De negatieve status en kundigheid van dokters in Rome

advertisement
De geneeskunst van
het antieke Rome
De rol van goden binnen de Romeinse
geneeskundige traditie
Onderzoekseminar III – Urbs Roma
Door:
Dorien de Bruin
3463222
Docent:
Saskia Stevens
Datum:
13 april 2012
Woorden:
11.530
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
Inhoudsopgave
Bladzijde
Inleiding
2
Goden binnen de Romeinse geneeskunst
6
Religieuze gebruiken en rituelen binnen de Romeinse geneeskunst
12
Remedies en genezing binnen het huishouden
17
Scepticisme en twijfel over de geneeskundige traditie in Rome
20
Dokters in Rome
24
De waarde van het leven van de Romeinen
31
Conclusie
34
Literatuurlijst
36
1
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
De geneeskunst van het antieke Rome
Als veel mensen en dieren bij elkaar in een stad wonen, zonder de kennis die we
tegenwoordig bezitten over de uitbraak en genezing van ziekten, is het ontstaan van
besmettelijke ziektegolven vrijwel onvermijdelijk, zo ook in het oude Rome. Enige kennis
over gezondheid was er echter wel. De hygiëne in de stad was bijvoorbeeld voor de Romeinen
van groot belang, zoals onder andere blijkt uit de aanwezigheid van aquaducten die voor
schoon water zorgden, de badhuizen en de riolering. Deze maatregelen binnen de stad vonden
plaats om een gezondere en veiligere manier van leven in de stad te creëren, en werd niet
gezien zoals de hygiëne die we tegenwoordig kennen. Het ging de Romeinen bij de
maatregelen meer om het algemene welzijn van mensen dan alleen de gezondheid. Hierbij
ging het niet om de gezondheid van het individu, maar van het collectief.1 Naast de
maatregelen die tegenwoordig 'hygiënisch genoemd zouden worden, hoorde hier bijvoorbeeld
ook het voorkomen van branden bij.2 Zodra er kennis was om de leefomgeving gezonder te
maken en vuil zo veel mogelijk weg te nemen, werd deze toegepast.3 Een voorbeeld hiervan is
de drainage van moerassige gebieden die veel ziekten bevatten in de vroeg-Romeinse tijd.
Deze aandacht voor hygiëne zorgde ervoor dat het uitbreken van ziekten voor een deel
beperkt werd, het uitbreken van ziekten kon hierdoor echter niet voorkomen worden.
Rome had een ongunstige situatie als het ging om ziekten. Onder andere het
moerassige gebied waarin de stad zich bevond, zorgde ervoor dat een ziekte als malaria vaak
voorkwam. 4 Daarnaast waren campagnes naar het buitenland vaak een oorzaak voor
epidemieën. De ‘Antonijnse plaag’ werd bijvoorbeeld veroorzaakt door een ziekte die door de
legertroepen uit Syrië werd meegenomen.5
Naast besmettelijke ziekten, zullen aangeboren ziekten en kwaaltjes als hoofdpijn,
buikpijn, een gebroken ledemaat of kiespijn, ook voorkomend zijn geweest. De Romeinen
ontwikkelden dan ook een brede geneeskundige traditie, waarin veel manieren van de omgang
met ziekte voorkwamen en waarbinnen hun goden een belangrijke plaats innamen; goden
namen voor de Romeinen een belangrijke plaats in binnen het dagelijks leven en omdat
1
O. F. Robinson, Ancient Rome: City planning and administration. (Londen: Routledge 1992), 111.
A. Cruse, Roman Medicine. (Gloucesershire: Tempus Publishing 2004), 77
3
A. Cruse, Roman Medicine, 77.
4
J. N. Hays, Epidemics and pandemics: their impacts on human history. (Santa Barbara: ABC-Clio 2005), 9.
5
F. Prinzing, Epidemics resulting from wars. (Oxford: Oxford University Press 1916), 12.
2
2
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
ziekten veelvoorkomend en invloedrijk zijn geweest, is het niet verwonderlijk dat de goden
verbonden werden met ziekten.
Vooral epidemieën van besmettelijke ziekten, die zich zoals de naam als zegt over het
hele of een groot deel van het volk verspreidden, hadden tot gevolg dat er initiatieven
genomen werden om de goden gunstig te stemmen.6 Zo wordt door Livius een initiatief, door
de Senaat opgedragen, omschreven om de epidemie van 463 v. Chr.:
“ In Rome the ravages of the disease were no less fatal than those of the sword had been amongst her
allies. The surviving consul died; and death took other famous men, the augurs Marcus Valerius and
Titus Verginius Rutulus, and the head curio, Servius B.C. 463 Sulpicius; as for the base rabble, the
violence of the plague stalked at large amongst them; until the senate, finding no help in man, sent the
people to the gods in prayer, commanding them to take their wives and children and supplicate Heaven
for forgiveness. Thus summoned by the state's authority to do what each was impelled to by his own
distress, they crowded all the shrines. Everywhere were prostrate matrons, sweeping the floors of the
temples with their hair, while they besought the angry gods to grant them pardon and end the
pestilence.”7
Het volk werd opgedragen om tot de goden te bidden en ze te smeken om vergiffenis. Een
betere oplossing, misschien wel die ‘in man’, was op dat moment niet te vinden. Dit
veranderde echter naarmate de eeuwen vorderden en naast de goden en de Romeinse traditie
van huismiddeltjes, vonden dokters hun plaats binnen de Romeinse geneeskunst.
De intrede van dokters, Medici, in Rome vond plaats in de derde eeuw v. Chr., hoewel
zij in deze tijd niet veel geraadpleegd werden. De populariteit van dokters nam pas toe in de
tweede eeuw n. Chr. De dokters waren vooral afkomstig uit Griekenland. Het waren mannen
die, zoals hun naam als zegt, genezers waren. Ze waren goed in het stellen van diagnoses en
kenden de werking van medicijnen. Ze kenden echter ook veel rituelen en pasten soms magie
toe.8
Deze verandering van de sterke rol van goden naar een bredere vorm van geneeskunst,
dat wil zeggen een geneeskunst die ook andere componenten van de geneeskunst omvatte,
biedt een interessant inzicht in de geneeskunst van de Romeinen. De Romeinse geneeskunst,
die vooral bekend is geworden door de werken van Celsus, De Medicina, uit de eerste eeuw n.
Chr., en die van Galenus over ziekte en genezing uit het begin van de derde eeuw n. Chr., was
echter veel omvangrijker dan lijkt door deze bronnen.9 De genoemde werken van Celsus en
Galenus bestaan vooral uit een rationele benadering van ziekte en genezing en niet zozeer
6
W. A. Jayne, The Healing Gods of Ancient Civilizations. (New York: University Books, Inc. 1925), 401.
Liv. 3. 7. (vertaald door B. O. Foster).
8
H. King, Greek and Roman Medicine. (Londen: Bristol Classial Press 2001), 32-33.
9
I. e. Celsus, De Medicina, en Galenus, .
7
3
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
over de rol van goden. Bronnen over de rol van goden en de twijfel hieraan, zijn echter ook te
vinden, en hoewel ze wellicht minder interessant zijn voor een inzicht in de gelijkenis en
onveranderlijkheid van de behandeling van ziekte in het verleden en het heden, kunnen ze wel
meer inzicht bieden in de geneeskunst van de Romeinen als geheel, ook de rationelere
benadering van genezing.
De verbanden en relaties tussen de goden en andere manieren om genezing te vinden
bij ziekten, staat binnen dit onderzoek centraal. Deze verbanden en relaties zullen aan de hand
van de volgende hoofdvraag onderzocht worden: In hoeverre hadden de Romeinen voldoende
aan hun eigen goden? Door middel van de behandeling van de hoofdvraag zal een beter
inzicht verkregen worden in de rol van goden binnen de geneeskunst.
Om dit te onderzoeken zal eerst een beeld van de plaats en de rol van goden binnen de
Romeinse geneeskundige traditie gevormd worden. Om hier een goed antwoord op te kunnen
geven, zullen zowel archeologische resten als secundaire literatuur besproken worden die
spreken over de vroegste vormen van geneeskunst in Rome. De invloed van andere culturen
speelde bij het ontstaan van de geneeskunst in Rome een belangrijke rol en zal daarom hierbij
behandeld worden. Hierna zal gekeken worden naar het vertrouwen dat de Romeinen hadden
in hun goden als het ging om genezing en de rituelen en mysterie die hiermee samenhingen.
Vervolgens wordt gekeken naar de rol van andere elementen van de geneeskunst, zoals
dokters en medicijnen, en het vertrouwen dat de Romeinen daar in hadden en als laatste zal
kort behandeld worden hoe de Romeinen de waarde van hun leven zagen.
