Hertaling octrooi De Staten-Generaal van de Verenigde Nederlanden, iedereen die deze vertegenwoordigen zal dit zal worden getoond, saluut. Wij laten het volgende weten: De welvaart van de Verenigde Nederlanden bestaat voornamelijk uit navigatie, handel en commercie die in dezelfde landen als in het verleden wordt gedreven en van tijd tot tijd lofwaardig uitgebreid wordt, niet alleen met de naburige koninkrijken en landen maar ook met de landen die hier verder vandaan liggen, in Europa, Azië en Afrika. In de laatste tien jaar is door enige vooraanstaande kooplieden van dit land, liefhebbers van de navigatie, handel en commercie in vreemde landen, een compagnie binnen de stad Amsterdam opgericht, met grote kosten, veel moeite en gevaar, die zeer lofwaardig navigeert en handel drijft op Oost-Indië. Het blijkt dat dit goed en groot is, waarop onlangs verschillende andere kooplieden zowel in Zeeland, aan de Maas, als in het Noorderkwartier en West-Friesland, ook dergelijke compagnieën hebben opgericht en de eerder beschreven navigatie, handel en commercie meteen begonnen zijn. Wij hebben overdacht en ruim overwogen hoe belangrijk het voor de Verenigde Landen en de goede inwoners daarvan is, dat deze navigatie, handel en commercie onder een goede algemene orde, wellevendheid, correspondentie en gemeenschap belegd, onderhouden en uitgebreid mogen worden. Wij hebben goedgekeurd om daartoe de bewindhebbers van de eerder beschreven compagnieën naar voren te brengen en hen voor te stellen dat het eerlijk, dienstvaardig en winstgevend zou zijn niet alleen voor de Verenigde Landen maar ook voor allen die bij deze lofwaardige handel Ter hand genomen hadden en daarin participeerden) zou wezen dat deze Compagnieën verenigd en de voorschreven handelingen onder een vaste en zekere eenheid, orde en bestuur gemeenschappelijk zou mogen worden gehouden, gedreven en uitgebreid voor alle ingezetenen der Verenigde Nederlanden die daarin zouden willen participeren. Nadat dit door de afgevaardigden van de voorschreven Compagnie duidelijk gemaakt was en in verschillende bijeenkomsten, beraadslagingen en rapporten tezamen was gebracht, hebben wij na rijp beraad ter bevordering van de dienst en welstand van de Verenigde Nederlanden eenparig het voordeel voor alle ingezetenen van deze voorschreven vereniging goedgekeurd en bevestigd, keuren goed en bevestigen bij deze met onze macht en autoriteit, ook met vaste wetenschap onder de punten, vrijheden en voordelen hierna verklaard. Ten eerste dat voor de equipage die ten dienste en voordeel van deze Compagnie gedaan zal worden, de Kamer van de Bewindhebbers binnen de stad Amsterdam zal hebben te zorgen voor de ene helft, de Kamer van Zeeland een vierde part en de Kamers op de Maas en in Noord-Holland en West-Friesland elk een achtste part. Dat zo vaak als nodig zal zijn een algemene vergadering of college uit de voorschreven Kamers gehouden zal worden van zeventien personen, waarin uit de Kamer Amsterdam zullen verschijnen acht, uit Zeeland vier, uit de Maas twee en evenveel uit Noord-Holland twee, welverstaande dat de zeventiende persoon bij toerbeurt door die van Zeeland, Maas en Noord-Holland in de vergadering zal worden Deze verenigde Compagnie zal beginnen en een aanvang nemen met dit jaar 1602 en zal gedurende de tijd van eenentwintig jaren achtereen voortbestaan. Voorwaarde is dat men elke tien jaren een afsluiting van de rekening zal maken en elk tegen het einde van de tien jaren vrij zal zijn daaruit te mogen scheiden en zijn geld tot zich nemen. Welverstaande dat van de tegenwoordige equipage en uitreding van schepen die binnen dit jaar zullen uitvaren, een bijzondere rekening gemaakt zal worden. De onkosten die door de participanten van de eerste rekening in Oost-Indië of door de Straat van Magellanes waar deze Compagnie verkeren zal, zullen worden gemaakt en waarvan de participanten van de volgende rekening zullen profiteren en tot voordeel strekken, zullen die van de tweede rekening afdragen de helft van de gelden of zo veel minder als het College van de zeventien bevinden zal in redelijkheid te behoren. In geval enige participanten in deze aanstaande reis