Snappet Automatiseren Snappet biedt additionele verwerkingsstof voor Automatiseren, naast de normale Rekenlessen. De basisaspecten van het vak Rekenen worden op een dusdanige manier aangeboden dat leerlingen gestimuleerd worden om deze vaardigheden vrijwel routinematig uit te voeren. Dit houdt in dat de lessen veelal bestaan uit kale sommen en flitssommen. Beschikbare stof Er zijn 36 lessen beschikbaar, zodat iedere week extra geoefend kan worden. Snappet werkt vaak parallel aan de scholen aan de ontwikkeling van de lesstof. Het kan dus voorkomen dat niet alle lesstof voor de rest van het jaar klaar staat. Echter, doordat Snappet altijd voor loopt op de scholen die het eerst beginnen, zal de stof ruim op tijd aanwezig zijn. Lesstofoverzicht Weeknr. Groep 4 Groep 5 Groep 6 Week 1 Optellen en aftrekken t/m 10 Sommen tot 20 & Tellen met tafelsprongen Sommen tot 100 ‐ Allerlei Week 2 Tellen met sprongen van 1, 2, 5 en 10 Week 3 Getallenrij tot 100 Optellen en aftrekken van eenheden en tienvouden (53+2=, 53+20=) Optellen en aftrekken over het tiental met eenheden (47+5= & 42‐6=) Automatisering tafelsommen en uitrekenen deelsommen Optellen en aftrekken van honderdtallen en tientallen (200+60=, 500+400=, 100‐30) Week 4 Optellen en aftrekken t/m 10 (2) Tafel van 1,2,3,4,5 en 10 Vermenigvuldigen boven de 10 Week 5 Splitsen van getallen t/m 20 Plaatsen van getallen op de getallenlijn tot 200 Getallenrij tot 200 Week 6 Sommen tot 20 ‐ zonder tientaloverschrijding Getallenrij tot 200 Delen met een uitkomst boven de 10 Week 7 Optellen van eenheden en tienvouden (42+3= & 42+30=) Week 8 Sommen tot 20 ‐ dubbelen en bijna‐ dubbelen Sommen tot 1000 ‐ Zonder Sommen tot 20 & Optellen en aftrekken met honderdtaloverschrijding (538+42=, tienvouden (60+50=, 90‐60=) 194+18=) Vermenigvuldigen met een tiental (3x60, Aanvullen tot een tiental (62+…=70, 8x80=) en delen door een tiental (180:60=, 19+…=60) 810:90=) Weeknr. Groep 4 Groep 5 Week 9 Tellen met sprongen van 1, 2, 5 en 10 (2) Getallenrij tot 1000 Week 10 Aanvullen naar een tiental (42+…=50) en terugtellen naar een tiental (38 ‐…=30) Tafel van 6 Sommen tot 200 ‐ Allerlei Week 11 Sommen tot 20 ‐ allerlei Optellen en aftrekken over het tiental met eenheden (47+5= & 42‐6=) (2) Week 12 Optellen en aftrekken met tienvouden (30+20=, 90‐60=) Tafel van 7 Vermenigvuldigen boven de 10 en delen met een uitkomst boven de 10 Sommen tot 1000 ‐ Zonder honderdtaloverschrijding (538+42=, 194+18=) (2) Week 13 Getallen tot 100 (2) Week 14 Week 15 Week 16 Week 17 Week 18 Week 19 Week 20 Week 21 Week 22 Week 23 Groep 6 Optellen en aftrekken van honderdtallen en tientallen (170+60=, 550+250=, 110‐30) Sommen tot 20 & Optellen en aftrekken met Getallenrij tot 1000 tienvouden (60+50=, 90‐60=) (2) Aftrekken vanaf 100 en vanaf 1000 (100‐36=, Sommen tot 20 ‐ allerlei (2) Tafel van 8 1000‐285=) Optellen en aftrekken over het tiental met Automatisering tafelsommen en uitrekenen Halveren en verdubbelen tot 100 eenheden (47+5= & 42‐6=) (2) deelsommen Sommen tot 1000 ‐ Met Plaatsen van getallen op de getallenlijn Tafel van 9 honderdtaloverschrijding (538+42=, 194+18=) (2) Sommen tot 10 en sommen tot 100 met Plaatsen van getallen op de getallenlijn tot Halveren en verdubbelen tot 1000 tienvouden (3+3= & 30+30=) 1000 Rekenen met tientallen ‐ Optellen, Tellen met sprongen Automatisering tafelsommen aftrekken, vermenigvuldigen en delen Aanvullen tot honderdvouden en van Optellen en aftrekken met eenheden binnen honderdvouden aftrekken. (685+…=700, Getallenrij tot 10.000 het tiental (52+6=, 98‐3=) 500‐32=) Optellen over het tiental met eenheden Automatisering tafelsommen en uitrekenen Plaatsen van getallen op de getallenlijn tot (47+5=) deelsommen 1000 en tot 10.000 Splitsen van getallen in tientallen en Optellen en aftrekken van tienvouden en Vermenigvuldigen boven de 10 en delen met eenheden honderdvouden een uitkomst boven de 10 (2) Optellen en aftrekken van 2 getallen tot 100, Aanvullen tot honderdvouden en van Aftrekken over het tiental met eenheden zonder overschrijding van het tiental honderdvouden aftrekken. (685+…=700, (42‐6=) (23+25=, 90‐45=, 72‐12=, 35+35=, etc) 500‐32=) Optellen en aftrekken van honderdtallen en Tafel van 2 en 10 Optellen tot 100 ‐ alle typen tientallen (170+60=, 550+250=, 110‐30) Weeknr. Groep 4 Groep 5 Week 24 Tafel van 3 Sommen tot 20 & Automatisering tafelsommen Week 25 Plaatsen van getallen op de getallenlijn (2) Aftrekken tot 100 ‐ alle typen Week 26 Tafel van 4 Halveren en verdubbelen Getallenrij tot 20.000 Week 27 Tellen met sprongen over de 100 Sommen tot 1000 ‐ Optellen en aftrekken van eenheden en tienvouden (324+8, 138‐ 20=, 75+50=) Vermenigvuldigen en delen met een tiental, honderdtal of duizendtal Week 28 Tafel van 5 Week 29 Week 30 Week 31 Week 32 Week 33 Week 34 Week 35 Week 36 Groep 6 Vermenigvuldigen en delen met honderdtallen (5x200=, 8x600=, 1600:2=, 5600:7=) Sommen tot 1000 ‐ Met honderdtaloverschrijding (238+298=, 575‐ 299=) Sommen tot 1000 ‐Zonder Tafelsommen met tienvouden (2x50=,7x80=) honderdtaloverschrijding (257+435=, 942‐ 426=) Optellen en aftrekken van eenheden en Automatisering sommen tot 20, Aanvullen tot 1000 (470+…=1000) tienvouden (53+2=, 53+20=) tafelsommen en deelsommen Vermenigvuldigen van een getal met één Breuken ‐ Deel van een geheel of Tafel van 1,2,3,4,5 en 10 cijfer met een getal met twee cijfers hoeveelheid Optellen en aftrekken van 2 getallen tot 100, Sommen tot 1000 ‐ Optellen en aftrekken Vermenigvuldigen boven de 10 en delen met zonder overschrijding van het tiental van tienvouden en honderdvouden een uitkomst boven de 10 (3) (23+25=, 90‐45=, 72‐12=, 35+35=, etc) (138+20=, 560‐300=, 782‐550=) Sommen tot 1000 ‐ Met Tafel van 1,2,3,4,5 en 10 ‐ omgekeerd Sommen tot 1000 ‐ Met ronde getallen (550‐ honderdtaloverschrijding (238+298=, 575‐ 75=, 325+175=) 299=) Aanvullen tot tientallen of honderdtallen en Sommen tot 1000 ‐ Hoe groot is de sprong? Aanvullen tot 100 en van 100 aftrekken. van tientallen of honderdtallen aftrekken. (399‐>424) (28+…=70, 900‐230=) Optellen en aftrekken over het tiental met Automatisering tafelsommen en uitrekenen Rekenen met 'nullen' ‐ Optellen, aftrekken, eenheden (47+5= & 42‐6=) deelsommen vermenigvuldigen en delen Optellen en aftrekken over het tiental Vermenigvuldigen van een getal met één Meerdere getallen optellen (46+29=, 82‐18=) cijfer met een getal met twee cijfers (2) Optellen tot 1000 ‐ Allerlei (538+42=, Rekenen tussen 100 en 200 Vermenigvuldigen en delen ‐ Allerlei 194+18=)