De beschouwing van de onderzoeksvraag en deelonderwerpen zal plaatsvinden aan de
hand van primaire bronnen en secundaire literatuur. Zoals hiervoor al is gezegd, is in de
literatuur vaak een beschrijving te vinden van de verschillende elementen binnen de
geneeskunst, maar niet zozeer de relatie tussen deze elementen. Door de verschillende
literatuur naast elkaar te gebruiken, zal deze relatie echter gevormd kunnen worden en dit zal
leiden tot een antwoord op de onderzoeksvraag.
Bij aanvang van het onderzoek zijn verschillende verwachtingen ontstaan en door deze te
toetsen, zal het inzicht in de hoofdvraag worden vergroot. De belangrijkste verwachting die is
ontstaan is dat de Romeinen niet slechts genoeg hadden aan hun goden. Dit blijkt al uit de
mogelijkheid om andere elementen van de geneeskunst van de Romeinen te onderzoeken.
Een volgende verwachting die is ontstaan, is dat de Romeinen een kleinere rol voor de
goden zagen toen de geneeskunst door dokters een grotere rol ging spelen. Geneesmiddelen
4
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
en operaties werken zoals we tegenwoordig weten, beter dan bidden tot de goden om een
ziekte te genezen. Dat de Romeinen dit ook inzagen toen het effect van behandeling door
dokters bekend werd, lijkt aannemelijk en daardoor lijkt het ook aannemelijk dat de rol van
goden afnam.
De laatste verwachting is dat de rol van goden echter niet verdween. De Romeinse
goden bleven een rol spelen in de Romeinse geneeskunst, hoewel de rol kleiner zou worden
met de tijd door onder andere de rol van dokters, zoals eerder gezegd, en wellicht ook de rol
van het christendom.
Door met deze naar verwachtingen naar de bronnen te kijken en deze aan te bronnen te
toetsen, zal het onderzoek meer richting krijgen en zal, samen met de behandeling van de
deelonderwerpen, een zo goed mogelijk antwoord op de onderzoeksvraag gevonden kunnen
worden.
5
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
Goden binnen de Romeinse geneeskunst
De bekendste goden die in Rome met betrekking tot ziekten werden vereerd, waren Apollo en
Asclepius. Deze bekendheid kregen de goden doordat ze in Rome werden geïntroduceerd en
vanwege de bronnen die hierover spreke. Voordat de goden naar Rome werden gehaald,
onderging de Romeinse geneeskundige traditie op het gebied van goden echter eerst zelf een
transformatie.10
De Romeinen kenden zelf van oudsher geen goden die specifiek verbonden waren met
geneeskunst, wat bijzonder lastig was als er sprake was van ziekte. De Romeinen
introduceerden daarom eerst zelf goden die zij verbonden met ziekte. Deze goden waren
echter nogal obscuur en wellicht met deze reden ook niet veel genoemd in de literatuur.11
Sommige goden die uit andere culturen geïntroduceerd werden, waren ook niet altijd
even populair onder de bovenste lagen van de Romeinse samenleving en werden vaak gauw
verwijderd uit het pantheon. Er waren echter goden die, ook onder de bovenste lagen van de
bevolking, aan populariteit en reputatie stegen en een plaats binnen de Romeinse
geneeskundige traditie kregen, hoewel hun tempels vaak buiten het pomerium lagen, wat
betekende dat de goden nog niet helemaal vertrouwd en geaccepteerd werden binnen de
Romeinse samenleving.12
Om de Romeinse geneeskunst beter te begrijpen, is het van belang om eerst aandacht
te besteden aan deze vroegste geneeskundige goden. Hoewel het niet mogelijk is om ze
allemaal te behandelen, kan een goed beeld van dit pantheon van geneeskundige goden
gevormd worden door de belangrijkste en bekendste goden te belichten. Vanuit deze kennis is
beter te begrijpen waarom er veranderingen plaatsvonden binnen de geneeskunst en wellicht
waarom het vertrouwen in goden af- of toenam.
De Romeinse geneeskunst voor de introductie van nieuwe goden
De kennis over goden binnen de Romeinse geneeskunst voordat nieuwe, specifiek aan de
genezing van ziekte verbonden goden werden geïntroduceerd, is zoals hiervoor genoemd
beperkt. Dit betekent niet dat helemaal niets bekend is en vooral de archeologie heeft
10
Jayne, The Healing Gods, 375.
Cruse, 109.
12
Jayne, 394.
11
6
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
bijgedragen aan de kennis over de authenticiteit van de goden. Om iets over deze goden te
kunnen zeggen, is het echter eerst van belang om te begrijpen waar ze vandaan kwamen.
De Romeinen geloofden dat alle natuurverschijnselen veroorzaakt werden door een
god die ermee verbonden was. Het pantheon van de Romeinen was dan ook vol van goden en
hun indigitamenta.13 Binnen dit oudste pantheon van de Romeinen waren de goden op een
andere manier verbonden met genezing dan in latere tijden.14
De Romeinen waren er van overtuigd dat ziekte, en vooral epidemieën, veroorzaakt
werden als zij de toorn van een god of godin op zich hadden afgeroepen. De god die een
ziekte veroorzaakte, was ook de god die de ziekte kon verhelpen. Het probleem was echter dat
het niet zeker was om welke god het ging en wat de reden was. Op deze momenten werd er
een beroep gedaan op zieners die konden achterhalen van welke god de ziekte afkomstig was.
Als de vrede met deze god hersteld zou worden door onder andere gebeden, rituelen en offers,
zou ook de ziekte verdwijnen.15
De verdwijning van de ziekte maakte dat de Romeinen dachten dat hun rituelen
gewerkt hadden. Ze deden echter geen moeite om de ziekte en de problemen die hierbij
kwamen kijken te begrijpen; hoewel niet altijd de goden de schuld werd gegeven, maar
bijvoorbeeld ook de ‘ongezonde’ periode van het jaar.16
Het was echter ook vaak het geval dat de ziekte niet verdween en dit betekende dat
niet de juiste god was aangeroepen, dat de oude goden niet konden helpen of dat niet de juiste
rituelen of offers uitgevoerd waren. In dergelijke gevallen moest op zoek gegaan worden naar
de juiste god of een nieuwe, maar dit laatste gebeurde pas aan het einde van de vijfde eeuw v.
Chr. Daarvoor was het zaak om er achter te komen welke god de ziekte veroorzaakte, maar dit
was vaak onmogelijk.17
Om toch ten tijde van ziekte een zekerheid te hebben voor genezing, vergoddelijkten
de Romeinen de ziekte of een symptoom ervan zelf. Op deze manier was het toch mogelijk
om een offer of ritueel uit te voren voor een god die zeker kon helpen.18 De zieke kon naar het
13
Een aspect van een god of godin, niet de god of godin zelf, waarin deze een functie heeft, bijvoorbeeld Apollo
met zijn aspect Medicus.
14
Jayne, 397-398.
15
Ibidem, 398.
16
J. Scarborough, Roman Medicine. (Londen: The Camelot Press 1969), 17.
17
Jayne, 398-399.
18
Ibidem, 399.
7
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
heiligdom van de betreffende god of godin gaan en een geschenk brengen zoals fruit of ander
eten of een voorwerp in de vorm van het lichaamsdeel waar de zieke last van had.19
Het vroegst bekende voorbeeld van een godin die verbonden was aan een symptoom
van ziekte, was Dea Febris, de godin van de koorts. Vermoedelijk had Febris in Rome een
grote bekendheid. Dit valt af te leiden uit de archeologische resten van drie tempels in Rome
die aan haar waren verbonden.20 Er wordt zelfs gedacht dat dit ook een van de langst bekende
godinnen in Rome met betrekking tot ziekte. Een van de tempels voor Dea Febris bevond zich
namelijk op de Palatijn; de heuvel waarop Romulus Rome zou hebben gesticht. De plaats van
de cultus van Dea Febris zou een bewijs kunnen zijn voor dat de godin al in de periode rond
de stichting van Rome werd vereerd.21
Een andere godin, Carna, de godin die hart, maag en het algemeen welzijn van mensen
beschermde, was al in het begin van de Republiek bekend. Resten van haar tempel, die
stammen van rond 510 v. Chr., zij op de Caelius gevonden.22 Een Italische godin die ook
buiten Rome zeer bekend was, hoewel onder verschillende namen, was Salus, godin van de
gezondheid. Een van haar andere namen, Valetudo, gaf ook naam aan de militaire hospitaals;
de valetudinaria.23 Salus had in Rome een tempel op de Quirinaal die gedateerd wordt rond
305 v. Chr.24
In de privésfeer waren de Lares van groot belang voor gezondheid. Zij waren, naast
goden van wegen en kruisingen, de goden van het erf, het huishouden en de haard. En bekend
van Ovidius zijn de Manes, rusteloze geesten die dood en verderf zouden verspreiden als zij
niet tijdens hun festival in februari werden vereerd.25
Ziekte werd klaarblijkelijk, uitgaande van de kennis die beschikbaar is over deze
goden, gezien als iets wat werd veroorzaakt door iets goddelijks. Hier vanuit gaande, is het
niet vreemd dat de Romeinen een beroep deden op goden uit een andere cultuur. Als hun
eigen goden en rituelen niet konden helpen in geval van ziekte, zou er waarschijnlijk ergens
een god of ritueel moeten zijn die dit wel kon.