geen genoegen hebben aan deze vereniging en hun geld terug willen nemen of de beloofde som opzeggen, die zullen dat mogen doen, mits men hen rente geven zal ter hoogte van zeven en een half procent of meer zoals hen toegezegd is. Alle ingezetenen van deze geünieerde provincies zullen in deze Compagnie mogen participeren met zo weinig of zoveel geld als het hen zal believen. En mocht het gebeuren dat er meer geld wordt aangeboden of gepresenteerd dan de scheepvaart vereist, dan zullen diegenen die in de Compagnie meer dan dertigduizend guldens hebben naar rato van hun kapitaal verminderen om anderen plaats te geven. En de ingezetenen die bij openbare aanplakking van biljetten waar men gewoon is biljetten aan te plakken binnen de tijd van een maand na datum dezes gewaarschuwd worden, zullen binnen de tijd van vijf maanden ingaande de eerste april aanstaande in deze Compagnie worden toegelaten en zij mogen hun geld dat zij willen inleggen, opbrengen in drie termijnen, te weten ongeveer een derde part voor de uitrusting voor het jaar zestienhonderd en drie, een derde part voor de equipage van het jaar 1604 en het resterende derde part voor de uitreding van het jaar zestienhonderd en vijf, een mand nadat zij daarvan zullen zijn gevraagd door de Bewindhebbers. Dezelfde waarschuwing zal worden gegeven in de maand maart voor de afloop van de eerste elf jaren van dit octrooi, te weten in het jaar zestienhonderd en twaalf. De schepen die van de reis terugkeren zullen wederom komen naar de plaats vanwaar ze vertrokken zijn. En mocht het door de weersgesteldheid of de wind gebeuren dat de schepen in het ene kwartier vertrokken en aankwamen in het andere, bijvoorbeeld van Amsterdam of het Noorderkwartier in Zeeland of op de Maas of die van Zeeland in Holland, dan zal niettemin elke Kamer het bewind en de administratie van haar uitgezonden schepen en handel behouden. Mits de Bewindhebbers van een Kamer gehouden zullen zijn zelf persoonlijk naar de plaats te gaan waar de schepen en handel aangekomen zijn en geen facteurs daarvoor zullen mogen aanstellen. Maar in geval hen dat zelf niet gelegen kwam om te reizen, dan mogen zij de Bewindhebbers van de Kamer waar de schepen gearriveerd zijn met de administratie belasten. Als de ene of de andere Kamer specerijen of andere koopwaren uit Indië gekregen heeft en andere Kamers geen of nog geen hebben gekregen, dan zal in zo’n geval de Kamer die voorzien is de andere Kamers op hun verzoek naar gelang de zaak voorzien en goederen zenden en elke keer meer zenden wanneer zij weer uitverkocht zullen zijn. Dat men rekening van de equipage en de uitrusting van de schepen met wat daarbij hoort zal afleggen drie maanden na het vertrek van de schepen en een maand daarna kopie aan de respectieve Kamers zal zenden. Van de retouren zullen de Kamers zo dikwijls als zij daarom vragen een staat aan elkaar sturen en de rekeningen daarvan zal men zo spoedig sluiten als mogelijk zal zijn, en de generale rekening na tien jaren zal gedaan worden in het openbaar, waarvoor tevoren biljetten zullen worden aangeslagen om iedereen te waarschuwen die voor het afhoren daarvan zal willen komen. De Kamers zullen gehouden zijn aan de provincies of steden waarvan de ingezetenen in deze Compagnie belangen zullen hebben, vijftigduizend gulden of meer over te sturen wanneer er retourschepen zullen komen een staat van de ingekomen vrachten alsook een staat van de gelden voor de verkochte handelswaren, voor zo ver zij door de provincies of steden daarom verzocht worden. En als enige provincies goedvinden om een agent aan te stellen die de gelden bij de inwoners van de respectieve provincies zal verzamelen om die gezamenlijk in te leggen en van de retouren en inkomsten betaling te eisen, dan zal de Kamer die agent die geld inbrengt moeten toelaten in de voornoemde Kamer om aldaar geïnformeerd te worden over de staat van de uitgaven en inkomsten, alsmede de baten en lasten van het comptoir (= handelskantoor of factorij), behoudens dat het geld dat door de voornoemde agent ingebracht zal worden, de som van vijftigduizend guldens of meer zal bedragen. Als er van de retouren vijf procent in kas