop en Illustrator. Academies
doet dat tekort aan de eigen docenten. Als
dienen deze als een soort basisapplicaties studiemateriaal, als een basis waarop
docenten hun eigen verhaal kwijt kunnen,
op het lesprogramma te zetten. Het
aanleren van specifiekere programma’s,
is (de uitwisseling van) interactief
waar in het bedrijfsleven behoefte aan
digitaal lesmateriaal prima. Er dient wel
bestaat, moet je dan ook overlaten aan dat
voor gewaakt te worden dat directies van
bedrijfsleven.
instellingen dergelijk uit te wisselen materiaal
gaan vercommercialiseren. Een uitwisseling
zou spontaan moeten ontstaan, anders werkt
het niet.
stelling 9
We leiden meer op voor 2007 dan voor 2003.
De beroepspraktijk is te weinig visionair om
ons een leidraad te kunnen bieden voor de
stelling 12
inrichting van ons onderwijs.
Computergames en educatieve software
hebben veel gemeen (logisch nadenken,
onthouden, omgaan met beelden en probleemDe beroepspraktijk vraagt om ‘content’:
oplossen). Daar moeten wij meer gebruik van
concepten, ideeën. Daar moeten
academies dan ook voor opleiden. Het
maken.
kunstonderwijs moet dus visionair zijn.
Daar wordt aan toegevoegd: ... én ruimte
We moeten ons niet gek laten maken. Het
bieden voor onderzoek. Maar er zit toch
leven is geen spelletje. Maar het valt niet te
een ‘B’ in HBO? Jawel, maar kunstonderwijs
ontkennen dat kinderen op basisscholen
onderscheidt zich sowieso van ict- en andere behoefte hebben aan andere manieren van
beroepsopleidingen. En dat moet ook zo
kennisoverdracht.
blijven.
pdf pagina 3 van 3 obkcompverslagthema2.pdf
26 obkcompleet themakring 3
docenten, studenten en medewerkers
kunstonderwijs bij elkaar te gast:
vijf themasessies over computergebruik of
ict (informatie- en communicatietechnologie)
in het kunstonderwijs
3
obk-comp themakring 3
20 februari 2003, Fontys Academie Tilburg
deelnemers:
Jef Folkerts • instructeur ict/webdesign CABK
Kampen
Rens Holslag • projectleider obkcomp
Léon Kranenburg • student WdKA Rotterdam
Anne-Ruth Meijer • docent WdKA Rotterdam
Loek Melis • docent Fontys ABV Tilburg
Tony van der Muijden • docent WdKA Rotterdam
Marc Mijer • journalist (notulen en redactie gespreksverslag)
Hille Pijlman • docent Fontys ABV Tilburg
Loes Sikkes • student WdKA Rotterdam
Susan Wevers • werkplaatsmeester AKV St Joost Den
Bosch
studenten die beeldschermpresentaties, sites, digitale
portfolio’s en andere vormen
van ict ontwerpen
leren door te doen.
beknopte introductie
citaat Prof.dr. P. Robert-Jan Simons:
Ging het tot een aantal jaren geleden vooral om
didactische principes bij het gebruik van ict als
vervanger van docentgecentreerd onderwijs
(ook wel afstandsonderwijs genoemd), de
laatste tijd staan steeds vaker vormen van
ict-gebruik in het onderwijs centraal. Naast
deze twee (ict-gebruik als en in onderwijs) is
er overigens ook leren via het ontwerpen van
ict. Studenten leren doordat zij simulaties,
websites, PowerPoint presentaties en andere
vormen van ict-ontwerpen: een bijzondere en
moderne vorm van leren tijdens het werken.
Deze vorm van ict-gebruik trekt in toenemende
mate de belangstelling van onderwijskundigen.
einde citaat
De eerste jaren na de introductie van
computers in het kunstonderwijs stond
‘learn-to-use’ centraal. Knoppencursussen
en later aangepaste ontwerpoefeningen
om het gereedschap te integreren in de
bestaande praktijk. De huidige rol van ict in
het kunstonderwijs kan veel verder gaan.
‘Use to learn’ is een containerbegrip waarvan
nog maar een heel klein deel in het huidige
kunstonderwijs gestalte heeft gekregen. De
inzet van internet in de onderzoeksfase van
ontwerp- of kunstprojecten is een aardig
voorbeeld van use-to-learn. Digitale didactiek zou veel verder kunnen gaan; ten dele
als ‘toekomstmuziek’ (zie themakring 5),
maar ten dele ook als betere benutting van
bestaande mogelijkheden.
Eenvoudige gereedschappen als het gebruik
van e-mail en virtuele werkruimtes kunnen
grote gevolgen hebben voor de structuur van
onderwijs en begeleiding.
pdf pagina 1 van 4 obkcompverslagthema3.pdf
De ict-competenties van de middelbare
scholier zijn – naar het schijnt – goed
gedefinieerd. Met name in Culturele
en Kunstzinnige Vorming (CKV2) speelt
computergebruik een belangrijke rol. De
scholieren moeten een digitaal portfolio
maken.
Hoe bereiden we de hbo-student voor op
deze ‘praktijk’ (met name in de lerarenopleiding beeldende kunst) en wat kunnen
we – in het gehele kunstonderwijs – in de
toekomst van de instromers in het kunstonderwijs verwachten?
verslaglegging van discussie door Marc Mijer
[obkcompleet / pagina 26 tot en met 29]
is digitaal beschikbaar via
obkcompverslagthema3.pdf
download via www.obkcomp.org
verslag themadiscussie 3:
het leren
digitale didactiek: het
(veranderende) leerproces,
plaats en functie van de
computer daarin
Op 20 februari werd in Tilburg een goed
voorbereide poging gedaan om het derde
themakring-onderwerp te slechten. In
het sousterrain van de Fontys Academie
voor Beeldende Kunst schoven negen
gesprekspartners aan. Gezamenlijk vertegenwoordigen zij deskundigheid op het gebied
van kunst, kunstonderwijs en didactiek. Het
gesprek werd gestructureerd via twaalf vooraf
toegezonden stellingen.
‘Ging het tot een aantal jaren geleden vooral
om didactische principes bij het gebruik van
ict als vervanger van docentgecentreerd
onderwijs (ook wel afstandsonderwijs
genoemd; zie voor een review Phipps &
Merisotis, 1999), de laatste tijd staan steeds
vaker vormen van ict-gebruik in het onderwijs
centraal. Naast deze twee (ict-gebruik als en
in onderwijs) is er overigens ook leren via het
ontwerpen van ict. Studenten leren doordat zij
simulaties, websites, Power Point presentaties
en andere vormen van ict ontwerpen: een
bijzondere en moderne vorm van leren tijdens
het werken. Deze vorm van ict-gebruik trekt
in toenemende mate de belangstelling van
onderwijskundigen.’
Prof.dr. P. Robert-Jan Simons (uit de briefing)
leren gebruiken
De eerste jaren na de introductie van
computers in het kunstonderwijs stond
‘learn to use’ centraal. Knoppencursussen
en later aangepaste ontwerpoefeningen
om het gereedschap te integreren in de
bestaande praktijk. De huidige rol van ict in
het kunstonderwijs kan veel verder gaan.
gebruiken om te leren
‘Use to learn’ is een containerbegrip waarvan
nog maar een heel klein deel in het huidige
kunstonderwijs gestalte heeft gekregen. De
inzet van internet in de onderzoeksfase van
ontwerp- of kunstprojecten is een aardig
voorbeeld van use-to-learn. Digitale didactiek zou veel verder kunnen gaan; ten dele
als ‘toekomstmuziek’ zoals in themakring 5
centraal staat, maar ten dele ook als betere
benutting van bestaande mogelijkheden.
e-onderwijs
Eenvoudige gereedschappen als het gebruik
van e-mail en virtuele werkruimtes kunnen
grote gevolgen hebben voor de structuur van
onderwijs en begeleiding.
27 obkcompleet themakring 3
vooropleiding
stelling 2
stelling 4
De ict-competenties van de middelbare
scholier zijn – naar het schijnt – goed
gedefinieerd. Met name in het vak Culturele
en Kunstzinnige Vorming (ckv2) speelt
computergebruik een belangrijke rol. De
scholieren moeten een digitaal portfolio
maken. Hoe bereiden we de hbo-student
voor op deze ‘praktijk’ (met name in de
lerarenopleiding beeldende kunst) en wat
kunnen we – in het gehele kunstonderwijs
– in de toekomst van de instromers in het
kunstonderwijs verwachten?
Het verschil tussen de ict-vaardigheden van
VO-studenten (middelbare school) en MBOstudenten is een probleem. Beide niveaus
stromen in.
De benodigde tijdsinvestering om jezelf een
professioneel computerprogramma werkelijk
eigen te maken, wordt structureel onderschat
door docenten en studenten.
Als het een probleem is, uit zich dat in een
spanningsveld in de klas. Studenten die digitaal minder onderlegd zijn, onderschatten
de inspanning die ervoor nodig is om de
vaardigheid onder de knie te krijgen. Moet
hier iets aan gedaan worden, of kan een
natuurlijk proces dit probleem oplossen?
Bepaalde academies neigen naar dit laatste.
Werk van studenten wordt beoordeeld op de
inhoud, niet op de kwaliteit van de digitale
stelling 1
Elementaire pakkettraining (=knoppentraining) verpakking. Op weg naar een resultaat dienen
studenten zelf hun eigen zwakheden te
is tegenwoordig overbodig. De studenten die
overwinnen. VO’ers moeten meer ‘digitale
nu op de academie komen, zijn al veel beter
onderlegd in computergebruik dan veel van de moeite’ doen, MBO’ers meer ‘inhoudelijke
docenten. Het probleem van de toekomst ligt moeite’.
Tijdens de gezamenlijke presentaties van het
bij de staf.
werk leren studenten op beide fronten van
elkaar. Deze benadering houdt ook in dat
De computerkennis van studenten mag niet
overschat worden. Vaak reikt die niet verder studenten zich een (deel van een) softwarepakket eigen maken op het moment dat een
dan games, e-mail, internet en het gebruik
van het apparaat als veredelde typemachine. inhoudelijke opdracht daar om vraagt.
Een computer is een penseel als andere
Basiskennis omtrent bijvoorbeeld het
overzichtelijk opslaan van documenten ont- penselen, te beheersen voor zover studenten
het nodig hebben.
breekt. Dat is een slechte zaak. Want als je
– zoals studenten op academies die hebben Het probleem van de tweedeling tussen studenten met verschillende vooropleidingen
– toegang hebt tot een werkplaats, moet je
ook weten hoe het gereedschap daar werkt. is een gegeven. Je doet er als instituut niets
aan, omdat het verschil te groot is. Studenten
De computer hoort daar bij.
moeten dus maar gewoon aan de slag en
gaandeweg hun vaardigheden bijspijkeren.
De houding van veel directies dat het met
Eigen verantwoordelijkheid nemen speelt
de ‘knoppenkunde’ wel goed zit, is dus te
gemakzuchtig. Maar hoe breng je studenten daarin een belangrijke rol.
de benodigde vaardigheden bij? Door ze
problemen zelf te laten oplossen als ze er
tegen aan lopen. Kennis wordt spelenderstelling 3
wijs opgedaan en blijft (daarom) beter
‘Learning by doing’ is een goede tactiek.
hangen. Bepaalde academies hanteren
Simons stelt dat je ict leert door het maken
deze methode bewust. Het sluit aan op de
van presentaties, websites, enz. De ontwerpgedachte dat je ict gebruikt omdat je het
didactiek wordt daarmee wel opgeofferd aan
nodig hebt.
de digitale didactiek.
Sommige stafleden, met name de wat oudere,
kennen inderdaad zelf een probleem.
Directies hebben niet altijd de neiging om de
faciliteiten aan te bieden om dat op te lossen.
Cursussen volgen in de eigen tijd blijkt vaak
een brug te ver, tenzij docenten er ook iets
aan hebben in hun eventuele eigen beroepspraktijk. Er zijn academies waar docenten wel
in toenemende mate het initiatief nemen om
hun kennis op peil te brengen.
pdf pagina 2 van 4 obkcompverslagthema3.pdf
Moet je de computer pas aanzetten als je
een goed plan hebt, of zet je het apparaat
eerst aan om vervolgens te beginnen met
ontwerpen? Doe het allebei! Begin meteen
met de computer om het medium spelenderwijs te leren kennen. Zet de computer pas
later in als je aan het ontwerpen bent.
In de praktijk blijkt het soms af te hangen van
de digitale (on)deskundigheid van de docent.
Daardoor kan een hap-snapbenadering
ontstaan ten aanzien van ict-gebruik bij
opdrachten. Gelukkig zijn de werkplaatsen
altijd (?) open, zodat studenten in ieder geval
op eigen initiatief op een computer terecht
kunnen.
De context waarbinnen een programma
wordt eigen gemaakt, lijkt belangrijker dan
de hoeveelheid tijd die ervoor beschikbaar
c.q. nodig is.
Bijvoorbeeld: vier maal drie uur een cursus
dreamweaver slaat nergens op, omdat de
kennis niet blijft hangen. Hoe moet het
dan? Om te beginnen dient een basiskennis
opgebouwd te worden aan de hand van
relatief eenvoudige programma’s. Van daaruit
ontstaat de behoefte aan meer vaardigheden
die gericht kunnen worden opgezocht. Als je
(vervolgens) langere tijd met een programma
werkt, begint het je echt te passen.
Belangrijk is ook dat een programmainstructie aansluit op een opdracht. Daarin
onderscheidt ict zich in niets van siberisch
krijten of andere meer traditionele vaardigheden. Een dergelijke koppeling zorgt voor
een directe toepassing van de kennis die
daardoor beter beklijft. Daarbij kan het
een voordeel zijn als opdracht, inhoud
en instructie in één persoon (de docent)
samenkomen: individueel werkbespreken
aan het beeldscherm in de computerwerkplaats. Zo mogelijk vinden parallel aan een
dergelijke opdracht de knoppen-instructielessen plaats, die de ontwerpdocent
ontlasten, de instructieles van reële inhoud
voorziet en waarvan de ervaring direct kan
worden toegepast.
stelling 5
De omvang van een lesprogramma is beperkt.
Ict krijgt verhoudingsgewijs al (te?) veel
aandacht. Andere belangrijke lesonderdelen,
zoals taalbeheersing en ethiek, komen
daardoor in verdrukking.
Ict gebruiken om het leerproces te verbeteren; dáár gaat het om. In het verlengde
hiervan moet misschien eens nagedacht
worden over een ander onderwijssysteem,
waarbinnen ict beter geïntegreerd kan
worden. Uitgangspunten dienen dan te zijn:
wat wil je dat een docent Beeldende Kunst
en Vormgeving qua ict meekrijgt en welk
ict-basisgereedschap hebben autonome
beeldend kunstenaars nodig voor een eigen
beeldende praktijk? Studenten kunnen daar
zelf een grote rol in spelen.
Zij bouwen de basiskennis zelf wel uit. Daar
hebben zij de academiedocenten niet bij
nodig.
28 obkcompleet themakring 3
stelling 6
Tekenprogramma’s op de computer zorgen
ervoor dat je zelf niet meer hoeft te leren
tekenen.
website
De internetsite van academies heeft bijna
altijd meer een promotioneel wervende
inslag dan een intern communicatiedoel.
Het onderwijs (= studenten) participeert wel
Onzin. Tekenen is meer dan het vasthouden vaak in bouw en onderhoud. Bijvoorbeeld: in
van een potlood. Het geeft veel inzichten
Den Bosch beheert de ontwerpstudio van de
(waarneming, ruimtebegrip, denken,
academie de site (www.kunstbos.nl).
ordenen, schetsend ontwerpen, handschrift) Een wisselende club studenten blijkt,
en vergroot ook het begrip van computeronder begeleiding van een webmaster en
programma’s. Tekenen wordt op veel
een werkplaatsmeester, in staat te zijn om
opleidingen in meerdere studiejaren
een perfect werkende internetsite in de
gehandhaafd en dat moet ook zo blijven. Je
lucht te houden, zo stelt men.
voorkomt ermee dat je ‘platjoekels’ creëert:
mensen die alleen nog maar ‘plat’ kunnen
Het onderwijs ondergaat talloze vernieukijken en een motorische gestoordheid
wingen. Ict zou daarbij als een onderwijsontwikkelen ten aanzien van ruimtelijkverbeterend instrument ingezet kunnen
heid. Ondersteuning vanuit traditionele
worden. Nu wordt het vaak gebruikt als
vaardigheden is en blijft belangrijk.
aanjager van een efficiency-operatie. Ict
geldt dan als instrument om de student
veel zelf te laten doen zonder dat daar al
teveel begeleiding bij nodig is. Maar het
stelling 7
zou moeten dienen als ondergrond voor
Sociaal leren, van elkaar leren, is in ons
onderwijsvernieuwing. Anders loopt die
onderwijs een sterk onderschatte leerweg.
vernieuwing het gevaar dat het, als herhaling
‘Intranet’-werken versterkt deze tendens.
van de geschiedenis, ineenstort – zoals in
in de discussie gecombineerd met
de jaren tachtig met het projectonderwijs
stelling 9
gebeurde. Dat kreeg toen namelijk geen
De woorden ‘informatie’ en ‘communicatie’
inhoud en werd daarom na zes jaar experimenin ict zijn nu nog inhoudsloos. Ict is nu nog
teren weer afgeschaft.
beroepsondersteuning. Goede intranetten
met roosters, lesprogramma’s en digitale
portfolio’s zijn nog nergens uitontwikkeld.
Worden er geen overspannen verwachtingen
gecreëerd? Relativeer de rol van ict,
Als bestaand voorbeeld wordt ELO,
maar zorg er tegelijkertijd wel voor dat
studenten het als instrumentarium in de
elektronische leeromgeving, genoemd. Deze
intranettoepassing behoeft nader onderzoek vingers hebben. Dat bereik je alleen maar
door het niet te ingewikkeld te maken.
en roept de vraag op of probleemgestuurd
onderwijs in combinatie met ict wellicht
beter werkt dan projectonderwijs. ELO en
eisen beroepspraktijk
andere intranet-constructies lijken echter
Studenten moeten anderzijds wel voldoende
vaak het niveau van digitale verslaglegging
specifieke kennis hebben om in de toegeniet te ontstijgen. Waar ligt dan de meerpaste wereld met succes bij een bureau te
waarde? Bijvoorbeeld in de mogelijkheid tot kunnen solliciteren. De beroepspraktijk
interactie via een chatroom.
weigert mensen met onvoldoende ictMaar dat werkt pas als het echt ergens
ervaring, ongeacht hun talent. Hoe bereik je
over gaat. Anders springen er bij een ‘live’dat ze de vereiste programma’s wel degelijk
gesprek met een kop koffie toch echt meer
in de vingers krijgen?
vonken over.
Daar zijn in de discussie over voorgaande
stellingen al wat handvaten voor aangereikt,
maar men realiseert zich dat de scholen hierintranet
voor een betere oplossing dan de bestaande
Verhalen over digitale portfolio’s van
moeten zoeken. Waarschijnlijk met meer
studenten op een intranet kennen uiteeneigen verantwoordelijkheid van de student
lopende maten van succes. Bij de ene
opleiding werkt het niet, omdat docenten en meer flexibiliteit in het aanbod.
de site niet bezoeken, bijvoorbeeld uit
tijdgebrek: een papieren verslag kun je in de
trein lezen en een digitale presentatie niet
(zeker niet als er geen fondsen beschikbaar
zijn voor een laptop voor de docent).
Bij de andere opleiding werkt het wel,
omdat daar het portfolio ook gebruikt
wordt voor praktische zaken als roosterwijzigingen en een e-mailadresboek. Een
intranet dient behalve praktisch in ieder geval
ook gebruikersvriendelijk en (dus) web-based
te zijn.
pdf pagina 3 van 4 obkcompverslagthema3.pdf
stelling 8
Beheersing van de mogelijkheden van digitale
didactiek behoort tot de startcompetentie van
iedere docent.
Docenten moeten in eerste instantie hun
eigen vak beheersen en daarnaast niet per sé
iets anders. Maar de mogelijkheden van ict
moeten bekend zijn. Je krijgt er immers per
definitie mee te maken, omdat de studenten
er mee aan komen zetten, en omdat vakken
integreren. Je ontkomt er niet aan en moet er
dus iets van af weten.
Dat is ook onontbeerlijk voor het kunnen
beoordelen van (digitaal gepresenteerd)
werk. Iets ziet er al snel belangwekkend en
imponerend uit op beeldscherm of print.
Een docent moet daar doorheen kunnen
prikken. Waarschijnlijk lost dit probleem zich
mettertijd op. Over enkele jaren is iedereen
vertrouwd met ict en kan iedereen de
resultaten op echte waarde inschatten.
stelling 10
Interactief lesmateriaal is wel op veel terreinen
te vinden (vooral op internet), maar de kwaliteit is gering en de inhoud komt nooit overeen
met je eigen lesdoelen. gecombineerd met
stelling 11
Een pak melk koop je bij de melkboer, een
interactief ict-leerproject maak je zelf.
Er bestaat inderdaad veel standaard aanbod,
maar daar kleven vaak bezwaren aan: te duur,
te amateuristisch, te ver verwijderd van waar
je eigenlijk naar op zoek bent. Je zal interactief lesmateriaal inderdaad vooral zelf
moeten maken.
cursusmateriaal van internet
Selecteren op internet is daarbij nog een
kunst apart. Met ‘knippen en plakken’ kun
je uit veertig filmcursussen je eigen ideale
cursus samenstellen. Maar je moet wel
kunnen beoordelen wat de kwaliteit van de te
gebruiken onderdelen is. Hoe leer je dat?
studieprogramma schrijven en publiceren
Als in de toekomst studenten zelfstandiger
moeten zijn en meer zelf moeten doen,
moet wel ergens goed beschreven staan
wat er van ze verwacht wordt. Hoe komen
we daar aan? Er bestaan scholen die erin
investeren en docenten vrijmaken om
‘blokboeken’ te schrijven. Als directies zoiets
professioneel benaderen, kunnen docenten
een leerplan ook professioneel ontwikkelen.
ongebruikte pdf-handboeken
Bestaand lesmateriaal, bijvoorbeeld over
photoshop in de vorm van pdf-manuals van
Adobe, is vaak beschikbaar maar wordt
zelden of nooit gebruikt.
Dit geeft te denken over ‘afstandsonderwijs’:
blijkbaar is er een computercrash of een
docent voor nodig om de pdf-pagina’s om te
slaan.
29 obkcompleet themakring 3
auteursrecht, beeldrecht
ckv2
Digitaal lesmateriaal vergt onder meer
digitalisering van bestaande (beeld)collecties. Publicatie ervan via intra- of
internet brengt echter auteursrechtelijke
problemen met zich mee. De regel dat
in het kader van onderwijs plaatjes vrij
gebruikt mogen worden, vervalt op dat
moment.
Voor deze gevallen wordt binnen de hboict- organisatie op landelijk niveau aan een
constructie gewerkt die de financiering
hiervan mogelijk moet maken. Een soort
(op te richten) uitgeverij neemt risico
in voorfinanciering van veelbelovende
producten en haalt die kosten terug via
licentie-overeenkomsten met de afnemende
onderwijsinstellingen. Zo los je het rechtenprobleem op beeldmateriaal op, en krijg
je ook de tijd en het geld (te innen auteursrechten) benodigd voor het zelf ontwikkelen
van lesmateriaal.
Als zijstap is het vak culturele & kunstzinnige vorming 2 besproken. Dit geïntegreerde, multidisciplinaire vak vervangt op de
middelbare scholen de voormalige vakken
tekenen, handvaardigheid en textiel. Basis
voor het vak is een digitaal portfolio dat de
scholieren zelf bouwen.
Het kan belangrijk worden voor academies
omdat alle VO-instromers ckv2 verplicht
zouden moeten volgen als het ingevoerd
wordt – na enkele schoten voor de boeg in
de discussie wordt dit onderwerp gesmoord
met de mededeling dat ckv2 wellicht in de
nabije toekomst zal sneuvelen. Als gevolg
van overheidsbeleid moeten scholen
waarschijnlijk gaan kiezen tussen ckv2 en
ckv3. Omdat 2 behoorlijk zwaar is, wordt
verwacht dat het in die situatie buiten de
boot zal vallen.
Een ‘gelijkschakelend’ alternatief zou
kunnen zijn alle instromers tijdens het
propedeusejaar aan een eigen digitaal
portfolio te laten werken. Dat vereist goede
begeleiding en veel computers – maar legt
een basis die de autonome, beeldende
studenten nu ontberen.
stelling 12
Expertise van docenten en studenten moet
middels lokale netwerken of via internet
zonder kosten of vergoeding ingeroepen
kunnen worden. Docenten en studenten
mm/rh/jvt
moeten daarbij op projectbasis internationaal,
én op niveau, samen kunnen werken.
Wat zijn hiervoor de randvoorwaarden? Klein
(nationaal?) beginnen, ervoor zorgen dat er
draagvlak voor is binnen de organisatie en
ervoor zorgen dat de deelnemende partijen
er een gemeenschappelijk belang bij hebben.
De behoefte aan dat laatste blijkt uit een al
lopend experiment waar de academies in
Enschede, Arnhem en Kampen aan meedoen.
Het komt nog niet echt snel van de grond, zo
deelt de vertegenwoordiger van die scholen
ons mee, wellicht ook in verband met de
natuurlijke rivaliteit die er tussen academies
nu eenmaal bestaat.
Er zijn academies die de samenwerking
in deze context daarom met opzet niet
zoeken bij collega-opleidingen maar met
andersoortige, verwante instellingen
zoals musea en middelbare scholen. Als
alternatief wordt de bouw van een digitale
stad geopperd, waar studenten en docenten
allemaal op hun eigen niveau kunnen
meedoen. Dit heeft als voordeel dat er
tenminste een ‘concrete’ centrale plek is, die
iedereen daadwerkelijk kan bezoeken.
pdf pagina 4 van 4 obkcompverslagthema3.pdf
30 obkcompleet themakring 4
docenten, studenten en medewerkers
kunstonderwijs bij elkaar te gast:
vijf themasessies over computergebruik of
ict (informatie- en communicatietechnologie)
in het kunstonderwijs
4
obk-comp themakring 4
17 februari 2003, Premsela stichting Amsterdam
deelnemers:
Peter Dellenbag • docent HKA Arnhem
Theo Derksen • docent/coördinator ABKM Maastricht
Marc van Gend • student Design Academy Eindhoven
Henk Haest • beleidsmedewerker en docent,
Koninklijk Conservatorium Den Haag (notulen en
redactie gespreksverslag)
Rens Holslag • projectleider obkcomp
Léon Kranenburg • student WdKA Rotterdam
Bas Leurs • vakdocent AKV St Joost Breda
Peter Mertens • praktijkvertegenwoordiger
Amsterdam
Theo Pasveer • docent CABK Kampen
Loes Sikkes • student WdKA Rotterdam
Hans Slierendregt • ict-manager KABK Den Haag
Bill Spinhoven • docent Academie Minerva Groningen
eind jaren tachtig werd
door architecten opvallend
vaak een zelfde model trap
toegepast. kenners gaven
aan dat die trap tot de
standaardcomponentenbibliotheek van autocad
behoorde en dat de
cad-tekenaars/ ontwerpers
niet de vaardigheid hadden
om van die bibliotheek af te
wijken...
beknopte introductie
De beginfase van ict-gebruik in bijna ieder
vak betekende veelal een periode van verarming. De nieuwe gereedschapsgebruikers
stortten zich massaal op de ‘virtuele kleurdoos’ waarbij geen enkel cliché geschuwd
werd en waarbij apparatologie hoogtijdagen
beleefde. Iedere knop en bewerkingsfunctie
is uitgeprobeerd en dat heeft zijn zichtbare
weerslag gehad in boeken, av-programma’s,
gebouwen, meubels, etc. Daarnaast werd
oude ambachtelijkheid opgeofferd terwijl het
alternatief nog geen volwaardige vervanging
bood.
Deze problemen zijn grotendeels overwonnen. Er dienen zich wel weer telkens nieuwe
kleurdozen aan. Het gebruik van flash in
websites en de aankomende verbreding
van het gebruik van digitale video zijn
voorbeelden.
verslaglegging van discussie door Henk Haest
[obkcompleet / pagina 30 tot en met 37]
is digitaal beschikbaar via
obkcompverslagthema 4.pdf
download via www.obkcomp.org
pdf pagina 1 van 8 obkcompverslagthema4.pdf
verslag themadiscussie 4:
het beroep
de ‘trukendoos’ voorbij:
het beeldende en het ontwerpende vak, de
verandering van het vak
en de rol van de computer
daarin
De beginfase van ict-gebruik kenmerkte zich
in bijna ieder vak als een periode van verarming. De nieuwe gereedschapsgebruikers
stortten zich massaal op de ‘virtuele kleurdoos’ waarbij geen enkel cliché geschuwd
werd en waarbij apparatologie hoogtijdagen
beleefde. Iedere knop en bewerkingsfunctie
is geprobeerd en dat heeft zijn zichtbare
weerslag gehad in boeken, av-programma’s,
gebouwen, meubels, etc
Daarnaast werd oude ambachtelijkheid
opgeofferd terwijl het alternatief nog geen
volwaardige vervanging bood. Vanuit de
architectuur is bekend dat eind jaren
tachtig opvallend vaak een zelfde model
trap werd toegepast, en kenners gaven aan
dat die trap tot de standaardcomponentenbibliotheek van autocad behoorde en dat
de cad-tekenaars (en/of ontwerpers)
niet de vaardigheid hadden om van die
bibliotheek af te wijken.
Deze problemen zijn grotendeels overwonnen. Er dienen zich wel weer telkens nieuwe
kleurdozen aan. Het gebruik van flash in
websites en de aankomende verbreding
van het gebruik van digitale video zijn
voorbeelden.
Er blijft ook – met name onder (de oudere)
docenten in het kunstonderwijs – een groep
die de volledige aansluiting gemist heeft.
Met de anderen kunnen we een inhoudelijke
discussie starten over de verworvenheden
van ict in de diverse beroepspraktijken.
Als voorbeeld het grafisch ontwerpen: er
worden nog steeds boeken gemaakt, net
als 25 jaar geleden. Die boeken zijn echter
complexer geworden. Met veel gedetailleerdere typografie, meer gelaagdheid in
redactionele niveaus, veel meer beeld en vaak
ook veel dikker (en veel meer boeken).
Over zulke zaken moeten we spreken:
wat heeft de invoering van de computer
opgeleverd, wat zijn positieve en negatieve
aspecten en wat is de weerslag voor de
opleiding? Hierbij moeten we zowel de door
ons allen gedeelde als de diverse vakspecifieke benaderingen aan de orde stellen.
Autonome en toegepaste kunst worden
niet nader gespecificeerd in de stellingen.
Ook voor deze tweedeling geldt dat de
mogelijkheden en problemen rond ict soms
verschillen en soms niet. De discussie zal het
aantonen!
In deze themagroep gaat het niet om
formele regels maar om beroepservaring en
beroepsperspectief bij student, docent en
beroepsuitoefenaar.
De bewering dat de meeste beroepen
ingrijpend zijn veranderd door introductie
van computers is door alle leden van de
themakring van commentaar voorzien.
De verschillende deelnemers benoemen
zowel veranderingen in het onderwijs
als veranderingen in de beroepspraktijk.
Inzichten en meningen blijken ten aanzien
van verschillende aspecten uiteen te lopen.
remmen centen en docenten veranderingen in het
onderwijs?
Het idee bestaat dat het onderwijs voortdurend op de praktijk achterloopt. Er worden
hiervoor twee belangrijke redenen genoemd.
Ten eerste zou er in het onderwijs meer
geïnvesteerd moeten worden in faciliteiten
en kennis dan er in feite gedaan wordt.
Ten tweede zit er een oude garde in het
docentencorps die de aansluiting met
de praktijk niet meer voldoende heeft of
de ontwikkeling in die praktijk niet meer
kunnen volgen. De wat oudere docenten
werken meestal vanuit de traditie, terwijl
studenten vaak al vertrouwder zijn met
het gebruik van communicatiemedia, met
de wijze waarop informatie tegenwoordig
gedistribueerd wordt.
31 obkcompleet themakring 4
Bij sommigen bestaat de indruk dat er
de laatste vijf jaar op de academies maar
weinig gebeurd is.
Voor de gewone consument is het internetten tot een soort wasdom gekomen.
Het lijkt erop dat veel kunstopleidingen
daar nu pas – anno 2003 – een beetje
op in beginnen te spelen. Nu dringt
daar pas echt door wat je allemaal met
computers kunt doen buiten de standaard
beroepstoepassingen.
browserdag
De jaarlijkse browserdag is een ander
voorbeeld van een initiatief waarbinnen
studenten uit binnen- en buitenland,
samen met beroepsmensen, snel tot
nieuwe dingen zijn gekomen. Die nieuwe
ideeën zijn meteen de praktijk ingegaan,
maar ze kwamen van academiestudenten.
De reden daarvoor zou gelegen kunnen zijn in
het feit dat de geest van kunststudenten toch
wat flexibeler is dan die van mensen die al wat
langer in de beroepspraktijk meedraaien, en
toch meer bezig waren met ‘het vormgeven
interactie-ontwerpen
van het vierkantje’: niet flexibel genoeg
In zekere zin is hier sprake van een tegenom het begrip webbrowser ruimer te
strijdige situatie. Het medium internet
bestaat voornamelijk uit informatie. Voor interpreteren. Op de eerste browserdagen is
een grafisch ontwerper is de rol weggelegd dat duidelijk naar voren gekomen.
om die informatie visueel te structureren.
De stelling wordt geponeerd dat wat in
Daaraan wordt echter binnen het vak
visuele communicatie op opleidingen maar de beroepspraktijk op het gebied van de
beeldende kunst gaande is, beïnvloed wordt
weinig aandacht besteed. Er werden en
door hetgeen op de academies gebeurt.
worden op verschillend niveau workshops
Daar wordt meer geëxperimenteerd, en er
gegeven, en op sommige academies wordt
is simpelweg ook meer tijd om bijvoorbeeld
er nu wel zoiets als interactie-ontwerp
gedurende drie maanden eens een programgedoceerd, maar toch lijkt het, landelijk
maatje helemaal uit te pluizen – en dan hoeft
beschouwd, nog erg weinig.
het ook niet meteen toegepast te worden.
Op het gebied van het grafisch ontwerp ligt
cmd-opleidingen
Tegelijkertijd heb je de nieuwe opleidingen het anders. Op sommige academies ziet
communication, multimedia, design (cmd) men daar digitale dingen en websites nog
steeds als ‘een speeltje ernaast’. De echte
die als paddestoelen uit de grond schieten.
kern van het grafische ontwerp wordt in
Dat zijn grote, breed-geörienteerde
die visie dan toch gevormd door zaken als
opleidingen. De nadruk lijkt te liggen op
boekvormgeving en typografie, die al sinds
techniek en management. Het is nog niet
jaar en dag bestaan. De vaste waarden van
duidelijk of het om een generalisme of om
een specialisme gaat. Wat dit type opleiding het vak. Een goed interactief werkstuk wordt
(bij beoordelingen) niet werkelijk serieus
ons in de toekomst zal brengen is nog
genomen. Die cultuur heerst nog steeds heel
afwachten.
sterk.
Een deelnemer is het niet eens met het idee
van een ‘achterstand’ in het kunstonderwijs. centen, trage docenten
We hebben opleidingen (gehad) waarbij altijd Het is inderdaad een kwestie van beschiksprake is van een goede wisselwerking met baar budget en docenten die de nieuwe
de praktijk. Deze uitspraak is gebaseerd op media niet zo snel omarmen. De situatie
vroegere en huidige ervaringen.
is overigens wel afhankelijk van de studieDe ontwikkelingen in de praktijk voltrekrichting. Bij grafische vormgeving, fotografie,
ken zich onder je neus en die worden door architectonische vormgeving worden de
de docenten altijd meteen in het onderwijs muizen wel opgepakt. Bij andere studiegebracht.
richtingen blijkt het veel moeizamer te gaan.
Wel kan gesteld worden: studenten weten
vaak eerder en beter op veranderingen te
Qua faciliteiten op ict-gebied hebben
reageren dan de docent – hoezeer deze ook sommige academies nog steeds een
in de beroepspraktijk werkzaam is.
achterstand. Het is van groot belang dat er
Als er in deze discussie over audiovisueel
op een academie goedwerkende faciliteiten
gesproken wordt, dan gaat het vooral om
aanwezig zijn, zodat studenten niet afhaken
autonome digitale kunst. In het kader van
omdat de spullen die er zijn ‘toch niet
projecten – bijvoorbeeld in samenwerking werken’ – dat komt nog steeds voor.
met Montevideo – wordt er vaak met
stagiaires gewerkt. Dan vindt er letterlijk en
figuurlijk uitwisseling plaats. Het is absoluut
een feit dat de jongeren de dingen sneller
oppikken.
pdf pagina 2 van 8 obkcompverslagthema4.pdf
de waan van de dag: laten we ons teveel leiden?
De discussie gaat niet zozeer over hoe
digitalisering de maatschappij veranderd
heeft, hoe we met informatie omgaan en hoe
dit via verschillende kanalen beheerd wordt:
we hebben de afgelopen 20 jaar wel veel
nieuwe gereedschappen gekregen, maar de
keten van werkzaamheden die we gewend
waren te doen is niet erg veranderd. Nu zitten
we echter op een grens waarbij het beroep
ook echt sterk verandert. Er is nu een omslag
gaande in de wijze waarop in de maatschappij
met de gegevens omgaat.
Het is belangrijk te kijken welke media
je inzet bij communicatie, welke gereedschappen je gebruikt. Soms moet je tekenen,
een andere keer moet je de computer
gebruiken. Grafisch vormgevers zien
interfaces al te vaak nog als het schermpje
waar lettertjes bij elkaar gebracht moeten
worden. Ze zien niet dat het een venster is
binnen een totaal andere omgeving. Vooral
de bredere benadering en de theoretische
onderbouwing is belangrijk en die zou bij
studenten ook meer gestimuleerd moeten
worden – de browserdag geeft aan dat ze dat
heel snel oppikken.
Nu laten wij ons te veel leiden door de waan
van de dag: door over elkaar heen tuimelende
nieuwe versies van programma’s, zonder te
doorzien waar het eigenlijk allemaal voor
bedoeld is.
Vanuit de maatschappij is de druk heel erg
groot en het onderwijs loopt bij technische
ontwikkelingen altijd achter. We moeten
minder met de waan van de dag leven, ons
minder gedragen als toeleverancier van
wat er morgen gevraagd wordt. We moeten
proberen te doorzien waar het heen gaat en
daar op anticiperen. Als het zou lukken eens
met een lichting studenten, zo’n drie jaar
vooruit te kijken dan zouden we al een flinke
stap in de goede richting kunnen zetten.
In het onderwijs moeten we dan nog wel
een flinke inhaalslag maken om qua attitude
vernieuwingen in bepaalde sectoren te
kunnen bewerkstelligen. Daarbij is het leren
beheersen van computerprogramma’s niet
het echte probleem, dat lukt wel. Het gaat
om het grotere geheel en om de vraag hoe ict
daarin een plek krijgt.
vakmanschap is meesterschap betekent bij
autonome beeldende kunst niks?
Er is een groot verschil tussen de autonome
en de toegepaste richtingen. Autonome
mediakunst is pionierswerk gericht op
innovatie. Het gaat daarbij om vragen
als: wat staat er tot je beschikking en kun
je de beschikbare middelen gebruiken
voor hetgeen je wilt doen. De komst van
computers, de digitalisering is een grote
verandering geweest die allang is opgepakt.
32 obkcompleet themakring 4
Het werkelijke probleem is nu dat de
productiemogelijkheden inmiddels zo
gedistribueerd zijn dat de student gewoon
thuis kan werken en zich afvraagt waarom
hij/zij nog naar een academie zou moeten
gaan. Dat is een actueel probleem binnen
het onderwijs. Als je studenten bij elkaar
hebt die elkaar onderling stimuleren, dan
is dat een goede onderwijsvorm. Maar een
academie heeft studenten van de autonome
richting (en) steeds minder specifieke dingen
te bieden. Waarom zouden ze nog naar die
academie gaan?
Voor zover er al oudere (vaste) docenten
binnen de mediakunst waren, zijn die bij
doorgevoerde bezuinigingen alweer met
vervroegd pensioen gegaan.
Onder druk van bezuinigingen is er – bij
Minerva – een nieuw model ontwikkeld
waarin de verschillende autonome afdelingen
bij elkaar gebracht zijn. Het blijkt een mooi
model te zijn, maar tevens wordt duidelijk
dat je bij een dergelijke aanpak méér in
plaats van minder docenten nodig hebt. Nu
ontstaan er binnen de afdeling autonoom
weer subafdelingen, afgepaalde gebiedjes.
Mediakunst is zo’n deelgebied.
Op het gebied van autonome en toegepaste
kunst worden tegenwoordig ogenschijnlijk
dezelfde gereedschappen gebruikt, iedereen
werkt met computers en beeldschermen. De
verschillen die er altijd geweest zijn komen nu
nog pijnlijker bloot te liggen. Die verschillen
zitten in de benaderingswijze. Met welk
soort computerprogramma je iets maakt
is helemaal niet interessant. De gedachte
vakmanschap = meesterschap betekent bij
autonome beeldende kunst niets. Dat waar je
vakmanschap betrekking op heeft, is immers
volgend jaar weer anders. Het gaat erom dat
je als pionier vooruit blijft gaan in nieuwe
ontwikkelingen, werk probeert te maken
dat nu aanspreekt, dat gaat over dingen
die nu in onze maatschappij spelen. Dat
betekent onderwijs gericht op een gedachtenproces, gericht op het gebruik / misbruik van
technologie.
veranderde werkwijze –
veranderde eisen van de opdrachtgever
In de beroepspraktijk van fotograaf is veel
veranderd; we zijn overgegaan naar de digitale fotografie, met alle technische problemen die er bijhoren. Aan de kant van de
opdrachtgevers – grafisch ontwerpers – zijn
ook veranderingen: de een wil alles digitaal
en de ander wil dat juist niet.
De komst van de digitale fotografie betekent
meer dan alleen maar ander gereedschap
zoals een digitale camera. Het heeft ook
consequenties voor je werkwijze. Het maken
van ‘een beeld’, het zien, het schieten van
een beeld, is niet wezenlijk veranderd, maar
wel het hele traject ervoor en erna. Er vindt
nu meer beeldmanipulatie plaats, er wordt
meer en anders geretoucheerd.
pdf pagina 3 van 8 obkcompverslagthema4.pdf
En er wordt – bijvoorbeeld door opdrachtgevers – verwacht dat je als fotograaf ook
alles afweet van lithografie en drukwerk.
Er is echter ook een omgekeerde beweging:
iedereen die een digitale camera heeft denkt
fotograaf te zijn. Iets dergelijks heeft zich
tien jaar geleden met dtp en opmaakprogramma’s afgespeeld, die je het idee gaven dat
iedere computerbezitter ook meteen een
grafisch ontwerper zou zijn.
het ontwerp staat bij grafisch ontwerpen centraal,
gebruik van programma’s is ondergeschikt
Binnen de cartografie (bijvoorbeeld) is het in
creatieve zin een zegen om op de computer
zelf dingen te kunnen maken. Vroeger was het
lithografisch zo duur dat je veel dingen moest
weglaten. Nu kun je dat allemaal zelf. Dat is
een groot goed.
lessen website-ontwerp
Binnen de academie Maastricht is met
lessen website-ontwerp onderwijservaring
opgedaan – er is door een docent getracht
in het derde jaar lessen website-ontwerp
te geven. Voorafgaand werd een sessie met
een werkplaatsassistent georganiseerd
voor het leren omgaan met het programma
(knoppen-instructie). Deze opzet bleek niet
te werken: er kwam geen fatsoenlijk ontwerp
meer uit. Naar aanleiding daarvan is de opzet
veranderd. Nu ontwerpen de studenten in
het tweede studiejaar een plan voor een
website. Vervolgens gaat de docent in
op de (technische) moeilijkheden die de
studenten in de toekomst tegen kunnen
komen. De ontwikkelingen op dit gebied
gaan immers razendsnel. Vervolgens maken
de studenten de mooiste ontwerpen:
schetsen die getoetst zijn aan de realiteit.
Bij deze aanpak blijkt de creatieve stroom
bij studenten op gang te blijven en de angst
(voor technische moeilijkheden) is weg. Op
het moment dat de techniek echt aan de
orde komt weten de studenten wat ze
willen vragen, en moeten vragen.
Wat het grafisch ontwerpen betreft is in
Maastricht geprobeerd alle programma’s
die daarbij gebruikt worden op een goede
manier aan de student aan te bieden. Dat
blijkt echter een onmogelijke taak te zijn.
Op de grafische mts blijken studenten 8
tot 16 weken te kunnen besteden aan het
leren werken met een bepaald programma.
Binnen een 4-jarige opleiding grafisch
ontwerpen kom je daar nooit aan – en het
is in feite zonde van de beschikbare tijd.
De studenten grafisch ontwerpen worden
tijdens hun opleiding aan de academie een
beetje ondersteund bij het leren werken met
programma’s en voor de rest moeten ze het
zelf doen. Dan maar niet perfect, want het
gaat op de eerste plaats om het ontwerp.
Daar ligt in het onderwijs de nadruk.
vraag: maak ik het van hout of van website?
Op de Design Academy kun je wat computerlessen krijgen, maar dat is niet zo heel veel.
Je moet ook echt niet verwachten dat je
een computerprogramma helemaal gaat
beheersen. En dat hoeft eigenlijk ook niet.
Je krijgt de mogelijkheid om een opdracht
in een bepaald programma – bijvoorbeeld
photoshop – uit te voeren. Het blijft
echter heel erg op het niveau van een stuk
gereedschap. Op het moment dat ik met een
concept kom, zou ik op school meer willen
zien dat, bijvoorbeeld het ontwerpen van een
website meer als ‘materiaal’ wordt opgevat.
De vraag wordt dan:
maak ik dit van hout of van website? (Een
dergelijke benadering is bijvoorbeeld bij
mediakunst meer gebruikelijk). De keuze
om iets op een scherm of op papier te laten
zien is nu nog erg willekeurig. Het gaat
vaak om persoonlijke voorkeur. Het zou
echter om de vraag moeten gaan wat nu
bijvoorbeeld de communicatieve kracht
van internet is. Via zo’n vraagstelling en
inspiratiebron kom je dan tot nieuwe
ontwerpen.
Bij het productontwerpen kan gebruik
gemaakt worden van programma’s zoals
microstation; dat is een pakket waarin 3dmodelleerwerk gedaan kan worden. Een
vrij technische benadering waarbij allerlei
zijaanzichten gemaakt kunnen worden, en
waarbij rotatie en dergelijke mogelijk is. Het
is een manier om te visualiseren hoe een
product eruit kan gaan zien. Daar wordt op
de Design Academy door studenten gebruik
van gemaakt, maar de studenten worden niet
opgeleid tot ingenieurs. Als je iets uit kunststof zou willen maken, heb je toch iemand
met een technische achtergrond nodig om
bijvoorbeeld de noodzakelijke dikte van
te gebruiken kunststof uit te rekenen. Als
ontwerper kun je dan ook nooit zonder het
uitbesteden van (een deel van het) werk aan
(andere) specialisten.
Bij een potloodschets kun je met een globale
aanduiding volstaan, maar bij microstation
kan dat niet. Doordat het zo nauwkeurig is,
dwingt het programma je keuzes te maken.
Soms is dat erg vervelend, maar in een
fase waarin de dingen wat meer uitgewerkt
worden, is het heel goed. Dan loop je tegen
problemen aan, het werpt vragen op over
zaken waar je tot dan toe nog niet bij stil
hebt gestaan. Het levert zo ook weer ideeën
op. Dat is in die fase positief. In een eerste
ontwerpfase echter kun je (nog) geen gebruik
maken van een programma als Microstation.
33 obkcompleet themakring 4
Nu is de toegang tot apparatuur veel groter.
Daardoor ga je ook weer anders met die
dingen om.
Op de Willem de Kooning Academie is een
In het werkproces doet zich nu overigens
duidelijke scheidslijn tussen autonoom
wel het probleem voor dat mensen het
beelden en grafisch ontwerpen, zowel wat
idee hebben dat er later nog wel keuzes
betreft docenten als in het gebruik van de
gemaakt kunnen worden. Daardoor overaanwezige faciliteiten.
zien ze steeds minder het totale proces,
Bij autonoom wordt de computer toch nog
vaak als gereedschap gezien, naast of op weg en weten ze in feite ook niet waar ze uit
naar iets anders. Bij grafisch ontwerp bestaat willen komen. Er wordt te veel geleund op
de mogelijkheid later nog wel iets toe te
de mogelijkheid om fimpjes, animaties en
kunnen voegen. De techniek krijgt dan als
dergelijke te maken. Die worden als een
het ware de overhand waardoor het niet meer
volwaardig ontwerp gezien en niet als een
aanvulling op iets anders. Dat resultaat wordt de maker is die het totale proces overziet en
stuurt.
dan op zijn eigen kwaliteit beoordeeld.
In het werken met de computer moeten
Ervaringen van twee studenten met de
er beslissingen genomen worden over het
zogenaamde oudere vakmensen lopen erg
geheel en over details, terwijl die beslisuiteen. Zo blijkt dat de ene ‘wat oudere’
singen niet op hetzelfde niveau genomen
docent uitstekend op de hoogte is van alle
kunnen worden. Bij studenten die met
ontwikkelingen en van alles het naadje van
de kous te weten. Tijdens een stageperiode computers werken zie je vrij vaak dat ze
snel in details verzanden en de grote lijn uit
bij een culinair fotograaf – ook wat ouder
het oog verliezen. Die computer verlangt
– bleek deze echter nogal te worstelen met
ook beslissingen op detailniveau.
de computer en de komst van de digitale
fotografie. Of je nu wilt of niet, je bent
Op de academie in Maastricht (onder andere!)
gedwongen in die ontwikkelingen mee
krijgt iedereen, drie jaar lang, lessen tekenen.
te gaan. De indruk bestaat dat binnen de
Gewoon schetsen, tekenen met potlood.
academie iedereen wel open staat voor
Het gaat daarbij om het hele proces van
ontwikkelingen en veranderingen op het
beslissingen nemen, het totale denkproces,
eigen vakgebied en dat geprobeerd wordt de grote lijnen uitzetten, het op een directe
daarin mee te gaan.
manier visualiseren van een concept zonder
in details te verzanden. Zo’n computerschermpje is totaal iets anders dan een
het werkproces niet kunnen overzien door het
potloodschets waarmee je in vijf krabbels
verzanden in details
het overzicht vastlegt. Als je op een
Overeenstemming blijkt te bestaan over
computer (scherm) schetst, dan kun je heel
het feit dat ontwerpen met behulp van ict
lang in dezelfde pan blijven roeren zonder
sneller uitgevoerd kunnen worden. Of het
overzicht te hebben van voorafgaande
daardoor ook allemaal mooier en beter is
geworden wordt betwijfeld. Ook ten aanzien ontwerpstappen.
van de effectieve snelheid kan wel een kanttekening geplaatst worden. De snelheid
het scherm, niet als vierkantje, maar als venster op
die aanvankelijk misschien wel toenam,
de wereld….. en het toeval.
is grotendeels weer ongedaan gemaakt
Bij het ontwerpen zijn al die nieuwe media
doordat de eisen die aan het werk gesteld tools; de ene keer kies je voor het een en
worden verschoven zijn: er worden meer
de andere keer voor iets anders. Het is niet
en complexere eisen gesteld.
meer dan dat. Of je nu een fototoestel of een
Door ict zijn er veranderingen gekomen die te videocamera neemt, een tekening of een ets
maken hebben met uitbreiding van mogelijk- maakt, het gaat altijd om een plaatsbepaling
heden: denk aan interactiviteit, werkwijze,
op de communicatielijn, richting ontvanger.
soort producten, te stellen eisen, beschikToepassing van nieuwe media kan zich ook
baarheid van apparatuur.
afspelen in ruimtelijkheid, met sensoren en
Bij analoge video bijvoorbeeld moest je van
dergelijke. Het scherm is maar één manier
tevoren goed bedenken wat je wilde doen,
om met nieuwe media om te gaan. Je kunt
want als je later nog iets in wilde voegen was er veel meer dingen mee doen. We zouden
dat een ramp. Nu kan dat gewoon. In de
de nieuwe media veel breder moeten zien
manier van werken ben je vrijer geworden, dan alleen maar website-ontwerp. Daarbij
in het proces kun je losser, associatief
is het ook van belang om studenten bij
werken. Daardoor ontstaan er ook ander
te brengen al die mogelijkheden in hun
producten.
historische context te zien – en te wijzen
En mensen zitten nu net zo lang in de
op mogelijke implicaties ervan voor de
montagekamer als vroeger. Misschien zelfs
toekomst.
langer: er kan ook gewoon thuis gewerkt
Men kan zich afvragen of er qua toepassing
worden aan proefmontages, dus er hoeft
van nieuwe media verschillen zijn tussen de
minder op de kosten gelet te worden. Vroeger autonome beeldende kunst en de toegepaste
moest je op de academie bijvoorbeeld ook
richtingen. Voor de autonome beeldende
anderhalve maand op een camera wachten en kunst is hetgeen op het scherm te zien is het
dan alles in een week doen. Er werd dan van
eindproduct. Of, toch niet?
te voren meer gepland.
wat is het verband tussen het gebruik van nieuwe
technologie en een ‘oudere‘ docent?
pdf pagina 4 van 8 obkcompverslagthema4.pdf
Als iemand bij autonoom met iets bezig is
en kijkt naar wat er op het scherm te zien is
dan is het wel net alsof het af is, terwijl dat
meestal niet het geval is. Iets lijkt wel meteen
echt af als het achter glas zit. Daar kun je je
behoorlijk op verkijken.
Tijdens het werken gebeuren er naast
bedoelde dingen ook toevallige dingen.
In de snelheid van het proberen krijgt
die factor toeval een kans. Bovendien
bestaan er naast de overwegend statische
computerprogramma’s zoals Photoshop
ook programma’s met een ‘randomfunctie’ (willekeurigheidsfactor). Als de
waarde van die toevallige dingen herkend
wordt, kan wat zich toevallig aandient
interessanter zijn dan wat je had bedoeld.
De waarde van toevallige dingen kunnen
herkennen is heel belangrijk.
grote lijn, verschillen in werkwijze
De docent probeert wel de grote lijn te zien
en vast te doen houden. De grote lijn heeft
te maken met de vraag wat je wilt communiceren met anderen. Daarbij blijkt echter dat
studenten niet allemaal op dezelfde manier
werken.
De ene student werkt vanuit een van
tevoren bedacht idee, maar een andere
student wil rommelen en op die manier
interessante, spannende dingen op
het spoor komen. Die experimentele
zoektocht is wel veranderd doordat het
medium is veranderd. Dat zal ook steeds
blijven veranderen en dat is maar goed ook:
daardoor is er plaats voor mediakunst. In
feite is dit een pleidooi voor fundamenteel
vrij onderzoek.
Dat standpunt verschilt duidelijk van
degenen die ervoor pleiten de computer
pas te gaan gebruiken vanaf het moment
dat je je concept al helder hebt, en je
helemaal in je hoofd hebt zitten hoe iets
moet worden.
Ofschoon de bovenstaande standpunten van
elkaar onderscheiden kunnen worden, lijkt
het geen ‘of-of-kwestie’ te zijn.
Ook in de fase van conceptontwikkeling kan
juist sprake zijn van een vruchtbare wisselwerking tussen een eerste concept, dat als
uitgangspunt dient, en een schetsmatige
uitwerking daarvan op de computer. De
computer maakt het mogelijk in kort bestek
dingen te proberen en zo (ook) in beeld te
brengen waar je nog niet eerder aan gedacht
had.
Grote overeenstemming bestaat over
de opvatting dat studenten in het kunstonderwijs de kans moeten krijgen op
een manier te werken die bij de eigen
persoonlijkheid past.
34 obkcompleet themakring 4
Een kwaliteitsoordeel – waar het ook maar
betrekking op heeft – hangt af van je verwachtingspatroon.
Op het moment dat je in het databaseVoor wat de ict-ontwikkelingen betreft, kan
achtige denken verder gaat, zie je dat elk
gesteld worden dat de grafisch ontwerpers
beeld een laag is in een programmeertaal;
misschien weleens suggereren dat zij ergens
zie je dat video absoluut niet meer lineair
om gevraagd hebben, maar dat is helemaal
is, maar 24 beelden per seconde die je op
niet zo: de technici (programmeurs) dragen
een of andere manier door programmering
kunt laten verschijnen en die je in een andere nog steeds de nieuwe mogelijkheden aan
– die ze vaak zelf ook niet kunnen overzien.
sequentiële volgorde kunt zetten. Dat is nu
De creatieven, ontwerpers lopen daar
nog onwaarschijnlijk in ons denken, maar
op die manier kunnen er echt andere dingen achteraan. Ontwerpers zouden misschien
gaan ontstaan. Daar zijn we nog maar net mee wel de opdrachtgever van die technici
begonnen – we ruiken er een beetje aan. Dat willen zijn, maar de technici lopen gewoon
sneller.
ding crasht nu bijna niet meer (afkloppen).
Dat het soms crasht (meestal werkt) betekent
toch dat we pas aan het begin staan. De
vervaging vakgebieden –
manier waarop we met data omgaan. De
negatieve en positieve kanten
manier waarop we dingen gaan bekijken en de Traditioneel waren de media heel sterk
manier waarop we ordenen.
in vakjes verdeeld; je had fotografie en
Philips heeft ergens een huisje waarin
audiovisueel. Dat is nu minder. Dat kun je
menselijk gedrag wordt bestudeerd. Het
bijvoorbeeld constateren bij het maken
feit dat je behang kunt maken waarop
van een website, waarbij sequenties van
electronisch bewegende beelden kunnen
foto’s gebruikt worden om een beweging
verschijnen en dat je het over een tijdje per
te suggereren. In die site worden in feite
meter kunt kopen – dat zijn toch dingen waar stilstaande beelden snel achter elkaar
we nog maar kort mee bezig zijn.
afgespeeld. Het grensgebied tussen iemand
Vroeger sleutelde je meer aan je 2cv dan
die een bewegend beeld maakt en iemand
dat je er mee op de weg zat. Nu weet
die met een stilstaand beeld bezig is, is
niemand meer wat er onder de motorkap
dus veel moeilijker te benoemen. Je hebt
zit en auto’s doen het altijd (zoniet, is
stilstaand beeld-makers die af ten toe naar
kijken onder de motorkap zinloos). Dat
bewegend beeld gaan en je hebt filmmakers
zegt wel iets over waar je op de tijd-as van die het beeld stil zetten. Zo is er ook de
het computermedium zit.
fotograaf die begint te lithograferen, of die
zelf gaat drukken.
Op het vakgebied van de fotografie komt
kwaliteit en inhoud
het ook voor dat de fotograaf een foto aan
Het is fascinerend om te stellen dat ‘de
de klant levert, waar de lithograaf van die
inhoud’ niet vanzelf meegroeit met techniklant mee aan de slag gaat en de foto alsnog
sche en visuele kwaliteit.
verknalt. De oorspronkelijke foto komt door
Het is echter heel lastig om iets zinnigs te
beweren over ‘kwaliteit’. Wat is de kwaliteit die ingrepen niet meer goed van de pers. Je
zou als fotograaf je foto’s willen ‘locken’,
van het internet? Het gaat om het idee, dat
voor verdere toepassing vastleggen. Als het
als je weet wat je zoekt, je de pareltjes in de
geen lithografiebedrijf is dat je werk verpest,
modder weet te vinden.
dan is het wel een drukker die de lithografie
Je kunt waarschijnlijk de parallel trekken
er zo’n beetje bij doet, zonder de ambachtemet de gedrukte media. Je hebt de huislijke kennis bij de machines in huis te halen,
aan-huisbladen en andere ongevraagde
met alle negatieve gevolgen.
‘rommel’ die door amateurs wordt
Door de apparaten en de software lijkt het
vormgegeven. Een goede site is de moeite
allemaal zo eenvoudig: er komt altijd wel iets
waard om te bezoeken, en die blijf je ook
uit. Er wordt vaak vergeten dat er een hele
bezoeken. De sites die op een standaard
manier in elkaar gezet worden beantwoorden manier van denken achter schuil gaat. Je moet
kennelijk aan de eisen die door de opdracht- – ook als grafisch ontwerper – heel goed
nadenken over de vraag hoever je mee wilt
gevers gesteld worden. Maar de kwaliteit
filtert zich vanzelf uit. Zou bij elk medium de gaan in grensvervagingen binnen je vakgebied
hoeveelheid rommel ongeveer even groot en het vakgebied als geheel.
Vroeger waren er verschillende budgetten
zijn?
die gekoppeld waren aan verschillende stadia
Dat is in zijn algemeenheid een lastig te
van het ontwerpproces en de uitvoering. Nu
verdedigen stelling. Een uitspraak over
zijn die budgetten beperkt of verdwenen. Als
kwaliteit is namelijk afhankelijk van het
een retouche niet al te ingewikkeld is, wordt
gestelde doel, van de context waarin een
beeld gebruikt wordt. Een beeld kan perfect er vanuit gegaan dat de fotograaf dat zelf kan
zijn voor een bepaald doel, maar in een ander doen, en een beetje lithografie wordt ook
context waardeloos zijn. Het hangt erg sterk meestal wel van hem verwacht.
samen met de eisen die een opdrachtgever
stelt.
‘eindelijk crasht dat ding nu bijna niet meer’ — we
staan pas aan het begin
pdf pagina 5 van 8 obkcompverslagthema4.pdf
Toch bestaat de indruk dat er in de grafische
industrie geen massa-ontslag ten gevolge
van de opkomst van de computer is geweest.
De hele lijn van het ontwerp tot en met de
druk bestaat nog steeds, maar er is nu meer
vrijheid om het plekje uit te kiezen waar je je
het best thuis voelt. Het aantal gespecialiseerde vakmensen is – door vervaging
van de vakgebieden – kleiner geworden,
maar ze bestaan nog steeds. De ontwerper
die zich wil concentreren op de kern van
zijn eigen vak, kan nog steeds een beroep
doen op (andere) specialisten. Een ieder
moet zelf beslissingen nemen over de
positionering ten opzichte van anderen.
Voor de mediakunst, audiovisueel, ligt het
anders. Mediakunst heeft sterk te maken met
pionierswerk, het onderzoeken van nieuwe
mogelijkheden. Binnen mediakunst worden
steeds nieuwe gebieden aan het oerwoud van
mogelijkheden onttrokken.
De grafisch ontwerpers zijn als boertjes.
Ze kunnen, nauwgezette mensen als het
zijn, landbouwen tot op de millimeter,
met paaltjes en hekjes! De mensen die
met mediakunst bezig zijn, zijn goed in
het pionieren. Later volgen anderen die
denken; oh dat is mooi, dat kan ik wel
gebruiken!
hoort een opleiding ‘programmeur’ op de
kunstopleidingen thuis?
Met de komst van de computer is ‘programmeren’ uiteraard belangrijker geworden.
Er gaan stemmen op die er voor pleiten om
‘programmeren’ als een creatief beroep te
zien. Op filmgebied werd de editor gezien als
iemand die stukjes film achter elkaar plakt
en dus hoogstens een beetje handig moest
zijn met montageapparaten. Er zijn echter
ook films waarbij de editor een belangrijke
invloed heeft op het creatieve en visuele
resultaat.
Analoog aan de filmmontage kun je je de
vraag stellen welke plaats de programmeur
in het proces van een interactieve
productie heeft. Afhankelijk van eigen
inzichten en mogelijkheden kan dat ook
een creatief of ontwerper zijn. In deze
zienswijze hoort een opleiding ‘programmeur’ wel thuis in het kunstonderwijs.
Meer dan nu over het algemeen het geval
is zou binnen de academies kennis op het
gebied van programmeren beschikbaar
moeten zijn.
Maar hoever moet dat programmeren gaan?
Misschien moet een interactie-ontwerper
zoveel van het programmeren beheersen dat
hij/zij een programmeur aan kan sturen. Als
het verder gaat dan dat komt de focus helemaal verkeerd te liggen.
Er blijken in dit opzicht (weer) verschillen
te zijn tussen de meer autonome en toegepaste richtingen.
35 obkcompleet themakring 4
programmeren door mediakunstenaars
Op het gebied van autonome beeldende
kunst – mediakunst – wordt op de
academie door studenten al geprogrammeerd. Op die manier worden er kunstwerken gemaakt, bijvoorbeeld interactieve installaties die beeld en geluid
manipuleren. Er zijn altijd wel een paar
studenten die zich daarop storten en in feite
zichzelf opleiden in het programmeren voor
zover ze dat in het creatieve proces nodig
hebben.
Het is een andere manier van denken: bij het
programmeren ben je niet zozeer bezig
met het ontwerpen van het eindresultaat,
maar je bent zelf de spelregels aan het
vastleggen. Het onderscheid tussen het
werken met standaardpakketten of ‘zelf
programmeren’ wordt overigens vaak ten
onrechte als een zwart-wit tegenstelling
gezien. Ook als je met een standaardpakket
werkt is er sprake van programmeren. En op
het moment dat een standaardpakket niet
meer voldoet aan je eisen, is het moment
aangebroken om zelf iets te bedenken
– dan moet je programmeren. Er ontstaat
dan een permanente golfbeweging van de
grenzen van bestaande pakketten en weer
nieuwe, uitgebreide pakketten die dan
weer (even) voldoen aan de op dat moment
gearticuleerde gebruikersbehoefte.
ontwerpen en programmeren
‘Al dat ontwerpen en webpagina’s in
elkaar zetten, dat zou toch meer gestuurd
moeten kunnen gaan’ (Petr van Blokland).
Je zou kunnen denken dat de wens je eigen
gereedschap te maken – zoals een middeleeuwse schilder zelf zijn penselen en verf
maakte – vooral betrekking heeft op de
autonome kunsten.
Toch zijn er mensen zoals Petr van Blokland
die zich afvragen, of de computer de
beslissingen die bij het ontwerpen een
rol spelen niet zelf zou kunnen nemen.
Er is geen enkele reden om aan te nemen
dat een computer uitsluitend via content
management, een vast stramien, pagina’s kan
bouwen. Van Blokland heeft zelf een programmeertaal geschreven waarin content
(beeld en tekst) aan beslis-algoritmen
wordt gekoppeld. De computer zet op basis
daarvan zelf pagina’s in elkaar. Dat werkt!
Als dat zo doorgaat dan wordt de huidige
ambachtelijke ontwerper wellicht ooit overbodig. Er ontstaat wel een nieuw beroep: de
‘visuele algoritme-constructeur’.
Wat wordt er nu onder programmeren verstaan? Dat kan gaan van eenvoudige toepassingen en macrootjes, scripts tot echt zelf
complexe programma’s schrijven.
Het is fijn als je niet beperkt wordt door wat
er is. Als je door bestaande dingen beperkt
wordt, moet je nagaan hoe je kunt uitbreiden.
Dat kan betrekking hebben op programmatuur, vormen van interactiviteit.
pdf pagina 6 van 8 obkcompverslagthema4.pdf
Dat is voor de autonome kunst helemaal niets
nieuws; daar is altijd op eenvoudige wijze
geprogrammeerd. Of je programmeert en, zo
ja, hoe je programmeert moet door je eigen
behoefte bepaald worden.
Vergeet niet dat mensen nu eenmaal heel
verschillend zijn. De ene student is heel
goed in analytisch denken, functioneel
denken, de ander heeft een onderzoekende houding waarbij meer intuïtief
gewerkt wordt.
volleerd de praktijk in
Voor de pas afgestudeerden van de
academies is er in vergelijking met vroeger
nog iets veranderd. Als een afgestudeerde
voorheen in de praktijk terechtkwam werd
er door een werkgever nog niet zoveel van
de pas afgestudeerde verwacht. Je ging dan
werken bij een bureau of fotograaf en op
die manier verder leren. Daar leerde je de
kneepjes van de praktijk. Tijdens de opleiding
werd het conceptdenken ontwikkeld, de
foefjes van de praktijk leerde je niet. Door
de technologische voortgang wordt er
Op het gebied van de toegepaste kunst kan
nu op het moment van afstuderen van je
de computer op verschillende manieren
gebruikt worden. Ten eerste kan de computer verwacht dat je een vakmens bent (alle
als productiegereedschap gebruikt worden. kneepjes kent) en dat je meteen inzetbaar
bent.
Applicaties als photoshop en dergelijke.
Ten tweede kan de computer gebruikt
worden voor het verwerken van grote
hoe zie ik tussen de nieuwe bomen het oude
hoeveelheden informatie. Bij het in elkaar
vertrouwde bos weer terug?
zetten van een catalogus met 5000 stukjes
Er komt steeds meer programmatuur die
tekst en plaatjes, waarbij je tot op het allergebruik op verschillende niveaus toestaat.
laatste moment nog ontwerpbeslissingen wilt Als je met flash iets op een eenvoudige
kunnen nemen, kun je de rekenkracht van
wijze wilt doen dan kan dat, maar je
de computer goed gebruiken. Op de derde
kunt ook helemaal de diepte ingaan en
plaats kan de computer gebruikt worden
complexe dingen in elkaar zetten. Een
als instrument om vormen te genereren.
tweedeling die er eigenlijk niet is.
Daarbij is de computer niet de ‘ontwerper’
En er is nog een probleem. Als je de simpele
geworden: het is nog steeds de ontwerper die gereedschappen gebruikt die je binnen een
de spelregels opstelt, de computer berekent uur kunt leren, blijf je binnen de voorgeen produceert de vormen. En de ontwerper
schreven vormentaal van het programma.
beslist aan het eind van het traject wat okee is De verschillende opeenvolgende versies van
en wat niet. Dat trouwens niet nieuw: ook dat programma’s zijn steeds weer een beetje
is al vanaf de jaren zestig aan de gang.
anders, er komen een paar functies bij waar
je wel of niet in geïnteresseerd bent, een
noodzaak aanschaf apparatuur en andere eisen voor paar knoppen zitten op andere plekken. Elke
update kost daardoor weer extra tijd waarbij
de beginnende professional
Vroeger begon een fotograaf in spe al tijdens je de moed in de schoenen zou kunnen
zinken: hoe zie ik tussen de nieuwe bomen
zijn opleiding met het investeren in profeshet oude vertrouwde bos weer terug?
sionele apparatuur. Op het moment van
afstuderen was er dan al voor vele duizenden Dat is op zich wel waar, maar er is nog iets
euro’s geïnvesteerd. Maar een grafisch vorm- anders aan de hand. Vroeger had je maar een
gever had op het moment van afstuderen wat paar programma’s nodig. Nu zijn er heel veel
pakketten en het gevaar van versnippering
potloden en wat wrijfletters. Tegenwoordig
moet je als startend grafische ontwerper over dient zich aan. Met het ene pakket doe je
behoorlijk wat apparatuur beschikken anders het een en met een andere pakket weer iets
anders. Het is moeilijk om in de breedte
kun je niet werken.
alles op peil te houden. Dat eist een ander
De verschillen tussen een fotograaf, een
type professionaliteit. Nu moet je eens in de
grafisch ontwerper of een autonoom
zoveel tijd opnieuw gaan studeren. Eerder
beeldend kunstenaar moeten niet worden
kon je volstaan met het spelenderwijs wat
overdreven: iedereen moet investeren
– waarin precies geïnvesteerd wordt, hangt dingen bijleren. Nu word je door de leveranciers gedwongen ermee te werken en je er
natuurlijk af van het vakgebied (en de
echt in te verdiepen. Die druk is nu groter dan
gewenste mate van ‘branchevervaging’).
vroeger het geval was.
Wel kan geconstateerd worden dat de
prijzen van de door grafisch ontwerpers aan Als er overigens geen redenen zijn om
van de ene versie van een programma als
te schaffen spullen de laatste 10 à 15 jaar
Photoshop over te gaan op de volgende (3,
enorm omlaag zijn gegaan. Aan de andere
4, 5, 6, 7, ….) dan moet je dat niet doen.
kant wordt door opdrachtgevers verwacht
Als iets goed functioneert vooral niets
dat bijvoorbeeld sommige diensten zoals
veranderen. Als een operating system het
zetwerk, paginaopmaak en correctie, waar
doet moet je het laten lopen en er niet meer
vroeger apart (en veel) voor betaald werd,
aan prutsen. Als je eraan gaat sleutelen
gratis gedaan wordt. Het exploiteren van
apparaten en programmatuur is daardoor niet terwijl het helemaal niet nodig is, roep je
de problemen over jezelf af. Wanneer de
eenvoudig (de ontwerper beoefent het vak
van zetter zonder diens zettersopleiding, en noodzaak zich aandient, over te gaan op
een volgende versie van een programma, is
zonder diens cao).
het pas tijd.
36 obkcompleet themakring 4
Dat hangt niet alleen af van wat je zelf wilt
doen, maar ook van de mate en het tempo
waarin toeleveranciers, uitvoerders kortom
de wereld om je heen verandert.
Als de wereld waarmee je communiceert
verandert, dan moet je op den duur wel een
keer meegaan.
Welke benadering er ook gekozen wordt,
het leren zal verder moeten gaan dan het
leren toepassen van trucjes. De student
moet zich de manier van denken, die aansluit
bij het werken als grafisch ontwerper,
eigen maken. Die werkhouding moet bij de
student ontwikkeld worden. Dan valt de rest,
het werken met speciale programma’s en
dergelijke veel gemakkelijker op zijn plaats.
ict is een zegen en vloek tegelijkertijd
In een Bos-atlas van tegenwoordig staan
fantastisch mooie kaarten. Met ook nog
allerlei thematische en historische extra’s en
een cd-rom erbij. Dat betekent dat die cartografie sterk verbeterd is door het gebruik
van computers. Dat is een inhoudelijke
verbetering.
Ict kan de mens ook in meer bedrijfsmatige
groeien door ict autonome kunst en ontwerpers
zin iets positiefs opleveren. Ict maakt het
steeds verder uit elkaar?
mogelijk om als grafisch ontwerper sneller
Ten aanzien van de toegepaste richtingen
de opleiding moet kiezen: curriculum van de
te werken, meer opdrachten uit te voeren.
speelt een marktmechanisme een rol
opleidingen barst uit zijn voegen.
(allocatie functieonderwijs). Tijdens de
Op die manier kun je in dezelfde tijd meer
De cursusduur van het kunstonderwijs is
werk verrichten, kun je dus meer inkomen
opleiding willen we de student de vrijheid midden jaren negentig teruggebracht naar
geven zelf te kiezen voor wat hem/haar
4 jaar. In die periode moet je leren tekenen, verwerven of desgewenst meer vrije tijd
het beste ligt, bijvoorbeeld het verder
conceptdenken en al die andere dingen die je overhouden.
uitdiepen van Illustrator of photoshop.
in de praktijk nodig hebt. Door die beperkte Ict wordt ook in verband gebracht met een
Maar een ontwerpbureau zoekt gewoon
studietijd lukt het studenten bijna niet meer zekere sociale verschraling die zich soms
iemand die zowel Illustrator als Photoshop, om de processen echt te doorgronden.
voordoet. Mensen kunnen geen fatsoenlijke
Quark Xpress en Dreamweaver beheerst.
brief meer schrijven, ze sturen een niet
Bovendien blijkt het lastig te zijn om (met
nagelezen e-mailtje. Als je naar het 8uurDat levert dus problemen op. In het kunst- een jaar minder studie-ervaring, maar wel
vakonderwijs moet daarvoor een oplossing met hoge nieuwe praktijkeisen qua software- journaal kijkt, word je voor meer informatie
naar een website doorverwezen – alsof
beheersing) geschikte stageplekken te
worden gevonden. De student moet op
iedereen achter zijn computer zit! Normaal
een of andere manier zich tijdens de studie vinden. De opleidingen zullen moeten gaan
sociaal contact, zelfs met iemand die naast
kiezen, want er komen nu in de opleiding
die verschillende paketten eigen kunnen
steeds nieuwe, andere studieonderdelen bij je aan het werk is of dicht bij je in de buurt
maken zonder dat de opleiding verwordt
woont, dreigt soms verloren te gaan. Aan de
en er gaat nooit iets weg. Dat kan niet (aan
tot een aaneenschakeling van pakkettrainingen. Hoe kunnen we als kunstonder- sommige universiteiten is na enkele jaren de andere kant kun je juist dankzij die ict (via
internet en e-mail) ook vrienden maken. Dat
wijs voldoen aan de eisen die de praktijk aan vijfjarigheid heringevoerd).
zijn twee kanten van de gevolgen van ict op
onze afgestudeerden – toegepaste kunst met
het sociale vlak.
name – stelt. Studenten zouden verschillen- tekenen
Of het nu om computergebruik of mobiele
de paketten op basisniveau moeten leren,
Als er iets afvalt, dan gaat dat stilzwijgend.
telefonie gaat, het is belangrijk dat docenten
zodat ze daar in de praktijk op voort kunnen Het zou goed zijn om expliciete keuzes
bij zichzelf ook goed nagaan hoe je met
bouwen. Als je tijdens de opleiding daarin
te maken en die ook te beargumenteren.
deze aspecten van de digitale samenleving
verder gaat, dan loop je het risico weer achter Er wordt bijvoorbeeld (met uitzondering
omgaat. Ervaringen van de voor- en nadelen
ontwikkelingen aan te lopen en kostbare
van Minerva) op veel academies nog maar
van deze ontwikkelingen blijken uiteen te
studietijd niet effectief te gebruiken.
nauwelijks getekend. De meeste studenHet kunstonderwijs zou op toekomstige
ten kunnen niet meer naar de waarneming lopen.
ontwikkelingen moeten kunnen anticiperen, tekenen, ze kunnen niet modeltekenen. Ze
en niet blind aan de door de huidige praktijk weten niet hoe een hand in elkaar zit. Als je ze manipulatie is van alle tijden – de ethische
gestelde eisen moeten proberen te voldoen. dan een pictogram laat ontwerpen komen er verantwoordelijkheid voor manipulatie ook
Op basis van welke informatie kan dat?
van die akelige ‘memisa-handjes’ uit.
Op de academie moet het vak ethiek
De oplossing kan misschien gevonden
Als bij de samenstelling van het curriculum gegeven worden. Je moet je als kunstenaar,
worden in de richting van het verstevigen
gekozen moet worden tussen Flash of
ontwerper bewust zijn van de keuzes die je
van de competentie van ‘het leren leren’.
tekenen dan moet het tekenen niet automaakt en de consequenties daarvan. Je speelt
Er zou nog eens goed gekeken moeten
matisch de dupe worden.
een rol in communicatieprocessen en moet je
worden naar verschillende manieren van
En de keuze voor Flash moet worden
verantwoordelijkheid daarvoor nemen. Maar
leren, zoals receptief leren, het exploratief gemaakt met het oog op het curriculum.
de reden van het geven van het vak ethiek op
leren, het probleemgestuurd leren.
Weloverwogen worden ingezet, nooit
de academie ligt niet in het feit dat er nu met
vanuit het idee dat je er anders als
computers meer gemanipuleerd kan worden.
In themagroep 1 kwam al naar voren dat
opleiding ‘niet meer bij zou horen’.
Manipulatie is van alle tijden. Met computers
door nauwe verbinding aan serieuze
kan er misschien gemakkelijker, beter en nog
ontwerpopdrachten een korte pakketVoor de autonome beeldende kunst (zegt
veel ingrijpender gemanipuleerd worden.
training actiever beoefend en effectiever
Men kan zich in dit verband afvragen wat ict,
wordt; de concentratie op het ontwerpen Minerva) ligt het anders; daar zijn niet
zozeer dingen verdwenen. De manier waaren de manier waarop wij daar gebruik van
(inhoud, doel-gerichtheid) relativeert de
op studenten werken is gespecialiseerder
maken, voor invloed heeft op ons collectief
softwarepakketten tot ‘gereedschap’ en
geheugen. Het lijkt erop dat we steeds meer
maakt eventuele fluctuaties daarin minder geworden. Vroeger waren er tussen de
studenten onderling wat meer gemeenschap- de nadruk leggen op de waan van de dag, op
dramatisch.
pelijk raakvlakken. Nu is er meer sprake van
vluchtigheid, op oppervlakkigheid.
individuele ontwikkeling van de studenten,
maar het is niet zo dat studenten minder
zouden doen dan vroeger.
pdf pagina 7 van 8 obkcompverslagthema4.pdf
37 obkcompleet themakring 4
Er is ook een tegenbeweging zichtbaar. Juist
nu we in onze maatschappij een enorme
beeldcultuur hebben en zoiets als beeldmanipulatie een gegeven is, wordt er tegenwoordig op middelbare scholen aandacht
aan media-educatie besteed. Dat gaat in
feite over kijken en om het kritisch leren
omgaan met media. Ook dat hoort bij onze
tijd.
Het is onzinnig om het gebruik van beelddatabanken te ontkennen – stagiaires
zien het gebeuren. Maar, de studenten bij
gelegenheid vragen alles zelf te maken kan
geen kwaad.
multidisciplinair, thuiswerken en broedplaatsen
Bij de Hanzehogeschool wordt geprobeerd
multidisciplinair samen te werken. Het idee
achter zoiets als een digitale werkplaats is,
dat studenten dans, muziek en beeldend
een knipperde website mag, hoeft niet
– toegepast of autonoom – met elkaar
Het lijkt erop dat in een website tegenwoordig alles moet bewegen. De redenen van samenwerken.
In de praktijk komen die samenwerkingsal die dynamiek zijn daarbij niet altijd even
projecten bij de meer toegepaste
duidelijk. Er zijn wel argumenten te geven
richtingen terecht. Bij mediakunst,
waarom je iets wilt laten bewegen. Iets wat
beweegt trekt nu eenmaal de aandacht, heeft als onderdeel van autonoom, komen
studenten bij voorkeur met hun eigen
attentiewaarde. De mogelijkheden die je
ideeën. En als ze dan eventueel een danser
als grafisch ontwerper extra ter beschikking
nodig hebben, dan kan de opleiding
staan, zijn de tijdgerelateerde dingen. Het
desgewenst daarbij helpen. Over het
kan heel zinnig zijn om in je ontwerp de
algemeen kunnen de studenten het prima
factor tijd op te nemen en die functioneel
te gebruiken. Dat kan heel effectieve commu zelf organiseren. Er wordt juist geprobeerd
ze te leren zelf de baas te zijn. Regel je
nicatiemogelijkheden opleveren.
eigen samenwerking maar, stap maar naar
Voorbeeld: een experiment op een website
fabrieken voor materialen etc.
met een soort ‘data-wolk’.
kijken is stelen en afkijken mag
samenwerken met andere opleidingen
Op de Willem de Kooning Academie is het niet
de bedoeling dat studenten grafisch ontwerp
gebruik maken van stockfoto’s. Van de
student wordt verwacht dat hij/zij alles zelf
ontwerpt, zelf beelden maakt. Het gebruik
van kant-en-klaar materiaal belemmert de
creativiteit.