19
Cruse, 112.
Ibidem, 112.
21
R. Sallares, Malaria and Rome: a history of malaria in ancient Italy. (Oxford: Oxford University Press 2002),
50.
22
Cruse, 109.
23
Ibidem, 109.
24
Ibid., 109.
25
Ibid., 200.
20
8
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
De introductie van nieuwe goden binnen de geneeskunst
De introductie van nieuwe goden binnen de Romeinse geneeskunst gebeurde, in ieder geval
met betrekking tot de belangrijkste goden die toegevoegd werden aan de Romeinse
geneeskunst, iedere keer in een geval van een epidemie waarvan de Romeinen geen
verlossing konden vinden in een van hun eigen goden of rituelen. In dergelijke gevallen
moesten er drastische maatregelen genomen; de uiterste oplossing voor genezing moest
gebruikt worden en deze was niet Romeins. Het waren namelijk de Sibillijnse boeken die als
de laatste oplossing gezien werden. De boeken bevatten openbaringen en voorschriften voor
rituelen en ceremonies die uitgevoerd konden woorden in ernstige gevallen. In deze gevallen
werden de boeken alleen geraadpleegd als de Senaat hiermee instemde.26
Waarschijnlijk werden de boeken voor het eerst geraadpleegd onder Tarquinius,
de zevende en laatste koning van Rome van 534 tot 509 v. Chr., die Griekse orakels verkoos
boven Romeinse zieners en die inzag dat de eigen goden niet konden helpen. Door de
oorsprong van de boeken is de introductie van Hellenistische goden en rituelen in navolging
van de boeken niet vreemd te noemen. Het gebruik van de boeken zorgde hiermee,
onvermijdelijk, voor een verandering in de Romeinse religie omdat de Griekse culten
verschilden van de oorspronkelijk Italische culten. De verandering van de Romeinse religie
wat betreft de goden begon met de introductie van Apollo.27
In 433-432 v. Chr. werd Rome geteisterd door een grote epidemie die het leven
van veel Romeinen kostte. Gezien de Romeinse goden de epidemie niet stopten, moest er een
andere oplossing gevonden worden voor de beëindiging van de ziektegolf. Deze vonden de
Romeinen in de Sibillijnse boeken en in 431 v. Chr. werd de cultus voor Apollo Medicus in
Rome geïntroduceerd.28 Apollo was een god die van oudsher al een sterke band had met
epidemieën. Hij veroorzaakte ze, maar belangrijker nog, hij kon het volk beschermen tegen de
uitbraak van epidemieën. Apollo Medicus was echter geen god die de Romeinen een uitweg
kon bieden als er geen sprake was van een epidemie, bijvoorbeeld bij sporadisch
voorkomende ziekten.29
Tijdens de epidemie van 293 v. Chr. kwam hier echter verandering in. De stad
werd zo ernstig getroffen door ziekte, dat de Senaat besloot de Sibillijnse boeken te
raadplegen. De boeken droegen de Romeinen op om naar Epidaurus te gaan waarvandaan zij
26
Jayne, The Healing Gods, 383.
Jayne, 383.
28
Liv. 4.21 en 4.25 (vert. Foster).
29
Jayne, 408.
27
9
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
de Griekse god Asclepius en zijn cultus meenamen naar Rome om de epidemie te stoppen. In
291 v. Chr. werd een heiligdom voor de god gebouwd op het Tibereiland.30
De komst van Asclepius en zijn cultus betekende een verandering binnen de
Romeinse geneeskunst. Niet alleen beschermde Asclepius de Romeinen tegen epidemieën en
(sporadisch voorkomende) andere ziekte, maar hij genas de Romeinen ook van de ziekte en
misschien nog wel meer bijzonder was dat hij ook een genezer van individuen was. Dit in
tegenstelling tot Apollo die epidemieën slechts kon veroorzaken en weghouden, maar die pas
een lange tijd na de introductie van Asclepius ook de functie van genezer kreeg.31
De introductie van Asclepius maakte een diepe indruk op de Romeinen, wat ook
wel blijkt uit de teksten die bekend zijn over zijn komst naar Rome en de mythe die hieraan
verbonden was. De aankomst van Asclepius in Rome wordt onder andere omschreven door
Ovidius.32 Ovidius schrijft over hoe de Romeinen naar Epidauros gingen omdat het hen
opgedragen was door het orakel van Apollo, de bron van de Sibillijnse boeken. In Epidauros
wordt een van de Romeinse gezanten bezocht door Asclepius die hem de slang die om zijn
scepter kronkelde liet herinneren omdat hij de Romeinen in die gedaante zou volgen tijdens
hun reis terug naar Rome. In Rome aangekomen koos Asclepius de plaats waar hij vereerd
zou gaan worden:
“Nu splitst de Tiber zich in twee omstromende gedeelten –daar waar men van ‘het Eiland’ spreekt- en
legt aan elke kant een even b rede arm rondom een vaste strook daartussen. De slang, Apollo’s zoon,
gleed hier van het Romeinse schip en kroop aan wal, nam toen opnieuw zijn godsgedaante aan en
maakte een einde aan de pest, als redder van de stad.”33
Asclepius redde dus de stad in van de epidemie en kreeg daarna een centrale plaats binnen de
geneeskunst van de Romeinen.
De rol van goden veranderde echter ook toen de god de Romeinen van de
epidemie kwam redden. Met de komst van Asclepius en zijn cultus naar Rome, kwamen ook
de eerste Griekse dokters naar de stad, hoewel deze zeker in de beginjaren niet erg populair
waren, onder andere door de lage status van het beroep van dokter en het vertrouwen dat de
Romeinen in de dokters hadden.34
30
Jayne, 402.
Ibidem, 408.
32
Ovid. Met. 15.
33
Ovid. Met. 15. 739-744 (vertaald door M. d’Hane-Scheltema).
34
Cruse, 127.
31
10
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
Het Romeinse pantheon van geneeskundige goden maakte dus een belangrijke verandering
door met de introductie van een steeds groter aantal en een steeds grotere specialisatie van
goden. Deze verandering vond plaats omdat er een behoefte was van de Romeinen om de
geneeskundige traditie te vernieuwen; de Romeinen hadden niet genoeg aan hun eigen goden.
Een voortgang van deze vernieuwingen bracht ook nieuwe rituelen, methoden en
‘buitenlandse’ geneeskundige tradities, zoals dokters, mee.
Voor echter gekeken wordt naar dokters, zal eerst gekeken worden naar de
rituelen en methoden die de Romeinen kenden, zowel om publiekelijk als privé te genezen.
De rol van de rituelen en methoden was namelijk voor de komst van dokters en in de
beginjaren van de aanwezigheid van dokters groter dan de rol van de dokter. De antieke
bronnen over rituelen en geneesmethoden zijn ook van veel vroegere tijden dan de bronnen
over dokters. De methoden en rituelen hadden vaak een relatie met de goden en als bekend is
wat de rol was van deze rituelen en methoden binnen de geneeskunst, is een beter beeld van
de geneeskunst te verkrijgen en van eventuele veranderingen in de rol van goden.
11
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
Religieuze rituelen en gebruiken binnen
de Romeinse geneeskunst
Om de hulp van de goden te vragen bij de genezing van ziekte, kenden de Romeinen
verschillende rituelen. Sommige van deze rituelen waren al erg lang bekend bij de Romeinen
en waren van Etruskische afkomst, terwijl andere geïntroduceerd werden omdat de Romeinen
in een situatie zelf geen methode of ritueel kenden voor de genezing van zieken.
Een overzicht van de belangrijkste van deze (geïntroduceerde) rituelen en
methoden, kan een goed beeld geven van hoe de goden een plaats hadden binnen de genezing
van ziekten, zowel publiekelijk als privé.
