Vergelijkende Biologie HOOFDSTUK 1: INLEIDING Echte leven cellen, cellulaire organisatie PROKARYOTEN Bacteriën Geen kern Heterotrofen, kregen mogelijkheid zonlicht te gebruiken: fotosynthese EUKARYOTEN Kern met genetische informatie Ontstaan kernmembraan Cellulaire ademhaling mogelijk Fotosynthese (in de chloroplasten) Margulis: endosymbiose hypothese: symbiotische versmeltingen vd progenoot met prokaryoot leidden tot mitochondriën en chloroplasten bij eukaryoten Progenoot: gemeenschappelijke voorouder van zowel prokaryote als eukaryote cellen Prokaryoot opgenomen dr eukaryoot, zo dubbel membraan ontstaan Invaginaties plasmalemma leidden tot kerncompartiment en verklaren aanwezigheid van kanalen en cysternae binnen ER Meercelligen: subcellulaire compartimentalisatie (heeft meer voordelen) 5 Regna van Whittaker PROKARYOTEN: bacteriën Omgeven dr bacteriële celwand (AZ-ketens + suikerketen) Opm.: Andere 4 regna: eukaryote basis FUNGI Schimmels (eig.: hyphen, kan uitgroeien tot paddestoel) 1-cellige gisten PLANTAE Meercellig Eukaryoot Celwand Vacuool Geen centriolen ANIMALIA Geen celwand, wel plasmalemma Centriolen Geen vacuolen, uitz.: vetcellen PROTOCTISTA Eencellige protozoa en algen Meercellige wieren, slijmzwammen en waterschimmels