Studenten van alle academies blijken via
zoekmachines als google in het kader van hun
studie beeldmateriaal te verzamelen. Dat is
op zich geen probleem. Het kritisch bekijken
en een selectie maken is een lastige opgave.
Dat werk blijft helaas vaak achterwege: de
student plukt wat van het net en that’s it.
Als een student het verzamelen van
beeldmateriaal als een soort knipselboek
gebruikt en daarmee verder werkt kan
het weer heel verrassende resultaten
opleveren. De docent moet de student
inhoudelijk begeleiden, helpen bij het
maken van keuzes. Zo’n benadering is
een snelle manier van werken, maar dan
moet je ook veel kunnen laten vallen. Dat
betekent veel (kritische) keuzes maken.
De waarde van beeld-databanken voor je
werk hangt ook af van wat je ermee wilt.
Als je bijvoorbeeld het thema ‘clichés’ wilt
uitwerken, kun je natuurlijk juist heel goed
gebruik maken van beelddatabanken.
Het is interessant even stil te staan bij het
begrip oorspronkelijkheid. Dat is vaak ook
nogal betrekkelijk. Neem opnieuw fotografie.
Als je een foto van Van der Elsken gezien
hebt, en je maakt zelf op die manier een
opname, dan heb je de foto zogenaamd
zelf genomen. Maar dat is natuurlijk net zo
goed gejat. Dan kun je wel denken dat je
zelf creatief bezig bent. Kijken is stelen en
afkijken mag in dit vak. Of niet?
Enkele voorbeelden van samenwerkingsverbanden.
Kunstopleidingen blijken samenwerkingsverbanden met andere onderwijsinstellingen
aan te gaan. Zo werkt de AKI samen met de
faculteit informatica van de Universiteit
Twente. In het kader van medialab is een
ontwerpopdracht bij informatica uitgezet.
Vier studenten van de UT werken nu samen
met studenten van de AKI.
De wens bestaat om meer van dit soort
projecten op te zetten, ook met afgestudeerden. Het gaat om het creëren van een
gezamenlijke werkplek; dat is prikkelend,
stimulerend en beter dan wanneer
iedereen maar een beetje thuis zit te
werken. In dergelijke werkplaatsen zou
ook dag en nacht gewerkt moeten kunnen
worden.
Succesfactoren bij dit soort zaken; beperkt
aantal studenten, gemeenschappelijk
gebouw, zelfstandig beheer door gebruikers.
pdf pagina 8 van 8 obkcompverslagthema4.pdf
samenwerking tussen kunstopleidingen
Meer uitwisseling en samenwerking tussen
academies onderling zouden niet verkeerd
zijn.
Deze samenwerking blijkt over het algemeen
nog niet zo mee te vallen. Samenwerking
van studenten, docenten van verschillende
afdelingen van de drie opleidingen verenigd
onder Artez bijvoorbeeld, vindt maar nog
zelden plaats. Men doet wel pogingen in die
richting.
In Eindhoven wordt geprobeerd samenwerking opgang te brengen tussen de Design
Academy en de Technische Universiteit.
De Design Academy heeft de TU ook ondersteund bij het opzetten van een faculteit
Industrial Design.
Bij het Koninklijk Conservatorium bestaat
een afdeling beeld en geluid. Daarnaast is er
samenwerking tussen de Hogeschool voor
muziek, dans en beeldende kunst en de
Rijksuniversiteit Leiden. Er is bij de RUL een
faculteit der kunsten in het leven geroepen
om de kunsten en de wetenschappen weer
directer op elkaar te betrekken. In dat kader
worden minors en bijvakken aangeboden die
door studenten van beide instituten gevolgd
kunnen worden.
hh/rh/jvt
38 obkcompleet themakring 5
docenten, studenten en medewerkers
kunstonderwijs bij elkaar te gast:
vijf themasessies over computergebruik of
ict (informatie- en communicatietechnologie)
in het kunstonderwijs
5
obk-comp themakring 5
11 maart 2003, Gipsenzaal KABK Den Haag
deelnemers:
Erik van Blokland • docent KABK Den Haag
Olivia Ettema • vakdocent AKV St Joost Den Bosch
Rens Holslag • projectleider obkcomp
Joshua Jansen • docent av CABK Kampen
Bas Könning • docent AKI Enschede
Léon Kranenburg • student WdKA Rotterdam
Bas Leurs • vakdocent AKV St Joost Breda
Marc Mijer • journalist (notulen en redactie
gespreksverslag)
Loes Sikkes • student WdKA Rotterdam
Hans Slierendregt • ict-manager KABK Den Haag
Jaap van Triest • vakdocent AKV St Joost Breda
Johan Visser • vakdocent AKI Enschede
verslag themadiscussie 5:
de toekomst
beperkt zicht, mist en...
opklaringen: mogelijkheden
voor de nabije toekomst en
verkenningen van de horizon
Op korte termijn zijn (mede mogelijk
gemaakt door ict) al een aantal ingrijpende
vernieuwingen in het kunstonderwijs
te verwachten. Puntsgewijs een aantal
voorbeelden:
zichtbare vernieuwingen
Voorop staan uiteraard de beeldende
mogelijkheden van ict-vernieuwing.
Voor een deel kwamen die aan de orde in
themadiscussie 4 (ook wel in themadiscussie
1). In themakring 5 wordt specifiek aandacht
gevraagd voor de zichtbare (hoorbare/ voelbare/ervaarbare) vernieuwingen. Los van
dozen en kabels de vraag of vakgebieden die
in het kunstonderwijs wat achter liepen in
de ict-race, zoals bijvoorbeeld de autonome
kunst, nu ook verdergaand betrokken zullen
raken in digitale projecten. En kunnen we
de toekomst voorspellen? Zal het – nu al
bredere – gebruik van audiovisuele media
toenemen? etcetera.
portfolio, didactisch ondersteunend middel
Zo wordt bijvoorbeeld op meer dan één
plek geëxperimenteerd met het digitaal
portfolio. Daarbij dekt dat begrip niet alleen
het visuele portfolio zoals gebruikelijk in de
kunst en het ontwerpen, maar ook de studievoortgang, formuleringen van projecten,
stageverslagen, scripties etcetera.
Daarmee wordt het portfolio een communicatiemiddel tussen student en docent.
In eerste aanzet is het op veel plaatsen een
didactisch ondersteunend middel, dus
géén studievoortgangssysteem of onderwijsorganisatiemiddel. Reden daarvoor is dat
die informatiestromen vaak slecht gekoppeld
zijn en dat op studievoortgang veel privacyaspecten van toepassing zijn.
roosters en studiepunten op intranet
De intranetten en internetsites van
de instellingen zullen naar verwachting
belangrijker worden. Daarbij zal het intranet
het onderwijsaanbod transparanter maken
en de student meer keuzevrijheid bieden in
op korte termijn te
het vormen van een individuele leerroute. Na
verwachten vernieuwingen
een initiële investering in tijd mag verwacht
in het kunstonderwijs, die
worden dat er hier wel een taakverlichting
mede mogelijk worden
voor de onderwijsorganisatie te behalen is
gemaakt door ict.
omdat regelingen, roosters, studiepuntentabellen, etcetera eenvoudiger actueel te
beknopte introductie
houden zijn. Ict zorgt er voor dat traditioneel
Op korte termijn zijn al ingrijpende
digitale leeromgeving
vernieuwingen, mede mogelijk gemaakt door Het blackboard, virtual workspaces, www frictieveroorzakende mispassingen zoals
ict, in het kunstonderwijs te verwachten.
en dergelijke zijn nu reeds in gebruik als elek- overlappende lokalenplanning, conflicten
tronische leeromgeving. De experimenten tussen jaarroosters en afdelingsroosters tot
Puntsgewijs een aantal voorbeelden:
worden wisselend geëvalueerd om diverse het verleden behoren (op termijn!).
redenen. Soms is het betrokken personeel
1. Voorop staan uiteraard de beeldende
niet in staat om de veranderingen
mogelijkheden van ict-vernieuwing. Voor
digitaal lesmateriaal
succesvol in het onderwijs in te passen,
een deel komen die aan de orde in themaVia tal van projecten zal ict ondersteuning
soms leveren systemen (zoals Blackboard bieden bij of integraal onderdeel vormen
discussie 4 (en ook 1).
2. Het blackboard, virtual workspaces, www [nb1]) een te beperkte speelruimte.
van vernieuwing van het lesmateriaal.
etc zijn nu reeds in gebruik als elektronische Het zal nuttig zijn om de bestaande
Twee onder vele aansprekende voorbeelden
lopende projecten (voor zover bij u als
leeromgeving.
daarvan zijn het project ‘de ondernemende
3. Op meer dan een plek wordt geëxperimen- discussiedeelnemer bekend) te bespreken en kunstenaar’ (AHK) en de ‘vernieuwing kunstteerd met het digitaal portfolio. Daarbij dekt te onderzoeken of daar lering uit te trekken theorie’ van Minerva. Sommige zijn in ontwikis.
dat begrip niet alleen het visuele portfolio
keling, andere reeds geïmplementeerd.
zoals gebruikelijk in de kunst, maar ook
de studievoortgang, formuleringen van
Op lange termijn zijn de vragen lastiger te
projecten, stages, scripties.
formuleren. De recente ontwikkelingen van
4. De intranetten en internetsites van de
internet en de moeilijke voorspelbaarheid
instellingen zullen belangrijker worden.
(zelfs op korte termijn) van de wegen
5. Via tal van projecten zal ict ondersteuning
waarin die ontwikkeling voortbewoog,
bieden bij of integraal onderdeel vormen van
geeft aan dat koffiedikkijken lastig is.
vernieuwing van lesmateriaal.
Toch is het noodzakelijk om op dit gebied
6. Veel kennis en kunde kan wellicht gedeeld
inspanning te verrichten. Er zijn op dit
worden in landelijke datapools.
moment grote veranderingen gaande in de
Op lange termijn zijn de vragen lastiger te
media. De popularisering van dvd en adsl
formuleren. Dit blijkt wel uit de recente
heeft op korte termijn al grote gevolgen.
ontwikkelingen van internet.
Daarna zullen robotics en kunstmatige
intelligentie een grotere rol gaan spelen.
verslaglegging van discussie door Marc Mijer
Inkt wordt e-ink. Bij zelfdenkende en
[obkcompleet / pagina 38 tot en met 41]
zelflerende systemen is juist de rol van de
is digitaal beschikbaar via
kunstenaar belangrijk: niet alleen voor de
visuele maar ook voor de gedragsaspecten
obkcompverslagthema5.pdf
van de mens-machine-interactie. Zie onder
download via www.obkcomp.org
andere: ‘When things start to think’ door Neil
A. Gershenfield (MIT).
pdf pagina 1 van 4 obkcompverslagthema5.pdf
39 obkcompleet themakring 5
themasessie 5:
beperkt zicht, mist en... opklaringen
Omgeven door eeuwenoude objecten
(afgietsels die aan de studentenbeeldenstorm van eind jaren 60 wisten te
ontsnappen) buigen elf gesprekspartners
zich over de toekomst. In de gipsenzaal van
de Koninklijke Academie voor Beeldende
Kunsten in Den Haag spreken zij over de op
korte termijn te verwachten vernieuwingen
in het kunstonderwijs, die mede mogelijk
worden gemaakt door ict.
Voor deze middag staan er in de plaats van
de gebruikelijke twaalf stellingen dertien op
het programma, omdat nummer elf uit twee
onderdelen bestaat. Vandaar dat de voorzitter een snelle start maakt.
stelling 1
Iedere student in het kunstonderwijs moet
een eigen computer bezitten. Bij voorkeur
een laptop. Het inrichten en naar je hand
zetten van het gereedschap is belangrijker dan
knoppentrainingen.
Studenten werken nu vaak op computers
van de academies. Deze apparaten zijn
standaard ingericht en worden periodiek
standaard opgeschoond. Het digitale
gereedschap wordt zo nooit van de student
zelf.
Een laptop daarentegen kan mee naar huis
worden genomen. Inrichting en beheer
ervan heeft de student in eigen hand.
Omdat de aanschaf van een laptop behoorlijk
wat geld kost, moet wel bekeken worden wie
het echt nodig heeft. Een grafisch ontwerper
absoluut wel, een keramist nauwelijks. Een
verplichting moet dus naar studierichting
gedifferentieerd worden. Binnen de
richtingen waar bezit van een eigen
computer noodzakelijk wordt geacht,
moet een zekere computervaardigheid
eigenlijk als toelatingseis worden gesteld.
Nu komt het te vaak voor dat zich binnen
groepen een scheuring voordoet tussen
studenten die wel en niet met een computer
(willen/kunnen/durven) werken. Verplichte
aanschaf kan financieel vanuit diverse
hoeken ondersteund worden. Er bestaan
waarschijnlijk al fondsen voor, ten behoeve
van (gedeeltelijke) subsidies. Bovendien zou
er bij de academies geld vrijkomen omdat
zij een beperkter dus minder duur computerpark hoeven aan te houden. Ook kan gedacht
worden aan speciale leningen en quantumkortingen (collectieve aanschaf).
Technisch gezien dient een dergelijke
ontwikkeling goed doordacht te worden.
Academies en studenten zouden bijvoorbeeld de beschikking moeten hebben
over voldoende capaciteit en goede
verbindingen (zoals adsl). Er wordt in dit
kader opgemerkt dat je je niet op voorhand
moet laten beperken door wat niet kan.
De ervaring leert dat het binnenkort
waarschijnlijk wél kan.
pdf pagina 2 van 4 obkcompverslagthema5.pdf
stelling 2
De scholen moeten vanaf nu geen computers
meer kopen, maar snelle infrastructuur,
massa-opslag en randapparatuur.
Op enkele academies is de beslissing hiertoe al min of meer genomen. Via een deels
publiek communicatiesysteem kunnen
docenten en studenten elkaars werk en
informatie bekijken met behulp van een
centrale opslag. De kosten voor dit laatste
element vormen niet langer een struikelblok.
De ontwikkeling als omschreven in deze
stelling dient hand in hand te gaan met de
ontwikkeling (laptop per student) uit stelling
1.
Academies die nog niet zo ver zijn, geven
aan het graag wel binnen circa drie jaar te
willen realiseren. Hoe groei je daar naar toe?
Docenten dienen een voorbeeldfunctie
te vervullen waarmee studenten gestimuleerd worden tot computergebruik.
Tegelijkertijd dient (verder) gebouwd te
worden aan capaciteit en snelheid van
de netwerken. Dat is een ontwikkeling die
nooit meer ophoudt en die als een gegeven
geaccepteerd moet worden. Je kijkt steeds
opnieuw wat mogelijk is en beslist dan om
iets wel of niet te doen, vanuit de onderwijsdoelen.
Hoort daar ook de aanschaf van dure
randapparatuur zoals jumboprinters bij?
Academies hoeven geen praktijkkwaliteit
te evenaren. Centraal staat de creatieve,
beeldende ontwikkeling van studenten.
Vraag blijft hoe je het beslis- en aankooptraject vorm geeft. Een digitaal overleg
kan een oplossing zijn. Voorafgaand aan
elke aanschaf wordt die academiebreed
besproken. Positief neveneffect: dat voorkomt doublures en eventuele miskopen,
en bundelt praktijkervaringen van alle
gebruikers (ook studenten!).
‘Samen uitzoeken’ wordt genoemd als
speciale vorm van kennisvergaring.
Docent en studenten leren samen als
groep een programma kennen, compleet
met deelrapportages over bepaalde
onderdelen. Zo kunnen docenten aan
studenten laten zien hoe zij bepaalde
problemen oplossen. Kanttekening:
dit neigt naar didactisch hobbyisme.
Pedagogische kwaliteiten van docenten
moeten hier eigenlijk wel op berekend zijn.
stelling 4
Een pak melk koop je bij de melkboer, een
interactief onderwijsprogramma maak je zelf.
Onzinnig of onvermijdelijk?
gecombineerd met stelling 5
Het ontwikkelen (en gebruiken) van interactief
lesmateriaal zou sneller verlopen als er een
sectorale uitwisseling kon plaatsvinden (‘mijn
typografiemodule voor jouw kleurensite’).
Dat kan zonder samenwerking via een onlinemarktplaats waar vraag en aanbod elkaar
ontmoeten.
onderwijsprogramma’s:
kopen of zelf ontwikkelen?
De waarheid ligt wellicht in het midden.
Sommige dingen lenen zich voor de aanschaf
van een standaard product, andere dingen
niet. Gewaakt moet worden voor het behoud
van de individuele ervaring en bevlogenheid van docenten. Die vormen één van
de attracties van het kunstonderwijs. Als
dat ondergesneeuwd raakt in het keurslijf
van programma’s, houd je een cursus over.
Onderwijsprogramma’s hebben dan ook
geen docent-vervangend karakter, maar dienen om een nieuwe balans te vinden in het
licht van de ontwikkelingen. Het is bijvoorbeeld puur praktisch wanneer studenten
de plaatjes van een beamer-presentatie, en
ander inhoudelijk lesmateriaal, nog eens
kunnen terugkijken. Dergelijke simpele
toepassingen kunnen, zeker als ze gebundeld
stelling 3
Alle huidige apparatuur zit vol met onzinnige worden, leiden tot onderwijsprogramma’s
die het karakter van een waardevolle collectie
mogelijkheden. We moeten per pakket een
krijgen. Dat kan groeien tussen docenten
basislijst van essentiële programma-opties
onderling, die hun kennis en opgaven kritisch
met elkaar afspreken en alleen die doceren.
Desnoods door alle overige menu's en knoppen bundelen en op intranet voor studenten
blijvend toegankelijk maken, en vraagt in
uit de programma's te slopen.
breder verband om samenwerking tussen
verschillende academies bij de ontwikkeling,
Deze aanpak komt de aanwezigen te
rigoureus voor. Beter lijkt het om een goede het verzamelen en delen van kennis. Behoort
een virtuele, overkoepelende academie
knoppentraining te geven waarbij precies
met een eigen organisatie misschien tot de
de juiste dingen verteld worden. ‘Dit heb je
mogelijkheden? Financiële tegenargumenten
nodig, de rest zoek je zelf maar uit.’ Deze
(geef je iets weg waarin jij als enige
aanpak zal ook de digibete studenten het
meeste aanspreken. Nieuwsgierigheid, waar geïnvesteerd hebt?) kunnen geneutraliseerd
worden door een initiatief van de HBO-raad.
nodig gestimuleerd, moet de rest doen.
Voorwaarde bij dit alles is wel dat instructeurs Mogelijk kun je het beheer van uit te wisselen
weten waar de praktijk om vraagt. Docenten lesmateriaal centraliseren en het vanuit
moeten zich er intensiever mee bemoeien en die plek tegen een licentievergoeding aan
ervoor zorgen dat ze zelf ook kennis hebben anderen beschikbaar stellen. Het schijnt dat
basisscholen al iets dergelijks hebben.
van de programma’s.
40 obkcompleet themakring 5
Succesfactor is waarschijnlijk de toewijding
van de betrokken leraren die, overtuigd van
de werking, bereid zijn er veel eigen tijd in
te steken. Dergelijke initiatieven slagen als
het vanzelf ontstaat en groeit. Het moet van
de werkvloer komen en niet van boven. Topdown werkt niet: het geringe succes van het
Digitale Atelier (Artez) wordt hierbij door een
betrokkene als voorbeeld genoemd. Mensen
die zoiets bottom-up, van werkvloer naar
werkvloer initiëren, moeten gefaciliteerd
worden. Honoreer het maken van digitaal
lesmateriaal.
stelling 7
Het toenemend gebruik van ict kan leiden
tot meer samenwerking tussen studenten
(projecten en virtual workspaces) maar
tegelijkertijd tot minder sociaal contact
(iedereen werkt thuis). Is die ontwikkeling
goed of slecht?
Als studenten elkaar niet meer ontmoeten,
kunnen ze ook niets meer van elkaar leren.
Dat zou een enorm gemis betekenen.
Wellicht dient daar een didactische
strategie tegenover te staan. Maar de
geschetste ontwikkeling word niet door de
aanwezigen onderschreven: virtueel contact
zou juist leiden tot méér fysiek contact.
stelling 6
Goede (flexibele en per instelling aanpasbare) Bovendien: het zal nooit zo zijn dat alles
digitaal gebeurt. Het verschilt per vak, en
gereedschappen voor electronische leeromgevingen kunnen we alleen maar als sector zelfs per groep. Academies kunnen er,
desgewenst, veel aan doen om studenten
gezamenlijk ontwikkelen.
tot fysieke aanwezigheid te verleiden.
De AKI in Enschede slaagt daar in met een
Er wordt geopperd dat dit eens te meer
openstelling van 24 uur per dag en met
duidelijk maakt dat het kunstonderwijs
comfortabele breedbandverbindingen.
niet thuishoort binnen het HBO, maar
Een situatie die dan in zicht komt, is dat
binnen het universitair onderwijs.
alle studenten op school zijn, maar de
Daar bestaan betere mogelijkheden tot
docenten niet. Die verlenen ondersteuning
het verrichten van het voor de stelling
op afstand per e-mail. Antwoorden op
benodigde onderzoek. Het opzetten van
vragen en oplossingen voor problemen
lectoraten binnen HBO’s is wat dat betreft
kunnen dan met dezelfde druk op de knop
wel een stap in de goede richting. Probleem
naar alle studenten tegelijk verzonden
blijft dat HBO-directies aan bepaalde doelstellingen moeten voldoen. Onderzoek speelt worden, zodat iedereen met elkaar
meeleert.
daarbinnen nauwelijks een rol.
Toch gebeurt er het een en ander. Diverse
academies ontwikkelen een intranet.
Dat biedt onder meer ruimte aan digitale
stelling 8
portfolio’s van studenten (presentatie,
De WRR onderkent drie niveaus van it in de
documentatie, archivering) en meer
beroepspraktijk: ondersteunend, beheersend
praktische zaken als (wijzigingen in)
en innoverend. De eerste en de laatste krijgen
lesroosters. Waarschijnlijk hebben academies wel aandacht maar de (proces-)beheersing
elkaar nodig bij het vinden van de beste
komt er in de beeldende praktijk mager van af.
oplossing. Toch is het goed dat ieder het
Daardoor levert it veel saai repeterend werk,
eerst voor zich probeert. Met vallen en
met muisarmeffecten en zo. Dat moet anders!
opstaan leer je zo wat je precies wilt, en wat
in de praktijk wel en niet werkt. Het kost veel Is het nodig om betere gereedschappen te
tijd, maar overleg met andere academies zou ontwerpen? Erik van Blokland programmeert
ook tijd kosten.
zelf en schrijft dus zijn eigen software. ‘Als
Toch is uitwisseling van ervaringen en
je een idee hebt dat over de grenzen van de
kennis een goede zaak. Tot grote tevreden- techniek heen gaat, doe je dan een concessie
aan de beperkingen van de techniek? Of schrijf
heid van de aanwezigen worden direct
je dan zelf software die wel recht aan het idee
spijkers met koppen geslagen: er wordt
doet? Zo los ik mijn eigen problemen op, zoals
binnenkort een aparte bijeenkomst belegd
het opheffen van dubbele handelingen. Ik
waarbij alle academies een uur lang hun
eigen site aan elkaar presenteren. Studenten pas het gereedschap dus aan mijn specifieke
wensen aan en zodanig dat het geschikt is
mogen daar, als de ‘users’, uiteraard niet
voor hergebruik. Daarmee verminder ik de
ontbreken!
hoeveelheid repeterend werk en verhoog
En wellicht is een dergelijke ervaringstegelijkertijd de kwaliteit van het ontwerp.’
uitwisseling voor regelmatige herhaling
vatbaar?
Bas Leurs heeft iets soortgelijks gedaan door
voor zichzelf een projectadministratiesysteem te ontwikkelen.
pdf pagina 3 van 4 obkcompverslagthema5.pdf
Moet programmeren dus in het curriculum
worden opgenomen? De meningen zijn er
sterk over verdeeld. Iedereen vindt wel dat er
sprake moet zijn van een zekere basiskennis.
Maar waar enkelen pleiten voor zelf kunnen
programmeren als een manier om je beroep
te ontdoen van enkele zeer vervelende
aspecten, noemen anderen het ronduit
onzin.
stelling 9
The digital revolution so far has been for the
computers, not for the people. Still most
computers are nearly blind, deaf and dumb.
These inert machines channel the richness of
human communication through a keyboard
and a mouse. What happens when the digital
world merges with the physical world? (‘When
things start to think’- Neil A. Gershenfeld
(MIT), 1999).
Is het prettig als de kassa van de supermarkt
mij herkent en uit mijn koopgedrag concludeert mij eraan te moeten herinneren dat ik
vandaag geen sherry heb gekocht? Kopen we
straks geen treinkaartjes meer maar lopen wij
met een chip op zak die registreert hoeveel
we reizen op grond waarvan we elke maand
een rekening thuis krijgen? Betekent dit
soort ontwikkelingen dat er minder werk voor
ontwerpers zal zijn?
Er wordt nuchter geconstateerd dat die
laatste bewering ook opgeld deed toen
de eerste computers hun intrede deden.
Ondertussen heeft iedereen nog steeds
werk. Na het uitwisselen van enkele gemeenplaatsen (‘de computer bespaart ons tijd’
versus ‘de computer zet ons onder druk
omdat het niet meer geaccepteerd wordt dat
iets tijd kost’) wordt plenair geconcludeerd
dat over deze stelling weinig zinnigs te
zeggen valt.
stelling 10
Academies maken nauwelijks ‘echt’ gebruik
van de mogelijkheden van het web. Niet voor
promotie van studentenwerk, examenwerk of
projecten, niet voor communicatie met
oud-studenten, niet voor samenwerking met
collega-instellingen of bedrijven.
Alles wat academies op beeldschermen doen
ruikt naar drukinkt.
Terwijl simpele it-toepassingen toch zoveel
zouden kunnen opleveren. Wat te denken
van een examensite waarop alle eindexamenwerkstukken te zien zijn? Een
(beperkte) gedrukte catalogus kan daar dan
naar verwijzen. Een website kan extern
(publicitair) van nut zijn zowel als intern
(digitale portfolio’s en dergelijke).
41 obkcompleet themakring 5
Directies lijken vaak te weinig inzicht in de
materie te hebben om de juiste beslissingen
te nemen. Strategische keuzes over de
beste middelen worden niet genomen.
Academies lijken een drift te koesteren om
alles op papier te drukken. Maar scholieren
zijn online. Je hoeft ze echt geen promotieboekje meer te sturen, de website moet
het werk doen. Een deel van het publiciteitsbudget zou dus best anders besteed mogen
worden, ten voordele van digitalisering
– het ontbreekt nu op dat gebied vaak aan
middelen. Bij pogingen tot relocatie van
gelden moet er wel voor gewaakt worden dat
de budgetten niet geheel verdwijnen!
module, afstudeerproject en projectonderwijs
Op diverse academies krijgen studenten al
de ruimte om een eigen studietraject in te
richten: een daaraan gekoppeld afstudeerproject staat er borg voor dat in de afzonderlijke, gekozen modules toch een lijn zit.
Dit is de beweging van docent-georiënteerd
naar project-georiënteerd onderwijs. Het
zou, in combinatie met ict, kunnen leiden
tot minder contact-uren tussen student en
docent. Goed projectonderwijs is echter
geen bezuiniging, maar een kwaliteitsverbeterende onderwijsvernieuwing: waar
het goed draait, levert het een verhoogd
rendement op. Eén projectweek kan leiden
tot hetzelfde resultaat als zes weken gewoon
Opmerkelijk: de gemeente Enschedé subsi- onderwijs. Wát het precies oplevert, moet bij
dieert niets meer waar drukwerk aan te pas
projectonderwijs altijd een centraal punt van
komt. Men steunt liever kunstenaars dan
aandacht zijn.
drukkers.
Gewezen wordt op de vele verschillende
wijzen waarop project-georiënteerd
onderwijs kan worden ingericht, met grote
verschillen in begeleidingsefficiëntie en ook
stelling 11
beoordeelbaarheid; teamverbanden van
Traditie en vernieuwing.
studenten zowel als docenten kunnen evena Bibliotheken/mediatheken van academies
goed stimulerend als stremmend werken.
moeten heel andere functies krijgen. Niet
Groepsresultaten verhogen vaak wel de
meer primair gericht op collectievorming en
uitlenen, maar op ondersteunen van (het leren verbale vaardigheid, maar geven zelden
inzicht in de beeldende bijdrage van iedere
van) informatieverzamelen, selecteren en
student – en voor zes begeleiders tegelijk
ordenen.
geldt iets dergelijks. Opties:
b Academies zijn organisatorisch nog erg
traditioneel ingericht; vakgroepen, werkplaatsen, een bibliotheek en een theoriestaf.
student en project
Dat moet heel anders en ict maakt dat moge- a
lijk. Individuele leerroutes, projectonderwijs,
individueel onderzoek, individueel resultaat
etcetera komen alleen van de grond als we de
(individueel thema)
organisatie omgooien. Maar hoe?
b
individueel onderzoek, als deel van groepsAl snel richt de discussie rond deze stelling
resultaat (overkoepelend thema)
zich op het module-onderwijs. Studenten
c
shoppen rond op academies, ook over de
groepsgewijs onderzoek, individueel resulgrenzen. Ze halen hier eens een vak en dan
taat (gemeenschappelijke grondstof, eigen
daar een vak. Dit wordt algemeen gezien
interpretatie)
als een groot gevaar. Het vergroot de
d
concurrentie tussen academies en leidt tot
groepsgewijs onderzoek, groepsresultaat
oneigenlijke situaties. Misschien is het onder (gemeenschappelijke grondstof, gezamenlijk
begeleiding van een studiecoördinator wel
onderzoek en product)
mogelijk. Het gevaar dat studenten op hol
e
slaan wordt niet door iedereen even groot
individuele presentatie, groepspresentatie
geacht. Je mag er toch van uitgaan dat ze echt
iets willen leren.
docent en project
f
individuele begeleiding individueel project
g
docententeam begeleidt individueel project
h
overkoepelend thema voor individuele
projecten
i
gemeenschappelijk thema voor groepsproject
j
bepaal de omvang en duur onderzoeksfase,
conceptfase en uitwerking (bepaal de afzonderlijke studiepunten)
j
presentatie aan groep, vakrichting of extern
publiek als onderdeel van het project
pdf pagina 4 van 4 obkcompverslagthema5.pdf
stelling 12
Als de bandbreedte vergroot wordt en de
technologie verbetert, dan kunnen Internetauteurs het gevecht met de Disneys van deze
wereld met gemak aan – er kan bijvoorbeeld
een markt gecreëerd worden die wagenwijd
openstaat voor goedkope distributie van
video’s. (Andrew Shapiro, ‘Harvard Law
School’, 1998).
Nee. Disney distribueert via vele kanalen,
van kindertijdschriften en dvd’s tot en
met complete pretparken. Daar zal een
enkele website van een onafhankelijke
auteur nooit tegenop kunnen. Wel zullen
het massakanaal en het alternatieve kanaal
naast elkaar bestaan. Maar dat is nu ook
al zo. Het verschil is dat de ‘kleintjes’ via
internet makkelijker een groter en grensoverschrijdend bereik hebben. Johan
Visser verwijst naar zijn eigen platenlabel
‘idiot records’ dat volledig op online verkoop
draait. De ‘groten’ hebben daar echter geen
last van.
mm/rh/jvt
42 obkcompleet samenvatting van de themakringverslagen
samenvatting van de themakringverslagen – met aanvullingen vanuit
andere projectonderdelen zoals de
expertmeetings
bewerking en aanvulling van discussieverslagen door Rens Holslag,
Bas Leurs, Henk Haest en Jaap van Triest
[obkcompleet / pagina 42 tot en met 53]
is digitaal beschikbaar via
obkcompact.pdf
download via www.obkcomp.org
1. inleiding
Uit het kennisnetwerk obkcomp zijn vijf discussiegroepen
samengesteld van gemiddeld 10 deelnemers. Bij de
samenstelling van de groepen is naast specialismen en
themakennis van de netwerkdeelnemers gekeken naar
– min of meer – gelijkwaardige deelname uit alle instellingen. Praktisch bezien om de matchingproblematiek
eerlijk te verdelen, maar ook om de betrokkenheid van
de totale sector te maximeren en om de implementatie
van conclusies en aanbevelingen achteraf te bevorderen.
Bijkomend voordeel blijkt de versterking van het netwerk
door enthousiasmerende ontmoetingen en inspirererende
discussies.
De discussiemiddagen werden gehouden aan de hand van
thema’s en stellingen. De hoofdindeling is; de mens, de
school, het leren, het beroep en de toekomst. Binnen ieder
thema is een verfijning aangebracht door het formuleren
van 12 discussiestellingen. De stellingen werden in
blokken van 15 minuten bediscussieerd. De volledige
discussieverslagen zijn gepubliceerd op de projectwebsite
(www.obkcomp.org). Daarbij is een journalistieke
bewerking uitgevoerd om van een genotuleerd transcript
te komen tot een voor buitenstaanders leesbaar verhaal.
Het kennisnetwerk heeft de gelegenheid gehad om te
reageren in de vorm van aanvullingen of commentaar op
die teksten. De teksten zelf zijn het volledige eindresultaat
en vormen de gezamenlijke rapportage van het ‘werkveld’
aan het overleg van academiedirecteuren (obk).
In de voorliggende schriftelijke eindpublicatie is een
samenvatting van de discussieresultaten opgenomen. Er
zijn daarnaast ook nuttige aanvullingen op die discussie
opgenomen. En soms leidde bijvoorbeeld de tegenstelling
tussen de discussie in twee verschillende themakringen
tot nieuwe vragen of inzichten. Dus dit is niet alleen een
afsluitende samenvatting maar ook ‘work in progress’.
De verwijzingen naar de bron van een uitspraak ‘zie
volledige tekst thema x’ zijn vaak niet als bewijsvoering
in deze tekst ingezet, maar als een link naar het volledige themadocument met uitgebreidere informatie
over betreffende uitspraak. Uit oogpunt van leesbaarheid is niet gekozen om iedere zin te labelen met een
bronvermelding. Alle gebruikte bronnen staan immers op
de website van obkcomp.
Dit is een werktekst en geen ‘pasklare oplossingen’ tekst.
Iedere academie is anders en iedere afstudeerrichting
ook. Daarom navolgend weinig direct bruikbare adviezen,
maar wel veel stof met vragen en opmerkingen om aanzet
te geven tot (door)ontwikkeling van een eigen instellingsbreed gedragen aanpak.
We zitten in een periode van voortgaande processen
en niet van eindigende processen. De vele vragen in dit
verslag zijn uitnodigingen tot meedenken over navolgende
stappen. Dit verslag is een momentopname. Na de flits van
het moment beweegt alles weer.
Voorbeelden uit de grafische praktijk dient men als
exemplarisch te lezen. Gelijksoortige cases zouden ook uit
andere beroepen te melden zijn.
pdf pagina 1 van 12 obkcompact.pdf
43 obkcompleet samenvatting van de themakringverslagen
2. beroepspraktijk
2.1 het universele ambacht
Hoeveel ambachten kan een mens aan? Wat zijn de
eisen waaraan de hedendaagse toegepaste of autonome
kunstenaar moet voldoen? Kan een schilder ook beeldhouwen en kan een grafisch ontwerper mode maken? De
computer is een universeel programmeerbaar gereedschap
en dat gereedschap kan dus per definitie ieder beroep
ondersteunen. Dat blijkt ook in de praktijk van de kunst.
Er is voor ieder beroep en voor iedere deeltaak inmiddels
wel een applicatie beschikbaar. Maar kan één mens al die
beroepen aan? Is hij of zij de homo universalis van de 21e
eeuw, waarbij de computer het universele gereedschap
is? En wat te doen met al die nieuwe ambachten die zijn
ontstaan doordat de computer naast gereedschap ook
medium is? Doet de grafisch ontwerper het web ‘er even
bij’? Of zijn daar toch weer specialisten voor nodig?
Door de toenemende complexiteit in praktijk van
toegepaste en autonome kunstenaar lijken vakgebieden
zich steeds meer te differentiëren en te verdiepen.
Waarbij naast differentiatie ook steeds meer overlap met
aangrenzende beroepen ontstaat. De ruimtelijk ontwerper
verdiept zich in ruimtelijke communicatie en wordt zo
collega van de grafisch ontwerper die dezelfde opdrachten
tentoonstellingsontwerpen noemt. De computer is
niet de oorzaak van deze vermenging maar heeft wel de
openingen gecreëerd die ervoor nodig waren door de
toegankelijkheid van gereedschappen en vakkennis. Maar
is (bijvoorbeeld) een ruimtelijk ontwerper wel voldoende
opgeleid om een tentoonstellingstekst optimaal leesbaar
te maken? Wordt gereedschapsbeheersing en elementaire
vakkennis niet verward met vakbeheersing?
2.2 traditie en vakkennis
Ieder vakgebied heeft een traditie. Goed navolgen daarvan
levert voldoende kwaliteit, maar meestal geen spanning
en zeker geen vernieuwing. Doorbreken van een traditie
is lastiger omdat je daarvoor een nieuwe ‘regelgeving’ van
je ontwerp moet ontwikkelen die minstens zo goed is als
de oude. In het ambachtvervagende tijdperk waar we nu
in verkeren is vaak geen sprake van traditiedoorbreken
maar van ‘traditie-niet-kennen’. En dat levert vaak
geen vernieuwende kwaliteit op. Het gereedschap is
niet schuldig aan zulk profmateurisme maar wel de
gelegenheidgever.
Het verwijderen van barrières tussen vakgebieden is dus
eigenlijk helemaal niet goed? De universele ontwerpcomputer is wellicht geen zegen maar een straf? Het
apparaat zou leiden tot oppervlakkigheid in het ontwerpen, tot toepassen van kunstjes en de machine zou de
mens overheersen waardoor oplossingen meer technisch
dan conceptueel worden. Er wordt zelfs gewaarschuwd
(zie volledige tekst thema 1) voor hobbyisme; de gedemocratiseerde publieksgereedschappen als homevideo
worden niet automatisch professioneel als een kunstenaar
uit een ‘niet-video’-vak ermee gaat werken. Net als dat
een gebruiker van een tekstverwerkingsprogramma nog
niet automatisch Hugo Claus of W.F. Hermans is. De
softwareverkoper wekt wel graag die suggestie en de
gebruiker gaat er gretig op in door alle potloden in een
keer uit de digitale kleurdoos te trekken.
pdf pagina 2 van 12 obkcompact.pdf
Universele computers zijn dus, vanuit één individu bezien,
wellicht niet zo bruikbaar als gesuggereerd wordt? Die
vraag kun je in principe (op dit moment) met ja beantwoorden maar er zijn verzachtende omstandigheden.
Ten eerste bestaat bij veel mensen de natuurlijke
beperking om uit het enorme scala van programma’s
een keuze te maken. Ieder beroep heeft wel een of
twee kernprogramma’s (onder andere Photoshop voor
fotografen, QuarkXPress voor grafisch ontwerpers). Het
bedienen van zo’n programma is tot op zeker niveau
vanzelfsprekend voor iedere vakgenoot en daarbovenop
gaat eenieder naar eigen inzicht verder met het leren/
gebruiken van functies. De meningen over zulke extra’s
zijn uiteenlopend. Denk aan de filters van Photoshop.
Ten tweede heeft de computer veel mogelijk gemaakt
waar voorheen niet over gedroomd kon worden. Er wordt
door kritische beschouwers van digitale vernieuwing
vaak gewezen op de clichés van de moderne beeldtaal;
onder andere schaduwletters, pixelbeelden, golvende
architectuur, etc. Wat men als tegenwicht te weinig maakt
is een vergelijkende analyse van producten uit het precomputertijdperk met de huidige producten. De vooruitgang is in alle beroepen zichtbaar. Een goed voorbeeld is
de typografie; in de jaren ’70 was lay-out voornamelijk een
spel van wit en zwart; eenvormige kolommen metselen
met spaarzaam beeld als verstrooiing. Inmiddels hebben
boeken en tijdschriften de mogelijkheid om met veel
nuancering en gelaagdheden in tekst en beeld te werken.
Die variatiemogelijkheden brengen helaas met zich mee
dat het ook vaker mis kan gaan maar dat is geen argument
om de vooruitgang af te wijzen. Het geeft wel aan dat het
beroepsonderwijs een complexere taak heeft.
Bovendien moeten we in de relatie tussen het individu
en zijn computergereedschap ook naar de toekomst
kijken. Veel werk lijkt versneld door digitale inzet, maar
de moderne schermslaaf zit vaak nachtenlang aan details
te sleutelen. Goede automatisering betekent – zo stelde
een themakringdeelnemer – dat je ieder probleem slechts
één maal oplost (zie volledige tekst thema 5). Door een
computerprogramma te schrijven. Herhaling van arbeid
is uit–den–boze. Zover zijn de meeste van ons nog niet
maar het schept een perspectief waar de computer wel in
mag blijven? En we mogen ook de ogen niet sluiten voor de
nieuwe werelden die de computer geopend heeft.
E-mail en internet zijn al als vanzelfsprekend verweven
in ons bestaan, maar toch pas tien jaar gemeengoed.
Interactieve apparaten omringen ons; brievenwegers,
mobiele telefoons, videorecorders, dashboardcomputers,
.... Het telefoonboek is bijna overbodig en de e-ink
komt eraan. Ontwerpers en kunstenaars hebben een
verantwoordelijkheid om die toekomst vorm te geven en
bruikbaar te maken voor een breed publiek.
2.3 ambacht of regisseren?
Veel ambachtelijk werk is door de computer op de tafel
van de ontwerper geschoven. Er is een constante slingerbeweging in de scheppende beroepen tussen ambachtslieden en regisseurs. De oudste academische traditie was
‘leren door doen’. De eerste typografen waren zetters die
zelf aan de letterbak met loodzetsel experimenteerden.
Via een lange weg was het in 1980 zover dat de ontwerper/
typograaf alleen nog maar opdrachten gaf aan zetters,
lithografen en drukkers. Met de introductie van paginaopmaakprogramma’s begin jaren 90 doet de ontwerper
weer bijna alles zelf. De fotograaf is zijn lithograaf kwijt
geraakt en de regisseur zijn video-editor. Maar hoe lang
blijft die ongedeelde arbeid nog gehandhaafd?
44 obkcompleet samenvatting van de themakringverslagen
De slinger beweegt alweer de andere kant op zo lijkt het.
Ten eerste is het verbeteren van communicatiefaciliteiten
de eerste prioriteit in bijna alle huidige software-ontwikkeling. Door beter te communiceren kunnen we ook beter
samenwerken en dus meer uitbesteden, dat leidt tot
specialisatie! Er zijn al academies die met operators
werken, die zorg dragen voor de gespecialiseerde uitvoering van ontwerpschetsen. Het is wel belangrijk om
het moment van uitbesteden goed te kiezen; de student
moet de samenwerking als volwaardig gesprekspartner
aankunnen.
Daarnaast mag je eveneens verwachten dat de computer
expertkennis (kunstmatige intelligentie) krijgt. Dat zou
kunnen betekenen dat het gereedschap de ontwerper
door het proces heen leidt en alleen op de beslismomenten
om een ingreep vraagt. Aldus wordt je de regisseur van je
ontwerpende expertcomputer. Omdat het op afzienbare
termijn kan en omdat het ontwerptijd bespaart zal het er
zeker komen, maar of het tot bezielde ontwerpen gaat
leiden moet nog bezien worden. Er zal desondanks een
flinke hoeveelheid drukwerk zijn (denk onder andere aan
productcatalogi) waarvoor deze aanpak geschikt is.
In een volgende Flashversie vind je zulke ‘onmogelijkheden’ vaak alweer ondergebracht in de simpele gebruiksomgeving en voorgedefinieerde functies, zodat de kennis
van programmeren voor die voormalig grensverleggende
ontwerpoplossingen alweer overbodig is. De voorhoede is
dan alweer wat stappen verder en ontkomt daardoor niet
aan expertkennis. Er zal voorlopig geen einde komen aan
dit haasje-over spel, zo lijkt het.
2.5 meer en sneller
In de praktijk is de computer vaak een efficiencygereedschap. De kosten per opdracht moeten omlaag en de
doorlooptijd moet korter. Een deel van die besparingen
is vanzelfsprekend te verklaren uit (proces)tijdwinst.
Maar voor een deel is er ook bij alle deelnemende partijen
verwarring doordat de traditionele balans verstoord is.
Het is niet meer duidelijk wat de relatie tussen kosten en
kwaliteit is. Technische en inhoudelijke kwaliteit worden
slecht onderscheiden. Alles wordt ogenschijnlijk perfect
door computergebruik en iedereen lijkt plotseling te
kunnen ontwerpen. De opdrachtgever weet dat het werk
– technisch bezien – morgen klaar kan zijn, dus blijft hij/zij
tot de dag voor de deadline twijfelen over een komma. De
De hoeveelheid werk kan dus naar verwachting afnemen
ontwerper wordt daardoor meegesleurd in een tempo dat
of van de ontwerper verschuiven naar derden. De ontwerp- niet past bij een zorgvuldig ontwerpproces.
methode dient wel aan de vernieuwing aangepast te
Het is belangrijk om een esthetisch en kwalitatief oordeelworden; er is nu nog een generatie ontwerpers die het
vermogen te ontwikkelen bij toekomstige beroepsscheppingsproces vrij intuïtief doorloopt. Begin met
beoefenaren. De student moet zich niet laten verleiden
een wit scherm en laat je ogen en je muishand bepalen
tot toepassen van eenvoudige computertrucjes. En ook
in welke richting het ontwerp zich beweegt. Deze werkmoet hij leren zich niet te lenen voor opdrachten waar
methode brengt beperkingen met zich mee. Zulke ontonvoldoende gelegenheid is voor conceptontwikkeling
werpers doen veel onnodig werk omdat zij hun werkstuk
en inhoudelijke verdieping. Tenslotte zou er in de
niet gestructureerd opbouwen. Praktisch vertaald
opleiding een reële discussie mogen plaatsvinden over de
voor Photoshop-gebruikers zou je zeggen; ze negeren
verhouding tussen klant en ontwerper. De computer heeft
de batchfuncties, of bij QuarkXPress; ze benutten de
geen centrale rol in die discussie maar is wel de motor
typogrammen niet. In de toekomstige praktijk wordt
geweest voor grote veranderingen die tot nu toe voor de
zo’n werkhouding onhoudbaar. Maar je wil ook niet van
ontwerper meer narigheid dan geluk hebben gebracht, zo
iedere academiestudent een plannende ingenieur maken. leek het op sommige momenten in de themadiscussies.
Aandacht voor ontwerpmethodieken is daarom vereist.
2.6 definiëren gebruiksniveau
2.4 programmeren leren?
Er zijn themakringdeelnemers die verwachten dat een
ontwerper in de toekomst niet zonder programmeerkennis kan werken (zie volledige tekst thema 5). De
producten en informatievraagstukken zouden zo complex
en multimediaal worden en de gewenste vrijheden van
de opdrachtgever zo groot dat een statisch geformuleerd
ontwerp niet voldoet. De ontwerper van de toekomst zou
spelregels formuleren die de computer automatisch omzet
in producten en de ontwerper kiest uit het brede aanbod
van oplossingsvarianten de meest geschikte. De huidige
computergereedschappen staan verwezenlijking van dit
toekomstbeeld nog niet volledig toe. Het is wel mogelijk
om webpagina’s automatisch uit databases te genereren
maar de kwaliteit is dan vaak middelmatig. Je accepteert
dan middelmaat in ruil voor snelheid en efficiency.
Drukwerk kun je zo niet maken omdat je daar hogere eisen
aan stelt.
De vraag of programmeerles wel of niet op kunstacademies
thuis hoort roept verdeelde reacties op in themakringen
4 en 5. Filosofisch bezien is alle computerarbeid
programmeren. Programma’s als Photoshop zijn alleen
maar een gebruikersvriendelijke laag tussen ons en de
voor ons onleesbare printerbesturing die ons ontwerp
op papier afdrukt. Sommige studenten, die binnen de
grenzen van een relatief simpel te bedienen programma
als Flash hun idee niet kunnen uitwerken, grijpen naar
ActionScript en gaan zelf programmeren.
pdf pagina 3 van 12 obkcompact.pdf
Er is vaak discussie over de mate van beheersing van
gereedschappen. Vakgebieden ontstonden vaak in het
verleden door de introductie van een nieuw gereedschap,
bijvoorbeeld de foto- en filmcamera. Al snel wordt
door degenen die zo’n gereedschap kunnen bedienen
de beroepsdefinitie afgebakend. Al deze exploratieve
gebruikers zijn daarom verworden tot expert-users. Een
meubelmaker was van origine ook iemand met een beitel
en een zaag. Gaandeweg is die meubelmaker heel veel
(elektrische) gereedschappen erbij gaan gebruiken. En
de materiaalkeuze begon uiteen te lopen van hout naar
gebogen hout, naar metaal, naar kunststof. De meubelmaker werd toen meubelontwerper en kreeg uitvoerende
assistenten in hout en metaalwerkplaats. De inkoop
van halffabrikaten kwam op gang; armleuningen, vloerdoppen, stoffen, etc. Het is een onmogelijke taak om al
die apparaten en materialen uitputtend te kennen. Het
is wel mogelijk om inzicht te verwerven; beoordelingsvermogen of iets geschikt is om bij te dragen aan de
uitwerking van je concept of zelf bestaande ingrediënten
tot nieuwe combinaties brengen. In dit – met opzet
– materieel geschetste voorbeeld zal iedereen het erover
eens zijn dat kennis van en ervaring met materialen en
bewerkingstechnieken beperkt mogen zijn.
45 obkcompleet samenvatting van de themakringverslagen
Vertaald naar computerprogramma’s is de situatie
volkomen identiek. Er zijn te veel programma’s en ieder
programma heeft veel meer mogelijkheden dan je zou
willen kennen. Je kunt wel stellen dat een ondergrens van
kennis over en werken met een aantal programma’s per
vakgebied is aan te geven. Daarnaast moet goed duidelijk
worden wat de realisatiemogelijkheden in de productiefase zijn en hoe je over die mogelijkheden communiceert
met externe partijen. De computer dient een volwaardige
plaats te krijgen in zulke gereedschapsdiscussies.
Complicerende factor is dat het gereedschap zich
kameleontisch gedraagt. Ieder jaar komen er nieuwe
versies van programma’s met nieuwe mogelijkheden.
Programma’s die eerst op drukwerk waren toegesneden
blijken plotseling allemaal webfuncties te bevatten. En
2D-tekenen kan opeens een dimensie erbij krijgen zonder
de vraag of de gemiddelde gebruiker erop zit te wachten.
En al is de verandering in de praktijk niet meer zo stormachtig als kort na de introductie van computers, er blijven
in hoog tempo vernieuwingen komen in alle vakgebieden.
Op dit moment vaak gekoppeld aan webtechieken; arbeid
delen, communiceren, integratie van tekst, beeld en
geluid, etc. De ontwikkeling is nog niet uitgekristalliseerd.
Wat leer je je studenten als de realiteit continu verandert?
Dus je bent niet zo snel klaar als met de discussie over een
les in zagen. Het onderwijs kan zich daarbij niet spiegelen
aan de dagelijkse praktijk omdat zij per definitie opleidt
voor de praktijk van de toekomst en in vier jaar kan er veel
veranderen.
3. student en computer
3.1 vakkennis
De techniek heeft het zicht op de traditionele vakkennis
tijdelijk versluierd. Door het wegvallen van oude
beperkingen werd het moeilijk te definiëren wat goed
werk was. Dat trad in alle vakken op. Als voorbeeld het
corps (typografisch begrip). Dat is (al voor de computer)
zijn loden basis kwijt geraakt en bovendien werd de
toepassing door de computer zo verruimd dat er nu
eigenlijk geen houvast meer is (bijvoorbeeld een corps kan
nu ook 9,67 pt zijn). In de traditionele beperkingen zat
een gedeelde verantwoording en vakmanschap besloten.
De letterontwerper had de ruimte rondom de letter zo
gepland dat die klopte en de ontwerper kreeg door de
keuze van een corps (uit een beperkt aanbod 8, 9, 10,
...) automatisch kwaliteit in letterspatie en interlinie.
Tegenwoordig is alles vrij instelbaar en de gebruikers
van die ‘onbegrensde mogelijkheden’ hebben vaak ook
nog weinig kennis van de traditionele beperkingen. Het
opheffen van die beperkingen is uiteraard een voordeel,
maar het vereist een groter vakmanschap van de
ontwerper om uit de eindeloze reeks varianten de juiste te
kiezen. Iedere specialist kan soortgelijke exemplarische
voorbeelden uit zijn of haar vakgebied aanhalen. Dit werpt
voor het onderwijs de vraag op; hoe wordt de traditionele
vakkennis met betrekking tot het gebruik van digitale
gereedschappen gedoceerd?
3.1.1 Instrumentele vaardigheden versus vakkennis
Belangrijk is om niet alleen de instrumentele vaardigheden
te leren maar ook het vakmatig inzicht. Het gaat daarbij
om de traditionele vakbegrippen (onder andere densiteit,
kleurcorrectie, corps, beeldovergang). Maar ook de
nieuwe ict-gebonden begrippen (onder andere pixel, rgb,
resolutie) moeten betekenis krijgen. Het zijn nu nog vaak
‘voorschriften zonder inhoud’ (maak het maar cmyk!).
De student moet niet alleen het knopje kennen, maar
toepassingsgerichte inzichten hebben. Bijvoorbeeld welk
corps past bij welk medium en hoe beïnvloedt regellengte
het regeltransport?
3.2 oordeelsvermogen
De computer is een kunstjesmachine en de student
doorziet dat onvoldoende. Zo blijkt soms uit de themakringdiscussies. De opleiding moet ten eerste gericht zijn
op esthetisch en ethisch oordeelsvermogen zo stelt menig
discussiedeelnemer. De keuze voor kwasten, potloden
of computers doet dan niet ter zake. Moet je studenten
dan nog wel leren om een computer te bedienen;
lessen potlood worden immers ook niet gegeven meldt
iemand tijdens de eerste themamiddag. Daar blijkt op
verschillende academies verschillend over gedacht te
worden. Er bestaan wel degelijk lessen ‘potlood’; met
name om de motoriek van de hand te trainen en lessen
‘computer’ lijken ook niet overbodig. De kern van de
opleiding zou echter uit het aanleren van een oordeel over
inhoud en vorm moeten bestaan zo wordt meermalen
aangegeven in verschillende themakringdiscussies. De
ict staat daar los van en het opheffen van barrières tussen
de vakken ook. Het zou wel kunnen dat de toegenomen
plaats van techniek in het curriculum het centrum van de
aandacht (te veel??) heeft verlegd.
pdf pagina 4 van 12 obkcompact.pdf
46 obkcompleet samenvatting van de themakringverslagen
In de discussies over concept en esthetiek treedt ook
een zekere wrevel op. Het is erg well-to-do om over
verheven idealen te spreken maar hoe maak je die
praktisch toepasbaar in de lessituatie? Esthetiek is toch
al een containerbegrip waar iedereen een eigen invulling
aan geeft en conceptontwikkeling – zo blijkt in Google
– is het eigendom van de reclamemaker en de marketeer
geworden. De computerkunstjes waar (vaak terecht) op
neergekeken wordt kunnen in kunstenaarshanden weer
tot interessante resultaten leiden en de aandacht voor
de techniek – nu soms als overmatig beschouwd – werd
in voorbije periodes ook wel eens als vertrekpunt voor
het proces gekozen. Denk onder andere aan de golf van
meubelontwerpen in gebogen buis toen de techniek daar
de mogelijkheid toe opende.
3.2.1 denken over vorm
De tegenstelling die in de themakringdiscussies soms
gesuggereerd lijkt te worden tussen ict en esthetisch
oordeelsvermogen is niet terecht. De bestaande
esthetische principes verhouden zich vaak prima tot
ict. Bijvoorbeeld de Bauhaus-ideeën uiteengezet door
Kandinsky in ‘Punkt und Linie zu Fläche’ sluiten goed aan
bij de methode (en mogelijkheden) van beeldvorming uit
pixels. Daarnaast is het natuurlijk ook een vereiste om te
zoeken naar een nieuwe esthetiek die recht doet aan de
mogelijkheden die een nieuw gereedschap creëert. Een
herwaardering van de vormstudie in het lesprogramma
van het kunstonderwijs past wel in dit streven. Dat wil
overigens niet zeggen dat we pleiten voor een herintroductie van het Bauhausmodel.
3.3 scheppen of kopiëren?
De computer dwingt ons aldus om ontwerpen niet als een
strikt lineair maar als een cyclisch proces te beschouwen
dat door opeenvolgende herhalingen van (steeds
gedetailleerder) handelingen itereert naar één oplossing.
Het is belangrijk om onderweg in dat proces te leren om
op het juiste moment te stoppen met de verfijning van een
concept want als de student te ver gaat in de uitwerking
van een onvoldragen idee dan is de weg terug soms niet
meer haalbaar in de tijd. Hier ligt wederom een taak voor
de docent.
Er werd ook door een themakringdeelnemer opgemerkt
dat goede maar ‘onhandig uitgewerkte’ ideeën van
studenten wel eens sneuvelen in het geweld van gelikte
computerprints van klasgenoten. Dit zou natuurlijk een
alerte docent niet mogen overkomen maar het kan geen
kwaad om het risico hier nog eens te melden.
Er komt geen eensluidend antwoord op de vraag of het
concept helder moet zijn voordat de computer aangaat of
dat je ook vrij mag experimenteren op het apparaat. Het
lijkt afhankelijk van de student. Die moet de mogelijkheid
krijgen om zelf een geschikte werkwijze te ontwikkelen, zo
stelt men (zie volledige tekst thema 4).
3.5 technische kennis en uitvoering
De grens tussen bedenken en uitvoeren is vervaagd. Vóór
het computertijdperk had je specialisten die een dia
konden retoucheren, of een film konden monteren. Dat
was vaak onflexibel en duur. Je moest precies omschrijven
wat je wilde en om vijf uur gingen ze naar huis. Nu doe
je veel voorwerk zelf maar er kan wel veel meer mis
gaan. Het kan zijn dat je niet de goede specificaties hebt
gebruikt voor de jumboprinter waar je foto op afgedrukt
gaat worden. Of erger nog; dat je wel precies wist hoe
je het bestand moest aanleveren, maar dat het door
een onkundige printeroperator alsnog verpest wordt. In
beide gevallen wordt de verantwoording bijna altijd bij de
beeldmaker gelegd. De echte specialisten bestaan echter
nog steeds. Je moet als ontwerper weloverwogen kiezen
hoeveel je zelf wil doen en wat je wil uitbesteden (zie
volledige tekst thema 4).
De computer is niet alleen een prima kopieermachine,
maar geeft ook toegang tot eindeloze hoeveelheden
bronmateriaal. Dit kan ertoe leiden dat studenten in een
ontwerpproces met stockfoto’s gaan werken (zie volledige
tekst thema 4), of dat studenten hun scriptie in elkaar
plakken via gevonden tekstfragmenten. Het verbod op
zulk kopieergedrag blijkt in sommige lesopdrachten te
bestaan. Eindpunt van de daaropvolgende discussie is
dat een verbod onhoudbaar is en ook niet altijd de beste
keuze. Soms kan kopiëren juist heel goede resultaten
opleveren. Je moet met de studenten discussiëren over de Er wordt wel een heel ander probleem met betrekking
keuze voor eigen of andermans materiaal. En zorgen dat ze tot de productie geconstateerd. In de oude academieopleiding werd er niet verwacht dat je met het diploma
wel leren om zelf beeld te maken.
in de hand klaar was voor de praktijk. Je leerde conceptdenken op school. En in de praktijk kreeg je de gelegen3.4 conceptontwikkeling
heid om nog een paar jaar als assistent ingewijd te worden
In de themadiscussies van obkcomp komt steeds de
in het beroep. Tegenwoordig verwacht de praktijk dat
scheiding tussen concept en uitvoering aan de orde.
Computergebruik brengt met zich mee dat een deel van de academies direct-inzetbare vakmensen afleveren en
daarbij is de studieduur een jaar verkort. Dit is een
uitvoering reeds in de conceptpresentatie besloten ligt.
probleem dat niet met ict is op te lossen. Wellicht zou de
Voor de student geeft dat problemen omdat beslissingen
praktijk hier een duidelijk standpunt kunnen innemen door
over de kern van de ontwerpoplossing (het concept)
haar prioriteiten over de volle breedte van de opleiding
versluierd raken door de noodzaak tot het nemen van
kenbaar te maken.
onbelangrijke vervolgbeslissingen. De docent moet de
– soms gelikt uitziende – printjes weer in gedachte kaalslopen en de bespreking fixeren op de uitgangspunten.
3.6 generalisme versus specialisme
Dat blijkt soms lastig. Op sommige academies kiest men
In de themadiscussie over de breedte van computerervoor om de conceptbesprekingen af te ronden voordat
gebruik was ook een ontgrenzingsbeweging waarneemde computer aan mag. Dat lijkt een oplossing maar is in
baar. Die pleit er juist voor dat de student zich bewust op
feite terugdraaien van de klok. De docent weet immers
het onbekende pad begeeft. Laat de grafisch ontwerper
wel uit ervaring welke van de door een student getoonde
die letter maar eens in beweging brengen en de factor
potloodschetsen het kansrijkst is, maar de student moet
tijd onderzoeken (zie volledige tekst thema 4). Dat kan
dat ook leren en juist de eerste stappen van de uitvoering
interessante experimenten opleveren.
kunnen daarbij helpen.
pdf pagina 5 van 12 obkcompact.pdf
47 obkcompleet samenvatting van de themakringverslagen
Hier ontstaat een tegenstelling tussen de discussie in
themakring 1 (oppervlakkigheid, kunstjes, trucs) en
themakring 4 (vernieuwing, experiment). In die controverse is geen winnaar aan te wijzen. De uitersten van
generalisme en specialisme houden geen stand meer
maar alle tonen grijs van generalistische specialisten tot
specialistische generalisten moeten kunnen bestaan. Het
optimum verschilt van persoon tot persoon en van vak tot
vak en zelfs van moment tot moment. De echte oplossing
ligt wellicht in een kritische houding, gekoppeld aan een
enthousiasme voor onderzoek en kennisverwerving bij
de persoon die zich op onbekend terrein begeeft. En
de docent kan bijdragen aan het ontwikkelen van een
individuele ontwerphouding door naast de discussie over
inhoud en concept ook de methodiek en het proces te
bespreken.
3.7 methodiek
Sinds de intrede van de computer lopen de concept en
ontwerpfases nagenoeg naadloos over in de productiefase: ontwerpbeslissingen kunnen of worden vaak nog in
de productiefase genomen en met de computer als digitaal
schetsgereedschap wordt in de schetsfase vaak al de basis
gelegd voor het definitieve productiedocument. Dit alles
maakt het proces niet inzichtelijker. Studenten missen
vaak dit inzicht in deze verschillende ontwerpfases.
Studenten gebruiken de computer steeds meer als
schetsgereedschap, waarbij de creatieve concept en
ontwerpfase vaak verstoord wordt door technische vraagstukken. Tevens neigt men tijdens het ontwerpen op de
computer ook naar technische perfectie, waardoor men
vaak verzandt in technische details en de inhoudelijke
hoofdlijnen of definitie van uitgangspunten uit het oog
worden verloren. Overwegingen moet een student leren
vertalen naar een hoger abstractieniveau. Dus niet ‘ik
wil deze zin in een groter corps’ maar ‘ik wil dat deze zin
hiërarchisch belangrijker wordt’. In het laatste geval zijn
er veel meer visuele vertaalmogelijkheden (plaats op de
pagina, regelwit, vet, kleur, etc)
Een ander gevaar dat schuilt in het gebruik van de
computer als schetsgereedschap is de onoverzichtelijkheid van het schetsproces. Probleem van ict-toepassing
is dat de student vaak geen schetsboek meer heeft (zie
volledige tekst thema 2). Alle tussenstappen in een
digitaal proces worden weggegooid of overschreven en
op tafel ligt alleen het eindvoorstel. De docent kan via
de opdrachtstelling bewerkstelligen dat er voldoende
tussenstappen bewaard of geprint worden. Daardoor is het
proces inzichtelijker (ook voor de student zelf) en dus ook
beter te begeleiden.
Door de integratie van de concept en productie draagt de
hedendaagse ontwerper en kunstenaar de verantwoording
voor zowel de bepaling van de creatieve/inhoudelijke
uitgangspunten als de begeleiding of zelfstandige uitvoering van de technische realisatie. Dit vereist kennis
van het te doorlopen proces: analyse, concept, ontwerp,
uitvoering, implementatie en evaluatie.
pdf pagina 6 van 12 obkcompact.pdf
De hedendaagse ontwerper/kunstenaar dient dus inzicht
te hebben in welke fases van het proces de computer
als gereedschap ingezet kan worden en wat daarbij
de rol/taak van de computer is. Kortom het betreft de
bewustwording van de toe te passen gereedschappen:
verlicht de computer uitvoerende taken? Is de computer
het gereedschap om complexe informatievraagstukken
inzichtelijk te maken?
Voor disciplines als architectuur en product/industrieel
ontwerpen is ontwerpmethodiek een integraal onderdeel
van het curriculum. Het is bij andere disciplines de docent
die tijdens de werkbesprekingen de student op informele
wijze attendeert op zijn gehanteerde of de mogelijk te
hanteren ontwerpmethodes. Vreemd genoeg ontbreekt
een meer theoretische benadering van het ontwerpproces
veelal. Toch verschaft een methodische benadering van
het ontwerpproces inzicht in het proces en het stelt de
student in staat zijn reflectief vermogen te ontwikkelen
(waar ben je mee bezig, hoe en wanneer maak je welke
beslissingen, wat is daadwerkelijk van belang etc).
3.7.1 onderzoek naar en onderwijzen van ontwerpmethodieken
De computerprogramma’s moeten een plaats krijgen
in het ontwerpproces. De school kan daarvoor geen
eenvormig model aanbieden omdat iedere gebruiker
voorkeuren heeft, maar kan wel aanbevelingen doen door
de geplande inzet van computerprogramma’s in (fases
van) ontwerpoefeningen en het betrekken van docenten
bij de evaluerende bespreking van computergebruik
(te vroeg, te laat, verkeerde volgorde, te veel/te weinig
techniek, ....). De grens tussen klaslokaal en werkplaats
blijkt vaak te strak getrokken. Het gestructureerd
bespreken en beoefenen van diverse ontwerpmethodes is
altijd al onderbelicht geweest in het academieonderwijs
en de plaats van de computer in die onderbelichte
ontwerpmethodieken is vaak nog vager. Wellicht kan bij
het oplossen van dit probleem gekozen worden voor een
sectorale benadering, boven het niveau van individuele
instellingen.
48 obkcompleet samenvatting van de themakringverslagen
4. docent en computer (didactiek)
4.1 herdefiniëring van leerdoelen
Vervang het huidige ‘leren door doen’ voor een deel door
‘leren door denken’. Leren zoeken naar informatie en ook
leren om die gevonden informatie op waarde te schatten
zou in het curriculum opgenomen dienen te worden
(zie volledige tekst thema 2). Dit kan via (propedeuse)lessen, maar ook via inbedding van een onderzoeksfase
in opdrachtformuleringen. De docent moet zo’n fase
wel kunnen bespreken en evalueren. Digitale portfolio’s
bieden de mogelijkheid om het onderzoek en de
documentatie inzichtelijk te maken zowel voor docenten
als voor de student zelf.
4.4 leren in een netwerkomgeving
Let op dat het schermwerk het ‘sociaal leren’ (van elkaar)
niet in de weg staat. Ook door een verkeerde positionering van communicatiegereedschappen en Elektronische
leeromgevingen (ELO’s) bereik je soms dat je studenten
niet meer op school komen (zie volledige tekst thema 5).
Bijvoorbeeld in een examenjaar blijkt een sterk intranet
fantastisch te werken omdat het een verbetering is van een
bestaande situatie van thuiswerkende studenten. In lagere
jaren moeten zulke communicatiegereedschappen zorgvuldig ingezet worden. Er gaat een grote meerwaarde uit
van samen werken, samen bespreken, elkaar stimuleren,
etc. Het onderwijs wordt niet beter als iedereen thuis
achter het beeldscherm met elkaar chat, het dagelijks
kopje koffie heeft ook zo zijn functie.
4.2 de docent als coach
Onderwijzen is niet meer hoofdzakelijk kennisoverdragen.
Begeleiden en coachen is belangrijker. De student weet
van sommige aspecten meer dan de docent. Het sleutelwoord is ‘kennis delen’ in plaats van overdragen. De
student reageert vaak eerder op veranderingen dan de
docent (zie volledige tekst thema 4).
De docent moet ict-vaardigheden bezitten, maar hoeft
niet alles beter te weten dan de student. Het nu nog
voorkomende computeranalfabetisme (met name onder
oudere docenten) is echter niet bevorderlijk voor het
onderwijs. Het is belangrijk dat de docent in staat is om
goede werkbesprekingen te voeren. Hij moet talent en
goede ideeën kunnen onderkennen en moet in staat zijn
om deskundigheid aan schetsen af te lezen. Dan moeten
die schetsen er uiteraard wel zijn (vergelijk paragraaf 3.7
hierboven: probleem van ict-toepassing is dat de student
vaak geen schetsboek meer heeft)!
De docent kan ook iets aan betere procesbegeleiding doen
door de student in de computerwerkplaats op te zoeken
(zie vooledige tekst thema 5). Samen werkend aan het
beeldscherm kunnen docenten ook aan de student laten
zien hoe zij specifieke problemen oplossen.
Er wordt gesignaleerd dat de studenten minder dan
vroeger gemeenschappelijke raakvlakken hebben. De
individuele ontwikkeling staat voorop (zie volledige
tekst thema 4). Er wordt geen waardeoordeel aan deze
waarneming verbonden. De school moet waken over
beide aspecten; het individu moet ruimte krijgen voor
zelfontplooiing, maar moet ook in een groep kunnen
functioneren.
4.5 lesmateriaal en onderwijsondersteunende gereedschappen
Er wordt ook aangegeven in de themadiscussie (zie
volledige tekst thema 5) dat onderwijsondersteuning
erg simpel en toch effectief kan zijn. Als een docent de
begeleidende beelden bij een les online zet; dan ben je al
een heel eind.
Lesmateriaal dat kant-en-klaar van de plank komt zal niet
door veel instellingen gebruikt worden (zie volledige tekst
thema 5). Men heeft vaak al problemen met het gebruik
van generale leerboeken. Toch is zelf ontwikkelen van
interactief lesmateriaal te arbeidsintensief. De oplossing
zou kunnen liggen in een strategie van afspraken over
de bouw van componenten die instellingen kunnen
uitwisselen en die ze kunnen inpassen in een zelf opgezet
groter geheel.
4.3 herdefiniëring kwaliteitsbegrip
Het is belangrijk om, binnen een docententeam, te
komen tot een gedeeld kwaliteitsbegrip. Ieder ontwerp
ontstaat door de keuzes uit een reeks variabelen. Door
automatisering zijn die variabelen sterk toegenomen
en de traditionele beperkingen zijn vaak opgeheven.
De kans is nu veel groter dan vroeger om tot slechte
ontwerpen te komen. Tegelijk is de autoriteit van de
docent (‘groen is niet goed, maak het rood!’) geërodeerd
(ons inziens terecht – er bestaat sinds de jaren 70 geen
eenduidige stijlopvatting). De oplossing is tweeledig;
ten eerste moeten we als docent, meer dan voorheen,
kunnen beargumenteren waarom sommige oplossingen
goed of slecht zijn, en ten tweede moeten we zorgen dat
de student via opdrachten gelegenheid krijgt om een
esthetisch normbesef te ontwikkelen.
pdf pagina 7 van 12 obkcompact.pdf
In de huidige onderwijspraktijk kun je een aanzet tot
dergelijke aanpak al vinden in de url-lijsten die sommige
docenten maken voor hun studenten (een goed voorbeeld
is www.kunsten.nl). Probleem is dat zulk knip-en-plak
lesmateriaal erg wisselend van kwaliteit en diepgang is. Er
hoort een leswijzer en een evaluatiewijzer bij en die is er
vaak niet. Je zou je studenten ook apart les kunnen geven
in effectief webzoeken.
49 obkcompleet samenvatting van de themakringverslagen
5. faciliteiten & infrastructuur
5.1 communicatie
We zijn het stadium van discussiëren over stekkers en
snoeren wel voorbij. Maar het stadium van de computer
als gereedschap nog niet. De meeste ict in het kunstonderwijs is productie- of productiespecificatiegericht.
Onderwijsondersteunende ict kent nauwelijks toepassingen, communicatie via ict beperkt zich meer tot de
privé-sfeer dan tot lessen en projecten. Probleem bij
veel experimenten is de kip/ei-situatie. Men zet een
chatroom op in het kader van een project, maar omdat er
niemand komt, komt er niemand. Hoe doorbreek je dat?
Er blijkt op sommige instellingen met weblogs gewerkt te
worden als alternatieve vorm van stageverslag. Dat werkt.
Maar elders wordt geklaagd dat beloftes over interactief
lesmateriaal vaak uitmonden in een verzameling rapporten
of opgeknipte dictaten in Blackboard. Dat is wel een
praktische beginstap maar niet het gewenste doel.
Studenten hebben door ict nog wel eens de neiging
om veel thuis te werken (waar de computer staat). De
school moet studenten naar het gebouw lokken met
onweerstaanbare faciliteiten. Dat kan hoge kwaliteit
randapparatuur zijn of breedbandcommunicatievoorzieningen, of gewoon goede computers daar waar het
computerbezit onder de studenten nog gering is.
Een school kan niet in alle opzichten de praktijk volgen
en keuzes op grond van individuele hobby’s kunnen duur
uitpakken. Er wordt daarom gepleit (zie volledige tekst
thema 5) om een digitaal overleg in te stellen waarin alle
geledingen (management, docenten, onderwijsondersteunend personeel en studenten) vertegenwoordigd zijn.
5.2.1 verplichte aanschaf apparatuur
Studenten kunnen snel mopperen over de prijs van een
computer die ze moeten aanschaffen. Ze vergeten dan wel
eens dat een fotograaf of een filmmaker altijd al gewend
was om het vijfvoudige bedrag uit te geven voordat het
academiediploma behaald was. De verschillen lijken soms
De voornaamste factoren die het succes van intranetten en terug te voeren op tradities. Een fotograaf mocht altijd al
elo’s (elektronische leeromgevingen) lijken te bepalen:
een hoog uurloon rekenen terwijl een ontwerper voorheen
1. De docenten moeten actief participeren. De student
veel geld naar externe uitvoerders bracht. De besparingen
moet niet het gevoel hebben een krant te lezen, maar een
op uitvoerend werk zijn de ontwerper meestal niet ten
prikbord. Er moet ook snel gereageerd worden op vragen
goede gekomen. Gelukkig lost het probleem zich snel op
of ingediend materiaal. Een doorlooptijd van een week
doordat professionele gereedschappen in 10 à 15 jaar veel
is gelijk aan het lesrooster. Dus dan is het geen voordeel.
goedkoper zijn geworden. Men verwacht dat die trend
Dit vereist natuurlijk wel een draagvlak en de kennis en
doorzet.
vaardigheden van de docenten om dergelijke digitale
omgevingen te gebruiken.
Met name voor de toegepaste studierichtingen wordt
2. Je hebt een onderdeel nodig dat bezoek afdwingt.
het belangrijk geacht (zie volledige tekst thema 5) dat
Dat kan bij de ene school de e-mail zijn, bij de andere de
de student met eigen gereedschap werkt. Bij voorkeur
agenda, en bij de derde de roosterwijzigingen. Maar er
een eigen laptop die thuis en op school beschikbaar is.
moet een gegronde reden zijn om regelmatig in te loggen. Alleen op die manier kan een student het gereedschap
3. Er moet een zorgvuldige mix van werkvloerecht naar de eigen hand zetten en maakt ook kennis met
enthousiasme en professionaliteit gemaakt worden.
de minder prettige bijverschijnselen zoals back-uppen,
Ontwikkeling die opgelegd worden van bovenaf, soms
beheer, updates en dergelijke. Omdat het beheer van
zelfs ontwikkeld door externe partijen worden als
een computer soms een zeer specialistische taak is,
onpersoonlijk ervaren en geboycot. Ontwikkelingen vanuit zou de school moeten voorzien in ondersteuning en
studenten of staf worden wel met veel vuur overeind
begeleiding door docenten of onderwijsondersteunend
gezet, maar het ontbreekt aan gebruikersvriendelijkheid
personeel. Tevens moet de school garanderen dat er een
(zowel aan input- als outputkant) en de ontwikkeling stopt infrastructuur is waarin de laptops functioneren (intern
netwerk, www-toegang). En de school zou legaal softwaremeestal als de eerste versie van het product online is.
gebruik moeten bevorderen. Onder andere via groepslicenties, zoals ook nu reeds via surfspot beschikbaar zijn.
Een succesvolle totaalaanpak vereist uiteraard veel meer
aandachtspunten dan deze drie. Op de obkcompsite zijn
verwijzingen opgenomen naar uitvoeriger rapportages.
5.3 upgrade-beleid van software
De discussie over programma’s en versies maakt veel
tongen los. Simpele programma’s bieden weinig vrijheid,
5.2 beschikbaarheid en kwaliteit
Wat we snel vergeten, is de zeer beperkte beschikbaarheid maar complexe programma’s hebben een hoge inwerkdrempel en blijken ‘technische’ ontwerpen te stimuleren.
van apparatuur vroeger. Je moest wel eens een maand
Haaks op dit dilemma staat de ellende van de constante
wachten op het lenen van een camera. En die mocht je
dan een week gebruiken voor je hele project. Het is echter updates van vertrouwde programma’s. Als professional
niet zo dat de permanente beschikbaarheid van spullen nu houd je het vaak wel bij als je ervoor open staat. Maar
per definitie tot betere kwaliteit leidt. Studenten plannen voor scholen is het lastig om keuzes te maken. Vaak wordt
je door de praktijk of door de studenten gedwongen om
minder en laten het werkstuk al doende ontstaan. Keuzes
telkens nieuwe versies te installeren, maar de aanschaf en
worden uitgesteld en vele varianten worden uitgevoerd,
vooral ook de ondersteuning van al die ‘vernieuwing’ is wel
overwogen en gewist. Daardoor duurt bijvoorbeeld een
eens lastig.
videomontage nog steeds net zo lang als vroeger. Zou je
een montage zo voorbereiden als men vroeger deed; dan
Individueel werkende ontwerpers wordt aangeraden om
was die met de huidige gereedschappen in eentiende van
de tijd klaar. We moeten nog leren om de gereedschappen pas over te stappen op updates als er een onvrede met de
gebruikte versie is. Je stapt over omdat je iets wil dat jouw
volledig te benutten.
programmaversie nog niet kan en niet omdat de nieuwe
update er nu eenmaal is. Overstappen van versie 3 op
versie 8 van een programma is vaak net zo duur als van ‘7’
naar ‘8’ en wie de weg via 4, 5 en 6 heeft afgelegd is vele
malen duurder uit.
pdf pagina 8 van 12 obkcompact.pdf
50 obkcompleet samenvatting van de themakringverslagen
5.4 pakketkeuzes en beroepspraktijk
De keuze tussen pakketten is ook lastig. Er zijn een aantal
programma’s die buiten discussie lijken te vallen. Hoewel
bijvoorbeeld Pagemaker ooit ‘de standaard’ in paginaopmaak was, terwijl niemand dat nu meer kent. Ook de
huidige QuarkXPress ondervindt inmiddels zware concurrentie van Adobe InDesign. Zodat beginnende studenten
nu wordt geadviseerd om beide pakketten maar te leren.
Naast de top10-lijst zijn er veel programma’s die ongeveer
dezelfde functionaliteit leveren. Telkens met andere
toeters en bellen eraan. Terughoudendheid en overwogen
keuzes is het devies. je kunt niet over de volle breedte alles
op peil houden.
De school heeft het extra moeilijk omdat de praktijk verwacht dat de student iedere variant in software aankan.
Dat is geen haalbare eis als je geen permanent pakkettrainingsinstituut wil opzetten. Er wordt geadviseerd
(zie volledige tekst thema 4) om het ‘leren leren’ meer
aandacht te geven in het curriculum. En daarnaast te
zorgen voor een beperkte basisintroductie in de meest
gangbare software.
5.4.1 weloverwogen keuzes maken uit het aanbod
Het is wel goed om naast de kernapplicaties andere ictvoorzieningen aan te bieden. Dat kan helpen om het
reeds bestaande specifieke karakter van een instelling
verder te onderbouwen. Een instelling die besluit om in
zo’n bijzondere ict-toepassing te investeren moet daar
een goed plan bij maken. Bijzondere applicaties vereisen
bijzondere aandacht. Er moet geïnvesteerd worden in
apparatuur en software, maar het verborgen werk is veel
omvangrijker; er moet ervaring worden opgedaan en die
ervaring moet vertaald worden in onderwijsmateriaal en
opdrachten. Het opbouwen van de technische expertise is
(hoewel arbeidsintensief) vaak het eenvoudigst oplosbare
probleem. Het vertalen van die expertise naar onderwijs is
vaak vrijblijvend. Het heeft niet zo veel zin om een pakketspecialist in huis te hebben om jaarlijks 2 of 3 studenten te
ondersteunen die toevallig bij zo’n pakket uitkomen.
5.5 samenwerking en uitwisseling van kennis en ervaringen
Tijdens de expertdagen van obkcomp is gebleken
dat diverse academies bezig zijn met ontwikkelen
of het gebruiken van ELO’s en intranetten. Vaak
blijkt men dezelfde valkuilen of problemen tegen te
komen. Regelmatig overleg tussen door de academies
afgevaardigde deskundigen is zeer gewenst, om zo te
voorkomen dat iedere instelling zijn eigen wiel opnieuw
gaat uitvinden. Daar waar overeenkomsten met andere
onderwijsinstellingen (MBO, WO) of commerciële
organisaties bestaan, dient onderzocht te worden of deze
ervaringen en kennis bruikbaar is voor het kunstonderwijs.