‘Algemene’ rituelen en gebruiken voor genezing
De oudst bekende methode die de Romeinen kenden om de goden om hulp te vragen bij voor
de genezing van ziekte, zowel voor de stad als voor een individu, waren waarschijnlijk
afkomstig van de Etrusken. De Etrusken kenden veel vormen van zienerij en waarzeggerij en
deze vonden en hielden een plaats binnen de Romeinse geneeskunst.35
Waarzeggers van Etruskische afkomst kwamen aan het eind van de vijfde eeuw v. Chr.
voor het eerst naar Rome. Deze waarzeggers, vooral bestaand uit haruspices, waren in dienst
van de Senaat en de magistraten om in kwesties van publiekelijk belang de wil van de goden
te lezen. De haruspices konden deze wil lezen in de organen van offerdieren.36 Een andere
manier om de wil van de goden te lezen was de augur; door het gedrag en de vlucht van
vogels te lezen, kon een ziener de wil van de goden achterhalen.37
Na een aantal eeuwen verdween de rol van Etrusken binnen deze waarzeggerij. Cicero
spreekt in zijn werk bijvoorbeeld over Romeinse jongens uit belangrijke families die in
opdracht van de Senaat door de Etrusken opgeleid werden tot haruspices. De reden hiervoor
was dat de Etrusken armer werden en de Romeinen waren bang dat de waarzeggers hun vak
M. Horster, 'Living on Religion: Professionals and Personnel'. In: J. Rüpke (red.), A Companion to Roman
Religion. (Oxford:Blackwell Publishing 2011), 337.
36
Horster, 'Living on Religion', 337.
37
Cruse, 110.
35
12
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
zouden gebruiken om er zelf beter van te worden door zich te verhuren. 38 Deze verandering
van haruspices vond waarschijnlijk plaats in de tweede eeuw v. Chr. en deze Romeinse
waarzeggers werkten in dienst van het Romeinse volk tot in de vroege zesde eeuw n. Chr. Een
andere verandering die plaatsvond was dat er ook haruspices in de privéomgeving werkzaam
werden.39
Deze laatsten, de privéwaarzeggers, zullen betrokken zijn geweest bij Romeinen die
ziek waren, de eersten, de waarzeggers in dienst van de staat, zullen een rol hebben gehad bij
het genezen epidemieën. De privéwaarzeggers waren niet erg populair onder de hoger
opgeleide klassen en werden gerekend tot de wereld van het bijgeloof.40
Een andere manier om de wil van de goden te begrijpen, kon plaatsvinden door de
zieke zelf door middel van incubatie, ook wel tempelslaap genoemd.41 Incubatie was meer
gericht op de genezing van het individu en vond plaats binnen de cultus van onder andere
Asclepius en Serapis. Serapis was van oorsprong een Egyptische god die zijn plaats had
gevonden binnen de Hellenistische wereld. Eén van zijn functies, namelijk die van genezer,
had hij gekregen van Asclepius en de culten van de twee goden werden vaak met elkaar
geassocieerd.42
Bij incubatie werd de zieke, die eerst ceremonieel gereinigd werd en moest vasten, in
de portico van een tempel gelegd waar speciale plaatsen voor de zieken waren. De priesters
brachten een offer en zeiden een gebed op voor de goden en daarna gingen de zieken slapen.
Tijdens de slaap werd de zieke bezocht door een priester of priesteres en werden nog enkele
gebeden opgezegd en werd het lichaam geolied of aangeraakt en na de slaap werden de
dromen die de zieke had gehad opgeschreven en geïnterpreteerd door de priesters, die ook
vaak dokters waren, om daar de geneeswijze uit te lezen. Deze bestond zowel uit de krachten
van de god, als uit een dieet, baden of andere (hygiënische) maatregel, maar in sommige
gevallen was de zieke na de slaap onmiddellijk genezen.43
38
Cic. Div. 1.92.
Horster, 339.
40
Ibidem, 339.
41
R. J. Schork, Latin and Roman Culture in Joyce. (Gainesville: University Press of Florida, 1997), 102.
42
R. M. Rosen, J. Farrel , Nomodeiktes: Greek studies in honor of Martin Ostwald. (Michigan: University of
Michigan Press 1993), 356.
43
Jayne, 410.
39
13
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
Incubatie kon ook binnenshuis plaatsvinden. De zieke werd dan in het atrium of
perystilium gelegd en sliep daar, soms onder invloed van een slaapdrank, wachtende op een
ingeving van een god die hem of haar kon genezen.44
Incubatie werd door de Christenen overgenomen en dit laat zien dat incubatie tot de
overname van de Romeinse goden door de Christelijke God een rol heeft gespeeld in de
Romeinse samenleving en dus ook de goden.45
Rituelen en gebruiken voor het genezen van de stad
De rituelen van incubatie en de haruspices konden echter niet alle ziekten genezen, en de
eerste zeker geen epidemieën. Om in het geval van epidemieën toch genezing te vinden bij de
goden, moesten andere rituelen uitgevoerd worden. De Romeinen kenden echter zelf niets
anders dan de haruspices om erachter te komen wat gedaan moest worden. Dus gebruikten
zij, net als bij de goden, rituelen uit andere culturen, vooral uit de Hellenistische cultuur. Dit
gebeurde net als bij de goden door het raadplegen van de Sibillijnse boeken.
Een van de bekendste rituelen die de Romeinen uit de Sibillijnse boeken hebben
gehaald, was het lectisternium, hoewel ook wel wordt gedacht dat dit ritueel afkomstig was
van de Etrusken.46 Dit was een ‘feestmaal’ voor de goden waarbij afbeeldingen van goden in
paren aangelegd werden aan een grote tafel met daarop een prachtig buffet.47
Het lectisternium werd voor het eerst in 399 v. Chr. gehouden na aanleiding van de
raadpleging van de Sibillijnse boeken door de Duoviri vanwege een epidemie. Bekend is dat
in 364 v. Chr., 347 v. Chr. en 325 v. Chr. een derde, vierde en vijfde lectisternium is
gehouden om de stad van een epidemie te verlossen. Hierna verloor het lectisternium haar
band met epidemieën en werd het feestmaal vooral bij ander publieke noodgevallen ingezet.48
Onder Marcus Aurelius werd echter weer een lectisternium gehouden vanwege een epidemie
die niet verdween; niet alleen werd er hier teruggegrepen op een oud gebruik, maar ook op de
goden.49
44
Jayne, 407.
M. Hamilton, Incubation : or, The cure of disease in pagan temples and Christian churches. (Londen: W. C.
Henderson & son 1906), 204.
46
G. Dumézil, Archaic Roman religion: with an appendix on the religion of the Etruskans. (Londen: Johns
Hopkins University Press 1996), 442.
47
Jayne, 401.
48
Ibidem, 402.
49
Ibidem, 402.
45
14
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
Naast de lectisternia werden ook feestdagen, festivals, ceremonies, processies en vrije
dagen om te bidden georganiseerd om Rome te verlossen van de ziekte. Bij deze
gelegenheden konden offers gebracht worden om de goden weer gunstig te stemmen. Ook
konden deze als voorzorgsmaatregel worden genomen; verschillende ceremonies en
processies werden ook gebruikt om epidemieën te voorkomen.50
Rituelen en gebruiken voor de genezing van het individu
Niet alleen waren er rituelen en methoden om de wil van een betreffende god te achterhalen,
zoals de haruspices en incubatie, maar het was ook mogelijk om een god of godin aan te
spreken in zijn of haar heiligdom en te vragen om genezing. Opvallend is dat uit
archeologische resten en inscripties blijkt dat dit bij vergoddelijkte ziekten slechts gebeurde
ten tijde van de ziekte en dat het heiligdom wanneer de ziekte voorbij was werd verlaten. Er
zijn echter ook resten van heiligdommen van goden gevonden die voor een lange
aaneenvolgende tijd in gebruik zijn geweest.51
Een goed voorbeeld van een heiligdom dat voor lange tijd werd gebruikt in de buurt
van Rome is Nemi. In Nemi werd Diana vereerd; een godin die in verband met ziekte vooral
vereerd werd voor vruchtbaarheid, maar die ook voor andere vormen van ziekte aangesproken
kon worden. De vroegste resten die duiden op deze verering stammen van tussen de achtste
eeuw v. Chr. en de zesde eeuw v. Chr. 52
In het heiligdom in Nemi zijn verschillende votiefgeschenken gevonden in de vorm
van lichaamsdelen en lichamen gevonden en dit wijst er op dat het heiligdom behoorde aan
een godin die verbonden was met genezing. De votieven werden door de zieke gegeven aan
de godin om om genezing te vragen of om te bedanken voor de genezing.53
Een votiefgeschenk was een toevoeging aan een offer en kon verschillende vormen
hebben. In Nemi zijn vooral votieven in de vorm van lichamen van individuen, paren van
mensen, zwangere vrouwen en vrouwen met een kind gevonden, wat wijst op de band van
Diana met vruchtbaarheid. Er zijn echter ook andere lichaamsdelen gevonden die wijzen om
50
Jayne, 403.
