Een boost voor jou en je baby Lekker fit, vóór en ná je bevalling Sportief of niet: elke zweetdruppel vermijden als je zwanger bent, is niet verstandig. Blijf juist in beweging! Dat is goed voor jou én je kind. 2 Dé voordelen Door te sporten, groeit de placenta beter waardoor de zuurstof- en voedingsstoffentoevoer naar je baby wordt vergroot. Niet alleen je baby heeft baat bij jouw inspanningen: tijdens je zwangerschap en bevalling komen een goede conditie, uithoudingsvermogen en spierkracht jou ook zeker van pas. Je longinhoud verkleint tijdens de zwangerschap: je kind zal steeds meer ruimte innemen en daardoor word je kortademig. Juist met een goede conditie wordt de zuurstofopname vergroot en kun je meer aan. Als je goed ontwikkelde spieren hebt, ben je beter in staat om je buik te dragen. Je zult daardoor minder last hebben van zwangerschapsongemakken, zoals rugpijn of spataderen. Door te blijven bewegen, houd je verder je gewicht enigszins onder controle en kom je na je bevalling makkelijker weer op je oude gewicht. Overleg even met je verloskundige of arts voordat je gaat sporten, als je dat niet gewend bent. Voor vrouwen met een hoge bloeddruk of rug- of bekkenklachten is zomaar gaan sporten sowieso niet verstandig. Wel doen/niet doen Als je zwanger bent, zijn er allerlei mogelijkheden om aangepast te sporten, zoals zwangerschapszwemmen, -yoga en fitness. Maar er zijn ook beperkingen voor zwangere vrouwen. Vanaf het tweede trimester (week 13) moet je lichamelijke botsingen of onverwachte bewegingen zoveel mogelijk voorkomen. Dat betekent dat je de meeste zaal- en balsporten vanaf dan beter kunt vermijden. Vanaf het moment dat je zwanger bent, moet je stoppen met sporten waarbij er sprake is van decompressie: een verminderde inname van zuurstof. Dat is bijvoorbeeld het geval bij parachutespringen of duiken. Als je normaal gesproken geen actieve sporter bent, is het als zwangere goed om je activiteiten langzaam op te bouwen. Wandelen en fietsen zijn bijvoorbeeld uitstekende manieren om in beweging te blijven terwijl je een rustige hartslag houdt. Ook speciale zwangerschapsactiviteiten zijn een goede keuze: die zijn aangepast aan je zwangerschap en de beperkingen van je groeiende buik. Beetje lui..? Nog niet kunnen kiezen wat je gaat doen? Ga dan naar een sportschool en laat je adviseren. Ben je een beetje lui? Om jezelf in beweging te krijgen, helpt het om daarvoor een beloning in het vooruitzicht te stellen. Spreek bijvoorbeeld met jezelf af dat je na het eten een lekkere wandeling gaat maken, waarna een heerlijk warm bad op je wacht. De grootste beloning is uiteindelijk dat je door te sporten veel beter in je vel zit! Na de bevalling Ook na de bevalling hoef je niet lang te wachten met sporten: zo’n zes tot acht weken na je bevalling kun je de draad weer oppakken. Na de geboorte van je kind zijn met name de spieren van je bekkenbodem verslapt. Dit kan vervelende ongemakken met zich meebrengen, zoals ongewild urineverlies. Door weer rustig te beginnen met oefeningen, worden je spieren steviger en verklein je het risico om langere tijd last te houden van deze klachten. Ook helpt het sporten je om je conditie én gewicht weer op het niveau van vóór je zwangerschap te brengen. 3 Zij doen het ook! Klaartje van der Graaf (39), moeder van Tijn (1) en vier maanden zwanger van haar tweede kind. Fanatiek hardloper en BabyBoost-trainer (vitaalklaar.nl). “Tijdens mijn eerste zwangerschap zocht ik naar een cursus waarmee ik verantwoord maar actief door kon sporten. Die vond ik niet. Uit de aangeboden cursussen haalde ik bij lange na niet de voldoening die ‘normaal’ sporten me wel gaf. Zo kwam ik op het idee voor BabyBoost: een combinatie van een cardio-activiteit, joggen of wandelen en krachtoefeningen, lekker in de buitenlucht. Leuk om te geven én te doen.” kijk op babyinfo.nl/ zwanger welke cursussen er allemaal zijn! Mariëlle Bergman (27) is zwanger van haar eerste kind. Zij gaat elke week naar zwangerschaps­ zwemmen. “Eerlijk is eerlijk: heel erg fanatiek zijn we niet. Ik ben in de afgelopen weken dat ik ben begonnen met deze cursus nog geen een keer echt moe geweest. Maar het water geeft zoveel ontspanning en rust… en die bolle buiken - drijvend in het water - werken behoorlijk op onze lachspieren!” Tekst: Anniek Corporaal i.s.m. Annemarie Stam en Klaartje van der Graaf. Judith Paap (29) is zwanger van een tweeling en beweegt bewust. “Ik sport normaal gesproken wel, maar ben nu erg moe. Om toch voldoende lichaamsbeweging te krijgen, pak ik de fiets naar mijn werk en neem ik de trap in plaats van de lift. Als ik ’s morgens wakker wordt, doe ik meestal wat oefeningen voor m’n schuine buikspieren en kniebuigingen. Kost me maar een paar minuutjes, maar ik sta wel iets fitter op.” 4 Evelien Bokking (33) zweert ook bij haar derde zwangerschap bij zwangerschapsfitness. “Ik wil lekker in beweging blijven en dat kan met zwangerschapsfitness. Het is natuurlijk niet zo zwaar als normale fitness, maar ik kan me wel degelijk lekker in het zweet werken. Dat geeft meteen voldoening. Ik blijf er niet alleen door in conditie, maar pas ook weer veel sneller in mijn oude kleren na de bevalling.” Lot de Haan (24) is net mama geworden van Maartje en deed zwangerschapsyoga. “Bij de eerste les kreeg ik de slappe lach: wat een zweverig gedoe! Maar nu ik ben bevallen van Maartje moet ik echt zeggen dat ik veel heb gehad aan de yoga. Ik had mijn ademhaling goed onder controle en wist rustig te blijven. Ondanks de helse pijnen, want het was een zware dobber. Mocht er nog een volgend kind komen, dan ga ik zeker weer een cursus zwangerschapsyoga doen.” Jantine Bennekom (37) heeft toen ze zwanger was van Christian (6) en Nienke (3) een cursus zwangerschapsgymnastiek gevolgd. “Ouderwets of niet: de zwangerschapsgym is me prima bevallen. Je doet degelijke oefeningen en de pufles met de partners is om te gieren. Maar het leukste vind ik de band die je als aanstaande moeders met elkaar opbouwt. Bij mijn beide zwangerschappen hebben we als groepje na de geboorten contact gehouden. Zelfs nu nog - Christian is al 6 - komen we één keer per jaar bij elkaar voor een reünie.”