Deze vrije uitwisseling van ervaringen en kennis dient door
het management ondersteund te worden, ondanks dat
men wellicht van mening is dat hiermee de concurrentie
een kijkje in de keuken gunt (OpenSource en het internet
zijn immers tot bloei gekomen door de vrije uitwisseling
van kennis). De opgedane kennis en ervaringen tijdens de
expertmeetings dienen teruggekoppeld te worden naar de
werkvloer, zodat de belanghebbenden kennis nemen van
actuele ontwikkelingen.
pdf pagina 9 van 12 obkcompact.pdf
Naast het uitwisselen van kennis, kan besloten worden
om gezamenlijk applicaties te ontwikkelen, die modulair
van opzet zijn, zodat toch aan de individuele eisen van de
instellingen tegemoet gekomen kan worden.
5.6 landelijke coördinatie van software
De overheid (HBO-raad) heeft in samenwerking met SURF
een bedrijf opgezet dat gezamenlijke softwareproductie
moet bevorderen. Deze firma (Espelon) neemt het beheer
van ontwikkelde producten over. En zorgt daarbij voor de
inning van auteurs- en gebruiksrechten, maar ook voor
onderhoud, contentvernieuwing, etc. Espelon (www.
espelon.nl) is geen subsidiegever en zal zelf geen nieuwe
projecten initiëren of ondersteunen.
51 obkcompleet samenvatting van de themakringverslagen
6. opleiding
6.2 beroepsdefinitie
De B van beroepsopleiding suggereerde dat het onderwijs
een spiegel van de praktijkwensen zou zijn. Die gedachte
Het is merkwaardig dat studies die al van oudsher kostbaar is niet meer overeind te houden omdat de praktijk grote
moeite heeft om een eenduidig profiel van de toekomstizijn, bijvoorbeeld vanwege veel benodigde apparatuur
ge beroepsbeoefenaren te definiëren. Het onderwijs
door de overheid ruimer gefinancierd worden. Zo krijgen
zou vier jaar vooruit moeten kijken naar het moment
de muziekstudies veel meer geld per student dan de
van diplomeren. Dat is per definitie onmogelijk gegeven
kunst- en vormgevingsinstellingen. De toekenning van
het huidige tempo van veranderingen in de praktijk. De
gelden per student ligt in het laatste geval op
communicatie- en informatiemaatschappij ontwikkelt
min-of-meer gemiddeld hbo-niveau. (bron: www.
zich in een razend tempo. Extra remmende factoren (zie
minocw.nl/kunstvak/ nota1/11.html)
volledige tekst thema 4) voor gewenste vernieuwing in het
De inzet van kostbare ict-gereedschappen is daardoor
onderwijs zijn de relatief beperkte budgetten en de soms
vaak gefinancierd uit verschuiving van middelen.
terughoudende opstelling van docenten.
Bijvoorbeeld docentensalarissen (zie volledige tekst
thema 2). Duidelijke signalen zijn de afname van
De praktijk van veel beroepen wordt steeds breder en de
contacturen (soms wel van 22 naar 12 uur per week) en
techniek wordt complexer. Daarbij is de opleidingsduur
het toenemend beroep op de zelfwerkzaamheid van de
student die in projectonderwijs en competentiegericht
verkort en verwacht de praktijk meer dan voorheen dat er
onderwijs besloten ligt.
direct-inzetbare medewerkers door academies afgeleverd
worden. Het eisenpakket – verbonden aan de wens ‘direct
inzetbaar’ – verschilt ook nog van bedrijf tot bedrijf. Met
6.1.1 onderwijsondersteunende ict
name op instrumenteel niveau.
Dit project is niet de plaats om zulke verschuivingen in
Het is niet mogelijk om op deze weg verder te gaan. Een
het onderwijs ter discussie te stellen. Maar wel om de
heroverweging van curriculae zou nuttig zijn. Waarbij
gevolgen te beschouwen. De ontwikkelingen waar nu
ook nog de vraag gesteld moet worden of voorheen
op gebouwd wordt zijn van recente datum. De eerste
onderbelichte aspecten als onder andere ethiek en
computers werden in 1984 in academies naar binnen
sociale aspecten van ontwerpen niet meer aandacht vergedragen. In de tussenliggende 20 jaar is veel bereikt,
dienen. Er wordt geopperd (zie volledige tekst thema
maar er zijn ook veel doodlopende wegen ingeslagen;
4) om keuzes te maken in de opleidingsprofielen. Geen
high-end professionele systemen, technische cursusgeneralisten opleiden, maar specialisten met een brede
fabrieken, etc. Tegelijkertijd is de ict-omgeving in razend
basis. Differentiatie binnen een afstudeerrichting zou een
tempo veranderd. Internet is pas sinds 1995 op grote
oplossing kunnen zijn om deze generalistische specialisten
schaal in Nederland beschikbaar en in de academies
op te leiden.
volgde de introductie nog later.
Het is – onder andere vanuit het WO – bekend welke ictgereedschappen nodig zijn om de onderwijsvernieuwing
6.3 regelmatige evaluatie en herdefiniëring van het curriculum
te ondersteunen; studievolgsystemen, elektronische
Wie aan een curriculum iets toevoegt moet onvermijdelijk
leeromgevingen, portfoliosites, etc. Tijdens de algemene iets schrappen. Ict heeft in veel curricula (terecht)
obkcompdag en de erop volgende expertmeeting bleek
een ruime plek gekregen. Het kan tijd zijn om te herdat het kunstonderwijs nog veel werk moet verzetten
overwegen welke onderdelen daarvoor geschrapt zijn. De
voordat zulke ict-gereedschappen een werkelijk
verdwijningen zijn vaak geruisloos en met kleine stapjes
fundament voor onderwijsvernieuwing kunnen bieden.
over een relatief lange periode doorgevoerd. Soms blijkt
De huidige initiatieven zijn allemaal individueel en
dat je met veel kleine passen heel ver van de bron kunt
uiteenlopend van opzet en uitvoering. Er is wel bereidheid komen. Studie en visie-ontwikkeling lijkt daarom gewenst.
tot overleg en samenwerking in ontwikkeling zo is ‘op de
Net zo goed als ict wellicht een uitdrijvende factor was kan
werkvloer’ geconstateerd, maar er is geen gezamenlijk
ict wellicht ook bijdragen aan een herintegratie. Dit is een
beleid en de randvoorwaarden zijn niet eenduidig; zo
probleem dat alle kunstopleidingen raakt dus een aanpak
wil de ene school heel ver in lokalen- en roosterplanning
(of discussie) die de individuele instellingen overstijgt zou
terwijl de andere een handgeschreven briefje op de
wellicht zinnig zijn?
lokaaldeur voorlopig effectiever acht. Dat hoeft geen
beletsel te zijn voor een gezamenlijk initiatief, maar studie Het wordt door verschillende themakringdeelnemers als
en overleg zijn nodig.
een voordeel gezien dat studenten veel ict-vaardigheden
op eigen kracht en buiten de lesuren verwerven. Dat spaart
tijd in het curriculum en geeft de student de mogelijkheid
6.1.2 docentcontact wordt computercontact
om een eigen tempo te kiezen en eigen voorkeuren te
Ict lijkt nu soms de stoplap voor het geringe aantal
onderzoeken. Men vergeet echter in sommige instellingen
contacturen. Daar horen ook nog fraai klinkende termen
dat exploratief leren ook lesmateriaal en didactische
als studielandschap en individuele leerroute bij. Maar
ondersteuning vereist. De deur van werkplaats open
het is wellicht in de onderwijspraktijk vaak inruilen van
zetten is dan niet genoeg.
docenturen voor toetsenborduren. De afschrijving van
computeruren per student is ook veel lager. Maar deze
vervanging is niet zonder extra inspanning kwalitatief de
6.4 afbakening en niveaubepaling van kern applicaties
beste weg. Naast voorzieningen moet een school die de
Bepaal per afstudeerspecialisatie welke programma’s erbij
leerroute individualiseert zorgen voor een bijpassende
horen en op welk niveau. De kernapplicatie moet in alle
digitale didactiek.
opzichten goed ondersteund worden; recente versies,
goed toegesneden hardware en trainingen. Het is aan de
school om een gemeenschappelijk draagvlak te creëren
door een ondergrens te definiëren. Bij de training is het
belangrijk om het gewenste eindniveau gedetailleerd vast
te leggen. Het is aan de student om te bepalen of deze
6.1 bekostiging
pdf pagina 10 van 12 obkcompact.pdf
52 obkcompleet samenvatting van de themakringverslagen
verder wil gaan dan dat niveau.
Naast de kernapplicatie(s) bestaat er een subcategorie en
er zijn afvallers. Iedere school en iedere opleiding moet
hier keuzes in maken. Wat bij de een de kern vormt kan
uiteraard bij de ander afvallen. Het is niet mogelijk om
alles te doceren. En waar men dat wel wil, zal men moeten
accepteren dat een grotere breedte de diepte nivelleert.
6.5 de computer als ontwerpgereedschap
Positioneer de computer als een gereedschap dat
mogelijkheden verruimt en kwaliteit verbetert en niet
als een tijd-/geldbesparingsmachine want dat is niet de
primaire rol van computers. Met name op academies zijn
computers budgetverslinders en de student ruilt in de
computerwerkplaats conceptontwikkeltijd voor uitwerktijd.
Op sommige academies wordt het interactie-ontwerpen
inmiddels gedoceerd, maar landelijk bezien is de aandacht
geringer dan je vanuit de praktijk redenerend zou
verwachten (zie volledige tekst thema 4). In veel gevallen
doen de grafisch ontwerpers het web en andere digitale
dingen ‘er een beetje bij’. Of er worden afzonderlijke
cmd-opleidingen opgezet. Het lijkt er echter op dat
de bestaande cmd-studies de nadruk sterk leggen op
techniek en management. Vaak in samenwerking met
informatica-opleidingen van dezelfde hogeschool. Bij
studenten is de interesse groter dan bij de instellingen
zo lijkt het. Verwezen wordt (zie volledige tekst thema 4)
naar de internationale browserdagen ( jaarlijks in Amsterdam) waarin kunststudenten samen met praktijkmensen
tot wezenlijke vernieuwingen komen. Het kunstonderwijs
heeft, in de ogen van de discussiedeelnemers, een achterstand op dit gebied.
6.6 autonome en toegepaste kunstenaars
In themakring 4 wordt een pleidooi gehouden voor het
onderscheiden van de autonome en de toegepaste com
putergebruikersbenadering. Beide disciplines gebruiken
vaak dezelfde programmatuur. Maar waar de toegepasten
vaak met termen als ambachtelijkheid schermen, daar
willen de autonomen het hebben over experiment. Het
vertrekpunt is heel anders. Het gaat er juist om gebaande
paden te verlaten en nieuwe wegen te zoeken. Dat
geeft nog wel eens wrijving omdat je voor individuele
experimenten geen curriculum kunt maken. Het gaat
meer om het creëren van een laboratoriumsituatie. En de
toetsenborden overleven ook niet iedere onderzoekende
ingreep.
Maak ik het van hout, of maak ik een website? Voor een
mediakunstenaar zou dit een hele normale vraag zijn.
En er wordt voor gepleit (zie volledige tekst thema 4) om
die vraag – bijvoorbeeld ook in de toegepaste richtingen
– vaker te stellen. Opdrachten lijken daar vaak gefixeerd
op één product. Je weet al bij voorbaat dat het een
website moet worden. Dat is alleen goed in de beginjaren
van een studie. De toegepaste richtingen kunnen hier
leren van de houding van de vrije kunstenaar zo stelt een
discussiepartner (zie volledige tekst thema 4).
Omgekeerd blijkt op een aantal academies de experimenteerdrift van toegepaste studenten veel groter dan van de
autonomen. Men neemt dan waar dat de ‘ambachtelijken’
vrijelijk met bewegend beeld en geluid stoeien terwijl de
vrije kunstenaars de computer alleen maar als productieof communicatiegereedschap zien. Het is niet duidelijk
of de terughoudendheid van de docenten of de onbekendheid met de mogelijkheden bij studenten de oorzaak is.
6.7 computer als medium
Het gebruik van de computer als autonoom medium komt
relatief weinig voor op academies zo lijkt het. Men maakt
wel producten die via het scherm afleesbaar zijn zoals
websites, animaties of spellen. Maar computerkunst
die bijvoorbeeld zelf beelden genereert (met of zonder
toevalsfactor) lijkt nooit echt doorgebroken. Je ziet wel
‘flashgebaseerde’ voorbeelden op internet, maar het is
geen grootschalige stroming, zeker niet in het Nederlands
kunstonderwijs. Bij een discussiedeelnemer bestaat het
vermoeden dat de belangstelling in de toekomst groter
wordt doordat productontwikkeling nieuwe mogelijkheden creëert zoals elektronisch behang en digitaal
papier.
pdf pagina 11 van 12 obkcompact.pdf
6.8 nieuwe opleidingen door ict
De afgelopen jaren zijn opleidingen als: cmd (commuicatie
en multimedia design), robotics, interaction design, game
design als paddestoelen uit de grond geschoten. Moet
je alles starten wat studenten trekt? Waarschijnlijk wel
omdat je geen referentie in de praktijk hebt (zie volledige
tekst thema 2). Dus je weet niet of het in de toekomst
waardevol gaat worden. Wel opletten dat het curriculum
evenwichtig in elkaar zit. De student moet een kans krijgen
om iets te doen met zijn diploma. Ook als game design of
robotics niet dat succes blijkt wat het beloofde.
Het verschil tussen een architect en een bouwkundig
tekenaar is iedereen duidelijk maar als het om Flashanimaties gaat; dan begint opeens concept en uitwerking
schimmig door elkaar te lopen.
6.9 multi- en interdisciplinaire aanpak stimuleren
Kunstonderwijs blijkt steeds vaker op meerdere locaties
gevestigd en omvat ook steeds vaker meer dan een
discipline. Dans, muziek, theater, beeldende kunst
en universitaire faculteiten komen samen in nieuwe
organisaties of in incidentele samenwerkingsverbanden.
De communicatie tussen die samengebrachte onderdelen
loopt nog niet overal optimaal zo blijkt uit de discussie
(zie volledige tekst thema 4). En men vraagt zich af of
de organisatorische fusies niet beter uitgebuit zouden
moeten worden in het onderwijs. De wens leeft wel op
diverse plekken maar in de praktijk gaat het niet altijd
goed. Zelfs identieke opleidingen op verschillende
locaties blijken maar moeizaam tot afstemming of overleg
te komen. Ict is geen breekijzer in deze ontwikkeling,
maar wel een motor die het proces kan versnellen.
Goede communicatiefaciliteiten kunnen het zicht op
wederzijdse activiteiten bevorderen en bieden een
basis voor gezamenlijke projecten (en dus ook voor
projectonderwijs!). De eenvoudige uitwisselbaarheid
van tekst, beeld, beweging en geluid in het digitale
domein is ook een factor die verdergaande samenwerking
mogelijk maakt. In de discussie wordt ervoor gepleit dat
instellingen de multidisciplinaire projecten bevorderen;
bijvoorbeeld door gezamenlijke werkplekken te creëren
(zie volledige tekst thema 4). Maar dat de studenten
vooral ook het initiatief aan zichzelf houden en overal op
af stappen. Of dat nu een collega-kunstinstelling is of een
bedrijf waar je materiaal van nodig hebt.
53 obkcompleet samenvatting van de themakringverslagen
6.10 landelijke samenwerking en uitwisseling
In diverse themakringen wordt gesproken over de
mogelijkheden om samen onderwijsondersteunende
gereedschappen te ontwikkelen. In het verlengde van
deze discussies zijn de expertmeetings obkcomp opgezet
(zie volledige tekst thema 5). Zo’n expertmeeting is een
bijeenkomst van academiepersoneel met een bijzondere
interesse en deskundigheid op ict-gebied. Via presentaties van cases en discussie worden de verschillende
aspecten van ict in kunstonderwijs bestudeerd en
informatie wordt uitgewisseld.
Er zijn twee expertbijeenkomsten geweest. In 2004 wordt
gestreefd naar het organiseren van meer bijeenkomsten
waarbij ook de themastelling minder breed zal zijn.
In ieder geval komt er een bijeenkomst ‘intranet en
informatiemanagement / knowledge management’ en een
bijeenkomst ‘portfoliosites’.
pdf pagina 12 van 12 obkcompact.pdf
54 obkcompleet algemene studiedag
de algemene studiedag obkcomp
Deze studiedag werd gehouden op 24 april 2003 in de
Design Academy in Eindhoven. Het programma was niet
opgezet als een verantwoording van projectresultaten.
Wel werden er een aantal voorbeelden van ‘best practices’
in onderwijs en praktijk gepresenteerd en er werden
sprekers uitgenodigd die in het verlengde van discussies
uit de themakringen een interessante visie verkondigden.
Via parallelsessies was het voor de deelnemers mogelijk
om het dagprogramma individueel vorm te geven. De
volledige kenniskring werd uitgenodigd en de opkomst
(156 bezoekers) was zeer hoog.
Programma studiedag OBKCOMP gebouw De Witte Dame, Eindhoven donderdag 24 april 2003
10.00 u
10.30 u
Ontvangst, registratie en koffie
Opening door Jules van de Vijver AKV St Joost Breda, voorzitter OBK
gevolgd door dagvoorzitters Liesbeth in ’t Hout Design Academy Eindhoven en Albert Van Der Weide Academie Minerva Hanzehogeschool Groningen
10.40 u Computers en kunststudenten, een geïllustreerde praktijkvisie
Monique Mulder Mattmo, Amsterdam
11.00 u Databases en kunstenaars, een onderwijspraktijkverhaal over fuzzy logic
Bas Könning ArtEZ AKI Enschede
11.10 u Ontwerpende computers, een toekomstvisie op onderwijs en beroep
Petr van Blokland KABK Den Haag
11.30 u
Koffie, thee en pauzeprogramma = interactief studentenwerk:
studenten van alle Nederlandse academies presenteren voorbeelden van eigen interactief werk
Parallelsessie P
12.00 u
keuze uit 3
Sessiehost: Wilhelm Weitkamp Artez Kampen
sessies Portfolio-sites en elektronische leeromgevingen, opzet & redactie
Parallelsessie M
Sessiehost: Jules van de Vijver AKV St Joost Breda
Media, kunst, praktijk & lesgeven
Mediakunst op Minerva
Academie Minerva Hanzehogeschool Groningen
Digitaal portfolio
Bill Spinhoven
WdKA Rotterdam
Hippies from Hell, filmintro
Louis van der Linden
IP Producties, Amsterdam
Onderwijsplatform
Ine Poppe
AKV St Joost Breda
Bas Leurs
Kijken en horen
Interfaculteit beeld & geluid UL/KABK Den Haag
Learning Environment for the Digital Academy
Taco Stolk
HKU Utrecht
Emile Bijk
13.00 u
De ondernemende kunstenaar
AHK Amsterdam
Johannes Mol
Informatie en context
WDKA Rotterdam / AKV St Joost Breda
Rob van Kranenburg
Vernieuwing kunsttheorie kunstonderwijs
Frank Mohr Instituut Groningen
Petri Leijdekkers
Laptop lunch en pauzeprogramma = interactief studentenwerk
Film: Hippies from Hell, Ine Poppe, Nederland, 53 minuten
Parallelsessie P (herhaald)
14.00 u
keuze uit 3
Sessiehost: Peter Godefrooij Artez Arnhem
sessies Portfolio-sites en elektronische leeromgevingen, opzet & redactie
Digitaal portfolio
WdKA Rotterdam
Louis van der Linden
Digitaal Atelier
Artez Enschede
Johan Visser en Bas Könning
CLK, ondersteuning van kenniscreatie in het
kunstonderwijs
HKU Utrecht
Emile Bijk
15.00 u
Parallelsessie Z
Sessiehost: Jos Holtkamp Premsela stichting, Amsterdam
Zelfstandig studeren: over zoeken en
beoordelen van informatie
Parallelsessie V
Sessiehost: Jeroen Chabot WdKA Rotterdam
Vervagen van de grens van
autonoom en toegepast
Parallelsessie 3D
Sessiehost:
Liesbeth in ’t Hout Design Academy Eindhoven
3D computergebruik: praktijk & lesgeven
Ontwerpbureauvisie op ict-onderwijs
Eden Design Amsterdam
Flip Wegner
Typ, PARK tv, handboek/voetboek
Digitale Dingen Amsterdam
Peter Mertens
CtrlAltDel, webwerkzaamheden
Ctrlaltdel.org Amsterdam
Peter Luining
CAD/CAM in keramiek
Europees Keramisch Werk Centrum Den Bosch
Matthias Keller
Stereolithografie, driedimensionaal printen
FirstModel Leek
Marcel Hoeve
Lessen in 3D
Design Academy Eindhoven
Frans Hegge
Koffie, thee en pauzeprogramma = interactief studentenwerk
15.30 u Vooruitblik op de publicatie Webontwerp – een monografie van ZOO producties
Robert van Rixtel [Z]OO producties Eindhoven
15.40 u Festivalverslag Dutch Electronic Art Festival DEAF 25 febr / 9 maart 2003
Alex Adriaansens V2 Rotterdam
16.00 u De discussieleiders van de zes parallelsessies discussiëren met elkaar over de toekomst van ict in kunstonderwijs en praktijk,
en nemen de ervaringen van de dag door
Forumdiscussie onder leiding van Albert Van Der Weide met als deelnemers:
Jeroen Chabot, Peter Godefrooij, Jos Holtkamp, Liesbeth in ’t Hout, Richard Ouwerkerk, Jules van de Vijver, Wilhelm Weitkamp
16.30 u
Borrel ter afsluiting
pdf pagina 1 van 2 studiedagobkopening.pdf
55 obkcompleet algemene studiedag
landelijke obkcomp-studiedag
vakdocenten, medewerkers, stafleden en
studenten uit het kunstonderwijs
te gast in eindhoven
opening studiedag
In de jaren tachtig en negentig werd over
technology-push gesproken: het aanbod
aan nieuwe computertechnologie veroorzaakte nieuwe productie- en communicatiepraktijken.
6
Inmiddels zijn wij in een periode beland
algemene studiedag obkcomp
waarin wij hogere eisen stellen aan de
In mijn rol van voorzitter van het landelijk
24 april 2003 in De Witte Dame, Eindhoven
overleg beeldende kunsten (OBK) is het mij informatietechnologie: de menselijke maat,
kwaliteit van leven en gebruiksgemak zijn
een genoegen u welkom te heten op deze
dagvoorzitters
belangrijker geworden dan voorheen.
studiedag.
Liesbeth in ’t Hout • lid college van bestuur Design
Het gaat er nu om manieren te ontwikkelen
Velen van u hebben deelgenomen aan het
Academy Eindhoven
waarop ict ons werk en leven echt verrijkt.
voortraject dat tot deze dag heeft geleid.
Albert van der Weide • directeur Academie Minerva
Deze humanistische invalshoek is echter niet
Een belangrijk doel van het OBK-COMPGroningen
vanzelfsprekend. Want hier tegenover staat
project is onze kennisnetwerken op het
de mogelijkheid dat wij meer een functie
gebied van ict te versterken. Ik hoop dat
sprekers (studiedagverslagen)
van de systemen worden die we hebben
Jules van de Vijver • voorziter overleg OBK, voorzitter de project-werkzaamheden en deze dag
ontwikkeld, dan dat die systemen ons ten
inderdaad tot dat resultaat zullen leiden.
directie AKV St Joost Den Bosch/Breda
dienste staan.
OBK-COMP is in april vorig jaar in korte tijd
Monique Mulder • praktijkvertegenwoordiger
Kunstenaars en vormgevers spelen hierbij
door de in het OBK verzamelde academies,
Mattmo Amsterdam
en met steun van de HBO-Raad, van de grond een rol: art-push kan bijdragen aan het in
Petr van Blokland • KABK Den Haag
check en humaan houden van ict-technologie
Johannes Mol • De Ondernemende Kunstenaar, AHK getild.
en haar integratie in alle aspecten van onze
Amsterdam
samenleving.
Ondanks alle ontwikkelingen in de laatste
Immers: idealiter biedt de kunstenaar
twee decennia merk je regelmatig dat
eindforum
uit eigen visie en beweging alternatieve
de buitenwereld nog steeds wat vreemd
Jeroen Chabot • WdKA Rotterdam
aankijkt tegen ict in de kunst en in het kunst- gezichtspunten, ervaringen en
Peter Godefrooij • HKA Arnhem
oplossingen.
Liesbeth in ’t Hout • Design Academy Eindhoven
onderwijs.
Zelf weten wij wel beter: ict is een belangrijk Mede ten aanzien van ict zal dit de centrale
Richard Ouwerkerk • WdKA Rotterdam
competentie moeten zijn die in het kunst‘fact of life’ in onze sector, waar wij al jaren
Jules van de Vijver • AKV St Joost Den Bosch/Breda
onderwijs gekoesterd en gestimuleerd wordt.
Albert van der Weide • Academie Minerva Groningen mee bezig zijn. Ook hebben kunstenaars
door de jaren heen een niet onaanzienlijke rol
Wilhelm Weitkamp • CABK Kampen
Er ligt een lange interessante dag voor ons,
gespeeld bij de ontwikkeling van ict.
Reeds in 1992 produceerden wij als gezamen- dus ik wil het hier wat betreft inleidende
overige sprekers
beschouwingen bij laten.
lijke kunstacademies een lijvig rapport over
Alex Adriaansens • praktijkvertegenwoordiger V2
computers in het kunstonderwijs. Nu, tien
Rotterdam
jaar later, was het hoog tijd voor een vervolg Rest mij u allen een leerzame en inspirerende
Emile Bijk • HKU Utrecht
studiedag toe te wensen, alle projecthierop.
Frans Hegge • Design Academy Eindhoven
deelnemers, de projectleider Rens Holslag
Het is verheugend dat dit wederom lijkt te
Marcel Hoeve • praktijkvertegenwoordiger firma
en de stuurgroep alvast te danken voor hun
zijn gelukt.
First Model, Leek
Het geeft weer eens aan hoe vitaal en capabel inspanningen en het woord te geven aan uw
Matthias Keller • praktijkvertegenwoordiger
ons hoger beeldende kunst- en vormgevings- dagvoorzitters.
Europees Keramisch Werkcentrum Den Bosch
onderwijs is.
Bas Könning • AKI Enschede
Rob van Kranenburg • WdKA Rotterdam / AKV St
Joost Breda
Petri Leijdekkers • Academie Minerva Groningen
Bas Leurs • AKV St Joost Breda
Louis van der Linden • WdKA Rotterdam
Peter Luining • praktijkvertegenwoordiger CtrlAltDel
Amsterdam
Peter Mertens • praktijkvertegenwoordiger Digitale
Dingen Amsterdam
Ine Poppe • WdKA Rotterdam
Robert van Rixtel • praktijkvertegenwoordiger [Z]OO
producties Eindhoven
Bill Spinhoven • Academie Minerva Groningen
Taco Stolk • KABK Den Haag
Jack Verduyn Lunel • KABK Den Haag
Flip Wegner • praktijkvertegenwoordiger Eden
Design Amsterdam
pdf pagina 2 van 2 studiedagobkopening.pdf
Opening studiedag OBK-COMP op donderdag
24 april 2003 door Jules van de Vijver,
voorzitter overleg beeldende kunst OBK,
directie Akv St Joost Den Bosch/Breda
56 obkcompleet algemene studiedag
landelijke obkcomp-studiedag 24 april 2003
vakdocenten, medewerkers, stafleden en
studenten uit het kunstonderwijs
te gast in de witte dame, eindhoven
6a
lezing monique mulder
ict in het kunstonderwijs
de integriteit van de techniek
Zijn we bereid om de techniek op een andere
manier te willen zien?
beknopte introductie
Monique Mulder, een van de oprichters van
Mattmo, pleit bij de evolutie van ict voor
aandacht voor emotionele waardes naast
de al ruim toebedeelde functionele waardes. De c in ‘informatie en communicatie
technologie’ (ict) zou volgens Monique nu
nog beter voor ‘connectie’ kunnen staan;
de communicatie is namelijk technisch en
gortdroog en niet meer dan de weg van A naar
B. Een vergelijking tussen de begindagen
van ict in de kunst met nu leert dat de
gereedschappen nu veel verder uitontwikkeld
zijn, maar dat daardoor wel eens ‘de spanning
om te willen ontdekken, en de zoektocht naar
het onbekende’ ontbreekt. Pakketten zijn
slechts vensters met uitzichten, het zijn geen
inzichten.
Het onderwijs moet ict naar een ander
gebied brengen en er het label ‘tool’ vanaf
halen. Medium- en disciplineonafhankelijk
denken is belangrijk om ict los te maken van
de automatische koppeling met efficiëntere
productieprocessen.
sprekertekst door Monique Mulder, Mattmo,
Amsterdam
[obkcompleet / pagina 56 tot en met 57]
is digitaal beschikbaar via
studiedagobkmoniquemulder.pdf
download via www.obkcomp.org
Alles is communicatie; alles heeft een perceptuele waarde en verandert snel. Daarom
doet Mattmo doorlopend onderzoek naar
visuele notaties: hoe wordt de informatie
gepresenteerd, hoe legt men associaties en
hoe werkt de beperking van een computerscherm binnen een ontwerpproces?
Een paar aspecten om dieper op in te gaan.
Wij proberen continu de fysieke wereld en de
digitale wereld met elkaar te laten versmelten
om aan te tonen dat een digitale wereld niet
alleen op een scherm plaatsvindt, maar al
totaal geadopteerd is in ons dagelijks vizier,
ons dagelijks denken en leven. We zien het
nog steeds als een separate wereld, maar het
komt al dichter bij elkaar. Dit vindt je terug in
interfaces, software tools en producten.
Je ziet dat het steeds meer op en onder onze
huid komt te liggen en dat wij ons iedere dag
door een digitale wereld proberen te banen.
Je ziet dat niet alleen ons gedachtegoed maar
ook ons lichaam er letterlijk bij betrokken
wordt. Wij moeten er niet alleen mee leren
omgaan maar we moeten het eerst proberen
te begrijpen.
Digitale werelden zijn in beweging zoals
een kustlijn. Ze zijn niet zo ‘pre-defined’ of
statisch; het is een vorm in beweging.
Naast het concept is er het ambacht en het
vermaterialiseren van het gedachtegoed. De
kracht en de macht die wij op onze omgeving
kunnen hebben. Door deze weerstand kunnen wij creëren en vormen.
We moeten geen bouwplan of een huis maken
maar een structuur met mogelijkheden waarbinnen gecreëerd kan worden met een zo
hoog mogelijke flexibiliteit. We maken geen
af-systeem of -vorm maar een principe of
een mogelijkheid met een openen structuur.
Het is een nieuw ambacht dat uit het systeem
de wereld moet worden ingebracht. We moeten de nieuwe weerstanden van de digitale
materie voelen en in onze handen hebben om
er mee te kunnen werken.
De digitale wereld heeft zijn eigen zwaartekracht en de digitale materie heeft zo zijn
eigen weerstand.
Wat kan het ons brengen? Vorm, Symbool en
Inhoud, de drie elementen waaruit cultuur is
opgebouwd. Om uit te leggen in welk stadium
de ict zich op dit moment in de tijd bevindt
wil ik een kort voorbeeld geven.
Architectuur is een discipline in onze cultuur.
Om een discipline te worden, heeft het een
evolutie doorlopen. Een dak was eerst puur
functioneel om droog te blijven. Vervolgens
werden symboliek en inhoud er aan toegevoegd, waarna het tot architectuur kon
worden.
Ict staat nog helemaal in het beginstadium.
We zijn nog maar net ‘geconnect’, oftewel
net droog. We zijn pas met de vorm bezig.
Er is nog geen symboliek en inhoud aan
gegeven. Het heeft zich dus nog niet kunnen
ontwikkelen tot een discipline of stroming
binnen cultuur zoals architectuur, mode en
film dat inmiddels wel zijn.
iCt met een hoofdletter C
Van it: Informatie Technologie naar ict:
Informatie- en Communicatie Technologie.
Communicatie wordt binnen de ict nog
steeds op een technische en gortdroge
manier benaderd. Het duidt puur de weg
van A naar B. We hebben ons dus met elkaar
weten te verbinden. Ict wordt als het vehikel
gezien en niet als een inhoudelijk gegeven.
Hiermee is het een constructie zonder emotionele waarde.
Ict is geen Informatie en Communicatie
Technologie maar Informatie en Connectie
Technologie.
Het heeft niets met communicatie te maken;
communicatie is namelijk sociaal gedrag.
Zachtere waarden als intuïtie, emotie en
drama zijn essentiële gevoelens binnen de
toegepaste kunst disciplines die door ict
kunnen worden verbeeld en tastbaar kunnen
worden gemaakt.
Dit zou de tweede stap binnen de evolutie
van de ict kunnen zijn.
pdf pagina 1 van 2 studiedagobkmoniquemulder.pdf
57 obkcompleet algemene studiedag
Met ict zijn we nu op een punt gekomen dat
we het niet meer over de weg van A naar B of
over de 4 wielen hebben binnen het kunstonderwijs maar toe zijn aan inhoud, gevoel,
contemplatie en sublimatie. De meeste
innovatie vindt plaats in de overlap van
disciplines; wederzijdse inspiratie om tot
nieuwe ideeën te komen.
Dit aspect moet binnen de ict naar voren
De digitale materie is meerdimensionaal.
komen. Naast de functionele waarde moet
Tijd, ruimte en vergankelijkheid bepalen
Toen ik voor het eerst in 1986 een Summer
ook de emotionele waarde naar boven worin sterke mate de vorm. Je praat over
den gebracht om kunstenaars en ontwerpers School volgde voor Computer Animation,
bracht het mij echt naar andere werelden. De gelaagdheid en de directheid werkt anders.
te kunnen laten sublimeren. Sublimatie is
Synchroniciteit en snelheid worden vaak aan
essentieel om inzicht te krijgen, verrukking te euforie, de ontdekking, het enthousiasme
elkaar gekoppeld.
dat bij mij werd aangewakkerd, gaven zo’n
ervaren en te kunnen reflecteren.
Bij deze creatieve processen moeten kennis
enorme drive, dat ik mogelijkheden zag en
en intuïtie als tool worden ingebracht.
begon te creëren.
Tot nu toe hebben we documentatie en
Crosslinks en koppelingen doen de lineaire
Er waren toen geen echte tools en alles
creatie tot op zekere hoogte uitgewerkt,
navigatie verdwijnen en is niets meer
moest ontwikkeld worden. Dit had wel veel
met name voor efficiëntere presentatie- en
productieprocessen. Het is tijd om de ict aan nadelen, maar het grote voordeel was dat er statisch.
niets werd gedicteerd. Er werd niet gezegd
het begin van het creatieproces in te zetten
We zullen een nieuw evenwicht moeten
wat een digitale wereld was of zou moeten
en te transformeren van presentatievorm
zijn. We leerden een eigen vocabulaire en taal vinden in een wereld waar een andere zwaartenaar inspiratievorm binnen de bestaande
kracht heerst.
en bedachten zelf wat we wilden doen; het
disciplines. Dit proces zal uiteindelijk bijOnze instinctieve en primaire gedragsdragen aan de volwassenwording van de ict. spelen met je intuïtie om te zien wat je kon
bereiken, hoe het voelde en de ervaring hoe patronen, emoties en denkprocessen passen
zich hier langzamerhand op aan. Het gaat
rijk die wereld was. Dat gaf de spanning om
Als we ict daadwerkelijk willen toepassen
trager dan de voortschrijdende technologie
te willen ontdekken, de zoektocht naar het
als een geïntegreerde actuele vorm binnen
en we moeten onszelf een incubatietijd
onbekende.
disciplines dan zullen we het moeten
geven om ons aan te passen, willen we niet
We werden geënthousiasmeerd en onze
verweven met de tools, de traditie, het
gedesoriënteerd raken.
fantasie werd continu geprikkeld. Het
gedachtengoed, het materiaal, de analogie
scheppen van een omgeving waarin iedereen Als we inzien dat onze primaire reflexen
en de output die wij creëren. Het wordt dus
zijn persoonlijke beeldtaal kan ontwikkelen, binnen de digitale wereld anders werken,
als het ware toegevoegd aan symbool en
daar gaat het om en dat kan als je de vrijheid zullen intuïtieve reflexen die binnen de
inhoud.
kunsten werken ook mee veranderen.
hebt om te creëren.
Als je de nieuwe media als discipline zou
Ict wordt vaak ingezet voor een kwantiteitsEen opleiding is de olie om de gedachten
ontkennen en volledig verweeft met andere
effectief te verbeelden. Het heeft mij geleerd proces, maar wij willen het in een kwaliteitsdisciplines, kan het uitgroeien tot een
proces inzetten. Zo kan er gekeken worden
om niet te schromen op ander terrein te
volwaardig en volwassen structuur die
of de digitale materie als inspiratietool
komen, het heeft mij aangemoedigd om
disciplines kan dragen en ondersteunen.
kan fungeren en ons nieuwe inzichten kan
interdisciplinair te experimenteren.
Je moet ontwerpers opleiden die het
ambacht beheersen van de ict. Het praktisch Geen van ons was bezig met het ontwikkelen brengen. ‘Research and development’
is daarom essentieel binnen ontwerpvan tools. We waren bezig het voor elkaar
toepassen van de ict binnen de disciplines
omgevingen. Het ontwikkelen van eigen
krijgen van een beleving en een ervaring.
moet een routine worden, zodat ze de taal
software en producten geeft ontwerpers en
Die glimp die ik toen heb opgevangen, de
leren die ze later kunnen spreken. Maar dit
aanlokkelijkheid van de digitale materie, dat kunstenaars vrijheid en mogelijkheden.
middel moet niet het doel worden van een
Pakketten zijn slechts vensters met
is nodig binnen een creatief proces en dus
kunstacademie.
uitzichten, het zijn geen inzichten.
binnen het kunstonderwijs.
Ik grijp even terug naar ‘wat kan het ons
Nu, zo’n vijftien jaar later, hebben we het
brengen?’ Vorm, Symbool en Inhoud.
over Monique Mulder zie ‘curriculae vitae sprekers’
voordeel dat de tools laagdrempelig zijn
en voor bijna iedereen binnen handbereik
Wat belangrijk is voor het creatieve proces
liggen, maar wat daarbij verloren is geraakt is
is het aansporen van het gebruik van de
de onbevangenheid, het willen ontdekken.
immateriële waarden. Disciplines als mode,
Die glimp die mij raakte is versluierd door
architectuur, grafisch ontwerp en film zijn
uitontwikkelde tools.
verder geëvolueerde disciplines waar ict en
tools zijn binnengedrongen in het ontwerp- Dit brengt met zich mee dat je gedicteerd kan
worden door de mogelijkheden en belangen productieproces. Wel zeer gericht op de
output. We moeten ict naar een ander gebied rijker nog, de beperkingen van de tools. De
kpt tools en andere voorbedachte filters in
brengen. Het moet het label tool ontstijgen
en door disciplines heen worden vervlochten. Photoshop die door grafisch ontwerpers
Medium- en disciplineonafhankelijk denken worden toegepast en de basic elements en
is belangrijk om grip te krijgen op een digitale polygonen-ramen binnen de architectuur zijn
hiervan een voorbeeld.
wereld en om ons te laten inspireren door
deze digitale wereld in een prestadium in
plaats van de digitale wereld uitsluitend in te
zetten voor efficiëntere productieprocessen.
Net als bomen in een bos, die voor mij het
materiaal hout kunnen zijn en een functionele
waarde hebben in de vorm van een tafel.
Ze kunnen mij ook een poëtische ervaring
geven en een bron van inspiratie zijn; een
emotionele waarde.
pdf pagina 2 van 2 studiedagobkmoniquemulder.pdf
In hoeverre kan ict een rol spelen binnen de
immateriële waarden, zoals het scherpen van
de geest, het verleiden van het oog en het
stimuleren van de wil.
Ict heeft een zachte en poëtische kant. Ict
kan ons ontroeren en het kan ons verhalen
vertellen.
58 obkcompleet algemene studiedag
landelijke obkcomp-studiedag 24 april 2003
vakdocenten, medewerkers, stafleden en
studenten uit het kunstonderwijs
te gast in de witte dame, eindhoven
lezing petr van blokland
ontwerpende programma’s,
een toekomstvisie op
onderwijs en beroep
In dit verhaal wil ik niet ingaan op de verschillende definities die in omloop zijn over
begrippen als creativiteit, scheppen, kunst
en ontwerpen. Afgezien dat er hierover net
6b
Aan mij de uitdagende maar ook riskante taak zoveel meningen bestaan als mensen (zowel
binnen als buiten het vakgebied) doet het in
om een toekomstvisie over het ontwerpvak
beknopte introductie
‘Teneinde een beeld te krijgen van de richting te verwoorden. En daaraan vast ook de relatie de context van mijn verhaal niet zo erg ter
zake. Ik beperk me tot eigenschappen van
die het ontwerponderwijs in de toekomst op met het ontwerponderwijs.
creatieve processen, ontwerpprocessen,
Uitdagend, omdat het altijd aardig is om
zou moeten, is het op zijn plaats minstens
in de meest algemene zin. Ontwerpen als
een poging te doen om het ontwerponderwijs samen met andere mensen te extrapoleren
iteratief proces, steeds vijf stappen heen en
waar ontwikkelingen van vroeger, via
van vandaag onder woorden te brengen.
Richting heeft alleen waarde als je weet waar vandaag, in de toekomst uit zouden kunnen weer drie terug. Het zoeken in het labyrint
van mogelijke oplossingen voor een ontkomen. Om in schatten of wat vandaag
je staat.’
werpprobleem. Ook zullen we kijken naar
belangrijk is, dat morgen nog steeds is.
Petr van Blokland geeft zijn visie op de toede rol die het onderwijs daar in zou moeten
Welke van de eigenschappen van kunst
komst van het vak ontwerpen. Hij beschrijft
hebben.
en ontwerpen zijn zo universeel dat ze
hoe het kunstonderwijs de studenten zo
Ik hoop aan te tonen dat de visie over
onafhankelijk zijn van veranderingen in
kan opleiden dat ze in dat toekomstbeeld
ontwerpprocessen vanuit dit perspectief
smaak, mode en taal. En ook onafhankelijk
kunnen functioneren. Het artikel levert
zo generiek is, dat alle scheppende vakken
van voortschrijdend inzicht en de stand der
geen star futurama maar Petr beschrijft
er onder vallen. Ook hoop ik aannemelijk te
techniek.
een aantal dilemma’s en geeft aan welke
maken dat het er in toekomstige varianten
Riskant, omdat elke toekomstvisie per
zekerheden en onzekerheden er volgens
van het vak eigenlijk niet langer toe doet welk
definitie achterhaald wordt. Niets is zo
hem in de ontwikkeling van het ontwerpen
etiket we er op plakken.
gedateerd als een science fiction film van
besloten liggen. De techniek wordt niet
geschuwd, maar de reikwijdte van het artikel dertig jaar geleden. Een toekomstvisie kan
Het opleiden van ontwerpers kent twee
is veel breder en omvat ook de positie van de alleen extrapoleren, voortborduren op
conflicterende belangen. Enerzijds is het
bestaande, bekende ontwikkelingen. We
student en van de opdrachtgever. Praktisch
schatten de toekomst in als een uitvergroting goed om studenten de kneepjes van het vak
onderbouwd met voorbeelden uit de eigen
te leren. Hoe gedraagt een materiaal zich?
van vandaag. Maar discontinuïteiten zoals
lespraktijk.
Wat is puntvergroting? Hoe ga je met een
de uitvinding van de boekdrukkunst, 11
sprekertekst door Petr van Blokland, KABK,
opdrachtgever om? Waarom heet ‘interlinie’
september, de uitvinding van de transistor,
Den Haag
telefoon, internet, het ontstaan van SARS en in Quark XPress eigenlijk ‘regeltransport’?
[obkcompleet / pagina 58 tot en met 60]
kippengriep, of de ontdekking van vuur, zijn Waarom wordt bij het werken met plakkaatis digitaal beschikbaar via
niet in voorspellingen weer te geven. Zonder verf geel niet donkergeel maar groen als je
studiedagobkpetrvanblokland.pdf deze onvoorspelbaarheden zouden we nog het met zwart mengt? En waarom lukt dat
op een beeldscherm wel? Waarom is het niet
steeds alles met de hand schrijven, zouden
download via www.obkcomp.org
handig om paginacijfers op de rand van een
we vrienden hebben die niet verder wonen
dikke katern te zetten? Wat is de lossingsdan loopafstand, elke avond naar bed gaan
hoek bij spuitgieten? Wat is het verschil tuszodra het donker is, evenzoveel kinderen
hebben, en alleen die groenten eten die rauw sen tekenen en schilderen? Waarom hebben
letters schreven?
verteerbaar zijn.
Anderzijds is alles wat je een student vertelt,
Veel veranderingen doen zich plotseling
precies dat wat hij of zij later vooral niet moet
voor, discontinu, zonder dat daarvoor
gaan doen. Een ontwerper moet zijn eigen
een direct zichtbare aanleiding bestaat.
Bovendien is de aard van het vak zodanig dat handschrift ontwikkelen, per definitie is dat
zijn of haar bestaansrecht. En ook de wereld
vooral kunstenaars, ontwerpers en wetenschappers zich tot taak stellen de toekomt zo verandert zo snel, dat geleerde normen en
onvoorspelbaar mogelijk te maken. Voor een waarden in praktijk al snel niet meer acceptoekomst die herleidbaar is uit vandaag heb tabel zijn.
Op de jaarlijks terugkerende vraag van stuje geen creatieve mensen nodig.
denten wat ze nu precies moeten inleveren
heb ik als antwoord: ‘datgene wat je denkt
dat ik gevraagd heb, maar iedereen die zich
er aan houdt krijgt een onvoldoende’. Zo’n
antwoord is niet een poging om studenten
met een kluitje in het riet te sturen, hoewel ze
dat wel vaak denken.
pdf pagina 1 van 3 studiedagobkpetrvanblokland.pdf
59 obkcompleet algemene studiedag
Om een beeld te krijgen van de richting die
het ontwerponderwijs in de toekomst op zou
moeten, is het op zijn plaats om minstens een
poging te doen om het ontwerponderwijs van
vandaag onder woorden te brengen. Richting
heeft alleen waarde als je weet waar je staat.
Ontwerpen, en vooral het onderwijzen van
ontwerpen, heeft een hoog Zen-gehalte.
Ontwerpers die zich niet de juiste vragen
stellen krijgen nooit het goede antwoord.
Voor studenten, daarentegen, die in staat zijn
hun eigen probleem te te formuleren, vinden
de wereld aan hun voeten.
Een anekdote: In het kader van het vak
‘ontwerpen’ dat ik geef aan de grafische
afdeling van de Koninklijke Academie van
Beeldende Kunsten in Den Haag, moeten
studenten een huisstijl met bijbehorend
huisstijlhandboek maken. Niet om het handboek als zodanig, maar om te oefenen in het
verwoorden van de structuur die achter de
huisstijl zit. Het gaat bij het ontwerpen van
huisstijlen meestal niet het plaatje zelf, maar
om het systeem waardoor het onderhoud ook
door een ander ander ontwerper kan plaatsvinden. Die wil ook wel eens op vakantie of
nog eens aan een andere nieuwe opdracht
beginnen.
Eén van mijn studenten gaf te kennen dat
hij het onzin vond om een huisstijlhandboek
te maken. En ik legde uit dat ik het toch een
belangrijk onderdeel van zijn examen vond,
hij had het maar te doen.
Een dag voor zijn examen stuurde deze
student mij een fax van 2 pagina’s waarin hij
punt voor punt uiteen gezette waarom hij niet
een handboek zou maken. Maar dit schrijven
was zo’n overduidelijk bewijs dat hij het wel
had kunnen maken, dat ik het werk met een
zeer goed cijfer heb beoordeeld.
Als ik dit verhaal aan studenten vertel is hun
eerste reactie dat als ze ergens vanaf willen,
het volstaat om een fax te sturen waarin ze
uitleggen dat ze het niet gaan doen. Maar nu
werkt de truc niet meer. Het vakmanschap
zat niet in de inhoud van de brief als zodanig,
maar vooral in het initiatief dat hij hen hem
heeft gestuurd. Dat hij daarmee aangaf te
kunnen inschatten welk middel in welke
situatie op welke moment een adequate
oplossing biedt. Precies wat de taak van
ontwerpers is.
pdf pagina 2 van 3 studiedagobkpetrvanblokland.pdf
Het opleiden van studenten voor het ontwerpvak (en overigens ook voor alle andere
vakken) bestaat uit het balanceren tussen
twee uitersten.
De liberale benadering is om alleen aandacht
te geven aan die studenten die op in de les
komen, en dan ook nog blijk geven van extra
interesse in het vak. Overleven in het ontwerper kan alleen als je beter bent dan anderen,
en in dat opzicht lijkt het recht van de sterkste genoeg reden om je als docent alleen met
de beste van de klas te bemoeien.
Anderzijds is de sociale benadering, om
vooral aandacht te geven aan de zwakke
studenten, wegblijvers thuis op te bellen,
een humanere werkwijze van de docent. De
goede studenten redden het in de praktijk
toch wel en hebben daarom in praktijk geen
hulp nodig.
De waarheid is dat beide conflicterende
benaderingen beide waar zijn. De docent
beweegt zich voortdurend tussen deze
uitersten, in de wetenschap dat elke vorm van
aandacht tekort schiet aan de andere kant.
Zoals de opdrachtgever het ontwerp krijgt
dat hij verdient, zo krijgt de student het
onderwijs dat hij verdient.
Zo zijn er nog wel een paar van dit soort
dilemma’s.
‘Een ontwerper moet zo min mogelijk van
productieprocessen weten’.
Alle kennis die een ontwerper heeft over de
beperkingen van het vermenigvuldigen van
een ontwerp, doet afbreuk aan het creatieve
proces. Ik zal in het kader van dit verhaal niet
verder uitweiden, maar ik weet zeker dat u
zich zo een paar ontwerpburo’s kunt voorstellen die dit principe hoog in het vaandel
heeft staan.
In tegenstelling tot het uitgangspunt dat:
‘Een ontwerper zoveel mogelijk over productieprocessen moet weten’, want alleen dan
is kan een ontwerp ook precies zo worden
uitgevoerd als de ontwerper heeft bedoeld.
Alleen grondige vakkennis over de productie
kan de ontwerper behoeden voor missers
die of een extreme stijging van kosten of het
onnodig verlengen van de productietijd tot
gevolg hebben. Als voorbeeld van de laatste
stelling kunt u denken aan drukkerijen die
hun eigen vormgevingsafdeling hebben, en
die nooit iets zullen mogen bedenken dat niet
in die drukkerij kan worden geproduceerd.
Ook hier bestaat de werkelijkheid uit een mix
tussen beide uitersten. Ontwerpers worden
geacht een optimale vrijheid te nemen binnen de beperkingen van de oplossing. Het is
evident dat zij daarmee een goede scheiding
moeten kunnen maken tussen de go-no-go
eisen van een opdrachtgever (eisen zonder
welke het ontwerp geen bestaansrecht heeft
zoals de wielen van een auto) en wensen van
de vrouw van de directeur (die toevallig erg
van groen houdt).
Elke balans tussen de beide uitersten vergt
kennis over de omgeving. Doordat een ontwerper zich niet in een vacuüm functioneert,
maar onderdeel is van een veranderende
omgeving, is het nodig dat studenten worden
opgeleid om in zo’n omgeving te functioneren. Dat is een taak die verder gaat dan het
demonstreren van PhotoShop filters. Evenzo
kan een ontwerpproces zich alleen afspelen
binnen kennis over de maatschappelijke
context. Beangstigend, in dat opzicht is wel
om te realiseren dat de leeservaring van een
te groot aantal studenten niet verder reikt
dan de Spits en Metro van die dag.
‘Een ontwerper moet nooit zijn eigen gereedschap maken. Specialisten kunnen dat veel
beter.’
Ontwerpers zijn er voor de creatieve kant.
Je moet ze niet vermoeien met het schrijven
van software, slijpen van beitels, schrijven
van rapporten. Dit opsplitsen van disciplines
zien we vooral in de grote buro’s. De ontwerper is schakel in een proces, samen met
account managers, werktekenaars, concept
bedenkers. De functie van de ontwerper is
gemodelleerd naar de omgeving. En daarin
is geen plaats voor het ontwikkelen van
middelen die dit proces verstoren.
Maar ook dit dilemma heeft een tegenspeler:
Alleen een ontwerper kan het gereedschap
maken dat voldoet aan de eisen die hij er aan
stelt. ‘Het maken van gereedschap is onderdeel van het ontwerpproces zelf.’ Onder
gereedschap moeten we niet alleen verstaan
de software en hardware, maar ook het
ontwerpproces zelf. Het proces moet meeveranderen met het ontwerp. En dat proces
zelf ook weer. Ontwerp is niet alleen meta,
maar ook meta-meta-meta.
Een ander dilemma is dat ‘Een ontwerp moet
voldoen aan de eisen van de opdrachtgever’.
Alleen dan bestaat de opdracht. Aan de andere kant is het is de taak van de ontwerper om
zoveel mogelijk af te wijken van waar een
opdrachtgever om vraagt. Want die weet
niet waar hij om vraagt anders was er geen
ontwerper nodig.
60 obkcompleet algemene studiedag
de ontwerppraktijk over veertig jaar
Ik herinner me een discussie met Jacques
Jansen in 1974, ik zat op de academie in
Den Haag, over de vraag of het ooit zo ver
zou komen dat krantenpagina’s geheel op
beeldscherm zouden worden opgemaakt. Hij
kon zich niet voorstellen dat een computer
tekst zo gedetailleerd zou kunnen afbeelden
dat je er als typograaf iets aan zou hebben.
Maar wat we beiden in die tijd nog niet
konden vermoeden is dat zelfs de krant of
boek als gedrukt medium zo snel ter discussie
zou komen te staan.
Wordt het allemaal Windows, Mac of Linux?
Moet je nog steeds Intranet afschermen van
de buitenwereld? Wordt alle informatie in de
toekomst opgeslagen in XML?
Dit standaard dispuut dat we met enige
regelmaat voeren met ict-afdelingen van
opdrachtgevers is voor een belangrijk deel
te beslechten door de vraag: met welk
Operating Systeem ze denken te werken over
veertig jaar. De snelheid van veranderingen,
in combinatie met de oplopende frequentie
van uitvindingen, ontdekkingen en nieuwe
ontwerpen, maakt dat we zo ver in de toekomst geen zinnige uitspraak kunnen doen
over de techniek. Wat we wel weten is dat
het erg veel anders zal zijn dan nu. En wat
nog belangrijker is om ons te realiseren: het
is allemaal totaal onbelangrijk. Iedereen die
over nieuwe technische ontwikkelingen praat
heeft die waarschijnlijk net, of nog net niet,
in huis. De opdrachtgever die vol enthousiasme belt met de mededeling dat hij de foto’s
van de producten nu zelf kan maken en ze via
e-mail verstuurd heeft, komt waarschijnlijk
net terug van een bezoek aan Dixons.
Succesvolle techniek vindt zo snel (en steeds
sneller) een plaats in de samenleving dat het
daarmee in feite ophoudt te bestaan. Wie
zich nog verbaast over e-mail, gps, sms en
mobiel telefoneren heeft waarschijnlijk net
een aansluiting. De rest van de mensen heeft
dat of nog niet, of is er inmiddels zo mee
vertrouwd dat het niet langer nodig is om er
over na te denken.
Ontwerpers die we nu opleiden moeten moet
die kennis veertig jaar vooruit.
Ik heb geen idee hoe een opleiding kan
inspelen op zo’n periode, anders dan
studenten te leren om hun eigen ontwerpprocessen te ontwerpen.
Maar dat vergt meer visie dan alleen het
onderwijzen van zichtbare en bekende
werkwijzen en technieken. Er is veel meer te
ontwerpen dan dat er ontwerpers zijn. En het
aantal te ontwerpen items stijgt sneller dan
dat het aantal ontwerpers stijgt. Denk hierbij
aan de analogie dat zonder automatisering
het aantal benodigde telefonistes groter zou
zijn geworden dan de totale Amerikaanse
bevolking.
Inmiddels zien we steeds meer programma’s
ontstaan die ontwerpbeslissingen nemen.
Variërend van het automatisch aankopen van
aandelen, het automatisch berekenen van de
layout van webpagina’s tot expert-systemen
die naar aanleiding van de schets van een
brochure in het kader van een huisstijl alle
andere brochures kunnen opmaken. Maar
wie schrijft die programma’s? Niet programmeurs, die zien het verschil niet tussen een
schreef- en een schreefloze letter. Of hebben
geen idee wat kerning is. Wie dan wel?
Ik denk dat het antwoord in het verband van
dit verhaal duidelijk is.
Ontwerpen wordt ‘instant’. Elke schets, elk
probeersel is in real time door een opdrachtgever mee te beleven. Er zijn geen afstanden,
er is geen verschil meer tussen ontwerpen,
productie en het houden van een presentatie.
De samensmelting tussen creatie, advies,
performance en media director heeft plaatsgevonden. Hoe heet dat vak? De naam is niet
belangrijk. Uiteindelijk zal het wel een naam
krijgen, maar die moeten wij er nu vanuit ons
historisch gezichtspunt niet aan proberen
te geven. Die ontstaat wel. Belangrijker is
dat we onderkennen dat alle scheidingen,
alle woorden, alle benamingen die we op
dit moment gebruiken om het vakgebied
van kunst en ontwerpen te bespreken in
de toekomst achterhaald zullen zijn. Het
vak is er zelf bij uitstek oorzaak van dat alle
voorspellingen per definitie niet uit zullen
komen. Alles wat we nu kunnen bedenken
zal om diezelfde reden door iemand anders
in de toekomst weer worden ontkend.
Het implanteren van de eerste mobiele
telefoon annex laptop zal in het begin nog
erg spannend zijn. Om vervolgens totaal
onbelangrijk te worden op het moment dat
iedereen er een heeft.
Op een wat concrete niveau kunnen we wel
zinnige voorspellingen doen. Mensen zullen
blijven lezen (hoewel sommigen zelfs dat
zullen ontkennen), zwaartekracht, licht,
contrast, taal, symboliek, grammatica,
logica, wiskunde, muzikale harmonieën,
management, principes van informatieoverdracht, hiërarchie, verhoudingen en kleur
zullen nog wel enige tijd bestaan als axioma’s.
We gaan er vanuit dat ze als grootheden
nog wel enige tijd herkenbaar blijven. Ook
ontwerpprocessen universeel. Het feit dàt
de ontwerper moet kiezen uit vele opties is
inherent aan het proces.
Wat zàl veranderen is onze waardering voor
hoe de parameters moeten worden ingevuld.
Welke optie beter is. Die beslissing is een
taak van ontwerpers. En het is de taak van
het kunstonderwijs om te zorgen dat die
ontwerpers er komen. Niet alleen met
kennis waarmee ze een paar jaar naadloos in
ontwerpburo’s kunnen functioneren, maar
vooral met kennis waarmee ze veertig jaar
lang ontwerper kunnen zijn.
over Petr van Blokland zie ‘curriculae vitae sprekers’
pdf pagina 3 van 3 studiedagobkpetrvanblokland.pdf
61 obkcompleet algemene studiedag
landelijke obkcomp-studiedag 24 april 2003
vakdocenten, medewerkers, stafleden en
studenten uit het kunstonderwijs
te gast in de witte dame, eindhoven
6c
lezing johannes mol
dok, de ondernemende
kunstenaar:
www.beroepkunstenaar.nl
een schat aan informatie
over de zakelijke kant van het
kunstvak
Doelstelling: DOK biedt, in de vorm
van een Kennisbank op internet, kunststudenten en afgestudeerde kunstenaars
sectorspecifiek een schat aan informatie
over de zakelijke kant van hun beroep: www.
beroepkunstenaar.nl
In opdracht van het Sectoraal Adviescollege
Kunstonderwijs (SAC-KUO) wordt op dit
moment daarbij een Oefenbank gemaakt.
Oplevering is voorzien per juni 2003. De
Kennisbank is nu reeds goed gevuld: 150
artikelen, stappenplannen, praktische
wegwijzers, voorbeeldcontracten en
voorbeeld-subsidieaanvragen, etcetera.
Dit betekent een toenemende aandacht voor
al deze aspecten. DOK biedt hierbij ondersteuning in de vorm van lesmateriaal. De site
presenteert voor al deze onderwerpen per
sector de relevante informatie op een korte,
informatieve en praktijkgerichte manier.
Zo hoeft de opleiding deze informatie niet
meer te verzamelen en zelf over te dragen,
maar kan zij de site gebruiken als middel om
studenten te coachen. Met de Oefenbank
zal DOK tevens oefenmateriaal beschikbaar
stellen. Dit kan klassikaal, maar ook individueel gebruikt worden. Bij oefenmateriaal
moet gedacht worden aan: testjes met
meerkeuzenvragen, stappenplannen, cases
met vragen en uitgewerkte antwoorden,
en zogenaamde ‘doolhoven’, waarbij de
bezoeker zich al klikkend een weg baant door
een ‘terra malcognita’.
DOK biedt hiermee een antwoord op twee
manco’s in vrijwel alle opleidingen, die in
menig visitatierapport gemeld en door de
Kunstenmonitor al jaren geconstateerd
worden:
• voorbereiding op de zakelijke kant van de
beroepspraktijk, en
• scholing in ict-vaardigheden.
De website biedt actuele informatie, zonder
password. Daarmee is de informatie voor de
hele doelgroep vrijelijk beschikbaar.
De site kan op verschillende niveau’s worden
gebruikt. Studenten kunnen tijdens hun
studie de site raadplegen bij de stagevoorbereiding en bij de oriëntatie op hun beroeps- de organisatie erachter
praktijk; na afstuderen helpt de site hen op
Op dit moment wordt gewerkt door een
weg bij het vormgeven van die praktijk.
redactie met AHK-docenten (van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten) en
aansluiting bij startkwalificaties, visitatierapporten K&CO-adviseurs (van Kunstenaars&CO).
Daarnaast zijn tientallen deskundigen uit het
en kunstenmonitor
veld bij de site betrokken als auteur. Het SACIn vrijwel alle beroepsprofielen die door de
kuo houdt middels een Stuurgroep een vinger
Projectorganisatie Kunstonderwijs zijn uitgewerkt, komen aspecten van ondernemer- aan de pols.
schap aan de orde. In de profielen genoemde
startkwalificaties hebben o.a. betrekking op: verdere informatie
• inzicht hebben in de arbeidsmarkt
Voor verdere informatie kunt u contact
• sollicitatie-/auditievaardigheden
opnemen met:
• kunnen werken met ict-middelen
Johannes Mol, projectleider vanuit de
• een goede subsidie-aanvraag kunnen
Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten,
opstellen
[email protected], 020 52 77 803
• projectmanagementvaardigheden
Joost Heinsius, projectleider vanuit Kunstenaars&CO, [email protected],
020 53 05 920
Johannes Mol, De Ondernemende Kunstenaar
www.beroepkunstenaar.nl
pdf pagina 1 van 1 studiedagobkberoepkunstenaar.pdf
62 obkcompleet algemene studiedag
landelijke obkcomp-studiedag 24 april 2003
vakdocenten, medewerkers, stafleden en
studenten uit het kunstonderwijs
te gast in de witte dame, eindhoven
verslag eindforum
studiedag 24 april 2003
Dagvoorzitter Albert van der Weide verzamelt
aan het einde van de studiedag een aantal
personen op het podium – waaronder de
6d
gespreksleiders van de parallelsessies – en
beknopte introductie
De parallelsessies op de studiedag bestonden stelt ze ieder één vraag, met het verzoek een
bondig antwoord te geven.
alle uit drie presentaties. Zo’n sessie stond
Als eerste het woord aan Richard Ouwerkerk,
onder voorzitterschap van een van de
stuurgroepleden van obkcomp of van een van die destijds zag hoe de eerste computers de
de andere obk-leden (academiedirecteuren). academies binnen gedragen werden: hij kan
ons beslist adviseren over de vraag wat we
De voorzitters hadden de opdracht om de
met de huidige ict-ontwikkelingen in relatie
presentaties en navolgende discussies te
tot het kunstonderwijs moeten.
reguleren, maar ook om de sessie aan het
einde van de dag plenair te bespreken.
Deze pdf-tekst is het transcript van al die
verslagen. De wens tot samenwerking en
voortgaand uitwisselen van ervaringen bleek
bij veel van deze beleidsmakers hoog in het
vaandel te staan.
verslag van de plenaire eindpresentatie van
conclusies uit de parallelsessies
[obkcompleet / pagina 62 tot en met 64]
is digitaal beschikbaar via
studiedagobkverslagforum.pdf
download via www.obkcomp.org
pdf pagina 1 van 3 studiedagobkverslagforum.pdf
richard ouwerkerk, wdka
rotterdam
Computers; wat moet je er mee en wat moet
je er niet mee. Dat is mijn eerste opmerking.
Op de eerste plaatste moeten de academies
van beeldende kunsten stil staan bij de
verdeling van beschikbare gelden. De academies moeten zich gaan realiseren dat deze
verdeling van gelden stamt uit de tot dat
de academies aan het schilderen waren en
typografie achter een kleine tafel bedreven
werd. Als je nu naar de academies kijkt moet
vastgesteld worden dat er een veel te klein
budget beschikbaar is. Dat moet eerst eens
vastgesteld worden. De volgende vraag is
dan; wat moet je de komende tijd doen? Op
de eerste plaats moet er gezorgd worden
voor een vast budget. Het budget voor de
WdKA is – in oud geld (guldens dus red.) een
half miljoen per jaar. Er zijn andere academies
die op dit gebied een andere performance
hebben dan de WdKA. Als je begint met investeren op dit gebied, dan zou ik er voor pleiten
dat dit geleidelijk aan wordt opgebouwd.
Stel dat je eens begint met twee en eenhalve
ton, en laat dat in een periode van vijf jaar tijd
oplopen tot dat half miljoen. Dat op de eerste
plaats.
Verder, zou je een bedrag gebaseerd op
afschrijving kunnen hanteren. En als je dingen
gaat kopen, luister dan niet naar iedere
willekeurige docent die met een persoonlijk
verlanglijstje komt. Luister naar werkplaatsassistenten, luister naar mensen die er
dagelijks mee bezig zijn. Ook is het zaak op
te passen voor hobbyisme. Iedereen die bij
je binnen komt heeft wel een wensje. Als je
al die wensjes gaat honoreren dan loop het
binnen de kortste keren vreselijk uit de hand.
Op die manier krijg je binnen een academie
never een evenwichtige inventaris.
Een laatste advies; koop ook niet altijd het
nieuwste van het nieuwste. Een computer
van een jaar geleden is binnen een academie
uitmate geschikt en die krijg je voor de helft
van de prijs. Als je je aankoopbeleid op deze
manier aanpakt dan kun je voor een academie
een goede, betaalbare en evenwichtige
inventaris opbouwen. En daar gaat het om.
63 obkcompleet algemene studiedag
jos holtkamp, premsela
stichting voor nederlandse
vormgeving amsterdam
Een derde punt is de steeds stringenter
wordende samenwerking HBO en WO.
Dat vraagt om een positionering van het
kunstonderwijs. Het samenwerkingsproject
parallelsessie Z zelfstandig studeren
Ik ben verbonden aan de Premsela Stichting. van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en
de Hanzehogeschool waarin de kunsttheorie
Ik houd me daar bezig met vraagstuk van
deskundigheidsbevordering. Ik ben van huis centraal staat, is een voorbeeldproject. In
het project is gekozen voor de invalshoek
uit onderwijskundige en vanuit die optiek
houd ik met deze zaak bezig. Wat ik vandaag van de didactiek en voor een benadering
waarbij de specifieke kwaliteiten van beide
interessant vond is, dat het niet alleen en
technologisch hoogstandje was. Er kwamen instituten tot hun recht kunnen komen. Dat is
ook vragen naar voren die betrekking hebben een verfrissende aanpak. Doe een fusie vanuit
de praktijk, vanuit het primaire proces, dat
op de didactiek. Dat vind ik verrassend en
verfrissend nieuw. Ik vind het heel belangrijk levert veel meer op dan het aansturing vanuit
een bestuurlijk niveau.
om vast te stellen dat het kunstonderwijs
bezig is met de didactische ontwikkelingen.
Die ontwikkelingen die gaan veel verder dan
vernieuwing op it gebied. Het gaat evenzeer
om de vraag hoe je dat dan toepast en wat
dat betekent voor de beroepspraktijk.
jeroen chabot, wdka
Tijdens de sessie waar ik bij aanwezig ben
rotterdam
geweest zijn daar zeer zinvolle dingen over
parallelsessie V vervagen van grenzen tussen
gezegd. Tijdens die sessie is aandacht
autonoom en toegepast
besteed aan een onderdeel over de onderTwee spijkerharde meningen. Eerste mening:
nemende kunstenaar en vormgever. Een
voor wat de media aangaat hebben de
van de leerpunten van die presentatie is dat
traditionele kunstacademies hun langste tijd
‘de ondernemende kunstenaar’ niet alleen
gehad. En als het daarom nodig is om ons als
een hele goede website is, maar dat het van
academie meer te profileren dan willen wij die
belang is te kijken hoe die site gebruikt kan
handschoen opnemen. Overigens zijn er in
worden binnen het onderwijs. Dat vraagt
een beschaafd land als Nederland natuurlijk
een grote mate van zorgvuldigheid. Het idee veel te weinig kunstacademies.
dat een goed aanbod garant zou staan voor
Een andere belangrijke conclusie is dat het
succes blijkt in de praktijk helemaal niet
open sources verhaal welhaast mythische
het geval te zijn. Het gaat veel meer om de
vormen krijgt. Dat heeft ook te maken met
vraag hoe je dit soort nieuwe ontwikkelingen het succes van een dag als deze waarop er
integreert in het onderwijs.
samengewerkt wordt, zaken opengegooid
Een tweede belangrijke bevinding, die
worden, we als academies afzonderlijk niet
mijns inziens in de verschillende delen van
angstvallig onze eigen dingetjes afschermen.
de studiedag door heeft geklonken, is: doe
Met deze open benadering wordt iedereen
niet alles zelf. Alle academies kunnen alle
heel erg geholpen.
ontwikkelingen op het it gebied onmogelijk
behappen. Mijn voorstel zou zijn om een
paar academies een speerpuntfunctie op
dit gebied te geven en die academies ook
volop de ruimte te geven zich op dat gebied
te profileren. Tegelijkertijd moet er voor
gewaakt worden dat het een geïsoleerd
gebeuren op een paar scholen zou worden.
Iedereen heeft op verschillende deelgebied
van beeldende kunst en vormgeving met it
te maken, en moet dan ook een soort basisvorming op dat gebied krijgen. Tegelijkertijd
moet er meer geprofiteerd worden van de
ontwikkelingen die zich in de beroepspraktijk
zeer snel voltrekken. De ontwikkelingen gaan
momenteel in de beroepspraktijk sneller dan
in het onderwijs. Neem dat ook niet als norm.
Als academie hoef je niet te proberen voorop
te lopen want dat haal je gewoon niet. Alleen
de peperdure investeringen die daarvoor
noodzakelijk zijn maken dat al onmogelijk.
Dat moet het kunstonderwijs niet proberen.
Er moet gezocht worden naar effectieve
vormen van samenwerking. En, het is zinvoller om meer in de richting van het model
van duaal onderwijs te gaan.
pdf pagina 2 van 3 studiedagobkverslagforum.pdf
wilhelm weitkamp, cabk
kampen
parallelsessie P portfoliosites en elo’s
Ten eerste moet opgemerkt worden dat er
een groot verschil is tussen het doel waarmee
je dingen ontwerpt en de middelen waarmee
je dat doet. Dat verschil speelt ook een rol in
het denken over grafische users-interfaces
die voortdurend geavanceerder worden. Daar
wordt zowel binnen de autonome kunsten als
de toegepaste kunsten steeds mee gespeeld.
Het begint te lijken op de zintuiglijke waarneming waarover Emmanuel Kant het had.
Het is een middel om de werkelijkheid te
bekijken en tegelijkertijd een middel om
de werkelijkheid van ons af te sluiten. Het
zou kunnen zijn dat je daardoor gedwongen
wordt om na te denken over onderwijs dat
meer af moet zien van die ingewikkelde users
interfaces en meer probeert elementaire
aspecten van de materie waar je mee bezig
bent op het spoor komen – bijvoorbeeld door
middel van programmeren – in plaats van je te
laten bedriegen door prachtig vormgegeven
structuren. Er moet daar meer helderheid in
aangebracht worden.
peter godefrooij, hka arnhem
parallelsessie P (herhaald) portfoliosites en elo’s
Ik heb nog steeds behoefte aan verlenging
van deze studiedag gericht op het verkrijgen
van een meer systematisch overzicht van
wat er overal gebeurt. We hebben een aantal
onderdelen bekeken. Zo hebben we een
sessie over portfolio gebruik, e-learning
gehad. Er kan geconstateerd worden dat
iedereen op een verschillende manier met
hetzelfde probleem bezig is. Bovendien zie
je dat de wet van de remmende voorsprong
sterk geldt. Sommigen hebben voorsprong
doordat ze eerder met de problematiek
aan de slag zijn gegaan, maar daardoor zijn
er een aantal fouten gemaakt die anderen,
die iets later zijn gekomen, hebben kunnen
vermijden en zodoende ook minder kosten
hebben gemaakt. Het is daarom inderdaad
zeer belangrijk dat we op een aantal terreinen
heel goed gaan samenwerken. Met die ict is
heel veel geld gemoeid. In feite is de ict voor
een deel gewoon ook onzin omdat een heel
vervelend duur, gecompliceerd middel is.
Er moeten ook gewoon prachtige houtskooltekeningen gemaakt blijven worden.
Dus, twee pleidooien: een pleidooi voor
het laten maken van een systematische
beschrijving van wat er allemaal gebeurt.
Dat zou zo gedaan moeten worden dat het
mensen uitnodigt om samen te werken. Kern
van het tweede pleidooi is:
meer samenwerking op ict-gebied.
64 obkcompleet algemene studiedag
jules van de vijver, akv st
joost den bosch/breda
parallelsessie M media, kunst, praktijk & lesgeven
Advies? Er moeten strategieën ontwikkeld
worden voor na de hype. We hebben de
periode waarin ict als vooruitstrevend, ‘je
van het’ werd aangezien achter ons gelaten.
Sommigen van ons zijn er weer wat idealen in
kwijt geraakt. Als je in die periode een paar
stappen op anderen voor liep dan kon je die
weer wat leren. Dat had wel wat.
In middels blijkt het world wide web voor
een groot deel uit pornosites te bestaan en
dat is toch ook niet het ideaal dat we in ons
achterhoofd hadden. Het is van belang dat we
ons realiseren dat nu de hype voorbij is en de
werkelijkheid gaat door. Ict is een feit en dat
zal blijven. Het zal ons leven domineren, maar
op een minder op de voorgrond tredende
manier.
We zouden ons als kunstonderwijs op twee
dingen kunnen concentreren. Het eerste is
puur praktisch; hoe gaan we verder met ict
om? Het is door anderen ook al opgemerkt;
we kunnen van elkaar leren. We moeten
kijken hoe we een facilitaire infrastructuur
kunnen creëren die voldoet en die zich ook
steeds kan blijven aanpassen.
En het tweede heeft te maken met de vraag;
wat ligt er achter de hype waarbij het idee
aanwezig was dat alles zou gaan veranderen.
Alles zou virtueel of iets dergelijks worden.
Als naar het kunstonderwijs gekeken wordt,
dan wordt gesteld dat de grenzen tussen
disciplines zouden vervagen en dat alles
met alles samenhangt. Toch is dat nog maar
de vraag. We zien, ook vandaag op deze
studiedag weer, dat generalisme het ideaal
is van ons allemaal. In de meeste gevallen
is specialisatie echter de praktijk. Er zijn
er maar weinigen die echt generalist zijn.
Kijk maar naar je eigen praktijk. We zitten
elkaar in dat opzicht dingen aan te praten.
We verliezen daarbij om uit het oog waar
het in het kunstonderwijs om gaat. Het slipt
gewoon bij ons weg. Het wordt hoog tijd
dat we ons weer concentreren op ons eigen
vak. Het zou goed zijn als we ons, zonder de
genoemde hype-gedachte afvragen waar
we nu allemaal mee bezig zijn en dat ook
duidelijk durven te benoemen. Op beide
fronten kunnen we elkaar goed gebruiken.
pdf pagina 3 van 3 studiedagobkverslagforum.pdf
liesbeth in ’t hout, design
academy eindhoven
afsluiting van dag door
albert van der weide
Dankzegging voor medewerking. Bloemen,
wijn, lammetjes etcetera etcetera.
Ik zou graag iets over de hele dag willen
zeggen. Ik had de hoop uitgesproken dat
we niet allemaal opnieuw het wiel weer uit
zouden gaan vinden, maar dat we inderdaad
– daar waar mogelijk – meer samen zouden
kunnen gaan doen. Ik heb het idee dat deze
studiedag daarin een eerste stap is geweest.
Naast de vele interessante en afwisselende
presentaties is ook de onderlinge interactie
goed op gang gekomen. Ik heb het idee dat
het bijzonder interessant was voor docenten
en anderen die verbonden zijn aan de
academies om ervaringen uit te wisselen over
hoe dingen in de praktijk verlopen.
Ik ben als voorzitter bij een sessie aanwezig
geweest die heel erg praktisch was. Die sessie
ging over de 3d-vormgeving, het gebruik
van de computer bij het ontwikkelen van
een model. We zijn tot de – voor de hand
liggende – conclusie gekomen dat je de hele
range vanaf het schetsje bij de telefoon tot en
met de uitwerking van een prototype moet
beheersen (red: als productontwerper). Voor
iedere student is het bijzonder belangrijk om
die hele reeks goed te leren kennen. De ziel
achter het product, wat je misschien ook zou
kunnen uitvinden door het zelf van hout te
maken of te tekenen, mag nooit uit het oog
verloren worden. Je moet zeer zeker kennis
maken met al die verschillende technieken,
maar die hoef je als academie absoluut niet
allemaal in huis te halen. Dat houd je niet
bij, het kost heel veel geld en daarom is het
proberen alles in huis te halen onzin. Je moet
daarbij wel proberen veel meer samen te
werken met bedrijven. Er is echter geconstateerd dat bedrijven niet allemaal zo happig
zijn op een dergelijke samenwerking, omdat
de studenten ook als enorme concurrenten
voor de toekomst ervaren worden. Daar
zouden we – als kunstonderwijs – ook nog
iets aan moeten doen. Ik pleit er nog steeds
voor om binnen je onderwijs aan de hele
range van technieken aandacht te besteden.
Maar het allerbelangrijkste is en blijft toch om
vooral de inhoud van waar je mee bezig bent,
niet te vergeten. Dat geldt voor alles, of het
nu gaat om een werk van beeldende kunst of
een ontwerp van een product.
Ik hoop dat we in de toekomst hieraan
kunnen blijven werken, en liefst gezamenlijk.
parallelsessie 3d driedimensionaal computergebruik
65 obkcompleet biografieën sprekers algemene studiedag
landelijke obkcomp-studiedag 24 april 2003
vakdocenten, medewerkers, stafleden en
studenten uit het kunstonderwijs
te gast in de design academy, eindhoven
6e
beknopte introductie
Tot de hoofddoelen van dit project behoren
het inventariseren van goede ontwikkelingen
op het grensvlak van ict en kunstonderwijs,
en vooral ook het delen van die ontwikkelingen met vakgenoten. Dit doel stond
centraal bij de selectie van sprekers voor de
studiedag. De achtergrond van de sprekers
is uiteenlopend. Sommigen geven zelf les
op academies, anderen vertegenwoordigen
de praktijk waar afgestudeerden in terechtkomen. Een lijst van sprekers is opgenomen
in de bijlagen bij deze publicatie. Door de
vele parallelsessies is die lijst nogal lang.
Sommige cv’s zijn te omvangrijk voor deze
publicatie en daarom als pdf-document op de
site gepubliceerd.
cv’s aangeleverd door de sprekers
[obkcompleet / pagina 65 tot en met 68]
is digitaal beschikbaar via
studiedagobksprekerscvs.pdf
download via www.obkcomp.org
curriculae vitae van sprekers
over sprekers en organisatie
dagvoorzitters
Liesbeth in ’t Hout, lid college van bestuur, Design
Academy Eindhoven
Albert van der Weide, directeur Academie Minerva
Hanzehogeschool Groningen
opening
Jules van de Vijver, voorzitter overleg beeldende kunst
OBK, voorzitter directie AKV St Joost Den Bosch/Breda
plenair A
Monique Mulder, creatief directeur Mattmo Concept|
Design, Amsterdam volgde haar opleiding aan de KABK
in Den Haag en de postacademische opleiding SCAN
in Groningen. Vervolgens werkte ze bij en met diverse
ontwerpers, filmmakers, kunstenaars en onderzoekers
op research labs voor nieuwe media technologie in het
buitenland, zoals ‘Zentrum für Kunst und Medientechnologien’ te Karlsruhe en Art+Com in Berlijn. Daarnaast
was ze jurylid bij Imagina in Monaco en de Ars Electronica te Linz, Oostenrijk.
In 1993 richtte zij met Matthijs Tammes het bedrijf
Mattmo Concept|Design op. Mattmo is een mediaonafhankelijk concept en design bureau dat vanuit een
totaalconcept de grenzen van haar disciplines verkent
en oorspronkelijke oplossingen zoekt. Inhoud, en het
per opdracht zoeken naar de meest effectieve manier
van communicatie is hierbij belangrijker dan de technologie. Vormgeving neemt altijd een prominente
plaats in, daar bij Mattmo voornamelijk ontwerpers en
conceptontwikkelaars in dienst zijn.
De rode draad door Monique Mulder’s visie is ‘verschuiving van perceptie en tolerantie in gedrag’.
Dit kan zowel worden gerelateerd aan het individu
in zijn omgeving, als in een veel breder verband op
groepsgedrag. Mulder heeft, zowel ruimtelijk als
‘screenbased’, veel perceptie-onderzoek gedaan naar
menselijk gedrag, binnen en met behulp van de nieuwe
media technologie.