Ibidem, 400.
52
Cruse, 117.
53
Ibidem, 111.
51
15
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
de ‘algemenere’ geneeskracht van de godin, zoals halve hoofden, ogen, handen, voeten,
borsten en baarmoeders.54
Opvallend aan de heiligdommen in Italië is dat aan het eind van de Republiek geen
votieven meer werden geproduceerd en dus ook niet meer gevonden. Een verandering binnen
de geneeskundige traditie kan hieraan ten grondslag liggen. De geneeskunst veranderde rond
deze tijd en werd meer ‘onderzoekend’ en diagnosticerend. Deze verandering betekende
echter niet dat de heiligdommen niet meer gebruikt werden, ze werden slechts op een andere
manier gebruikt. Tempelgeneeskunst en de ‘nieuwere vormen’ van geneeskunst werden vaak
geïncorporeerd en daarnaast veranderde de vorm waarin men in het heiligdom verbleef. In de
eerste en tweede eeuw werden bijvoorbeeld in Nemi onder andere een theater en baden
gebouwd. Deze faciliteiten werden vaak geassocieerd met heiligdommen van geneeskundige
goden.55
De goddelijke aanwezigheid van Diana werd hierbij niet miskend.56 Ondanks de
veranderingen bleef Diana geëerd worden in haar heiligdom en inscripties dateren uit de
Antonijnse periode terwijl er munten zijn gevonden die zelfs dateren uit de vierde eeuw n.
Chr.57
Uitgaande van de religieuze rituelen en methoden die de Romeinen kenden voor de genezing
van ziekte, blijkt dat de rol van de goden binnen de geneeskunst tot het einde van de
Romeinse religie aanwezig was in deze vorm. Dit gold niet alleen voor ziekte onder het volk,
maar ook voor het individu.
Dit was echter niet voldoende; de Romeinen zochten niet alleen religieuze remedies
voor ziekten die buitenshuis plaatsvonden, maar ze kenden ook een traditie van huismiddeltjes
en andere remedies om genezen te worden. Deze waren meer diagnosticerend dan bij
tempelgenezingen, maar hadden vaak ook een band met de goden.
54
Cruse, 117.
Ibidem, 117.
56
O.a. Stat. Silv. 3.1.
57
Cruse, 118.
55
16
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
Remedies en genezing binnen het
Romeinse huishouden
De Romeinen kenden naast de rituelen en gebeden ook veel huismiddeltjes om de zieken van
hun ziekte te genezen. Deze 'huismiddeltjes' waren remedies tegen ziekte die al bij de vroege
Romeinen bekend waren en bestonden uit producten uit de natuur of mengsels daarvan.58 De
kennis hierover werd echter niet echt toegepast door dokters, die door de Romeinen vaak een
lage status toebedeeld kregen. Deze toepassing was in families van hogere sociale klasse
veelal in handen van de Paterfamilias of een slaaf of vrijgelatene die door hem als aangesteld
werd als Medicus. Met de kennis die hij had over de genezing en hoe ziekte voorkomen kon
worden, maakte hij de keuzes voor het hele gezin, inclusief de slaven, als er sprake was van
ziekte.59
De huismiddeltjes van de Romeinen waren vaak verbonden met de goden. Naast
dat er een drankje of ander middeltje aan de zieke werd gegeven, werden de goden vaak
aangeroepen, werd er een bepaalde formule opgezegd, waar de Romeinen de betekenis vaak
niet van wisten en werden er offers gebracht. Een band met magie was bij de genezing binnen
het huishouden vaak ook aanwezig, iets wat in het publieke leven van Rome niet als een
positieve invloed gezien werd, maar wel iets wat zij niet meer uit het dagelijks leven weg
konden denken, hoewel natuurlijk betwijfeld kan worden in hoeverre deze genezende
invloeden had.60
De band met de goden was bij genezing binnen het huishouden echter veel
minder sterk dan bij genezing die in het belang van de Romeinse samenleving was. De
genezing werd als het om het gezin ging, veel rationeler benaderd; de Paterfamilias had
kennis over bepaalde symptomen en hij kende remedies waarmee deze behandeld konden
worden. De behandeling van ziekte was echter niet zo rationeel dat er diagnoses werden
gesteld. Er werd vooral gehandeld naar de kennis die er was en naar het verhelpen van
symptomen.61
58
Scarborough, Roman Medicine, 19.
J. S. Elliott, Outlines of Greek and Roman Medicine. (Boston: Longwood Press 1978), 7.
60
Scarborough, 18.
61
Ibidem, 18.
59
17
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
De kennis over de remedies en huismiddeltjes die de Romeinen gebruikten, was van oudsher
afkomstig van boeren en herders. Deze gebruikten natuurlijke grondstoffen om hun vee en
zichzelf gezond te houden. Deze afkomst en toepassing wordt beschreven in het werk van
Cato de Oudere (234 tot 149 v. Chr.) die schreef over de remedies die de Romeinen kenden
voor ziekte.62
Cato leefde in een tijd waarin de Hellenistische geneeskunde haar intrede nam in
de Romeinse samenleving, en hoewel veel Hellenistische invloeden in zijn werken te vinden
zijn, was hij nogal sceptisch over de geneeskunst en de dokters die deze uitvoerden. Cato
probeerde met zijn werk over medicijnen en genezing te laten zien dat ook de Romeinse
geneeskunst belangrijke kennis hadden op het gebied van geneeskunst.63
Het ging Cato er echter niet alleen om de kennis van de Romeinen te prijzen.
Zijn werk was vooral een handleiding voor het toepassen van remedies die hij kende binnen
het huishouden. Plinius de Oudere (23 tot 79 n. Chr.), die later terug keek op het werk van
Cato, beschrijft dat het de remedies van Cato wel moeten werken omdat hij een hoge leeftijd,
85 jaar oud, bereikte en volgens Plinius was deze verlenging van zijn leven en die van zijn
familie, die ook heel oud werd, bereikt doordat hij zelf de remedies waar hij over schreef,
toepaste.64
Het medicijn voor bijna iedere kwaal was volgens Cato kool. Dit was een van de
twee belangrijkste remedies in de vroege Romeinse geneeskunst. De andere was ongewassen
wol, een remedie die vooral door Plinius wordt beschreven en Plinius zegt dat de vroege
Romeinen grootse (geneeskundige)krachten aan wol toeschreven.65
Wol werd vaak toegepast in combinatie met honing, water, wijn, azijn,
(dierlijk)vet, olie, een andere vloeistof of een combinatie van deze. Het waren echter
middeltjes waar slechts ‘dagelijkse kwaaltjes’ zoals wonden, blauwe plekken en verschillende
soorten pijn en lichte vormen van ziekte mee behandeld konden worden. In het geval van een
zwaardere vorm van ziekte, zoals een besmettelijke ziekte, of een gebroken ledemaat, waren
de remedies echter niet toerijkend genoeg en was het nodig om zieners, incubatie of een
andere manier van genezing gerelateerd aan de goden of de kennis van een dokter toe te
passen.66
62
Cat. Agr. 126-162 (Vertaald door W. D. Hooper, H. B. Ash).
Cat. Agr. 1-5 (vert. Hooper, Ash).
64
Plin. Nat. 29. 15 (vertaald door W. H. S Jones).
65
Plin. Nat. 29. 30 (vert. Jones).
66
Scarborough, 19-21.
63
18
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
De kennis over natuurlijke middeltjes die voor genezing konden zorgen, maakte dus niet dat
de rol van de goden met betrekking tot genezing verdween, er bleef een behoefte, hoewel de
behoefte niet geheel bevredigd kon worden door de goden. Daarbij moet wel bedacht worden
dat de Romeinen, en zeker de vroege Romeinen, fenomenen in de natuur een band met de
goden toeschreven en wellicht daarmee ook de remedies die zij kenden.
Deze Romeinse remedies werden echter bedreigd omdat de Hellenistische
geneeskunst die, zoals al eerder gezegd, haar intrede deed rond de tweede eeuw v. Chr. en ook
steeds bekender werd. Niet alle Romeinen waren hier enthousiast over en in de literatuur uit
zowel deze en latere tijden, zijn veel sceptische meningen over geneeskundige methodes en
vooral over Griekse dokters die naar Rome kwamen te vinden.
