natuurvriendelijk tuinieren in een notendop Tuinier met de natuur! Een natuurvriendelijke tuin is een magneet voor kleine zoogdieren, vogels en insecten. Zo kunt u ze van dichtbij bewonderen en helpt u de natuur ook nog een handje. Want particuliere tuinen en balkons en tuinen van bedrijven en instellingen zijn belangrijk om de diversiteit aan soorten planten en dieren te behouden, nu het intensief bewerkte platteland steeds soortenarmer wordt. De totale oppervlakte aan tuinen in steden en dorpen is ook nog eens veel groter dan de oppervlakte aan beschermd natuurgebied! Bovendien vormen natuurlijk ingerichte tuinen voor planten en dieren de verbinding tussen natuurrijke parken, bermen en plantsoenen. Denk bijvoorbeeld aan de egel die aan één tuin niet genoeg heeft, maar die tussen tuinen en plantsoenen rond wil scharrelen. De stad Groningen heeft veel mooi en waardevol groen. Een deel daarvan wordt ecologisch beheerd en er zijn speciale voorzieningen voor kwetsbare soorten. Maar ook natuurvriendelijke tuinen en balkons ondersteunen en versterken de natuur in onze Stad. Met dit boekje willen we u als Stadjer helpen meer natuur in uw tuin te halen. We horen graag van u een reactie op deze handreiking. Stadsecoloog Wout Veldstra Gemeente Groningen [email protected] Kristin Wijnja Natuur en Milieufederatie Groningen [email protected] Tuininrichting Denk goed na over de volgende punten voordat u een tuin (opnieuw) inricht: -uitzicht?: wat wilt u behouden, wat wilt u verbergen met struiken of bomen. -looproutes: kies de meest logische (en kortste) route naar garage, schuurtje, achteruitgang, afvalcontainer etc. Korte wegen kosten minder in aanleg en onderhoud en laten meer ruimte voor planten over. -gewenste zitplek(ken): inventariseer de stand van de zon in de verschillende jaargetijden en zoek een behaaglijk plekje in de zon en in de schaduw. -aanwezige planten en bomen: spontaan opkomende wilde planten en goed ontwikkelde borderplanten voelen zich op hun plek en zijn daardoor onderhoudsarm en gratis. Het is vaak verrassend wat er opkomt in een bestaande tuin. Bomen hebben lange tijd nodig om zich te ontwikkelen. Denk dus goed na voordat u een boom gaat kappen (kapvergunning aanvragen bij bomen met een diameter groter dan 20 cm, meer dan 100 m2 houtopstand en voor het knotten van bomen). -gazon en spelen: als (klein)kinderen gebruikmaken van de tuin is het slim om een stukje speelgazon in te richten. Met flexibele speelelementen groeit een tuin met de kinderen mee. Zaai een bloemrijk gazonmengsel waarin ook kruipende bloeiende planten voorkomen en dat toch goed maaibaar is, zoals “Nectar onder het maaimes” van de Cruydthoek. -verharding van wegen en terrassen; gebruik zo weinig mogelijk verharding. Kies materialen die lang mooi blijven en waar u niet snel op uitgekeken raakt. Halfverharding zoals split kost minder en laat regenwater en lucht beter door. Hergebruik zo mogelijk oude materialen. -ruimte voor groen: leg zoveel mogelijk groen aan. Denk ook aan groen in (balkon)bakken, klimplanten tegen gevels en schuttingen (bijvoorbeeld klimop, kamperfoelie en clematis) en pergola’s die weinig ruimte innemen, maar voor een extra groene dimensie zorgen. Heeft u geen voortuin, maar een flinke stoep voor uw huis, maak een geveltuin, de wijkpost helpt u daarbij. Beplant boomspiegels (de grond rond een boom) in de straat met bloeiende planten. -begrenzing van de tuin: kies bij voldoende ruimte bij voorkeur voor gemengde bloeiende, losse hagen of anders voor gesnoeide hagen van beuk, esdoorn of meidoorn. Klimop en groenblijvende kamperfoelie aan betongaas zijn geschikt als er weinig ruimte is. -tuinmaterialen: gebruik milieuvriendelijke materialen, zoals gecertificeerd FSC-hout, kastanje-, robinia- en larikshout, milieuvriendelijke verf en evt. tweedehands materialen en tuinmeubelen -compostering: reserveer ruimte voor een composthoop, compostvat, draaiende composter of in kleine tuinen voor een wormenbak of Bokashi-emmer. Vooral een composthoop biedt insecten, vogels, egels, spitsmuizen en andere kleine zoogdieren voedsel, nestmateriaal en beschutting. - rommelhoekje of takkenwal: maak een rommelhoekje van afvalstenen, takken en blad of leg een takkenwal van snoeihout voor dieren aan. -groen dak: breng op de schuur, garage