Prijzen: I.D.magazine interactive media; design review
2002 Silver Award; crossmedia project www.tinytaboos.
nl; Esprix-award 2002 Silver Medal; website production
> www.hphomework.nl; The New York Festivals 2001
Bronze World Medal; cd-rom production ‘Giving Eyes
To ICT’; Euro Prix Nomination 2001; crossmedia project
www.tinytaboos.nl; Trento Film Festival Nomination
2001; Documentary 14+1 Stations ‘Ecce Homo';
International Documentary Festival Amsterdam (IDFA)
Nomination 2000; Documentary 14+1 Stations ‘Ecce
Homo'; EuroPrix Nomination 2000; Website www.
mattmo.nl; New York Festivals (NYC) Nomination 2000;
Exhibition Museum Boijmans van Beuningen ‘800
years European table cutlery’; European Design Annual
Nomination 1999; Website www.mattmo.nl; S.A.M
Golden award 1998; Exhibition Museum Boijmans van
Beuningen ‘800 years European table cutlery’
Jury: Dutch art directors club ADCN, 2002; New York
Festivals, 2001; Dutch art directors club ADCN, 2000;
Ars Electronica Linz (Austria), 1995; Institute National
Animation (Imagina), 1993
plenair B
Bas Könning (1965 Ulft) AKI Enschede (uitvoerig cv op
obkcomp.org) 1978-83 Havo in Breda; 1983-89 AKI
Akademie voor beeldende kunst in Enschede, afstudeerrichting visuele communicatie; 1989-92 deeltijdstudie
filosofie, Universiteit van Amsterdam; 1989- zelfstandig
ontwerper; 1996- docent visuele communicatie aan
de AKI Akademie voor beeldende kunst, Enschede;
1997- docent internetontwerp en development aan
trainings- en opleidingscentrum Opatel in Rotterdam;
1999- zelfstandig consultant ict voor onder meer
Ministerie van BZK, ICTU, Stroomlijning Basisgegevens,
Nieuw Akademia.
Klanten en projecten: drukwerk voor onder anderen
documentairemaakster Ireen van Ditshuyzen, theaterstudio Nationaal Fonds, publicist Bas Roodnat,
Gemeente Amsterdam, Kunstboekenuitgeverij Thom
Mercuur, Gemeentearchief Amsterdam, Nieuw
Akademia.
Webwerk voor o.a. Freudenthal Instituut, Steinhauser
Hoogenraadt Advocaten, Kunstenaarsinitiatief Archipel,
Ontwerpstudio Herman Bade, redirectservice V3(come.
to), theaterstudio Nationaal Fonds.
Daarnaast regelmatig eigen projecten of in samenwerking, zoals 1996 publicatie Beeld van de Wereld,
een vrije interpretatie van de Tractatus van Ludwig
Wittgenstein; 1995-96 radiocolumnist voor radio Stad
in Amsterdam; 1997-98 redactielid kunstkrant HTV de
IJsberg, 1999-nu Akinet, kunstarchief op internet.
Johan Visser, AKI Enschede (uitvoerig cv op obkcomp.
org) studeerde grafisch ontwerpen aan de Hogeschool
voor Beeldende Kunsten St Joost Breda en de AKI te
Enschede. Sinds 1986 als part-time docent multi- en
timebased media aan het laatstgenoemde instituut
verbonden.
Oprichter en ruim tien jaar mede-verantwoordelijk voor
de uitgaven van kunstuitgeverij De Enschedese School
waarvan het Stedelijk Museum te Amsterdam in 1997
een overzichtstentoonstelling liet zien. Medeproduceerde ruim twee jaar het VPRO radioprogramma De
Suite.
Bestuurslid (1993-96) Beroepsvereniging Nederlandse
Ontwerpers BNO. Adviseert momenteel de BNO op het
gebied van kunst- en ontwerponderwijs.
Daarnaast geestelijk vader van platenlabel Idiot Records.
Producent van meer dan 60 muziekprodukties.Vijftien
jaar creatief directeur van Ontwerpbureau Beekvisser te
Amsterdam. In 1998 deelname tentoonstelling ‘Mooi,
maar goed’ een overzicht van werk van de 50 beste
Nederlandse ontwerpers van de laatste 10 jaar van de
vorige eeuw in het Stedelijk Museum te Amsterdam. In
1998 verkocht hij zijn ontwerpbureau aan een ict-bedrijf
te Utrecht.
Heden: huidig bedrijf voor eigen projecten is Idiot
Media, opgericht in 1999. Het bedrijf houdt zich bezig
met beeldende kunst, muziek, oude- en nieuwe media
en consultancy op het gebied van public relations en
communicatie. Medeoprichter Stichting Kunst en
Industrie: innovatieve projecten.
Klanten en projecten: op dit moment wordt gewerkt
voor o.a. Steinhauser Hogenraad Advocaten en het
Ministerie van Binnenlandse Zaken (Programma Stroomlijning Basisgegevens: De koppeling van alle databases
in Nederland). Met Bas Könning en Colin Brookes wordt
een applicatie voor een groot digitaal ‘on-line’ archief
voor kunstacademies ontwikkeld.
plenair C
Petr van Blokland (1956) KABK Den Haag, studeerde
na VWO/Atheneum aan de Haagse Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, afdeling grafische en
typografische vormgeving. Nadat hij in 1979 cum laude
afstudeerde liep hij een jaar stage bij Total Design
(Amsterdam) en Studio Dumbar (Den Haag). Vanaf 1980
tot heden was hij werkzaam als ontwerper en partner
in Buro Petr van Blokland + Claudia Mens in Delft. Om
zich verder te specialiseren studeerde hij gedurende een
aantal jaren Industrieel Ontwerpen aan de TU-Delft.
Van 1984-89 gaf hij les aan de Academie voor Beeldende Kunsten te Arnhem. Sinds 1988 is hij als docent
verbonden aan de afdeling Grafische en Typografische
Vormgeving en de post-graduate opleiding Type &
Media van de Koninklijke Academie van Beeldende
Kunsten in Den Haag.
Medeoprichter begin 2003 van The Health Agency,
uitgever van medische informatie on-line.
pdf pagina 1 van 4 studiedagobksprekercvs.pdf
66 obkcompleet biografieën sprekers algemene studiedag
parallelsessie P
sessiehost Wilhelm Weitkamp, locatiedirecteur CABK
ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten Kampen.
Louis van der Linden, Willem de Kooning Academie/
Academie van Beeldende Kunsten Rotterdam, Visuele
communicatie (1989); Academie voor opleiding tot
tekenleraar, Tilburg, Akte van bekwaamheid A en B
(1970/1972)
Werkzaamheden: grafisch ontwerp, freelance (89>);
Interface ontwerp en interactive media. Projecten
en opdrachten: ondermeer Universiteit Utrecht,
Freudenthal Instituut (97>; onderwijs, onderzoek en
ontwikkeling (Willem de Kooning Academie) MediaStudio en Ontwikkeltaken (90/96) Onderwijsresearch
en ontwikkeling: IntraNet, digitale portfolio's, ... (98>)
Docent Willem de Kooning Academie, Rotterdam,
visuele computertoepassingen, interactief ontwerpen,
digital media design (89>); Academie voor Beeldende
Vorming, Tilburg, grafisch ontwerpen, interactief
ontwerpen (88-97); HKL, Faculteit Educatieve Opleidingen, Tilburg; HKL, Academie voor de Journalistiek,
Tilburg, grafisch ontwerpen (89-90); Pedagogische
Academie, Opl.school voor kleuterleidsters; Pabo,
tekenen, kunst- en cultuurgeschiedenis (72-89)
Werk: tekenen en schilderen zijn de basis en een passie.
Fotografie levert bijna vanzelfsprekend beelden, ook
voor het werk-in-opdracht. De ontdekking van de
computer (vanaf '85) gaf, in de procedurele werkwijze,
de mogelijkheid aspecten van het beeld en beeldend
werken op een totaal andere wijze te ondervragen en
ervaren. Met de computer als tool zijn blijvend nieuwe
mogelijkheden als 3d, digitale beeldbewerking en
interactieve multimedia, toegevoegd. Binnen het
werkterrein van de visuele communicatie bepaalt
de computer, als tool en medium, tevens voor een
belangrijk deel de aard van de opdrachten en projecten.
Bas Leurs (1973) AKV St Joost Den Bosch/Breda. Na
zijn afstuderen in 1996 (grafische & typografische vormgeving) aan de Koninklijke Academie van Beeldende
Kunsten vestigde Bas Leurs zich als ontwerper in Den
Haag. In 2001 was hij mede-oprichter van NLXL Visual
communication & interaction design en werkte daar
tot 2002 als partner. Momenteel werkt Bas Leurs als
zelfstandig interactie ontwerper en webdeveloper en
is daarnaast actief als docent interactieontwerpen aan
AKV St Joost in Breda (grafisch ontwerpen) en als ictdocent aan de Willem de Kooning Academie (afdeling
cmd) in Rotterdam. Tevens ontwikkelt hij op dit moment
in samenwerking met Rens Holslag het intranet voor
AKV St Joost. Naast het ontwerpen en ontwikkelen van
websites ontwikkelde hij samen met VisualSpace (Kees
van Drongelen) in eigen beheer de applicatie ‘Tank’, een
relatie- en projectmanagement systeem voor projectgeoriënteerde organisaties.
Opdrachtgevers: Eternally Yours Den Haag; Frans Hals
Museum/De Hallen Haarlem; Haagse Salon Den Haag;
Hogeschool Brabant; Nederlandse Museum Vereniging
Amsterdam; O dubbel d projectorganisatie Den Haag;
Stedelijke Musea Gouda; Stichting Goed Industrieel Ontwerp Amsterdam; Studio Dumbar Den Haag; Tresparc
Dominion Soesterberg; Young Designers + Industry
Amsterdam.
Websites: www.ccp.nl; www.glas2002.nl;
www.obkcomp.org; www.studiestart.nl; www.
franshalsmuseum.com; www.dehallen.com
Emile Bijk (1971) Hogeschool voor de Kunsten Utrecht,
faculteit KMT. Studie Communicatiewetenschappen
aan de Universiteit Nijmegen. Na afstuderen in 1995
werkzaam aan HKU faculteit kunst, media en
technologie, oprichter van Centrum voor Informatie
Technologie en Onderwijs. Dit centrum ontwikkelt elearning oplossingen voor de Utrechtse Hogeschool voor
de Kunsten en andere instellingen voor hoger onderwijs.
Het centrum heeft een courseware brokerage platform
ontwikkeld, tools voor evaluatie en beoordeling, en
een ontwikkelplatform voor de bouw en toepassing
van leeromgevingen. Momenteel houdt het centrum
zich bezig met verschillende projecten in binnen- en
buitenland waaronder ‘MusicBase’ in samenwerking
met de Fontys Rockacademy, en ‘CLK’ in samenwerking
met de kunstacademies in Amsterdam en Arnhem.
pdf pagina 2 van 4 studiedagobksprekercvs.pdf
parallelsessie M
sessiehost Jules van de Vijver voorzitter OBK, voorzitter
directie AKV St Joost Den Bosch/Breda.
Bill Spinhoven (1956 Velsen) Academie Minerva
Hanzehogeschool Groningen (uitvoerig cv op obkcomp.
org); 1978-81 studie Technische Universiteit Twente;
1982-87 studie AKI Akademie voor Kunst en Industrie,
Enschede; 1988-91 woont en werkt in Hengelo; 199192 artist in residence PS1, New York, USA; 1992- woont
en werkt in Hengelo.
Tentoonstellingen: 2003 Rohkunstbau, Berlijn D,
Montevideo, Amsterdam; 2002 Weerglas, Hengelo;
Xpact, Enschede; Lazy Marie, Utrecht; CBK, Groningen;
2001 Paris Photo, Parijs F; Museum, Oldenburg D;
Universiteit, Enschede; De Balie, Amsterdam; CBK,
Groningen; Palace of Culture, Bukarest Roemenië;
2000 Staatsgalerie Stuttgart, Stuttgart D; ArtEast,
Targu Mures Roemenië; CBK Rotterdam; Kunstcentrum
Meerzigt, Zoetermeer; FAXX, Tilburg; National
Gallery, Praag Tjechië; 1999 Ludwig Museum, Budapest Hongarije; Contemporary Art, Hengelo; Universiteit Eindhoven; Festival, Leeuwarden; Kunstuitleen
Alkmaar; CBK Groningen; Artotheek Den Haag; CBK/
Kunstuitkijk Deventer; Artotheek Oost, Amsterdam;
CBK Leiden; Kunstcentrum Delft; Diekmanhal Enschede; 1998 Museo del Chopo, Mexico City Mexico; Taipei
Fine Arts Museum, Taipei Taiwan; Artotheek, Breda;
CBK, Groningen; Kunstuitleen Zeeland, Vlissingen;
Kunstuitleen Hof 88, Almelo; de Balie, Amsterdam;
Werk, Alkmaar; Kunstzaal, Hengelo; HWP, Dortmund
D; ICC, Tokyo Japan; 1997 Stedelijk Museum, Amsterdam; CBK, Leiden; Artotheek, Den Haag; De Fabriek,
Enschede; Impact, Utrecht; Kunstuitleen, Tilburg.
Ine Poppe (1960 Amsterdam) IP producties, Amsterdam (uitvoerig cv op obkcomp.org) 1977-81 Artibus
Academie voor Beeldende Kunst, Utrecht; 1979–80
Thalia-theater, Theater zwischen Tür und Angel,
Hamburg; 1986 - 90 studie Nederlands, Hogeschool
Amsterdam (diploma); 1999 Internationaal Documentaire Festival Amsterdam Workshop olv Niek Koppen;
2003- Scenario ‘Andrew Lovestein' over drie vrouwen
die een humanoid maken voor Vara-televisie,
momenteel mee bezig. Achtergrond- artikelen voor het
NRC-Handelsblad Cultureel Supplement over onder
andere tekenaar Robbie Cornelissen, en het DEAFfestival. Wekelijkse sms-column voor de kinderpagina
van NRC-Handelsblad. Lesgeven en mentorschap voor
het tweede jaar Media Willem De Kooning Academie,
Rotterdam; 2002 - Opgeleverd. Samen met Mirjam
Vosmeer in opdracht van Waag-society scenario voor
computerspel Teylers adventure, voor het Teylersmuseum in Haarlem. Genève, Prix de Genève Europe
voor Necrocam, Europese aanmoedigingsprijs voor het
beste Europese televisiescenario 2003 (regisseur Dana
Nechuhstan, producent Vara-televisie); interviews,
lezingen: Manchester, BBC-radio4, live-interview over
web-casting en programma’s als Big Brother, en paneldiscussie.
Nieuwe media/ kunst projekten: 2002 Teylers adventure (zie boven), 2002 jurylid Browserdag, 2001
Modereren van Chat, weeklang- de Tunnelramp,
Internet/ televisieproject in opdracht van Submarine,
Amsterdam, 2000 Inhoudelijk- en technischbegeleider
van 12 jongeren. Jubileum VARA, website gekoppeld
aan 3 televisieprogramma's: twaalf 16-jarigen uit
heel Nederland uit alle lagen van de bevolking maken
met behulp van DV-camera en I-mac content voor de
website: http://www.12x12.nl
Selectie televisieprogramma’s: 2001-02 Necrocam
(VARA), Hippies from Hell, 1998-99 Advies en interview
voor televisie-programma Digitale Diva’s (AVRO)
Research internet-item NPS (Avond van het boek, Librisprijs).
Selectie Internet Lezingen & workshops: 2000 Aanzet
tot beoordeling van digitale kunst, discussiestuk iov
het Amsterdams fonds voor de Kunst, 2000 Gastles
Sandberg Intsituut voor documentairemakers + Internet
(STIFO).
Selectie artikelen (1997-2003): NRC H CS artikelen over
de volgende kunstenaars: Robbie Cornelissen, Rosanne
van Klaveren, Merel Mirage, DEAF-festival; NRC-H CS
Van Lara Croft tot Mona Lisa, computerspelletjes en
kunstenaars ‘hacks’, NRC-H CS Als de duivel bestaat
kun je hem ook schilderen http: //www.nrc.nl/W2/
Nieuws/2000/10/13/Vp/cs.html
Taco Stolk (1967) KABK, Interfaculteit Beeld & Geluid,
Leiden is conceptueel kunstenaar-onderzoeker te
Amsterdam. Hij werkt in die hoedanigheid aan het
langlopende experiment WLFR, dat uiteenlopende
projecten in verschillende media en disciplines oplevert.
Voorbeelden daarvan zijn fZone (1995), een webapplicatie die periodiek muziek genereerde op basis
van weersgegevens uit alle tijdzones in de wereld,
Transplant (1998), een serie audioperformances door
chemische stoffen, 3dTt (2000), een sequentie van
grafische animaties voor NPS-teletekst, en BuBL Space
(2002, samen met Arthur Elsenaar), een handzaam
apparaatje (met marketing-campagne) waarmee men
mobiele telefoons in de directe omgeving kan uitschakelen. Daarnaast was Stolk een van de ontwikkelaars van
de eerste VPRO-internetsite en deed hij verscheidene
toegepaste projecten in beeld, geluid, concept, tekst en
interfaces. Hij is sinds 2000 hoofd van de ExtraFaculteit
(xFac) van de Koninklijke Academie van Beeldende
Kunsten (KABK) in Den Haag, die zich bezighoudt met
onderzoek en onderwijs rond de grensgebieden van de
kunst en andere maatschappelijke terreinen. Voor de
xFac concipiëerde hij samen met studenten onlangs de
virtuele opleiding Genetisch ontwerpen, die landelijke
aandacht verwierf in de pers. Stolk geeft het vak
MetaMedia, over de conceptualiteit in de omgang met
media, aan de Interfaculteit Beeld & Geluid van de KABK
en het Koninklijk Conservatorium, aan de Universiteit
Leiden en aan het Frank Mohr Instituut te Groningen.
Stolk is tevens betrokken bij de oprichting van de
Faculteit der Kunsten aan de Universiteit Leiden.
67 obkcompleet biografieën sprekers algemene studiedag
parallelsessie Z
sessiehost Jos Holtkamp, Premsela Stichting voor
Nederlandse Vormgeving, domeinhouder deskundigheidsbevordering en cultureel erfgoed.
Johannes Mol (1963, Bukumbi, Tanzania) AHK Amsterdam. 1982: VWO te Etten-Leur; 1988: Doctoraal wijsbegeerte, Universiteit van Amsterdam. Werkervaring:
1989–heden: docent van tientallen cursussen en
lezingen over filosofie en esthetica; 1993-2002: docent
aan de interfaculteit Culturele Bedrijfsvoering van de
Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK) met
een steeds breder takenpakket: decaan, coördinator
van verschillende programmaonderdelen (introductie,
adviesprojecten, cultuurvakken) en stagebegeleider;
daarnaast docent voor de vakken ‘Cultuurbeleid’,
‘Culturele kaart’ en ‘Organisatiekunde’; 1997–99:
opzetten van een afdeling binnen de bibliotheek
van de theaterschool voor boeken op het gebied
van de culturele bedrijfsvoering; 1997–98 freelance
informatie-analist/tekstschrijver REM-Automatisering
voor twee opdrachtgevers: Automatisering van het
Instituut voor Publiek en Politiek en Geweldsregistratie
bij de Sociale Diensten van Amsterdam; 1999–2000:
mede-ontwikkelaar en redacteur van het via internet
te gebruiken teleleerprogramma De ondernemende
kunstenaar in opdracht van de AHK; 2001– heden:
projectleider/hoofredacteur van De Ondernemende
Kunstenaar, een website www.dok.ahk.nl met een
Kennis- en een Oefenbank. Het project zal binnenkort
een structureel karakter krijgen als fusieproduct van
AHK, Kunstenaars&CO en het hele kunstonderwijs.
Rob van Kranenburg Willem de Kooning Academie,
Rotterdam en AKV St Joost Den Bosch/Breda. Rob
van Kranenburg is mentor of the postgraduate course
‘theatricality’ at apt. guest lecturer at the Willem de
Kooning academy and St Joost academy, attached to
the Simsim research group (u.ghent). He co-programmed Doors of perception 7 on the design challenge
of pervasive computing. He has recently founded
Resonance Design Consultancy with Markus Kirsch and
Alan Munro.
2000-2002 media-educatie programma de balie;
2001-2002 min.ocw jury ict-ontwikkelprojecten
cultuur, isoc awards jury net-art 2001-2002, lid stuurgroep media-educatie.
Work in progress: ubicomp to provide feedback for
people with obsessive-compulsive disorder, in: IEEE
pervasive computing, works in progress. This work in
progress discusses how ubicomp applications could help
people with obsessive-compulsive disorder by providing
them with additional audio, visual, or tactile feedback
that helps break repetition loops. This area of research
represents an interesting combination and application
of medical and computer technology for societal
benefit. Anthony D. Joseph.
Lectures: abstract for dc tales, june 2003, design
education in the age of ubiqituous computing; abstract
for crossroads 2002, june 29-july 2, tampere; note for
roundabout: taking the long way to come closer, a five
week long international workshop 10 november -15
december 2001, las palmas rotterdam; outline lecture
for montclair at montclair state university, english
department, november 5, 2001; outline paper lecture
for iupui, at iupui’s school of informatics/new media
program, october 30 2001, indiana university/purdue
university, indianapolis; moderating notes for riga,
international seminar on art educational issues ‘new
media: academic education and future perspectives’ at
the latvian academy of arts september 7-8, 2001; paper
(outline) lecture for stradina university, riga september
25 2001; paper forms of visibility: ways of seeing include
2001, 18-20 april 2001, an international conference on
inclusive design and communications, helen hamlyn
research centre, rca; paper on the possibility of a global
cultural studies through interdepartmental online
courses third international crossroads conference in
cultural studies. birmingham, uk, 21-25 june 2000;
paper teaching talents technology/pedagogy/ politics:
what’s next? department of english mount royal college
3-5 may 2001, the lecture was streamed chat that
evolved with mount royal.
Cursussen 2002: UVA seminar nieuwe media UVA
2001 UVA 2000 WdKA Willem de Kooning code-nodelink-netwerk; 1999 alw inleiding algemene literatuurwetenschap.
pdf pagina 3 van 4 studiedagobksprekercvs.pdf
Petri Leijdekkers (1944) directeur Frank Mohr Instituut, Instituut voor voortgezet hoger kunstonderwijs,
onderzoek en nieuwe media, Institute for (post) graduate Studies and Research in the Arts and emergent
Media, Faculteit der Kunsten, Hanzehogeschool
Groningen. Studeerde MO-B tekenen en kunstgeschiedenis aan Academie Minerva en vervolgens kunst- en
architectuurgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit
Groningen. Hij was van 1985 tot 1999 directeur van
Academie Minerva. Sinds 1999 is hij directeur van het
Frank Mohr Instituut, het instituut voor postinitiële
(master) opleidingen van de Faculteit der Kunsten van
de Hanzehogeschool Groningen. Daarnaast bekleedde
en bekleedt hij onder meer de volgende functies: 199297, voorzitter van het OBK, het directieoverleg van de
academies voor beeldende kunst in Nederland; 200003 secretaris van het OBKplatform tweede fase; 19922000 lid van het bestuur van het Groninger Museum;
1994-97 lid van het bestuur van ICFAD, International
Councel of Fine Arts Deans; vanaf 1995 lid van het
bestuur van de Stichting Kunstenaars Materialen kM;
vanaf 1997 lid van het bestuur van het Noord Nederlands
Danstheater Galili Dance. Hij publiceert over kunst en
kunstonderwijs.
parallelsessie P (herhaald)
sessiehost Peter Godefrooij, directeur Hogeschool voor
de Kunsten Arnhem (Artez)
Louis van der Linden zie parallel P;
Bas Könning en Johan Visser zie plenair B;
Emile Bijk – zie parallel P
parallelsessie V
sessiehost Jeroen Chabot, adjunct-directeur Willem de
Kooning Academie HRO Rotterdam
Philippe Wegner (1956) Eden Design, Amsterdam is
partner bij Eden design & communication, een toonaangevend bureau op het gebied van corporate identity,
communicatiestrategie en nieuwe media. Hij volgde
de opleiding Industrieel Ontwerpen aan de Technische
Universiteit Delft en studeerde af op het ontwerp van
het bewegwijzeringssysteem van het Academisch
Ziekenhuis te Leiden. Daarnaast gaf hij aan de TU les in
zeefdruktechnieken. Na zijn studie werkte hij zes jaar
bij Philips Corporate Design als designer en vervolgens
senior designer. Daar ontwikkelde hij met zijn collega’s
Antonio Atjak en Rik Koster het gebied van user interface
design. In nauwe samenwerking met Amerikaanse
bureau’s als Fitch (Richardson Smith) en IDEO werd
aan strategische projecten gewerkt waaronder een
geavanceerde elektronische werkomgeving voor verzeke
ringsmaatschappijen. De laatste jaren bij Philips maakte
hij deel uit van Advanced Development, een club van
mensen vanuit Research en Product Development
opgericht om de toenmalige kloof tussen deze twee
takken van sport binnen Philips te overbruggen.
In 1991 startten Atjak, Koster en Wegner het eigen
bureau DC3 industrial & interaction design. Al snel
kregen zij, naast Philips, ABN AMRO en KPN als klant.
Na twee jaar werd besloten te focussen op interaction
design. Naast opdrachten voor het bedrijfsleven
werd DC3 gevraagd samen met twee medewerkers
van het toenmalige Centrum voor Kennistechnologie
een onderwijsprogramma op te zetten voor de eerste
volwaardige (HBO) opleiding Interaction Design ter
wereld.
Vanaf de start van deze opleiding is Philippe Wegner vijf
jaar intensief aan de opleiding verbonden gebleven als
part-time vakdocent Interaction Design. Vervolgens
heeft hij twee jaar les gegeven aan de Rietveld Academie. Momenteel geeft hij regelmatig gastlessen en
workshops bij verschillende onderwijsinstellingen
waaronder Sandberg Instituut en Media Academy en is
hij sinds september 2002 als docent verbonden aan de
opleiding CMD Communication & Multimedia Design,
AKV/St. Joost en AIM Academie voor ICT & Management.
Acht jaar geleden startte een nauwe samenwerking
tussen BRS Premsela Vonk en DC3. Vier jaar geleden
fuseerden de bureau’s onder de naam Eden design &
communication.
Peter Mertens, Digitale Dingen, Amsterdam (cv: de
lange versie staat op www.petermertens.nl). Peter
Mertens is als kunstenaar, initiator, producent, adviseur
en docent immer actief met het vervagen van de grenzen
van de media en digitale dingen. Zie verder www.
petermertens.nl
Peter Luining (1961 Hoogkerk) Ctrl/alt/del, Amsterdam, 1984-89 Rijks Universiteit Groningen, Filosofie
(uitvoerig cv op obkcomp.org). Tentoonstellingen
(selectie): Lost & Found, Amsterdam, april 2003;
Rumori, Balie Amsterdam, april 2003; Earational, Den
Bosch, april 2003; Version 3, Museum of Contemporary
Art Chicago, maart 2003; sonicLIGHT, Amsterdam,
februari 2003; Electrofringe, Newcastle, Australie,
november 2002; Kimaf, Kiev, Oekraine, oktober 2002;
Mediahexa festival Seoul, Zuid Korea, september 2002;
Cybersonic, ICA, London, UK, juni 2002; Klak- Zb#3, de
Appel, Amsterdam, april 2002
Publicaties, etc. (selectie): Presentatie, Conservatorium, Den Haag 16 december 2002; lfoundation, Nick
Kilroy, warpnet, 21 oktober 2002; Gastcollege, Xtra
faculteit, Kunstacademie Den Haag, 17 oktober 2002;
Viva La Lo-Tek! Curt Cloninger, Rhizome, 7 october
2002; Smaak nr 7 Kunst voor Kantoormedewerkers.
Lans Stroeve Juni 2002; Geborduurde porno en riksja’s
in de zee, Hans den Hartog Jager 23 april 2002; Internet
Pioniers, Monique Doppert, februari 2002
68 obkcompleet biografieën sprekers algemene studiedag
parallelsessie 3d
Matthias Keller, Europees Keramisch WerkCentrum
EKWC is coördinator design van het EKWC.
Vooropleidingen zijn: Industrie-technische opleiding
als modelleur voor de fijnkeramische porselein industrie
in Duitsland. Studie sculptuur (plastische vormgeving)
aan academie St.Joost in Breda, alwaar afgestuderd in
1992. Heeft naast werk aan het EKWC een eigen bedrijf
(Modelmakerij Keller) op het gebied van modellen
en mallen. Geeft af en toe gastlessen en workshops
aan academies in Nederland en België gericht op de
reproductietechnieken met mallen.
Marcel Hoeve & Marco van der Molen, Firstmodel
rapid prototyping, Leek. Ing. Marcel J. Hoeve,
opleiding: HBO Werktuigbouwkunde. Loopbaan:
1985 opleiding instrumentmaker (Philips DAP/ SOM);
1987 profielslijpen; 1989 zinkvonken/draadvonken;
1995 werkvoorbereiding afdeling Matrijzen; 1997
groepsleider modelmakerij. Ing. Marco van der Molen,
opleiding; HBO Werktuigbouwkunde. Loopbaan:
1985 Philips DAP: verschillende afdelingen (o.a. spuitgietafdeling); 1994 interne opleiding fijnmechanisch
vakman (SOM); 1995 CAD/CAM programmering
(Unigraphics, Tensor).
Frans Hegge (1967) Design Academy Eindhoven
(uitvoerig cv op obkcomp.org). Design Academy
Eindhoven 1988-94 (department man and mobility).
Diploma cum laude, 1994.
List of design projects: high pressure cleaning trolley,
ceramic luxury products, several child’s play-apparatus,
folding luggage pick-up (behind the car), travel sand
yacht for 2 persons. Concept project: inland waterway
vessel; a selfloading containership, this ship would be a
competitor with truck, train.
List of involved free lance projects, consumer products:
copy proof industrial equipment (Agfa Gevaert),
Sanitary ware (Thailand), Bathroom furniture/ fittings,
Medical supports, Televisions (Anam), Mobile phones
(SK-Telecom), Stainless steel cookware, Consumer
displays, Street lighting, Toolboxes; Free lance projects,
furniture: Benches/ Sofa’s, Office furniture and office
chairs, Complete interior office designs, Bed furniture/
sleeping systems; Free lance projects, transport/
automotive/public transport, coaches: Coach exterior
‘Setra’, 2D renderings and scale model 1:20, advanced
bus concept, interior and exterior ‘Bova Magiq’, design
scale 1:1, modeling, project leading. Exterior, facelift
coach ‘Bova Futura’ photoshop proposals 1:1, modeling
and follow up; Free lance projects, transport/ automotive/ public transport, tramways: proposal for interior
and exterior tramway for the cities Antwerp and Ghent
(Belgium), ‘Bombardier’, 3d renderings (marker), 1:20
scale model. Design and realisation, interior and exterior tramway till june ’99, for ‘De Lijn’, cities Antwerp
and Ghent. ‘Siemens’ DWA, 2D front sketches, 2D
photoshop fronts, 1:20 sketch model, 1:1 detail models,
interior and exterior tramway proposal for cities Amsterdam & Rotterdam, ‘Bombardier’. Free lance projects,
transport/automotive/public transport, trains: Sketch
proposal stoptrain, cabins. Interior design of double
deck train for the Belgian railway, ‘BN, NMBS’; Free
lance projects, general: Several seats for ‘Compin,
Kiel, Sofanor’; agriculture: Feeder machine ‘Keenan’,
Ireland; Alloy wheels, for Hayes Lemmerz, proposals for
Subaru, Ford, Audi; Interior and exterior design mobile
homes for ‘Chateau Caravan Group’. Own business,
hegge ID creative industry since september 1999.
List of references, Belgium: Chateau Caravan Group,
Hamont-Achel; Tupperware, Aalst; De Ster, Hoogstraten; EADC, Antwerpen; OVP Plastics, Overpelt; Metes,
Genk; Arplam, Brugge; Vitalo Indumo, Ingelmunster;
ITE, Houthalen. List of references, Germany: Putzmeister GmbH, Aichtal; Wayand GmbH, Idar-Oberstein.
pdf pagina 4 van 4 studiedagobksprekercvs.pdf
plenair D
Robert van Rixtel (1961 Eindhoven) [Z]OO producties,
Eindhoven. 1979-84 Opleiding aan de Akademie
Industriële Vormgeving, Eindhoven; 1984-86 grafisch
ontwerper bij Concepts, Amsterdam; 1984-90 medeoprichter uitgeverij van grafische producten Quixotic,
Eindhoven; 1986-88 grafisch ontwerper bij Total
Design, Amsterdam; 1988-92 grafisch ontwerper
bij Dedato, Amsterdam; 1991-heden medeoprichter
uitgeverij van grafische boeken en agenda’s [Z]OO
producties, Amsterdam, Den Haag; 1993-heden
medeoprichter grafisch ontwerpburo Plaza Ontwerpers,
Eindhoven; 1994-heden docent grafische vormgeving
aan de Design Academy, Eindhoven; 1998-heden medeoprichter Designwarehouse, Eindhoven: Internetwinkel
voor producten van zelfproducerende Ontwerpers; sinds
2003 lid Raad van Toezicht BNO.
plenair E
Alex Adriaansen (1953) V2_, Rotterdam (uitvoerig cv
op obkcomp.org). Initiator, with J. Brouwer in 1981, of
V2_ centre for Art and Mediatechnology in Rotterdam.
General and artistic director of V2_ and director of
DEAF Dutch Electronic Art Festival; installation artist
1976-86; media artist 1986-94 (up from 1995 focus on
directorship of V2_); education: Royal Academy for Art
and Design (1972-76), non figurative painting.
Curator work in collaboration with the V2_ team: The
Body in Ruin (1993), Generated Nature (1994), Digital
Territories (1996), The Art of the Accident (1998),
Machine Times (2000), Data Knitting (2003); Public
Space projects: 220V Electro Clips (1995) with Christian
Moeller, Sound Park (1994), Robotics (1996) with Chico
MacMurtrie, Body Movies (2001) with Rafael Lozano
Hemmer, a.o.
Presentations in 2002: Presentation about V2_ and
Unstable Art for students of St. Martins (Londen, UK)
Lecture for the artist run space Muu in Helsinki (Fin);
Symposium Emocao Art.ficial of Itau Cultural in Sao
Paulo (Brazil); Presentation, debate on art and media
for young curators in education, at art space The Appel
in Amsterdam; Presentation and participation in
the conference/ workshop ‘’ Online Archives (25-26
October 2002, Sankt Augustin, Germany). A presentation on the role of online network environments
for arts organisations, & how to structure and design
these online environments. http://netzspannung.org/
workshops/online-archives/ ?lang=en
Advisory boards and jurywork in 2002: member of the
advisory board of the Berlage Instituut, an international
postgraduate laboratory for education, research
and development in the field of architecture, urban
planning and landscape design (with a.o. Rem Koolhaas
and Herman Herzberger), Amsterdam; member of
the commitee for employing a Lector for the new
experimental programm called ‘Media Research Design’
at the Willem de Kooning Art Academy in Rotterdam, a
masters degree programme; Member of the jury for the
Prix Ars Electronica, section Interactive Arts of the ORF
television in Austria; member of the jury for the Design
prize of Zuid-Holland; member of the editorial board
of the international magazine on architecture Archis
(Dutch Architecture Institute, Rotterdam); Member of
the advisory board for the national Foundation for Visual
Arts, Design and Architecture, Amsterdam; chairman
of the jury for the artist in residence programme of
the national Foundation for Visual Arts, Design and
Architecture and the Banff Centre in Canada.
plenair F
paneldiscussie onder leiding van Albert van der Weide
(dagvoorzitter) door:
Jeroen Chabot, sessie V
Peter Godefrooij, sessie P (herhaald)
Jos Holtkamp, sessie Z
Liesbeth in ’t Hout, sessie 3d
Richard Ouwerkerk, WdKA Rotterdam
Jules van de Vijver, sessie M
Wilhelm Weitkamp, sessie P
69 obkcompleet expertdag 1
extra obkcomp expertdag 18 juni 2003
intranet, digitale portfolio’s, elektronische
leeromgevingen en het kunstonderwijs –
de locatie is academie st.joost, breda
7
obkcomp expertdag 1 op 18 juni 2003,
AKV St Joost Breda
dagvoorzitter:
Rens Holslag • HBO-Raad project B&D
sprekers:
Louis van der Linden • WdKA Rotterdam
Bas Könning • AKI Enschede/
Colin Brookes • Stichting Kunst&Industrie Enschede/
Johan Visser • AKI Enschede
Bas Leurs • AKV St Joost Breda
Emile Bijk • HKU Utrecht faculteit KMT
Petr van Blokland • KABK Den Haag
overige deelnemers:
Timo Breumelhof • Design Academy Eindhoven
Erik van Blokland • KABK Den Haag
Leon Goldwater • Goldwater International open
source software Haarlem
Peter Hermans • Cito groep Arnhem
Roel Klaassen • HKU Utrecht
Roos Kleingeld • praktijkvertegenwoordiger software-ontwikkeling middelbaar onderwijs Zwolle
Simon van Lammeren • HKU/faculteit KMT Hilversum
Hans Smit • SintLucas Boxtel
Herman Vos • ABKM Maastricht
expertdag 1
18 juni 2003 breda
inleiding op navolgende teksten door Rens Holslag
Deze expertdag was niet, zoals de algemene
studiedag obkcomp, een eindpunt maar meer
een begin van een nieuw proces.
De vijf gepresenteerde voorbeelden van
‘best practise’ waren geen van alle volledig
uitgekristalliseerde systemen. Bijna zonder
uitzondering zijn het initiatieven die (op 18
juni 2003) nog verkeren in een testfase, waar
kleinschalige proefprojecten mee gedaan
zijn, of – in een enkel geval (WdKA) – een
systeem dat wel grootschalig blijkt te werken
maar waarvan we weten dat er ‘achter de
schermen’ veel verbouwing nodig zal zijn om
techniek en onderhoudbaarheid te vereenvoudigen.
opmerking 1:
Aanvullend op de OBK-COMP studiedag was
de expertmeeting door de diepgang verhelderend en zeer leerzaam. Verbazingwekkend
vond ik de vijf totaal verschillende benaderingen. Enerzijds is het jammer dat iedereen
tot op heden toch zijn eigen wiel aan het
uitvinden is. Anderzijds pleit deze gedachte
voor meer uitwisseling.
Leren is niet een solitaire activiteit ergens op
een zolderkamer, maar vooral het uitwisselen
van ideeën met collega's en vakgenoten.
Ik denk daarom dat juist veel geleerd kan
worden van elkaar. Zoals we wensen dat onze
studenten leren van elkaar, lijkt het me een
goed idee om regelmatiger dergelijke expertmeetings te hebben. Drie van de gepresenteerde systemen staan namelijk nog in de
kinderschoenen en ik ben erg benieuwd hoe
deze in de toekomst gebruikt worden en of
ze hun waarde kunnen bewijzen. Ook ben ik
erg benieuwd naar een wellicht diepere discussie over digitale portfolio (de begrippen
portfolio-sites en intranetten liepen wellicht
iets teveel door elkaar heen).
De voordrachten zijn op minidisc opgenomen
en uitgewerkt in een getypte transcriptie. Na
overleg met de spreker, correctie, beknopte
redactionele bewerking en toevoeging van
noten en verklarende teksten zijn de vijf
presentaties onderdeel geworden van dit
projectverslag.
opmerking 2:
Het is me opgevallen dat eigenlijk iedereen
Voor ieder gepresenteerd initiatief was op de dezelfde problemen heeft. Eeuwige discusexpertdag veel waardering. Maar ook altijd
sies, gebrek aan content en te weinig geld.
veel kritische discussie. Het is niet aan mij om Een aantal instellingen heeft hiervoor en
beknopte introductie
daarvan een samenvatting te geven omdat ik, oplossing gevonden, dat was goed om te
Na afloop van de algemene studiedag
obkcomp op 24 april leefde er bij een aantal als een van de medebouwers (van het intranet zien.
van AKV St.Joost), geen onafhankelijke
Over het algemeen bevalt me de aanpak in
deelnemers de wens om meer informatie
positie inneem. Een prima alternatief voor
stappen beter dan een poging alles in een
te krijgen over onderwijsondersteunend ict
mijn kritische blik is – wat mij betreft – het
keer op te lossen. Tegen de tijd dat je klaar
in Nederlandse kunstacademies. Daarom
kritisch commentaar van de toehoorders.
bent is alles veranderd.
is op 18 juni 2003 een extra bijeenkomst
Het content probleem kun je volgens mij
georganiseerd rondom intranet-omgevingen, Aan het einde van ieder van de navolgende
teksten zijn een aantal mailquotes
op een aantal manieren oplossen. Volgens
digitale portfolio’s en elektronische leeropgenomen die (op mijn verzoek aan allen) in mij moet je het gewoon veel moeilijker
omgevingen, onder de titel ‘expertdag
de weken na de expertdag naar mij gezonden maken om het onderwijs zonder intranet te
obkcomp’. De sprekers van parallelsessie
zijn. Die mailquotes blijken, mijns inziens,
doen dan met. Beoordelingsformulieren in
P van de algemene studiedag (Emile Bijk,
een aardige steekproef van sterke en zwakke ‘Latijn gebeiteld in graniet’ en in drievoud...
Louis van der Linden, Bas Könning en Bas
punten op te leveren. De lezer dient te
of gemakkelijk via intranet. En je moet
Leurs) hielden een uitvoeriger presentatie
onthouden dat het telkens de mening van
de gebruikers ook, naast vervanging van
van hun eigen ontwikkelwerk. Als uitbreislechts één persoon betreft. En dat in die
bestaande functionaliteit, iets unieks bieden.
ding hierop heeft ook Petr van Blokland en
Iets wat buiten intranet niet bestaat.
toelichting gegeven op de virtual workspace meningen ook persoonlijke voorkeuren en
affecties doorklinken. De quotes zijn wegens
die hij in Den Haag in zijn lessen gebruikt.
belofte vooraf, en uit streven naar eerlijke
En als uitbreiding daarop een uitvoerige
opmerking 3:
demonstratie van zijn zelfgebouwde website- opinies, anoniem gemaakt. Er zijn geen
Grote adder onder het gras is de accreditatiemailquotes weggelaten.
ontwikkelgereedschappen.
eisen die binnen nu en 2 jaar aan alle
academies gesteld worden. We moeten dan
leesadvies
ook rekening houden dat CvB's (Colleges
Deze artikelen worden aanbevolen voor
algemene opmerkingen
van Bestuur) gaan kiezen voor ingewikkelde
lezers met gedetailleerde interesse. Er wordt Over de dag zelf bestaan ook mailquotes.
(maar slecht werkende) systemen omdat
uitvoerig stilgestaan bij diverse aspecten
Die opmerkingen zijn vaak op te vatten als
algemene richtinggevende beschouwingen. die aan alle voorwaarden (lijken te) voldoen.
van ict-projecten die in de eigen academie
En over het algemeen lijken CvB’s juist voor
in uitvoering zijn. Als leidraad eerst een zeer Bijna zonder uitzondering wordt gepleit
beknopte kenschets van de ontwikkelingen. voor verdergaand overleg. Bij deze alvast de die voorwaarden gevoelig. En niet zozeer
voor verbetering van de kwaliteit van het
Voor het juiste spoor in het gegeven tekstalgemene beschouwingen.
onderwijs.
volume of als leeswijzer – bij de eerste
verkenningen voor eventuele samenwerking
of overleg in de toekomst.
inleiding en presentatieverslagen uitgewerkt
door Rens Holslag [obkcompleet / pagina 69
tot en met 71] is digitaal beschikbaar via
expert01introtekst.pdf
download via www.obkcomp.org
pdf pagina 1 van 3 expert01introtekst.pdf
70 obkcompleet expertdag 1
Vertrekpunten voor zo’n voortgaand overleg
kunnen zijn:
1. leren van elkaars sterke en zwakke ervaringen met als doel daar in de eigen ontwikkeling profijt van te trekken,
2. komen tot gedeelde nieuwe inzichten door
discussie over deelthema's,
3. de geschiktheid van elders ontwikkelde
systemen onderzoeken. Met doel om die
over te nemen, of om zelf op basis van gelijksoortige platformen/talen/applicaties eigen
ontwikkeling te starten,
4. komen tot een eisenpakket dat door
alle instellingen gehanteerd kan worden
bij de keuze van een systeem. Of in de
onderhandeling met centrale facilitaire
ict-diensten of andere overheden (o.a.
De lezer zal merken uit de navolgende vijf
IB-groep). Dit hoeft niet te leiden tot één
presentaties dat de software en zelfs de
manier van software ontwikkelen veel met de systeem,
5. onderzoeken of er een systeem, cq een
geaardheid van de financierende instelling
te maken heeft. Dat is onvermijdelijk en voor toolbox van gereedschappen bestaat (of
gezamenlijk ontwikkeld kan worden) waareen deel ook goed als uiting van de eigen
mee alle academies een basis kunnen leggen
identiteit. Men dient zich wel af te vragen
waar de grens tussen ‘algemeen toepasbaar’ voor een eigen (individueel gekleurd en uitopmerking 5:
breidbaar) systeem,
en ‘instellingsspecifiek’ moet liggen. Er zijn
My opinion of the presentations overall is
6. uiteindelijk kan zelfs de stap gemaakt
that their is a lack of communication between instellingen waar men de neiging heeft om
the different institutes, I believe they would de vrijheid van het individu voorop te stellen. worden naar toepasbaarheidsonderzoek van
Ook als dat ten koste gaat van cohesie tussen het eigen systeem in andere sectoren van het
all benefit much more by working together
kunstonderwijs; muziek, dans en theater.
groepen binnen de instelling. Op andere
instead of competing. The end result could
academies probeert men via het intranet
be a standardised system enabling both
De laatste zesde stap lijkt altruistisch met
juist weer meer standaardisering in te
students and teachers throughout Holland
brengen. De ene keer om de automatisering name voor instellingen waar deze kunstperhaps even Europe to use one platform
vormen niet in het hogeschoolverband
te vergemakkelijken. Met als optie om dat
making it easier, efficient, creating better
opgenomen zijn. Toch kan juist in dit multiwellicht later weer te differentieren. De
quality and cheaper for all involved.
andere keer om de openheid (= communicatie disciplinaire gebied de kracht van ict als
motor van vernieuwing werken. Terwijl in de
tussen afstudeerrichtingen) te bevorderen.
hoe verder?
voorgaand geschetste stappen 1 t/m 5 veel
Voor het dilemma standaardiseren of
Het is nog te vroeg voor conclusies en aanvaker aan efficiency en kwaliteitsverbetering
bevelingen op dit gebied. Daarvoor ontbreekt diversificeren is nog geen bevredigende
gedacht mag worden.
oplossing. ‘Eenheid in verscheidenheid’ is
het ons aan voldoende praktische ervaring
het vaak gehoorde populistische ict-motto
met het gebruik van deze systemen in het
voor deze Y-splitsing in de ontwikkelweg.
academie onderwijs. Ook blijkt het vanuit
Maar wat men zich bij die kreet moet voorhet onderwijs nog heel lastig om de wensen
stellen is zelden beantwoord.
te definieren waar de ict-ontwikkelaars
mee kunnen werken. De hiervoor gegeven
De beste algemene aanbeveling die mijns
‘algemene beschouwingen’ zetten in meer
inziens uit de verslagen van deze expertdag
dan één reactie aan tot voortgaand overleg.
moge doorklinken is dat het nuttig zou
Het beoogde resultaat van zulk overleg zou
zijn als het OBK het mogelijk maakt om dat
eventueel een flexibel eisenpakket voor
‘expertoverleg’ voort te zetten. En, waar
ict-gereedschappen in het kunstonderwijs
mogelijk, te verbreden tot deelname door
kunnen zijn.
alle instituten.
opmerking 4:
Twee belangrijke verworvenheden:
1. we werken allemaal op hetzelfde terrein,
maar de verschillende invalshoeken lijken
elkaar wel mooi aan te vullen. Waar bijvoorbeeld de een meer redactioneel de diepte
in gaat is de ander meer technisch gedetailleerd. Het zou best kunnen dat we op termijn
tot een constructie van verdergaande
samenwerking of uitwisseling van informatie
kunnen komen.
2. we beginnen door dit soort bijeenkomsten
langzaam aan elkaars taal te spreken. Zo
bleken simpele begrippen als portfoliosite
eerst nog heel verschillende betekenissen
op te roepen bij diverse aanwezigen. De
een denkt bij aanvang aan een showcase
omline, de ander aan een veel-armig systeem
met studievoortgang, procesbegeleiding,
docentenfeedback, etc. Uiteindelijk is er
een gemeenschappelijk begrippenkader
ontstaan.
Het is duidelijk dat er veel overeenkomsten
en veel verschillen tussen de ontwikkelde
producten zijn. Niemand weet voor 100% of
de gemaakte keuzes de juiste zijn. Maar er
wordt tegelijkertijd veel geld, tijd en energie
in alle ontwikkelingen gestoken. Die onafhankelijkheid moet nu niet stoppen. Het lijkt
te vroeg om op één gezamenlijk product in
te zetten. En bovendien is het al bij voorbaat
duidelijk dat zo’n product nooit één universeel gereedschap kan zijn. Maar wellicht
eerder iets dat op specificatie van de instelling kan worden samengebouwd uit losse
componenten. Met een eigen ‘visuele schil’
eromheen.
Als toelichting op de laatste opmerking; de
eerste expertdag was, op verzoek van de
deelnemers, op zo kort mogelijke termijn
georganiseerd. En daarom in het hart van de
examen- en beoordelingsperiode. Het gevolg
is dat een aantal belangstellenden heeft
moeten afzeggen. Allen met uitdrukkelijk
verzoek om voor de volgende bijeenkomst
uitgenodigd te worden.
pdf pagina 3 van 3 expert01introtekst.pdf
71 obkcompleet expertdag 1
productomschrijvingen
Voorafgaand aan de uitgeschreven presentaties een zeer beknopte kenschets van de
ontwikkelingen. Deze kunnen wellicht snel
het juiste spoor in het gegeven tekstvolume
zichtbaar maken. Of kunnen dienen als
leeswijzer – bij de eerste verkenningen voor
eventuele samenwerking of overleg.
artez aki enschede
productbeschrijving
De AKI-internetsite is evenals de meeste
andere sites primair gericht op promotie.
Daarnaast heeft de AKI ter gelegenheid van
het 50-jarig bestaan een openbaar archief
gebouwd ‘www.akinet.nl’ waarin alle
studenten en oud-studenten hun leven lang
werk kunnen plaatsen. En nu werkt men aan
een intranet. Maar dan niet als voorgestructureerd systeem, maar meer als een open vrij
hku clk utrecht
definieerbaar platform. Dat wil zeggen dat er
productbeschrijving
LEDA is geen voorgedefinieerde leeromgeving naast de ‘openbare’ galleryfunctie een ondermaar een toolbox om leeromgevingen mee te wijsondersteunend communcatiesysteem
maken. Het bevat geen kant-en-klare gereed- komt waarbij de verantwoordelijkheid ligt bij
schappen, maar op specificatie van groepen de gebruiker. De push zit ’m dus in de pull.
in de HKU zijn ict-gereedschappen snel te
basis
bouwen via LEDA. Denk onder andere aan
JAVA scripting.
‘een beschrijving van lesmodules’ of aan ‘een status op 18 juni
systeem om de communicatie tussen docent Er zijn testreleases en proefprojecten. Maar
en student bij het schrijven van scripties
nog niet alle functionaliteit is nu werkend.
te organiseren’. LEDA zal op termijn veel
In het aanstaande studiejaar wil men proefconventionele webapplicaties van de HKU
draaien met de afdeling visuele communicagaan vervangen.
tie. Eindrapportage gepland op 1 januari
2004.
basis
JAVA scripting.
plannen
status op 18 juni
Voortbouwen op de ingezette weg. De
zelf ontwikkelde software is open source
Er zijn diverse proefprojecten uitgevoerd.
en samenwerking met andere onderwijsMet groepen van maximaal 100 studenten.
En ook in internationaal verband met Engelse instellingen wordt van harte toegejuicht.
en Duitse collega-instellingen. De pilots zijn Ook SURF en het overheidsprogramma ‘Open
Source en Open Source Software’ (OSOSS)
naar tevredenheid afgerond.
certificeren Akinet en zouden het zeer
plannen
Release 3 van de software staat gepland voor op prijs stellen als er een vorm van samenseptember 2003 en zal HKU-breed uitgerold werking plaatsvindt.
worden.
wdka rotterdam
productbeschrijving
Een deel van de WdKA heeft al sinds eind
2001 een volwaardige webondersteuning
van het onderwijs. Met internet, (besloten)
intranet en een dynamisch portfolio-achtig
studenten-gedeelte onder de naam Blender.
De internetsite is meest gericht op werving.
De andere twee sites op communicatie. De
academie heeft uitgebreid geexperimenteerd
met allerlei redactionele strategieën en heeft
inmiddels bewezen ervaring met ‘wel en niet’
werkende onderdelen van het intranet.
basis
HTML en pagina-opmaak via Dreamweaver.
status op 18 juni
In feite is er nog steeds sprake van een
proefsituatie. Een test met 300 studenten
CV2D. De WdKA is redactioneel erg ervaren.
Men ondervindt echter nu ook ten volle de
keerzijde van de relatieve voorsprong tov
andere instellingen. Vooral met betrekking
tot onderhoud en contentbeheer.
plannen
Technisch en didactisch verbeteren van het
portfoliogedeelte. En het gebruik daarvan in
het onderwijs stimuleren.
pdf pagina 3 van 3 expert01introtekst.pdf
akv st.joost
den bosch/breda
productbeschrijving
De vernieuwing die Akv/St.Joost demonstreert betreft de intranetsite. Het intranet
is een eiland in de digitale infrastructuur van
de Hogeschool Brabant. Andere eilanden zijn
onder andere het e-mailsysteem, het internet en afdelingssites. Het is geen beleidsdoel
om al die eilanden te integreren, maar om
gebruikersvriendelijke wederzijdse koppelingen te leggen. Het intranet is gebouwd
met de primaire doelen ‘onderhoudbaarheid’
(contentmanagement) en ‘transparantie’ van
onderwijsaanbod.
basis
ZOPE content managementsysteem
gebaseerd op Python scripttaal.
status op 18 juni
De site en het bijbehorende contentmanagementsysteem zijn werkend
opgeleverd. En de gebruikers (coördinatoren)
hebben een introductiecursus gevolgd.
plannen
De site moet in het nieuwe schooljaar volwaardig functioneren als onderwijsondersteunend gereedschap. Optimalisatie (of
wijziging van onderdelen) door gebruikservaring en evaluatie is ingepland.
kabk den haag
productbeschrijving
Petr heeft praktische ervaring met het
gebruik van ict in het primaire onderwijsproces. Bij iedere opdracht die studenten
(bij hem) uitvoeren wordt een virtual workspace gebouwd die communicatie en procesvolgen mogelijk maakt. Dat bouwen verloopt
via – door Petr ontwikkelde – gebruikersvriendelijke gereedschappen. Daarnaast
lopen in de KABK een aantal intranetachtige
proefprojecten waar meerdere docenten bij
betrokken zijn.
basis
Eigen gereedschappen gebouwd op basis van
Python scripttaal.
status op 18 juni
De directe onderwijsapplicaties draaien naar
tevredenheid. Het intranet is in proeffase.
plannen
Verbouwen van de internetsite. Overzetten
van de studiegids naar PPCM (Petrs Python
Content Management).
72 obkcompleet expertdag 1
extra obkcomp expertdag 18 juni 2003
intranet, digitale portfolio’s, elektronische
leeromgevingen en het kunstonderwijs –
de locatie is academie st.joost, breda
7a
productbeschrijving
Een deel van de WdKA heeft al sinds eind
2001 een volwaardige webondersteuning
van het onderwijs. Met internet, (besloten)
intranet en een dynamisch portfolio-achtig
studentengedeelte onder de naam Blender.
De internetsite is meest gericht op werving.
De andere twee sites op communicatie. De
academie heeft uitgebreid geëxperimenteerd
met allerlei redactionele strategieën en heeft
inmiddels bewezen ervaring met ‘wel en niet’
werkende onderdelen van het intranet.
techniek
HTML en pagina-opmaak via Dreamweaver.
status op 18 juni 2003
In feite is er nog steeds sprake van een
proefsituatie. Een test met 300 studenten
cv2d (communicatie vormgeving 2dimensionaal). De WdKA is redactioneel erg
ervaren. Men ondervindt echter nu ook ten
volle de keerzijde van de relatieve voorsprong
ten opzichte van andere instellingen.
Vooral met betrekking tot onderhoud en
contentbeheer.
plannen
Technisch en didactisch verbeteren van het
portfoliogedeelte. En het gebruik daarvan in
het onderwijs stimuleren.
[obkcompleet / pagina 72 tot en met 79]
is digitaal beschikbaar via
expert01wdka.pdf
download via www.obkcomp.org
louis van der linden, wdka
rotterdam
onderwijsinformatisering
een case van
louis van der linden, wdka
Dit is het verslag van de presentatie van Louis
van der Linden op de expertmeeting
E-learning en Elektronische Leeromgevingen. algemeen introducerend
Gehouden op 18 juni op de AKV St.Joost in
Al heel snel, vanaf 1983, stond de academie
Breda in het kader van het project obkcomp. Rotterdam open voor computers. De inzet
was om met studenten mogelijkheden te
Louis van der Linden is medewerker onderonderzoeken en te benutten. Mogelijkheden
op het beeldend vlak; bijvoorbeeld
wijs, research & ontwikkeling van de Willem
de Kooning Academie (WdKA) in Rotterdam. procedureel met de computer als medium.
Mogelijkheden op het technisch vlak, met
En heeft in die functie (met assistentie van
collega’s) de intranetsite van de academie
de computer als gereedschap binnen een
gebouwd. Daarnaast geeft Louis ook les op
ontwerpproces. Deze lijn is consequent door
gezet met als resultaat een vanzelfsprekende
de WdKA. Hij doceert onder andere het vak
inpassing van computers binnen het onderdynamische interactieve typografie.
wijs. Daar waar het meerwaarde oplevert en/
woord vooraf
of gezien beroepsprofielen nodig blijkt.
Uiteraard is dit primair het verhaal van
Louis, maar op veel onderdelen is er door de
Over dat onderwijs aan de academie is goed
toehoorders ook direct gereageerd op het
nagedacht. Door directie, coördinatoren,
verhaal. En die opmerkingen zijn in de tekst
verwerkt. Daarom moet dit verslag ook eigen- mentoren en vooral docenten die ‘de liefde
lijk gelezen worden als een groepsverslag. De voor het vak en de student hebben’ en
meeste uitspraken of werkervaringen werden expertise over het leerproces.
Alles is er op gericht ambiance en mogelijkwel door een of meer toehoorders uit eigen
heden te creëren, waarin de studenten
ervaring onderbouwd of verbijzonderd.
Het is ook een momentopname. De situatie in zich volledig kunnen ontplooien. De vraag
oktober kan al weer compleet anders zijn. Dit naar ‘genuanceerde’ vormen van onderwijs
is geen evaluatie van een individuele aanpak, neemt daarbij toe, met als trefwoorden
maar een vergelijkingsdocument. Men dient op maat, flexibel, zelfstandig studeren en
samenwerken in groepen, toepasbaar in de
dit te lezen in de context van de vier andere
presentaties. En men dient de ervaringen van veranderde beroepspraktijk en maatschappij.
Ict kan daaraan zeker een bijdrage leveren,
Rotterdam te extrapoleren voor mogelijke
zowel in informatief als in onderwijskundig,
bruikbaarheid in een NL-brede aanpak.
didactisch opzicht. Juist die didactiek en niet
zozeer de techniek heeft onze interesse en
aandacht. Temeer daar hiermee binnen het
kunstonderwijs relatief weinig ervaring is
opgedaan. Vanuit dat perspectief is dan ook
gestart. Niet direct gericht op een sluitende
eindomgeving, maar onderzoekend,
opbouwend, webbased met ondermeer
Dreamweaver.
Nu een belangrijk deel van de content online
is, gaan we telkens een stapje verder, met
bijvoorbeeld XML, PHP en een database- en
koppelingen.
De meeste gebruikers zien echter niets van
deze inspanningen en investeringen in de
technische (netwerk, beschikbare hard- en
software) en data infrastructuur (toegang
tot relevante databases als bijvoorbeeld het
studenten-administratie-systeem). De voorzieningen zijn er en iedereen maakt er als
vanzelfsprekend gebruik van:
Men verstuurt mail en communiceert zo met
elkaar en onderhoudt contacten en relaties.
Men surft gericht op en gebruikt doelgericht
het web.
Men kijkt op Actueel voor de laatste
berichten.
Men leest nog even een opdracht na bij het
Lesaanbod.
Men logt in op het StudieNet om een reader
te downloaden, een module te bestuderen...
pdf pagina 1 van 8 expert01wdka.pdf
73 obkcompleet expertdag 1
[homepage]
[zoeken-siteopzet]
[organisatie-faciliteiten]
[organisatie-office]
Het is het dagelijkse half-uurtje onlinewerk. What they see is what they get, snel en
efficient, geconcenteerd op content.
inhoud van de presentatie
onderdeel A
Inleidend: WdKA en N@tschool
onderdeel B
Viewing the web
onderdeel C
Webbeloftes & Leren
onderdeel D
Discussie
pdf pagina 2 van 8 expert01wdka.pdf
onderdeel A
Inleidend
www.hogeschool-rotterdam.nl
De Willem de Kooning Academie maakt deel
uit van de Hogeschool Rotterdam. In dit
kader is dat een relevant gegeven omdat de
Hogeschool, ondermeer in samenwerking
met Fontys Hogescholen en een bedrijfspartner Threeships, een zeer geavanceerd
LeerManagementSysteem N@Tschool heeft
ontwikkeld. Het betreft een groots opgezet
en ambitieus plan dat in 2001 ook landelijk als
SURF-tender erkenning en daarbij financiële
ondersteuning heeft gekregen.
Het LMS-DPF-plan verdient in de praktijk
van het onderwijs ingezet en zo zijn
bestaansrecht te bewijzen. Het is zowel
onderwijskundig als technisch een uiterst
zorgvuldig overdacht en opgezet plan.
Een plan dat volledig aansluit bij de wdkaideeën over opleiden, leren en werken en de
verschillende rollen van de participanten.
Het LMS is een softwaresysteem dat is
ingebed in een proces. LMS draait om het
managen van leren.
Studenten kiezen daarbij uiteindelijk voor
arrangementen die ze willen volgen. LMS
zal een platform worden waardoor het leren
competentiegericht en vraaggestuurd kan
plaatsvinden.
Ondanks deze geweldige specificaties en
mogelijkheden van het systeem wordt het
pakket op dit moment en ook naar de nabije
toekomst niet door de academie gebruikt.
Met recht vinden wij zelf.
De bezwaren (en dat geeft tevens inzicht in
onze vraag en opstelling) die daarbij gelden
zijn:
> N@Tschool
is PC-only, een strikt op Windows gebaseerde
omgeving, waarbij is uit gegaan van noodzakelijke installatie van software, ook thuis,
van het programma op de PC.
< WdKA:
De standaard van de academie (en een
belangrijk deel van de studenten) is Mac- en
Silicon-computers.
> N@Tschool
is niet webbased, als mogelijkheid naar
platform-onafhankelijkheid en kent eveneens
een lage prioriteit toe aan webfunctionaliteit.
< WdKA:
Bij vrijwel alle ontwikkelingen rond het thema
‘ICT in het onderwijs’ speelt het web een
sleutelrol. Websites worden hét interactieve
communicatiemiddel met de student.
> N@Tschool
is redelijk complex, alsook weinig intuïtief,
en heeft derhalve een hoge gebruikersdrempel, met een ruime leer-, inwerkperiode. Je
moet dan ook echt naar cursus om te leren
‘netschool te gebruiken’.
< WdKA:
Het systeem moet een open en flexibele
structuur hebben, laagdrempelig en gebruikersvriendelijk zijn. De ideale website wordt
bepaald door snelheid, overzichtelijkheid,
inhoudelijkheid en maatwerk (identificatie,
prefs en single sign-on).
Dus je kiest uiteindelijk tussen een
standaardsysteem met heel veel
mogelijkheden maar een zeer beperkte
flexibiliteit in het aanpassen van die
mogelijkheden aan je eigen wensen,
versus een maatwerksysteem wat heel veel
beperkter is, maar wat wel precies doet wat
je nodig hebt. Alleen moet je dan accepteren
dat je, door je grenzen in tijd en geld, niet
alles kunt bouwen wat je wil.
Wij zien in n@tschool veel functionaliteit die
fantastisch is voor bijvoorbeeld een universiteit. Waar zelfstandige leeromgevingen
worden ontwikkeld. Daar is ook veel meer
interactief studiemateriaal. Wat een grote
investering is, maar wat ook een blijvende
investering is. Wij hebben op de academie
veel minder van dit soort modules. Die
worden door onze docenten veel minder vaak
ontwikkeld.
> N@Tschool
biedt portfolio-faciliteiten, maar uitsluitend
gekoppeld aan/binnen het volledige LMS.
< WdKA:
Een goede functionaliteit binnen het systeem
die wij heel graag in de WdKA zouden willen
gebruiken. Die is echter niet afzonderlijk,
maar helaas alleen binnen het volledige
N@Tschool te gebruiken. Met de eerder/
verder genoemde bezwaren, derhalve! In
zo’n geval kiezen wij liever voor een portfolio-opzet die wel afzonderlijk geïmplementeerd kan worden. Overigens hoeven we die
absoluut niet zelf te ontwikkelen. Er zijn
buiten N@tschool diverse mogelijkheden
beschikbaar dus een alternatieve keuze uit
bestaande software ligt voor de hand.
74 obkcompleet expertdag 1
Onze stellingname in de eerder gevoerde
discussie over koppelingen tussen portfoliosites en studievolgsystemen is dat wij wel
graag zouden willen koppelen. Het grafisch
lyceum in Rotterdam heeft zo’n koppeling al.
De studenten hebben daar een leerdossier.
Daar kunnen ze op inloggen en dan kunnen ze
direct zien wat ze al gehaald hebben, wat ze
nog moeten halen en wat dat voor gevolgen
heeft.
Zij hebben daar een eigen database voor
opgezet. Overnemen van dat systeem zou
niet mogelijk zijn, zo bleek ons. Onder
andere omdat het niet helemaal voldoet aan
de wensen van de Hogeschool en ook niet
daaraan aan te passen is.
> N@Tschool
heeft nog geen koppelingen (tot stand
gebracht) met andere databases als
het Studentenvolgsysteem CATS, het
roostersysteem e.a.
< WdKA:
De automatisering van de informatie, in
plaats van handmatige invoer, geeft het
systeem meerwaarde. Koppelingen zijn voor
ons van groot belang.
> N@Tschool
biedt een vast systeem en leerstructuur, met
ruime mogelijkheden voor (grotere) kennisen virtuele leeromgevingen.
< WdKA:
Binnen de relatief kleine academiegemeenschap, met zijn atelieronderwijs als
belangrijke karakteristiek, zal de tijd leren
of er veel behoefte bestaat aan het gebruik
en daarmee de ontwikkeling van dergelijke
omgevingen. Een aantal mogelijkheden sluit
in werkwijze, opstelling en attitude niet aan
bij het werken, de cultuur van het beeldend
kunstonderwijs en zal nooit tot de tools gaan
behoren. En dat sluit eigenlijk heel goed aan
op datgene wat Emile Bijk zojuist opmerkte
over zijn ervaringen met de Utrechtse
docenten.
N@Tschool versus WdKA-web
N@Tschool is een door experts ontwikkelde
expertomgeving, in techniek, in onderwijskundige opzet en gebruik. De WdKA zoekt
een gebruikersomgeving, van/door/met en
voor mensen.
Op het web denken wij dit te kunnen
realiseren met als ideaal, een site,
> van beginnend eenvoudig naar (op termijn)
meer complex
> een portal naar locaties en
functionaliteiten;
> flexibel en open, dynamisch en
webanarchistisch;
> inspelend/in antwoord op en initiërend,
opbouwend;
> voortdurend in beweging en ontwikkeling
(vergelijk het onderwijs).
pdf pagina 3 van 8 expert01wdka.pdf
Nu kan onze site beter aan onze eisen
beantwoorden maar wij blijven enthousiast
meewerken aan de totaalaanpak van de
hogeschool en houden de dialoog met de
N@tschoolgebruikers op gang. Als later onze
vraag of de mogelijkheden van N@tschool
veranderen, kunnen wij altijd inhaken op,
alsnog verder gaan met N@Tschool. ‘We
houden contact en de vinger aan de pols.’
[lesaanbod-organisatie.tif]
onderdeel B
Viewing the web
wdka.hro.nl
De website van de academie bestaat uit drie
delen:
> internet: formeel, wereldwijd toegankelijk,
2-talig; wat en waar rond studentenzaken.
Procedures, regelingen, etcetera.
> blender: creativiteit in een studentenbijdrage; een dynamisch onderdeel als
aanvulling op de formele informatiestroom.
Het is begonnen als afstudeerproject onder
de naam SMOL; Student Magazine OnLine.
Dat werkte niet helemaal zoals wij wensten.
Wellicht in uiterlijke vorm iets te officieel en
in gebruiksmogelijkheden iets te beperkt.
Daarom als alternatief nu blender. Dat
wordt getrokken door twee docenten en de
studenten moeten het invullen. Die krijgen
daar geen studiepunten voor en dan blijkt
content toch een probleem te zijn. Het
komt helaas nog niet in de kwantiteit en de
dynamiek die wij als ideaalbeeld voor ogen
hadden.
> intranet: interne net, voor studenten
en medewerkers, in directe relatie tot het
onderwijs. Dit is een besloten site. Niet
toegankelijk voor personen buiten de
academiegemeenschap.
[lesaanbod-leerplan]
[lesaanbod 01, 02, 03]
Netreports laten zien dat het web redelijk
intensief gebruikt wordt. Zelfs nu we feitelijk
nog in een soort testfase verkeren. Met
gebruik door de eerste cv2d-studentengebruikersgroep van ongeveer 300 studenten
vanaf 2001. Bijvoorbeeld nieuws over een
lesmodule die nog gevolgd kan worden, of
een lezing waar studenten naar toe kunnen.
Dat is informatie die heel veel gezien wordt.
In deze zin bewijst het zijn bestaansrecht,
niet alleen naar studenten maar ook naar het
docententeam.
[viewing the web]
[lesaanbod-klasseboek]
75 obkcompleet expertdag 1
Let wel: Alleen als het net academiebreed
gedragen wordt en iedereen er zich bij
betrokken voelt en bereid is content aan
te leveren, kan er een zinvolle omgeving
ontstaan! Het gaat daarbij, in mijn optiek,
niet om veel readers of zelfstandige leeromgevingen, maar vooral om onderwijskundige functionaliteiten als leerdossier,
lesaanbod en portfolio. Ik noem die
betrokkenheid niet voor niets.
Het belang van het web wordt door mijn
collega’s-docenten mondeling voldoende
erkend en onderschreven, maar tot actieve
participatie leidt dat niet in alle gevallen. De
ervaring die blijkbaar ook door de aanwezige
vertegenwoordigers van andere academies
gedeeld wordt is dat veel docenten in de
praktijk nog erg hechten aan dat wat ze altijd
al gewend waren; ‘een geprint formuliertje in
een klapper’.
Kijk bijvoorbeeld naar het lesaanbod van de
twee domeinen, propedeuse en cv2d, die
nu actief heten. De propedeuseteller van
docentenlesaanbod staat nu op 25% en de
cv2d-teller op 45%. Wij zijn daarbij niet
kritisch. We plaatsen alles wat docenten
aanleveren. Ongeacht het gehanteerde
format of het medium. Info op papier, op
een flopje, per e-mail; alles wordt door ons
bewerkt en geplaatst.
Een jaar geleden, toen we met z’n allen een
eenmalige startinspanning verrichtten,
was datde beschrijving van ons lesaanbod
97%. Daarna krijgen mensen weer andere
prioriteiten en dan verwatert het. Dus de
vanzelfsprekendheid en routine zijn nog ver
weg. Er zijn wel verschillen in aanpak. Neem
bijvoorbeeld de theorie; daar heeft men een
heel helder format dat alle docenten volgen.
Waarbij de docent zich voorstelt en vertelt
wat hij gaat doen. En dat loopt dan tot en met
publicatie van de slides die in de les gebruikt
worden. En daar houden ze zich allemaal
redelijk goed aan. Helaas kunnen ze het nog
niet allemaal zelf. Dus ze komen nog wel eens
met een stapel boeken waaruit ik de plaatjes
voor ze scan. Ik kom later in dit verhaal terug
op het tijdbeslag dat dit voor mij heeft.
Uiteraard hoop ik dat ze het op termijn allemaal zelf kunnen.
Het blijkt verder ook een wankel evenwicht.
De in december 2002 ingevoerde passwordprotectie heeft direct tot behoorlijk wat
minder ‘hits’ geleid. De invoering van
toegangscodes op verzoek van onze directie
is heel verklaarbaar omdat je gevoelige
informatie publiceert. Niet iedereen wil
dat de hele wereld meeleest met wat hij
publiceert of wat er over hem gepubliceerd
wordt. Ook de context waarin je dingen leest
is weg voor buitenstaanders.
Het maakt echter wel de gebruikersgroep
kleiner omdat je er een drempel in bouwt;
een aantal collega’s heeft na 1/2 jaar nog
geen password (aangevraagd). We hebben
nog getracht om onderdelen van de boomstructuur buiten het gecodeerde deel te
houden. Maar daar was men in de organisatie
helaas niet voor.
Het gevolg is een flink lager gebruik. Kennelijk
wil een aantal gebruikers niet al teveel moeite
doen, het is snel ongemakkelijk, onhandig
en teveel, of is een aantal gebruikers snel
gewend aan en verwend.
Twee studentenreacties, ter illustratie van de
problemen rond passwords:
1. ‘Is het geen goed idee een mail of smsberichtje te sturen als er nieuwe berichten op
actueel staan. Ik moet nu telkens inloggen om
te kijken.’
2. ‘Ja, ik weet dat het lesaanbod op intranet
staat, maar nu u het klassikaal laat zien, kunt
u toch ook snel nog even printen voor de hele
groep.’
In de zaal ontstaat discussie rond een
collectief gevoeld probleem wat speelt bij alle
door ons gebouwde intranetsites; hoe gaaf
je systeem ook is. Het wordt pas echt gaaf als
het veel gebruikt wordt en hoe bereik je dat?
De startveronderstelling is dat als je iets te
bieden hebt dat men dan wel komt kijken.
In de praktijk zie je heel merkwaardige
mispassingen. Bijvoorbeeld doordat je op
het web gebonden bent aan de formele
terminologie en de afgesproken structuur
van modules, terwijl men in de wandelgangen
gewoon zegt ik zit in ‘klas 2’. Dat is een
beetje de standaard databaseproblematiek.
Bijvoorbeeld je hebt op een gegeven moment
overal de term ‘grafische vormgeving’ (GV)
gebruikt; in zoekwegen, maar ook in de
beschrijvingen van lesinhouden. En als die
term dan wordt vervangen door het ruimere
CV2D waarvan GV als profiel onderdeel
uitmaakt; dan ijlt zo’n web een beetje na.
Onze ervaring is dat je soms dingen als
definitief veronderstelt. Dan implementeer
je dat. En wij gebruiken hele basic tools als
onder andere html en dreamweaver. En als
het online staat; dan veranderen de naamgevingen of erger nog de structuur.
Ongeacht zulke nadelen blijven wij geloven
in onze aanpak. Van eenvoudig naar
complex werkend. Wij zien veel problemen
in systemen die door experts opgezet zijn
zonder kennis van een specifieke organisatie
en hopen die problemen door de aanpak van
binnenuit te ondervangen.
Tot slot van dit onderdeel: ondanks de wat
kritische kanttekeningen is, met name,
de opstelling, respons en participatie van
studenten bijzonder positief! En daar doen
we dit allemaal in eerste instantie voor.
Zo dromen wij al langer, in navolging van
pdf pagina 4 van 8 expert01wdka.pdf
het GL-Rotterdam, van een leerdossier,
met een combinatie van studievoortgang en
mentorbegeleidingsinfo, geautomatiseerd en
op het web. Maar het huidige studiesysteem
blijkt moeilijk koppelbaar, de HR onderzoekt
al alternatieven. N@tschool blijkt hier
overigens ook niet (op onze specificaties) in
te voorzien. Het bouwen van een eigen, open
database is niet begroot.
onderdeel C
Webbeloftes & leren
The promise of the web for learning Portfolio
Sinds twee jaar wordt er speciaal aandacht
besteed aan de verdere ontwikkeling en het
gebruik van het portfolio als onderwijskundig
instrument.
Laat u daarbij niet misleiden door de soms in
de kunstpraktijk gehanteerde gedachte dat
een portfolio het zelfde is als een showcase.
Die grote plastic mappen waarmee een
student vroeger naar zijn stagebureau ging
hebben niets te maken met de portfolios
waar we nu over praten. Er zit wel een
presentatiegedeelte of ‘gallery’ in en dat zou
je dan showcase kunnen noemen maar het
portfolio is veel breder. De ambitie van WdKA
gaat veel verder als een gallery van 10 jpg-jes
op een rij.
Overigens zeggen de stagebureau’s nu wel
‘zet eerst even wat werk op internet voordat
je met je map naar ons toe komt. We maken
een afspraak als dat werk ons bevalt’. Maar
dit terzijde!
Belangrijk bij de ontwikkeling van een
studentportfolio is dat het past binnen de
inrichting van het onderwijs van de opleiding.
Dit betekent dat het portfolio binnen het
geheel van onderwijsactiviteiten, werk- en
toetsvormen een duidelijk en zinvolle plaats
heeft.
Een onderwijskundige implementatie
dient gelijktijdig met het technisch traject
ontwikkeld te worden.
Studenten moeten, met het oog op de
ruimere communicatie, bereid zijn het
meerwerk te verrichten. Een student die
tegen mij zegt: ‘ach kan ik niet even bij
jou komen met mijn dummy dat is toch
veel makkelijker dan op het net zetten’.
Die mentaliteit is wel aan het veranderen.
In het tweede jaar vinden studenten het
portfoliogebruik al veel vanzelfsprekender
als in de vierde. Die tweedejaars maken
nu portfolio’s die enthousiaster ogen en
uitgebreider en degelijker opgezet zijn als
een paar jaar terug de examenportfolio’s.
76 obkcompleet expertdag 1
[platform-studlijst]
[platform]
[dpf-template]
[dpf 01, 02, 03]
pdf pagina 5 van 8 expert01wdka.pdf
De portfoliobenadering brengt ook een
‘uitbreiding’ van de rol van de docent
en ‘werkplatform’ met zich mee. De rol
van de docent ontwikkelt zich meer in de
richting van het ‘coachen’ van individuele
(leerprocessen van) studenten in plaats van
het collectief doorgeven van kennis.
In de fysieke en virtuele ruimte ondersteunt
de docent de student op specifieke functies;
als coach, instructeur, consultant, expert en
assessor.
In de webomgeving leg je je vast.
Bijvoorbeeld door de omschrijving van je
lesopdracht. En in de lespraktijk blijken
docenten nog wel eens voor een heel andere
invulling te kiezen. Dat kan enerzijds hun
individuele kracht zijn, maar omdat je het
als instituut nauwelijks kunt bewaken en
evalueren kan het voor de instelling tegelijk
ook een zwakte zijn. En het is in ieder geval
een belemmering voor het volledig aanbieden
van een programma via webpagina’s.
Men ziet ook nog in de staf te weinig de
voordelen van kennisname van elkaars
opdrachten. Daardoor zie je soms
bijvoorbeeld dat studenten te veel
opdrachten krijgen, of opdrachten die
elkaar overlappen. Er zijn uiteraard wel
coördinatoren die dat bewaken en we hebben
regelmatig collectief overleg, maar extra
informatie via het web gaf een mogelijkheid
om binnen het totale pakket te kijken en
ook allerlei bijvakken in het totaalbeeld te
betrekken. Ook de studenten kunnen veel
verder vooruit kijken naar wat ze in volgende
semesters aaangeboden krijgen. En daar
zitten dan roosters bij en weblinks en dingen
van elkaar (filmpjes, ...) die ze op de server
kunnen bekijken.
Voor het volgend jaar is dit pilot+-vervolg al
verzekerd voor Grafisch Ontwerpen, eerste
vakstudiejaar. Ook haken autonoom en CV3D
(opnieuw, verder) in.
Met name de studenten zijn er voor klaar
en enthousiast. Een uitspraak die ik – zoals
eerder opgemerkt – baseer op het niveau van
een aantal portfolio’s, die nu al ‘vollediger en
verder’ zijn dan vroeger werk uit leerjaar-3 of
-4. Dat is ook van belang, want het portfolio
is een instrument in handen van de studenten
en de student is eigenaar van het portfolio.
Vanaf het begin van de studie wordt het
portfolio door de studenten zelf gebouwd en
ontwikkeld, in 4 stappen, c.q. 4 werk-leerjaren. Wij spreken dan ook in onze aanpak van
het vier-stappen-plan.
Stap_1 (geactualiseerd voor alle studenten
en alle domeinen van onze academie)
De start is in de propedeuse bij de softwareinstructies. De aandacht is daar (nog) vooral
technisch, met het gebruik van Photoshop
ImageReady, Dreamweaver en Fetch. Je moet
iets kunnen maken en je moet dat op de
server kunnen zetten.
Eindresultaat: een eigen site op de
academieserver.
Stap_2, leerjaar 2, eerste vakstudiejaar (dit
is nu nog alleen en ten dele geactualiseerd
voor domein cv2d – dit zijn de voortrekkers)
De aandacht is gericht op content en
vooral nog niet op een definitieve(re)
ontwerpuitspraak. Dat valt overigens bij
de beeld-gerichte studenten niet mee. Zij
zien fantastische voorbeelden op het web
en ambiëren ook een flashing look en dito
interface. Eindeloos wordt er dan gezocht
en veranderd, waardoor men aan het belangrijkste, de content, niet meer toe zou komen.
Het werken met een dergelijk portfolio-idee Deze insteek wordt momenteel gedeeltelijk
in praktijk gebracht.
en -opzet zoals ik dat hier nu al enige tijd
In de pilots hebben alle studenten een
bespreek in zijn uitwerking naar docenten
portfolio, alhoewel weer niet altijd online.
en studenten is op dit moment slechts
De geschetste opzet wordt daarbij aan
volledig onderschreven door het domein
gehouden, maar nog niet alle onderdelen
cv2d (Animatie, AV, Grafische Vormgeving ,
(portfolio- en begeleid-leren) zijn
Interactieve MultiMedia, Illustratie).
opgenomen/aanwezig.
Het past hier ook uitstekend, is
noodzakelijk(er) met een studieopzet met ver- Door het portfolio, met werk, leerdoelen
schillende differentiatie-profielen, trajecten en ervaringen, echter te koppelen aan de
invulling en begeleiding van het individuele
en roosters en is direct bij de vernieuwde
studietraject en tot onderdeel van de
studieopzet in de plannen en het werken
opgenomen. Er wordt ook al in beperkte mate beoordelingen te maken (en zó een zinvolle
en duidelijke plaats te geven binnen het
(pilotsituaties) met een dergelijk portfolio
onderwijs), wordt iedereen gedwongen,
gewerkt. Door praktische problemen
gericht en inhoudelijk te werken.