zal zijn, zal men aan de participanten uitkering doen. De respectieve Kamers zullen bedient worden door de tegenwoordige bewindhebbers, en wel de Kamer Amsterdam door Gerryt Bycer, Reynier Pauw, Pieter Dircxz Haselaer, Jacques de Velaer, Jehan Janss, Carel Bernert Berrewyns, Jehan Joppen, Hans Hunger, Heyndrick Buyck, Louys del Beque, Dirck van Os, François van Houve, Elbert Lucasz, Isaac le Maire, Syvert Pieterss, Sem Gerryt Reinst, Marcus Vogelaer, Jehan Hermensen, Guert Dircxz, Huybrecht Wachtmans, Leonaert Ray, Albert Symonsz Joncheyn en Arent ten Grootenhuys. De Kamer Zeeland door Adriaen Hendricxz ten Haeff, Jacob Boreel, Jehan Lambertsz Coole, Jacob Pieterss de Weert, Cornelis Muenicx, Adriaen Bommené, Laurens Bacx, Everhardt Becquer, Arnoult le Clerck, Arnoult Verhouve, Gherardt van Schoonhove, Nicolaes Pieterss, Balthazar van Vlierden en Balthazar de Moucheron. De Kamer Delft door Jehan Jantss Lodensteyn, Arent Jacobsz Lodensteyn, Dirck Bruynss van der Dussen, Gerrit Dircxz Meerman, Cornelis Adriaen Bogaert, Michiel Janss Salbout, Willem Joosten, de edele Dirck Gerritsz Meerman, Jehan Raet Jacob Sandersen Balbiaen, Hendrick Otte en Jasper Moerman. De Kamer te Rotterdam door Fop Pietersz van der Meyden, Willem Janss Franck, Gerryt Huygensen, Pieter Leonaertsz Busch, Jehan van der Veecken, Willem Janss van Loon, Jehan Jacobsz Mus, Adriaen Spyeryng en Cornelis Matelieff de Jonge. De Kamer te Hoorn door Claes Jacobsz Syms, Cornelis Cornelisz Veen, Willem Pieterss Crap, Pieter Janss Liorn en de Kamer te Enkhuizen door Lucas Gerrytsz, Willem Cornelisz de Jonge, Jehan Pieterss Schram, Hendrick Gruyter, Jehan Laurenss van Loosen, Dirck Dircxz Pelser, Ghysbrecht van Berensteyn, Bartholt Janss Steenhuysen, Jacob Jacobsz Hynloopen, François du Gardyn en Willem Brasser. Wanneer enige van de voornoemde Bewindhebbers overlijden of anderszins uit de dienst vertrekken, zal de plaats vacant mogen blijven en zal niemand de plaats van de overleden of vertrokken persoon hoeven opvullen, tenzij de heren van de Kamer anders besluiten, totdat de Bewindhebbers van de respectieve Kamers gekomen zullen zijn op het volgende aantal: De Kamer van Amsterdam op twintig personen, die van Zeeland op twaalf personen, die van Delft op zeven, die van Rotterdam op zeven, die van Enkhuizen eveneens op zeven en die van Hoorn op hetzelfde aantal. Maar wanneer iemand van het voorgenoemde aantal zal komen te sterven of anderszins uit dienst zal gaan, dan zullen de andere Bewindhebbers van de Kamers waar dat gebeurt binnen den tijd van twee of uiterlijk drie maanden nomineren drie bekwame, gekwalificeerde personen en deze aan de heren Staten van de provincie waar het College resideert of aan wie zij daartoe committeren, voordragen om daaruit een, in plaats van de overledene of die anderszins uit dienst is gegaan, te kiezen volgens de regels die daarvoor gesteld zijn. De Bewindhebbers zullen op eer, eed en vroomheid officieel beloven dat zij zich in hun administratie goed en getrouw zullen gedragen, goede en deugdelijke rekening afleggende en aan de meerderheid van de participanten niet meer voordeel bieden bij het innen van de gelden dan nodig voor de uitreding en de uitkering van de retouren dan aan de minderheid. Wie hierna tot Bewindhebbers zullen worden gekozen, zullen van hun eigen geld in deze Compagnie moeten inbrengen elk ten minste duizend ponden Vlaams, maar de Bewindhebbers te Hoorn en Enkhuizen zullen mogen volstaan met een inleg van ten minste vijfhonderd gelijke ponden. Zij zullen voorts genieten als provisie van de uitreis een procent en ook zoveel van de retouren, welke provisie als volgt verdeeld zal worden: de Kamer Amsterdam de helft, de Kamer Zeeland een vierde part en de Kamer van de Maas en NoordHolland elk een achtste part, zonder rekening te houden of de een of de ander meer geld of minder inbrengt of specerijen als zijn aandeel verkoopt. Met dien verstande dat de Bewindhebbers niet ten laste van de Compagnie zullen mogen brengen enige provisie van geld, voor de Compagnie te lichten of ten goede te laten komen, noch iemand anders te committeren ten laste van de Compagnie om de uitreding te eisen