19
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
Scepticisme en twijfel over de
geneeskundige traditie in Rome
Toen de Hellenistische geneeskunst haar intrede deed in het leven van de Romeinen, in de
tweede eeuw v. Chr. toen Griekenland aan het Romeinse Rijk werd toegevoegd, reageerden
de Romeinen niet erg positief. Ze waren gewend aan hun lange traditie van goden, rituelen en
huismiddeltjes en hadden niet veel vertrouwen in de mannen die naar Rome kwamen met hun
meer rationele kennis over geneeskunst. Ze hadden de introductie ook lange tijd uit kunnen
houden; de geneeskunst was pas een van de laatste ‘wetenschappen’ die Rome bereikte.67
Wellicht voelden de Romeinen zich bedreigd en waren ze bang voor de
handelingen waartoe de Griekse dokters in staat waren. Een andere verklaring kan zijn dat ze
bang waren dat ze de toorn van hun goden over zich afriepen door de oude traditie te
doorbreken en misschien voelden de Romeinen dat de Grieken vernieuwing en verbetering
boden op een gebied waarin zij dat eigenlijk hadden willen doen. Dat dit niet lukte is niet erg
onbegrijpelijk omdat de Romeinen vooral druk waren met het veroveren van nieuwe gebieden
en er zelf niet aan dachten om de methoden om de zieken te genezen te verbeteren. 68
De suggestie dat de Romeinen zich bedreigd voelden door de innovaties die de
Grieken meebrachten, is echter te betwijfelen. De Romeinen handelden namelijk niet erg naar
naastenliefde en behandelden hun slaven en de lagere klassen van de bevolking niet bijzonder
sympathiek; ze gaven niet veel om armen en zieken en dachten er ook niet aan om ze te
ondersteunen. Dit kwam pas met de introductie van het christendom.69
Een duidelijke bron van scepticisme kunnen we zoals eerder gezegd vinden in Cato. In
Plinius’ werk over de natuur, wordt Cato’s waarschuwing aan zijn zoon over het gevaar dat de
Griekse dokters vormen voor de Romeinen beschreven:
“I shall speak about those Greek fellows in their proper place, son Marcus, and point out the result of
my enquiries at Athens, and convince you what benefit comes from dipping into their literature, and not
making a close study of it. They are a quite worthless people, and an intractable one, and you must
consider my words prophetic. When that race gives us its literature it will corrupt all things, and even all
67
J. M. Good, The Study of medicine: Volume 1. (New York: Harper & Brothers 1864), XXVI.
Elliott, 10.
69
Ibidem, 11.
68
20
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
the more if it sends hither the physicians. They have conspired together to murder all foreigners with
their physic, but this very thing they do for a fee, to gain credit and to destroy us easily.’…’I have
forbidden you to have dealings with physicians.” 70
Cato’s sceptische houding ten opzichte van de Griekse dokters blijkt duidelijk uit deze
waarschuwing aan zijn zoon. Hij zegt zelfs dat er een samenzwering is om alle niet-Grieken te
doden en dat hij nooit in zee moet gaan met dokters.
Waarschijnlijk zal deze ‘radicale’ mening van Cato echter veel genuanceerder
opgevat moeten worden. Cato was erg negatief over de Hellenistische invloeden in de
geneeskunde en schreef zelfs een werk om aan te geven hoe goed de Romeinse geneeskunst
was. Er zal echter ook een kern van waarheid in hebben gezeten en die zal wellicht afkomstig
zijn van alle kwakzalvers die zich in Rome ophielden om geld te verdienen aan de
goedgelovigheid en onwetendheid van de Romeinen.71
Vanwege de laatste reden schrijft ook Plinius in zijn werk een sceptische
kanttekening bij de dokters in Rome. Het scepticisme dat in Plinius’ werk wordt omschreven,
is namelijk niet alleen gericht op de Hellenistische geneeskunst, maar meer op de geneeskunst
in het algemeen. In de Naturalis Historia omschrijft hij:
“It was not medicine hat our forefathers condemned, but the medical profession, chiefly because they
refused to pay fees to profiteers in order to save their lives. For this reason even when Aesculapius was
brought as a god to Rome, they are said to have built his temple outside the city, and on another
occasion upon an island, and when, a long time too after Cato, they banished Greeks from Italy, to have
expressly included physicians.”72
Uit deze kritieken blijkt dat de Romeinen de geneeskunst in het algemeen minachtten en zelfs
de tempel voor Asclepius niet in de stad wilden bouwen omdat de ‘dokters’ die erbij
betrokken waren profiteurs waren van het redden van het leven van anderen en verbannen
moesten worden uit Italië.
Er bestond echter niet alleen een sceptische mening ten opzichte van de
Hellenistische geneeskunst, maar ook ten opzichte van de methoden die de Romeinen al lange
tijd kenden. Zo schrijft Marcus Tullius Cicero (106-43 v. Chr.) in de De Divinatione over
incubatie:
70
Plin. Nat. 29. 14 (vert. Jones).
Elliott, Outlines of Greek and Roman Medicine, 7.
72
Plin. Nat. 29. 16 (vert. Jones).
71
21
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
“Now whence comes this distinction between true dreams and false? And if true dreams are sent by
God, whence do the false ones rise? – What can be more ignorant than to excite the minds of mortals by
false and deceitful visions? – What authority is there for making such a distinction as, ‘God did this, and
nature that? ’”73
Cicero versterkt zijn argument door het volgende bij te voegen:
“How, then, can it be reasonable for invalids to seek healing from an interpreter of dreams rather than
from a physician? Can Aesculapius or Serapis, by a dream, prescribe to us a cure for weak health? And
cannot Neptune do the same for pilots? Or will Minerva give medicine without a doctor, and the Muses
not give dreamers knowledge of writing, reading, and other arts? But if healing of feeble health were
given, all these things which I have mentioned would be given. Since they are not given, neither is
medicine; and if that be the case, all authority of dreams is at an end.” 74
Cicero beschrijft hier niet alleen dat het eigenlijk niet mogelijk is dat goden een droom
ingeven, maar geeft hier ook argumenten voor. Ten eerste is het volgens hem vreemd dat als
alle dromen door goden zijn ingegeven, een god een ‘slechte droom’ ingeeft; het zou in ieder
geval vreemd zijn om te zeggen dat de slechte dromen uit de ‘natuur’ komen, want dan zou
den de goede daar ook vandaan moeten komen.
In het tweede citaat vraagt Cicero zich af waarom een redelijk persoon eerder uit
zou gaan van een interpretatie van een droom dan van de mening van een dokter. Hij
beschrijft daarna ingevingen en die andere goden zouden bieden, maar het eigenlijk niet doen,
dus zouden dromen ook niet ingegeven kunnen worden. Op deze redenering van Cicero is
natuurlijk veel aan te merken en daarnaast was Cicero een maar de twijfel en zijn scepticisme
over goden in de geneeskunst is duidelijk. Het scepticisme van Cicero moet echter
genuanceerder opgevat worden dan het citaat doet denken; Cicero was namelijk bekend om
zijn scepticisme en Cicero probeerde vaak twee kanten van een stelling te belichten.75
Uiteindelijk ziet Cicero in zijn werk toch meer in de ‘rationelere’ diagnosticerende
geneeskunst, dan in de rituelen en methoden die de Romeinen in relatie tot de goden
toepasten. Er is dus zeker een twijfel, maar het citaat beschrijft ook dat de goden nog steeds
een rol speelden.
Een laatste sceptisch citaat is van Aulus Cornelius Celsus (25 v. Chr. tot ca. 50
n. Chr.), een Romeinse encyclopedist die vooral bekend is geworden vanwege zijn werk over
73
Cic. Div. 2.62 (vertaald door W. A. Jayne).
Cic. Div. 2.59 (vert. Jayne).
75
L. Cassini, 'Self-knowledge, Scepticism and the Quest for a new Method: Juan Luis Vives on Cognitio and the
Impossibility.' In: G. Paganini, J. S. Maia Neto (red.), Renaissance Scepticisms. (Dordrecht: Springer 2009),
40.
74
22
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
geneeskunde.76 Hoewel hij de ‘rationele’ geneeskunst beschrijft in zijn werk, geeft hij ook de
algemene mening van de Romeinen weer:
“Since fortune aids very much in the curing of diseases, consideration of diet and drugs, among other
matters, can all at the same time be very helpful and of no use whatever. It is therefore a moot point
whether health reappears because of medicine or a healthy body or simply good luck.” 77
De visie die Celsus laat zien, is al iets genuanceerder dan bijvoorbeeld de mening die Plinius
beschrijft. De Romeinen geloofden er volgens Celsus wel in dat medicijnen en dokters
invloed konden hebben op het terugkeren van de gezondheid, maar zagen ook dat ‘geluk’
even veel invloed had kunnen hebben op genezing.