(bijvoorbeeld ziekte van stafleden) nog niet
Met het oog op de pilot+ van het volgend
volledig geïntegreerd binnen de ‘integrale
studiejaar is op het web al studenten en
docentenbeoordelingen’ maar met succes
docentenmateriaal online, ter informatie,
gestuurd vanuit de vakken Digitale Media
discussie, als template, ... Ik heb daarbij
en Ontwerpen voor Digitale media, als
allerlei voorbeelden gemaakt om de discussie
uitgangspunten voor gesprek en vervolg.
aan te zwengelen. Ik zet bijvoorbeeld een
Onze leerervaring is dan dat je in zo’n geval
taak in zo’n dossier en dan krijg je direct
altijd direct een half jaar doorschuift in je
planning. Het enige wat je in zo’n half jaar dan discussie over wie bewaakt dat en wie mag
die taak allemaal zien enzo.
nog wel kunt doen is het gesprek aangaan.
77 obkcompleet expertdag 1
Het portfolio bevat een aantal vaste functionaliteiten:
> portaal (openingspagina met de gegevens),
> studentendossier (met opleidingsplan en
activiteiten),
> archief (product-selectie),
> competenties (commentaren en beoordelingen) en
> presentaties (show-case).
Studenten moeten, met het oog op de
ruimere communicatie, bereid zijn het
meerwerk te verrichten.
De docent ondersteunt, in de fysieke
lessituatie en virtuele ruimte van het web,
de student op specifieke functies; als coach,
consultant, expert en assessor.
Eindresultaat: in het portfolio ‘boekstaaft’
de student haar/zijn werk(en), laat zien
wat zij/hij geleerd heeft en hoe zij/hij zich
ontwikkeld heeft gedurende de opleidingsfasen.
Het portfolio heeft dus de vorm van een
website.
Met deze realisatievorm is het portfolio:
> plaats- en platform-onafhankelijk,
> studenten zijn snel in staat een dergelijk
webportfolio te maken, te implementeren en
te onderhouden,
> en hebben alleen een Mac of PC met een
internetverbinding en browser nodig, zowel
op het instituut als thuis.
Zó blijft het open, flexibel, laagdrempelig en
gebruikersvriendelijk, aantrekkelijk en uitdagend voor studenten om mee te werken.
En door de webbenadering ook op academieniveau organisatorisch haalbaar en financieel
betaalbaar.
En als ik nu gesprekken heb met studenten;
dan kijk ik van te voren naar het portfolio.
Ik heb daar ook een beoordelingsformulier,
en ik heb nog heel efficient een paar vragen;
‘heb je dit ..., heb je dat ....’. Maar ik heb
alles al gezien.
Stap_3, leerjaar 3, tweede vakstudiejaar
(planning)
Vervolg van de aandacht en investering in
concept, ontwerp en inhouden. Ook in relatie
tot de verantwoordelijkheid die men als
ontwerper dient te nemen.
Eindresultaat: het leergedeelte wordt
aangevuld met een open functionaliteit, het
presentatiegedeelte of gallery. Hierdoor
wordt een portfolio zichtbaar waarmee de
student ook naar andere opleidingen of
naar het ‘beroepsveld’ kan. Het portfolio
kan zo een rol spelen bij de begeleiding van
studenten, een rol bij het assessment van
studenten en een rol bij het verzamelen van
managementsinformatie.
In het geheel van werken zou een forum,
ook gezien het belang van reflectie en het
verwoorden van, een belangrijker plaats in
kunnen nemen.
Studenten mailen of nog liever sms-en wat
af. Korte berichtjes om iets af te spreken,
to say hi, zonder wachttijd. Maar binnen
een dossier of forum blijkt het lastiger en is
men opmerkelijk minder actief! Onderzoek
leert dat de opdrachtstelling en wijze van
participatie van de docent duidelijk van
invloed zijn. De leerkracht heeft enerzijds een
positieve invloed – verdieping en continuïteit
– en anderzijds een negatieve op de omvang:
de student voelt zich kennelijk minder vrij.
Ook met mail staat alles zwart op wit en
alhoewel minder formeel dan een briefje,
moet je toch erg goed opletten hoe een en
ander geformuleerd wordt. En dat kost tijd!
Maar er is ook genoeg winst te behalen. Kijk
naar het feit dat de meeste docenten hier parttimers zijn en dus minder vaak aanspreekbaar
binnen een onderwijs waarbij het intensieve
contact tussen docenten en studenten juist
essentieel is. Het ict-aandeel/voordeel is hier
evident.
Stap_4, leerjaar 4, uitwisseling, stage en
eindexamen (planning)
Vraag uit de zaal of de moeder van de student Eindproducten en show-case in de vorm van
een portfoliowebsite.
zo’n dossier dan ook kan zien? Nee. Niet
Veel studenten vinden het zeer motiverend
als schoolpolicy, maar zoals een ander in de
zichzelf te presenteren door middel van een
zaal opmerkt kan de student natuurlijk wel
website.
zijn wachtwoord mailen naar zijn moeder.
De student kan ook na zijn afstuderen zijn
Louis merkt op dat dit geen gewoonte zal
worden omdat veel studentenmateriaal toch portfolio verder ontwikkelen en zich zo preal buiten de school zit. De school is meer een senteren aan opdrachtgevers en potentiële
toegangsportal. Je gaat vanuit zo’n portfolio werkgevers. De sites staan op onze
al heel snel naar het tropische eiland TK waar webserver. De webserver is een Pentium III
machine met Linux en een Apache webserver.
de meeste nu hun site hebben. Die TK-url
De grootte van de studentenpartities hebben
mailen ze aan hun moeder.
geen duidelijk-echt quotum. De studenten
hebben tot een half jaar na het afstuderen
nog schrijfrechten. Daarna blijft de site, als
een vorm van archivering, nog zonder eindtermen staan. Nu opslag bijna niets kost
kun je het net zo goed laten staan. Het is
nog niet de expliciete bedoeling om van al
die portfolio’s zoiets als een alumni-site te
maken.
pdf pagina 6 van 8 expert01wdka.pdf
Technisch: in de locatie Blaak staan
uitsluitend switches, waarmee de computers
verbonden zijn met het internet. De meeste
aansluitingen zijn 10 Mbit, een select
aantal 100 Mbit. Via de HR is er een 1 gigabit
verbinding naar buiten (via SURFnet).
onderdeel D
Discussie
Na afloop van de presentatie van Louis loopt
de discussie over N@tschool nog even
door omdat meer toehoorders er vanuit
verschillende optiek mee kennis hebben
gemaakt. De eerste bezwaren die geuit
worden vanuit de zaal hebben betrekking
op de enorme inleertijd. De cursussen die
je moet volgen en de instructies die je moet
lezen. Tegelijk heeft het systeem allerlei
beveiligingsinstellingen en is de structuur van
de database weinig plooibaar. Dus in praktijk
ziet men in onderwijsinstellingen waar
N@tschool beschikbaar is dat personeelsleden toch gewoon eigen websites ernaast
maken die aan hun eigen wensen voldoen.
Het gevolg is dat N@tschool – met zijn
ontwikkelkosten van geschat 4 miljoen euro
– toch een gebruikersgroep heeft die relatief
klein lijkt. Een andere toehoorder die bij
de eerste initiatieven tot de ontwikkeling
van N@tschool aanwezig was merkt op dat
het hele systeem is opgezet op initiatief
van uitgevers die een methode wilden om
het gebruik van hun lesmateriaal ook langs
digitale weg te kunnen verrekenen. Als je
zonder papier toch geld wil ontvangen; dan
moet je de infrastructuur en de gebruikers
kunnen controleren. Dat is ook de reden dat
N@tschool niet browsergebaseerd is maar
dat je er een client voor op je computer moet
downloaden. Inmiddels komt daar door
technologische vooruitgang druppelsgewijs
verandering in.
Kennisnet blijkt een alternatieve methode te
hebben voor het registreren van gebruik zo
meldt een andere aanwezige. Daar beschikt
men over een systeem van ‘single-user-logins’ dat werkt. En dat over de volle breedte
van voortgezet onderwijs en middelbaar
beroepsonderwijs in gebruik is. De school
geeft dus toegangscodes uit aan de leerlingen
en de school bepaalt welke lesmethodes door
die leerlingen geraadpleegd mogen worden
via kennisnet. Zo kun je in principe tot
verrekening voor gebruik komen.
Nu wordt de discussie over portfolio nog
eens uitgebouwd. Een van de aanwezigen
inventariseert. Portfolio als een:
1. onderwijs curriculum vitae waarin je een
leven lang leren kunt boekstaven,
2. schetsboek waarin processen,
omslagmomenten en gesprekken met
docenten aan de orde komen,
3. showcase
78 obkcompleet expertdag 1
[studie-kennisnet]
[studienet]
Je krijgt dan een soort studiemonitoring die
je bijna als vierde functie van het portfolio
kunt aanmerken. Dat helpt je niet alleen als
je van de ene hbo-instelling naar de andere
zou willen overstappen, maar kan ook van
dienst zijn in de toenemende modularisering
waarbij studenten als onderdeel van
‘individuele leerroutes’ ook modules op
andere onderwijsinstellingen kunnen volgen.
Dat kan knap ingewikkeld worden. Zeker als
je het straks ook in Europees verband wil
doen. Maar als je streven is – zoals toch in het
kunstonderwijs verondersteld mag worden
– dat je studenten juist wil laten afwijken
van dat gene wat voorgeschreven is; dan kun
je de nu besproken gereedschappen daar
goed bij gebruiken. Ook in de discussie over
‘doorlopende leerwegen’ vmbo/mbo/hbo
zoals de overheid die geinitieerd heeft komt
deze problematiek automatisch op tafel.
reactie uit de zaal:
Oke, van de administratieve systemen
moeten we afblijven. Daar zitten allerlei
reglementaire en beveiligingsaspecten aan
waar we niets mee van doen willen hebben.
Ik wil ook geen actieve koppelingen maken,
maar ik wil wel graag bijvoorbeeld afgeleide
informatie uit zo’n systeem die mij helpt
om mijn kwaliteitsborging te organiseren.
Hoe groot of klein je dat moet maken;
welke regelgeving er voor de inrichting van
je systeem uit voort komt en in hoeverre je
daarmee in het moeras beland; daar moeten
we het later over hebben.
afsluitend
We beschouwen deze bijeenkomst als een
cyclisch proces en realiseren ons dat we niet
alles in een keer kunnen oplossen.
opmerking
[studienet]
Je moet met elkaar nagaan hoe je die drie
componenten wil gebruiken, wel-of-niet
met elkaar in verbinding wil brengen en
hoe je daarbij niet alleen de student dient
maar ook het management en de onderwijsgemeenschap informeert.
Er zijn inmiddels instellingen die denken aan
een onafhankelijk portfoliobeheer want je
wil immers niet alleen de periode van een
student in je eigen instelling beschrijven/
volgen maar ook alles daarvoor en daarna.
Problemen zijn dan; wie krijgt de rechten
daarover, hoe ga je met die informatie om.
Er wordt voor gepleit om zo’n systeem dan
heel procedureel en flexibel op te zetten en
daarbij de administratie en de communicatiefuncties niet van elkaar afhankelijk te
maken. Men stelt een soort brugfunctie voor
waarbij het communicatiesysteeem telkens
berichtjes afgeeft aan het administratiesysteem en waarbij iemand daar telkens
besluit om wel of niet iets met die berichtjes
te doen. Dat is qua beveiliging ook het
prettigst.
De tweede en de derde functie van het portfolio (map en showcase) werden nadrukkelijk
onderscheiden. Omdat de map uiteraard
meer is dan een verzameling plaatjes. Die
map heeft een functie in het onderwijsproces. De docent bekijkt zo’n map vanuit
een bepaalde context en doet daar ook wat
mee en geeft feedback. Daaardoor zitten er
ook studievoortgangsaspecten aan want er is
sprake van een beoordeling. Dit is sommige
aanwezigen te complex en die stellen voor
om de contacten op de werkvloer (tussen
docent en student) zo autonoom mogelijk te
laten verlopen. DWZ zonder allerlei regeltjes.
Online portfolio; prima, maar dan zoals de
partijen dat zelf willen inrichten.
om een project nóóit goed te krijgen moet je het
groot maken
Het projectburo kunst&industrie heeft voor
de overheid gewerkt aan het stroomlijnen
van databases. Daarvan heeft de overheid
er 30.000 en de opzet en mogelijkheden
voor gegevensuitwisseling zijn zo beperkt
dat je alle Nederlandse rampen (Enschede,
Volendam) te groot zijn geworden door
miscommunicatie tussen databases. Nu, na
drie jaar, nu alle specialisten van juristen tot
technici hun werk hebben opgeleverd en er
twee meter rapport op de plank staat, heeft
de overheid besloten om dat werk weg te
gooien. Want de implementatie is pas over
7 jaar rendabel en voor die tijd komt de EU
met nieuwe afspraken. Dus onze conclusie is
‘houdt het beperkt. En laat docent en student
alles lekker samen uitzoeken.’
pdf pagina 7 van 8 expert01wdka.pdf
De afbeeldingen bij de geprinte versie van
deze presentatie zijn op een latere datum
gemaakt dan de presentatie zelf.
commentaar
Het schriftelijk commentaar (per e-mail
na thuiskomst) van de toehoorders op het
systeemwerk dat Louis presenteerde. Dit is
zeven maal de mening van één persoon. Dus
niet representatief:
commentaar op de presentatie van Louis van der
Linden, WdKA Rotterdam:
•••••••
Goede redactionele aanpak, maar technisch
op een dood spoor. Het beheren van HTMLpagina’s en Dreamweaver is niet te schalen
en kan ook moeilijk tot een vorm worden
omgewerkt dat anderen dan de huidige
redactie/ontwerpers/beheerder het kunnen.
•••••••
Dit is het systeem dat volgens mij in de praktijk op dit moment het beste functioneert.
Vooral de manier waarop de site eigenlijk alle
Portfolio-functies vervult die besproken zijn
vind ik erg goed. Ik ben overigens van mening
dat opsplitsing Student portfolio, AcademieShowcase etcetera een theoretische is:
79 obkcompleet expertdag 1
Volgens mij is een verzameling StudentenPortfolio’s de beste en meest realistische
Showcase die je je kunt wensen. Wel heel erg
veel ‘handwerk’. Geen N@tschool maar alles
met de hand...
•••••••
Er was enige scepcis met betrekking tot het
werk van Louis in Rotterdam, omdat het
wat weinig technisch is. Toch vond ik het
helemaal niet zo slecht. Het is jammer dat
hij enige is die het allemaal beheert, wat het
nogal kwetsbaar maakt.
Maar doordat het nu allemaal erg lowtech
is, hoeven er nog geen tonnen in te worden
geinvesteerd en groeit het vanzelf tot de
inhoud die het zou moeten hebben. In de
tijd wordt het steeds duidelijker wat er nodig
is. Daarna kan je vrij eenvoudig een enorme
inhaalslag gemaakt worden. Je hebt het systeem al, het moet alleen geautomatiseerd.
Het was het enige systeem wat er niet saai
uitzag en waarvan het heel helder was waar
je de inhoud kan vinden. Ik vond het logisch
van opzet en het leek me heel bruikbaar.
Daarnaast vond ik het een heel leuk idee, dat
alle leerlingen kennelijk de opdracht hebben
gekregen een banner te ontwerpen en deze
als ingang te gebruiken voor de website. Dit
vind ik veel aantrekkelijker dan een lijst met
namen, ook omdat je als buitenstaander die
de namen niet kent, middels de banner al een
indruk van het werk van de student krijgt.
Jammer is, dat dit niet schaalbaar is. Met veel
leerlingen worden dit te veel banners.
Daarnaast was het ook gewoon interessant
omdat het nog niet uitontwikkeld is. Er zijn
nog zoveel mogelijkheden!
•••••••
Door vragen (en antwoorden) lijkt het verhaal
niet volledig en in opbouw verteld, met
mogelijk een iets te negatieve teneur (over
wat er niet is of gedaan wordt) terwijl het
concept/uitgangspunt goed is en er ook zeker
het nodige bereikt en ervaren is (ook om op
voort te bouwen).
•••••••
Inhoudelijk interessant. In de praktijk wel
heel sterk afhankelijk van één persoon. Kent
nauwelijks automatisering.
•••••••
Moeilijk beheersbaar systeem sterk leunend
op de redactie van het individu. Zorgt voor
veel overhead zowel op papier als digitaal.
Kortom een volwaardige dagtaak voor in en
output.
•••••••
Hier geldt de wet van de remmende
voorsprong. Omdat ze vooropliepen hebben
ze nu de ook het meeste werk om zich aan
te passen aan de huidige inzichten. Het is
toch goed dat ze de stap gezet hebben. Voor
zichzelf en voor ons (als leerproces).
pdf pagina 8 van 8 expert01wdka.pdf
80 obkcompleet expertdag 1
extra obkcomp expertdag 18 juni 2003
intranet, digitale portfolio’s, elektronische
leeromgevingen en het kunstonderwijs –
de locatie is academie st.joost, breda
7b
productbeschrijving
De AKI-internetsite is evenals de meeste
andere sites primair gericht op promotie.
Daarnaast heeft de AKI ter gelegenheid
van het 50-jarig bestaan een openbaar
archief gebouwd ‘www.akinet.nl’ waarin
alle studenten en oud-studenten hun leven
lang werk kunnen plaatsen. Nu werkt men
aan een intranet. Niet als voorgestructureerd systeem, maar meer als een open vrij
definieerbaar platform. Dat wil zeggen dat
er naast de ‘openbare’ galeriefunctie een
onderwijsondersteunend communicatiesysteem komt waarbij de verantwoordelijkheid ligt bij de gebruiker. De push zit ’m dus
in de pull.
techniek
JAVA programmeertaal.
bas könning, johan visser,
colin brookes
artez aki enschede
Dit is het verslag van de presentatie van
Artez AKI op de expertmeeting E-learning en
Elektronische Leeromgevingen op 18 juni op
de AKV St.Joost in Breda in het kader van het
project obkcomp.
De AKI is vertegenwoordigd door drie
personen; Johan Visser, Bas Könning en
Colin Brookes. Zij zijn allen medewerkers
van de stichting Kunst&Industrie. Johan
en Bas zijn tevens part-time docenten aan
de Aki. De stichting Kunst&Industrie is een
onafhankelijke instelling die webapplicaties
bouwt voor de AKI. Meest recente voorbeeld
is Akinet, gebouwd ter gelegenheid van 50
jaar AKI. Het is een online-archief waarin
huidige en oud-studenten werk kunnen
plaatsen en waarvan de zoekresultaten deels
associatief worden gegenereerd
(afbeeldingen www.akinet.nl).
status op 18 juni 2003
Er zijn testreleases en proefprojecten. Nog
niet alle functionaliteit is nu werkend. In het
aanstaande studiejaar wil men proefdraaien
met de afdeling visuele communicatie.
Eindrapportage gepland op 1 januari 2004.
woord vooraf
akinet en aki open source
software
een ontwikkelverhaal door
bas könning, colin brookes
en johan visser
algemeen
De presentatie van de AKI is in drie delen
gesplitst; Bas opent met het schetsen van
de algemene contouren van het systeem.
Dan neemt Colin het over om de techniek
te behandelen. En Johan sluit af met een
algemene beschouwing van de inpassing van
het systeem in de organisatie, mogelijkheid
voor gebruik door derden en een oriënterende blik op de toekomst.
bas könning
Hoe werkt de applicatie en wat kun je ermee?
Een eerste test-release van onze software
staat gepland voor volgende week. Dat
betekent dat de schermen die ik u toon bij
mijn verhaal wel alle volledig en toegankelijk
zijn, maar nog niet in alle opties aanklikbaar.
Excuses daarvoor.
Een opmerking vooraf over de aard van onze
applicatie; we hebben deze morgen een paar
demonstraties gezien waarbij erg op content
werd toegesneden. Wij doen dat niet. Wij
richten ons niet op de content. Vergelijk
het met een gebouw; wij maken het virtuele
gebouw met alle mogelijkheden die een
gebouw KAN bieden. Maar wij richten het
gebouw niet in. Om in de archtectonische
metafoor te blijven; zou er een houtwerkplaats in zitten dan moeten de betrokkenen
zelf uitzoeken welke machines er moeten
komen en hoe ze die plaatsen. Dus er zit geen
e-learning gereedschap in. Maar als iemand
dat er in wil zetten dan kan dat.
Uiteraard is dit primair het verhaal van de
AKI, maar op veel onderdelen is er door de
toehoorders ook direct gereageerd op het
verhaal. En die opmerkingen zijn in de tekst
verwerkt. Daarom moet dit verslag ook eigenplannen
lijk gelezen worden als een groepsverslag. De
Voortbouwen op de ingezette weg. De
meeste uitspraken of werkervaringen werden
zelf ontwikkelde software is open source
wel door een of meer toehoorders uit eigen
en samenwerking met andere onderwijservaring onderbouwd of verbijzonderd.
instellingen wordt van harte toegejuicht.
Ook SURF en het overheidsprogramma ‘Open Het is ook een momentopname. De situatie in
oktober kan al weer compleet anders zijn. Dit
Source en Open Source Software’ (OSOSS)
is geen evaluatie van een individuele aanpak,
certificeren Akinet en zouden het zeer
maar een vergelijkingsdocument. Men dient
op prijs stellen als er een vorm van samendit te lezen in de context van de vier andere
werking plaatsvindt.
presentaties. En men dient de ervaringen
[obkcompleet / pagina 80 tot en met 85]
van Enschede te extrapoleren voor mogelijke
is digitaal beschikbaar via
bruikbaarheid in een NL-brede aanpak...
een paar uitgangspunten:
expert01aki.pdf
De primaire verantwoordelijkheid ligt volledig
[00 Akinet]
bij de gebruikers. Dus de docent verstuurt
download via www.obkcomp.org
een bericht. Als jij dat niet ontvangt dan is
dat (bijna altijd) jouw fout. Wij sturen zo
weinig mogelijk. Dus als een student van het
tweede naar het derde jaar gaat en hij voert
die wijziging niet zelf in; dan blijft hij de email
van het tweede jaar ontvangen. Alleen daar
waar dat zelfbeschikkingsrecht juridisch
niet toegestaan is; daar leggen we de verantwoording bij de administratie.
Wij hebben geen directe koppeling tussen
administratieve computers en ons systeem.
Maar zij volgen ons wel op de administratie
zo verwachten wij. Wij zijn namelijk meestal
eerder op de hoogte van wijzigingen.
Bijvoorbeeld na verhuizingen. Wij overwegen
om na zo’n mutatie door een student vanuit
het systeem automatisch een bericht aan de
administratie te laten sturen.
pdf pagina 1 van 6 expert01aki.pdf
81 obkcompleet expertdag 1
Belangrijk is ook dat bijvoorbeeld een gastdocent die maar één keer komt vooraf de
groep kan bereiken waar hij les aan gaat
geven. Dat kunnen bijvoorbeeld studenten
uit drie verschillende afdelingen zijn. Als
zij weten dat ze die les willen volgen, dan
kunnen ze zelf zorgen dat die docent hen kan
bereiken.
[01 loginscherm Akinet]
Ons systeem is dus primair een communicatie- Een andere toehoorder stelt het probleem
systeem. Wij maken alle entiteiten die binnen van bandbreedte aan de orde. Vanuit de
veronderstelling dat bijvoorbeeld een AVonze organisatie leven, zichtbaar.
groep alleen al gigabytes aan streams kan
veroorzaken. De keuze die het AKI-team
Bij een groep hoort ook een kalender. Daar
zet ik (als groepslid) bijvoorbeeld de volgende maakt is om de praktijk af te wachten. Op
elke folder zitten sliders die het volume
schoolkrantvergadering in. Die kalender
heeft automatisch de leesrechten van de map desgewenst kunnen begrenzen maar de AKI
hoopt die niet nodig te hebben. Je hebt in
‘schoolkrant’. Maar ik kan die rechten ook
elke academie tegenstromingen, die zullen
weer beperken of uitbreiden.
wellicht trachten het systeem tot ‘halt’ te
Ik zit als entiteit ‘student’ in een heleboel
brengen. Onze pilots moeten aantonen hoe
van die groepen en mijn kalender verzamelt
‘monkeyproof’ we zijn.
al die kalender-events en toont die in ‘my
calender’. In ‘my groups’ zie ik een overzicht Het systeem draait gescheiden van andere
van al mijn groepen. De primaire vrijheid die netwerken; zoals de computerwerkplaats en
ik heb is ‘join’ of ‘unjoin’. De groepadmin kan de administratie. Dus als wij plat gaan dan is
mij ook op de blacklist zetten. Of kan mensen dat geen volledige ramp.
We maken ook de leesrechten zo open mogeaanmelden die dat zelf niet doen. Dat heeft
niet de prioriteit: de user is zelf verantwoor- lijk. Dus als jij je vakantieplaatjes op ons net
delijk; moet de keuze ‘meedoen’ in principe wil zetten en je wil je familie laten meekijken
dan kan dat. Maar derden kunnen niet alles
zelf maken, en niet door de structuur
zien, elke entiteit regelt zelf de leesrechten
opgelegd krijgen.
van eigen mappen. En het is ook niet – zoals
Ik kan zo’n groep in een keer mailen. Maar ik iemand nu in de zaal roept – dat wij freespace
kan ook opvragen wie er in zo’n groep zitten creëren want uploaden mag alleen door
geautoriseerde leden. De rest van de wereld
en er daar een aantal uitkiezen die ik mail.
[03, Selecteren wie je wilt mailen of in de basket stoppen]
kijkt alleen maar.
In de zaal wordt toch opgemerkt dat deze
vrije aanpak tot gegarandeerde ontsporing
van volumes leidt. Men heeft op die instelling
een ‘transportmap’ van 7 gigabyte. Waarin
content komt voordat het een definitieve
plek krijgt. Die map is telkens na opschoning
weer na een halve dag vol. Dus datalimieten
en/of filtering of beheer (= opschonen) zijn
noodzakelijk om niet in de terabytes te
belanden zo stelt deze toehoorder.
Of dat deel van de groep uitnodigen voor een Op de Aki neemt men dit voor kennisgeving
aan en zal – als het straks nodig blijkt – quota
Wat het systeem in essentie kan is ‘entiteiten andere groep. Voor dit laatste doel heb ik
creeeren en dingen van die entiteiten tonen’. een ‘basket’. Daarin verzamel ik uit verschil- op mappen zetten. Liever van open naar dicht
Een entiteit is bijvoorbeeld een docent,
lende groepen allerlei persons (individuen) of dan al bij aanvang dicht. Er draait immers
een werkplaatsassistent of een student.
complete groepen en daarna definieer ik een nu al een gallerysysteem zonder quota en
Een entiteit kan ook een groepje studenten
actie voor de inhoud van de basket (bijvoor- dat leidt tot op heden niet tot problemen.
Dit gallery-systeem is in Eindhoven op de
zijn dat samen aan iets werkt. Bijvoorbeeld
beeld zend mail!).
studiedag obkcomp al uitvoerig getoond.
de schoolkrantredactie. De groep zet zelf
[06a + b fuzzy zoeken + resultaat; 07a + b gericht zoeken +
de regels voor het eigen domein. Daar
Groepen hebben een folder, personen
resultaat; 08a + b supergericht zoeken + resultaat]
benoemen ze hun eigen admin voor. Dus die hebben een folder. Wij zeggen niets over
schoolkrantgroep kan zeggen; iedereen mag de inhoud daarvan. Wat gaat de afdeling
in onze map kijken, maar alleen wij mogen
schilderen doen met de afdelingsfolder? Ze
schrijven. Of niemand mag kijken behalve
zoeken het maar uit! Een docent schilderen
wij. De admin kan groepsleden toevoegen of kan zeggen: ‘iedereen moet daar 10 jpegs van
verwijderen.
schilderijen instoppen’. En eventueel blijft
Ik kan als docent in de eerste les zeggen ‘uit
die folder leeg en gebruiken ze dit onderdeel
welke afdeling of jaar je ook komt; als je deze van de structuur niet.
lessen verder wil volgen en je wil mijn post
ontvangen; of mij iets mailen; meld je dan
‘Is dit ook voor andere Artez-locaties?’ vraagt
aan bij de groep die ik aangemaakt heb’.
een toehoorder. Dat zou wel kunnen maar de
[02, Een indruk van de interface]
pilot (van september tot en met november
2003) loopt in Enschede op de afdeling
Visuele Communicatie. Er is al een afdeling
in Arnhem geinteresseerd in gebruik van het
systeem maar hoe we verder gaan moeten we
nog bezien. Technisch kan het systeem door
de drie locaties gedeeld worden.
Ik ga nu het systeem in als ‘superadmin’. Dat
is de rol van degene die alles mag. Je ziet de
verschillende rollen onderin het scherm. Je
kunt je altijd aanmelden als newuser. Dan
mag je al direct veel. Je mag alle algemene
mappen inzien, en al een beperkte hoeveelheid eigen werk plaatsen. Maar bijvoorbeeld
nog geen groepsmailtjes sturen. Als de admin
je na verloop van ongeveer een week tot user
maakt dan kan dat wel.
pdf pagina 2 van 6 expert01aki.pdf
82 obkcompleet expertdag 1
[07a, 07b]
Dus nu een beknopt overzicht; je kunt
beelden invoeren en daar slideshows van
maken. Je hebt admin functionaliteit voor
toevoegen of weggooien. Je kunt straks
streamen. Als we ook videofunctionaliteit
hebben toegevoegd. En coordinatoren
zouden graag een beoordelingsmonitor
toegevoegd zien. Zodat ze lijsten kunnen
terughalen zoals je die voor je laatste werkschouw had samengesteld bijvoorbeeld.
Wij hebben dat ‘access control’ gedeelte als
aparte module opgezet. Los van de database
die er onder hangt. Dat is praktisch. Want
zou je bijvoorbeeld willen switchen van een
Oracle database naar een MySQL database;
dan blijft je toegangscontrole onveranderd.
Je zet alleen een andere pointer in je module
‘toegangscontrole’ en de wijziging verloopt
verder automatisch.
[09 views]
AKI-map-plaatje08a.tif
[08a, 08b]
Hier zie je een scherm waarin iemand zijn
‘personal details’ kan aanpassen. Dat moet
hij minstens 1 x per jaar doen en met name het
onderdeel ‘relationship to the AKI’ om niet de
verkeerde post te ontvangen. Hij kan zich ook
in 2 jaren tegelijk inschrijven. Dat komt voor
bij studenten die aan meer dan een afdeling
ingeschreven staan. En het kan ook iemand
van buiten zijn – bijv de UT – die tijdelijk een
project met de Aki doet.
In special preferences kun je bijv je deelname
tijdelijk stop zetten – als je drie maanden
ziek bent of je gaat een jaar naar het buitenland ofzo. Je kunt hier ook opgeven wat
er met je mail moet gebeuren; opslaan in
dit systeem, of doorsturen naar een eigen
mailadres. Daarnaast heb je nog allerlei
settings; het uiterlijk van de kalender, weergave van cijfers, taalkeuze, de ordening van
onderdelen van het scherm.
colin brookes, stichting kunst&industrie:
techniek / under the hood
Colin Brookes vertelt over de structuur van
de softtools die hij met Bas en Johan voor de
AKI aan het maken is. Met nadruk stelt hij dat
het geen website betreft, maar een applicatie
die je via het web benadert. Het idee was
om te komen tot een architectuur waarin
personen of groepen van personen kunnen
communiceren en ‘functionele onderdelen’
kunnen uitwisselen. Zowel in ‘groepen’ als in
de invulling van ‘onderdelen’ is veel vrijheid.
We komen daar later op terug. Het systeem
groeide al snel uit tot een grote verzameling
van kleine softtools (boxes and pieces)
die allemaal een specifiek doel dienen. De
gebruiker kan zelf combinaties maken van al
die onderdelen.
De ‘view’ die ik nu op het scherm toon is
afkomstig uit de database. En is volledig
op mij (als gebruiker) toegesneden. Dus
iedereen heeft een individuele lay-out van
schermvelden, kolommen, keuze-opties,
icons, groepen, etc. Er zit dus geen harde
codering in de webpagina’s behalve ‘gegeven
deze gebruiker of deze groep: haal deze
componenten uit de database’. Omdat alles
in de database zit kun je ook het beheer eenvoudig houden. Je kunt van een veld, een
optie, tot en met het kleinste icon definiëren
(en als je de autorisatie hebt herdefiniëren)
hoe de toegangsrechten liggen.
Je kunt dus aangeven ‘groep X ziet kolommen
1 en 4 en icons A, B en C’. Individuele personen in zo’n groep hebben dan verder nog
een on/off-token waarmee hun toegang
verder gelimiteerd zou kunnen worden. Je
moet dan bijvoorbeeld denken aan eventuele
toegang op ieder nivo van het topmenu tot
objects tot de kleinste unit als o.a. een icon.
De mogelijkheid om een object tot container
te benoemen is prettig en maakt de structuur
erg flexibel. Dit betekent dat je objecten kunt
onderbrengen in een ander object. Bijvoorbeeld als je drie objecttypes aangemaakt
zou hebben; groepen, folders en kalenders.
Dan kun je ze vervolgens de classificatie
‘container’ geven zodat je er andere objecten
in kunt inbrengen. Die objecten zijn niet
Daarna keken we bij het ontwikkelen naar
aan specifieke types voorbehouden. Het is
algemene functionaliteit voor ons systeem
vanzelfsprekend dat je een groep in een groep
die iedereen nodig heeft. De meest voor de
hebt; maar je kunt ook folders in een groep
hand liggende is ‘toegangscontrole’. Je wilt
de gebruiker die toegang krijgt tot (gedeeltes aanmaken en een kalender voor een groep.
En in die kalender kunnen weer folders zitten.
van) de database kennnen en adequate
Bijvoorbeeld zo’n folder in een kalender kan
bescherming bieden van de database tegen
een ‘list of events’ zijn die aan een bepaalde
onbevoegden.
datum hangen. Je kunt eindeloos doorgaan
met in-in-in-in... Je krijgt dan een geneste
structuur, technisch tamelijk complex, maar
voor de gebruiker helder.
pdf pagina 3 van 6 expert01aki.pdf
83 obkcompleet expertdag 1
De ‘gallery’ is een van de twee hoofdfunctionaliteiten die nu in Akinet zitten. Het
Vraag: hoe zorg je dat je gebruikers krijgt voor is een online portfolio waar een student – of
die nu op dit moment of 50 jaar geleden aan
zo’n open ‘vrijblijvend’ syteem?
de aki studeerde – zijn leven lang werk op
Twee mogelijke routes:
We kunnen nu (18 juni) nog niet de volledige 1. verplicht stellen. Maar dat is uiteraard een kan etaleren. Het porfolio is ongelimiteerd.
We gaan uit van ‘fair use’. Dat heeft ons tot
functionaliteit tonen. We hebben de
dramatische keuze. Het alternatief is:
nu toe in de pilot van ong een half jaar nog
2. de andere informatiestromen laten
architectuur gereed. Het platform is klaar,
opdrogen. Dat moet een managementbesluit geen problemen opgeleverd. Op dit moment
maar we moeten de gebruikersapplicatie
vernieuwen we de software die de motor van
er nog omheen bouwen. Zo dat we al die
zijn want anders heeft zo’n systeem weinig
beschikbare componenten ook toegankelijk kans. We hebben in ieder geval via de ‘log in’ akinet vormt. We hebben nu al een herziene
maken voor de AKI-gemeenschap.
ook de toegang tot alle andere functionaliteit versie klaar; die is 10 keer sneller maar niet
wezenlijk anders in gebruik. De herschreven
binnen de school georganiseerd; printen,
versie die later online komt wordt interessant
We hebben in feite straks meerdere applica- documenten opslaan. Zonder dat password
omdat we daarin wezenlijk anders met het
ties voor meerdere gebruikers. Een applicatie heb je dus geen beschikking over digitale
gebruik omgaan. We hebben daarin alle
voor de ‘werkvloer’ is de communicatiemogelijkheden.
mogelijke vragen die gesteld kunnen worden
facilteit. Maar voor een kleine groep
aan de database alvast voorzien en de antgebruikers bouwen we een ‘super-adminJe moet het gebruik ook in lagen van
applicatie’ waarin je de architectonische
complexiteit zien. Even een groep aanmaken woorden daarop in de database klaargezet.
structuur van het virtuele bouwwerk kunt
door een docent voor een gastdocent is veel De computer volgt daarbij een mathematisch
model in het bedenken van mogelijke combiveranderen. En uitbreiden. Zo gaan we het
simpeler als allerlei ingewikkelde dingen
naties van vragen. Dat gaat een enorme
systeem zelf gebruiken om het systeem
doen met toegangsrechten enzo. Dat hoef
snelheidswinst opleveren. Komt het nu
aan te passen. Nu is dat nog hoofdzakelijk
je niet direct te kunnen als gebruiker. Wij
toch nog voor dat iemand een onbekende
‘behind-the-screens’ programmeerwerk
zeggen gewoon tegen de studenten; ‘meld
vraag stelt; dan wordt die ook automatisch
maar dat gaat veranderen. Je krijgt dan het
je even aan bij de groep van die gastdocent’
opgeslagen.
beheer over ‘Views’ en je krijgt ‘Forms’
en dan is alles geregeld. Blijft zo’n docent
waarmee je views kunt bewerken. Uiteraard langer; dan gaat die misschien het mappenWe zullen technisch een grote stap vooruit
kun je straks ook dat ‘Form’ wat je zojuist
systeem gebruiken. En dat is dan direct
zetten. De site wordt opgezet als ‘streaming
gebruikten bewerken.
mogelijk.
[10 forms]
portal’ dwz dat zoals je nu je werk kunt
Een student die inlogt ziet in eerste instantie uploaden (als je lid bent) je straks ook je url of
je RTSP kunt plaatsen en dan komt er straks
alleen twee keuzes; ‘network’ en ‘gallery’.
een pagina met alle online streamings op dat
Iedereen is overigens admin, over eigen
moment waarbij je die kunt aanklikken en
groepen, eigen uploads in de gallery, etc.
naar de uitzending kunt kijken. De applicatie
Maar er zijn ook super-admins met weer
wordt ook 3G compatibel gemaakt zodat de
uitgebreidere bevoegdheden. Ik kom daar
later op terug als ik in mijn afsluitend verhaal site vanaf de volgende generatie mobiele
telefoons direct toegankelijk is. En ook
samenvat wat akinet is, wat het kan en wat
bruikbaar! Ter gedachtebepaling; vergelijk
het moet gaan kunnen.
het met i-mode sites. We draaien overigens
Even de hoofdpunten: Akinet is een
ons hele systeem op een Apple server.
onderwijs-ondersteunend programma
Ik heb van Bas begrepen dat Nederlanders bij en niet een administratie ondersteunend
We krijgen ook in de opzet van de zoekfunctie
zo’n concept spreken van het Droste-effect. programma. De verantwoordelijkheid ligt
bij de gebruiker. Het systeem is onderhouds- wat meer mogelijkheden. Een van de nieuwe
opties – we hebben die nu in ontwikkeling
vriendelijk omdat iedereen op zijn of haar
Het zetten van gedetailleerde toegangs– is zoeken op kleur. Dus niet meer alleen op
privileges voor verschillende gebruikers blijkt nivo eigen admin is. En een hoop dingen
verdwijnen automatisch; bijvoorbeeld omdat woorden maar ook letterlijk op een bepaalde
zeer functioneel. Je hebt nu al studenten en
kleur in een bepaald percentage.
medewerkers, en we hebben oud-studenten een bepaald event voorbij is.
die via aki-net nog steeds toegang hebben
URL • Een URL, voluit een Uniform Resource Locator, is
tot de database waardoor ze hun werk bij ons
een label, een etiket , dat aan een specifieke website, een
kunnen publiceren. Voor zulke gebruikers
bestand of een andere informatiebron is toegewezen.
kun je een heel gelimiteerd ‘toegangsgebied’
definieren via superadmin. De gebruikers
RTSP • Real Time Streaming Protocol; open standaard voor
gecontroleerd aanleveren van realtime data zoals audio en
kunnen zelf niet bij alle settings die hen
video. Denk als voorbeeld aan videocontrole; play, pauze,
betreffen. Zo kan een gebruiker zichzelf niet
stop, spoel terug, etc.
uitsluiten door zijn token ‘off’ te zetten. Ze
kunnen zelfs niet meer bij sommige settings
3G technologie • derde generatie mobiele telefoons die
combinaties van internet met mobiel telefoneren meer dan
die ze zelf gemaakt hebben als die eenmaal in
voorheen mogelijk maken.
werking zijn. Wij spreken dan over ‘private’
en ‘public’ folders.
Je kunt ook overal files instoppen. Dus zou je
een pdf-bestaand hebben (dat is dan voor het
systeeem een object) dan kun je dat in een
kalender stoppen, of in een folder, ...
pdf pagina 4 van 6 expert01aki.pdf
johan visser: geschiedenis en organisatorische
context van het programma
84 obkcompleet expertdag 1
Daarnaast willen we – zoals zojuist gemeld
- de actuele zaken wat meer naar voren halen
in de schermopzet (wat is er nu online) en we
willen tonen wat er recent aan de database
is toegevoegd. Bijv. ‘al het nieuwe werk van
deze week’. Dan willen we nog een top-10
opnemen van meest geraadpleegde items.
[11 het nieuwe portaal]
En zo zouden we nog heel veel andere STATS
(= statistische gegevens) die de database
registreert kunnen terugmelden aan de
gebruiker. Het is wel kwantitatieve terugmelding. Dus er is geen redacteur die de
top-10 gaat reviewen. De meest bekeken
items staan gewoon bovenaan.
Overigens heeft een gebruiker uitgebreid
controle over zijn eigen gallery. Hij kan die
general of shared (met een groep) publiceren
of gebruikers van bijv een bepaalde kalender
de mogelijkheid bieden zich te abonneren op
zijn gallery. Dan kun je nog een aantal opties
naar wens van de instelling toevoegen. De Aki
wil bijvoorbeeld graag webmail ingebouwd
hebben omdat men verwacht dat dat het
gebruik gaat bevorderen. Veel studenten
maken al intensief gebruik van webbased mail
dus als je ze dat biedt in je eigen systeem dan
bindt je ze aan je. Al was het alleen maar voor
de mail.
Dan kun je binnen het netwerk – zoals Colin
eerder uitvoerig besprak – ook naar de
‘achterkant’ van het systeem. Je kunt daar je
gallery beheren, je kunt uploads laten plaatsvinden, je kunt het editen en daarnaast zijn er
verschillende adminfunctionaliteiten. Wat je
nu ziet is een admin van ‘hoog nivo’. Iemand
van de mediatheek, van de ict-afdeling of
een coordinator van een afdeling. Zo iemand
kan niet alleen dit systeem beheren, maar
mag ook bijvoorbeeld een student van een
afdeling autorisatie geven voor gebruik van
bepaalde software. Dus je voorkomt dubbele
administratie. Dat is iets wat met name
de ict-afdeling van de school heel prettig
vindt. Je kunt via de ‘basket’ ook handeling
verrichten zoals hernoemen, in de basket
kan je dergelijke handelingen in een keer op
objecten van verschillende types uitvoeren.
Dus je kunt – als voorbeeld – personen,
events, files en kalenders in de basket verzamelen en de opdracht delete geven of een
opdracht ‘geef persoon X toegang tot alles
wat nu in de basket zit’.
Of je maakt hier bijvoorbeeld een diaserie
met beelden uit je eigen archief. We maken
daar nog aparte functionaliteit voor, de
slideshow distiller.
pdf pagina 5 van 6 expert01aki.pdf
Dus je kunt zelf uit je eigen werk een
presentatie samenstellen voor een klant.
Of iemand van kunstgeschiedenis kan een
les samenstellen uit werk van verschillende
personen. De discussie over de formats van
al die beelden is nog gaande. Bijvoorbeeld
de mediatheek zou ieder beeld zo in de database willen hebben dat het op A4 te printen
is. Voor anderen is een schermbeeld genoeg.
Dat verschilt natuurlijk nogal in opslagruimte.
Ook het uploaden is nog in ontwikkeling. Nu
wordt alles via de webbrowser ge-uploaded
maar voor zware bestanden willen we uiteindelijk ook ftp-uploads mogelijk maken.
Naast Apple gaat ook de PC wereld binnen 3
jaar over op Quartz. Je kunt dan vanuit een
file naar verschillende resoluties exporteren.
Het beeld wordt pixel-onafhankelijk
gemaakt. Stel het je voor als een soort pdf
voor beelden. Waarbij je monitor en de
snelheid van je verbinding bepalen hoe
het plaatje opgehaald moet worden. Dat is
voor ons reden om de discussie over zulke
onderdelen van onze ontwikkeling nog even
op een laag pitje te zetten.
Nog even terug naar de slide-distiller. Dat is
een aparte applicatie. Die maakt uiteindelijk
een swf-bestand (shockwave) met alle
plaatjes en teksten die je geselecteerd hebt
en download die swf-file naar je machine.
Je kunt dan altijd offline afspelen. Daarmee
is het risico van een wegvallende of nietaanwezige verbinding uitgeschakeld.
open source
Wij (Johan, Bas, Colin) zijn onafhankelijk
van de academie verenigd in de stichting
Kunst&Industrie. Daardoor kunnen we onze
eigen opdracht stellen. We kunnen ook
dingen weigeren waar we niet achter staan.
De academie is wel de eerste opdrachtgever
waar we deze dingen voor bedacht hebben.
En daar ligt natuurlijk ook primair ons hart
en de liefde die ons drijven tot dit soort ontwikkelingen. Maar uiteindelijk is het toch
weer gewoon een opdrachtgever. En het
product dat wij ontwikkelden – met subsidies
uit velerlei verschillende bronnen – kan in
principe door alle Nederlandse academies
gebruikt worden. Het buro OSOSS van de
overheid heeft zich bereid verklaart om onze
tools als pilot te willen opnemen. Zij helpen
bij het opstellen van subsidie aanvragen
en het zoeken naar partners (zoals andere
academies) die in dit project zouden willen
participeren. Zij monitoren ook het ontwikkelproces en stellen daar bepaalde eisen aan.
OSOSS • de naam van het programma open OSOSSstandaarden en open source software voor de overheid.
Open standaarden en open source software zijn voor
de Nederlandse overheid van belang vanwege de
keuzevrijheid, interoperabiliteit en efficiency van haar
informatiesystemen. www.ososs.nl
vraag 1 uit de zaal
Jullie bemoeien je dus eigenlijk in het geheel
niet met de content. Jullie leggen als het ware
de snelwegen aan, en wat daaroverheen loopt
daar hebben jullie geen controle over?
BK: klopt. Als ik refereer aan het voorbeeld
van Utrecht uit de eerste presentatie waarin
je kunt zoeken naar gerelateerde scripties;
dat maken wij niet. Wij leggen de verantwoording bij de gebruiker. Als die wil dat
ik naar zijn werk kijk; dan moet hij daar de
ingangen voor vastleggen. Ik kan wel door
allerlei mappen en folders heen zoeken, maar
niet in documenten of in streams. Dus als
ik een scriptie schrijf en er zijn vijf scripties
in de database die daar verwantschap mee
hebben dan kan ik die toch niet zo maar
vinden. Behalve als we natuurlijk met Utrecht
een overeenkomst zouden sluiten om die
applicaties op elkaar aan te sluiten. Maar die
functionaliteit die dat zou opleveren past niet
direct bij onze Enschedese organisatie.
vraag 2 uit de zaal
Het lijkt dus meer op push- dan op pulltechnology?
JV: zo strikt moet je dat niet nemen. Wij
willen een heleboel dingen laten gebeuren
zonder dat wij daar zelf als beheerders allemaal weet van hoeven te hebben. We geven
de gebruikers eigen verantwoordelijkheid.
Hoe ze dat als individuen of in groepen
gebruiken; dat zoeken ze zelf maar uit. Als
ze daar misstappen bij begaan; in één keer 7
gigabyte uploaden of hun naam veranderen
in die van de coordinator van de afdeling
gewoon omdat ze dat leuk vinden; dan wordt
dat snel afgestraft. Want van elke persoonsverandering gaat automatisch een mailtje
naar de studentenadministratie en die hoeft
alleen maar te dreigen om de valse identiteit
naaar Groningen door te geven... Gevaren
zijn er wel. Bijvoorbeeld mag een deelnemer
in een keer alle 600 studenten een mailtje
sturen? We hebben besloten om niet heel
strikt te beginnen. We zien in de praktijk waar
de grenzen gelegd moeten worden.
We zijn bij de start van het nieuwe schooljaar
met de pilotversie van ons systeem online en
dan gaan we met de afdeling visuele communicatie een proefperiode in. Wie onder de
aanwezigen zou willen meetesten kan zich
via een mailtje ( [email protected])
bij mij aanmelden. Zodat ze in de eerste
fase kunnen meekijken en ook actief kunnen
participeren.
85 obkcompleet expertdag 1
vraag 3 uit de zaal
Hoe ga je om met het mailsysteem wat je
binnen de applicatie wil creëren? Leidt dat
niet tot verdubbelingen met reeds bestaande
mailfaciliteiten?
Dat kan. Maar het is de wens van de gebruiker. Die bepaalt hoe hij met dingen omgaat.
Denk bijvoorbeeld aan een parttime docent.
Die wil niet de hele week met studentenmail
geconfronteerd worden. Die kan nu al die mail
binnen het systeem laten opslaan en daar de
dag voordat hij les geeft naar kijken.
afsluitend
De tijd dwingt ons om hier te stoppen. We
verwelkomen iedere vorm van overleg,
mailcontact, etc.
opmerking • de afbeeldingen bij de geprinte versie van
deze presentatie zijn op een latere datum gemaakt dan de
presentatie zelf.
commentaar
Het schriftelijk commentaar (per e-mail na
thuiskomst) van de toehoorders. Dit is acht
maal de mening van één persoon. Dus niet
representatief:
e-mail commentaar op de lezing van bas könning,
colin brookes, johan visser, artez aki enschede
•••••••
Ontzettend sterk systeem met veel mogelijkheden zeker ook naar de toekomst toe. Het
systeem springt in op actuele wensen van
zowel studenten als docenten. Vermoed wel
dat in de toekomst meer zal worden gewerkt
met userprivileges gezien de vrijheid die nu
word gegeven aan de eindgebruiker. Echter
gebruik zal uitwijzen welke maatregelen
hiervoor moeten worden getroffen.
•••••••
De presentatie van de AKI houdt me nog
steeds bezig. Ik vond dit een heel technische
oplossing. Het is een systeem wat ontworpen
is vanuit technische kennis. Ik vond het heel
onpersoonlijk. Uiteindelijk is het een chique
mailsysteem. Met een belangrijke meerwaarde, dat je onder je eigen naam of groep
ook documenten kan bewaren. Het is voor mij
heel moeilijk te formuleren waarom het me
een beetje tegenstaat.
Een goed voorbeeld van hoe hetzelfde
probleem ook opgelost zou kunnen worden is
MSN. Ik weet dat veel mensen erg sceptisch
zijn over MSN, maar in basis is het een heel
eenvoudig programmatje wat een groots
succes is en door alle studenten gebruikt
wordt. En dat is vrij bijzonder. Hierbij kies
je een heel ander uitgangspunt, namelijk de
mensen. Deze krijg je in een lijst met poppetjes. Als je heel veel mensen hebt dan kun
je deze in groepen slepen. Deze groepen kan
je open en dicht klikken. Dit ziet er allemaal
heel simpel en eenvoudig uit. Met een klik op
een poppetje kan je deze en mailtje sturen.
Wat niet kan is naar een groep een mailtje
sturen. Maar dit zou ook eenvoudig mogelijk
zijn, als een groep ook een icoon heeft.
pdf pagina 6 van 6 expert01aki.pdf
Wat ook kan is aan het mailschermpje een
adresboek toevoegen, waar je anderen uit
kan vissen. Dan kan je groeponafhankelijk een
mail sturen naar meerderen.
Naar mijn idee is het systeem van de AKI
technisch heel goed, maar het zou er totaal
anders uit moeten zien! Niet ‘my Groups’,
maar meteen een lijstje ‘project kist’,
‘project ei’, ‘kroegproject’ etc. Dat als je
het programma opent, het jou programma
is. Via iemands naam, kan je iemands documenten bijkijken. Dat kan een optie onder
de rechtermuis zijn, of in het menu. Geen
icoontje! Huidige applicaties maken steeds
minder gebruik van veel iconen. En meer van
de muis. Dat kan de student best aan.
•••••••
In tegenstelling tot de andere omgevingen
was het idee van ArtEZ voornamelijk gebaseerd op het op het push-principe (gebruiker
krijgt informatie aangeboden naar aanleiding
van zijn zelf samengestelde profiel). Daarbij
ligt de verantwoording voor het samenstellen
van zijn/haar profiel wellicht iets teveel bij de
student. Of push dus beter is dan pull, zal de
praktijk moeten uitwijzen. Het systeem heeft
eigenlijk meer weg van een communicatie
systeem en ik vraag me af of een intranet ook
niet een soort naslag functie moet hebben.
Ik ben erg benieuwd hoe het in de praktijk
gebruikt gaat worden.
•••••••
Eigenlijk niet te vergelijken met de andere
systemen. Er zitten een heleboel interessante
opties en mogelijkheden in het systeem,
maar dat is ook meteen mijn bezwaar. Op
mij komt het over als te veel en te groot. Ik
heb het gevoel (mede naar aanleiding van de
verhalen van de anderen) dat in de praktijk
20% van het systeem echt gebruikt gaat
worden. Daarnaast vind ik een aantal opties
ronduit naïef: ‘vrije opslag voor iedereen...’.
Als laatste vind ik dat het geheel niet echt los
komt van de onderliggende techniek (die wil
ik helemaal niet meer zien als gebruiker).
•••••••
Wij zijn absoluut geïnteresseerd om binnen
de beta-tester te participeren, mapjes
te gebruiken en vullen, om zo ook direct
mogelijkheden te zien en ervaren.
•••••••
My company is involved with several Open
Source projects, and we are looking for new
solutions to introduce into the commercial
and government sectors. That is how I
originally came across the AKI project, and
wanted to see how far they have come, I must
say I was very impressed with what they have
developed. At the same time I wanted to see
what other Institutes are working on.
•••••••
In tegenstelling tot alle andere systemen juist
geen content maar een applicatie om al dit
soort systemen te combineren en faciliteren.
Eveneens een zelfstandig initiatief.
•••••••
Goed verhaal en goed project. Beter dan de
9-images browser die ik in Eindhoven (op de
studiedag obkcomp) had gezien, want pas
nu bleek dat daar veel meer achter zit dan
alleen het idee van een associatief visueel
zoekprogramma. Lastig lijkt het met wel om
dit ook op andere academie te introduceren,
omdat het principe het eerste is (maar
meestal slechter) waar de ict-afdelingen aan
beginnen. Maar ik denk niet dat het in veel
HBO’s zo is opgelost. Wel op universitair
niveau, maar daar is het enerzijds makkelijker
omdat de inhoud tekst is en niet beeld. Maar
ook weer moeilijker omdat het daar over veel
grotere aantallen studenten gaat (>15.000).
De beperking van het systeem is dat het wel
een ‘leeromgeving’ maakt, maar niet een
publicatie systeem. Bij het systeem van Den
Haag is dat precies omgekeerd. Veelbelovend
voor samenwerking.
86 obkcompleet expertdag 1
extra obkcomp expertdag 18 juni 2003
intranet, digitale portfolio’s, elektronische
leeromgevingen en het kunstonderwijs –
de locatie is academie st.joost, breda
7c
productbeschrijving
De vernieuwing die AKV St Joost
demonstreert betreft de intranetsite. Het
intranet is een eiland in de digitale
infrastructuur van de hogeschool Brabant.
Andere eilanden zijn het emailsysteem, het
internet en de afdelingssites. Het is geen
beleidsdoel om al die eilanden te integreren,
maar om gebruikersvriendelijke wederzijdse
koppelingen te leggen. Het intranet is
gebouwd met de primaire doelen ‘onderhoudbaarheid’ (contentmanagement) en
‘transparantie’ van onderwijsaanbod.
techniek
ZOPE; een ‘webapplication development
framework’ gebaseerd op de
programmeertaal Python. ZOPE is een open
source project.
bas leurs,
akv st.joost breda
Dit is het verslag van de presentatie van Bas
Leurs op de expertmeeting E-learning en
Elektronische Leeromgevingen. Gehouden
op 18 juni op de AKV St.Joost in Breda in het
kader van het project obkcomp.
woord vooraf
De site en het bijbehorende
contentmanagementsysteem zijn werkend
opgeleverd. En de gebruikers (coördinatoren)
hebben een introductiecursus gevolgd.
Uiteraard is dit primair het verhaal van
Bas, maar op veel onderdelen is er door
de toehoorders ook direct gereageerd op
het verhaal. En die opmerkingen zijn in de
tekst verwerkt. Daarom moet dit verslag
ook eigenlijk gelezen worden als een
groepsverslag. De meeste uitspraken of
werkervaringen werden wel door een of meer
toehoorders uit eigen ervaring onderbouwd
of verbijzonderd.
Het is ook een momentopname. De situatie in
oktober kan al weer compleet anders zijn. Dit
is geen evaluatie van een individuele aanpak,
maar een vergelijkingsdocument. Men dient
dit te lezen in de context van de vier andere
presentaties. En men dient de ervaringen
van Breda te extrapoleren voor mogelijke
bruikbaarheid in een NL-brede aanpak.
De site moet in het nieuwe schooljaar
volwaardig functioneren als
onderwijsondersteunend gereedschap.
Optimalisatie (of wijziging van onderdelen)
door gebruikservaring en evaluatie is
ingepland.
[obkcompleet / pagina 86 tot en met 91]
is digitaal beschikbaar via
expert01akvstjoost.pdf
download via www.obkcomp.org
inleiding
Wat ik u ga tonen is de tweede (vernieuwde)
versie van het intranet AKV/St.Joost. Ons
eerste intranet was al een paar jaar in gebruik.
Na zijn afstuderen in 1996 aan de Koninklijke Wij hebben dat oude intranet met een
Academie van Beeldende Kunsten, (Grafische redactiecommissie waar ik – onder andere
met Rens Holslag – deel van uit maakte
& Typografische vormgeving) vestigde Bas
geanalyseerd. Ik toon u als introductie een
Leurs zich als ontwerper in Den Haag. In
2001 was hij mede-oprichter van NLXL Visual paar schermen van het huidige intranet
communication & interaction design en
(eerste versie). Daar zitten een aantal
problemen in. Ten eerste is toen gekozen
tot 2002 als partner. Momenteel werkt Bas
voor een soort portal-achtige structuur die
Leurs als zelfstandig interactie ontwerper
tot een nogal onoverzichtelijke homepage
en webdeveloper en is hij daarnaast actief
als docent interactie ontwerpen aan
leidt.
Academie St-Joost in Breda, afdeling Grafisch [01 oud intranet]
ontwerpen en als ICT-docent aan de Willem
de Kooning Academie (afdeling: CMD) in
Rotterdam.
status op 18 juni 2003
plannen
akv st.joost
intranetomgeving
een case door bas leurs
Bij de eerste opzet was die wellicht helder
maar door de enorme uitbreiding van
informatie is het nu een soort kerstboom
geworden waarin het verschil tussen macro
en micro niet meer zichtbaar is. Dan is de
organisatie veranderd. Breda en Den Bosch
zijn samengegaan in één organisatie AKV/
St. Joost. Waardoor opeens een heleboel
infokolommen op de site dubbel uitgevoerd
dienden te worden. In die keuzemenu’s
zitten dan ook nog een heleboel opties die
niet aanklikbaar zijn omdat men er nog niet
de geplande content bij gemaakt heeft.
Veel informatie die op de site staat is niet in
HTML-format. Je komt pdf’s tegen en Wordbestanden en dingen uit Excell. Je moet dus al
die applicaties hebben als je zulke bestanden
wil bekijken. Er zijn wel subdomeinen op
afdelingsnivo.
[02 intranet grafisch ontwerpen]
Bij sommige afdelingen is die oude site vrij
succesvol zoals onder andere bij fotografie.
Maar er zijn ook afdelingen die er niets op
zetten. Toen we de aanwezige informatie
naast elkaar plaatsten bleek er ook een scala
aan uitingsvormen in bijvoorbeeeld zoiets
simpels als een rooster.
pdf pagina 1 van 6 expert01akvstjoost.pdf
87 obkcompleet expertdag 1
De ene afdeling zet het per dag op, de andere
per kwartaal. Er zijn blokken van een uur,
en van twee uur, er is zelfs een afdeling die
alleen de uitzonderingen op het gangbare
rooster publiceert. Dat werd heel rommelig.
Ook in gebruikersvriendelijkheid: verkeerd
kleurgebruik, te lange tekstregels, links die
er niet als link uitzien en weinig structuur
in de pagina. Ook op het taalgebruik is veel
aan te merken. Er staan bijvoorbeeld heel
uitvoerige reglementen op voor afstuderen
en voor scripties. Maar dan in zo’n ambtelijke
taal geschreven dat je dat als student
waarschijnlijk helemaal niet kunt begrijpen.
De school heeft het vernieuwingsproject
aanvankelijk poldersgewijs gestart met een
werkgroep waar soms wel 15 à 20 mensen
in meepraatten. Uit alle geledingen van de
organisatie. Dat leidde wel tot rapporten
maar niet tot praktische resultaten. Men
wilde ook veel tegelijk doen zoals intranet
en internetsite aanpakken en zelfs nog
een extranet erbij. Wat eigenlijk onlogisch
is omdat de communicatieve doelen zo
verschillend zijn. Wij zijn negen maanden
terug tot het ontwikkelteam toegetreden
en hebben als eerste actie besloten om met
een zeer beknopte redactieraad te werken;
buiten onszelf drie mensen. We wilden niet
te lang praten, maar dingen bouwen en die
gaandeweg in het gebruik doorontwikkelen
en aanpassen. Er moet natuurlijk wel altijd
een goed basisplan zijn. Dat hebben we met
een kleine groep gemaakt en vervolgens hebben we dat plan laten evalueren door directie
en overige betrokkenen zoals coördinatoren.
Dat werkt beter dan rapporten omdat men
zich dan beperkt tot praktisch commentaar
op wat getoond wordt. In de bouwfase hebben we nog een paar maal tussenresultaten
aan de betrokkenen getoond en uiteraard
toch veel vergaderd met de redactieraad over
allerlei details als categorisering en naamgeving van categorieën. En in september
aanstaande gaan we met ons nieuwe intranet
online. We hebben net de trainingssessies
met coördinatoren voltooid zodat ze in de
zomermaanden content kunnen toevoegen.
terug naar het begin
We hebben als uitkomst van onze analyse
vooraf een lijst van kernwoorden opgesteld;
ordening, transparantie, zingeving,
validering, consistentie, beheersbaarheid en
gebruikersvriendelijkheid.
De wens tot ordening zal u duidelijk zijn na de
demo van de ‘eerste versie’ intranet.
De transparantie heeft te maken met het
streven naar meer openheid en uitwisseling
tussen afdelingen. Modularisering, projectonderwijs, competentiegericht onderwijs.
Het zijn allemaal begrippen die u welbekend
in de oren klinken. Wil je de student werkelijk
meer keuzevrijheid en meer eigen verantwoordelijkheid bieden, dan zul je ook je informatie
moeten verbeteren.
pdf pagina 2 van 6 expert01akvstjoost.pdf
Dan moet een student van bijvoorbeeld
fotografie wel inzicht kunnen krijgen in het
programma dat bij (bijvoorbeeld) ruimtelijk
aangeboden wordt. Niet perse om tot een
uitwisseling van lessen te komen. De keuze
daarvoor valt ver buiten onze taakstelling en
heeft allerlei organisatorische consequenties
die ver aan het intranet voorbijgaan. Maar
informerend, en aanzettend tot eigen
handelen. Wellicht geeft een project van een
andere afdeling de student een stimulans om
zelf in een gelijksoortige richting te werken.
Of is hij in staat om deeltaken van collegastudenten op te pakken die uiteindelijk ook in
zijn eigen afdeling weer (met studiepunten)
gewaardeerd worden.
De zingeving past bij het streven om de
gebruiker te informeren over de gevolgen
van zijn keuzes. Ik toon u het oude intranet.
Wat is inside/outside? En wat is ‘Verborgen
Breda’? Daar kom je tot nu toe alleen maar
achter door het aan te klikken. Wij willen die
keuze vooraf al enige betekenis geven.
doel en bereik van ons systeem
Wij werken voor interne communicatie. Dus
we zijn niet bezig met werving of promotie
en we zijn ook niet bezig om externen te
vertellen wat de academie allemaal doet.
Daar is de internetsite voor. Die heeft heel
andere eisen qua structuur, redactie en
vormgeving. De intranetsite is uiteraard wel
overal ter wereld te benaderen door eenieder
die via log in bij de Hogeschool Brabant blijkt
te behoren.
De ambitie om een transparant systeem te
maken heb ik zojuist behandeld. Dat heeft
wat ons betreft te maken met de kwaliteit van
het onderwijs. De traditionele geslotenheid
van afdelingen past naar ons idee [en dat van
de directie] niet meer zo bij deze tijd.
Wij hopen dat ons systeem op termijn
dagelijks gebruikt zal gaan worden. Niet
eens-in-de-maand even kijken maar iedere
dag. Dat vereist uiteraard wel een hoop
inspanning van de mensen die de inhoud
[03 ‘OER’]
moeten gaan aanleveren. Maar wij hopen
hen te kunnen overtuigen van de besparing
die daaruit voortkomt. Als je zeker weet
dat een nieuwsitem (docent is ziek, college
wordt vervangen door museumbezoek, ...)
gelezen wordt; dan hoef je geen briefjes op
te hangen, je hoeft niet vijf klassevertegenwoordigers te bellen en je hoeft ook geen
boze studenten je kamer uit te duwen. Het op
gang brengen hiervan is wel een beetje kipof-ei. Het moet groeien en in het begin is het
Wat is een OER? U weet wellicht dat daarmee helaas vaak dubbel werk voor de coördinator.
de onderwijs-en examenregeling wordt aan- De student hopen wij te overtuigen door als
doel te hebben dat alles op de site actueel,
geduid, maar weet een student dat ook?
De consistentie heb ik mijn inleiding behan- correct en betrouwbaar is. Wat ons betreft
deld in het voorbeeld van de roosters. Zij het is bijvoorbeeeld de online-versie van een
dat ik vooral het ontbreken van consistentie regeling de enige ware. Niet die op papier.
Vergeet iemand om een vernieuwing op het
heb beschreven.
De validering kan eenvoudig gelezen worden web te publiceren; dan heeft de student recht
op de oude regeling. Wat ons betreft!!! Deze
als het waarheidsgehalte. Zijn vernieuwde
regelingen wel gepubliceerd?, Is een agenda- regel moet nog geinstitutionaliseerd worden.
item niet reeds lang verlopen? In de site van
Onze coördinatoren vroegen ons bij tussengrafisch ontwerpen ziet u bijvoorbeeld nu
tijdse demonstraties of we er niet een
nog juni 2002 items staan.
administratief systeem van konden maken.
De beheersbaarheid is een ander probleem
Zij hebben behoefte aan ondersteuning
van de eerste versie van het intranet. De
huidige structuur vereist ftp-uploads en die bij roosters maken, bij lokalenplannen of
inzicht in welke lokalen beschikbaar zijn,
worden door de ict-dienst eigenlijk alleen
een instrument om uitslagenlijstjes van
maar toegestaan als je binnen de muren van
de Hogeschool Brabant bent. Dus je kunt als studiepunten makkelijk te maken, etc. De
coördinator je site alleen maar onderhouden gedachte was dat als het systeem hun taak
zou verlichten dat dan alles vanzelf beter zou
tijdens werkuren en dan zijn er vaak prioriteiten of urgenties. De wens om gebruikers- lopen in de school. Wij hebben – samen met
vriendelijkheid te verbeteren zal u ook uit de de redactieraad – gekozen voor informatie
ten behoeve van de studenten. Wij denken
demo duidelijk geworden zijn.
dat we langs die weg automatisch ook de
coördinatorentaak verlichten. En zelfs meer
omdat zij niet als laatste intermediar tussen
de berichtgeving en de student in zitten.
Door deze keuze vervallen wel een hoop
opties die je in een (besloten) coördinatorenweb zou kunnen stoppen zoals studievoortgangsregistratie, etc. Wij vinden dat echter
een taak van de administratieve organisatie
van de hogeschool.
88 obkcompleet expertdag 1
Organisatorisch is de site flexibel opgezet.
We merkten bijvoorbeeld al tijdens het
bouwen dat er een behoorlijke dynamiek
in naamgeving van afdelingen zit. Keam
[04 hoofdpagina]
(keramiek en andere media) bestaat al niet
meer. Viscom heet nu grafisch ontwerpen.
Maar wellicht over enige tijd toch weer
grafische vormgeving? Zulke veranderingen
zijn in ons systeem erg simpel. Je hoeft het
maar een keer in te geven. Het systeem kan
zich organisch aanpassen aan de organisatie.
Onder het afdelingsgebonden intranet kan
Ik zal later – bij het demonstreren van de
de afdeling weer een eigen laag aanmaken
achterkant van de site laten zien hoe dat
waarin het op eigen wijze en naar eigen
gaat. We hebben nu nog geen restricties
inzicht prive-aangelegenheden publiceert.
Dat kunnen resultaten van opdrachten zijn, of op naamgeving. Dat zou een wens van
een archief van aanbevolen literatuur. Of een de gebruikers kunnen worden. Zoiets als
linkportaal naar allerlei interessante websites ‘inleidend ontwerpen mens en identiteit’
En vervolgens is er een afdelingen-laag.
[05 hoofdpagina afdeling ruimtelijk ontwerp]
waar een van de toehoorders mee komt
ofzo.
neemt wellicht drie regels in. Zou men dat
Wij spreken in dit verband van een eilanden- veel toepassen dan zal ergernis daarover
het probleem hopelijk oplossen. Op andere
structuur. Ons intranet is een eiland. Met
scholen blijkt men inmiddels de lengte op een
verbindingen naar allerlei andere eilanden
maximum gezet van bijv 20 tekens. Wij kiezen
zoals naar de afdelingssites, maar ook
daar nog niet voor. Wat bijvoorbeeld nu nog
naar algemene zaken zoals webmail van de
Hogeschool Brabant, naar onze mediabank, ‘grafisch ontwerpen Den Bosch’ heet wordt
straks wellicht afgekort tot GO DB. Met GO BR
of zelfs naar de studiefinanciering in
als geografisch alternatief.
Groningen. Sommige andere eilanden
worden wel door St.Joost-collega’s beheerd,
[nogmaals 04 hoofdpagina]
maar vallen buiten de primaire taak van het
intranet. Je moet wat ons betreft ook niet
Voor de algemene laag zijn super-admins
alles willen integreren (als je ooit online wil
(zoals mijn naamgenoot Bas van de AKI ze
zou noemen). Bijvoorbeeld de mediatheek- gaan tenminste). Wij hebben bijvoorbeeld
wel klachten over de opzet van de hogemedewerkers, die algemene nieuws- en
schoolmail. Maar we kunnen niet alles in een
agenda-items kunnen inbrengen. Op
keer aanpakken.
afdelingsnivo heeft de coördinator de
Je zou kunnen stellen dat dat toch eigenlijk
beheerstaak. Die kan naast roosters, lesopdrachten, etc ook weer afdelingsgebonden de essentie van het gehele web is dat sites
verbonden zijn. Wij doen iets meer als alleen
nieuws inbrengen.
[06 t/m 09 afdelingsgebonden webpagina’s]
maar verbinden want bij ons tonen we de
samenhang door zingeving. Namelijk als er
een link wordt opgenomen; dan beschrijven U kijkt nu naar de hoofdpagina.
wij wat er aan de andere kant van die link te
Met agenda- en nieuwsitems, en quicklinks.
halen is.
Van hieruit kun je naar verdieping van items.
Bijvoorbeeld van een drie-regelig nieuwsitem
naar een bericht van vele schermen lengte.
Je kunt er plaatjes, weblinks en documenten
aan plakken. Dus de pdf’s en word-bestanden kunnen wel weer worden opgenomen,
maar je moet dan toch omschrijven wat de
inhoud van zo’n bestand is. En als het aan ons
ligt; dan publiceer je de samenvatting van
het verhaal direct op de site en laat je alleen
mensen met volledigheidsstreven de Wordbestanden of pdf’s downloaden.
In de nu getoonde algemene laag zie je de
algemene reglementen. Een afdeling kan
daar weer aanvullingen of uitzonderingen
op maken. Neem als voorbeeld de scriptieregeling; die schrijft academiebreed een
bepaalde omvang voor. Maar grafisch
ontwerpen wijkt daarvan af door meer tekst
te eisen. Die optelsom van algemeen en
specifiek wordt in de webpagina automatisch
gemaakt.
gelaagdheden en eilandstructuur
We hebben de site opgebouwd in lagen. Er is
een algemene laag met nieuws en agenda en
regelingen die voor alle afdelingen gelden.
pdf pagina 3 van 6 expert01akvstjoost.pdf
89 obkcompleet expertdag 1
Ik toon nu de roosters.
[11, 12 maand- en weekrooster]
Ik toon nu tegelijk de homepage (voorkant)
en de bijbehorende mappenstructuur in het
contentmanagement (achterkant).
[homepage]
[‘achterkant’]
Dat wordt per week gegroepeerd. Een van
de redenen daarvoor is organisatorisch. Het
rooster wordt gegenereerd op het moment
dat het wordt opgevraagd. Uit de meest
actuele data. Dat kan nogal heftige berekening tot gevolg hebben.
Het rooster heeft een algemene laag; die
wordt door de school bepaald. Daar zit
bijvoorbeeld de wens achter om werkweken
of beoordelingsweken in alle afdelingen gelijk
te krijgen. Wij tonen dat als lichtgekleurde
vlakken. De coördinator krijgt dat algemene
rooster vanzelf als onderlegger als hij begint
met invoeren.
Daarbovenop ligt het afdelingsrooster.
Daar komen bijvoorbeeld de vak- of projectomschrijvingen in. Maar is het algemene
rooster ROOD ( = beoordelen) dan kan een
coördinator daar nu nog niet van af wijken. Ze
willen dat overigens wel. En we moeten het
ook maken omdat de eisen van de werkvloer
soms net iets meer flexabiliteit vereisen dan
het uitgangspunt was.
We hebben bijvoorbeld nu al afdelingen die
een van de twee werkweken laten vervallen.
Dat gaan we mogelijk maken binnenkort. Het
rooster dat ik nu toon kan ik nog een stap
verdiepen. De student klikt dan op een vak en
krijgt de beschrijving van de inhoud ervan.
beheer
Nu de beheerkant.
[13 t/m 17 content management schermen]
pdf pagina 4 van 6 expert01akvstjoost.pdf
Hier zie je bijvoorbeeld de mappen die horen
bij de rubrieken agenda en nieuws. Ik maak
als voorbeeld nu het item ‘expertmeeting op
18 juni’ aan. Je ziet dat dat invoeren verloopt
via een eenvoudig invulformulier.
Het item wordt instant gepubliceerd. Dus we
kunnen het nu direct op de homepage zien.
Wie kunnen dit doen? Iedereen die van ons
de autorisatie over een bepaald domein
krijgt. De coördinatoren hebben toegang tot
hun eigen map in het contentmanagement.
De bovenliggende mappen zijn voor hen
onzichtbaar. Iemand als de mediatecaresse
brengt voor ons de agenda en nieuwsitems
in omdat zij alle affiches en flyers van
evenementen via de post binnen krijgt.
Omdat zij op de homepage ingrijpt is zij
admin. De structuur is hiërarchisch dus zij
heeft daarmee ook schrijfrechten op onderWij noemen dit vaak de achterkant, omdat
liggende nivo’s maar daar gaat zij naar wij
de student het nooit te zien krijgt. De
aannemen geen misbruik van maken.
ontwikkelomgeving waarmee het intranet
ontwikkeld is, heet Zope. Het pakket Zope is De coördinatoren zouden ook graag docenten
schrijfrechten willen geven. Dat kunnen zij
niet specifiek voor het onderwijs gemaakt.
zelf doen. Wij hebben echter geen afzonderHet is een universeel toepasbare geïntegreerde ontwikkelomgeving en een content- lijke laag voor de docent ingebouwd. Dus die
managementsysteem. Het is open source en heeft dan onmiddelijk rechten om alles van
de afdeling te wijzigen. Zelf ben ik natuurlijk
gratis beschikbaar voor iedereen.
super-admin dus ik kan ook de opzet van de
Binnen Zope kun je vrij eenvoudig je eigen
bouwstenen creeeren. Bijvoorbeeld de opzet content-managementformulieren aanpasvan de roosters; dat is niet iets wat standaard sen. Dat kunnen alle anderen niet. Je zou op
in Zope zit. Dat heb ik zelf uit onderdelen van termijn ook een nivo voor studenten kunnen
inbouwen. Zodat zij ook contentmanagementZope samengebouwd.
faciliteiten krijgen. Dat is er nu niet maar het
De structuur van het content management
is wel in te bouwen.
vertoont zich eigenlijk een beetje zoals je
harde schijf. Met mappen en objecten die je
in mappen kunt stoppen. Je kunt die mappen
of folders vrij eenvoudig hernoemen of
verplaatsen en zo je webstructuur aanpassen
aan je veranderende organisatie. De data is
daarbij gescheiden van de techniek en van de
vorm.
90 obkcompleet expertdag 1
Ik kom nog even terug op dat agenda-item
dat ik net aanmaakte. Ik laat in dat schermformulier nog even zien wat voor types
objecten ik kan aanmaken.
het gebruik
Zoals eerder gesteld hebben de coördinatoren een korte introductiecursus gehad.
Ze hebben daarbij ook een handleiding op
[14, 15 content management schermen]
papier meegekregen. Verder fungeren wij
zelf als helpdesk. En volgens plan gaan we
die helpdesk en een centrale redactie na de
vacantie een meer permanente structuur
geven. De coördinatoren hebben ook
tussentijds mogen meedenken. Dat wil niet
zeggen dat zij het allemaal met alles eens zijn.
Maar een zeker commitment is er. Je blijft op
persoonlijk vlak wel problemen tegenkomen.
U ziet nu de lijst van weeknummers. Klik ik
zo’n week aan dan kan ik per lesuur aangeven Bijvoorbeeld met overtuigde anti-computer
wat er moet gebeuren. Het lijkt op een soort medewerkers. Ik merkte dat snel als ik op
spreadsheet waarin je de cellen kunt invullen. de cursus zei ‘open je browser’ en er zo’n
vinger omhoog ging. De oplossing voor zulke
Als items bijvoorbeeld een halve of een hele mensen is uitbesteden. In iedere afdeling is
wel iemand die dit kan leren.
dag doorlopen dan kan ik dat automatisch
laten doorkopiëren. Zo maak ik een week aan.
Dat kan ik dan previewen en vervolgens kan ik Een van de toehoorders schetst in dit verband
zo’n week automatisch over een ‘range’ van de situatie in het mbo waarbij omgaan
weken laten doorkopieeren. Is bijvoorbeeld met ict-tools beschreven is in de arbeidsovereenkomst. Wie zich verzet die vliegt
de standaard over een heel schooljaar
eruit. ‘Wij hebben datzelfde omschreven ten
doorgekopieerd dan kan ik vervolgens per
week weer de uitzonderingen in brengen. Of aanzien van mailgebruik.’ Wat aardig is aan
deze dag dat is dat we telkens weer zien dat
later de wijzigingen.
als de ict-gereedschappen niet volledig door
Die types heb ik overal in de site tot mijn
de organisatie ondersteund worden, ze bij
De coördinator maakt per klas een rooster
beschikking. Niet alleen in agenda. Ik kan
voorbaat gedoemd zijn te mislukken.
aan. Of – zoals ik nu toon bij grafisch onteen content item aanmaken; dat is gewoon
werpen – kan hij klas 2a maken en dat duplitekst. Ik kan een directory item maken;
Het probleem kan zich ook oplossen door
ceren in de map klas 2b en daar wijzigen.
dat is een map waarin ik weer objecten kan
– zoals eerder vandaag gesuggereerd werd
Het is geen roostermaak-applicatie. Wij
onderbrengen. Ik kan een document-item
– een website te maken over FPU-regelingen
hebben geen roosterproductieprogramma.
maken waarmee ik een pdf of iets dergelijks
Roosters maken onze coördinatoren met gele enzo. Of je wacht gewoon tot die generatie
aan een agenda-item kan hangen. Ik kan
afscheid heeft genomen van de academie.
plakkertjes op de muur. Of met excell of
een link-item maken om te verwijzen naar
zoiets. Dus je start in Zope met het rooster
een andere url. Ik kan een pict opnemen
Een andere factor in het geheeel is je
dat bestaat op een velletje papier en neemt
en een timetable; zoiets als het rooster.
centrale ict-afdeling. Bij ons (in de Hogedat over. De stap ervoor automatiseren
Mensen hoeven nergens html-codes of
school Brabant) is die afdeling nog niet erg
kan – zoals sommige toehoorders terecht
zoiets in te typen. De vormmogelijkheden
gecharmeerd van Zope. Ten eerste staat
opmerken – enorme tijdwinst opleveren
zijn voorgeschreven in formats. Je kunt
het niet in hun rijtje van standaarden. En
maar dan zijn we weer een systeem voor
bijvoorbeeld kopjes of woorden vet maken
ten tweede vinden ze het eng dat iedereen
door er **twee asteriksen** voor en achter te coördinatoren aan het bouwen en dat was
zomaar toegang tot gegevens heeft en daar
niet onze kerntaak. Zulke programma’s zijn
zetten. En een hyperlink maak je door ##de
iets in kan veranderen. Ze zijn erg bevreesd
url## met twee keer twee hekjes te omringen. ook wel standaard verkrijgbaar lijkt mij.
voor virussen en dergelijke die aldus naar
Ik kan hier ook meteen de begin- en eindbinnen zouden kunnen sluipen. Wij zijn
datum van zo’n item zetten en aangeven;
techniek
wanneer de publicatie moet starten en
De taal die onder Zope ligt is Python. Binnen daarom nu nog met deze St.Joost-site extern
gehost en hebben de afspraak met de ictwanneer het weer automatisch uit de site
de ontwikkelomgeving heb je nog DTML;
beheerafdeling om de discussie met hen weer
verwijderd dient te worden.
een soort scripttaal met een beperkt aantal
op te pakken als we hen meer inzicht in het
functies waar je eigenlijk wel een hoop
gebruik kunnen geven. Ze willen het eerst in
Het contentmanagement van het rooster
kunt doen en mocht DTML tekortschieten
de praktijk zien.
oogt wat complexer. Ik toon u het algemene dan kun je Python inzetten. Python is heel
kalendarium. Dat is georganiseerd per week. gebruiksvriendelijk. Binnen een middag of
[16, 17 schermformulieren]
een dag schrijf je je eerste script. Stel dat
de academie over twee of drie jaar met een
hele andere taal of omgeving zou willen
werken dan kan de hele database naar XML
geëxporteerd worden, dus je raakt nooit iets
kwijt. De database die wij eronder hebben is
de Zope-object database, maar in principe
zijn ook interfaces naar MySQL en andere
databases mogelijk.