en de waren die daarvoor nodig zijn te kopen. De boekhouder, kassier en dienaar of kamerbode zullen gesalarieerd worden door de Bewindhebbers van elke respectieve Kamer zonder dit te mogen brengen ten laste van de participanten. Tenzij het mocht gebeuren dat van een van de Kamers een Bewindhebber in een staat geraakte dat hij niet meer kon voldoen wat hem voor zijn administratie toevertrouwd was en daardoor enige schade mocht ontstaan, zal dat komen ten laste van de gelden onder die Kamer en niet tot schade van het algemene kapitaal. Daarom zullen de gelden die de Bewindhebbers in deze Compagnie hebben in het bijzonder bestemd zijn voor hun administratie. De Bewindhebbers van de respectieve Kamers zullen antwoorden voor hun kassiers. En opdat het voornemen van deze Verenigde Compagnie met meer vrucht uitgevoerd mag worden tot welvaart van deze geünieerde provincies, handhaving en vergroting van de handel alsmede tot voordeel van de Compagnie, hebben wij de voorschreven Compagnie geoctrooieerd en geaccordeerd, octrooieren en accorderen hierbij dat niemand van welke aard of kwaliteit anders dan die van de voorschreven Compagnie uit deze Verenigde provincies zal mogen varen binnen den tijd van een en twintig jaren eerstkomend, te beginnen met dit jaar 1602 ten oosten van de Kaap de Goede Hoop of door de Straat van Magellanes op straffe van verbeurte van de schepen en goederen. Deze concessie blijft in haar geheel hiervoor gegeven aan enige compagnieën om door de genoemde Straat van Magellanes te varen. Voorwaarde is dat zij hun schepen uit deze landen zullen uitvaren binnen vier jaren na datum dezes op straffe van verlies van het voordeel van de voorschreven concessie. Item dat de voorschreven Compagnie ten oosten van de Kaap de Goede Hoop alsmede in en door de engte van Magellanes met koningen en heersers verbintenissen en contracten zal mogen maken in naam van de Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden of de hoge overheid daarvan, alsmede aldaar enige versterkingen zal mogen bouwen, gouverneurs, soldatenvolk, officiers van justitie en personen voor andere nootzakelijke diensten aan te stellen tot onderhoud van de plaatsen, goede orde, politie en justitie gezamenlijk ter bevordering van de handel. Behoudens dat de voornoemde gouverneurs, officieren van justitie en soldatenvolk de eed van trouw zullen afleggen aan de Staten-Generaal of hoge overheid voornoemd, en aan de Compagnie als het de handel en nijverheid betreft. De voorschreven gouverneurs en officieren van justitie worden ontslagen wanneer zij vinden dat zij zich kwalijk en ontrouw hebben gedragen. Met dien verstande dat zij de voorschreven gouverneurs of officieren niet zullen beletten over te komen om hun bezwaren of klachten die zij menen te hebben, aan ons te uiten. De Compagnie zal telkens bij de terugkeer van de schepen gehouden zijn de heren Staten-Generaal te informeren over de gouverneurs en officieren die zij in de voorgenoemde plaatsen en versterkingen hebben aangesteld, om hun opdracht dan te laten goedkeuren en bevestigen. Wanneer door de voorschreven Compagnie op enige plaatsen bedrogen en kwalijk gehandeld wordt of dat in vertrouwen enige gelden of handel zonder restitutie of betaling daarvan te genieten gehouden wordt, dan zal zij de schade naar de aard der zaak en naar beste vermogen herstellen met alle middelen als behoorlijk is. Voorwaarde is dat de schepen die hier te lande terugkeren rapport zullen uitbrengen van de stand van zaken aan het College van de Admiraliteit in de kwartieren waar zij zullen aankomen, met dien verstande dat wanneer het voorschreven College ter Admiraliteit enige verklaring doet waardoor deze Compagnie zich bezwaard mocht voelen, zij dat aan ons mogen voorleggen. De goederen zullen met een behoorlijke inventaris aangebracht worden bij de Compagnie, tenzij iemand anders dan de fiscaal partij was en de ingebrachte goederen reclameerde. In dit geval zullen de voorschreven goederen geadministreerd worden als bij sententie van de van de Admiraliteit verklaard zal worden als nodig. Gebeurt het dat de schepen van Spanje, Portugal of andere vijanden de schepen van deze Compagnie