of het huis een groen dak aan. Een zorgvuldig ingerichte tuin heeft niet snel grote aanpassingen nodig, zodat u lang van uw tuin kunt genieten zonder extra kosten en extra werk. Ook krijgt de natuur de tijd om zich ongestoord te ontwikkelen. Plantenkeuze Planten vormen de ruggegraat van uw tuin. Als zij zich prettig voelen, belonen ze u met uitbundige groei en bloei en hebt u er het meeste plezier en minste werk aan. Houd bij het kiezen van planten daarom rekening met: -ligging van de tuin ten opzichte van zon, schaduw en wind: kies planten die van nature passen bij de omstandigheden in uw tuin. Dat is makkelijker dan de omstandigheden aan de gewenste planten aan te passen. -grondsoort: sommige planten groeien nagenoeg overal, maar veel soorten hebben een voorkeur voor een bepaalde grondsoort. Door compost en bladaarde toe te voegen kunt u alle grondsoorten voor de groei van tuinplanten verbeteren. -vochtgehalte: gebouwen en bomen werpen veel schaduw. Daar blijft het langer vochtig. Direct naast een gebouw is het echter vaak erg droog. Er zijn planten die het in droge schaduw nog goed doen, maar veel soorten vereisen voldoende zon en/of voldoende vocht. Planten die insecten lokken willen over het algemeen in de zon staan. -grootte van de tuin: De grootte van de tuin is leidend bij de keuzes. Kies voor een kleine tuin een kleine boom, zoals meidoorn, kornoelje, krentenboompje, een fruitboom of een grote struik. Bij weinig ruimte kan een pergola met bloeiende klimplanten voor het verticale element zorgen. - betekenis van planten voor diersoorten: kies planten die extra waarde hebben voor dieren, zoals stuifmeel- en nectarrijke bloemen (met een open hart) en eetbare bessen en zaden. Een aantal planten combineren beide. Gebruik zoveel mogelijk inheemse planten en bomen, deze hebben de meeste relaties met inheemse dieren. Met fruitbomen en kruiden kiest u voor voedsel voor dieren en voor uzelf. Onderhoud van uw tuin Als vuistregel geldt: hoe minder onderhoud, hoe meer rust en hoe meer dieren in uw tuin. -laat blad tussen de borderplanten liggen: regenwormen trekken het de grond in, het verteert tot humus, voedt de planten en verhoogt het watervasthoudende vermogen van de grond. -knip uitgebloeide bloemstengels pas medio maart af (dus na de vorst): in de stengels schuilen insecten, vogels eten de zaden uit de uitgebloeide stengels. Bovendien lijkt de tuin in de winter minder kaal en is het berijpte wintersilhouet van bloemstengels prachtig. De plantenstengels kunt u gewoon breken of in stukjes knippen en tussen de borderplanten strooien. De stengels verteren langzaam en bedekken de grond, waardoor deze minder uitdroogt, u geen water hoeft te geven en ongewenste kruiden minder groeikans krijgen. Ook schuilen veel insecten in deze strooisellaag, die vogels goed weten te vinden. -schoffel, spit en hark zo min mogelijk, om de wortels van de planten en het bodemleven niet te verstoren. Regenwormen beluchten en bemesten de grond uitstekend. -laat gazonmaaisel zo nu en dan liggen: het is een natuurlijke bemester en voedsel voor de regenwormen en de grond. -bemest het gazon en de border, zo nodig, in het voorjaar en alleen met organische mest, zoals gedroogde koemestkorrels en compost. Strooi bij zure grond als zand en veen wat kalk. Wilt u bloemen in het gazon, dan kunt u het beter niet bemesten. -maak van een (ongebruikt) stukje van het gazon of langs een struikenrand of haag een bloemenweitje, waar lang gras en pinksterbloemen kunnen groeien. Daarin schuilen veel insecten, maai het met een bosmaaier in het vroege najaar en laat steeds een stukje staan tot het volgende najaar. -geef zo weinig mogelijk water: alleen nieuwe aanplant heeft de eerste paar weken water nodig. Planten die zelf naar water moeten zoeken krijgen diepere wortels. Planten die regelmatig water krijgen, vinden dat niet nodig en blijven afhankelijk van water dat u hen geeft. -gebruik regenwater: de gemeente subsidieert regentonnen, die bij het Informatiepunt Duurzaam Bouwen te koop zijn. Regenwater is gratis, warmer en minder kalkhoudend dan leidingwater, wat alle planten prettig vinden. -gebruik nooit gif: insecten, vogels en zoogdieren kunnen slecht tegen gif. Bestrijdingsmiddelen zijn voor veel diersoorten dodelijk, direct of indirect, of tasten