MySQL • is een van de meest gebruikte open source
database standaarden op het web
pdf pagina 5 van 6 expert01akvstjoost.pdf
91 obkcompleet expertdag 1
Dan is er nog – zoals iemand in de zaal
aangeeft – de standaard van de Informatie
Beheer Groep in Groningen. Die omschrijven
tot op de letter hoe zij gegevens aangeleverd
willen hebben. Gelukkig hebben wij op
St.Joost onze applicatie volledig losgekoppeld van de administratie. Dat is een ander
eiland zeggen we dan. Het zou natuurlijk leuk
zijn om later te onderzoeken of je gegevens
kunt harmoniseren. Maar je kunt niet alles
tegelijk. En zaken voor de IB-groep (studievoortgang en dergelijke) zit hier toch al niet
in. Vanuit de gedachte dat we allemaal in
Nederland leven van één portemonnee kan
het voor de hand liggen om naar efficiency
te streven. Dus dan wil je dubbel werk
vermijden. Er komen echter in de uitwerking
nieuwe problemen naar voren zoals
beveiliging, want als we hier studievoortgang
in zouden inbrengen dan kunnen studenten
dat wellicht hacken en dan ben ben je je
efficiency weer kwijt. Nogmaals we zijn er
niet tegen om in de toekomst te koppelen;
maar meer als organisch groeimodel. En als je
dan straks je studievoortgang automatiseert.
Zoals Louis van der Linden (WdKA) ons vanmorgen in potlood toonde en zoals bij hen
wellicht eerder dan bij ons geautomatiseerd
is; dan ben je natuurlijk gek als je dat haaks
op de regels van de IB-groep bouwt.
commentaar
Het schriftelijk commentaar (per e-mail
na thuiskomst) van de toehoorders op het
systeem dat Bas presenteerde. Dit is vijf
maal de mening van één persoon. Dus niet
representatief:
e-mail commentaar op de lezing van bas leurs, akv
st.joost breda /den bosch
•••••••
De intrasite van St.Joost leek mij handig. Voor
mij was Zope nieuw. Maar het lijkt me een
heel geschikt contentmanagement systeem.
Wel denk ik dat er nog steeds een redacteur
nodig is, die de aanlevering van documenten
regelt en invoert. Veel docenten hebben
geen zin in de moeite die het kost om zich
te verdiepen in een nieuw systeem. Als het
dan gaat lopen en er blijkt dat het ook echt
veel zin heeft iets te plaatsen op de site,
dan kunnen docenten zelf de verantwoordelijkheid krijgen. Wat ik heel goed vind is dat
het heel flexibel is. Het intranet kan zich nog
aanpassen aan wat nodig is. Ik zou goed in de
gaten houden wat er gebruikt wordt en wat
niet. En zo dingen verwijderen en toevoegen.
Tot je de juiste inhoud hebt. Een beetje zoals
bij het assortiment van een supermarkt. Eens
wat nieuws proberen en wat vervangen, iets
weg doen als het niet loopt!
•••••••
Op Sint Lucas in Boxtel – zo blijkt uit de
Automatiseren en uitbesteden zal ook voor
opmerking van een toehoorder – is dat al
de nabije toekomst bij ons ‘ingevoerd’
grotendeels gebouwd. ‘We kunnen daarbij de moeten worden. De oplossing, het verhaal
studentgeorienteerde aspecten en de admini- en de presentatie van St Joost zijn bijzonder
stratieve aspecten daarbij geïntegreerd
duidelijk en verhelderend. Maakt Zope
aanbieden met alle security aspecten
update’s door ‘derden’ gemakkelijker dan
geregeld.’ Dat is missschien iets voor een
dedicated Dreamweaver-templates of ...?
volgende meeting?
•••••••
Heldere uitgangspunten. Goede opstelling
Een andere toehoorder suggereert in het
tov het instituut dwz initiering door de ontverlengde hiervan om ook eens naar Open
wikkelaars waarop gereageerd kan worden.
Universiteit te kijken. Die werkt onder andere •••••••
met EML (Educational Modelling Language). In principe goede aanpak, maar het is lastig
Dat is een internationale afspraak op dit
voor me om door de beperking van Zope heen
gebied die zij in Nederland door oppakken.
te kijken waar we zelf tegenaan gelopen zijn.
Voor internationale samenwerkingen kun je
Vooral het niet standaard zijn van DTML met
daarmee gegevensuitwisseling harmonisesystemen in de buitenwereld is lastig voor de
ren.
toekomst. Er zijn inmiddels wel boeken over
Het kan geen kwaad om Open Universiteit
Zope, maar in het grote verband blijft het een
verdergaand te bestuderen in verband met
eiland.
teleleeroplossingen etc. We besluiten om
•••••••
relevante artikelen hierover op de obkcomp- De keuze om niet alles zelf te ontwikkelen
website te publiceren. Ga daarvoor naar de
en voor open-source te kiezen bevalt me
subdirectory ‘resources’ van de obkcompwel. ‘Wat op intranet staat is waar’ is de
website
stelling van de eeuw. Ik zou willen dat ik die
(http://www.obkcomp.org/obk-comp/
ook in kon voeren (misschien over 50 jaar).
content/resources/ index_html?resources). De indeling in een boomstructuur vind ik
En download de gewenste pdf:
nog steeds de beste en overzichtelijkste
oplossing. En de interface van Intranet 2(?)
over standaardisatie en ims:
van St.Joost is een vooruitgang (understateleertechnologie.pdf
ment van de eeuw) ten opzichte van versie 1
over de educational modelling language van de OU:
die ons ook getoond werd.
EMLvantechnieknaardidactiek.pdf
opmerking • de afbeeldingen bij de geprinte versie van
deze presentatie zijn op een latere datum gemaakt dan de
presentatie zelf.
pdf pagina 6 van 6 expert01akvstjoost.pdf
92 obkcompleet expertdag 1
extra obkcomp expertdag 18 juni 2003
intranet, digitale portfolio’s, elektronische
leeromgevingen en het kunstonderwijs –
de locatie is academie st.joost, breda
emile bijk,
hku utrecht
presentatie van clk/leda:
centrum leertechnologie
voor de kunsten/
learning environments for
the digital academy
Dit is het verslag van de presentatie van
Emile Bijk op de expertmeeting E-learning en
Elektronische Leeromgevingen, gehouden
7d
op 18 juni op de AKV St.Joost in Breda in het
productbeschrijving
LEDA is geen voorgedefinieerde leeromgeving kader van het project obkcomp.
Emile begint zijn uiteenzetting met het
maar een toolbox om leeromgevingen mee
tonen van een aantal voorbeelden van webEmile Bijk is hoofd van de bibliotheek- en
te maken. Het bevat geen kant-en-klare
applicaties die zijn groep in de loop der jaren
informatiediensten van de Hogeschool voor heeft gebouwd en in het onderwijs heeft
gereedschappen, maar op specificatie van
de Kunsten Utrecht (HKU), Faculteit Kunst & geimplementeerd. Deze waren allemaal
groepen in de HKU zijn ict-gereedschappen
Media Technologie (KMT). Een dienst die zich gebaseerd op een scheiding van inhoud en
snel te bouwen via LEDA (Learning
bezig houdt met de informatievoorziening
Environments for the Digital Academy).
vormgeving; een ‘content management’
ten behoeve van onderwijs en onderzoek.
Denk onder andere aan ‘een beschrijving
benadering waarbij eindgebruikers informaDeze dienst omvat zowel de facultaire
van lesmodules’ of aan ‘een systeem om de
tie kunnen plaatsen zonder zich bezig te
bibliotheken als netwerkvoorzieningen en
communicatie tussen docent en student bij
hoeven houden met html of vormgeving. In
ict-diensten voor studenten en docenten.
het schrijven van scripties te organiseren’.
het kader van dit soort ict-oplossingen wordt
LEDA zal op termijn veel conventionele
gesproken van ‘back-ends’ (onderhoudswebapplicaties van de HKU gaan vervangen. inleiding
pagina’s bedoeld voor redacteuren en/of
techniek
Uiteraard is dit primair het verhaal van Emile docenten) en ‘front-ends’ die de informatie
LEDA is een in JAVA geprogrammeerd
via een website aanbieden in een voorBijk, maar op veel onderdelen is er door de
modulair platform waarmee eindgebruikers
gestructureerde vormgeving.
toehoorders ook direct gereageerd op het
educatieve scenario’s kunnen vertalen in
verhaal. En die opmerkingen zijn in de tekst
onderwijsondersteunende webomgevingen. verwerkt. Daarom moet dit verslag ook eigen- Webapplicaties die Emile voor de HKU
lijk gelezen worden als een groepsverslag. De ontwikkelde betroffen bijvoorbeeld een
status op 18 juni 2003
meeste uitspraken of werkervaringen werden applicatie die op een gestructureerde wijze
Er zijn diverse proefprojecten uitgevoerd
module-informatie publiceerde. Daarnaast
door het CLK (Centrum Leertechnologie voor wel door een of meer toehoorders uit eigen
is een applicatie ontwikkeld om afdelingsde Kunsten); met groepen van maximaal 100 ervaring onderbouwd of verbijzonderd.
studenten, en ook in internationaal verband Het is ook een momentopname. De situatie in informatie te publiceren (Intranet) en wordt
oktober kan al weer compleet anders zijn. Dit een webapplicatie ingezet die studenten
met Engelse en Duitse collega-instellingen.
is geen evaluatie van een individuele aanpak, in staat stelt onderwijsmodules on-line te
De pilots zijn naar tevredenheid afgerond.
maar een vergelijkingsdocument. Men dient evalueren.
plannen
Release 3 van de software staat gepland voor dit te lezen in de context van de vier andere
Daarnaast werden applicaties ontwikkeld
september 2003 en zal HKU-breed uitgerold presentaties. En men dient de ervaringen
in opdracht van afstudeerrichtingen die
van Utrecht te extrapoleren voor mogelijke
worden.
specifieke onderwijsprocessen dienden te
bruikbaarheid in een NL-brede aanpak.
[obkcompleet / pagina 92 tot en met 97]
ondersteunen, zoals on-line begeleiding van
is digitaal beschikbaar via
stages, ondersteuning van seminar inschrijving, ondersteuning van de begeleiding van
expert01hku.pdf
groepsprojecten etc.
download via www.obkcomp.org
Dit type applicatie werd specifiek ontwikkeld
vanuit vaststaande functionaliteit, welke
vervolgens ‘hard’ gecodeerd werd. Dergelijke
applicaties reikten dan ook niet verder dan
een specifieke gebruikersgroep. Als een
andere afstudeerrichting dezelfde functionaliteit wilde, maar net iets anders moest de
gehele applicatie nieuw opgebouwd worden.
Aanpassingen vergden door deze wijze van
ontwikkelen eveneens veel tijd.
In de praktijk bleek ook dat afstudeerrichtingen fungeren als vrij autonoom
opererende groepen met eigen specifieke
wensen ten aanzien van opzet en vormgeving
en dan is het heel lastig om applicaties te
maken die voor een heel instituut kunnen
functioneren. Wil je aan al de individuele
wensen van afstudeerrichtingen voldoen; dan
ben je 66 x dezelfde software net iets anders
aan het implmenteren. En dat is duur. Het
duurt lang. Tegen de tijd dat je uitontwikkeld
bent is tevens de onderwijscontext veranderd
en verlangt men eigenlijk al weer andere
functionaliteit
pdf pagina 1 van 6 expert01hku.pdf
93 obkcompleet expertdag 1
Waar bijvoorbeeld de stage in het ene jaar op
een bepaalde manier georganiseerd wordt
zijn het jaar daarop de criteria en de begeleidingsvormen aangepast. Dergelijke ingrepen
beinvloeden daarmee ook de ict-applicaties
die de stage dienen te ondersteunen.
Dus of het nu een docent is die moduleinformatie ter beschikking wil stellen aan zijn
studenten of een student die ten behoeve
van begeleiding zijn voorlopige versies van
een scriptie publiceert, beide soorten van
informatie delen zijn onderdeel van een
proces.
Ik toon nu beelden van de achterkant van
de site waarmee de structuur in elkaar werd
gezet. De content werd helemaal door de
deelnemende docenten uit de drie landen
ingevoerd.
Een tweede fase wordt gevormd door het
daadwerkelijk realiseren van de vereiste
Leeromgevingen worden opgebouwd uit de
functionaliteit voor een leeromgeving. In dit
analyse van een onderwijscontext waarbij
voorbeeld de verwerking van de achtereenmet name gelet wordt op de wijze waarop
volgende resultaten van studenten en het
informatie gedeeld wordt en de motivatoren tonen en verwerken van feedback op deze
die hieraan ten grondslag liggen.
resultaten.
Hiervoor is een meer complexe ‘script’In de context van scriptiebegeleiding leidde module ontwikkeld. Centraal hierin staan
dit bijvoorbeeld tot de volgende vereiste
‘vraag’- en ‘resultaat’ elementen die op een
functionaliteit: ‘Studenten delen achtereen- webpagina geplaatst kunnen worden. Een
volgens vraagstelling, contextanalyse
vraag element is een verzoek om informatie
en structuur met de docent. Vervolgens
te plaatsen in het systeem. Op een webmoeten versies van hoofdstukken kunnen
pagina wordt bijvoorbeeld aan een student
worden voorgelegd en van feedback worden gevraagd of hij een een eerste opzet van
voorzien. Daarnaast dienen studenten kennis een scriptie wil ‘uploaden’. Het type vragen
te kunnen nemen van goedgekeurde scripties wordt afgeleid van de analyse van het leer
Deze strategische ommezwaai resulteerde
in hun interessegebied’.
uiteindelijk in een platform waarmee twee
en begeleidingsproces en wordt samen met
doelstellingen worden behaald. Enerzijds de
docenten vastgesteld.
De realisatie van een dergelijke functionalidoelstelling om de HKU met een vernieuwd
teit kan opgedeeld worden in tweetal fasen. Andere voorbeelden van vraag elementen
Intranet uit te rusten, waarbij studieleiders
Allereerst het opzetten van de webstructuur kunnen zijn: ‘beste docent wilt u in dit
en redacteuren zelfstandig de informatie
met inhoud die een weerslag vormt van het
up-to-date zouden kunnen houden.
formulier uw module beschrijven?’ of ‘beste
Daarnaast vervult het platform een ontwikkel- begeleidingsproces.
student; kun je een aantal vormgevingsdoelstelling: Met een scriptmodule kan in
voorstellen zoals uitgewerkt in je concept
Hiervoor is een publicatiemodule ontwikkeld op deze pagina plaatsen?’ De wijze waarop
zeer korte tijd specifieke functionaliteit
waarmee docenten en studieleiders na een
aan het Intranet toegevoegd worden,
studenten vragen kunnen beantwoorden
middag training een website kunnen opzet- of hun voortgang kunnen documenteren is
zoals begeleidingsmodules ten behoeve
ten zonder technische kennis. De afdelingen geheel aanpasbaar.
van onderwijsprocessen (stage, scriptie,
hebben daarbij zelf vrijheid in vormgeving,
portfolio etc) en publicatieprocessen
content, structuur en beeldgebruik. In het
(mededelingen, vacatures, roosters, persWe kunnen bijvoorbeeld een vijfpuntsschaal
geval van de scriptie-ondersteuning in het
berichten etc.)
in een evaluatiemodule zetten (wat vond je
internationale project waarin we samenvan de docent, hoe was de samenwerking,
We wisten dat we voor de verwezenlijking van werkten met een instituut in Engeland en een ....). Maar we kunnen ook zeer open reactieonze ideeen zouden moesten samenwerken instituut in Duitsland gaf dat het volgende
types selecteren. Bijvoorbeeld tegen een
beeld.
met partners. Daarom hebben we gezocht
student zeggen; ‘maak in deze ruimte een
[01, 02 scriptie website, front-end en back-end]
naar mogelijkheden om deze software in
website als resultaat van een groepsproject’.
[03 detail van scriptie- omgeving, waarin studenten
Europees verband met buitenlandse instelgevraagd wordt om een ‘outline’ van een scriptie ter
lingen te ontwikkelen. Het samenwerkingsbeoordeling aan een docent voor te leggen]
verband dat daaruit ontstaan is tussen
Dublin Institute of Technology (ie), HKU
(nl), University of Portsmouth (uk) en Merz
Akademie (dl) heeft tussen 2000 en 2002
een eerste pilot opgeleverd. De ontwikkelde
technologie en functionaliteit bleek binnen
het onderwijs aan te slaan, maar die moest
wel doorontwikkeld worden om onze gehele
hogeschool te kunnen bedienen. Daartoe
hebben we aanvullende subsidies verkregen
en we hebben er zelf als hogeschool geld
ingestopt. De generieke doelstelling was
om leerprocessen en de uitkomsten van
leerprocessen flexibel ter beschikking te
stellen aan actoren binnen en buiten het
leerproces. En ‘leer’ dient hier als leer/publicatieproces gelezen te worden. Waar het om
gaat is dat we eigenlijk elk uitwisseling van
informatie als een proces zien. Daarnaast
benadrukken we het proces van informatieuitwisseling binnen onderwijssituaties.
Als ontwikkelafdeling hebben we vervolgens
afgesproken het roer om te gooien en nu eens
niet ‘specifieke applicaties voor een doel’
te ontwikkelen, maar om te werken aan een
platform waarmee je de ict-ondersteuning
voor uiteenlopende taken als docent of
coordinator zelf in elkaar zou kunnen klikken
zonder meteen weer een half jaar aan het
programmeren te zijn. Van heel simpele
ict-gereedschappen (zoals de publicatie van
een lesrooster of een lesmodule) tot hele
complexe (zoals de ondersteuning van een
heel leertraject zoals het schrijven van een
scriptie of het op stage gaan.)
pdf pagina 2 van 6 expert01hku.pdf
94 obkcompleet expertdag 1
Een tweede element wat gebruikt wordt om
educatieve functionaliteit om te zetten in een
leeromgeving is het ‘resultaat-element’. Dit
element wordt gebruikt om informatie die
via ‘scripts’ gepubliceerd wordt te clusteren
en te tonen in de webstructuur. In de context
van de scriptie zijn bijvoorbeeld de volgende
resultaatelementen toegepast:
• een resultaat-element dat de scriptieinformatie per student clustert en vervolgens
toont op een wijze waarop deze informatie
geannoteerd kan worden.
• een resultaat-element dat de definitieve (en
goedgekeurde) scripties en literatuurlijsten
weergeeft per onderwerpsgebied.
Door structuur, inhoud, scripts (invoer) en
resultaten te combineren op een manier die
overeenkomt met de vereiste functionaliteit,
kunnen telkens nieuwe leeromgevingen
gemaakt worden. Leeromgevingen die een
vertaling zijn van de educatieve realiteit en
eenvoudig aangepast kunnen worden als
deze pedagogische context veranderd.
[06a module-informatie, weergave op intranet]
[05a, 05b, 05c intranet faculteit kmt op basis van leda-clk:
homepage / stage omgeving / groepsproject omgeving ]
Wat kan er nu met die resultaten gedaan
worden? Het hele idee is dat die resultaten
in verschillende omgevingen gepresenteerd
kunnen worden. Dus om dat scriptieschrijven
maar weer even als voorbeeld aan te halen;
een aantal hoofdstukken die als onderdelen
gepost zijn in dit systeem; die kunnen
naar een portfoliosite van een student als
verslaglegging van een proces, die kunnen
naar een docent om commentaar te krijgen,
maar het eindresultaat van die scriptie kan
ook publiek worden gemaakt. Voor ons
zijn de onderdelen niet meer dan resultaatelementen die we in wisselende omgevingen
aan een wisselend publiek kunnen aanbieden.
[06b onderdeel van het beschrijf ‘script’ voor docenten]
[06c flexibel uit te breiden informatie]
[04 detail van de begeleidings website voor docenten
– een docent kan op basis van dit overzicht de status van
het proces per student opvragen en feedback geven op
tussentijdse documenten (‘deliverables’)]
Inmiddels proberen we ook om reeds
ontwikkelde en gedateerde applicaties te
vervangen door dezelfde functionaliteit
geleverd door het LEDA/CLK platform. Vanuit
een functioneel perspectief verschilt het
Als interessant voorbeeld nu de lerarenpubliceren van module-informatie door
opleidingssite waarin we een aantal
docenten tenslotte niet veel van het publicefunctionaliteiten aan het ontwikkelen
ren van een scriptie door een student. We
zijn. Ten eerste zijn we de stagesite aan
vervangen nu gedateerde applicaties door
het maken. Die is nog wel in ontwikkeling
functionaliteit van het LEDA/CLK platform.
maar daar worden nu al getoond ‘de stages
Ik laat daarvan wat voorbeelden zien. Dit zou
die het afgelopen jaar zijn doorlopen’ en
in dat kader een website zijn waarin docenten
ook de lesbeschrijvingen die de stagiares
hun moduleinformatie kunnen bijwerken:
op die scholen hebben gegeven worden in
Een docentvraag is dan: ‘beschrijf je module,
dit systeem opgeslagen. Daarmee kan het
geef de code, in welk jaar en in welk blok je de
stageproces op afstand begeleid worden,
maar kunnen tevens ervaringen van stagieres module geeft en geef maar een beschrijving’.
onderling gedeeld worden. Daarnaast kunnen
aspirant stagieres zich aan de hand van deze
informatie voorbereiden op hun stageschool.
pdf pagina 3 van 6 expert01hku.pdf
Ik toon nu een voorbeeld van een ‘schaal’
zoals wij dat noemen, waarbij een gebruiker
een webpagina of een websiteje kan maken
daar er paragrafen op te slepen, of plaatjes of
downloads of tables. De eindgebruiker ziet
dan gewoon een net vormgegeven pagina met
al die elementen.
beheer
Ten aanzien van het beheer van informatie
zijn er drie lagen te onderscheiden. De eerste
is de hiervoor besprokene; een gebruiker
publiceert informatie als onderdeel van een
leerproces (studenten) of publicatieproces
(bijvoorbeeld docenten, studieleiders etc.)
Eindgebruikers hebben dan slechts te maken
met websites die aanwijzingen bevatten en
eventueel invulformulieren. Het overgrote
merendeel van de gebruikers hebben slechts
met deze vorm van informatievoorziening te
maken.
Een tweede laag wordt gevormd door het
onderhouden van de structuur en inhoud van
de diverse websites zelf. Het gaat hier om
het bijwerken van bijvoorbeeld de opdrachtomschrijvingen in leeromgevingen en het aanpassen van de structuur en/of vormgeving.
Een beperkte groep van gebruikers (studieleiders, hoofddocenten, mentoren) kunnen
na een korte training deze informatie en
structuur wijzigen.
95 obkcompleet expertdag 1
[07 toont de onderhoudsomgeving van de homepage voor
studieleiders, hoofddocenten en mentoren]
Een derde onderhoudslaag betreft de wijze
waarop ‘scripts’ en ‘resultaten’ toegepast
worden. Deze laag bepaald het ‘gedrag’
ofwel de uiteindelijke functionaliteit van
de website. Met andere woorden: hoe
de eindgebruikers de eerste laag kunnen
gebruiken. Slechts een beperkte groep
beheert via deze laag. aangepassingen
worden pas doorgevoerd wanneer de
functionaliteit van een leeromgeving voor
eindgebruikers moet worden aangepast.
praktijkvoorbeelden
We hadden release 1. Een beetje een buggy
ding maar wel goed om gemaakt te hebben
als proeftuin. Toen hadden we release 2 en
daar hebben we de nu getoonde proeven mee
gedaan. En we staan nu net voor release 3.
We hebben met release 2 diverse websites/
leeromgevingen samengesteld (ten behoeve
van onderzoek, scriptie, projectonderwijs)
Een voorbeeld van een dergelijke omgeving
was een LEDA gebaseerde website waarin
studenten van instituten uit verschillende
landen wat meer over elkaar te weten konden
komen voordat ze met elkaar op een internationale workshop ervaringen moesten
uitwisselen. Probleem bij dergelijke internationale bijeenkomsten was voorheen:
‘ze kwamen bij elkaar, zoals vorig jaar in
Stuttgart, en dan zaten ze elkaar wat moeilijk
aan te kijken, maar niemand wist van die
ander wat voor project ze hadden gedaan.’
Dan hadden ze geen inhoudelijke basis om
met elkaar in gesprek te raken (laat staan
ervaringen uit te wisselen).
De functionaliteit van de webomgeving en de
aard van de informatie-uitwisseling bepaalt
hoe we we de inzet van het platform typeren.
In de meeste gevallen hebben we het dan over
e-learning of onderwijsondersteuning. We
kunnen echter ook onderzoek ondersteunen
en dan noem je het e-research of
e-publlicaties als het om organisatorische
informatie uitwisseling gaat.
Nu de grootste zwakheden. Ofwel waar lopen
we tegenaan bij de realisatie van dit soort
leeromgevingen. Ten eerste is het voor docenten nog extreem lastig om de functionaliteit
te bepalen. Bijvoorbeeld een docent roept
‘wij willen portfolio’ en dan is onze vraag
‘wat gaat dat portfolio dan precies doen?’
Wat ga je bijhouden, met welke doelen, wat
wil je dan voor feedback daaraan geven. Je
kunt studenten wel vragen om introspectie
te plegen, of hun expertise te dissemineren
of hoe je dat verder wil benoemen, maar als
je daar dan niets mee doet dan is het snel
afgelopen met deze studentenbijdragen.
[08a, 08b scripts ]
Toen hebben we aan al die studenten
gevraagd of ze als voorbereiding op deze
internationale bijeenkomst een korte
beschrijving wilden geven van hun project.
Op basis hiervan clusterde het systeem
gelijksoortige projecten (en studenten)
en werd deze informatie en de projectbeschrijvinen als basis voor de uitwisseling
gebruikt. Op deze manier verliep de
communicatie en uitwisseling op de
bijeenkomsten (Forum) losser en sneller.
We hebben dit schooljaar het scriptiebegeleidingstraject via dit platform ondersteund en dit jaar – van september tot januari
– ook het gebruikelijke 4e jaars groepsproject
ondersteund. Dat waren 50 groepen en dan
gaat het al snel over zo’n 100 man. En dat
functioneerde naar verwachting.
We zijn nu een tijd bezig, en zoals elke
ontwikkeling heeft het LEDA/CLK platform
zijn sterke en zijn zwakke kanten.
Eerst maar de positieve kant. Eerste voordeel
voor ons is dat we nu in ieder geval beter
kunnen aansluiten bij de context waarvoor
Wat doet dit platform voor ons? Ten eerste
we bouwen. In plaats van veel tijd te stoppen
beschikken we over een onderwijsintranet
in het programmeren van applicaties die
waarvan het beheer ligt bij die mensen die
vervolgens nauwelijks aangepast kunnen
ook daadwerkelijk de informatie beheren
(studieleiders/tutoren). Zij kunnen op relatief worden aan andere onderwijscontexten
eenvoudige wijze de inhoud van het Intranet of gebruikers, kunnen we nu heel snel en
flexibel onderwijsondersteunende functiobeheren zonder technische kennis en via de
naliteit realiseren... Met name dit laatste
webbrowser. Daarnaast biedt het platform
was voorheen eigenlijk onmogelijk. In het
ons de mogelijkheid om een stap verder te
gaan en volledige applicaties/ leeromgevin- gebruik blijk je door onze gereedschappen
ook erg makkelijk resultaten met elkaar uit te
gen te ontwikkelen als onderdeel van het
wisselen.
Intranet. Waarbij deze omgevingen op
eenvoudige wijze gewijzigd en/of aangepast
kan worden doordat functionaliteit niet
meer geprogrammeerd wordt, maar wordt
opgebouwd vanuit relatief simpele ‘invoer’
en ‘resultaat’ elementen.
samenvattend
pdf pagina 4 van 6 expert01hku.pdf
De docenten zijn vaak niet op zulke vragen
voorbereid en moeten vaak lang nadenken
of overleggen als wij erg praktisch worden
in de uitwerking. En dat worden wij al snel
als wij die omgeving gestalte willen geven.
Welke teksten wil je hebben, wat wordt er in
het systeem gestopt, door welke studenten,
op welke voorwaarden... Het beantwoorden
van zulke vragen door de docenten is over
het algemeen een vrij langzaam traject.
Wij zijn daarom heel erg op zoek naar een
geschikte ontwerpmethodiek. Je hebt
de systeemengineering (de code) en de
informatie-engineering (waar komt de info
vandaaan, waar sla je die op en waar stuur je
ze heen) en vervolgens heb je zoiets als de
didactische realiteit. Die systeemengineering
hebben we uit de keten weggehaald
(tenslotte programmeren we niet meer),
maar die informatie; op welke plek gaan we
informatie geven, hoe gaan we dat richten,
naar welke actoren en ‘hoe ziet die onderwijskundige praktijk eruit’. In het matchen van de
praktijk naar informatie-ontwerp zit voor ons
nog heel veel werk. Dus om naar een soort
heuristiek te gaan; een ontwerpmethodiek
om de onderwijs praktijk te kunnen vertalen
naar een goede onderwijs-ondersteunende
webomgeving.
vraag uit de zaal
Het lijkt erop dat u met uw gereedschappen
het bestaande didactische systeem heel
goed faciliteert, maar dat u niet ingrijpt in die
didactiek?
96 obkcompleet expertdag 1
Het is wel zo dat spullen die mensen extern
aanmaken weliswaar een grotere variatie in
vormgeving kunnen vertonen, maar dat deze
websites in de praktijk volstrekt onvindbaar
blijken. Veel docenten en studenten maken
eigen websites. Bijvoorbeeld docenten als
ondersteuning van hun vak. Dat moeten ze
vooral blijven doen. Wij willen dat niet sturen,
reguleren of vervangen door dit platform.
Wel verlangen we van deze gebruikers dat ze
deze sites en URL’s registreren in de daarvoor
vraag uit de zaal
geeigende plekken binnen het Intranet. Liefst
Zijn die groepen er alleen om informatie af
met labels, vlaggen en beschrijvingen die
te schermen of ook om als ordeningsfilter
aangeven wanneer ik daar naar toe moet gaan
te dienen zodat iemand niet verdrinkt in
en wat de globale inhoud van een dergelijke
informatie?
site is. Je kunt die huidige websites (buiten
Beide stelt Emile. Enerzijds wil je niet alles
openbaar maken maar je wilt ook overzicht. ons systeem) eigenlijk nauwelijks vinden, laat
staan feedback formuleren ten aanzien van
Bijvoorbeeld op de ene faculteit hoeven ze
het lesprogramma van de andere niet te zien. de inhoud die je op een dergelijke site vindt.
Die functionaliteit bieden wij wel.
Wil je dat toch mogelijk maken; dan zorg je
voor een weblink tussen die faculteiten. Daar
Veel metadata krijgen we in feite cadeau.
moeten beslissingen in genomen worden
door de afdelingen. Die flexibiliteit is er. Wij Als de student bijv een scriptie outline post;
maken dat op verzoek zoals de afdeling wil. Er dan weten we al vanzelf waar die outline
vandaan komt; wat het onderwerp is. We
moet wel een zingeving zijn. Als een docent
zegt ‘maak maar een groep van alle personeel kunnen de educatieve context waarin dit
document is toegevoegd analyseren. Dan
ouder dan 50’ dan willen we wel weten
waarom dat nodig is want differentiatie kost weten al genoeg om de gebruiker niet lastig
te hoeven vallen met vragen naar metadata.
ons tijd. Wij merken dat nu bij beeldende
tenslotte
De student kan zelf alleen precondities
Emile sluit zijn verhaal af met een dynamisch modules die we geschikt maken voor de
kiezen; bijvoorbeeld ‘alleen docent x mag
voorbeeld van het aanpassen een projectsite muziekafdelingen.
mijn scriptie lezen’, als dit onderdeel van de
en toont online het ‘front-end-resultaat’
Emile toont hoe de metadata (labels of tref- geboden functionaliteit is. Deze functionavan de ter plekke gemaakte back-endliteit wordt door ons ge-script op basis van
woorden die aan een invul-item gekoppeld
verandering. Het back-end ziet er voor de
eisen van de afdeling. De student beweegt
zijn) hem helpt om bij het scripten goede
buitenstaander niet zo overzichtelijk uit.
zich binnen de randvoorwaarden welke door
koppelingen te leggen. De metadata
Maar dat geeft niet want slechts drie of vier
de onderwijsafdeling zijn vastgesteld.
bevat met name heel specifieke afzendermensen per faculteit krijgen dat back-end
informatie (bijvoorbeeld Merz Akademie,
onder ogen en dat zijn allemaal ervaringsHKU, ...). Meestal is die metadata overigens Zoekfuncties zijn nog niet volledig. Je kunt
deskundigen dus voor het vormgeven van
nog niet zoeken in de volledige scriptietekst,
voor de eindgebruiker onzichtbaar.
schermen met gelijke vakjes en lijntjes en
wanneer deze in een bestand zit. Dat is nog te
ordening kun je beter energie spenderen aan
geavanceerd. We steunen op informatie over
Vervolgens laat Emile wat vormvariaties
de voorkant en niet aan de achterkant.
de bestanden (metadata). Bijvoorbeeld een
zien. Verandering van achtergrondkleuren;
waardering van de docent ‘dit is een goede
over het hele scherm of per vlak, tekst in 1,
Er blijkt enige begripsverwarring over voorscriptie’ en de samenvatting.
2 tot en met 4 kolommen. Een toehoorder
kant en achterkant. Wat we nu zien is een
invulformulier dat slechts door zeer weinigen vraagt wat het voordeel is van de door Emile
Het scriptieportal heeft goed gefunctioneerd
geraadpleegd mag worden (de tutoren; 2 à 3 getoonde layout-mogelijkheden boven
omdat zowel studenten als docenten het
per afdeling). Het is bedoeld om de structuur iets wat bijvoorbeeld al door een student in
min-of-meer eens zijn over de structuur van
diens eigen favoriete programma gemaakt
van nieuwe sites te bouwen.
zo’n proces. Bij de projectenportal bleek
is. Dat voordeel is er niet. Als de student al
Een student die een scriptiedossier bijwerkt webpagina’s of een site heeft; dan behandelt dat lastiger. Je ziet dat studenten daar nog
al eens afwijzend op reageren. Niet vanwege
krijgt ook een ‘formulier-achtige’ invulpagina Emile die als download of als weblink. De
waarin hij elementen stopt die tot een auto- opmaakmogelijkheden zijn voor mensen die de vorm van het systeem, maar vanwege de
manier van ondersteunen van het proces.
matisch ge-layoute webpagina leiden, maar zelf niet kunnen of willen HTML-en.
Je krijgt dan opmerking over de manier
in dat geval spreekt men op de HKU bij beide
waarop processen bevraagd worden. Bij de
schermen over front-end terwijl sommige
scriptieportaal zie je juist de docenten weer
discussiedeelnemers vanuit andere ervaring
opmerken dat ze teveeel feedback moeten
in contentmanagement hier over frontgeven. Dus dat gaan we volgend jaar aanend en back-end spreken, terwijl eigenlijk
passen.
inputschermen en outputschermen bedoeld
worden.
Wij stellen ons tot hoofddoel om didactische
processen die moeizaam lopen te verbeteren
door betere ondersteuning van deze processen. Didactiek die stukloopt omdat de
logistiek te ingewikkeld is. Veel didactische
vernieuwing stelt de student centraal en zijn
individuele ontwikkeling. Deze individuele
begeleiding loopt echter vaak spaak op
tijdgebrek en logistieke problemen (welke
student zit met welke instelling waar in het
leerproces) Wij proberen de logistieke moeilijkheden met betrekking tot de uitwisseling
van informatie en kennis op te lossen en op
deze wijze begeleidingsprocessen te vereenvoudigen. Dit kan met zich mee brengen dat
didactische vernieuwing makkelijker van de
grond komt, en we via de achterdeur toch
invloed hebben op de didactiek.
We willen echter niet doelbewust onderwijskundige vernieuwing veroorzaken. We willen
een toegevoegde waarde geven op die plekken waar dat geeigend is of lijkt. Soms blijkt
dat achteraf niet uit te komen, soms wel.
Zeker als je met buitenlandse instellingen
samen werkt. Dan levert het echt iets op. Dat
is niet alleen communicatie maar juist ook
uitwisselen van informatie.
pdf pagina 5 van 6 expert01hku.pdf
De discussie wordt technisch iets gedetailleerder. Het begrip ‘pre-conditie’ in een
getoond voorbeeld trekt aandacht van een
toehoorder. Emile laat zien dat je daarmee
gebruikersprivileges en rollen kunt definiëren
en daardoor gebruikers meer of minder toegang kunt geven. De groepen komen globaal
overeen met de organisatorische lagen
(studenten, docenten, mentoren).
97 obkcompleet expertdag 1
•••••••
Omslachtig, duur, door de tijd achterhaald.
Onbruikbaar voor het kunstonderwijs.
Redactioneel wel goed onderbouwd.
•••••••
Een aanpak die niet duidelijk vorm/inhoud
en techniek scheidt. Daardoor zal het nodig
commentaar op de presentatie van emile bijk, hku/ blijven om voor alle (toekomstige) typen
gebruikers nieuwe formulieren te blijven
vraag uit de zaal
faculteit kmt, utrecht
aanmaken. En doordat dit met ‘scripten’
Een vraag over beveiliging; is dat al goed
•••••••
geregeld?
De HKU wil de kennis organiseren die in huis gebeurt (onduidelijk is op welke wijze en in
welke taal) zal het kunnen werken met het
is en daarnaast deze zo archiveren dat het
Daar wordt nog aan gesleuteld. Het
systeem er een weg in kan vinden. Ik was heel systeem (vooral aan de ontwikkelingskant)
altijd voor ict’ers moeten blijven gebeuren.
aanmaken van groepen blijkt nog helemaal
nieuwsgierig.
niet zo eenvoudig in de ict-architectuur
Dit vereist dat er van elk documentje dat aan Vormgeving van de voorbeelden was niet
goed en gaf ook duidelijk aanleiding tot
van de school. Bijvoorbeeld het koppelen
het systeem gekoppeld is een omschrijving
van ldap aan de studentenadministratie en
wordt bijgevoegd, omdat anders het systeem commentaar.
diverse andere systemen moet automatisch het niet weet te interpreteren. Ik ben onder
gaan. Dat is een streven. Nog niet gerealide indruk dat de HKU zich niet heeft verloren
seerd. Dat wordt lastig als we straks van
in het bedenken van een interpretatieeen paar speerpuntafdelingen naar HKUsysteem dat het systeem ondersteunt, maar
breed gaan. Dat is een lastig traject met veel zich juist heeft gefocused op de onderwijsonderhandeling en tijdbesteding.
kundigeprocessen binnenshuis aanwezig en
deze als leidraad gebruikt voor het opzetten
van het systeem.
AKI geeft aan dat bij hen ‘central log-in’
Wel vond ik het jammer dat de opmerking
al gerealiseerd is. En dat de uitwisselingsvanuit de zaal met betrekking tot het ontwerp
gedachte die de grondslag voor deze dag is
van de achterkant werd afgedaan met dat je
wellicht tot voortgaand overleg kan leiden.
een keus moet maken. Dit is zo. Maar het is
Dit komt later op de dag uitvoerig aan de
orde in de presentatie van de AKI. AKI wil uit wel degelijk heel belangrijk dat de achterkant
er ook heel helder uitziet. Zeker omdat Emile
principe overigens geen koppeling aan de
zelf vertelde dat het scriptiedeel wat het best
centrale studentenadministratie.
ontworpen was, veel beter werd gebruikt dan
het projectdeel.
vraag van aki
Hoe ga je om met alles wat niet van studenten •••••••
en docenten komt. Bijvoorbeeld boeken, de Een goed idee, om middels ‘scripting’ te
kunnen inspelen op de eisen en wensen
bibliotheek, andere media; beelddragers.
van de immer veranderende organisatie en
het onderwijs. Het vormt een gereedschap
Dat heeft nu al zijn eigen webinterfaces
waarmee in de loop der jaren een onschatmeestal. In de toekomst zouden we deze
willen integreren (inclusief zoekfunctie) maar bare bron van kennis en inzichten wordt
opgebouwd. Het probleem is daarbij wel dat
nu is het alleen maar gekoppeld.
om een dergelijke rijke bron van informatie
tot stand te laten komen, de gebruikers
vraag uit de zaal
(docenten en studenten) het systeem
Wat is de onderliggende taal?
*moeten* invullen en gebruiken.
JAVA. Wij verwachten daar voldoende mee uit Het systeem formaliseert en dicteert
daarmee wellicht iets teveel het onderwijs en
de voeten te kunnen.
de realiteit.
•••••••
slotvraag
Interessant binnen het complementaire
Wie neemt de beslissingen over
aanbod en in de discussie over de ontwikkepredefinitions, wie bepaalt de pulldown
ling van het technisch traject, onderwijsmenus en de structuur.
implementatie en content, ook in tijd.
•••••••
Daar zijn redactiecommissies voor per
Ik vind de oplossing die is gekozen om niet
faculteit. Die doen de globale opzet. Soms
steeds een nieuwe pagina-indeling aan te
maak je een specifiek onderdeel voor een
hoeven maken wel een mooie. Het is me
of twee docenten. Bijvoorbeeld een stageniet helemaal duidelijk hoe dit nou precies
begeleidingssite en dan zit je alleen met die
gerealiseerd is, het systeem zal toch ook
twee mensen aan tafel.
zijn beperkingen hebben... Wel is voor mij
de vraag of je wel altijd aan de vraag van
gebruikers naar weer een nieuwe layout moet
voldoen.
Deze portals waren projecten. Als proef.
Nu gaan we het HKU-breed als product
uitzetten. Met veel meer studenten en
docenten. We hebben al veel geleerd vaan
onze proeftuin. Nu zijn we bij het uitrollen
van de applicaties flexibel genoeg om
veranderingen op te kunnen vangen.
pdf pagina 6 van 6 expert01hku.pdf
commentaar
Het schriftelijk commentaar (per e-mail
na thuiskomst) van de toehoorders op het
systeem dat Emile presenteerde. Dit is zes
maal de mening van één persoon. Dus niet
representatief:
98 obkcompleet expertdag 1
extra obkcomp expertdag 18 juni 2003
intranet, digitale portfolio’s, elektronische
leeromgevingen en het kunstonderwijs –
de locatie is academie st.joost, breda
petr van blokland, kabk
den haag
Het is in ons buro heel erg het doel om dingen
te automatiseren en het is ook een doel om
dat zo vroeg mogelijk in het ontwerpproces
te laten meetellen. Dus wij schetsen en proinleiding
grammeren afwisselend. Het is nooit zo dat
7e
Ik ga u zowel voorbeelden tonen uit andere
projecten die wij in mijn buro doen als voor- we een verzameling schetsen naar een itproductbeschrijving
bedrijf sturen. Als het ontwerp klaar is dan
beelden van de kabk. Reden is dat ik via die
Petr van Blokland heeft praktische ervaring
projecten opties kan tonen die binnenkort in is bij ons ook direct het prototype klaar. En
met het gebruik van ict in het primaire
de kabk-site zullen zitten. Functioneel werkt in een toenemend aantal gevallen is dat ook
onderwijsproces. Bij iedere opdracht
meteen het productiesysteem. Dat betekent
het al wel maar we zitten nu midden in de
die studenten (bij hem) uitvoeren wordt
ombouwfase waarbij we die functionaliteit in dat we steeds vaker provider worden. We
een virtual workspace gebouwd die
de academiesite implementeren. In septem- hebben daarvoor een aantal snelle servers
communicatie en procesvolgen mogelijk
in Hoofddorp staan. Het is eigenlijk gewoon
ber moet de nieuwe site operationeel zijn.
maakt. Dat bouwen verloopt via (door
te veel moeite om onze software zo te
Mijn buro heeft een hechte verbinding met
Petr ontwikkelde) gebruikersvriendelijke
verbouwen dat die elders gehost kan worden.
gereedschappen. Daarnaast lopen in de KABK de kabk. De vijf mensen die er nu werken
En dat levert dan ook nog vaak een verlies aan
zijn alllemaal oud-studenten van de Haagse
een aantal intranetachtige proefprojecten
mogelijkheden op.
waar meerdere docenten bij betrokken zijn. academie. Wij selecteren vrij streng omdat
we eigenlijk geen regulier grafisch ontwerptechniek
Wij zijn al die jaren altijd op zoek geweest
Eigen gereedschappen gebouwd op basis van buro zijn. Natuurlijk moet iedereen bij ons
naar een goede ontwerpomgeving. De krachXPress en Illustrator en Photoshop kennen.
Python programmeertaal.
Maar als ze daarnaast niet kunnen program- tigste passen niet zo goed bij ontwerpers
status op 18 juni 2003
omdat ze veel te technisch zijn. En de eenDe directe onderwijsapplicaties draaien naar meren, hebben we er niet zo veel aan. Onze
voudig bedienbare kunnen niet zo veel omdat
groep is te klein om mensen in dienst te
tevredenheid. Het intranet is in proeffase.
ze eigenlijk te veel op eindgebruikers gericht
hebben die alleen maar vormgever zijn. De
plannen
organisatie is erg vlak. Iedereen moet eigen- zijn. En dan zijn er weer allerlei kwalitatieve
Verbouwen van de internetsite. Overzetten
concessies gedaan. Dan zit er bijvoorbeeld
van de studiegids naar XML in Petr’s systeem lijk doen wat hij zelf wil. Ik ben het buro in
1980 gestart. Daarnaast studeerde ik Indus- geen kerning in. Dat leidde er toe om in de
‘xpyth’ (een samentrekking van XPath en
trieel Ontwerpen aan de TU Delft. Die studie loop der jaren toch veel gereedschappen zelf
Python).
te bouwen. Zo heb ik mijn eigen fonteditor
heb ik in 1985 onderbroken toen ik zelf les
[obkcompleet / pagina 98 tot en met 103]
geprogrammeerd. En toen het web serieus
ging geven. Maar sinds begin dit jaar ben ik
is digitaal beschikbaar via
weer in de collegebanken gaan zitten. Vanaf werd – zo’n 8 à 9 jaar geleden – zijn we direct
op zoek gegaan naar een applicatie die wij
het allereerste begin is alles wat we in het
expert01kabk.pdf
daarbij graag zouden willen gebruiken. We
buro
doen
sterk
gerelateerd
aan
computers.
download via www.obkcomp.org
hebben jaren met FileMaker gewerkt. Totdat
Mijn docent Gerrit Noordzij was een sterk
we ziek werden van de beperkingen. Je kunt
drijvende kracht daarbij. In ’80 hadden we
bijvoorbeeld leuk met FileMaker publiceren
een Uniflex systeem draaien. Dat was een
maar hij indexeert alleen maar op de eerste
soort vereenvoudigde unixcomputer. We
20 tekens van de tekstbox. Dus daar zit altijd
hadden aan die Uniflex al vier terminals
hangen en een plotter. Maar met vijfduizend te veel of te weinig in. Toen zijn we overgestapt op ZOPE. Waarbij Python zolang als
gulden voor een vijfmegabyte harde schijf
kun je wel spreken over ‘andere tijden’. Toen het bestaat altijd al een beetje de ‘huis’taal
van het buro is geweest. We doen daar alles
in ’85 de Mac kwam zijn we daar als grafisch
ontwerpburo uiteraard op overgestapt. Maar in. Van een volledig operating systeem tot
een drieregelig scriptje ‘zet alle tekst in deze
ik heb nu – sinds OS 10 – mijn oude Unixfolder van kapitaal in onderkast’. Zulke scriptboeken weer uit de kast gehaald.
jes bewaar je niet eens. Je maakt ze, gebruikt
Unix • systeem 10, het huidige operating systeem van de
ze en gooit ze weer weg.
Mac, is gebaseerd op Unix. Unix maakt het mogelijk om de
grafische interface-schil werkelijk te omzeilen en niet ogenschijnlijk zoals bij sommige populaire scripttalen. Je kunt
Python • de taal waarop ZOPE gebaseerd is.
daardoor zelf efficiënt werkende programma’s bouwen
of via het (grafische) terminalprogramma de computer via
krachtige tekstcommando’s besturen.
vraag
Kunnen je studenten op de academie dat
ook?
Nee de meeste niet. Maar ik laat het ze wel
allemaal zien want als je alleen al weet wat
er bestaat – zonder het zelf te kunnen – dan
kun je op een andere manier met een programmeur over zulke dingen praten. Dan blijft het
geen zwarte magie.
pdf pagina 1 van 6 expert01kabk.pdf
99 obkcompleet expertdag 1
[01 Kabk_Home]
[02 Kabk_HomeEdit]
[03 Kabk_Interieur]
vraag
Waarom per se Python, en niet iets vergelijkbaars?
Als het schaalbaar en onderhoudbaar moet
zijn dan ontkom je niet aan een objectgeoriënteerde taal. Dan valt er al veel af. Ik
heb veel Smalltalk gedaan. Grote probleem
daarbij is dat je steeds binnen een machine
zit. Het is moeilijk om met een aantal mensen
aan een probleem te werken. Je hebt eigenlijk
geen sharing. Andere objectgeoriënteerde
talen, zoals C++ zijn te hybride. Het feit dat
je niet een lijst kan maken waar meerdere
soorten van objecten in zitten die zich wel
hetzelfde gedragen vind ik lastig. Er zijn
soms wel voordelen zoals de onderhoudsfaciliteiten binnen grote ontwikkelprojecten
wat java heeft. Maar even snel iets maken
is er dan niet bij. Je kunt overigens de
pythonobjecten heel goed compileren en ze
vervolgens in andere ontwikkelomgevingen
gebruiken. Zo zijn we een tijdje ‘plug-in
developer’ van Quark geweest. En daarbij
heb ik eigenlijk maar een plug-in gebouwd (in
Python). Die stelt Quark-gebruikers in staat
hun eigen scripts te schrijven. Dan kunnen ze
de rest zelf maken.
Een ander voorbeeld is Robofog wat ik samen
met Erik (van Blokland) en Just (van Rossum)
maakte. Dat is de oude Fontographer 3.5.
Fontographer 3.5 • de versie van voordat Macromedia het
overnam.
pdf pagina 2 van 6 expert01kabk.pdf
Met daartegenaan geplaatst Python die met
virtuele objecten tegen de data van de oude
fontographer praat. Dus een complete scriptomgeving geplaatst bovenop de oude binaire
applicatie. Als je ergens de sourcecode van
hebt; dan kun je Python meecompileren en
dan kun je aan het werk. Fontlab doet eigenlijk hetzelde op dit moment. Ter plekke wordt
besloten dat Petr een gastles Python voor
AKI-studenten zal geven.
Java is een goed alternatief. Maar wel heel erg
gericht op het ontwikkelen in grote groepen.
Bij Python heb je ook al een tweeregelig
programmaatje wat het doet. Tot en met het
operating systeem van onze complete server
en alle objecten die daarbinnen bestaan.
Dat brengt mij op onze onderliggende basisgedachte dat je identieke problemen maar
één keer moet oplossen met een programma.
Copy/paste zou eigenlijk verboden moeten
worden en files ook. Want als je iets dupliceert dan ben je de relatie met de bron kwijt.
Dat heeft alleen maar zin als je bij voorbaat
weet dat je daarna heel veel gaat veranderen
en anders als je wil dat het hetzelfde blijft,
dan moet je in plaats van een kopie een
referentie maken.
Op een nuancerende opmerking uit de zaal
volgt de opmerking dat de buitenwereld
uiteraard altijd veel complexer is dan het uitgangspunt toestaat, maar dat je op dit punt
toch moet trachten ze strikt mogelijk te zijn
(als principe).
We hebben één jaar met ZOPE gewerkt.
Omdat dat op Python gebaseerd is. Toen
hebben we al onze filemakerdata halfautomatisch met Pythonscripts in ZOPE
ingelezen. Na dat jaar begonnen de beperkingen ons op te breken. Toen heb ik een
‘sabbatical year’ opgenomen. Om van scratch
af dé applicatie te bouwen die ik als bureau
zou willen hebben. En dat is een webserver
geworden. Maar eigenlijk is het veel meer dan
dat. De applicaties die we buiten mijn eigen
software nog gebruiken zijn Photoshop,
Illustrator en een heel klein beetje InDesign
en dat is het. Webdesign, pagina-opmaak
voor drukwerk, administratie, faxbeheer,
projectbeheer tot en met het hosten van
complexe websites; dat loopt allemaal via
onze eigen tools.
Ik heb een aantal voorbeeldprojecten open
staan. Rik Rensen startte i-media als dochter
van HMG om iets te doen aan de wildgroei
van websites binnen rtl4, rtl5 en Veronica.
In i-media werden alle redacties van alle
bestaande rtl-programma’s samengevoegd.
In een grote kantoortuin, inclusief teletekst
en rtl-nieuws. Samen met een vriend heb
ik daar de it-afdeling opgezet. En wat daar
draait, daar is wat u nu ziet het prototype van
geweest.
HMG heeft uiteindelijk wel gekozen voor een
ander systeem, ROXON (wat niet op Python
gebaseerd is) met als hoofdargument dat
ROXON garandeert dat het systeem ook het
eerste uur na Idols overleeft. Daar willen wij
niet aan. Maar zij beginnen ook pas bij een
prijs van 3 ton euro voor de basissoftware.
Dus dat kan weer niet iedereen zich permitteren.
Maar de principes zijn gelijk gebleven:
1. alles is xml-georiënteerd. Maar dan ook
alles. Waarbij de xml-tags totaal geen vormgeving bevatten. Dus puur functionele
inhoudsbeschrijving. Want de redactie mag
niet weten of dit stukje tekst naar pdf gaat of
naar gif of naar html. En alles moet realtime
bruikbaar zijn. Ieder plaatje en ieder tekstje.
Ook over 10 jaar. Dus die redactie – die
gewend is om dingen vet te maken – moet
zeggen dit is belangrijk en niet dit is vet!
2. alle informatie die meer dan eens voorkomt op identieke wijze mag maar een keer
bestaan. Dus een webpagina bevat geen
informatie, maar referenties naar wat het
graag zou willen afbeelden. Dus je zegt niet
ik wil hier dát bericht maar ik wil hier een
bericht van ‘dat type en van die soort’. Je
weet dan nooit helemaal precies wat je krijgt.
Dus een rtl-muziekprogramma abonneeert
zich op artikelen van rtl-nieuws. De redactie
van dat nieuwsprogramma weet niet dat het
daarheen gaat en die muziekredactie weet
niet wat er komt. Je logt in op de webpagina
en realtime wordt er een pagina gebouwd
met bijvoorbeeld vier actuele berichten. Er
is geen ontwerper die die pagina gaat zitten
opmaken.
Er ontstaat afhankelijk van bijvoorbeeld de
combinaties van staande en liggende foto’s
een paginaindeling. En dat is ook een beetje
de expertise van ons buro dat wij zulke
opmaakproblemen naar algoritmes weten
te vertalen. Zo dat het bijna altijd goed gaat.
En dan ontstaan er best situaties waarbij je
zegt ‘dat zou ik met de hand anders gedaan
hebben’. Maar zeker in een webomgeving
waar alles zo vluchtig is en zeker voor televisie kun je dan zeggen ‘het is goed genoeg’.
En als het regelmatig niet bevalt, dan kun
je aan de intelligentie van de algoritmes
sleutelen. Dat werkt nu bij hen een jaar of
twee.
100 obkcompleet expertdag 1
Wij zijn als spin-off daarvan met een andere
partner een dochterbedrijf gestart dat
zich specialiseert in medische data (www.
thehealthagency.com). Waarbij je publiceert
niet zoals in een medisch handboek ‘wat bij
elkaar hoort’; maar vraaggestuurd, dat wat de
patiënt graag wil zien.
In ‘the health agency’ zitten naast ons buro
een aantal partners. Maar we hebben niet
echt een plek ofzo. Op het moment dat zo’n
project start maken we een site aan voor die
projectgroep. En die kunnen overal en nergens zitten. En die moeten overal bij kunnen.
Met ook een centraal agendasysteem voor
alles. En op het moment dat ik ergens iets
verander, dan krijgen alle deelnemers een
mail met de url eraan.
[]
De pagina die ik nu toon is eigenlijk alleen
maar een verzameling van linken naar tekstjes
en beelden. Die kunnen uit databases komen
of uit files of waar dan ook. Doordat de pagina
wordt aangemaakt op het moment dat ik hem
opvraag kun je hem modificeren door middel
van parameters die je aan de url toevoegt.
Dat doet ZOPE ook in feite. Die begint met
lezen van objecten en als de objecten op
zijn dan is alles verder als parameter te
interpreteren. Zulke ‘goede dingen’ heb ik
uiteraard uit ZOPE meegenomen. We waren
eigenlijk gewoon wat ZOPE betreft uit onze
jas gegroeid.
Ik kan dingen aan zo’n pagina toevoegen.
De rol die ik gekregen heb en de autorisaties
die daarbij horen bepalen hoe vrij ik daarin
ben. Ik verander nu mijn rol. Het systeem
laat precies dezelfde pagina’s zien. Maar nu
zijn alle modules voorzien van een trefwoord
waarmee ze te herkennen zijn en dat trefwoord is ook een link naar een editpagina op
deze module. Dan kun je denken ‘ik ga naar
een contentmanagement-achtig systeem’
zoals in veel traditionele webapplicaties
het geval is. Maar dit is geen webapplicatie!
Wij kunnen in ons buro niet werken met een
systeem dat alleen maar sites bouwt. Dit
moet ook naar pdf kunnen of naar drukwerk.
En ik wil previews kunnen doen. Dat betekent
dat het contentmanagement systeem en
de pagina eigenlijk hetzelfde zijn. Ik kan de
pagina hier nu modificeren maar die pagina
komt heel ergens anders vandaan. Dat kan
betekenen dat er nu instant nog twintig
andere pagina's veranderd zijn waar deze
tekst op voorkomt. Soms wil je dat. Soms
niet. Als het je eigen teksten betreft, dan
weet je wat er aan de hand is. Als je naar
andermans teksten linkt, dan lever je je
over aan die redacteur. Het is wel zo dat het
systeem weet wie er naar bepaalde teksten
linken. En elke pagina heeft een eigenaar en
die krijgt wel een mailtje dat er een module
veranderd is. Dus als je het belangrijk
vindt dan moet je even gaan kijken of je de
boodschap nog steeds relevant vindt.
pdf pagina 3 van 6 expert01kabk.pdf
[] Wat ik nu toon is XML. Voor hen die dat
niet kennen, het lijkt op HTML maar je kunt
de tags zelf maken. Vroeger had je SGML
(Standard Generalized Markup Language).
Dat was een codeertaal van grote uitgeverijen. Dat lijkt hier wel op, maar dat was zo
compleet en zo uitgebreid dat je binnen
SGML ook de taal SGML kon herdefiniëren.
Dat was zo complex dat er eigenlijk geen
goede (of geen betaalbare) systemen voor
geschreven werden. De volgende stap was
HTML (HyperText Markup Language). Maar
dat was zo eenvoudig dat je er binnen de
kortste keren uit groeit. Want alles wordt
daarin hard gecodeerd. Je mag elke tag erin
zetten. Maar of die relevant is wordt pas
bepaald door de browser die de tag interpreteert. Het is dus eigenlijk displaytaal.
Je vertelt hoe je wil dat iets eruit ziet.
Stylesheets ondervangen dat een beetje
maar die zijn er later bijgekomen. De oorspronkelijke html had dat niet. En dan zie je
een hoop gesleutel waarbij alle browser dat
dan weer op verschillende manieren interpreteren. Waarbij alle browsers overigens
erg vergevend zijn in het afhandelen van
fouten. Als je een tag niet correct afsluit dan
loopt de pagina meestal niet vast. Maar de
gevolgen zijn wel telkens anders. Door die
vergevingsgezindheid vind je nauwelijks
nog correcte html-documenten op het
web. Tegelijk heeft HTML mede daardoor
een enorme wildgroei doorgemaakt waarbij
correcte afhandeling steeeds lastiger wordt.
Er is ook geen feedback in de zin van ‘deze
browser kan deze tag niet afhandelen’. En
door css en java is dat nog ingewikkelder
geworden. En het wordt steeds onvoorspelbaarder wat er in die pagina’s te zien is.
Gevolg is bijvoorbeeld dat er bij HMG twee
mensen permanent bezig zijn browserversies, computerplatforms en webpagina’s
te testen. En dat is dan nog de goede manier.
De gemeente Den Haag en Albert Heyn zeggen gewoon bij lastige delen van de site ‘dit
kan niet op de Mac bekeken worden’. En dan
zeggen ze dat nog want er zijn uiteraard veel
sites waar het zonder enige melding mis gaat.
[04 Kabk_Faculteit]
[05 Kabk_FaculteitEdit]
[06 Kabk_FaculteitManageIndex]
[07 Kabk_FaculteitManage]
[08 Kabk_TypeMedia]
101 obkcompleet expertdag 1
XML is een stap verder. Daarin kun je in plaats
van het displayformat de functie van je tekst
beschrijven. Je zegt niet dit moet vet of rood,
of ook niet dit verwijst naar stylesheet/typogram zusofzo, maar dit is de ‘naam van een
medicijn’. Een van de eerste dingen die we
dan ook bij veel projecten doen is de lijst
van tags maken. En dan heb je uiteraard
bij een academie-site hele andere als bij
een medische site. Daar heb je heel erg de
contentbeheerders bij nodig. Die moeten
dat aangeven. Als je te weinig tags hebt,
dan moet je ze later gaan bijmaken. Dat kan
lastig zijn als je al 10-duizenden items in
je systeeem hebt zitten. Dan moet je daar
inhoudelijk doorheen. Maar als je er te veel
hebt dan bezorg je jezelf veel administratiewerk dat nooit wat oplevert. Er zijn twee
redenen om ergens een tag van te maken:
• als je een vormverschil wilt hebben,
• als je er inhoudelijk op wilt kunnen zoeken.
Dus je kan alleen maar afsluiten of opnieuw
beginnen. Maar de laatste kan je allen maar
afsluiten. Dus je weet ook aan het eind
hoeveel er openstaan. Daardoor kun je een
eventuele fout makkelijk traceren. Over het
algemeen zullen mensen niet zo gauw heel
veel fout doen omdat het vaak alleen maar
tekst is. En er zit een helpfunctie op Simplex.
Je kan ook van XML naar RTF.
RTF • Rich Text Format is een Microsoft-standaard voor
uitwisselen van tekst tussen verschillende tekstverwerkers
met behoud van opmaaktags
Er zijn veel pakketten die zich nu op de
conversie RTF naar web en viceversa richten.
Probleem is alleen dat RTF overlappende
tags accepteert en XML niet. Om dat eruit te
halen moet je rare dingen doen. Dus als wij
teksten aan redacties moeten leveren die
RTF-gecodeerd zijn, geven we ze de vrijheid
om met RTF-commando’s als vet en met rood
te klooien wat ze willen als ze alles tussen die
XML op zich zegt een browser niets. Er
rechte haken maar laten staan. Ze kunnen dat
zijn browsers die netjes de xml-hiërarchie
dan onderling uitwisselen met opmerkingen
afbeelden maar dat wil je niet zien natuurlijk. in groen als ‘kijk hier nog even naar’ en dat
Dus die XML moet geïnterpreteerd worden.
mondt niet automatisch uit in een tag.
Ergens moet bepaald worden of die tag bold
moet worden of in een groter corps ofzo. In
Ik laat u nu zo’n RTF-conversie zien. Het docudeze site kun je zien hoe die keuzes gemaakt ment wordt gedownload naar mijn laptop en
zijn. Maar in een andere site kan datzelfde
geopend in Tekstedit. En omdat er toch al
tekstje weer heel anders in beeld komen.
een aantal opmaaktags meegaan ziet het er
Veel sites tegenwoordig zetten alles perma- nu zo uit dat ik er wel redacties mee aan de
nent om in plaatjes. Dat is begrijpelijk
slag kan laten. Het is wel XML (eigenlijk) maar
want dan weet je dat die letter er in iedere
het ziet er niet meer zo verontrustend uit. Dit
browser zo uitziet. Maar ze maken daardoor blijkt in de praktijk aardig te werken. Onze
de inhoud vaak on-onderhoudbaar. Je kunt
ervaring is dat mensen zo’n 8 à 9 tags moeten
er alleen nog maar via Photoshop bij en de
onthouden. Een list, en drie koppennivo’s
koppeling met tekst is verbroken. Wij kunnen en een link en een plaatjes. En dan ben je er
die omzetting bij ons ook automatisch laten vaak, behoudens wat inhoudelijke dingen als
verlopen. En soms wil je dat ook. Zelfs met
‘docent’ of ‘adres’ ofzo. Je breidt die rollen
een kolom tekst. Bijvoorbeeld omdat iemand steeds verder uit. Dat zijn dingen die op
moet proeflezen en die wil de afbrekingen
heel hoog nivo gedefinieerd worden. Op het
zien. Maar wij blijven wel flexibel omdat we
moment dat er zo’n rol bijkomt geldt die ook
de referentie naar de bron hebben. En omdat meteen voor alle sites die we beheren.
we de transformatie telkens opnieuw vanuit
de bron laten uitvoeren.
Een andere rol is de lay-out van het scherm.
Rollen in het edit-proces zijn redelijk eenIk wil eigenlijk af van een applicatie en een
voudig te benoemen. De beschrijving van
file waarin ik pagina’s lay-out. Dus wat deze
zo’n rol is een half a4-tje. Waar wij wel last
applicatie ‘layout’ doet is dezelfde pagina
van hebben is dat steeds meer mensen op
laten zien maar nu hoeft die applicatie er een
steeds lager technisch nivo teksten gaan
hoop javascript bijgestopt. Dat javascript
toevoegen. XML is nog tamelijk technisch.
wordt geschreven op het moment dat deze
Je moet een tag openen, je moet die sluiten
pagina wordt aangemaakt. De server weet
en als je dat niet netjes doet, krijg je een fout welke browser, welke versie en welk platform
op die pagina. Het voordeel van XML is dat
de gebruiker heeft en voegt op grond daarvan
het fouten niet accepteert maar dat is niet
het juiste javascript toe aan de content.
het nivo waarop je de gebruiker ermee wilt
De pagina is helemaal opgebouwd uit layers.
laten werken. Wat we daarom gedaan hebben Dus – zoals ik nu laat zien – ik kan in iedere
is een andere rol toevoegen die heel erg op
layer veranderingen aanbrengen en die
deze rol lijkt en die we Simplex genoemd heb- opslaan. Het wordt ook visueel gemaakt via
ben (= simpel XML). Waar dezelfde functiode z-waarde die de layer typeert.
naliteit in zit. Maar waarbij de redundantie uit
XML gehaald is. Hij zegt wel [subhead] maar
de afsluiting is alleen maar [ ].
pdf pagina 4 van 6 expert01kabk.pdf
vraag
Een toehoorder vraagt of dat gebonden is
aan OS 9 of OS 10. Antwoord: ik zit aan een
browser te werken, dus het doet er niet toe!
Uit de discussie blijkt dat sommige browserversies onder OS 9 geen layers aankunnen
maar dan is het advies om het eens met
een andere versie of een ander pakket te
proberen.
Ik kan nu ook laten zien dat ik in units en
kolommen kan werken. Op deze webpagina
wilde ik veel vrijheid, dus ik heb zes pixels
als minimale maat ingesteld. Ik kan het ook
helemaal vrijgeven. Maar ik kan mij ook
voorstellen dat iemand alleen maar in vier
kolommen wil editen. Dat is afhankelijk
van de rol die hij heeft en hij krijgt op grond
daarvan het bijpassende javascript.
vraag
Kunnen die informatieblokken elkaar ook
uit elkaar drijven. Bijvoorbeeld als ze elkaar
dreigen te overlappen?
Nee. Niet hier. Dit staat gewoon keihard op
die plek. Wat jij beschrijft is functionaliteit
van ‘traditionele’ automatische paginaopmaaksystemen. Wij hebben dat overlapprobleem deels in Python opgelost. En we
zijn nu met Prolog bezig om dat echt in een
expertsysteem te kunnen vatten waarbij je
wel de regels definieert, maar niet wil weten
op welk moment die toepasbaar zijn. Dat
moet het system dan maar uitzoeken.
Ik zal er straks iets van demonstreren.
‘Set all passwords’ is ook een afzonderlijke
applicatie. Ik heb in feite een hele serie
applicaties die allemaal invloed kunnen
uitoefenen op dezelfde pagina. Wat deze
applicatie nu gedaan heeft is omhoog kijken
of hij passwordfiles tegenkwam. En dit is de
verzameling van gebruikers die – vanaf het
punt waaar ik nu zit tot aan de root – op een
of andere manier een definitie hadden. Het
kan best zijn dat gebruikers op verschillende
plekken zitten, maar dan hebben ze een
andere rol. Het is erg eenvoudig om dit uit
te breiden. Ik kan via XSL ook nog even een
database query doen.
XSL • Extensible Stylesheet Language, een subset van
XML waarin staat hoe je bijvoorbeeld een tekst moet
interpreteren.
Dat betekent dat je van hieruit een set krijgt
van rollen. En dit is de verzameling van XSLdocumenten die iets met rollen te maken
hebben. Dus bedenk ik een rol erbij dan staat
die automatisch voor iedereen uit maar dan
kan ik die hier wel aanzetten. Bijvoorbeeld
de Simplex is erbij gekomen. En al die functie
zoals Simplex en Layout kun je per gebruiker
aan of uit zetten. En dat kan ook nog van
levels in het systeem afhangen dus wat ik hier
aan zet kan een aantal stappen hoger nog
best uit staan.
102 obkcompleet expertdag 1
Ik toon nu nog de applicatie ‘manage’ waarbij
ik weer naar de zelfde pagina kijk. Maar nu via
een soort desktop-achtig filesysteem. Dit is
eigenlijk de tekst van deze pagina. Je ziet dat
er eigenlijk geen informatie in staat. Er staat
een harde component met een breedte een
hoogte en een positie (in kolommen gedefinieerd hier). En er staat hier een harde link naar
een gegeven document. Dat document kan
uiteraard ook op ontelbare andere pagina’s
ingelinkt worden. Maar hij heeft de file ook
nog even geparsed.
[09a t/m 09e TheHealthAgency_Homepage]
Parsen van gegevens is het proces waarbij gegevensverzamelingen worden verdeeld in kleinere en overzichtelijker stukjes informatie die gemakkelijker kunnen worden
geïnterpreteerd en verwerkt.
Dus deze lijst bevat de editors naar die ene
tekstmodule. Dus ik hoef helemaal niet te
weten waar die tekst staat, maar kan hem
wel bewerken. Je zou dit een soort contentmanagementsyteem kunnen noemen. Maar
dan met extra functionailteit. Zoals welke
teksten zijn er nog meer van dit type en hoe
zet ik die ertussen.
De interface die je krijgt is afhankelijk van het
object waar je naar kijkt. Dus kijk in naar een
tekst dan krijg ik type A en kijk ik naar een
folder dan wordt type B geselecteerd. Je kunt
daar veel zelf aan instellen.
Je kunt ook locale databases definiëren.
Bijvoorbeeld bij de Designprijzen. Het boek
wat daarbij gemaakt is is min of meer automatisch gegenereerd. Dus de teksten zijn
door redacties online beheerd, geschreven,
etc en het boek is in feite een extractie op
xml-basis van de database op basis van wat
het programma InDesign in XML wil hebben.
We hebben het niet helemaal automatisch
aangedurfd vanwege teksten die op het
laatste moment zouden komen dus we
hebben de templates in InDesign gemaakt.
Die geëxporteerd naar XSL. En daarna de
transformatie geschreven naar onze
XML-documenten. Ook dingen als de inschrijfprocedure op de Designprijzen en het aanleveren van beelden en dergelijke heeft hierin
gezeten. Een dergelijke procedure volgen we
nu voor de examencatalogus van de KABK die
straks in pdf naar de drukker moet.
Een ander voorbeeld van zo’n locale database
zit in de site Designlink. Daar zit een poll in
en als ik dan een stem uitbreng op een statement dan krijg ik de percentages gelijk terug.
Dat zijn voorbeelden van locale databases.
Die kunnen gebruikers zelf aanmaken.
pdf pagina 5 van 6 expert01kabk.pdf
[] Even terug naar de HealthAgency. Ik toon
een demosite van Infodoc. Dat is een product
van de Health Agency. Dat lijkt een beetje de
manier waarop straks de academiepagina’s
samengesteld gaan worden. Dat worden dus
ook geen harde pagina’s maar automatisch
gegenereerde. Studenten worden deels door
de docenten van een profiel voorzien en
deels kunnen ze dat zelf doen. En dat profiel
definieert hun interessegebied zodat de kans
dat ze bepaalde artikelen op hun webpagina
krijgen groter is. Dit systeem wat ik nu toon
lijkt erop. We maken dit voor Reumafonds
samen met het Dijkzicht Ziekenhuis in
Rotterdam. We willen de reuma in Rotterdam
hiermee protocoliseren. De patiënt krijgt
normaal gesproken van de huisarts een
foldertje mee waar op sommige punten te
weinig en op andere veel te veel in staat. Wij
wilden dat op maat afdrukken met precies de
goede gegevens. Nu hebben we een huisstijl
gemaakt. Die staat in Hoofddorp maar dat
zie je niet. Je hebt ook een projectsite daarachter hangen die alle 106 instellingen die in
Nederland met de reumaproblematiek bezig
houden toegang geeft tot de informatie. Die
kunnen ze ook zelf bijhouden. De academiesite krijgt een gelijksoortige opzet. Maar
academiestudenten worden door mij ook
met dit soort praktische problemen geconfronteerd. Zorg maar eens dat dit systeem
automatisch folders uitvoert. Of maak zo’n
zelfde systeem voor een ander bedrijf. Zo
loopt alles nogal door elkaar heen.
vraag
Gebruik je Flash wel eens?
Zeer zelden. Maar het is wel eens handig.
Bijvoorbeeld bij fonts. Wij hebben een fontgeoriënteerd bureau en als je zeker wil weten
of dat goed overkomt dan moet je plaatjes
genereren. Ik toon daar nu iets van. Als je bijvoorbeeld een stukje proeftekst in het font
zelf wil tonen dan is flash handig. Maar Flash
staat bij ons gelijk aan filmpjes en plaatjes.
Maar daar zit dan nog heel veel random in;
je laat ’s avonds of in het weekend andere
plaatjes zien dan overdag. Het wordt voor
ons interessant als we Flash online realtime
kunnen genereren. Daar heb ik al eens naar
gekeken maar dat is te vroeg.
De servers in Hoofddorp zijn extreem goed
beveiligd. Dat hebben we gaandeweg opgevoerd. Onder andere omdat we merkten dat
we zelf ook gingen editen op bestanden in
Hoofddorp en dat werd dan ’s nachts automatisch overschreven door de oude versies
vanuit ons bureau. Dus daar zit nu nog maar
een password op voor de admin en verder
niets. Dus de slaaf van het edit- en productiesysteem – zo zou je kunnen stellen – is in feite
onaantastbaar en wordt dagelijks geupdated.
Vervolgens gaat Petr een vrij uitvoerige
workshop XSL geven. Die wordt hier niet
beschreven. Aan het eind daarvan wordt
wel aangegeven dat de essentie van XML en
XSL is dat je alles realtime genereert. Maar
dat dat wel eens tot bezwaar kan leiden dat
de wachttijd onacceptabel wordt. Daarom
houdt de statistiekfunctie bij, welke pagina’s
vaak opgevraagd worden en die blijven in de
servercache. Daar komt 98% van de hits uit.
103 obkcompleet expertdag 1
afrondend
Ik laat nog even van de KABK de type-media
site zien. Die het resultaat is van een soort
theorie/tentamenachtig iets. Daarbij hebben
de studenten vragen moeten beantwoorden.
Die komen online. Daar komen van mij dan
de commentaren tussen met de beoordeling
een de foto’s van de examens. Die hele
functionaliteit past op het kwart van een A4
en die schrijf ik vaak even tijdens de les als
we besluiten dat we zoiets nodig hebben.
De studenten kijken mee en kunnen dan nog
invloed hebben op dingen die ze willen. En
dan staat het online en dan kan iedereen thuis
daarmee verder.
Dan hebben we nu ook nog een derdejaars
groepsproject lopen met alle docenten.
Dat is een soort intranet/internet-achtige
combinatie. Internet moet dan de publicatie
bevatten over het onderwerp en intranet is de
verslaglegging van het hele ontwerpproces.
De vorm is in zo’n projectsite door mij gegeven. Maar ze kunnen daar – als ze willen op
heel hoog nivo op ingrijpen – dan functioneer
ik als een soort ict-afdeling die faciliteiten
toelevert.
Hiermee sluit ik dit verhaal af in de wetenschap dat ik vast heel veel vergeten ben
maar dat bewaar ik dan voor een mogelijke
volgende expertdag. Besloten wordt om te
vraag
Kan dat in een half uur omdat jij zo goed bent trachten om die over drie of vier maanden
te organiseren. Om dan te bezien wat de
of omdat het systeem zo goed is?
voortgang in alle projecten is.
Binnen ons bureau kan iedereen dit.
Studenten zou ik dit wel kunnen leren (de
[10 BuroSiteSecurutyManager]
meesten althans) maar ik weeg dan af ‘wat
hebben ze er aan op hun stage’. Dan is hun
kennis van XML al dubieus maar XSL...
Ga ervan uit dat wij de XSL voor ze opstellen
en de rest doen ze zelf. Ik heb wel eens
gedacht over een gebruiksvriendelijke metaapplicatie waarin je met knopjes XML kunt
maken. Maar dat zijn nog maar ideeën.
Binnen de academie willen we de volledige
site omzetten zodat de studiegids erin
zit. Maar dan in losse stukjes die profielafhankelijk getoond worden. Uiteindelijk
gaan we dat in juni wel naar de drukker
brengen omdat de instelling (nu nog?) een
boekje wil hebben. Het dede jaar grafisch
heeft al twee jaar een portfolio-site draaien.
Daar zitten de schetsen in en de opdrachten,
presentie, adressenlijsten, etc. Ze kunnen bij
elkaar wel kijken maar niet ingrijpen.
We doen daarnaast ook nog simulatiespelen.
Dat gebeurt live maar de verslagen, de aankondigingen en de tussenresultaten lopen
via de site. Daarnaast heeft iedere student
een werkomgeving die onderdeel is van een
opdracht. Ik wil ze daarin afhelpen van de
directe link tussen vorm en inhoud die in veel
applicaties als quark zo onlosmakelijk is. Als
ze over twee jaar van school af gaan dan is dat
allemaal meta-informatie waarbij je helemaal
niet weet hoe dat ooit nog gebruikt zal
worden. Dus dit is een oefening om te leren
denken in hiërarchieën en het benoemen in
andere dingen dan alleen maar de vorm.
Ik laat hier de tekst zien met de XSL-tags en
dan hier de (technische) vertaling naar vorm
die ze daarbij moeten maken. En daar is de
ene beter in dan de ander. En daarna heb je
het over communicatie (werkt dit dan ook als
folder?) en dan doet die techniek er natuurlijk
helemaal niet meer toe.
[11 BuroSiteManage]
[12 BuroSiteManageLayout]
commentaar
Het schriftelijk commentaar (per e-mail na
thuiskomst) van de toehoorders. Dit is zes
maal de mening van één persoon. Dus niet
representatief:
e-mail commentaar achteraf op de lezing van petr
van blokland, kabk den haag
•••••••
Alles XML, en erg consequent. Mooi systeem
en werkwijze. Een erg mooie manier om flexibel layouts aan te kunnen passen. Het komt
alleen niet erg platform-onafhankelijk over.
pdf pagina 6 van 6 expert01kabk.pdf
•••••••
Ik denk dat het systeem van Petr van Blokland
heel goed gebruikt kan worden om een
leeromgeving te bouwen. Maar ik denk dat
degene die dat heel goed met die tool zou
kunnen doen, het KABK zelf is. Het lijkt me
niet een product waar je als leek zo instapt,
al begreep ik door de presentatie dat het
helemaal geen echt ingewikkeld systeem
is. Een heel groot nadeel vond ik dat je voor
de invoer zelf tags moet intypen. Dit is
niet moeilijk, maar vooral ook tijdrovend.
Anders kan je gewoon knippen en plakken
uit je Word-document. Dat kan iedereen en
is zo gebeurd. Aan het begin van elke alinea
een tag typen is, geen hele groote moeite,
ook niet heel moeilijk, maar wel een hoge
drempel. Wat heel mooi aan het systeem is
dat het zelf overal gif-jes ala jpgjes of png van
kan maken. Dit lijkt me echt een uitkomst.
•••••••
Een subliem systeem waar op een geheel vrije
wijze zowel invulling gegeven kan worden
aan inhoudelijke structuren en vorm. Hoewel
de focus van de presentatie naar mijn idee
iets teveel op de Cross Media Publishing
aspecten van het systeem lag, denk ik dat het
vele mogelijkheden biedt, bijvoorbeeld een
eindexamen reglement is zowel voor web als
print beschikbaar, zonder dat er ingewikkelde conversies plaatsvinden en omslachtig
opmaakwerk voor elke uitwerking uitgevoerd
moet worden. De ontwikkeling van de kern
van het systeem (xPyth) berust voornamelijk
bij één persoon, waardoor support en
continuiteit een probleem kunnen vormen.
•••••••
Interessante ontwikkeling met name door het
geavanceerde en geautomatiseerde content
management systeem. De zaligverklaring van
Python is alleen een beetje onbegrijpelijk.
Ook een zelfstandig inititief.
•••••••
Ik vond dit verhaal behoorlijk lastig. Ik
begreep niet precies waar het naar toe ging
en wat Petr precies probeerde te bereiken.
Wel geloof ik direct dat zijn techniek goed
functioneert en zeer bruikbaar is maar het
was te technisch voor mij om direct een
heldere toepassing te zien (kan ook zijn dat
hij de laatste spreker was en dat het die dag
nogal warm was in de kleine presentatieruimte).
