9 JULI 2013 NUMMER 5 Verbindende vonk. Wat er mis kan gaan als zenuwcellen communiceren ● Cold turkey. Stoppen met medicatie om hoofdpijn te verjagen ● Voor een duppie op de eerste rang? Onderzoeker: innovatie vraagt om investering HUIDKANKERPATIËNT AP KLEYN / ONDERZOEKSTER KLINISCHE ONCOLOGIE ELS VERDEGAAL Wat zij doet met zijn cellen In het LUMC werken veel onderzoekers - in laboratoria, achter hun pc of bij een MRI-scanner. Velen van hen spreken zelden of nooit een patiënt. De rubriek De Kennismaking brengt daar verandering in. Deze keer ontmoet postdoc Els Verdegaal (48) patiënt Ap Kleyn (48). Verdegaal werkt aan een nieuwe therapie voor huidkankerpatiënten, Kleyn was een van de eerste patiënten die deze behandeling onderging. door Maaike Roefs foto Arno Massee Onderzoekster Els Verdegaal werkte in het lab met de cellen van huidkankerpatiënt Ap Kleyn. “Ik denk dat ik veel meer van u weet dan u van mij” toen gevraagd of ik een nieuwe behandeling wilde ondergaan. Ik mocht erover nadenken, maar heb direct ja gezegd.” Els Verdegaal, onderzoekster bij de afdeling Klinische Oncologie, werkt aan deze nieuwe therapie en kweekte en onderzocht Kleyns cellen in het laboratorium. Een wonder Z even jaar geleden ontdekte Ap Kleyn dat hij huidkanker had. “Ik had al lang last van een plek in mijn hals, dat bleek een tumor. Uit een DNA-test werd duidelijk dat het om een erfelijke vorm van kanker ging. Veel familieleden zijn ook drager, ik heb er begin vorig jaar mijn oudste zus aan verloren”, vertelt Kleyn. De tumor - een melanoom - werd weggehaald, maar de kanker zaaide uit, onder andere naar zijn hersenen. “Ik had een auto-ongelukje, mijn gezichtsveld was kleiner geworden en toen wist ik: dit is foute boel. Ik werd weer geopereerd en kreeg een chemokuur. De chemo verdroeg ik niet, en dat was destijds eigenlijk de enige optie. Dokter Ellen Kapiteijn heeft me “Ik denk dat ik veel meer van u weet dan u van mij”, merkt Verdegaal op. “Dat denk ik ook”, antwoordt Kleyn. “Als er bloed bij me wordt afgenomen, gaat dat dus naar u? Ik weet dat u met mijn cellen in het laboratorium werkt, maar ik heb geen idee wat u er precies mee doet.” De onderzoekster haalt een schema tevoorschijn, en legt geduldig haar werkzaamheden uit. “Er is een stukje tumorweefsel bij u weggehaald, de cellen uit die tumor hebben wij gekweekt in de cleanroom. Dat is een speciaal laboratorium waar iedereen van die witte pakken aan moet, net zoals bij CSI. Vervolgens is er bloed bij u afgenomen, en hebben wij de cellen van het afweersysteem geleerd om de tumorcellen aan te vallen. Daarna zijn die afweercellen, de zogenaamde T-cellen, weer bij u ingespoten. Die T-cellen gingen aan het werk en vielen ook in uw lichaam de tumorcellen aan.” Tot nu toe zijn er tien huidkankerpatiënten met deze nieuwe therapie behandeld. Kleyn was een van de vijf patiënten bij wie de the- rapie aansloeg. “Ik vind het een wonder, ik had dit nooit durven dromen”, vertelt Kleyn. Nu, vier jaar na de behandeling, is hij weer aan het werk als timmerman. “Ik heb af en toe nog helse pijn in mijn hals, omdat daar bij de operatie zenuwen zijn geraakt, maar ik ben gelukkig niet meer dagelijks met mijn ziekte bezig. Alleen wanneer er weer scans gemaakt moeten worden is het spannend. Veel erover praten, dat helpt mij. Al ben ik daardoor ook veel goede vrienden kwijtgeraakt. Blijkbaar wisten zij niet hoe ze ermee om moesten gaan.” Toekomst De toekomst van het onderzoek was onzeker, maar dankzij een beurs die Verdegaal heeft gekregen van Reliable Cancer Therapies, een Belgische non-profit organisatie, heeft ze haar werk voort kunnen zetten. “Zonder hun bijdrage hadden we met dit project moeten stoppen. In de extra tijd die ik heb gekregen heb ik gelukkig nieuwe projectfinanciering van KWF Kankerbestrijding en de Landsteiner Stichting (LSBR) bemachtigd en kunnen we met dit onderzoek verder.” Verdegaal wil gaan kijken hoe ze de behandeling kan verbeteren en uitbreiden. “Ik ben geen arts, maar ik hoop ook dat ik patiënten kan genezen, op mijn manier”, vertelt de onderzoekster. “Dat doet u zeker, daar ben ik het bewijs van”, reageert Kleyn. ■ “Als onderzoeker hoop ik ook dat ik patiënten kan genezen, op mijn manier.” Patiënt: “Dat doet u zeker, daar ben ik het bewijs van” L e i d s U n i v e r s i ta i r M e d i s c h C e n t r u m [15]