hun afweersysteem aan, wat hen veel gevoeliger maakt voor ziekten. Is er toch een plaag gebruik een milieuvriendelijk middel zoals Escargo voor slakken op basis van zetmeel. Met een rijk insecten- en vogelleven in uw tuin zijn er weinig plagen. Maak de tuin niet te netjes. Insecten schuilen graag in afgevallen blad en stengels, tussen stenen en takken. Andere dieren zoeken weer graag naar de insecten, en ze bouwen hun nest van stengels, mos, bladeren, veertjes... Dieren in uw tuin Dieren zijn verbonden met de plantengroei in uw tuin. Veel soorten dieren, vooral de insecten, zijn direct afhankelijk van de erin voorkomende planten. Zo eet elke vlinderrups alleen de bij haar soort passende waardplanten. Zonder die planten kan een vlindersoort zich niet in uw tuin voortplanten. Hij komt alleen maar snoepen van de nectarplanten. Ook wilde bijensoorten zijn sterk afhankelijk van de aanwezige planten. Sommige bijensoorten vliegen maar op één soort plant, bijvoorbeeld klokjesbloemen. Andere kunnen stuifmeel en nectar van een hele plantenfamilie, zoals de vlinderbloemigen, verzamelen. Elk dier, ongeacht soort, heeft voedsel en water, beschutting en nestgelegenheid nodig om te kunnen leven. Veel maatregelen zijn dan ook voor veel soorten dieren waardevol. -Maak takkenrillen van snoeihout als schuilplaats voor vogels, egels, insecten en kleine zoogdieren. -Maak stapelmuren van afgedankte stenen en tegels op een rustige, zonnige plaats als schuil- en overwinteringsplaats voor insecten, kleine zoogdieren en amfibieën -Plant bloem-, bes- en zaadrijke bomen, struiken en planten; veel vogels en kleine zoogdieren eten de bessen en zaden van planten. Vogels en vleermuizen hebben daarnaast massa’s insecten nodig om hun jongen eiwitrijk voer te brengen. Een insectenvriendelijke tuin lokt daarom ook vogels en andere dieren naar uw tuin. -Maak een drinkplek voor dieren, bijvoorbeeld met een kleine vijver, een ingegraven metselbak of schaal met stenen erin. Maak een schuine oever en moeraszone met moerasplanten, of plaats een schuin loopplankje, wat kippengaas of kleine stenen bij de vijveroever, zodat egels en andere dieren er makkelijk in en uit kunnen klimmen als zij willen drinken. Voor groene kikkers moet de vijver minimaal 80 cm diep zijn met een laagje modder op de grond. Zijn er kleine kinderen in de buurt, houdt het dan bij een of meerdere (vogel)drinkschalen, waaruit ook insecten kunnen drinken. -Plaats nestgelegenheden voor verschillende soorten vogels, egels en insecten op beschutte plaatsen. -Beperk de tuinverlichting zo veel mogelijk. -Maak “egelpoortjes” van 15 x 15 cm in schutting, tuinhek of gaaswerk zodat egels en andere dieren makkelijk van de ene naar de andere tuin kunnen lopen. -Stop niet alle gaten van uw huis en schuur dicht, juist in gaten en spouwmuren kunnen veel insecten, vogels en vleermuizen schuilen. Voor links naar meer informatie over dit onderwerp kijk op: www.nmfgroningen.nl/groningenzoemt of www.gemeente.groningen.nl/natuurlijk-tuinieren-in-een-notedop Groen dak Heeft u een heel kleine of helemaal geen tuin, maar wél een niet al te schuin dak? Ook dan kunt u iets voor de natuur in de stad doen: een groen dak aanleggen! Op alle platte daken en daken tot een helling van maximaal 32% zijn groene daken te maken, voor de schuine daken zijn wel speciale voorzieningen nodig. Elk garageof schuurtjesdak is al geschikt voor een eenvoudig sedumdak met vetplantjes. Een huisdak of stevig garagedak kan een dikker groen dak dragen, dat daarmee ook direct een hogere natuurwaarde heeft. Want hoe dikker de substraatlaag, hoe groter de wortelruimte en hoe hoger het watervasthoudend vermogen van het dak. Er kunnen dan meer verschillende soorten planten groeien. Groene daken bieden stuifmeel voor insecten, een mogelijke broedplaats voor vogels, ze binden fijnstof, houden water vast, verminderen zo de mogelijke wateroverlast in de stad en verlagen de temperatuur. Ook isoleren ze het onderliggende gebouw en verlengen de levensduur van de dakbedekking. En niet te vergeten: ze bieden een veel mooier uitzicht dan saai grijs dakleer! Groene daken zijn ook te combineren met zonnepanelen of met groenten- en kruidenkweekbedden. De Gemeente Groningen geeft subsidie voor de aanleg van groene daken voor particulieren en bedrijven.