•••••••
Impressive! Ik had de academietoepassingen
al ‘uitvoerig’ bekeken in gesprek met de
coördinator 2de fase KABK Den Haag, die een
dergelijke aanpak/oplossing ook voor ons
‘adviseerde’. Helaas blijven wij (voorlopig)
afhankelijk van applicaties en systemen,
van eenvoudig naar meer complex, mogelijk in samenspraak met partners (?). Ach,
uiteindelijk gaat het toch om toegankelijk
maken van grotere hoeveelheden complexere
informatie, structuur en content!
104 obkcompleet expertdag 2
extra obkcomp expertdag 12 december 2003
intranet, digitale portfolio’s, elektronische
leeromgevingen en het kunstonderwijs –
de locatie is de AKI, Enschede
expertdag 2
implementatie
12 december 2003 enschede van de kabk-site
De tweede expertdag was een logisch vervolg petr van blokland
op de eerste. Op 18 juni 2003 werden veel
plannen en voornemens gepresenteerd
en bediscussieerd en veel deelnemers aan
obkcomp expertdag 2 op 12 december 2003,
die discussie waren geïnteresseerd in de
AKI Enschede
voortgang van al die projecten. Met name
dagvoorzitter:
diegenen die zelf ook in een ontwikkelingsRens Holslag • HBO-Raad project B&D
project betrokken waren. Bovendien werden
sprekers:
door leden van het kennisnetwerk ook weer
Petr van Blokland • KABK Den Haag
nieuwe veelbelovende ontwikkelingen
Bas Könning • AKI Enschede/
Colin Brookes • Stichting Kunst&Industrie Enschede/ gesignaleerd. De initiators van zulke
projecten werden uitgenodigd en hun
Johan Visser • AKI Enschede
ideeën werden kritisch (en enthousiast)
Joke Oosterhuis • ArtEZ Arnhem
bediscussieerd.
Bas Leurs • AKV St Joost Breda
8
Emile Bijk • HKU Utrecht faculteit KMT
Hans Smit • SintLucas Boxtel
Erik van Blokland • KABK post-graduate type media
Den Haag
overige deelnemers:
Mark de Belder • departement kunst Karel de Grote
Hogeschool Antwerpen
Emile Bijk • HKU Utrecht Hilversum
Peter Dellenbag • HKA Arnhem
Hans Gremmen • AKV St Joost Breda
Peter Hermans • praktijkvertegenwoordiger Cito
groep Arnhem
Yolande van Kessel • Design Academy Eindhoven
beknopte introductie
De tweede expertdag was een logisch
vervolg op de eerste. Op 18 juni 2003
werden veel plannen en voornemens
gepresenteerd en bediscussieerd en
veel deelnemers aan die discussie waren
geïnteresseerd in de voortgang van al die
projecten. Met name diegenen die zelf ook
in een ontwikkelingsproject betrokken
waren. Bovendien werden door leden
van het kennisnetwerk ook weer nieuwe
veelbelovende ontwikkelingen gesignaleerd.
De initiators van zulke projecten werden
uitgenodigd en hun ideeën werden kritisch
(en enthousiast) bediscussieerd.
Het uitwerken van de toespraken vanaf mp3bestanden is een arbeidsintensieve klus die
op moment van schrijven van deze publicatie
nog niet voltooid is. Dit is vrijwilligerswerk van
enkele deelnemers. In deze rapportage zijn
alleen de teksten van Erik van Blokland (over
Wiki) en van Emile Bijk (over www.kunsten.
nl) opgenomen. De overige teksten worden zo
spoedig mogelijk op de website geplaatst.
download via www.obkcomp.org
pdf pagina 1 van 2 expert02introtekst.pdf
Petr van Blokland gaf een uitvoerige, en met
voorbeelden onderbouwde, demonstratie
van de werking van zijn programmeeromgeving xpyth als bouwgereedschap voor
de site van kabk en andere opdrachtgevers
van zijn bureau.
expert02kabk1.pdf
download via www.obkcomp.org
voortgang pilot
akinet
bas könning/johan visser/
colin brookes
De in juni gepresenteerde plannen werden
nu met werkende voorbeelden toegelicht.
De ontwikkeling van de AKI-software is
‘work in progress’. Het beoogde systeem
is zeer omvangrijk. Het wordt in werkende
onderdelen online gebracht. De faciliteiten
voor studenten en medewerkers nemen
gaandeweg toe.
expert02aki.pdf
download via www.obkcomp.org
opzet van de ontwikkeling
van digitale portfolio’s voor
gebruik bij accreditatie
joke oosterhuis
Een nieuw ontwikkelingsproject dat Artez
onlangs met financiële steun van SURF/WTR
gestart is.
expert02artez.pdf
download via www.obkcomp.org
105 obkcompleet expertdag 2
implementatie
van de akv st joost-site
bas leurs
Bas Leurs maakte de balans op na een half
jaar intranetgebruik. Met name de verschillen
tussen medewerkers die enthousiast ingaan
op zo’n vernieuwing (en het gebruiken in
hun afdeling) en anderen die het geheel
ongebruikt laten werd besproken.
demonstratie
kunsten.nl
emile bijk
Een web-directory op het gebied van Kunst
en Cultuur in de breedste zin van het woord.
Zo zijn naast de gebruikelijke categorieën als
kunstgeschiedenis ook bronnen opgenomen
over auteursrecht, wetenschappelijke
visualisatie en CKV-onderwijs.
expert02akvstjoost.pdf
expert02hku2.pdf
download via www.obkcomp.org
download via www.obkcomp.org
navolgend opgenomen onder 8b (p 109)
implementatie
van de hku-site
emile bijk
Voorbeelden, techniek, redactie, onderhoud,
organisatie, toekomst.
expert02hku.pdf
download via www.obkcomp.org
kabk wiki
erik van blokland
st lucas mbo in boxtel heeft
een volledig nieuwe
it-omgeving gebouwd en in
gebruik genomen
hans smit
Daarbij is gestart vanuit de automatisering
van de administratieve organisatie. Van
daaruit is een gefaseerd traject van inter-,
intra- en extranet-ontwikkeling in gang
gezet. De portfoliosite is in opbouw.
Studentvolgsysteem en cijferadministratie
zijn volledig geïntegreerd. Men werkt aan een
terminal/serveroplossing waarbij studenten
vanuit thuis gebruik kunnen maken van dtpen cad-software.
Men heeft gekozen voor een geïntegreerde en
iteratieve ontwikkelmethode waarbij bouwen
en evalueren van gebruikstesten elkaar
afwisselen.
Wiki is een keten van onderling gelinkte
hypertekstdocumenten en andere tekstschermen op het web, gemaakt door een
gebruikersgemeenschap.
De postgraduate TypeMedia afdeling van de
KABK afdeling speelt al een paar maanden
met een wiki, een opensource webvorm die
expert02stlucas.pdf
lijkt op een kneed-, en rekbaar prikbord.
download via www.obkcomp.org
Iedereen kan pagina’s editen en aanmaken
zonder speciale permissies. Vorm is in een
wiki ingeruild voor flexibiliteit (opzetten,
onderhoud, uitleggen) in de inhoud en
toegankelijkheid: alle pagina’s zien er
hetzelfde uit, een gevolg van de noodzakelijk
simpele editor. Een paar gebruikservaringen
op een rijtje.
expert02kabk2.pdf
download via www.obkcomp.org
navolgend opgenomen onder 8a (p 106)
pdf pagina 2 van 2 expert02introtekst.pdf
evaluatie expertdag 2
Na afloop van expertdag 2 werd bij alle
bezoekers enthousiasme en tevredenheid
geconstateerd. Het rendement van zo’n
dag is niet in papieren of besluitenlijsten te
vatten.
enige exemplarische reacties van bezoekers
‘Ik denk dat het een zeer geslaagde
expertmeeting was. Zoals jezelf ook al wel
gemerkt zult hebben, zijn we dus nog lang
niet uitgepraat over het onderwerp ict in het
kunstonderwijs. Ik denk dat de positieve en
gemotiveerde houding van de deelnemers
niet onvermeld moet blijven. Ik vond het
wederom verfrissend en leerzaam om te
horen waar anderen mee bezig zijn.’
‘Het programma van de studiedag sprak mij
zeker aan, zeker omdat het goed is en zal
blijven om te horen wat anderen doen op ict
gebied. Het blijkt regelmatig dat we allemaal
met dezelfde problematiek worstelen, en
uiteraard is het niet nodig om allemaal het
wiel opnieuw uit te vinden.’
‘Ik vond het weer een vruchtbare dag, het is
goed zichtbaar dat we allemaal groeien, en
dat de obkcompdagen daarin een rol spelen.
Voor een volgende dag moeten presentaties
niet meer de hoofdmoot zijn, alleen nog
ter ondersteuning van een discussie. Het
behandelen van thema’s aan de hand van
stellingen lijkt mij een goede methode.’
106 obkcompleet expertdag 2
extra obkcomp expertdag 12 december 2003
intranet, digitale portfolio’s, elektronische
leeromgevingen en het kunstonderwijs –
de locatie is de AKI, Enschede
8a
beknopte introductie
Wiki is een keten van onderling gelinkte
hypertekstdocumenten en andere tekstschermen op het web, gemaakt door een
gebruikersgemeenschap.
De postgraduate TypeMedia afdeling van de
KABK afdeling speelt al een paar maanden
met een wiki, een opensource webvorm die
lijkt op een kneed-, en rekbaar prikbord.
Iedereen kan pagina’s editen en aanmaken
zonder speciale permissies. Vorm is in een
wiki ingeruild voor flexibiliteit (opzetten,
onderhoud, uitleggen) in de inhoud en
toegankelijkheid: alle pagina’s zien er hetzelfde uit, een gevolg van de noodzakelijk
simpele editor. Een paar gebruikservaringen
op een rijtje.
[obkcompleet / pagina 106 tot en met 108]
is digitaal beschikbaar via
expert02kabk2.pdf
download via www.obkcomp.org
pdf pagina 1 van 3 expert02kabk2.pdf
kabk typemedia en wikiwiki
erik van blokland
Ik ben Erik van Blokland. Ik ben parttime
docent aan de post-graduate opleiding van
de Koninklijke Academie voor Beeldende
Kunsten in Den Haag. Onze opleiding ‘Type
and Media’, is een internationale studie.
Vorig jaar waren twaalf studenten, van wie
er maar twee afkomstig uit Nederland,
de andere studenten zijn onder andere
afkomstig uit Spanje, Frankrijk, Argentinië,
Mexico en Rusland.
Ik had behoefte aan een medium voor
informatie-uitwisseling en theoretische
onderbouwing van de studie. Communicatie
met al die mensen is natuurlijk niet
ingewikkeld, je wisselt adresgegevens
uit, of je maakt even een site voor een
project, maar verder is er weinig geld is om
structureel onderwijsondersteunende ictgereedschappen te ontwikkelen. Ik wilde
toch iets proberen. Dus vorig jaar heb ik via
eenvoudige XML en HTML een site gemaakt
waarin dingen worden verteld, er is onder
andere een boekenlijst op te vinden. Maar
het is erg moeilijk om mensen te betrekken
bij het aanleveren van content, bijvoorbeeld
boektitels, beschrijvingen van eigen
projecten. De mogelijkheid is er, ze maken er
een beetje gebruik van, maar het werd niet
wat ik hoopte. Dus het werkte niet.
wiki
Een Wiki is in feite het zelfde als een
WikiWikiWeb. In principe dient een Wiki
voor alles waarvoor de gebruikers willen dat
het dient. Het formaat leent zich uitstekend
voor samenwerking met anderen. Het idee
erachter is dat iedereen zijn/haar kennis met
iedereen kan delen! Wilt u dat niet, dan is een
Wiki misschien niet de juiste plaats voor u.
Vindt u het wel een aantrekkelijk idee, wat let
u om ook een bijdrage te leveren? Hoe meer
mensen, hoe meer vreugde... :-)
onze typemedia-wiki
Wiki komt uit de open-source wereld, de wat
alternatieve kant van internet; alles samen
delen, heel ideeel allemaal. Onze vraag was:
wat is de allerkleinste database die je online
kan bouwen, die werkt en zinvol is en die
vooral ontzettend simpel is? Daar is onze
keuze voor Wiki uit gekomen.
Het principe is dit: er is zoiets als een
WikiWoord. Een WikiWoord begint met
een kapitaal en er zit nog een kapitaal
ergens in het midden. Dus Postgraduate is
geen WikiWoord, maar TypeMedia wel en
PostGraduate ook. In het programma dat die
Wiki draait zit een code dat WikiWoorden
herkent, dat gaat helemaal vanzelf. Wat
gebeurt er nou als dit programmaatje een
WikiWoord tegenkomt? Elke pagina in een
In dezelfde tijd zijn we via programmeerWiki, heeft een ‘edit’-knop eronder, deze
activiteiten uit mijn beroepspraktijk met
is toegankelijk voor iedere bezoeker. Geen
Wiki in aanraking gekomen. Ik geef eerst een passwords, geen registratie, helemaal niks;
paar definities uit de WikiWebencyclopedie
je klikt erop en je krijgt een formulier, en daar
(http://nl.wikipedia.org/wiki/Wikipedia):
staat een hele pagina in waarin je iets kan
veranderen, als je deze vervolgens bewaart
en je gaat terug naar de webpagina dan staat
wikiwiki
die verandering er. Het is eigenlijk heel goed
Is een softwareapplicatie waarmee webvergelijkbaar met een openbaar prikbord wat
documenten gezamenlijk kunnen worden
je onder in de hal hebt hangen; iedereen kan
bewerkt, zonder dat de inhoud door deser wat afhalen en wat nieuws bijhangen, als je
kundigen moet worden geredigeerd en/of
geaccepteerd. Daarbij wordt een eenvoudig alles van de muur scheurt komt de concierge
misschien een keer kijken, maar in feite kan
programma gebruikt. Het woord wiki
je gewoon alles doen. De Wiki heeft geen
wiki komt uit de taal die op Hawaii wordt
redactie. Er bestaan wel grote Wiki’s met
gesproken en heeft de betekenis van ‘snel,
een password en waar een paar mensen het
vlug, beweeglijk’.
op zich hebben genomen om de boel in de
gaten houden of het allemaal goed gaat, maar
wikiwikiweb
in principe bestaat er geen eindredacteur.
Een WikiWikiWeb, ook wel kortweg wiki
genoemd, is een keten van onderling gelinkte Met Wiki kan je twee dingen niet doen – ten
eerste: je kan niet een hele pagina weghypertekstdocumenten en andere tekstgooien, en je kan een formulier niet leeg terug
schermen op het web, gemaakt door een
gebruikersgemeenschap met behulp van het sturen, er moet altijd iets instaan. Je kan hem
wel bijna leeg maken, maar niet totaal.
eenvoudige, snelle Wikiwiki -gereedschap.
Iedere bezoeker van de site kan de inhoud
Heel in het kort laat ik zien hoe het werkt.
bewerken.
Wie dit verhaal als tekstverslag leest; probeer
het zelf even. De url is: http://just.letterror.
com/ltrwiki/TypeMedia
Nu een paar voorbeelden met uitleg:
Ik toon nu een voorpagina van een Wiki
107 obkcompleet expertdag 2
[01 type media wiki homepage]
Ik ga nu een pagina aanmaken. Je gaat naar
‘edit text’. Er zijn een aantal hele simpele
formatting-instructies die je kunt gebruiken.
Als ik spatie-sterretje-spatie { * } voor een
regel zet, dan wordt die regel onderdeel van
een Bullitlist, als er op de regel erboven ook
een bullet staat dan hoort de nieuwe regel bij
die lijst en als er niets boven staat dan maakt
de Wiki-editor een nieuwe lijst. {=spatie=} is
een kop van het eerste niveau, {==spatie=}
van het tweede niveau.
Het format is:
= spatie titel spatie =
== spatie titel spatie ==
etc
Allemaal erg eenvoudig. Als ik hier nu een
WikiWoord ingeef en zeg ‘save changes’ dan
verschijnt dat woord als een oranje link in de
pagina. Het is genoteerd als een WikiWoord,
maar hij weet niet waar het naar verwijst.
Als ik op de link klik dan verschijnt er een
nieuwe pagina waar ik weer nieuwe dingen
in kan zetten, als ik dat heb gedaan zeg ik
weer ‘save changes’ en dat is het. Ik kan nu
bij de ‘recent changes’ kijken, die overigens
ook voor iedereen toegankelijk zijn, wat er
is veranderd en ik zie dat daar de nieuwe
pagina's zijn toegevoegd. Het is overigens
niet hierarchisch, het is allemaal plat.
Just van Rossum (mijn collega) en ik gebruikte
deze methode om een bepaald project wat
we aan het schrijven waren te documenteren,
dat beviel heel erg goed en toen hebben we
het besloten om het ook voor onze opleiding
Type+Media te gebruiken, want het is erg
simpel en misschien hebben de studenten
er net zo veel baat bij als wij. Door middel
van een klein programmaatje van een paar
Megabyte en door middel van het draaien van
een set-up werkt het al op je computer.
We zijn ermee begonnen, ik heb een lijstje
gemaakt met de mededeling: ik denk dat
deze pagina’s wel leuk zullen zijn voor deze
afdeling, een klik erop en het ontstaat. Het
hele ding ontstaat gewoon door maar een
beetje te gaan schrijven. Zo hebben we een
onderdeel gemaakt met docenten erin waar
vanzelf pagina’s met opdrachten ontstaan.
En zo groeit het.
pdf pagina 2 van 3 expert02kabk2.pdf
Waar je per pagina geen controle over hebt is De studenten hebben ieder een pagina
de opmaak; je kan niet beslissen hoe die eruit gekregen, er is een voorbeeld van een jongen
ziet.
die veel plaatjes upload en daar wat bijzet. Hij
[02 en 03 een contentscherm + editversie]
is niet altijd op school en doet veel onderzoek
en door middel van deze site laat hij zien
wat hij doet. We dwingen niet af dat ze het
moeten gebruiken, het is er gewoon voor
diegene die het willen gebruiken. Een van
de problemen waar we tegenaan lopen is dat
mensen niet snappen is dat de pagina die ze
aanmaken op hetzelfde niveau staat als alle
andere pagina’s.
Iemand maakt bijvoorbeeld een pagina
‘TimePlan’ aan, en dat kan vervolgens
niemand anders doen, want hij is er al.
Dus moeten mensen bijvoorbeeld JanPiet/
TimePlan maken, dan kan iemand anders dat
ook doen met zijn naam. Wat we tot nu toe
vooral aan de mensen moesten uitleggen
ging over dit soort naamgevingen, maar dat
is gewoon wat wennen in het begin en dan
loopt dat wel. We merkten dat een aantal
studenten er meteen gebruik van gingen
maken en binnen een week tien pagina’s
gemaakt hadden, en er zijn er nog steeds een
aantal die helemaal niets hebben gedaan.
Er was vorig jaar kritiek op de docenten dat
Ik kan (als bouwer van de Wiki) voor de hele
site een aantal stylesheets definieren in een zij niet veel met elkaar overlegden. Er waren
CSS file. Die bepalen voor de geheele site wat wel vergaderingen, maar sommige dingen
moeten ook tijdens de studie gebeuren en
lettertypes, groottes, kleuren, etc zijn. Als
op deze manier kan iedere student zijn ontje een geavanceerde layout wil dan moet je
wikkeling inzichtelijk maken. Niet iedereen is
een veel complexer programma aanbieden
waarbij mensen allerlei lay-out beslissingen er altijd, maar het is bv heel gemakkelijk voor
kunnen nemen. Dat wilde we niet. We hebben de collega-docenten om op deze manier te
de standaard Wiki-site genomen. Met bruin kijken wat studenten hebben gedaan.
en Helvetica, we hebben die stylesheet
Ik wil het in januari (2004) bij de beoordeling
wat aanpast en dat is het. Alle pagina's zien
gaan betrekken door bijvoorbeeld te zeggen:
er hetzefde uit. Je kan daar wel de code in
‘je hebt dit of dat niet laten zien’, en ‘je hebt
gaan duiken, maar daar hadden we geen
dit niet gedaan’. Er bestaat ook wel een
zin in. Het mooie is dat een pagina van een
verband hoe die mensen aan de WikiPagina
beginner er hetzelfde uitziet als die van een
doorgewinterde gebruiker en doordat het er werken en hoe ze aan de opdrachten werken.
En als ze verklaren iets te willen gaan doen
allemaal zo uitziet doet ook niemand daar
moeilijk over. In eerste instantie is iedereen op de site dan kan je ze er ook op afrekenen.
bang voor vandalisme, maar dat valt eigenlijk Je kan zeggen: ‘je hebt toen dat en dat
gezegd’. Het primaire doel van deze pagina
tot nu toe erg mee. Het is wel zo dat we pas
een half jaar ermee werken met een beperkt is: laat zien wat je aan het doen bent aan
aantal gebruikers, maar er wordt gewoon heel je medestudenten alswel aan je docenten.
beleefd en bescheiden gewerkt. En er wordt Dus eigenlijk kunnen we zeggen dat we met
minimaal budget en tijdsinvesteringen een
van elke verandering een back-up gemaakt.
heel goed prikbord hebben gemaakt. Het kan
Er is dus niets kwijt, maar je moet het even
weliswaar niet alles en is zelfs vrij beperkt te
opzoeken en tijd hebben om te repareren,
maar alle data is daar gewoon. Je kan het heel noemen, maar functioneel is het wel degelijk,
geavanceerd maken, goed uitdenken en met ik heb er erg veel plezier van. Eén van de
dingen die ik met behulp van deze site van de
passwords en dergelijken, maar we vonden
grond probeer te krijgen is een typografisch
het wel prima zo. We hadden dit in een uur
woorden boek, daar staan dingen in als
aan de praat, het kost helemaal niets. Het
‘kastlijn’, ‘halve kastlijn’ en ze hebben een
draait op een oude Apple G3 die bij Just van
oranje linkje en zijn ingevuld door iemand
Rossum op zolder staat.
die helemaal niets te maken heeft met de
academie, maar die gewoon geintresserd is in
Wiki en ook wat van typografie weet. Hij zet
dat er vervolgens gewoon in. Eén van de Wiki
regels schijnt te zijn dat een slechte ‘entry’,
meer reacties oplevert dan geen ‘entry’. Dus
als je ergens een pagina neerzet met iets wat
verkeerd is krijg je daar eerder reacties op dan
wanneer je die pagina helemaal niet hebt.
108 obkcompleet expertdag 2
Tot slot wil ik nog even dit laten zien.
[04 wikisite van een van onze studenten]
Het is gemaakt door een stagaire van mij, een
jongen van St.Lucas uit Antwerpen. Hij heeft
eerst programmeren geleerd en is nu aan het
studeren voor ontwerper.
Hij heeft een forumsysteem gemaakt waar
hij en medestudenten een plek kunnen
documenteren wat ze aan het doen zijn. Hij
heeft op deze manier ook het verloop van zijn
stage laten zien, maar die site is niet meer
online.
De url van de forumsite is: http://www.
grafitron.com/
De grafitron-site is veel meer ontwikkeld dan
de Wikisite van ons, maar die jongen kan het
ook, hij heeft er voor geleerd; er zijn bijvoorbeeld meerdere gebruikers bij aangesloten,
er zijn zoekmogelijkheden, het is puur voor
deze toepassing geschreven. Ik weet voor
meer dan de helft niet wat het allemaal kan,
maar het doel is dat studenten hun werk
kunnen laten zien en kunnen becommentariëren met de achterliggende gedachte dat
ze verbaal aan een tafel op school wat terughoudend zijn in het geven van commentaar
en dat ze dat thuis achter de computer wat
‘eerlijker’ doen. En daar
heb je meer aan. Dit was mijn presentatie,
dankjewel.
pdf pagina 3 van 3 expert02kabk2.pdf
109 obkcompleet expertdag 2
extra obkcomp expertdag 12 december 2003
Intranet, digitale portfolio’s, elektronische
leeromgevingen en het kunstonderwijs –
de locatie is de AKI, Enschede
8b
beknopte introductie
Een web-directory op het gebied van Kunst
en Cultuur in de breedste zin van het woord.
Zo zijn naast de gebruikelijke categorieën als
kunstgeschiedenis ook bronnen opgenomen
over auteursrecht, wetenschappelijke
visualisatie en CKV-onderwijs.
expert02hku2.pdf
download via www.obkcomp.org
[kunsten.nl]
demonstratie kunsten.nl
emile bijk
Wat wilden we dan bereiken met kunsten.nl?
Een grote instellings-overstijgende soort
Yahoo, met decentraal beheer, want we gaan
Studenten en docenten maken veel gebruik
er ook met zijn allen een bijdrage aan leveren,
van internet. Daar wilden we iets mee doen. waarbij de structuur gewaarborgd wordt door
Het is ook logisch dat zij veel gebruik maken de mediatheken. Wat we heel erg misten was
van internet want je hebt veel voordelen op
de mogelijkheid om te springen van de ene
die manier, zo heb je bijvoorbeeld altijd snel categorie naar de andere. Daardoor vergroot
specifieke informatie bij de hand en je hebt
je juist de uitwisseling, dus dat hebben we er
bijvoorbeeld altijd de meest actuele versie
uiteindelijk in gebracht.
van de informatie. Door die voordelen gaan
Docenten en mediathecarissen zijn verzocht
mensen het net ook meer gebruiken en het
om redactie te voeren zodat er bronnen
raakt daardoor meer en meer ingeburgerd als ook echt besproken worden anders krijg je
onderwijsondersteunend hulpmiddel.
namelijk een grote verzameling links, zoals
we al kennen van sites als startpagina.nl.
Dat is natuurlijk allemaal heel leuk voor die
Daar is in principe natuurlijk helemaal niets
mensen persoonlijk, maar alle studenten en mis mee, maar wij wilde daar op een andere
docenten hebben hun eigen specialisme en
manier mee omgaan, dus dat je als bezoeker
dus voor internet hun eigen (waardevolle)
ook kan lezen wat er over deze bron gevonbookmark-lijstjes. Die bookmarklijsten
den wordt. Daarnaast wilde we dat het er
komen nooit verder dan hun eigen mapjes.
goed uitzag in de vormgeving, zodat je ook
Daardoor wordt die informatie niet gedeeld
aan de hand van een visueel kenmerk kan
met anderen en erger nog – doordat die info besluiten om wel of niet te bezoeken. Ook
in een persoonlijk mapje zit – is het weg als
wilden we meer gebruikers-participatie,
die persoon de hku verlaat.
zodat gebruikers links kunnen toevoegen
Ook is onze academie verspreid over vijf
die ze van belang achtten. Wij kijken die
verschillende locaties; en de instelling is
bijdrages na en plaatsen ze, en tot slot wilden
heel multi-disciplinair opgezet. Als we al
we ook nog een oplossing voor ‘dode’ links.
die individuele bookmarklijstjes aan elkaar
zouden kunnen koppelen dan zou dat uitWat we hebben gedaan om het op te starten
wisseling -ook tussen disciplines onderling- is het volgende: we hebben de database
bevorderen, omdat je, bijvoorbeeld als multi- van www.kunsten.nl meteen volgezet met
mediastudent, ook op het conservatorium
4500 links die grotendeels gebaseerd waren
kan kijken wat daar bij elkaar wordt gebracht. op bookmark-lijstjes van mensen op de
Je zou zo’n lijstenarchief kunnen laten runnen academie. Als je namelijk wil beginnen met
door de bibliotheken van de faculteiten.
zoiets en je komt op een site met 12 links,
Uit die gedachtes ontwikkelden we het
dan schiet dat natuurlijk niet op. Maar door
volgende idee: als we de hele specialistische al zo’n berg links toe te voegen bij de start
input van onze docenten zouden benutten,
ging het leven bij studenten en docenten.
dan kunnen we een soort ‘Yahoo’-achtige
Het is dus een goed voorbeeld van kritische
kunstdirectory maken: heel veel en heel
massawerking.
diverse informatie. Je combineert dan ‘small In het begin hebben we heel specifieke sites
is beautiful’ met een massaliteit, want we zijn gekoppeld aan deze site. Sites die je via
redelijk massaal als kunsthogeschool. Die
bijvoorbeeld Yahoo niet zo snel vindt. Als
gedachte groeide uit tot kunsten.nl.
je echt iets specialistisch wil weten vind je
dat namelijk niet via zo’n search-engine.
Maar door hier mee te starten en er meteen
een redactie over te voeren en continu
te verversen met bijvoorbeeld afstudeerthesissen uit South California wordt het
een heel brede informatieve site. Door die
‘controle’ zijn alle links die wij hebben bijna
per definitie hoogwaardig. Bij Yahoo moet je
eerst door ontzettend veel rotzooi heen om
misschien te vinden wat je zoekt.
Een regel die wij uitvaardigden is ook dat
je pas een link mag weggooien als je een
betere plaatst. Bij de afdeling ‘theater’ zie
je nu bijvoorbeeld dat bijna alle beginlinks
zijn vervangen en dus ook de site steeds
beter wordt. Maar in een rubriek waar nog
weinig interesse voor is geweest is dit minder
natuurlijk. Als een rubriek veel gebruikt wordt
ontstaan er ook die interessante verbanden
die mensen maken en werkt het op zijn best.
pdf pagina 1 van 2 expert02hku2.pdf
110 obkcompleet expertdag 2
Binnen de site zit ook een zoekmachine die
alle links bekijkt als je wat zoekt over bijvoorbeeld ‘animatie’. Je krijgt dan de rubriek
‘computeranimatie’, de hoofdrubriek is
‘animatie’ en je hebt nog een categorie over
‘animation and electronic design’. Daar kan je
vervolgens weer op doorklikken.
Alles is openbaar, geen inlogcodes. Alle
mensen die hier iets mee willen doen moeten
er mee kunnen werken, de bibliotheken
werken ermee. Dat komt de site ook ten
goede natuurlijk, als mensen de site zien en
vinden de richtingen interessant maar denken
dat de bijgevoegde links nergens op slaan dan
kunnen ze dat aanpassen. Op die manier gaat
het uiteindelijk ook werken.
Natuurlijk zijn er sceptici die zeggen dat
zoiets al bestaat in de vorm van Yahoo en die
vragen zich af waarom je dat dunnetjes over
zou willen/moeten doen. Maar als er een
instituut is die dat voor zijn studenten wat
specifieker in zou kunnen zetten dan is dat
wel een kunstacademie. Wat het bijvoorbeeld
meer gericht voor een academie maakt is
dat je bijvoorbeeld kan voorkomen dat een
student voor de zoveelste keer gaat zoeken
naar een heel specifiek onderwerp. En op
deze manier biedt je een context aan en
koppel je daar ook een waardeoordeel aan.
pdf pagina 2 van 2 expert02hku2.pdf
111 obkcompleet expertdag 2
evaluatie expertdag 2
Na afloop van expertdag 2 werd bij alle
bezoekers enthousiasme en tevredenheid
geconstateerd. Het rendement van zo’n
dag is niet in papieren of besluitenlijsten te
vatten.
8c
vervolg op de expertdagen
Geconstateerd werd dat de deelnemers
allemaal graag weer komen. Een beknopte
enquête onder de deelnemers biedt meer
inzicht in een eventuele toekomst van
obkcomp. De resultaten zijn niet statistisch
betrouwbaar (N=7) maar geven wel een goede
indicatie.
enige exemplarische reacties van bezoekers
•••••••
Ik denk dat het een zeer geslaagde expertmeeting was. Zoals jezelf ook al wel gemerkt
zult hebben, zijn we dus nog lang niet
uitgepraat over het onderwerp ict in het
kunstonderwijs. Ik denk dat de positieve en
gemotiveerde houding van de deelnemers
niet onvermeld moet blijven. Ik vond het
wederom verfrissend en leerzaam om te
horen waar anderen mee bezig zijn.
•••••••
Het programma van de studiedag sprak mij
zeker aan, zeker omdat het goed is en zal
blijven om te horen wat anderen doen op ict
gebied. Het blijkt regelmatig dat we allemaal
met dezelfde problematiek worstelen, en
uiteraard is het niet nodig om allemaal het
wiel opnieuw uit te vinden.
•••••••
Ik vond het weer een vruchtbare dag, het is
goed zichtbaar dat we allemaal groeien, en
dat de obkcompdagen daarin een rol spelen.
Voor een volgende dag moeten presentaties
niet meer de hoofdmoot zijn, alleen nog
ter ondersteuning van een discussie. Het
behandelen van thema’s aan de hand van
stellingen lijkt mij een goede methode.
enquêteresultaat 1
Er zijn twee soorten deelnemers. Ten eerste
de echte experts die de eigen ontwikkelproblematiek willen vergelijken met
ontwikkelingen elders (of die deskundigen
willen laten schoppen tegen het eigen
bouwwerk om de stevigheid te toetsen). En
ten tweede de globaal geïnteresseerden.
Die laatste groep komt soms uit oogpunt
van deskundigheidsbevordering, maar ook,
als een soort scout voor de eigen instelling.
Met de bedoeling om intern verslag te doen
aan diverse collega’s met uiteenlopende
belangstelling.
De eerste groep wil graag diepgaande
bijeenkomsten. liefst over één thema. De
tweede groep wil vogelvluchtdagen over
veel verschillende ontwikkelingen (zoals 12
december er een was).
enquêteresultaat 2
Er zijn inhoudelijk meerdere stromingen;
een deel van de bezoekers vindt dat de
‘technische aspecten’ wel voldoende zijn
beschouwd. Deze mensen willen een stap
verder zetten via behandeling van inhoud;
koppeling van ict met onderwijs, communicatie, didactiek, portfolio, etcetera. En dan
niet ‘hoe bouw je zoiets’, maar ‘hoe gebruik
je zoiets optimaal in je onderwijs’.
Voor anderen blijft de aandacht voor techniek
essentieel. Ik denk omdat ze zelf (als instelling) in een oriënterend keuzeproces zitten.
enquêteresultaat 3
Ten slotte is er ook nog een verschil in denken
over de invulling van zo’n dag. Een deel
van de bezoekers wil minder presentaties
en meer ‘gestructureerde’ discussie. Dat
laatste verwijst naar een opzet zoals bij de
themakringdagen waar twaalf stellingen
gegroepeerd onder één centraal thema
gebruikt werden als leidraad voor een
effectieve discussie.
Het sectorale overleg ‘obk’ heeft inmiddels
besloten om de continuering van de expertdagen financieel te ondersteunen. Er staan
daarom in de tweede helft van 2004 twee
expertdagen gepland. Nadere details volgen
via de website www.obkcomp.org
pdf pagina 1 van 1 expert02vervolg.pdf
112 obkcompleet ict(a)broad
extra obkcomp verslag – wat doet het
kunstvakonderwijs in het buitenland met
informatie- en communicatietechnologie?
leesadvies
Het artikel van Rob van Kranenburg heeft
nogal wat reacties teweeg gebracht. Het
bleek erg van het type lezer af te hangen of
9
men enthousiast danwel teleurgesteld was.
beknopte introductie
Lezers die aannamen dat een auteur met
Deze tekst wil een aanzet zijn in de visievorming over e-cultuur door een overzicht te aanbevelingen en conclusies komt, werden
op het verkeerde been gezet. Rob spit alleen
geven van de rol van ict in het buitenlandse
kunstvakonderwijs. Na een korte introductie dingen om, hij signaleert en somt weblinks
op. Hij noemt het een helikopterview. Dat
over ict in het Kunst- en Cultuuronderwijs,
waarin vooral de gelijktijdigheid van de pro- levert je een landkaart van een gebied: welke
blemen centraal staan, volgt een beschrijving weg je je daar doorheen baant is volledig
open. Wie pasklare adviezen wenst moet niet
van de werkwijze zoals die in deze tekst is
aan deze tekst beginnen.
gevolgd.
Telkens weer moeten mensen overtuigd
worden van het nut van nieuwe media,
redactionele overwegingen
telkens weer moet het genre e-mail worden
Er is veel e-mail uitgewisseld tussen de
omschreven als de tussenvorm van gesprek
diverse proeflezers van dit artikel. Dat heeft
en brief, telkens weer moet worden uitgelegd in eerste instantie tot een aantal verandedat het internet soms een middel is, soms
ringen geleid, met name gericht op lezers met
een bron, soms een dialoog, soms een
beperkte expertkennis. De essentie van Rob’s
publicatievorm, soms een kunstvorm, en
aanpak is echter onveranderd; wel aanwijzen,
soms een onderzoeksmethode op zich.
niet duiden. Dat was voor de redactie geen
belemmering om het artikel te publiceren.
In interviews met docenten James O’ Donnell, Zolang de lezer weet dat deze tekst geen
Marjorie Kibby, Brenda Laurel, Philipp
rechtlijnig betoog van A naar B biedt. Maar
Heidkamp, Will Dallimore, Marc Rettig, en
dat er, op het kronkelige pad – voor wie de
experts van het RCA en de Londonse Design
moeite neemt – verrassende vergezichten in
Council vindt u trends zoals die naar voren
het verschiet liggen.
zijn gekomen in het onderzoek naar ‘goede
onderwijspraktijk’.
Een klein gedeelte van de mailwisseling is
als naschrift bij het pdf-artikel op de site
opgenomen.
artikel door Rob van Kranenburg
[obkcompleet / pagina 112 tot en met 127]
is digitaal beschikbaar via
ictabroad.pdf
download via www.obkcomp.org
[01 internet over internet]
[02 How is new media art being presented, commissioned,
collected and critiqued?]
pdf pagina 1 van 16 ictabroad.pdf
ict (a)broad
een helikopterview van
nederlandse en internationale ontwikkelingen,
rob van kranenburg
Deze tekst wil een aanzet zijn in de visievorming over e-cultuur door een overzicht te
geven van de rol van ict in het buitenlandse
kunstvakonderwijs. Na een korte introductie
over ict in het kunst- en cultuuronderwijs,
waarin vooral de gelijktijdigheid van de
problemen centraal staan, volgt een
beschrijving van de werkwijze zoals die bij het
schrijven van deze tekst is gevolgd.
U bent vast allang overtuigd van het nut van
nieuwe media, u kent het genre e-mail als de
tussenvorm van gesprek en brief, en weet ook
dat het internet soms een middel is, soms een
bron, soms een dialoog, soms een publicatievorm, soms een kunstvorm, en soms een
onderzoeksmethode op zich.
internet als onderzoeksmethode op zich • http://www.
govcom.org/about_us.html
Hier wordt het linkgedrag van internetsites zelf geanalyseerd om tot conclusies te komen over politieke en sociale
gemeenschappelijke velden.
navigeren
Wickens (1999) stelt dat (internet)gebruikers
drie methoden hanteren om te navigeren in
een onbekende omgeving; landmarks, route
finding and survey knowledge.
Wickens, C.D. (1999), ‘Frames of Reference for Navigation,’
in D. Gopher and A. Koriat, eds., Attention and Performance, Vol. 17 (Cambridge Mass: MIT Press), pp. 113-144.)
Landmarks zijn de iconische referenties die
ons van a naar b wijzen, maar ook eclectische
referenties die ons op het spoor zetten
van nieuwe betekenissen, nieuwe trends,
onbedoeld gebruik van media, opkomende
ideeën en nieuw gebruik van bestaande
infrastructuur. In deze tekst zijn dat vooral
sites: urls.
‘Route finding’ betekent dat je navigeert met
een kaart van het terrein: artikelen, discussieomgevingen, nieuwslijsten en beleidsstrategieën.
‘Survey knowledge’ stelt gebruikers in staat
een adequaat mentaal model, een cognitieve
kaart – te maken van de te navigeren ruimte,
de voorliggende problematiek. In interviews
met docenten James O’ Donnell, Marjorie
Kibby, Brenda Laurel, Philipp Heidkamp, Will
Dallimore, Marc Rettig, en experts van het
RCA en de Londonse Design Council vindt u
trends zoals die naar voren zijn gekomen in
het onderzoek naar goede praktijk.
113 obkcompleet ict(a)broad
raad voor cultuur
Een helikopter-onderzoek als dit is geen
uitputtende opsomming, noch een beleidsadvies. Toch wil het als aanzet relevant zijn
in de nu spelende discussie over eCultuur in
het algemeen, en in het kunstenonderwijs,
die is opgeworpen in het advies van de Raad
voor Cultuur: ‘Van i naar e. Advies over de
digitalisering van cultuur en de implicaties
voor cultuurbeleid’ (Raad voor Cultuur, juni
2003).
Het tweede ‘moment’ van eCultuur heeft
meer met betekenisgeving te maken dan met
informatisering:
‘In het bijzonder schuilen de kansen in (a)
de nieuwe mogelijkheden om informatie te
koppelen, te delen en publiek toegankelijk
te maken, (b) het ontstaan van cross-overs
en kruisbestuivingen tussen disciplines
en domeinen en (c) mediumspecifieke
innovaties die leiden tot vormen van
expressie en reflectie die eigen zijn aan het
digitale domein.’
In dit derde moment verschuift betekenisgeving van de individuele maker naar een
ontwerpgerichte samen denk- en ontwikkelpraktijk: ‘Algemeen geldt dat binnen
het digitale domein het onderscheid
verdwijnt tussen kunstenaars enerzijds
en vormgevers en (software)-ontwerpers
anderzijds.’
Cruciaal in deze verschuiving is de rol van
het kunstvakonderwijs. Zij kan een dragende
factor zijn in de ontwikkel en exploratiefase
In het bijzonder vanwege het standpunt daar
in de huidige eCultuur. Zij zal daartoe een
ingenomen dat ‘….ternauwernood (kan)
Deze drie ontwikkelingen markeren de trans- coherente visie dienen te ontwikkelen op
formatie van ‘i’ naar ‘e’ en vormen daarmee
intermedialiteit, interactiviteit en interworden voldaan aan de opleidingsvraag
tekstualiteit en een voorhoederol moeten
de kern van eCultuur:
vanuit kunstacademies en sommige unispelen op het gebied van creatieve en
versiteiten die zowel om een theoretische ‘Dankzij de mogelijkheden die digitale
innoverende werkvormen met en zonder ict.
inbreng vragen als om praktijkervaring.
technologie biedt voor intermedialiteit
Vooral de meeste traditionele academische de combinatie van tekst, beeld en geluid),
Prof.dr. Paul Kirschner, onderwijsonderzoeopleidingen lopen wat kennis betreft ver
intertextualiteit (hyperlinking) en interker aan de Open Universiteit in Heerlen, stelt
achter op sommige hogescholen (zoals de activiteit (de interactie met gebruikers),
dat ook voor docenten de computer een
Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht)
liggen hier grote kansen voor culturele
net zo normaal leselement moet worden als
vernieuwing, voor nieuwe inhoud en
en op professionele instellingen als V2,
Mediamatic en De Waag Society. Het
nieuwe vormen – mits deze mogelijkheden voor de studenten: ‘De lerarenopleidingen
hebben het zwaar, ze moeten zich continu
gebrek aan kennis aan de kunstacademies weloverwogen geëxploreerd en ontwikaanpassen aan de hervormingen in het
keld worden.’
en universiteiten heeft verstrekkende
onderwijs. Ze zijn zoekende, ze weten nog
gevolgen voor afgestudeerden die in de
niet hoe ze ict (informatie- en communicaonderwijs- en beroepspraktijk terechtIntermedialiteit, intertekstualiteit en
komen.’
tietechnologie) moeten inzetten. Het
interactie als concrete makers-problemen
‘eCultuur’ is een nieuw, door de Raad voor Cultuur
is ook niet makkelijk om leraren voor te
vormen de kern van dat tweede ‘moment’
geïntroduceerd begrip. Voorheen sprak men van ‘ict en
bereiden op de rol die ict zal spelen op de
van eCultuur’, betekenisgeving. De Raad
cultuur’ of i-cultuur. Met eCultuur geeft men uitdrukking
aan het streven naar nieuw beleid waarbij de integratie van signaleert terecht dat hier grote kansen
scholen waar ze terechtkomen. Over een
elektronische media in cultuur centraal staat. Niet langer
tijdje is die rol allesbepalend.’
liggen
voor
culturele
vernieuwing,
voor
‘cultuur en iets met computers’.
e-mail is al teveel gevraagd, Mark Duursma, NRCnieuwe inhoud en nieuwe vormen, voor
Handelsblad 14 juni 2003.
vruchtbare cross-overs tussen kunst en
wetenschap, kunst en populaire cultuur,
ecultuur en het kunstvakonderwijs
In ‘Cultuur: van i naar e. Advies over de digita- kunst en filosofie:
Ict in het kunst- en cultuuronderwijs:
lisering van cultuur en de implicaties voor
‘Behalve de crossovers binnen het terrein een korte introductie
cultuurbeleid’ stelt de Raad voor Cultuur dat van de kunst, maken kunstenaars ook
Professor O’ Donnell, when you started
het essentieel is dat ontwikkelingen rond ict steeds gemakkelijker de oversteek naar
teaching web based, what were the reactions
en digitale media binnen het cultuurbeleid
of your colleagues?
het gebied buiten de kunst, bijvoorbeeld
in een breed en integraal perspectief worden naar dat van de populaire cultuur. De
‘There he goes again.’
geplaatst:
opkomst van aan kunstacademies
‘The fear of being embarrassed is a major
geschoolde kunstenaars die als dj’s en
de-motivating factor in the acquisition
‘eCultuur is niet iets met computers. De
vj’s optreden op grote dancefestivals zijn
of the skills required to use computer
culturele implicaties van digitalisering
daarvan slechts één, zij het opvallend,
reiken veel verder dan het instrumenteel
technology in the classroom.’
Honey & Moeller, 1990; Kerr, 1991; Sheingold & Hadley,
voorbeeld.’
benutten van de technische mogelijk1990. Hodas, Steven, ‘Technology Refusal and the
heden. eCultuur gaat over een nieuwe,
Organizational Culture of Schools’ in Education Policy
digitale dimensie, een tot voor kort
En ook voor cultuureducatie in het onderwijs Analysis Archives, 1: 10, 1993.
ongedacht medium waar de bestaande
en voor de amateurkunst biedt ict ook nieuwe
cultuur zich toe moet verhouden en waar- perspectieven. Vooral jongeren die zich
Die geringe competentie is de hoofdin nieuwe cultuur wordt gegenereerd.
component van de psychologische barrières
‘niet tot traditionele kunstvormen aanMaar eCultuur is ook meer dan een nieuw
die de integratie van ict in de lespraktijk
getrokken voelen, raken via het gebruik
medium. Dankzij digitale technologie
van computers alsnog geïnteresseerd
vertragen en bemoeilijken.
en internet worden andere vormen van
in beeldende kunst, ontwerp of muziekexpressie mogelijk, verandert de rol
compositie.’
James O’ Donnell, Professor of Classical
van culturele instellingen en krijgen
Studies (Universiteit van Pennsylvania),
het publiek en de gebruiker een steeds
groeide op met ruimtevaartwetenschappers
De Raad stelt echter ook terecht dat deze
centralere plaats.’
als buren en zag zijn eerste computer in 1960.
culturele vernieuwing slechts een relevante
Hij was toen tien, en hij was nergens bang
schaalgrootte kan krijgen en een relevante
intellectueel inspirerende zwaarte als er een van: ‘it was wire-board programmed. They
Centraal in de verschuiving van i naar e
consistente ontwikkel- en exploratiefase is. were just tools, nothing to fear.’ O’ Donnell
staat de erkenning dat digitalisering meer
Deze ontwikkel en exploratiefase is essenleerde zelf met de computer te werken
is dan een informatisering-slag, en leidt tot
tieel voor de stap naar het derde moment,
culturele innovatie, ‘nieuwe vormen van
door het besef dat
expressie, reflectie en uitwisseling binnen een geïntegreerde analoge en digitale maat- ‘this was now an essential means of
en tussen bestaande culturele praktijken.’ schappelijke en culturele werkelijkheid.
communication for research, teaching,
business, and personal purposes.’
pdf pagina 2 van 16 ictabroad.pdf
114 obkcompleet ict(a)broad
Did you have to overcome such psychological
barriers? Or do you perceive such barriers in
your colleagues?
I was confident I could cope with the new
technology and the autonomy this allowed
students. What was difficult was coping
with technical startup difficulties outside
my own control (computer crashes, system
failures, loss of passwords, inadequate
comprehension of correct usage of the
system by students despite preparatory
workshop sessions). I have run this module
three times now, and each time we have
learned from past mistakes and worked
to improve the student experience.
Technophobes were evident in both staff
Alhoewel het in de klas evenzeer belangrijk
is, vroegtijdig duidelijkheid te geven over alle and students, so all was equal at times.
aspecten van de cursus, is het essentieel in
How are you coping with this alleged loss of
een online klas, stelt Kibby:
Claes, C., Lowyck, J., Van der Perre, G., ‘Reflections from
authority and class control?
‘I put in quite a bit of time in the first
the Field on ICT and New Roles for Teachers: Conditions for
I believe that what is most beneficial to
couple
of
weeks
ensuring
that
everyone
is
Success.’ in Educational Media International, 34: 4, 1997,
p. 199.
student learning is the ability to provide
involved in the discussion, accessing the
information, working through the learning arenas for them to test themselves. We
activities. And also that everyone accepts created a system that relied not only
Het redactioneel van de Jnl of Computer
on tutor input but also had built into it
Assisted Learning, Vol 18, No1, March 2002 is the rules: when and why to contact me
directly rather than the class forum, what peer evaluation and scrutiny. All virtual
vijf jaar later niet veel optimistischer:
constitutes debate and vigorous discussion, tutorial rooms were transparent, that
‘Findings concerning the teacher data
is ‘open to all students on the module’
reveals that little has changed in the past
where you get assistance and support for
15 years: many teachers are not confident academic and personal difficulties and so
(between 140-200) to read other student
about using technology in their classon.’
contributions. All assignments (both group
rooms; training makes high demands on
and individual) were posted to common
personal time; little IT integration into
David Finkelstein (Hoofd Media & Commun- sites for all to read; marks were issued with
subject teaching; and so on. There is a
detailed commentary to group tutorial
ication Department at Queen Margaret
small indication that teachers are starting University College in Edinburgh) raakte
rooms and also available for all to read
to consider taking on a new role but
geïnteresseerd in het web en onderwijs vanuit and compare. The result was an evolving
classroom approaches are far from being
system that introduced a healthy element
onderzoeksperspectief:
significantly influenced by the use of ict.
of competitive comparison, as well as a
‘The exponential development of the
The positive factors are also identified as
Web as a research source and tool over the creative cross fertilisation of ideas. (Some
in the past: having a computer at home
past few years has meant that my webmembers copied over comments from one
is a great help; allowance of school time
tutorial group to another to support their
based research activity (using web sited
helps familiarisation with software;
databases for example) has increased and own points, or referred to other groups
leadership by example from senior staff is
messages in online postings: some very
required a familiarity with web searching
an important motivating factor.’
ways. At the same time, this has led me to exciting conversations came about as a
No great success yet to 2002: — ‘The Impact of ICT on
result!)
consider how one might incorporate the
Learning’ Jnl of Computer Assisted Learning, Vol 18, No1,
wealth
of
information
I
found
available
on
March 2002
http://www.lancs.ac.uk/users/ktru/jcalab02.htm#ed181 topics of teaching interest into the courses What were the students reactions to the first
(Editorial)
web based course you taught?
I taught.’
Many expressed frustration during the
first month of trials, since they had not
In dit korte e-mail interview komt een herMarjorie Kibby (University of Newcastle)
had proper introductory training to
kenbaar traject te voorschijn van de stadia
weigerde jarenlang de computer te
ict, web work and the particular online
die elke docent die met het internet gaat
gebruiken:
werken voor zich of haarzelf moet zien eigen environment we had created. Subsequent
‘There may be more technophobes in the
groups were offered extensive pre-course
te maken. Zoveel essentiële informatie is
social sciences, or a stronger belief in
ervaringsgebaseerd, procesmatig niet los te training that eliminated this problem.
a personalized approach, or a greater
zien van het echte zelf doen:
lack of opportunity for experimenting
with computer mediated research and
teaching.’
Hoe? ‘All came in tiny slices: no way to
bookkeep it. I got my first pc in 1983 and
there was a learning curve then, sure, but
I was using it for productive work within a
day or two.’
Wat was de reactie van de studenten op uw
eerste web-gebaseerde cursussen?
‘A mixture of enthusiasm and caution at
first, shifting towards (but not entirely to)
enthusiasm as we went along. The pattern
recurs now each time.’
Een onderzoek in 1997, bestaande uit diepteinterviews met 65 experts in educatieve
technologie, bevestigt dat psychologische
barrières een belangrijk obstakel zijn:
‘Teachers are afraid of losing authority and
class control because they believe their
competence to work with ict is inferior to
that of students.’
pdf pagina 3 van 16 ictabroad.pdf
Pas toen de afdeling besliste dat op alle
bureaus computers moesten staan begon ze
de mogelijkheden te onderzoeken;
‘Once I found how accessible information
had become with the Internet, I took to it
with the zeal of a convert. In 1996 I decided
to take the time to become Web-literate,
and it took a good deal of time. I primarily
taught myself, read books, visited Websites, talked to more advanced friends,
and tried things! Many entire weekends
were lost in frustration as I tried to figure
out how to do things that I knew should be
possible.’
115 obkcompleet ict(a)broad
Do you feel that web based teaching
enhances the student’s
• subject matter
Yes
• computer skills
Yes
• critical evaluation skills
If used and shaped properly
• presentation of the material/design
Again, only if a clear demarcation is made
between formal and informal activity
(i.e. assignments vs. online tutorial chat/
commentary)
• Self-learning skills/attitude
Yes, but we found that realtime tutorial
support was often needed for those less
able and confident at the start.
landmarks en routefinding;
waar vind ik sites, dialoog,
relevante projecten,
productieve cursussen
How is new media art being presented,
commissioned, collected and critiqued?
The Internet, telematics, and interactive
media are changing the ways curators
work. This site aims to help independent
and institutional curators, producers,
technicians, and commissioners – your
participation is welcome. enter CRUMB site
http://www.newmedia.sunderland.ac.uk/
crumb/
loop
Loop is an interactive, web-based journal
providing a forum for presenting research
Do you use e-mail to go one-on-one, from
that illuminates and advances understanding
broad to narrowcasting? Do you feel that
of the relationship between practice and
teaching with the web, with internet, has
pedagogy in the emerging discipline of interradically changed your own didactic approach action and visual interface design. It serves
and pedagogic principles?
those investigating new methods of construcIt has encouraged me to continue
ting meaningful and effective communication
experimenting with group and individual
in the new digital environment.
work that makes use of the web both to
http://loop.aiga.org/content.cfm?alias=
explore its cultural dimensions and to
aboutloop
compare it to similar cultural artefacts and [03 Loop is an interactive, web-based journal providing a
resources to be found in students everyday forum for presenting research]
environment. I think also that one of the
things I have learned is that students may
appreciate the web, but that courses
(undergraduate ones in particular) that
incorporate it need also to keep space for
real time encounters, tutorials and faceto-face discussions. Our most successful
version offered a combination of both web
based and realtime tutorial work.
art and design education in the uk
Davis, m.: A Curriculum Statement: designing experiences,
not objects, in ‘Loop’, Nov 2001, no1.
http://loop.aiga.org/content.cfm?Content
ID=10
[06 Designing Experiences, Not Objects]
enhancing art with ict
The aim of this site is to promote and support
the use of Information and Communications
Technology (ICT) within Art & Design.
http://vtc.ngfl.gov.uk/docserver.
php?temid=220
[07 Enhancing Art with ICT]
etb, web based learning resources
The European Treasury Browser of
Educational Material
http://eunbrux02.eun.org/eun.org2/eun/
en/etb/content.cfm?ov=14034&lang=en&CF
ID=403004&CFTOKEN=82403459
[08 ETB, Web based learning resources]
http://www.artschools.com/international/
artdesignuk.html#system
[04 Art and Design Education in the UK]
teaching with electronic technology
what goes on in design school
http://www.aiga.org/content.cfm?content
alias=whatgoeson
[05 What goes on in Design School]
pdf pagina 4 van 16 ictabroad.pdf
http://www.wam.umd.edu/~MLHALL/
teaching.html
[09 Teaching with electronic technology]
116 obkcompleet ict(a)broad
art department
Art Department strategy is to engage all
players (teachers, students, parents,
research, organisations, galleries, artist,
content providers, software developers,
standardisation etc.) in our field to interact
and collaborate towards better ict supported
teaching and learning, creating international
collaboration and cultural exchange. With
combined effort only we can develop
teaching and learning more corresponding to
the needs of tomorrow’s knowledge society.
More information at www.eun.org/vs/art/
art.html
http://www.eun.org/vs/art/art.html
cade (computers in art & design education) unencoded
This is an open discussion list on the role of
Computers in Art & Design Education (CADE).
A forum for the leading developments around
the teaching of creative practices and the
role of computer and communications
technologies in traditional fields of art &
design, the new media & performing arts
http://www.jiscmail.ac.uk/lists/CADE.html
Laag volume, hoge kwaliteit.
Unencoded – a discussion forum for
exploring the creative use of new media.
Online projects and discussion information
will largely relate to the North West UK but
may be of interest to a wider audience. See
also www.unencoded.co.uk
[15 A discussion group on Design for Development]
[12 Cade; computers in art and design education]
[10 Art Department]
a discussion group on design for
development
dialoog
artifact
A discussion list for Artifact, the arts and
creative industries hub of the RDN (the
Resource Discovery Network). The list will
keep members of the arts and creative
industries sector up to date with developments, and will enable discussion of relevant
topics and issues.
http://www.jiscmail.ac.uk/lists/ARTIFACT.
html
This is a group in forming stage, which for
now aims to pull together those interested
in issues related to design activities in
contextual-practice-network
developing countries. In the future, we might
The Contextual Practice Network consists
grow into a more active group, and hopefully,
of representatives from courses in art and
become wiser through our exchange of ideas
design which address issues in the public
and thoughts, in order to be able to have
realm. It seeks to encourage discussion on
the quality of teaching, learning and research. some positive impact.
http://groups.yahoo.com/group/
http://www.jiscmail.ac.uk/lists/
designindevelopment
CONTEXTUAL-PRACTICE-NETWORK.html
[13 Contextual practise network]
projecten
Deze eerste vier projecten zijn te zien in de leeromgeving
afdeling op de 2e E-Culture Fair, 23 en 24 oktober 2003.
wikipedia nl
[11 Artifact]
new-media-curating
[14 Unencoded]
pdf pagina 5 van 16 ictabroad.pdf
For those involved in curating, exhibiting,
archiving or interpreting new media art
(including net.art, interactive installations,
digital video etc.) The list of the CRUMB site
http://www.newmedia.sunderland.ac.uk/
crumb/
Redelijk volume, hoge kwaliteit, goed
gemodereerd door Sarah Cook, expert op het
terrein.
Wikipedia NL is gestart in 2001 en maakt deel
uit van Wikipedia, een gemeenschapsproject
met als doel in elke taal een complete encyclopedie op het web te creëren. Wikipedia is
gratis te gebruiken om informatie te zoeken
én om informatie toe te voegen. Momenteel
wordt gewerkt aan 12046 artikelen. Om mee
te helpen artikelen te schrijven, corrigeren
en uit te breiden is geen aanmelding nodig, je
kunt meteen aan de slag!
http://nl.wikipedia.org/wiki/Hoofdpagina
[16 Wikipedia NL]
117 obkcompleet ict(a)broad
sodaconstructor – ed burton
Ed Burton, Victor Vina en Michael Kieslinger
zijn te zien en te spreken op de tweede
e-Culture Fair, 23 en 24 oktober 2003.
www.e-culturefair.nl
Sodaconstructor is an online construction
kit for building animated models, made by
Soda. There are no set goals, instead, the
user makes their own as they experiment
and create. Prachtige tool met oneindig veel
mogelijkheden. Alles tegelijk: spelen, leren,
kunst maken en competitie.
www.sodaplay.com / www.soda.co.uk
box, open system for connected people
– victor vina
Box is an open architecture to create
networks between physical objects across
remote locations. It is based on a collection
of modular objects and an online interface to
link those objects. It allows implementation
of a diversity of structures to work, play
and communicate. The program, currently
integrated with the educational curriculum
of ‘Interaction-Ivrea’, encourages creation
of custom objects with hardware kits, and,
combining those, of self regulated networks.
[17a t/m 17e Sodaconstructor, Ed Burton]
The program expects to be expanded to other
academic institutions for the academic year
2003-2004, distributing hardware kits and
making the software available online. It is
a non-profit initiative to support learning
the fundamentals of physical computing
and distributed networks, focusing on interactivity and meaning of those networks,
rather than their aesthetic appearance or
commercial value.
http://projects.interaction-ivrea.it/box
http://projects.interaction-ivrea.it/box/
thesis.html
[18 Box, Open System for Connected People, Victor Vina]
fluid time, interaction design institute
– michael kieslinger
Fluidtime seeks to develop tools and services
to provide people with dynamic, personalised
schedule information about public services
and private appointments.
The project investigates a new way of interacting with time, based on the changing
availability of the people and services in our
environment. Instead of arranging appointments in reference to the clock, fluidtime
users can flexibly arrange and adjust their
appointments by coordinating their own
schedule with the changing availability of
the service they are seeking. By connecting
people to critical time-based information,
the service supports flexible time planning
according to personal needs. Because
the system accesses data in real-time, it
can deliver accurate information about
dynamic services. Fluidtime works with the
unpredictable nature of events, constantly
updating users with the most recent, most
accurate time information about transportation, delivery, or health services.
http://www.interaction-ivrea.it/projects/
2002-03/fluidtime/index.html
pdf pagina 6 van 16 ictabroad.pdf
[19 Fluid Time, Interaction Design Institute, Michael
Kieslinger]
twiki/experimental product/for teaching
– natalie jeremijenko
Twiki is developing a suite of software tools
that enable, support and facilitate creative
projects in digital media, both in their
pedagogy and production. These are teaching
tools that provide a collective management
system to enable the development of a peer
environment for project based classes,
studios and lecture series. This suite is
designed to exploit the potential of the
Internet to present programs and to enable
various kinds of creative exchange. The
proposed suite uses exclusively Open Source
software with additional appropriate code
adjustments and integration. Open Source
methods enabled us to assemble a
full-fledged non-proprietary content
management system which remains open
for upgrades, customization and diverse
contribution by active participants. This also
uses Open Content software, such as Wiki,
and open sharing techniques with proprietary
software, such as Max. Software to support
includes Blog software: primarily for ongoing
discussions http://www.movabletype.org/
[generative]
http://jove.eng.yale.edu/twiki/bin/view/
Experimentalproduct/OforTeaching
[20 www.movabletype.org]
[21 Experimentalproduct Ofor teaching]
118 obkcompleet ict(a)broad
butterfly works – emer beamer ‘the world
starts with me’
Is developed to be used in a student-teacher
situation and is a full curriculum in sexual
health and HIV/AIDS awareness. There
are 15 lessons for which learning targets,
assignments, warming up’s, presentations,
games, tools, guidelines and stories are all
available in students and teachers versions.
For teachers there is an extra forum for them
to exchange tips with other teachers using
the same curriculum. For students there is an
online presentation section to show some of
the works they make in the course.
www.butterfly-works.org/first.html
[22 Butterfly Works, Emer Beamer]
advanced computer techniques,
studiolab, delft
Contactpersoon: Ianus Keller a.i.keller@io.
tudelft.nl
Our most succesful attempt to use IT in our
education has been to do a cooperative
website in our Advanced Computer
Techniques course. It can be seen on http://
studiolab.io.tudelft.nl/act02/
[24a/b 25 Advanced Computer Techniques Studiolab Delft]
ma design for interactive media,
lansdown centre for electronic arts,
middlesex university
http://www.mdx.ac.uk/subjects/adea/
madim.htm
Since its inception in 1993, the MA Design
for Interactive Media has developed a radical
questioning approach to interaction design.
The taught programme is structured, but
at the same time informal. Students learn
by undertaking projects on which, with the
addition of three extended essays, all assessment is based. Students are encouraged to
be both realistic and experimental. They
work in small teams and bring a wide range
of professional and educational experience
to bear on projects dealing with vital issues
in communication. The programme has
benefited from close relations with industry.
Student projects have won many international awards.
[26 MA Design for Interactive Media, Lansdown Centre for
Electronic Arts, Middlesex University]
curriculumontwikkeling:
hyperisland
Hyper Island School of New Media Design is
an educational company established in Karlskrona, Sweden, in April 1996 by Jonathan
Briggs, David Erixon and Lars Lundh. They
envisioned an environment where students
could learn the new media industry in much
the same way that one learns to ride a bike
– by trying, failing and trying again until
everything suddenly falls in place.
Hyper Island aims to provide the new media
industry with skilled professionals and to
generate added value by combining higher
education with industry convergence.
The main focus since the start in 1996 is an 80
week qualified vocational education – New
Media Course (partly funded by the Ministry
of Education) It is designed to be special
in many ways and represents an important
experiment in how university courses might
be run in the future. The New Media Course
that starts in August 2002 consists of four
path ways: Business, Design, Management
and Technology.
http://www.hyperisland.se/
[23 Hyper Island]
pdf pagina 7 van 16 ictabroad.pdf
interaction design institute ivrea italy
(postgrad and ma only)
http://www.interaction-ivrea.it/en/
index.asp
The goal of the Masters Programme at
Interaction-Ivrea is to produce leaders
and innovators in the dynamic new field of
interaction design.
Our two-year programme is designed to
allow students to develop their creativity and
io.delft
ability to innovate in a rapidly evolving landAlejandra Velasques was vorig jaar gastdocente op de TU in Delft (Industrial Design). scape of design, technology and business.
They learn to design interactive products,
Zij komt uit Colombia en geeft daar les aan
services and experiences based on informaeen soortgelijke opleiding. Er is daar echter
tion and communications technology. These
weinig geld en de studenten leren modellen
designs are technically feasible, culturally
maken met eenvoudige en goedkope
middelen. Met deze methodes kun je aan de desirable and economically sustainable.
keukentafel een model maken. Het is erg low [27 Interaction design institute Ivrea]
tech en dat kan soms erg handig zijn.
http://www.io.tudelft.nl/education/ide526/
powerpoint/20020221/img0.html
119 obkcompleet ict(a)broad
We emphasise, in the words of Marc Rettig,
to both design the Right Thing (that enhances
people’s lives at work and at play) and to
design the Thing Right (so its form is satisfying and enjoyable to use).
The curriculum at Interaction-Ivrea is primarily project-based, with a strong emphasis
on collaboration, community and communication skills. The main focus is on designing
and prototyping, with emphasis on the idea
of ‘just enough prototyping’.
didactische technieken:
videobrainstorming
Wendy Mackay, Inria Futurs, [email protected]
For us, the most effective technique is video
brainstorming in which participants
demonstrate their ideas in front of a video
camera, using rapid paper or other prototypes. Not only does this produce a more
valuable record of each idea, which can be
reviewed and expanded upon later, but it is
very effective for encouraging participants to
think concretely about how users will actually
interact with the proposed idea. Video brainstorming also forces active participation
from everyone. Each idea has an author, who
directs other members of the group to play
the role of the user or the system to illustrate
the interaction. Video brainstormed ideas
allow participants to ‘sketch’ interaction
ideas and share them, even if they are not
expert programmers or graphic artists. We
have handed video brainstormed ideas to
programmers, who can ravioli prototype
code and allow everyone to explore the
ideas further. We also find this an excellent
technique for working with users, who can
contribute directly to the design process
without any particular technical skills. Once
the team is used to it, video brainstorming is
only slightly more time-intensive than other
forms of brainstorming, but we find it much
more useful, since the resulting video record
of design ideas continues to serve as a source
of inspiration throughout the design process.
[28 Digital Bauhaus, Malmo University, Pelle Ehn]
Bron van deze gehele paragraaf: Michael Naimark, Truth,
Beauty, Freedom, and Money , Technology-Based Art and
the Dynamics ofSustainability www.artslab.net. Contact
[email protected]
mit media lab
A new initiative has begun at the MIT Media
Lab to build a ‘Center for Art and Invention,’
particularly noteworthy because of its
integration of the learning and education
community there. As summarized by Mitch
Resnick, Director of the Media Lab’s Learning
Learning, we have found, is stimulated by
Group: ‘We are creating and designing for
the presence of inspirational resources
creating and designing.’
– images, music, metaphors, atmospheres,
film, samples of materials, everyday objects, http://www.media.mit.edu/
[29a welcome, 29b research MIT Media Lab]
which provide an element of surprise and
discovery and help see things differently.
We are also experimenting with an editing
entrance]] and how the studio environment
should support immediate use of the material
brought in from the external world, a sort
of rough and quick editing. Metaphorically
this could be thought of as a kind of airport
check-in.
By more or less automatically tagging
pictures, video clips, sketches, texts,
references and physical objects, students
check-in the material they have brought
with them to the studio. This may have been
preceded by a student cruising the external
environment using the jacket for collecting
samples from an external site. The jacket is
a machine that allows designers to create a
personal perspective of places of interest
during visits. Information from sensors like
location, direction, luminosity etcetera, is
stored keeping track of the time dimension.
Moreover particular actions of the designer
are also recorded (like taking a picture) and
they may trigger the record of particular
information (like the direction of the photo
shot). While entering the studio the jacket is
recognized by the attaching table and unique
id-numbers are automatically given to the
media files contained in the jacket. All the
student has to do is to attach an empty tag
and write a quick note on it for describing the
content and it can immediately put it to use in
editing entrance
Digital Bauhaus, Malmö University – Pelle Ehn the environment.
[email protected]
The Creative Environments Research Studio
aims to study technology-augmented
creative environments for learning. Focusing
specifically on co-operative practices, we aim
to extend design-oriented experience and
competence concerning such environments.
They may be environments for design-aslearning or learning-as-design: for example,
design studios, ateliers, and workshops
where the requirements of innovation and
creativity are high. They may also be environments for performance and theatre, where
dramaturgy, set design and artistic performance are significant professional practices.
http://www.creativeenvironments.mah.se/
pdf pagina 8 van 16 ictabroad.pdf
labs en het
kunstvakonderwijs:
open courseware
Alle cursusmateriaal van het Massachusetts
Institute of Technology (MIT) wordt in de
komende jaren openbaar gemaakt. Vrij en
gratis toegankelijk. Er is nu al veel online te
vinden. Een goed voorbeeld voor het kunstonderwijs?
ocw.mit.edu/index.html
[30 Open Courseware]
120 obkcompleet ict(a)broad
the interactive institute
The Interactive Institute was established by
the Swedish government’s Foundation for
Strategic Research in 1998 and is organized
around semi-independent ‘studios’ throughout Sweden. Each studio has its own theme,
such as Play, Space, Tools, and Mobility.
There are currently ten studios, supported
for five years with base funding from the
Foundation but expected to make their own
connections with local industry, academies,
government organizations, and the community at large. Michael Thomsen, the Director
of Research, likens their approach to a
‘quadruple helix’ of academia, business,
culture, and the public sphere, constantly
rotating with all strands active but each
strand going in and out of the front view.
‘We’re not interested in funding art, but in
understanding technology and social development, where art plays an important
role. Art can help us catch the long-term
perspective without compromise,’
Thomsen continues. Their art projects have
also given the Institute, and the Swedish
Foundation, public visibility. ‘We get 3% of
their funds and create 50% of their PR.’
Interactive Institute: http://www.
interactiveinstitute.se/
NYU’s Interactive Telecommunications
Program (ITP) is one of the oldest and longest
running tech-based art-related graduate
programs in the world, founded in 1979
by Red Burns, who shaped it through her
commitments to new media, community
activism, and a connection to industry.
Consequently, her program has simultaneously attracted students interested in being
artists, activists, and entrepreneurs. One
particular testimonial to the ITP’s success
is how its alumni are a famously tight-knit
group. ‘It’s all about people,’ exclaims Red.
She continues to run the program and teaches
the first-year required overview course.
NYU Center for Advanced Technology (CAT)
http://cat.nyu.edu/current
For example, their current study,
‘Doorbuilders, Gatekeepers, Moneygivers,
and Producers,’ is a survey of how media
artists support themselves.
Banff New Media Institute (BNMI):
http://www.banffcentre.ca/bnmi/
netzspannung.org:
http://netzspannung.org/
[33 MARS Lab, Explaining oneself to the larger community]
[32 ITP, IAMAS and Ivrea, Academic Conviction]
survey knowledge: trends
In het aangehaalde rapport ‘Van i naar eCultuur’ wordt gesteld dat de culturele
implicaties van digitalisering veel verder
reiken dan het instrumenteel benutten van de
[31 The Interactive Institute]
technische mogelijkheden:
mars lab and banff centre – explaining
‘e-Cultuur gaat over een nieuwe, digitale
oneself to the larger community
dimensie, een tot voor kort ongedacht
The Media, Arts and Research Studies (MARS) medium waar de bestaande cultuur zich
Lab, located in a castle near Bonn, Germany, toe moet verhouden en waarin nieuwe
cultuur wordt gegenereerd.’
is an art-based unit inside the Fraunhofer
Institute for Media Communication, and
the Banff New Media Institute (BNMI) is a
Het kunstvakonderwijs heeft in het vormresearch unit inside the Banff Centre for
geven van deze digitale dimensie een
the Arts in the Canadian Rocky Mountains.
verantwoordelijke taak. Zoals we zullen zien
Coming from different directions, both the
uit het buitenlandse vogelvlucht-onderzoek
MARS Lab and the BNMI are cognizant of how heeft ze expertise die nog onvoldoende
they must justify what they do to the larger
is geëxpliciteerd, en experimenteert ze
community in which they work. Both groups met werkvormen die onvoldoende worden
itp, iamas & ivrea – academic conviction
are known for organizing lively seminars.
uitgewisseld en geëvalueerd.
Tech-based art has taken hold in acadeThe MARS Lab was founded in 1997 by Monika
mia, driven from above by administrations
Fleischmann and Wolfgang Strauss, ‘research trends
seeing new areas of scholarship as well as
new industries, and from below by students, artists’ with long track records both making
Uit literatuuronderzoek, online en face to
art and developing new technologies. Its
having grown up with video games and the
face interviews komen een aantal tendenzen
umbrella organization, the governmentInternet. Some of the early adopters were
naar voren op de volgende terreinen:
funded Fraunhofer Institute, has the largest • bestuursmatig
traditional arts colleges, most notably
information technology research network in • werkvormen
the School of the Visual Arts (SVA) in New
Germany, with over 4,000 employees. The
York, whose MFA Computer Art program
• hardware
MARS Lab brings to it ‘a critical approach’
was the first of its kind in the US. Most
• theorie en concepten
through its art projects and seminars. ‘We
major universities now have some form of
• visie
make the Institute visible’ says co-director
tech-based art program, and almost all are
relatively new. Among the most ambitious are Monika Fleischmann. Much of the MARS Lab
work consists of documentation and outreach
Arts Technology Center at the University of
New Mexico, the iEAR Studios at Rensselaer through their portal netzspannung.org, a
clearinghouse for their research, art projects,
Polytechnic Institute, and the
and workshops. The MARS Lab organizes
Cal-[IT]2New Media Arts Research Layer at
major studies within the international techUC Irving and UC San Diego. This rush has
created several vacuums: lack of experienced based arts community.
faculty, lack of relevant texts (particularly
historical), and lack of a general plan for
organization. Particularly since starting
colleges and degree programs is a long, slow
process, leadership is paramount.
pdf pagina 9 van 16 ictabroad.pdf
121 obkcompleet ict(a)broad
bestuursmatig:
de nieuwe website van de rca
We now have a solid base on which to
build and so rather than existing purely as
a communications resource, the website
De RCA, het Royal College of Art in Londen
will, in the future, become the enabler of
lanceerde in mei van dit jaar (2003) haar
many of the College’s functions. In terms of
nieuwe website, www.rca.ac.uk, gebouwd
in samenwerking met Airside Design Corpora- stimulating industry, encouraging debate
and engaging with leading international
tion. De voornaamste kenmerken van de
practitioners through on-line discussions,
nieuwe website zijn:
chat rooms and involvement with emerging
• clear and simple information design and
on-line technologies and projects.’
navigation
• maximum user accessibility and browser
compatibility
In een interview met Will Dallimore,
• very flexible and easy-to-use content
Publishing Manager en mede-ontwerper van
management system for the purposes of
de nieuwe site, spreekt over 3 fases en hij ziet
updating the site.
als de vier belangrijkste elementen:
• clear, simple design
De visuele regels van de site zijn simpel. De
• compatibility, accessibility and useroutput van het Royal College is het werk van friendliness
de studenten en dat is het eerste dat een
• flexibility and content management
bezoeker – gedetailleerd met foto’s – te zien • future development
krijgt. De visuele identiteit van de site zelf is [35 www.rca.ac.uk]
ondergeschikt aan de inhoud (content). Om
dat te onderstrepen kan iedere gebruiker
met een toolbar onderaan de pagina de site
individualiseren. Alex Maclean van de bouwer
Airside zegt:
‘It’s the toughest of tasks – design for a
college full of artists and designers – so
the answer was not obvious at first. The
website had to become the proverbial
‘Empty Vessel’ into which all that design
talent could be poured. We have provided
the college with all the tools necessary to
Fase 1 is de site die we nu kunnen zien, www.
keep it vibrant and ever changing. Each
rca.ac.uk, het begin van een langere en
department can now adapt and change
bredere relatie met het web:
their own information, or create new
‘Phase 1 itself is not necessarily groundidentities to reflect the diverse output of
breaking. Phase 1 is more about establthe College.’
ishing a very solid, user-friendly web
presence which we can continue to build
De ontworpen simpele structuur aan de voor- upon. We are already brainstorming and
planning Phase 2 and 3 etc. It is these later
kant kent een zeer complexe achterkant,
phases which are more likely to contain the
een Content Management Systeem (CMS)
genuinely innovative, and likely to push
dat browsergebaseerd is, werkt met pc en
mac, op afstand bediend kan worden door de our use of the web beyond communication
to areas of teaching and learning using the
gehele staf zonder html of andere training.
web [perhaps with online masterclasses,
De structuur vormt eveneens de basis van
het intranet van de RCA. Professor Alan
discussion forums and chat rooms about
Cummings, Pro-Rector of the Royal College of art and design matters, distance learning
Art is er zeer tevreden mee:
etc etc.]’
‘Following a great deal of cross-College
Een van de belangrijkste ontwerpprincipes
consultation we are delighted with the
end result. Airside have delivered us a site was gebruikersvriendelijkheid en daarin is de
RCA ver voor op andere instituten:
which the College can ultimately control,
providing our staff with the freedom to up- ‘We have deliberately avoided the temptdate information quickly and simply and
ation to use the latest software [Flash,
without the need for complex training.
Shockwave etc etc] to create a flashy
[34 www.rca.ac.uk]
design-led website. In my experience,
such sites often disenfrachise a large
number of users – and can often crash
users’ machines! Such websites also tend
to swamp the real content with their own
styling – which, when you are presenting
the work of artists and designers of a
very diverse nature, can be counterproductive.’
pdf pagina 10 van 16 ictabroad.pdf
De ontwerpmetafoor van de lege doos heeft,
naast de usability aandacht voor de gebruiker
ook een intrinsiek langere termijn doel:
‘Instead, we have opted for a very simple,
clear design design which enables
extensive visual content by providing an
empty vessel to show off what the College
does and document various projects. The
long term aim is that the content itself
[rather than a flashy web design which will,
in any case, date fairly swiftly] serves to
market the College.
The clear and simple approach also
applies also to the navigation of the site
[for example, navigational links always
appearing in the same place etc. etc., and
functions such as the You are here element
to guide those who may get lost].’
Deze kernaandacht voor gebruiksvriendelijkheid werkt zowel aan de voor- als aan de
achterkant:
‘Another aspect of major importance is the
web-based Content Management System
which has been built to run the website.
This enables any designated member of
staff to update the wesite – to change
pages, add new pages, or indeed whole
new sections – very easily inhouse without
any special training in web design software
or the need to consult our web design
company. The simplicity of the system
means that we expect the site to grow
significantly over the coming months and
years. We are still in the early days of Phase
1 but already people around the College are
generating new pages using a simple but
highly flexible set of templates.’
De tendens naar een synergie van de
verschillende digitale niveaus – van bestuurlijke, beleidsmatige, administratieve en
onderwijskundige aard – in een organisatie,
die begon met de introductie van Webct en
Blackboard, bereikt haar voorlopige hoogtepunt in de opzet van het RCA. De site mag dan
per individueel niveau niet zeer vernieuwend
zijn, van belang is de instituut-brede opzet
en de mate waarin de werking van de site
anticipeert op verkeerd gebruik, minder voor
de hand liggende verbanden en eventuele
toekomstige ontwikkelingen.
122 obkcompleet ict(a)broad
werkvormen: gebruik maken
van bestaande applicaties
marc rettig/philipp
heidkamp
Marc Rettig is an interaction design consultant and
educator whose high-profile career spans over 20 years.
He is currently a visiting professor in the Graduate School
of Design at Carnegie Mellon University and an adjunct
faculty member at the Institute of Design, IIT. At the same
time, he maintains an active consulting practice. Linguist,
consultant, interactive designer, innovator and educator,
Marc Rettig, a member of the School of Design faculty since
Spring 2002, has been named the 2003 Nierenberg Chair.
Prof. Philipp Heidkamp, Director, Köln International School
of Design http://kisd.de/~heidkamp
The results guided students’ designs,
several of which appear in this article.
The author considered the class a success
considering its brevity, thanks largely to
the students themselves but also to the
learn-by-doing approach and general
power of the methods and models.
Interface design is a huge topic and seven
weeks is a short amount of time to learn it.
In spring 2001, my class at the Institute
of Design in Chicago (part of the Illinois
Institute of Technology) was faced with
that challenge. Given the short time, any
trimming of material seemed arbitrary.
Should the focus be on standard controls
and issues for desktop applications? The
web? What about important topics for
emerging challenges like mobile devices
and physical interfaces?
Voor zijn cursussen is Marc Rettig niet
afhankelijk van een leeromgeving die de
organisatie aanbiedt, hij maakt gebruikt van
bestaande applicaties:
‘As a rule, I create a Yahoo Group for all my
courses. We use it for email distribution
and archiving, but also (and maybe more
importantly) as a place where we can
gather files and links into a resource that
remains valuable long after class has
ended. The success of this varies from class
to class.’