Het is ook van belang om te onthouden dat de teksten die geschreven zijn, wellicht het citaat
van Celsus uitgezonderd, afkomstig zijn van de hoger opgeleide klasse van de samenleving.
Deze mannen konden het zich veroorloven om niet enkel genoegen te nemen met de goden
die tot hun beschikking waren, maar ook dokters te raadplegen. De lager opgeleide massa
moest het echter nog steeds doen met de goden. Het heiligdom van een genezende god was
haar beste lokale hulpbron en had onder het ‘gewone’ volk een goede reputatie. Daarbij kwam
dat het voor de massa in de meeste gevallen niet mogelijk was om een dokter te raadplegen en
medicijnen te kopen. Een laag opgeleide Romein kon zich bij uitzondering misschien een
middeltje van een dokter veroorloven, maar de dokters die binnen deze klasse werkzaam
waren, maakten zich vaak schuldig aan fraude en kwakzalverij.78
Om een beter beeld te krijgen van de meningen binnen de samenleving over de
medici en de verhoudingen tot deze dokters, zal de status en de context van de dokters in
Rome nader belicht worden. Door de medici, waarschijnlijk de grootste concurrenten van de
geneeskundige goden, te beschouwen, zal de rol van goden binnen de geneeskunst beter
begrepen kunnen worden.
76
Elliott, 77.
Cels. 7.1-2.
78
Scarborough, 147.
77
23
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
De medicus in Rome
De Romeinen hadden 500 jaar geen dokters gehad en sommigen van hen wilden dit graag zo
houden. Toch was het niet te voorkomen dat dokters een plaats kregen binnen de Romeinse
samenleving en veel invloed uitoefenden bij de genezing van ziekten.79
Dokters hadden echter geen hoge status binnen Rome en verschillende negatieve
uitingen over dokters en hun kundigheid zijn bekennd. Dit betekent niet dat er geen positieve
uitingen waren en dat de kundigheid van sommige dokters erg hoog was. Voor deze uitingen
nader worden belicht, zal echter eerst de situatie van de medicus zelf worden bekeken.
De medicus
Het definiëren van een medicus gaat volgens Rebecca Flemming, die een boek schreef over de
relatie tussen geneeskunst en de rol van Romeinse vrouwen, het beste door te kijken naar wie
hem omringde.80 Volgens Flemming is het mogelijk om de groep mensen die medici werden
genoemd in drie categorieën, wellicht beter aspecten te noemen, te verdelen. Dit waren medici
die waren omringd door priesters, magiërs en astrologen; medici die waren omringd door
orators, leraren en rechtssprekers; en medici die werden gedefinieerd als ‘ambachtslieden’,
kunstenaars en producenten van geneeskunst. De eerste laat de voorspellende en intuïtieve
kant van de Romeinse geneeskunst zien, de tweede de geleerde en intellectuele aspecten van
de geneeskunst en de laatste gaat. 81
Het eerste aspect van de medici komt dicht in de buurt van de priester en de goddelijke
genezers, terwijl de laatste juist het aspect was van de medici dat volgens Plinius bij de
Romeinen voor afkeer zorgde.82
Complex in de benadering van de meningen over de medici is dat niet altijd hetzelfde
werd bedoeld. Aan de medici waren verschillende andere beroepsgroepen gekoppeld zoals de
chirurgi en herbarii. De laatste fabriceerde medicijnen en was een groep die zowel vertrouwd
als gewantrouwd werd. Medicijnen waren een luxeproduct, en sommige medicijnverkopers
79
P. V. Renouard, History of Medicine, from its origin to the nineteenth century. (Cincinatti: Moore, Wilstach,
Keys & Co. 1856), 58.
80
R. Flemming, Medicine and the Making of Roman Women: Gender, Nature and Authority from Celsus to
Galen. (New York: Oxford University Press 2000), 55.
81
Flemming, Medicine and the Making of Roman Women, 55.
82
Flemming, 56.
24
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
waren te vertrouwen en hadden zelfs een dubbelrol als dokter, maar er waren veel
medicijnverkopers die niet te vertrouwen waren en slechte middelen verkochten.83
Onder het Romeinse volk was deze scheiding echter niet bekend en het belangrijkste
dat de Romeinen wisten, was dat de Hellenistische dokters veel theorieën hadden over
genezing en dat hun patiënten soms dood gingen terwijl ze hadden beloofd de patiënt beter te
maken.84
Het is dus heel lastig een vinger te leggen op de meningen over dokters en de plaats
die dokters in de samenleving hadden. Voor een deel stonden ze dicht bij de goden, voor een
ander deel waren ze profiteurs die voor geen cent te vertrouwen waren. Om toch een goed
idee te krijgen van de rol van medici, zullen beide kanten van de medicus worden bekeken, te
beginnen met de negatieve kant, en zal een beter beeld verkregen worden over de voldoening
die de Romeinen kregen uit hun goden.
De negatieve status en kundigheid van dokters in Rome
Dokters hadden in Rome geen hoge status, wat wellicht toe te schrijven valt aan de mening
van de Romeinen dat dokters profiteerden van het redden van hun leven. Desalniettemin
vonden veel Hellenistische dokters aan het eind van de Republiek en in de Keizertijd een
plaats binnen het huishouden van aristocratische huishoudens. Deze dokters waren meestal
slaven, vrijgelatenen of kinderen van vrijgelatenen, wat blijkt uit de inscripties die gevonden
zijn van tientallen dokters die in en rondom Rome werkzaam waren.85
Medici waren ook mannen die hun geld verdienden door hun ambacht. Hoewel
sommige Romeinen het werk van de dokters van grote waarde achtten, was het niet mogelijk
voor een dokter om tot de bovenste laag van de sociale hiërarchie te gaan behoren.86
Naast de afkomst van de dokters, de status van hun soort werk en het vooroordeel dat
over ze bestond dat het kwakzalvers waren die alleen naar Rome kwamen voor het geld,
waren de dokters ook niet altijd even kundig. De dokters die naar Rome kwamen waren niet
zo goed dat ze in Griekenland een goede baan hadden, ofwel, als een dokter erg goed zou zijn
geweest, hadden de Grieken er wel voor gezorgd dat hij niet naar Rome vertrok. Edmund R.
83
Flemming, 56.
Scarborough, 111.
85
Ibidem, 111.
86
Flemming, 57.
84
25
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
Peaslee, professor in pathologie, gaat zelfs zo ver te zeggen dat het vaak ging om vijfderangs
dokters. 87
Afgaande op verschillende bronnen die met betrekking tot de kundigheid van de
dokters in Rome zijn te bestuderen, is echter wel iets te zeggen voor deze constatering van
Peaslee. Een aantal epigrammen uit de eerst of tweede eeuw n. Chr. die veelal aan Callicter
worden toegeschreven, maken dit duidelijk:
“Phidon did not purge me with a clyster or even feel me, but feeling feverish I remembered his name
and died.”88
“Socles, promising to set Diodorus’ crooked back straight, piled three solid stones, each four feet
square, on the hunchback’s spine. He was crushed and died, but he became straighter than a ruler.” 89
“Alexis the physician purged by a clyster five patients at one time, and five others by drugs; he visited
five, and again he rubbed five with ointment. And for all there was one night, one medicine, one coffinmaker, one tomb, one Hades, one lamentation.”90
De cynische kritiek van Callicter maakt duidelijk dat sommige dokters, en wellicht veel
dokters, niet altijd even kundig waren en geen vaste methoden kenden om hun patiënten te
behandelen.
Dit laatste is niet erg vreemd gezien er geen vastgestelde opleiding voor dokters was.
De kennis van dokters werd vaak van meester op leerling overgedragen en verschillende
dokters hadden verschillende methoden om hun zieken te genezen van hun kwaaltjes. Dit
betekende dat er ook geen vaste behandelmethode voor bepaalde ziekten waren.91
Het laatstgenoemde epigram van Callicter maakt dit nog eens duidelijk. Hier gaat een
dokter in één dag naar verschillende patiënten en geeft ze allemaal een verschillende
behandeling. Het hier alsof de dokters een vrij spel hadden als het ging om de behandeling
van patiënten; ze hadden de vrijheid om in ieder geval dat zij behandelden, zelf een schatting
te maken in wat te doen en de patiënt zelfs als proefobject te gebruiken. Een citaat van Plinius
vult deze mening nog eens aan:
“Accordingly, heaven knows, the medical profession is the only one in which anybody professing to be
a physician is at once trusted, although nowhere else is an untruth more dangerous. We pay however no
E. R. Peaslee, ‘The Medical Practitioners of Ancient Rome.’ In: J. B. McCaw, G. A. Otis (red.), The Maryland
and Virginia medical Journal. (Richmond: Richie and Dunnavant 1859), 421.