vijandelijk aanvalt en bij de gevechten enige der vijandelijke schepen veroverd worden, dan zullen de veroverde schepen en goederen verdeeld worden naar de regels van het land, waarbij het land en de Admiraal daarvan hun rechtmatig aandeel zullen genieten. Daarvan wordt tevoren afgetrokken de schade die de Compagnie in deze ontmoeting geleden heeft. De respectieve Admiraliteiten waar de schepen zullen aankomen zullen kennis nemen van de deugdelijkheid van de prinse. Hangende het proces blijft de administratie van de goederen onder beheer van de Compagnie met behoorlijke inventaris zoals hiervoor gezegd is. De bezwaarden zijn vrij bij vonnis ons op te roepen. De specerijen, Chinese zijde en katoenen lijwaten (= doeken) die door deze Compagnie uit Oost- Indië zullen worden gehaald, zullen bij invoer noch bij uitvoer meer worden belast dan dat zij nu belast zijn volgens de lijst en de algemene verklaring betreffende de goederen die daarin niet gespecificeerd, zoals aan het slot daarvan gesteld. Men zal geen schepen, geschut of ammunitie van deze Compagnie mogen gebruiken ten dienste van het lande dan met toestemming van de Compagnie. De specerijen van de Compagnie zullen worden verkocht volgens dezelfde gewichten als in Amsterdam worden gebruikt. De respectieve Kamers zullen hun specerijen mogen overslaan binnenboord of in de pakhuizen, zonder dat daarvan enige accijns, belasting of waaggeld wordt betaald. Mits de specerijen op het voorschreven gewicht niet zullen mogen worden getransporteerd, maar na verkoop gewogen zullen worden en het waaggeld betalen zoals ook andere goederen aan de waag onderworpen zijn, zo dikwijls als ze verkocht of vervreemd zullen worden. Ook zal men geen men geen personen of goederen van Bewindhebbers mogen belasten of van hen rekening van hun administratie in de voorschreven Compagnie vragen, noch over de gages van enige commiezen, schippers, stuurlieden, bootgezellen of andere personen in dienst van de Compagnie. Maar wie dienaangaande iets tegen hen naar voren wil brengen, zal gehouden zijn hen voor hun gewone rechters te dagen. De provoosten van de Compagnie zullen aan land het scheepsvolk mogen vastnemen dat in dienst is en de gevangenen op het schip mogen zij brengen naar de steden, plaatsen of jurisdicties die hen goed dunken. Maar de voorschreven provoosten moeten daartoe tevoren wel aanspreken de Officier en de Burgemeesters van die steden en plaatsen. Als erkenning van en vergoeding voor dit octrooi en hetgeen hiervoor geschreven is, zal de Compagnie aan ons betalen de som van vijf en twintig duizend ponden van veertig groten Vlaams per stuk, die wij inleggen in de equipage van de eerste tienjarige rekening daarvan, tot voordeel van de Generaliteit. Winst en risico zullen genoten en gedragen worden zoals alle andere participanten in deze Compagnie zullen genieten en dragen. Wanneer enige schepen van de reis zullen terugkeren, zullen de generaals of commandanten over de vloot, het schip of de schepen gehouden zijn aan ons rapport uit te brengen van het succes van hun reis en daarvan schriftelijk verslag doen zo dat vereist wordt. Alle punten, vrijheden en voordelen hier- voor genoemd, moeten, zo verordonneren wij bij deze, moeten onderhouden en nagekomen worden door allen en ieder van de onderdanen en ingezetenen der Verenigde Nederlanden zonder direct of indirect verzet noch binnen de verenigde landen noch daarbuiten op enigerlei wijze op straffe van het beletten van het algemeen welzijn van deze landen en de overtreders van onze ordonnanties en bevelen zullen aan lijf en goed gestraft worden. Daarom gebieden en bevelen met opzet alle gouverneurs, justitie-officieren, magistraten en inwoners der voorschreven Verenigde Nederlanden dat zij de voorschreven Bewindhebbers rustig en vredig laten genieten en gebruik maken van dit, ons octrooi, toestemming en privilege, wegnemend alle tegenwerpingen en hindernissen want wij hebben bevonden dat dit ten dienste van het land behoord te zijn. Gegeven onder ons zegel en de handtekening van onze griffier in ‘s-Gravenhage den 20e maart zestienhonderd en twee. Ter ordonnantie van de voornoemde heren Staten-Generaal