Deze manier van werken creeërt ruimte voor
studenten om zelf leeromgevingen te maken,
uit te testen en zo, al doende, ervaring op te
doen op en achter de CMS-interface:
‘For example, some students are running
content management/blogging software
on their sites, and commonly set up
a blogspace for a course or a group of
I based my approach for this class on a faith peers. This was the case for a five-student
in learning-by-doing and a feeling that
independent study I recently advised.’
students would quickly start to care about
the right kinds of details if they were faced Philipp Heidkamp gebruikt altijd e-mailwith real design problems. A thorough but groepen voor projecten en seminars.
dry survey of issues, topics and principles Ook in Keulen maken studenten soms zelf
seemed likely to generate little more than leeromgevingen. In een e-mail interview
short-term awareness without building
stelt hij dat er een goede mogelijkheid is dat
long-term skills. The plan for the course
men in email het voorbereidende werk kan
was built on the following principles:
doen voor een face to face ontmoeting, maar
· Toss ‘em in the deep end – confront
dat er een grote behoefte is aan cursussen
students quickly with realistic design
die studenten leren effectief met bronnenchallenges.
onderzoek op het internet om te gaan:
· Trim scope to fit the class’s title, but
maintain realism. At the Institute of
Do you use e-mail to stay individually in touch
Design, students receive a lot of instruction with your students?
in strategic, user-centered design
Yes, we always have mail-groups for the
methods: user research, translating
projects and seminar.
research into design concepts, thinking
about new media and interactive products Do they make their own class websites?
case study, een cursus interface-ontwerp and so on. This class was a chance to focus No, but sometimes they do. If necessary.
on just [interface]. Tactical nitty-gritty.
van marc rettig:
Loop: AIGA Journal of Interaction Design Education, June
Do they have laptops?
Controls. Affordances. Feedback. Layout.
2003 Number 7. Interface Design in Seven Weeks: ImmerIn my courses more than 50% have laptops.
Wording.
We
pretended
that
the
product
sion in Interface at the Institute of Design – Marc Rettig
strategy was already in place and the
What trends do you see in students being
process had already proceeded nicely to
During the spring of 2001, the author
conducted a seven-week interface design the point of designing the actual interface. so connected through email/web/sms/
messenger?
course at Illinois Institute of Technology’s It was time to get down to details.
Students will have to learn how to
Institute of Design. The course used design – Emphasize methods and tools for a
projects to lead students to make detailed broad range of problems. Give students an effectively deal with sources, knowledge
approach which helps them work on details and information. Projects will be faster,
inquiries into the broad field of interface
personal meetings more effective. I hope
design and to spark reflection on process. regardless of technology or business
we will concentrate on the most important
In the first project, students designed and context. Give them the heart of interface
design, and assume they can go read about things when we meet face to face.
built a paper mockup of an interface for a
Students will think about the structure of
specific topics when the time comes.
fast-food menu kiosk. They completed it
information
in a week then tested, refined and retested [36 werkvormen: bestaande applicaties gebruiken]
the design during the second week. This
Do you think lectures for large groups are still
article features a collage of the resulting
effective?
prototypes and examples of issues that
Yes. We are working on combined real/
arose during the work.
virtual lectures – and it is a chance to reach
large groups. But there will be different
The second project asked students to
work levels.
choose one of three narrow but common
interface design challenges: searching,
comparing or list-making. Students first
conducted qualitative user research and
created information and task models.
Qua didactische werkvormen kwamen twee
tendenzen naar voren:
• Gebruik maken van bestaande applicaties;
Yahoo groups of MSN
• Studenten creëren zelf omgevingen
De synergie tussen alle digitale niveaus is
een tendens die zijn hoogtepunt vindt in de
opzet van het RCA. In de praktijk van alledag
is er een tegenovergestelde tendens; scholen
creëren een vaste structuur op logistiek,
administratief en database niveau, en
een open structuur als het gaat om de leeromgeving zelf.
Zo stelt Marc Rettig in een e-mail interview:
‘As a visiting professor at Carnegie Mellon
University and an occassional adjunct at
the Institute of Design in Chicago, I am not
close enough to either school to comment
on their policy. If I was considering an
online course, I would assume they would
just let me do whatever I thought best
(though there are some policies or guidelines about what sits on university servers
and what doesn’t). Neither school has said
a word about whether they want me to
incorporate computing technology into my
courses.’
pdf pagina 11 van 16 ictabroad.pdf
123 obkcompleet ict(a)broad
hardware: laptops creëren
structuur in informele sfeer,
brenda laurel
Philipp Heidkamp stelt dat de helft van zijn
studenten over een laptop beschikt.
Laptops vormen niet alleen een hardware,
maar ook een didactische component in het
Art Centre Media Program van Brenda Laurel,
in Pasadena:
‘As an art and design school, nearly every
student uses computers. That means
they’re locked up in labs most of the time.
Laptops can be a real liberation from that,
saving the labs only for special-purpose
systems for animation, video editing, etc.’
Laptop wordt verplicht voor studenten Twente.
Drie faculteiten van de Universiteit Twente (UT) stellen
het aanschaffen van een laptop verplicht voor eerstejaars
studenten. De faculteiten CTW (Construerende Technische
Wetenschappen), Biomedische Technologie en Technische
Geneeskunde gaan er voortaan van uit dat studenten
beschikken over een laptop. Voor 1600 euro kunnen
studenten een laptop aanschaffen. Daarvan kunnen ze 240
euro terugkrijgen als ze hun bachelor halen. Het bezit van
een laptop wordt net zo vanzelfsprekend geacht als het
hebben van studieboeken. Hierdoor kan op flexibele wijze
college worden gegeven. Ter voorkoming van RSI worden
onderwijsruimten voorzien van standaarden en losse
toetsenborden. Lees meer over de maatregel op:
http://wwwutnws.utwente.nl/utnieuws/data/38/19/
laptop.html
Met een laptop wordt een gestructureerde
(online) leeromgeving losgekoppeld van een
analoge gestructureerde plaats. Studenten
gaan in de kantine zitten, of buiten. In een
e-mail interview stelt Brenda Laurel:
‘My program has been serving as guinea
pig for the use of laptops. We lease laptops
for each student and the experiment has
been wildly successful. They sit around
in discussions and look up and share
resources in real time. They can take their
work home with them. We have our own
802.11 wireless network (wifi).
WiFi staat voor Wireless Fidelity. In de audiowereld gebruikt
men de term Hi-Fi (High Fidelity). De term WiFi wordt door
de fabrikant gebruikt om aan te tonen dat de producten
aan de normen voldoen voor draadloze apparaten, zoals
bepaald in de internationale standaard IEEE 802.11b. Met
deze apparaten kan je een snelle, betrouwbare en stabiele
ethernetverbinding zonder snoeren maken.
http://www.uptobyte.com/uptobyte/
technologiehoewatwaarom.xhtml?id=d50bcfb2_0a20_
0207_019c_e09ae991d478
There still isn’t one school-wide but it’s
on the list. As for other issues, we have
learned that it’s really valuable to have
a web page or site for each class so that
students can find assignments, have discussions (phpBB is great for this), etc. We
are also using a Wiki in my department.
The simplest online database that could possibly work,
Wiki is a piece of server software that allows users to freely
create and edit Web page content using any Web browser.
Wiki supports hyperlinks and has a simple text syntax for
creating new pages and crosslinks between internal pages
on the fly.
http://wiki.org/wiki.cgi?WhatIsWiki
pdf pagina 12 van 16 ictabroad.pdf
All of my students have personal sites
within our server hierarchy where they
are required to post all work. By the end
of their time at ACCD they have a great
electronic portfolio. We sometimes
give the internal url to students who are
interested in applying. We also link to
the ACCD website for our gallery, which
features projects of interest and changes
about every 3 months.’
http://www.artcenter.edu/
theorie en concepten:
media-educatie
en multiliteracies
In ‘Cultuur: van i naar e’ lezen we:
‘Voor cultuureducatie in het onderwijs en
voor de amateurkunst biedt ict ook nieuwe
perspectieven. Vooral jongeren die zich
niet tot traditionele kunstvormen aangetrokken voelen, raken via het gebruik
van computers alsnog geïnteresseerd
in beeldende kunst, ontwerp of muziekcompositie.’
[37 Hardware: laptops creëren structuur in informele sfeer,
Brenda Laurel]
In Cultuur: van i naar e. Advies over de digitalisering van
cultuur en de implicaties voor cultuurbeleid, Raad voor
Cultuur, juni 2003.
Het rapport is doordrongen van het besef dat
we leven in een visuele cultuur, een cultuur
waar beelden op allerlei vlakken en niveaus
een steeds belangrijke rol in het proces van
betekenisgeving krijgen.
In de Angelsaksische wereld werd dit inzicht
vertaald in het begrip media-education.
Media-educatie komt in Nederland niet van
de grond. In de Engelstalige wereld is een
langere traditie maar ook daar stagneert het.
In Engeland door de concentratie op film
bij het BFI (Bachelor of Fine Arts-onderwijs)
en media-educatie als tool voor inzicht in
montage manipulatie, in de USA, Canada
en Australië door het doorzetten van de
defensieve houding ten opzichte van de
media als gewelddadig.
Een begrip dat een paraplu-functie kan
hebben in het creëren van een brede visie
die het theorie-onderwijs kan voeden is het
begrip ‘Multiliteracies’:
‘More than anything else, literacy is seen as
a kind of social practice. As a consequence
the focus shifts towards multiliteracies
with special attention to kinds of literacy
(high and low culture, multi-cultural
interpretations) and to the role of media in
relation to literacy.’
Multiliteracies http://www.canberra.edu.au/education/
crie/2000-2001/ieej16/reviews16.html
De ict-onderwijsmonitor 2001-2002 schetst
een aantal knelpunten op het gebied van
methoden en educatieve programmatuur:
Volgens leraren en docenten is er onvoldoende kwalitatief goede educatieve software.
Binnen het primair en voortgezet onderwijs
bestaat vooral behoefte aan electronische
content die aansluit bij de gebruikte lesmethodes. (Ict-onderwijsmonitor 2001-2002).
Hier ligt een taak voor het kunstvakonderwijs.
124 obkcompleet ict(a)broad
visie: naar kritisch design, de
ontwerper als strateeg, fiona
raby/andrea cooper
In een ontmoeting van Interactie Design
cursusontwerpers werd de vraag gesteld:
Doors of Perception, sunday morning meeting for
Interaction Design Course Leaders, 17 November 2002. Op
aanvraag te bekomen: [email protected]
‘How does what we do intersect with
society; social change; business models?’.
Zo zag de strategieschets er uit:
[38 strategieschets]
In deze ideale setting is er al direct op het
eerste niveau van de wens van de klant een
strategische inbreng, waarbij business en
sustainability op één lijn staan. Het product
of de dienst staat op één lijn met onbedoelde
effecten en gebruiken en vitaliteit – de erkenning dat verandering de enige constante is
– is het steeds voorlopige doel:
‘The group discussed the production
processes interaction designers are
involved in and the influence they can
achieve in these processes. It was clear to
everyone that not all is decided by industry
or government, although also designers
live in the real world of clients, regulators,
etc. etc. Designers have to produce
products and services as best as they can
under these circumstances. How to do a
better job? First by being more sensible to
the needs of individuals and communities.
Also appropriated unintended uses and
social trends must be used as inspirations
to design. Another special value designers
can bring in this process is the attention for
sustainability and the environment. This all
will lead to more vitality in design.’
Als we ontwerpers meer invloed in dit
proces willen geven, dan moeten we het
kunstvakonderwijs zelf in zijn geheel meer
voorbereiden op de conceptuelere rol die een
ontwerper moet kunnen vervullen.
pdf pagina 13 van 16 ictabroad.pdf
Eén interessant model dat op dit moment
wordt uitgewerkt, is Critical Design van Fiona
Raby en Anthony Dunne (RCA, IVREA):
‘Critical design, or design that asks
carefully crafted questions and makes
us think, is just as difficult and just as
important as design that solves problems
or finds answers. Being provocative and
challenging might seem like an obvious role
for art, but art is far too removed from the
world of mass consumption and electronic
consumer products to be effective in this
context, even though it is of course part of
consumerist culture.
There is a place for a form of design that
pushes the cultural and aesthetic potential
and role of electronic products and services
to its limits. Questions must be asked
about what we actually need, about the
way poetic moments can be intertwined
with the everyday and not separated from
it. At the moment, this type of design is
neglected and regarded as secondary.
Today, design’s main purpose is still to
provide new products – smaller, faster,
different, better.’
Fiona Raby, Anthony Dunne, RCA, IVREA, Value fictions and
the suspension of disbelief. In: Tales of the Disappearing
Computer, Kameas A., Streitz, N. (eds), CTI Press, 2003.
Andrea Cooper, Research and Development
Manager van de Design Council, vindt
eveneens dat we als leraren andere vragen
kunnen en moeten stellen:
‘We can ask as educationalists that our
colleagues in design practice find very
difficult to raise:
What is the shape of the world business
asks us to design?
What will it take to move above or beyond
the hegemony that industry has on the role
of the designer within society?
What do we mean by success in design?
Why might we need a new breed of creative
professionals to respond to a more holistic
view of success?
What will they design?
What are the forces or context driving the
need?’
[39 ubicomp]
kunstvak-educatie in het
ubicomp tijdperk
Op de obk-comp themakring 5 (de toekomst
van ict in het kunstonderwijs) van maart 2003
werd aangestipt dat er op het gebied van
media, digitalisering en vooral computing
zelf belangrijke, ingrijpende veranderingen
op dit moment zich af spelen in zowel de
researchlabs (Intel, HP, Microsoft, Nokia
werken aan ubicomp ‘ubiquitous computing’
en pervasive computing) als in de logistiek
(de vervanging van de barcode door de Radio
Frequency Tag, RFID) als in de openbare
ruimte (CCTV, closed circuit television):
‘De recente ontwikkelingen van internet
en de moeilijke voorspelbaarheid (zelfs
op korte termijn) van de wegen waarin
die ontwikkeling voortbewoog, geeft aan
dat koffiedikkijken lastig is. Toch is het
noodzakelijk om op dit gebied inspanning
te verrichten. Er zijn op dit moment grote
veranderingen gaande in de media. De
popularisering van dvd en adsl heeft op
korte termijn al grote gevolgen. Daarna
zullen robotics en kunstmatige intelligentie een grotere rol gaan spelen. Inkt wordt
e-ink. Bij zelfdenkende en zelflerende
systemen is juist de rol van de kunstenaar
belangrijk: niet alleen voor de visuele maar
ook voor de gedragsaspecten van de mensmachine- interactie. Zie onder andere:
When things start to think door Neil A.
Gershenfield (MIT).’
Obk-comp 11 maart 2003, deelnemers themakring 5
Als digitale processen verdwijnen in alledaagse objecten dan wordt de omgeving de
interface. In zo’n omgeving waarin de computer als zichtbare technologie verdwenen
is, en mensen, gebouwen en artefacten informatieruimtes, worden ontwerpbeslissingen
per definitie procesbeslissingen, en mediaethiek zit ingebouwd in elk ontwerp.
[40 pervasive computing]
125 obkcompleet ict(a)broad
In het voorstel ‘Proposal for a School of
Design at the University of California, Irvine’
van november 2002 zit deze redenering duidelijk verwoord:
‘To be effective, designers can no longer
focus simply on the narrow domains of
specific applications. They must increasingly reach deeper and more broadly
into the foundations of design, and they
must understand more about the cultural
contexts in which their designs are created
and used. [They are now called upon not
only to produce new products but also
to manage the processes by which the
products are produced.] They must also
understand more about the ways products
are used and the people who use them,
about how to involve users in a design
process, and about how to evaluate
designs based upon usage.’
voorlopige conclusies
Voorzichtig kunnen we stellen dat er niet
alleen samenhang tussen de niveaus bestuurdocenten-studenten-personeel moet zijn
om een inspirende slag te maken naar een
e-academie, maar vooral een samenhang
tussen de infrastructuur, de didactische
werkvormen en evaluaties van studenten en
een brede pedagogische visie.
E-academie • academie die de slag gemaakt heeft naar het
al boven beschreven ‘derde’ moment; een geïntegreerde
analoge en digitale praktijk, waarin betekenisgeving verschuift van de individuele maker naar een ontwerpgerichte
samen denk en ontwikkel praktijk. In dit digitale domein
verdwijnt het onderscheid ‘tussen kunstenaars enerzijds en
vormgevers en (software)ontwerpers anderzijds.’
Dat vraagt op dit moment een aantal veranderingen in het curriculum waarbij de
meest belangrijke is een herdenken van
het theorie-onderwijs, dat door studenten
ervaren wordt als ‘de ander’ van hun praktijk
University of California, Irvine. Proposal for a School of
in plaats van een gereedschap dat hun kan
Design at the University of California, Irvine November 2002,
ondersteunen bij onderzoek doen vanuit
http://www.evc.uci.edu/growth/design/SoD-proposal.
pdf
hun eigen interesse en in hun eigen discours
(een visuele of tactiele geletterdheid). Een
ander punt dat duidelijk naar voren komt
De belangrijkste vraag in een educatief
is het inzicht dat de hardware (laptops) en
perspectief is hier naar de vaardigheden
de infrastructuur (wifi) bepalend zijn voor
en geletterdheden van een ontwerper. Die
meer dan de fysieke inrichting van een
blijken tegenovergesteld aan de alledaagse
leeromgeving, ze bepalen mee de didactiek
praktijk van nu. Deze situatie verwacht
doordat ze zelf manieren van leren genereren.
mensen die ontluikende geletterdheden
Virtuele werkplaatsen zijn geen onderwerp
kunnen ontdekken, onbedoeld gebruik van
meer van discussie maar een onlosmakelijk,
media objecten kunnen plaatsen, onvoorziene effecten van objecten kunnen analyse- wezenlijk onderdeel van een praktijk die
ren, kortom in een positie van fundamentele ruimten op zeer verschillende manieren
gelijktijdig kan ervaren. Jongeren worden
onzekerheid kunnen functioneren en om
steeds inventiever in het multitasken en het
kunnen gaan met een constant uitstel van
‘closure’, met een constante verschuiving van simultaan vertoeven in meerdere ruimten.
Wat naar voren komt in de gesprekken met
een ‘einde’, hoe voorlopig ook.
Brenda Laurel en Will Dallimore van het
RCA is dat het belangrijkste element in de
opbouw van een nieuwe structuur de visie is.
Visie is allesbepalend. Gropius riep ooit de
pottenbakkerij tot de meest geslaagde praktijkafdeling van het Bauhaus uit. Die lag op
25 kilometer van Weimar, en was zeer slecht
bereikbaar. Studenten verkochten hun werk
aan dorpelingen. De twee werkplaatsleiders
werkten samen, ver van de oeverloze
discussies in het hoofdgebouw. Het is niet
[41 cctv]
de bedoeling, zo blijkt, concrete plaatsen,
praktijken, en zeker niet, mensen te willen
veranderen.
Een sterke visie, die gezamelijk wordt ontwikkeld, kan echter niet worden opgebouwd
zonder een goed onderhouden reservoir van
expertisen en experts – in deze korte virtuele
rondgang is één zaak onvermeld gebleven en
dat is de immense hoeveelheid goede sites en
projecten die niet meer onderhouden wordt
wegens gebrek aan financiële middelen.
pdf pagina 14 van 16 ictabroad.pdf
nawoord bij ict(a)broad
Deze bijdrage van Rob van Kranenburg heeft
een langdurig en roerig wordingsproces
gekend. De vraag die Rob meekreeg was om
een beschrijving van ict in buitenlands kunstonderwijs te maken. Er was een studiereis
ingepland (London) en een websurvey met
emailinterviews. Rob koos er tijdens de
uitwerking voor om zijn opdrachtstelling te
verbreden. Van ‘abroad’ naar ‘(a)broad’. Die
verbreding werd niet door alle proeflezers op
de zelfde waarde getaxeerd.
Het uiteindelijke artikel dat u zojuist las is
een compromis tussen auteur en redactie.
De auteur heeft zijn aanvankelijk geleverde
artikel bewerkt tot een versie die in de ogen
van de redactie obkcomp wat lezersvriendelijker en toegankelijker is gemaakt. In overleg
met Rob is besloten om het stuk niet verdergaand te bewerken. In plaats daarvan nemen
we een deel van de e-mailwisseling als
naschrift op. Hierdoor past dit gehele onderdeel heel mooi in onze obkcomp-uitgangspunten; het is geen tijdperk voor definitieve
oplossingen, maar voor voortgaande inzichten en permanente vernieuwing. Het artikel
van Rob heeft daar direct een indirect ruim
aan bijgedragen.
Mime-Version: 1.0
Date: Mon, 29 Sep 2003 15:31:33 +0200
To: [email protected]
From: Bas Leurs <[email protected]> (by way of Rens Holslag)
Subject: Re: ict abroad (vervolg)
••••••••
Ha Jaap, Ik kreeg vrijdag een mail van Rob van
Kranenburg waarin hij voorstelde om naast
zijn artikel de hele ongoing discussie tussen
hem, mij, jou, Bas en Henk op te nemen.
Dat is een interessant voorstel. Het komt
eigenlijk helemaal overeen met de discussie
die ik in de loop van de vorige week met Bas
Leurs voerde. Maar kom jij daar typografisch
redactioneel mee weg?? We hebben dan een
tekst en een discussie over die tekst. Plaats
je dat naast elkaar? Of achter elkaar?? Ik geef
je in ieder geval alvast bij deze de laatste
schakel in de discussie. Dan ben je weer bij.
De delen RH zijn van mij aan Bas en diens
reactie heb ik voor de lezer met BL gemarkeerd. Kun je er zo wat mee? Ik hoor het wel
weer. grt, Rens
••••••••
RH: Al die discussies rondom dat stuk van Rob
van Kranenburg hebben mij aan het denken
gezet. De grootste waarde van zijn stuk zou
achteraf wel eens niet in de inhoud kunnen
zitten maar in het bewustwordingsproces wat
hij op gang brengt. Hij schrijft alsof hij hoofdredacteur van een online-newsgroup is.
••••••••
BL: Ja daar heeft zijn artikel inderdaad een
hoop van weg. Appeltje-P: newsgroep Art &
Design education ofzo... Ik kan er wel mee
omgaan met zo’n verzameling links en zelf de
conclusie trekken, ik doe immers niets anders
als ik surf op het web. Dat vereist training en
ervaring om jezelf door een kluwen met links
te klikken. Nu is zijn artikel wel niet bedoeld
als beleidsadvies...
126 obkcompleet ict(a)broad
Toch denk ik dat het artikel wel degelijk
verwijzingen bevat die beleidsmakers en
onderwijsontwikkelaars in hun achterhoofd
moeten houden. Denkend vanuit deze
doelgroep, vraag ik me af of ze het geduld
en ervaring hebben om de lijst door te
spitten te interpreteren en conclusies te
trekken. Vandaar mijn pleidooi voor meer
samenvattingen en inleidingen en wellicht
subjectieve conclusies.
••••••••
RH: Dus hij filtert wel maar hij geeft geen
ratings. Dat past ook goed in zijn zelfgekozen
virtuele rol als newsgroupredacteur.
••••••••
BL: Ik denk dat juist met de huidige information overload je een rating moet geven. Het is
een beetje als een zoekopdracht in Google...
je krijgt wel een berg links terug... maar welke
wordt nu het beste bevonden door andere
bezoekers. Juist het subjectieve oordeel dat
de samensteller van een collectie links geeft,
maakt de informatie een stuk inzichtelijker.
Dat is ook de reden waarom ik mijn database
met recommended books een rating en
commentaar geef. Anders weet ik over 3 jaar
echt niet meer wat nu echt interessant was en
voor wie.
Het is zoals bij Amazon, dat als je op een titel
klikt ook altijd een lijst krijgt met: ‘Customers
who bought this item also bought ...’ Het
biedt op een vernuftige wijze inzicht in de
context en aard van de titel.
••••••••
RH: Ook vat hij niet samen en hij neemt geen
positie in (behalve als verkeersagent). Wij
lezen dat en plukken zo hier-en-daar wat
quotes. Die verworven inzichten zijn vaak wel
direct toepasbaar. Dus iedereen blij. Maar
niet voor lang. Want we verwachten eigenlijk
meer van gedrukte publicaties. Wat je als
lezer hoopt is dat de auteur heel veel tijd
heeft geinvesteerd en dat hij daardoor tot
inzichten is gekomen die voor jou ook waardevol kunnen zijn. Dus je wilt niet de zoektocht maar de conclusies en aanbevelingen.
••••••••
BL: Er is denk ik een hoop tijd gaan zitten in
het samenstellen van de verzameling. Dubbel
zoveel tijd gaat erin zitten om conclusies
te trekken (hoewel hij dat al heeft gedaan,
anders zou hij de verwijzingen niet vermelden). Ik neem aan dat hij een honorarium
heeft gekregen voor zijn werk (dat inmiddels
al op is)... toch als ik heel eerlijk ben, dan zou
ik het artikel terugsturen met het verzoek iets
meer te concluderen en samen te vatten. Het
klinkt wellicht bot, maar maakt het geheel
wel bruikbaarder. Want zoals ik in mijn vorige
mail al zei, het merendeel van de verwijzingen
zal over twee jaar aan link-rot onderhevig
zijn. De lezer van dit naslagwerk is dan niet
meer in staat zelf die conclusies te trekken.
Waardoor het als naslagwerk (‘hoe dachten
we daar toen over’), zijn waarde verliest.
pdf pagina 15 van 16 ictabroad.pdf
••••••••
RH: Veel (niet-wetenschappelijke) auteurs
zijn dan ook (als tegenstelling op Robs
aanpak) gewend om die zoektocht maar
helemaal weg te laten. Dan heb je als lezer
van zo’n stuk nog slechts de keuze hoe jij
stelling neemt tegenover zo’n auteurs positie
(wel of niet mee eens). Sneller dan bij Rob,
maar met een beperkter blikveld en je weet
niet hoe gekleurd de nieuwverworven wijsheden zijn. Je voorkennis over de (reputatie
van) de auteur is daarbij doorslaggevend
meestal.
••••••••
BL: Daarom adviseer ik studenten altijd om
Designing Webusability van de tot zich zelf
verheven usability goeroe Jakob Nielsen
te lezen... puur en alleen om het met zijn
dogmatische denkwijze oneens te zijn en zo
zelf tot een opinie te komen.
••••••••
RH: Nu de relevantie van dit alles voor ons;
wij zweven een beetje tussen verschillende
media en communicatievormen in dit
obkcomp-project. We hebben een website
met resources, we hebben lezingen, en verslagen van lezingen, we hebben straks een
compleet boek en een compact boek en we
hebben ook nog een kennisnetwerk waarin
veel berichten rondzingen. Als voorbeeld de
commentaren op de lezingen die ik je eerder
mailde. En dan jouw commentaar daar weer
op. En dat komt allemaal in al die media
terug.
••••••••
BL: Eigenlijk zou zo’n obk-comp site ook een
Wiki feature moeten hebben. Dat dialogen
die we nu via de mail voeren, ook inzichtelijk
worden voor de buitenwereld. Dat nuanceert
het geheel mooi. Iets voor de toekomst?
••••••••
RH: Voor een incidentele publicatie is dat
leuk. We mogen ons natuurlijk niet spiegelen
aan ‘grote voorgangers’ maar Museum in
Motion (uit 1979) was ook zo’n knipsel/praatverzameling. En nog steeds heel inspirerend
als tijdsdocument. Dus we moeten wat mij
betreft maar doorgaan op dit pad. Hoe dik
dat boek ook moge worden.
Maar voor de lange termijn hebben we wel
betere inzichten nodig. Want deze procesgang is exemplarisch voor alles wat naar
web of net ruikt. Rob merkt terecht op dat
hij niet anders kan doen dan landschapsverkenning. Het zou allemaal te nieuw
zijn en te vroeg om keuzes te maken...
Helemaal mee eens maar je wilt ook verder.
••••••••
BL: Nu we als mensheid op de puinhopen van
de internet-hype en dergelijke staan, is het
inderdaad de vraag, hoe nu verder? De openheid van Rob’s artikel begrijp ik... maar eens
moet er een stap gemaakt worden. Al is het
een misstap ;-)
Laat obk-comp een eerste aanzet tot een
leidraad zijn. Maar het heeft ook een soort
functie om ideeën in de toekomst te evalueren, zoals je Museum in Motion noemt.
Ik heb hier een boekje liggen dat heet ‘De
informatiemaatschappij’... in 1980 uitgeven
en geeft de stand van zaken weer van ict
en media op dat moment. Als ik dat na 23
jaar teruglees, dan wordt ineens heel erg
duidelijk hoeveel complexer het allemaal
geworden is. Zo’n historisch document is
een goede manier om te bekijken welke kant
ontwikkelingen zijn opgegaan en waar we ons
nu bevinden.
••••••••
RH: Een sociologe van de VU (Marleen
Huysman) bemoeit zich met dit soort dingen
zo bleek uit een artikel in Ad Valvas (nieuwsblad van de VU). Zij hield vorig weekend een
congres over ict en sociale wetenschappen.
The international conference on communities and
technologies, georganiseerd door VU Amsterdam wwwwinfo.uni-siegen.de/wulf/CT2003/
Dat ging onder andere over verstofte intranetten en slecht functionerende kennisnetwerken. Heel relevant dus zo lijkt het.
Wat kunnen we leren van de discussie die
we over Rob’s artikel voeren:
De essentie is (volgens mij) dat het gaat om
de waarde van berichtgeving. Hoe schat je
die in als lezer en hoeveel investeer je als
auteur. Dat moet net zoals de aandelenkoersen op de beurs bij elkaar komen.
Anders heeft een van beide partijen
intellectueel verlies. De vraag is nu hoe je
die balans efficiënt tot stand brengt.
••••••••
BL: Ik merk het nu al een tijdje op het
internet. De hype is inmiddels voorbij en we
zitten nu eigenlijk met het probleem dat we
een enorme hoeveelheid informatie ergens
hebben staan, maar dat de samenhang en
context van deze informatie veelal onbreekt
of onduidelijk is. Tim Berners-Lee (uitvinder
van het www) is momenteel bezig met de
ontwikkeling van het ‘semantische web’,
wat eigenlijk zoiets inhoudt als zingeving
aan informatie door samenhang. http://
www.macworld.co.uk/news/ main_news.
cfm?NewsID=6941
127 obkcompleet ict(a)broad
Ik had er al iets eerder over gelezen, je komt
dan begrippen als AI en XML tegen. Volgens
Berners-Lee is het de toekomst van het
intranet. Over 10 tot 20 jaar misschien, denk
ik. De ontwikkeling van AI gaat volgens mij
langzaam en als mensen XML bestanden
moeten gaan maken heb je goede editors
nodig. Het heeft jaren geduurd voordat er
een goede HTML WYSIWYG editor uitkwam
(Dreamweaver) en momenteel heb ik nog
geen enkele bruikbare XML editor gezien, die
door elke huis-tuin-en-keuken gebruiker te
gebruiken is. Adobe FrameMaker met SGML
als achtergrond komt in de richting. Dus is
het inmiddels mogelijk om met FrameMaker
XML bestanden te maken, alleen is het een
ontzettend erg ingewikkeld programma (ik
heb er onlangs drie uur mee zitten spelen en
snapte er nog niets van).
••••••••
RH: Zou de ontwerper daar nog een rol in
spelen??
••••••••
BL: Ik denk wel degelijk dat er een rol voor
de ontwerper is weggelegd. Dat is één van
de redenen dat ik als ‘klassiek’ geschoolde
grafisch ontwerper mij bezig ben gaan
houden met internet en databases enzo.
Toen het internet in 1995 opkwam dacht ik:
‘als ontwerper visuele communicatie is het
mijn taak om informatie doormiddel van
visuele ordening en dergelijke inzichtelijk te
maken. Als het internet een bron van informatie is, is er dus een geweldige rol voor mij
als ontwerper weggelegd.’
Jammer alleen dat je vaak ziet aan websites of
deze door een grafisch ontwerper (toegepast
kunstenaar) of echte webdesigner (veelal
mensen met een pragmatische functionele
denkwijze) gemaakt is. Het sociaal jaarverslag
van HS-Brabant is daar een voorbeeld van.
Het is dan wel een website gemaakt door
studenten (dus dan mag het rammelen), toch
hebben die grafisch ontwerpers veelal de
drang om er een kek uitziende en bewegende
vorm van te maken (opleuken heet dat in
vaktermen).
De vraag die ik me dan nog steeds stel, is of
grafisch ontwerpers iets van web en interactie moeten weten? Ik ben er inmiddels
achter dat het gebied van interactie en
multimedia ontwerpen breed is... zeer breed,
volgens mij breder dan grafisch ontwerpen.
Ik denk dat de grafische studenten in Breda
een degelijke basiskennis moeten hebben
van dit veelomvattende gebied. Het betreft
kennis van de karakteristiek en narratologie
van hypermedia en enkele basis usability
wetenswaardigheden. Maar het gaat te ver
om van deze studenten volwaardige webdesigners te maken. Voortkomend uit traditie
lijkt de artisticiteit tot op heden nog steeds
centraal te staan op een academie, en niet
de functionaliteit (en functioneel denkende
mensen zijn schaars op een academie, het
zijn alpha mensen geen beta’s).
pdf pagina 16 van 16 ictabroad.pdf
Het is dus niet vreemd dat opleidingen als
CMD als paddestoelen uit de grond schieten.
Ondanks dat het gedeeltelijk onder een academie valt, worden deze mensen opgeleid tot
ingenieur. Wat ik me dus al een tijdje afvraag
of de opleiding grafisch ontwerpen niet te
smal is en een CMD opleiding niet te breed.
Grafisch ontwerpers worden opgeleid tot
gespecialiseerde generalisten en CMD-ers tot
generalistische specialisten.
Nuwel... om terug te komen op je vraag: ‘Zou
de ontwerper daar een rol in spelen??’
Ik denk dat er op het curriculum van een
toekomstige ontwerper twee dingen niet
mogen ontbreken: media ethiek en kennis
van informatie systemen. Momenteel worden
de ontwerpers opgeleid om vooral boeken,
affiches en visuele identiteiten te ontwikkelen. Dit alles gebaseerd op een traditie van
±60 jaar. Maar is de wereld inmiddels niet
veranderd en het vak grafisch ontwerpen stil
blijven staan? Ik ga ervan uit dat opdrachtgevers steeds meer profesionaliseren wat
betreft hun informatie voorzieningen en communicatie uitingen. Kennis van informatiesystemen wordt daarbij onontbeerlijk. Neem
bijvoorbeeld hippe termen als Cross Media
Publishing, XML... steeds meer meuk wordt
in databases opgeslagen, hoe zet je deze
systemen inhoudelijk op en hoe presenteer
je dat vervolgens op een geordende wijze aan
het publiek? Indesign, Quark, FileMaker... ze
hebben inmiddels allemaal XML-functies...
maar wie maakt een format voor de XML
bestanden? De ontwerper? De programmeur?
De redacteur?...
We hebben het er ooit eens tijdens een
telefoongesprek over gehad, dat ontwerpers
wellicht meer een soort meta-visie moeten
hebben, om vanuit het systeem (macro
niveau) terug te kunnen redeneren naar
de visuele uiting (micro niveau). Dit pleit
eigenlijk voor een theoretische benadering
van het vak. Maar wil je dat op een gedegen
wijze aanbieden, dan kom je al snel op het
gebied van informatiekunde.
••••••••
rh/bl/jvt/hh/rvk
128 obkcompleet obkcomp.org
pdf pagina 1 van 2 website.pdf
129 obkcompleet obkcomp.org / formeel projectdossier
formeel projectdossier
De voorgaande artikelen en alle webdocumenten die via beknopte beschrijvingen
zijn ontsloten werden alle gericht op de
projectdeelnemers. Daarnaast zijn er ook
formele en organisatie-ondersteunende
documenten. Denk onder andere aan ‘plan
van aanpak’ en rapportages aan stuurgroep
en HBO-raad. Deze zijn – voor zover relevant
– eveneens via de website te downloaden.
Hieronder de inhoudsopgave van de
obkcomp website.
Op de volgende pagina’s de formele
eindrapportage aan de HBO-Raad.
project
studiedagen
agenda
kennisnetwerk
download
rapport pdf’s
• Projectorganisatie
-- voorgeschiedenis
-- plan van aanpak
• Algemene studiedag
-- geluidsfragmenten
-- schriftelijke rapportages
-- cv’s van sprekers
• Alle agenda-items
* items worden automatisch
gewist na verloopdatum
• een lijst van alle deelnemers
naar wens te sorteren op:
-- themakring 1
-- themakring 2
-- themakring 3
-- themakring 4
-- themakring 5
-- projectorganisatie
-- profiel Vormgeving
-- profiel Ruimtelijk
-- profiel Productontwerp
-- profiel Leraar BKV
-- profiel Autonoom
-- alg. ict-personeel
-- management & overig
• obkcompleet
* een inhoudsopgave van
het complete rapport zoals
beschikbaar in uw mediatheek
en zoals door uzelf samen te
stellen via uitprinten van alle
pdf’s
• Themakringdiscussies
-- wat is pdf?
-- verslagen 1 t/m 5
• HBO-raad B&D
• Alle kunstopleidingen
• Expertdag 1
-- programma
-- presentatieverslagen
-- evaluatie
• Expertdag 2
-- programma
-- presentatieverslagen
-- evaluatie
• Themakringdagen
* zie project
nieuws
• Alle nieuws-items
*in nieuws staan soms unieke
feiten (website academie x
heeft een prijs gewonnen)
* maar meestal is nieuws extra
attentie voor nieuwe items
die ook in de formeel correcte
categorie geplaatst zijn
archief
• Opleidingsprofielen
• Academiewebsites
• Rapporten en publicaties
• Festivals
• Platforms en projecten
• Didactiek
• Elektronisch leeromgevingen
* er is een zoekfunctie
* er is per persoon een
uitgebreide vermelding van
gegevens (functie, adres,
email, etc)
* alle items uit andere categorieën worden vroeger of later
naar het archief overgezet
* ‘archief’ is geen synoniem
voor verouderd
inhoudsopgave van de
website www.obkcomp.org
Een overzicht van hoofdcategorieën en eerste
niveau subcategorieën van de site obkcomp.
org met beknopte toelichtingen voor
gebruik. De site is een veranderlijk geheel dus
de specificatie hierboven is met name in de
diepste niveaus aan wijzigingen onderhevig.
pdf pagina 2 van 2 website.pdf
• opsomming pdf’s
* Alle pdf’s waar in deze
gedrukte rapportage naar
verwezen wordt vindt u in deze
directory
* Er kunnen verschillen zijn
met een ogenschijnlijk gelijk
document in een andere
webmap: in deze map staan
eindresultaten en de andere
bestanden zijn tussenresultaten
130 obkcompleet formele eindrapportage
formele eindrapportage project obkcomp
zoals ingediend bij de hbo-raad.
rens holslag, 27 juni 2003
10
inleiding
1 doelstellingen van het project
2 projectverloop
3 eindproducten van het project
4 projectorganisatie
5 conclusies
6 voorstellen vervolg/activiteiten
bijlage lijsten:
a deelnemers aan het kennisnetwerk
b deelnemers themakringen
c sprekers studiedag
d sprekers expertdagen
e deelnemers studiedag
f deelnemers expertdagen
g stuurgroep
pdf pagina 1 van 2 formeelrapport.pdf
formele eindrapportage
obkcomp: een project ter
stimulering van de verdere
ontwikkeling van een ictkennisinfrastructuur en
sectorale ict-agenda in het
hoger beeldende kunst- en
vormgevingsonderwijs
De discussiemiddagen werden gehouden aan
de hand van thema’s en stellingen. De globale
vijfdeling is: de mens, de school, het leren,
het beroep en de toekomst. Binnen ieder
thema is een verfijning aangebracht door
het formuleren van 12 discussiestellingen.
De stellingen werden in blokken van 15 minuten bediscussieerd. De discussieverslagen
zijn gepubliceerd op de projectwebsite.
Daarbij is een journalistieke bewerking uitinleiding
gevoerd om van een genotuleerd transcript
In augustus 2002 is het project ter
stimulering van de verdere ontwikkeling van te komen tot een voor buitenstaanders
leesbaar verhaal. Het kennisnetwerk heeft
een ict-kennis-infrastructuur en sectorale
ict-agenda in het hoger beeldende kunst- en de gelegenheid gehad om te reageren in de
vorm van aanvullingen of commentaar op die
vormgevingsonderwijs, na een periode van
zorgvuldige voorbereiding, daadwerkelijk van teksten. De teksten zelf zijn het volledige
eindresultaat vormen de gezamenlijke
start gegaan.
rapportage van het ‘werkveld’ aan het
overleg van academiedirecteuren (obk).
1. doelstellingen van het
In de schriftelijke eindpublicatie zal een
project
samenvatting van de discussieresultaten
• een bijdrage te leveren aan een scherper
focus op ict- gerelateerde kerncompetenties worden opgenomen. Bijgaande conclusies
en aanbevelingen zijn het gecomprimeerde
binnen de concept–competentieprofielen
resultaat van de themakringdiscussies en
van de BA-opleidingen beeldende kunst en
vormgeving, zich daarbij baserend op zowel overige projectactiviteiten.
de bestaande, als de zich ontwikkelende
Bijproducten van de themadiscussies (maar
beroepspraktijk.
niet onbelangrijk) zijn de voorbeelden van
• het inzicht in met ict verbandhoudende
‘best practises’ die uit de discussies naar
onderwijsontwikkeling en onderwijsvoren komen. De discussie over curriculumorganisatie-ontwikkeling binnen de sector
vernieuwing, onderwijsorganisatie en een
te bevorderen en dit in een internationaal
aanzet tot een ict-ontwikkelingsagenda
perspectief te plaatsen,
– zoals beoogd in de projectdoelstellingen
• een aanzet te geven tot de versterking van
– wordt middels de discussiestellingen bij
het ict-kennisnetwerk van de sector,
iedere themamiddag gevoerd.
• een aanzet te geven tot een ictontwikkelingsagenda voor de sector
Het volledige project was in alle stadia
en prioriteiten voor een eventueel
navolgbaar via de projectwebsite waarop
vervolgproject te identificeren.
niet alleen de deelnemers, de discussies en
de projectvoorstellen te vinden zijn, maar
2. projectverloop
ook resources met links naar relevante webHet project B&D/KUO is inmiddels
omgedoopt tot ‘obkcomp’. Er is een kennis- sites en artikelen, nieuws en een projectagenda. De site was het vliegwiel van het
netwerk van 124 personen aangemeld door
project. Enerzijds doordat niet alleen alle
de veertien deelnemende instellingen. Er is
stappen, maar ook alle mensen zichtbaar
daarbij een mooie spreiding van docenten,
zijn. Daardoor ontstaat een groepsgevoel.
ict-managers, werkplaatspersoneel en (een
Anderzijds ook doordat de site permanent
paar) studenten (bijlage a). De deelnemers
actueel gehouden wordt. Wijzigingen in
aan het kennisnetwerk zijn alle met naam,
gegevens, bijv samenstellingen van discusspecialisme en naw-gegevens gepubliceerd
siegroepen werden instant online verwerkt
op de projectwebsite www.obkcomp.org.
en daardoor ontstaat een groot gevoel van
Uit het netwerk zijn vijf discussiegroepen
betrouwbaarheid.
samengesteld van elk 8 à 15 deelnemers.
Bij de samenstelling van de groepen is
De publieke projectperiode is geëindigd op
naast specialismes en themakennis van de
24 april met een landelijke studiedag. Het
netwerkdeelnemers gekeken naar – min
programma van die dag was samengesteld
of meer – gelijkwaardige deelname uit alle
op basis van de ervaringen uit themakringen
instellingen (bijlage b). Praktisch bezien om
de matchingproblematiek eerlijk te verdelen, en signalen uit het netwerk (bijlage c). De
maar ook om de betrokkenheid van de totale dag was gericht georganiseerd met oog op
sector te maximeren en om de implementatie brede deelname; onder andere door het
van conclusies en aanbevelingen achteraf te opnemen van parallelsessies gericht op
specieke deelinteresses. Dit programma
bevorderen. Bijkomend voordeel blijkt de
versterking van het netwerk door enthousias- werd aangevuld met aansprekende plenaire
presentaties van ‘best practises’. De studiemerende ontmoetingen en inspirererende
dag werd bijgewoond door 160 deelnemers:
discussies.
110 uit het kunstonderwijs (directie t/m
onderwijsondersteuning); 23 uit de praktijk;
15 uit overige onderwijsinstellingen en 22
studenten.
131 obkcompleet formele eindrapportage
Op 18 juni is – als vervolg op de landelijke
studiedag – een expertmeeting ‘portfoliosites & elektronische leeromgevingen’
georganiseerd. Daarvoor waren de vijf
toonaangevende ontwikkelaars van zulke
systemen uitgenodigd. De dag werd
bijgewoond door 18 deelnemers: 13 uit het
kunstonderwijs en 5 uit aanverwant onderwijs (mbo, middelbare scholen) en uit de
praktijk (bijlage e).
3. eindproducten van het
project
• het kennisnetwerk; zoals gepubliceerd op
de website
• themakringen
• de site www.obkcomp.org
• studiedagen
• de publicatie ‘obkcompact’
5. conclusies
In het licht van de doelstellingen van het
project kan geconcludeerd worden dat het
project tot een goed resultaat heeft geleid.
Meer specifiek per deelresultaat:
6.3 overdraagbaarheid van projectresultaten
onderzoeken
Het project is beperkt tot het beeldend
en vormgevingsonderwijs. De overdraagbaarheid van de projectresultaten naar
andere sectoren van het kunstvakonderwijs
– muziek, dans en theater – dient onderzocht
5.1 het kennisnetwerk
te worden.
Door het opzetten van de themakringen is
er werkelijk een kennisnetwerk van de grond De verwachting bestaat dat deze sectoren
gekomen. Dit heeft bij de inhoudelijke voor- hun voordeel kunnen doen met de bevindinbereiden van de studiedag een belangrijke rol gen binnen het project obkcomp. Bovendien
gespeeld. Het kennisnetwerk is een blijvend zouden in de context van multidiciplinaire
samenwerkingsverbanden inspirerende ict
platform voor informatie-uitwisseling
tussen instellingen. De themakringen zullen toepassingen voor het voetlicht gebracht
kunnen worden (zie ook themakringen).
ook een rol kunnen spelen bij de verdere
implementatie van de projectresultaten.
6.4 voortzetting van themakringen
De themakringen blijken een belangrijke
De site werkt als een belangrijk instrument in rol te spelen in de kennisinfrastructuur.
Deelnemers van de themakringen wisselen
de kennis-infrastructuur.
De publicatie is op het moment van het
relevante ervaringen/inzichten uit, inspireren
schrijven van deze rapportage nog in
elkaar en behoeden elkaar voor het fenomeen
5.3 studiedagen
bewerking. Deze zal eind augustus in oplage De eerste studiedag (24 april) is gezien
dat op verschillende plaatsen het wiel weer
geproduceerd en verspreid worden.
opnieuw wordt uitgevonden. Het is belangrijk
de enorm goede opkomst: kwantitatief,
De beknopte publicatie ‘obkcompact’ werd eind juni 2004 maar ook in vertegenwoordiging van de
deze themakringen (en ook die van het
in oplage geproduceerd en verspreid. Parallel verscheen de
zusterproject – beroepkunstenaar.nl) in de
verschil
len
de
nivo’s
uit
de
instellingen,
de
volledige rapportage in pdf-vorm op de obkcomp-site, en
is tevens in geprinte vorm als naslagwerk ‘obkcompleet’
gepresenteerde inhoud en het niveau van
toekomst voort te zetten.
verspreid in augustus 2004.
de discussies zonder meer een succes te
Er dienen derhalve afspraken gemaakt te
noemen. De tweede studiedag (18 juni, voor worden over wie verantwoordelijk is voor het
experts) had een kleinere opkomst maar een onderhoud en op welke wijze de financiering
4. projectorganisatie
daarvan wordt geregeld.
Het project is uitgevoerd onder leiding van de uitstekend inhoudelijk resultaat.
projectleider dhr. ir. Rens Holslag.
De projectleider is in zijn werkzaamheden
5.4 de publicatie
6.5 sectorale samenwerking
bijgestaan door de stuurgroep, bestaande
In augustus zal er een omvangrijke publicatie Het is van groot belang de reeds bestaande
uit:
verschijnen die een documenterende en
samenwerking tussen instellingen op het
dhr. drs. J.J.L. Chabot, Willem de Kooning
inspirerende functie vervult. In eerste
gebied van ict te consolideren en waar
Academie, HRO Rotterdam (voorzitter
instantie is deze publicatie bedoeld voor
mogelijk te verbeteren.
stuurgroep)
het kennisnetwerk, maar ze is uiteraard ook Er wordt gedacht aan samenwerking gericht
mw. L. in ’t Hout, Design Academy Eindhoven beschikbaar voor een breder publiek uit
op ict-gerichte ondersteuning van de onderdhr. A. van der Weide, Hanzehogeschool
praktijk en onderwijs.
wijsorganisatie als geheel en de onderwijsCompacte rapportage ‘obkcompact’, juni 2004 Volledige leerprocessen. Onder verantwoording van
Groningen, Academie Minerva
rapportage in pdf-vorm op de obkcomp-site en volledige
dhr. J.P.M. Holtkamp, Premsela Stichting
een sectoraal samenwerkingsverband kan
rapportage printversie ‘obkcompleet’ juli 2004
Amsterdam (praktijklid)
gewerkt worden aan het ontwikkelen van een
dhr. drs. H. Haest (procescoördinator
ict toolbox voor collectief gebruik.
namens HBO-raad BKV ICT)
De afzonderlijke instellingen kunnen op basis
6. voorstellen vervolg/
van hun eigen specifieke behoefte de gewensactiviteiten
De stuurgroep is 6 maal bijeen geweest. De
te voorzieningen voor hun organisatie op
6.1 opleidingsprofielen en projectresultaten
belangrijkste taken van de stuurgroep waren: Conform eerder gemaakte afspraken zal het maat maken.
• controle voortgang project
obk op basis van de inhoudelijke rapportage Een dergelijk aanpak maakt het delen van
• bewaken grote lijnen, inhoudelijk en qua
(eindpublicatie) de opgestelde competentie- expertise en het optimaliseren van de output
aanpak
van geïnvesteerde middelen mogelijk.
profielen voor wat de ict competenties
• advisering over de wijze van inbedding van betreft, kritisch tegen het licht houden.
project in KUO.
einde formele eindrapportage aan HBO-raad en OBK
5.2 de website obkcomp
6.2 onderhoud site obkcomp
De gecreëerde site obkcomp is een
waardevol instrument voor het verstevigen
van het ict kennisnetwerk binnen het kunstvakonderwijs. De site is op het moment van
afronding van het project overgedragen
aan het obk. Het waarborgen van adequaat
onderhoud van de site is echter noodzakelijk.
Er dienen derhalve afspraken gemaakt te
worden over wie verantwoordelijk is het
onderhoud en op welke wijze de financiering
daarvan wordt geregeld.
pdf pagina 2 van 2 formeelrapport.pdf
132 obkcompleet lijsten sprekers en deelnemers
lijsten
Er wordt in deze publicatie relatief veel ruimte
gereserveerd voor de navolgende lijsten. Deelnemers,
leden, sprekers, etc. Het afdrukken ervan is geen
projectcolofon, maar een bijdrage aan (of eigenlijk aanzet
tot) projectcontinuering. De mensen die hierna vermeld
staan zijn alle deelnemer geworden om specifieke reden.
Bijvoorbeeld vanwege hun positie in het kunstonderwijs
of vanwege hun kennis van onderwijs en/of ict. Obkcomp
is niet als eenmalige vuurpijl afgeschoten maar is bij
voorkeur te vergelijken met een luchtballon die slechts
blijft drijven op regelmatig toegevoegde energie van
alle betrokken. Moge de navolgende opsommingen de
contacten tussen de deelnemers en ook het vinden van de
juiste contacten bevorderen.
a. kenniskringdeelnemers
(alfabetische lijst per instelling)
beknopte introductie
De directeuren van de Nederlandse kunstacademies
hebben ieder een lijst aangeleverd met kenniskringdeelnemers. De volledige lijst omvat 127 personen uit 14
instellingen. De personen zijn aangemeld op grond van
functie of interesse voor ict. Docenten van uiteenlopende
afstudeerrichtingen zijn in de meerderheid, maar er is een
flinke spreiding in de vertegenwoordiging; van studenten,
via werkplaatsmedewerkers, tot staf en management.
De kenniskring is wel permanent geïnformeerd en uitgenodigd, maar niet alle deelnemers zijn actief geworden.
De overlap met studiedagdeelnemers (totaal ruim 150
personen) is ongeveer 50%.
namenlijst
deelnemerskenniskring.pdf
download via www.obkcomp.org
gebruikte afkortingen:
AHK Amsterdam
voluit: Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, Academie voor
Beeldende Vorming Amsterdam
Academie Minerva Groningen
voluit: Academie Minerva – Hanzehogeschool Groningen
AKI Enschede
voluit: ArtEZ hogeschool voor de kunsten, AKI Akademie voor
Beeldende Kunst en Vormgeving Enschede
CABK Kampen
voluit: ArtEZ hogeschool voor de kunsten, Christelijke Hogeschool
voor de Kunsten Constantijn Huygens te Kampen
HKA Arnhem
voluit: ArtEZ hogeschool voor de kunsten, Hogeschool voor de
kunsten Arnhem
Fontys ABV Tilburg
voluit: Fontys Academie voor Beeldende Vorming Tilburg
AKV St Joost Breda
voluit: Hogeschool Brabant, AKV St Joost Breda
AKV St Joost Den Bosch
voluit: Hogeschool Brabant, AKV St Joost Den Bosch
HKU Utrecht
voluit: Hogeschool voor de Kunsten Utrecht
ABKM Maastricht
voluit: Hogeschool Zuyd, Academie Beeldende Kunsten Maastricht
KABK Den Haag
voluit: Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten Den Haag
WdKA Rotterdam
voluit: Hogeschool Rotterdam en Omstreken, Willem de Kooning
Academie Rotterdam
CLK: Centrum Leertechnologie voor de Kunsten
CMD: Communicatie en Multimedia Design
LEDA: Learning Environments for the Digital Academy
SURF: Stichting Universitaire Rekenfaciliteiten
VIT: Vernieuwingsbeleid InformatieTechnologie
obk: Overleg Beeldende Kunst
cad: computer aided design
cam: computer aided manufacturing
cgi: computer generated imagery
ict: informatie- en communicatietechnologie
ELO: Elektronische leer omgeving
HTML: HyperText Markup Language
SGML: Standard Generalized Markup Language
WIKI: een keten van onderling gelinkte
hypertekstdocumenten en andere tekstschermen op het web,
gemaakt door een gebruikersgemeenschap.
XML: Extensible Markup Language
pdf pagina 1 van 6 deelnemers.pdf
133 obkcompleet lijsten sprekers en deelnemers
b. themakring-deelnemers
(alfabetische lijst per themakring)
De discussiemiddagen werden gehouden aan de hand van
thema’s en stellingen. De globale vijfdeling is:
1. de mens,
2. de school,
3. het leren,
4. het beroep,
5. de toekomst
Binnen ieder thema is een verfijning aangebracht door het
formuleren van 12 discussiestellingen.
themasessie 1 de mens
mw. Marja Bernts • instructeur ict AKV St Joost Breda
dhr. Tristan Frencken • student Design Academy
Eindhoven
dhr. Hans Gremmen • deelnemer Werkplaats Typografie
Arnhem
dhr. Rens Holslag • projectleider obkcomp
dhr. Louis van der Linden • medewerker IR&O + docent
interactieve media WdKA Rotterdam
dhr. Hermen Maat • docent Academie Minerva Groningen
dhr. Hans van der Mars • hoofd werkplaats Design
Academy Eindhoven
dhr. Jouke Mellema • docent HKA Arnhem
dhr. Wijtse Rodenburg • coördinator + docent Design
Academy Eindhoven
dhr. Fred Thoolen • docent av AHK Amsterdam
dhr. Herman Vos • docent informatica ABKM Maastricht
themasessie 2 de school
dhr. René Bosma • coördinator + vakdocent AKV St Joost
Breda
dhr. Joost Dikker Hupkes • praktijkdocent computervaardigheden HKA Arnhem
dhr. Rens Holslag • projectleider obkcomp
dhr. Roel Klaassen • afdelingshoofd HKU Utrecht
dhr. Léon Kranenburg • student WdKA Rotterdam
dhr. Louis van der Linden • medewerker IR&O + docent
interactieve media WdKA Rotterdam
mw. Paulijn Offermans • ondersteunend ict-medewerker
ABKM Maastricht
dhr. Theo Pasveer • docent CABK Kampen
mw. Loes Sikkes • student WdKA Rotterdam
dhr. Hans Slierendregt • ict-manager KABK Den Haag
themasessie 3 het leren
dhr. Jef Folkerts • instructeur ict/webdesign CABK Kampen
dhr. Rens Holslag • projectleider obkcomp
dhr. Léon Kranenburg • student WdKA Rotterdam
mw. Anne-Ruth Meijer • docent WdKA Rotterdam
dhr. Loek Melis • docent Fontys ABV Tilburg
dhr. Tony van der Muijden • docent WdKA Rotterdam
dhr. Hille Pijlman • docent Fontys ABV Tilburg
mw. Loes Sikkes • student WdKA Rotterdam
mw. Susan Wevers • werkplaatsmeester AKV St Joost Den
Bosch
pdf pagina 2 van 6 deelnemers.pdf
themasessie 4 het beroep
dhr. Peter Dellenbag • docent HKA Arnhem
dhr. Theo Derksen • docent/coördinator ABKM Maastricht
dhr. Marc van Gend • student Design Academy Eindhoven
dhr. Rens Holslag • projectleider obkcomp
dhr. Léon Kranenburg • student WdKA Rotterdam
dhr. Bas Leurs • vakdocent AKV St Joost Breda
dhr. Peter Mertens • praktijkvertegenwoordiger
Amsterdam
dhr. Theo Pasveer • docent CABK Kampen
mw. Loes Sikkes • student WdKA Rotterdam
dhr. Hans Slierendregt • ict-manager KABK Den Haag
dhr. Bill Spinhoven • docent Academie Minerva Groningen
themasessie 5 de toekomst
dhr. Erik van Blokland • docent KABK Den Haag
mw. Olivia Ettema • vakdocent AKV St Joost Den Bosch
dhr. Rens Holslag • projectleider obkcomp
dhr. Joshua Jansen • docent av CABK Kampen
dhr. Bas Könning • docent AKI Enschede
dhr. Léon Kranenburg • student WdKA Rotterdam
dhr. Bas Leurs • vakdocent AKV St Joost Breda
mw. Loes Sikkes • student WdKA Rotterdam
dhr. Hans Slierendregt • ict-manager KABK Den Haag
dhr. Jaap van Triest • vakdocent AKV St Joost Breda
dhr. Johan Visser • vakdocent AKI Enschede
134 obkcompleet lijsten sprekers en deelnemers
c. sprekers studiedag 24 april 2003
sprekers en betrokkenen algemene studiedag obkcomp
24 april 2003 in Eindhoven
(alfabetische lijst)
e. deelnemers studiedag
(alfabetische lijst)
dhr. Alex Adriaansens • directeur V2 Rotterdam
dhr. Henk van Alphen • instructeur ict AKV St Joost Breda
dhr. Allie van Altena • docent en coördinator De Nieuwe
dhr. Alex Adriaansens • praktijkvertegenwoordiger V2
Avondopleiding Academie Minerva Groningen
Rotterdam
dhr. Yariv Alter Fin • docent audiovisueel Gerrit Rietveld
dhr. Emile Bijk • HKU Utrecht
Academie / Sandberg Instituut Amsterdam
dhr. Petr van Blokland • KABK Den Haag
dhr. Pieter Baan Muller • docent/coördinator Mediakunst
dhr. J.J.L. Chabot • directeur WdKA Rotterdam
dhr. Peter Godefrooij • HKA Arnhem
en voorzitter ‘AKI Digitaal’ AKI Enschede
dhr. Cees Baarda • systeembeheerder onderwijs WdKA
dhr. Frans Hegge • Design Academy Eindhoven
dhr. Marcel Hoeve • praktijkvertegenwoordiger firma First Rotterdam
mw. Gerrie Babtist • docent en coördinator Ruimtelijk
Model, Leek
Ontwerp Academie Minerva Groningen
mw. Liesbeth in ’t Hout • Design Academy Eindhoven
dhr. Matthias Keller • praktijkvertegenwoordiger Europees dhr. Mark de Belder • directeur Sint Lucas (Karel de Grote
Hogeschool) Antwerpen
Keramisch Werkcentrum Den Bosch
mw. Marja Bernts • instructeur ict AKV St Joost Breda
dhr. Bas Könning • AKI Enschede
dhr. Rob van Kranenburg • WdKA Rotterdam / AKV St Joost mw. Korrie Besems • docent fotografie afdeling Vrije Kunst
Breda
faculteit Beeldend HKA Arnhem
dhr. Jeff Beukema • student mediavormgeving Academie
dhr. Petri Leijdekkers • Academie Minerva Groningen
Minerva Groningen
dhr. Bas Leurs • AKV St Joost Breda
dhr. Ruud Bevers • student AKV St Joost Breda
dhr. Louis van der Linden • WdKA Rotterdam
dhr Emile Bijk • projectleider clk/ckv2 faculteit KMT HKU
dhr. Peter Luining • praktijkvertegenwoordiger CtrlAltDel
Utrecht
Amsterdam
dhr. Evert Bloemsma • docent AKV St Joost Breda
dhr. Peter Mertens • praktijkvertegenwoordiger Digitale
dhr. Petr van Blokland • ontwerper Buro Petr van Blokland
Dingen Amsterdam
+ Claudia Mens Delft
dhr. Johannes Mol • AHK Amsterdam
mw. Monique Mulder • praktijkvertegenwoordiger Mattmo dhr. Erik van Blokland • docent KABK Den Haag
dhr. Jeroen van der Borgth • student mediavormgeving
Amsterdam
Academie Minerva Groningen
dhr. Richard Ouwerkerk • WdKA Rotterdam
dhr. Jurjen Bosklopper • student CABK Kampen
mw. Ine Poppe • WdKA Rotterdam
dhr. Timo Breumelhof • adviseur intra- & internet Design
dhr. Robert van Rixtel • praktijkvertegenwoordiger [Z]OO
Academy Eindhoven
producties Eindhoven
mw. Sandra Brocx • Mediatheek AKV St Joost Breda
dhr. Bill Spinhoven • Academie Minerva Groningen
dhr. Colin Brookes • consultant Stichting Kunst en Indusdhr. Taco Stolk • KABK Den Haag
trie Enschede
dhr. Jack Verduyn Lunel • KABK Den Haag
mw. Jette Buursink • student DBKV HKA Arnhem
dhr. Jules van de Vijver • AKV St Joost Den Bosch/Breda
dhr. Flip Wegner • praktijkvertegenwoordiger Eden Design dhr. Jeroen Chabot • stuurgroep (namens OBK) WdKA
Rotterdam
Amsterdam
mw. Antoinette Claproth • beheerder computerwerkplaats
dhr. Albert van der Weide • Academie Minerva Groningen
grafisch ontwerpen Gerrit Rietveld Academie Amsterdam
dhr. Wilhelm Weitkamp • CABK Kampen
mw. Marianne Clermonts • student mediavormgeving
Academie Minerva Groningen
dhr. Bernard Coops • student CABK Kampen
dhr. Peter van de Cotte • docent Sint-Lucas Beeldende
Kunst Gent
dhr. Hans Curvers • support Stichting De Witte Dame
d. sprekers expertdagen
Eindhoven
sprekers expertmeeting 18 juni 2003 AKV St Joost Breda
dhr. Peter Dellenbag • docent HKA Arnhem
(alfabetische lijst)
dhr. Emile Bijk en dhr. Simon van Lammeren • HKU Utrecht dhr. Theo Derksen • coördinator Visuele Communicatie
ABKM Maastricht
dhr. Petr van Blokland • KABK Den Haag
dhr. Theo Dijkslag • docent mediavormgeving Academie
dhr. Bas Könning en Johan Visser • AKI Enschede
Minerva Groningen
dhr. Bas Leurs en dhr. Rens Holslag • AKV St Joost Breda
dhr. Simon Dijkstra • docent Noordelijke Hogeschool
dhr. Louis van der Linden • WdKA Rotterdam
Leeuwarden
dhr. Joost Dikker Hupkes • praktijkdocent computersprekers expertmeeting 12 december 2003 AKI Enschede
vaardigheden HKA Arnhem
(alfabetische lijst)
dhr. Hans Dingjan • docent schilderen • CABK Kampen
dhr. Emile Bijk • HKU Utrecht
mw. Marijke Dirickx • docent multimedia • Sint-Lucas/
dhr. Petr van Blokland • KABK Den Haag
dhr. Erik van Blokland • postgraduate TypeMedia afdeling Hogeschool voor Wetenschap & Kunst • Gent
dhr. Bill Easter • coördinator grafisch ontwerpen AKV St
van de KABK Den Haag
Joost Den Bosch en Breda
dhr. Rens Holslag • projectleider obkcomp
dhr. Bjorn Eerkes • instructeur technische vaardigheden
dhr. Bas Könning en dhr. Johan Visser • AKI Enschede
media Academie Minerva Groningen
dhr. Bas Leurs • AKV St Joost Breda
mw. Kiki van Eijk • ontwerper Eindhoven
mw. Joke Oosterhuis • ArtEZ KtweeO Arnhem
dhr. Gerard Engels • docent cad Design Academy
dhr. Hans Smit • Sint Lucas College Boxtel
Eindhoven
pdf pagina 3 van 6 deelnemers.pdf
135 obkcompleet lijsten sprekers en deelnemers
dhr. Piet Fioole • directeur AKV St Joost Den Bosch
dhr. Jef Folkerts • instructeur webdesign/ict CABK Kampen
dhr. Marc van Gend • student man&activity Design
Academy Eindhoven
dhr. Wilco Geursen • inhoudelijk coördinator studierichting grafisch ontwerpen CABK Kampen
mw. Marijke Geurts • ontwerper Eindhoven
dhr. Peter Godefrooij • directeur HKA Arnhem
dhr. Hans Gremmen • deelnemer Werkplaats Typografie
Arnhem
dhr. Izaak de Haan • student Academie Minerva Groningen
mw. Yvonne de Haan • lid College van Bestuur Gerrit
Rietveld Academie Amsterdam
dhr. Henk Haest • docent Koninklijk Conservatorium Den
Haag
dhr. Frans Hegge • docent Design Academy Eindhoven
mw. Ingeborg Hendriks • ontwerper Buro Petr van Blokland
+ Claudia Mens Delft
dhr. George Herfkens • coördinator mediawerkplaats
Academie Minerva Groningen
dhr. Peter Hermans • computer based testing & interaction
design Cito groep Arnhem
dhr. Marcel Hoeve • directeur First Model Rapid
Prototyping Leek
dhr. Robert-Jan Hofhuis • docent grafisch ontwerpen
CABK Kampen
dhr. Rens Holslag • projectleider obkcomp
dhr. Jos Holtkamp • stuurgroep (namens praktijk) Premsela
stichting voor Nederlandse Vormgeving Amsterdam
mw. Tonny Holtrust • directeur ArtEZ faculteit BKV Arnhem
dhr. Christiaan Honig • beheerder computerwerkplaats
grafisch ontwerpen Gerrit Rietveld Academie Amsterdam
mw. Marloes Hoogenstraaten • beeldend kunstenaar/
docent Eindhoven
dhr. Wouter Hooijmans • hoofddocent AKI Enschede
mw. Liesbeth in ’t Hout • lid College van Bestuur Design
Academy Eindhoven
mw. Adinda Hozee • medewerker intranet AKV St Joost
Breda
dhr. Rob Huisman • directeur Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers Amsterdam
dhr. Paul van ’t Hullenaar • coördinator zaterdagacademie
AKV St Joost Breda
dhr. Jachim van Huut • student mediavormgeving
Academie Minerva Groningen
dhr. Joshua Janssen • docent av/nieuwe media CABK
Kampen
dhr. Mark Janssen • fotograaf Visualdrug Amsterdam
dhr. Eugene Jongerius • docent HKU Utrecht
dhr. Alan Joseph • student Academie Minerva Groningen
mw. Marie-Thérèse van de Kamp • docent Fontys ABV
Tilburg
dhr. Matthias Keller • coördinator design Europees Keramisch Werkcentrum Den Bosch
mw. Yolande van Kessel • onderwijsmanager Design
Academy Eindhoven
dhr. Dick Kleingeld • coördinator DBKV Christelijke Hogeschool Windesheim Zwolle
dhr. Bas Könning • docent interactieve media AKI
Enschede
mw. Wilma Korenromp • textielontwerper/senior instructeur Design Academy Eindhoven
dhr. Léon Kranenburg • student grafisch ontwerpen WdKA
Rotterdam
dhr. Hans Laban • docent AKV St Joost Breda
dhr. Simon van Lammeren • projectmedewerker clk/ckv2
HKU faculteit KMT Utrecht
pdf pagina 4 van 6 deelnemers.pdf
mw. Kirsten Langmuur • ontwerper Buro Petr van Blokland
+ Claudia Mens Delft
mw. Annelies de Leede • studieleider Utrecht School of
Product Design HKU Utrecht
dhr. Petri Leijdekkers • directeur Frank Mohr Instituut
Groningen
dhr. Bas Leurs • vakdocent AKV St Joost Breda
mw. Karin van Lieshout • ontwerper Eindhoven
dhr. Louis van der Linden • medewerker IR&O • docent
interactieve media • WdKA Rotterdam
dhr. Huub Looze • docent meubelontwerpen en cad AKV St
Joost Breda
dhr. Peter Luining • kunstenaar/filosoof ctrlaltdel.org
Amsterdam
dhr. Hermen Maat • docent Academie Minerva Groningen
dhr. Mark Madel • docent nieuwe media Gerrit Rietveld
Academie Amsterdam
dhr. Ton Mars • coördinator 2e jaar + docent 1e en 2e fase
Academie Minerva Groningen
dhr. Hans van der Mars • hoofd werkplaats Design
Academy Eindhoven
mw. Nicole Martinot • docent lerarenopleiding HKA
Arnhem
mw. Mirjam Mazurel • studentenzaken/student affairs
Gerrit Rietveld Academie Amsterdam
mw. Anne-Ruth Meijer • docent kunst- en cultuurgeschiedenis /studiementor tweede fase VO WdKA
Rotterdam
dhr. Peter Mertens • praktijkvertegenwoordiger Digitale
Dingen Amsterdam
mw. Judith Mestriner • coördinator AKV St Joost Breda
dhr. Wim Meter • docent Noordelijke Hogeschool
Leeuwarden
dhr. Marc Mijer • journalist + redactie obkcomp Ouderkerk
a/d Amstel
dhr. Johannes Mol • B&D-KUO oefenbank AHK Amsterdam
dhr. Marco van der Molen • directeur First Model Rapid
Prototyping Leek
dhr. Tony van Muijden • docent WdKA Rotterdam
mw. Monique Mulder • directeur Mattmo Amsterdam
mw. Marije van der Nat • medewerker av Studio HKA
Arnhem
dhr. Wouter Nip • student mediavormgeving Academie
Minerva Groningen
dhr. Willem Nobbe • docent grafisch ontwerpen/typografie CABK Kampen
dhr. Robin Noorda • docent media vormgeving Academie
Minerva Groningen • artdirector Morphosis bv Amsterdam
dhr. Martin van Opdorp • coördinator autonome kunsten
AKV St Joost Breda
mw. Juriënne E.D. Ossewold • hoofd opleiding
communication & multimedia design, Academie voor ict &
Management AIM AKV St Joost Breda
dhr. Richard Ouwerkerk • directeur WdKA Rotterdam
dhr. Theo Pasveer • docent grafisch ontwerpen CABK
Kampen
mw. Ine Poppe • documentairemaker/journalist IP Producties Amsterdam
mw. Marja van Putten • zelfstandig kunstenaar/webdesigner Amsterdam
mw. J. de Ridder • lid college van bestuur SintLucas Boxtel
dhr. Boudewijn Rietveld • coördinator B&D-projecten/
HBO&ICT Groenekan
dhr. Simon van de Rijdt • student mediavormgeving
Academie Minerva Groningen
dhr. Robert van Rixtel • uitgever [Z]OO producties
Eindhoven
136 obkcompleet lijsten sprekers en deelnemers
dhr. Mathie Royen • instructeur Praktijk Onderwijs ABKM
Maastricht
dhr. Lourens Rozema • systeembeheerder Academie
Minerva Groningen
mw. Maud Sauer • projectleider Kunstenaars&CO
Amsterdam
dhr. Marco Savelsbergh • docent meubelontwerpen CABK
Kampen
mw. Karin van Schijndel • student AKV St Joost Breda
mw. Agnes Scholte • docent Noordelijke Hogeschool
Leeuwarden
dhr. Frank Scholten • docent cad Design Academy
Eindhoven
mw. Loes Sikkes • student grafisch ontwerpen WdKA
Rotterdam
dhr. Hans Slierendregt • ict coördinator KABK Muziek en
Dans Den Haag
dhr. Robert Smit • studieleider domein Beeldende Kunst
en Vormgeving AHK Amsterdam
dhr. Hans Smit • hoofd ict & Innovatie SintLucas Boxtel
dhr. Peter Sonderen • directeur AKI Enschede
dhr. Ron Spaan • instructeur technische vaardigheden
media Academie Minerva Groningen
dhr Bill Spinhoven • docent Academie Minerva Groningen
dhr. Rien Sprenger • hoofd van School voor Kunsteducatie
van de HKU Utrecht
mw. Judith Steijvers • student AKV St Joost Breda
dhr. Martin Stoete • werkplaatsassistent Gerrit Rietveld
Academie Amsterdam
dhr Taco Stolk • hoofd xFac (ExtraFaculteit) KABK Den Haag
Interfaculteit Beeld & Geluid Leiden
dhr. René Swetter • praktijkadviseur obkcomp A&I consult
Hilversum
dhr. Raoul Thepen • student mediavormgeving Academie
Minerva Groningen
dhr. Jaap van Triest • docent AKV St Joost Breda • redactie
en ontwerp obkcomp Amsterdam
dhr. Kenji Tsujimaru • student KABK Den Haag
dhr. Joris Verdoodt • docent Sint-Lucas Beeldende Kunst
Gent
dhr. Kobe Vermeire • docent Sint-Lucas Beeldende Kunst
Gent
dhr. Lucas Verweij • domeinhouder Informatie management Premsela stichting voor Nederlandse Vormgeving
Amsterdam
dhr. Ben Vierdag • adjunct-directeur Academie Minerva
Groningen
dhr. Jules van de Vijver • voorzitter directie AKV St Joost
Den Bosch/Breda
dhr. Berend Vink • docent HKA Arnhem
dhr. Jaap Vinken • projectcoördinator Stichting The One
Minute De Eenminuten CKV-internetworkshops Sandberg
Instituut Amsterdam
dhr. Johan Visser • vakdocent grafisch ontwerpen Visuele
Communicatie AKI Enschede
dhr. Herman Vos • docent computertoepassingen ABKM
Maastricht
dhr. Paul de Vries • bibliotheek/mediatheek Gerrit Rietveld
Academie Amsterdam
dhr. Fred de Vries • docent multimedia, commerciële
presentatie technieken en kunstgeschiedenis ROC Aventus
sector Economie & Ondernemen Apeldoorn
dhr. Flip Wegner • ontwerper Eden Design Amsterdam
dhr. Albert Van Der Weide • directeur Academie Minerva
Groningen
dhr. Wilhelm Weitkamp • locatiedirecteur CABK Kampen
mw. Esther Weltevrede • student AKV St Joost Breda
pdf pagina 5 van 6 deelnemers.pdf
dhr. Martin Wenzel • ontwerper Buro Petr van Blokland +
Claudia Mens Delft
mw. Henriëtte Wiessing • docent Fontys ABV Tilburg
dhr. Ferry Wilting • projectleider Academie Minerva
Productie Academie Minerva Groningen
dhr. Mark Winkel • student mediavormgeving Academie
Minerva Groningen
mw. Carole Witteveen • docent tekenen/schilderen HKA
Arnhem
137 obkcompleet lijsten sprekers en deelnemers / stuurgroep
f. deelnemers expertdagen
g. stuurgroep van het project
deelnemers expertdag 18 juni 2003 AKV St Joost Breda
voorzitter stuurgroep
dhr. Emile Bijk • HKU Utrecht faculteit KMT
dhr. Petr van Blokland • KABK Den Haag
dhr. Timo Breumelhof • Design Academy Eindhoven
dhr. Colin Brookes • Stichting Kunst&Industrie Enschede
dhr. Rens Holslag • dagvoorzitter • HBO-Raad/project B&D
dhr. Roel Klaassen • HKU Utrecht
mw. Roos Kleingeld • praktijkvertegenwoordiger software-ontwikkeling voor middelbaar onderwijs Zwolle
dhr. Bas Könning • AKI Enschede
dhr. Bas Leurs • AKV StJoost Breda
dhr. Louis van der Linden • WdKA Rotterdam
dhr. Hans Smit • SintLucas Boxtel
dhr. Johan Visser • AKI Enschede
dhr. Herman Vos • ABKM Maastricht
dhr. J.J.L. Chabot • directeur Willem de Kooning Academie
HRO Rotterdam
(alfabetische lijst)
deelnemers expertdag 12 december 2003 AKI Enschede
dhr. Mark de Belder • departement kunst Karel de Grote
Hogeschool Antwerpen
dhr. Emile Bijk • HKU Utrecht Hilversum
dhr. Petr van Blokland • KABK Den Haag
dhr. Erik van Blokland • postgraduate TypeMedia afdeling
van KABK Den Haag
dhr. Colin Brookes • Stichting Kunst en Industrie Maarssen
dhr. Peter Dellenbag • HKA Arnhem
dhr. Hans Gremmen • AKV St Joost Breda + deelnemer
Werkplaats Typografie Arnhem
dhr. Peter Hermans • praktijkvertegenwoordiger Cito
groep Arnhem
dhr. Rens Holslag • dagvoorzitter • projectleider obkcomp
mw. Yolande van Kessel • Design Academy Eindhoven
dhr. Bas Könning • AKI Enschede
dhr. Petri Leijdekkers • Academie Minerva / Frank Mohr
Instituut Groningen
dhr. Bas Leurs • AKV St Joost Breda
mw. Joke Oosterhuis • ArtEZ KtweeO Arnhem
dhr. Hans Smit • Sint Lucas College Boxtel
dhr. Johan Visser • AKI Enschede
pdf pagina 6 van 6 deelnemers.pdf
(alfabetische lijst)
procescoördinator namens HBO-raad BKV ICT
dhr. H. Haest
projectleider obkcomp
dhr. Rens Holslag
praktijklid
dhr. J.P.M. Holtkamp • Premsela stichting voor Nederlandse Vormgeving Amsterdam
leden
mw. L. in ’t Hout • lid college van bestuur Design Academy
Eindhoven
dhr. A. van der Weide • directeur Academie Minerva
– Hanzehogeschool Groningen
138 obkcompleet colofon
colofon
(auteurs, medewerkers, externe deskundigen)
projectondersteuning en -administratie
projectorganisatie en -uitvoering
Irene Vlaming • Diemen/Amsterdam
(Holslag vof)
Rens Holslag • AKV St Joost Breda
(projectleider)
stuurgroep obkcomp
dhr. J.J.L. Chabot • adjunct directeur Willem
de Kooning Academie HRO Rotterdam
(voorzitter stuurgroep)
mw. L. in ’t Hout • lid college van bestuur
Design Academy Eindhoven (lid)
dhr. A. van der Weide • directeur Academie
Minerva – Hanzehogeschool Groningen (lid)
dhr. J.P.M. Holtkamp • Premsela stichting
voor Nederlandse Vormgeving Amsterdam
(praktijklid)
dhr. H. Haest (procescoördinator namens
HBO-raad BKV ICT)
coördinatie benchmark en disseminatieprojecten
kunstonderwijs (kuo)
dhr. B. Rietveld, Groenekan (projectmanager
Benchmark & Disseminatie)
dhr. E. van Braam, Den Haag (secretaris
Sectoraal Advies College Kunstonderwijs,
HBO-raad)
logistiek, catering, interieurontwerp en
zaalinrichting studiedag
Marijke Geurts • Eindhoven (ontwerpbureau
Marijke Geurts)
Kiki van Eijk • Eindhoven (bureau Marijke
Geurts)
Karin van Lieshout • Eindhoven (bureau
Marijke Geurts)
techniek studiedag
Hans van der Mars • Eindhoven (Design
Academy)
Hans Curvers • Eindhoven (De Witte Dame)
grafisch ontwerp en productie uitnodiging,
programma, bewegwijzering, naamtags studiedag
Léon Kranenburg • WdKA Rotterdam
Loes Sikkes • WdKA Rotterdam
fotografie studiedag
Mark Janssen • Amsterdam (fotocollectief
Visualdrug)
Bas Leurs • Den Haag
lettertype
tekst, samenstelling en eindredactie
Rens Holslag • Diemen
verslaglegging en tekstbijdrages themakringen
Henk Haest • Amsterdam
Marc Mijer • Ouderkerk aan de Amstel
tekstbijdrages en redactionele assistentie
eindrapport
Henk Haest • Amsterdam
Bas Leurs • Den Haag
Jaap van Triest • Amsterdam
auteur ict(a)broad
Rob van Kranenburg • Gent/Amsterdam
Deze publicatie werd gezet in een nieuw
lettertype ontworpen door Evert Bloemsma,
‘Legato’, vanaf mei 2004 geleverd door
Fontshop.
omslag
De chronologie op de omslag van deze
publicatie is gemaakt door An de Rogien en
Jaap van Triest met dank aan Hans Gremmen
• de foto’s aan de binnenzijde omslag zijn van
Mark Janssen, Hans Gremmen, Bas Leurs en
Rens Holslag, aangevuld met beelden uit de
videoregistraties.
bijdragen aan verslaglegging expertdagen
Bas Leurs • Den Haag
Hans Gremmen • Arnhem
grafisch ontwerp eindrapportage obkcompact,
online pdf's en deze uitgave
programmeren en ontwerp website
digitaal drukwerk omslag
Bas Leurs • Den Haag
Mebo print • Amsterdam
webhosting
digitaal drukwerk en binden
Amaze Internet Services vof • Amsterdam
John van Peer • AKV St Joost Breda
Jaap van Triest • Amsterdam
praktijkadviseurs
René Swetter • Hilversum
Peter Mertens • Amsterdam
fotografie en videoregistratie themakringen
Léon Kranenburg • WdKA Rotterdam
Loes Sikkes • WdKA Rotterdam
Bas Leurs • Den Haag
Rens Holslag • Diemen
uitgave
Rens Holslag in opdracht van Overleg
Beeldende Kunst OBK
en de HBO-raad • Den Haag
kopierecht citaten
toegestaan onder voorwaarde van vermelding
van de website www.obkcomp.org
vragen, opmerkingen en reacties
[email protected]
isbn 90-804601-3-3 obkcompact
isbn 90-804601-4-1 obkcompleet
pdf pagina 1 van 1 colofon.pdf
Download