88
Call., Greek Anthology 118. In: Loeb Classical Library IV, 127 (Vertaald door W. R. Patton).
89
Call., Greek Anthology 120 (Vert. Patton).
90
Call., 122.
91
Elliott, 6.
87
26
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
attention to the danger, so great for each of us is the seductive sweetness of wishful thinking. Besides
this, there is no law to punish criminal ignorance, no instance of retribution. Physicians acquire their
knowledge from our dangers, making experiments at the cost of our lives. Only the physician can
commit homicide with complete impunity.” 92
Plinius gaat zo ver te zeggen dat dokters zelfs moorden kunnen plegen zonder er voor gestraft
te worden.93 Hij voegt nog toe dat de patiënt zelf als schuldige werd gezien omdat hij de
dokter heeft geraadpleegd; de patiënt is de gene die zijn leven in handen van een ander lag.94
Dit laatste is een belangrijke gedachte om te hebben bij de behandeling van
geneeskunst in het oude Rome. De patiënt of iemand die plaatsvervangend zeggenschap had,
nam zelf het risico om een dokter te vragen en hoewel deze situatie een goede bron is geweest
voor negatieve commentaren, moet ook de positieve kant van het verblijf van dokters in Rome
worden belicht.
Een positiever beeld over dokters
Zoals al gezegd werd de status van dokters vooral bepaald door afkomst. De achtergrond van
een dokter had echter ook veel te zeggen over de kundigheid van een dokter. Er waren ook
dokters met een aanzienlijke status en deze verkregen zij vooral van hun patiënten. Hiervoor
was het wel van belang dat ook de patiënt van goede komaf, dus van een hoge sociale status,
was. Dit betekende dat als een dokter een belangrijke man genas, dit veel invloed had op zijn
succes.95
De medicus had zelf ook veel invloed op zijn eigen succes. Hij moest laten zien dat hij
over goede kennis beschikte door goede remedies of medicijnen voor te schrijven en als deze
vernieuwend en schokkend waren, werd zijn bekendheid verhoogd. Daarnaast moest hij er op
letten dat kwakzalvers geen kans kregen als hij zijn patiënt een kuur voorschreef. Tevens was
er veel concurrentie tussen dokters; door andere dokters te vernederen of in verlegenheid te
brengen in verband met hun kundigheid op een manier waardoor de eigen kundigheid beter
leek, kon een medicus zijn status en bekendheid verhogen.96
Er zijn dus ook positieve reacties op de komst van de medici naar Rome geweest,
hoewel dit dus vaak van Romeinen met hoge status was die een goede ervaring met de
92
Plin. Nat. 14.18.
Plin. Nat. 14.18.
94
Plin. Nat. 14.18-19.
95
Flemming, 57.
96
Scarborough, 99.
93
27
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
geneeskunst hadden opgedaan. Een goed voorbeeld is de stimulatie van Julius Caesar om
bekwame Grieken, waar dokters ook toe behoorden, in Rome te houden.97 Hij had dan wel
niet genoeg tijd om de geneeskunst te laten opbloeien, hij was bijvoorbeeld erg positief over
de geneeskunst binnen de legers, maar wel om een ieder die binnen de geneeskunst werkzaam
was Romeins burgerschap te geven.98
De tijd had ook een positieve invloed op de mening over dokters. In de keizertijd
waren de meningen over dokters positiever dan vlak nadat de eerste dokters naar Rome
kwamen. Dit is dan ook de tijd waarin de werken van Celsus en Galenus zijn verschenen en
waarin de specialisatie en de ontwikkeling van de Romeinse geneeskunst toe begonnen te
nemen.
Deze ontwikkeling terug te zien in het werk van Galenus. Galenus beschrijft hoe een
dokter naast zijn eigen ambacht, ook aandacht moet hebben voor bijvoorbeeld filosofie. Deze
aandacht voor andere ‘disciplines’ was volgens Galenus van belang en dit is terug te zien in
zijn werk. Analogieën die Galenus trok tussen medische kwesties en kwesties in andere
disciplines, maakten dat hij meer inzicht kreeg binnen de geneeskunst en de genezing van
zieken.99
Galenus, in tegenstelling tot zijn zeer Hellenistische voorgangers en tijdgenoten, had
ook een sterk geloof in de werking van magie. Hij zag een functie voor amuletten en geloofde
in de fysieke effecten die bepaalde steensoorten konden hebben. Ook geloofde hij er in dat de
stand van de planeten een groot effect hadden op zijn patiënten.100
Een anekdote beschrijft de manier waarop Galenus te werk ging op een goede manier.
Galenus kwam op een keer Glaucon, een filosoof, tegen die net bij een man vandaan kwam
die ziek was. Hij vroeg Galenus mee te gaan omdat hij bekend stond om zijn diagnose die
dichter bij het voorspellende karakter van zienerij binnen de geneeskunde lag, dan bij het
technische aspect. Galenus maakte zich lichtelijk zorgen omdat sommige aanwijzingen voor
ziekte niet altijd op het eerste gezicht duidelijk zijn en vragen om vervolgonderzoek, maar
toen hij met Glaucon naar binnen ging, zag hij al aan de ontlasting van de man, die net door
iemand weg werd gebracht, dat het ging om een probleem met de lever.
Aangekomen bij de man zag Galenus een medicijn staan dat een ander dokter aan de
man had gegeven en er op wees gedacht werd dat het om een ontsteking ging. Galenus voelde
97
W. E. Heitland, A Short History of the Roman Republic. (Cambridge: Cambridge University Press 1916), 463.
Elliott, 55.
99
Scarborough, 115.
100
Ibidem, 120.
98
28
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
op de plek van de pijn en voorspelde dat de man ook vaak moest kuchen. Glaucon was
natuurlijk onder de indruk en geloofde dat Galenus een puls had gekregen die hem de
aandoening ingaf. Galenus beschrijft dat hij nog veel meer kan voorspellen en doet dit ook,
maar wel op een manier dat het lijkt alsof het hem wordt ingegeven in plaats van de logische
diagnose die Galenus eigenlijks stelt.101
Deze omschrijving van Galenus laat zien dat dokters ook moesten oppassen wanneer
ze een diagnose stelden en dat patiënten graag hoorden dat het een dokter was ingegeven om
welke aandoening het ging in plaats van dat de dokter via logische stappen bij de ziekte
kwam. Waarschijnlijk was Galenus hierdoor ook voor een deel verantwoordelijk voor zijn
goede reputatie.102
Galenus werd vergeleken met mannen uit de intellectuele elite van zijn tijd en dit geeft
aan dat de status van dokters erg was veranderd als gekeken wordt naar bronnen van het eind
van de Republiek, maar dit gold slechts voor de aristocraten. Er waren nog steeds niet veel
dokters beschikbaar voor ‘de massa’, hoewel het leger hier een uitzondering op was.103
Dokters in het Romeinse leger
Een plaats waar ook de lagere klassen van de Romeinse samenleving toegang hadden tot een
dokters, was het leger. In het leger waren speciale valetudinaria, een belangrijk deel van een
legerkamp. Hoewel de technieken die in deze ‘ziekenboegen’ vergeleken konden worden met
maatregelen die in het dagelijks leven van een Romein voorkwamen, was er ook een groot
verschil.
Het grootste belang voor legerkampen, net als voor steden, was om te zorgen voor zo
veel mogelijk hygiënische omstandigheden. Hierdoor werd de kans op de verspreiding van
besmettelijke ziekten beperkt. De maatregelen die hierop werden genomen waren in de stad
onder andere terug te zien in de riolering, badhuizen, andere publieke sanitaire voorzieningen
en de aquaducten die schoon water verzorgden.104
Het leger vroeg daarentegen ook om andere specialisaties dan het publieke leven. Er
was bijvoorbeeld veel kennis over het verzorgen van wonden en over chirurgische ingrepen.
De rol van goden bleef hiernaast ook van groot belang, wellicht ook vanwege de soldaten uit
101
Gal. Loc. Aff. 362.14-364.17 (Vertaald door T. S. Barton).
T. S. Barton, Power and Knowledge: Astrology, Physiognomics, and Medicine under the Roman Empire.
(Ann Arbor: University of Michigan Press 1994) 141-142.
103
Scarborough, 121.
104
Ibidem, 76.
102
29
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
de lagere klassen van de bevolking. De medicijnen die aan de zieke werd gegeven werden
zeker vertrouwd, maar het geloof dat een dokter zijn krachten en kennis van de goden kreeg
bij het verzorgen van wonden, droegen voor een groot deel bij aan dit vertrouwen.105
Deze overtuiging, dat medicijnen hetzelfde effect als goden hadden, was
waarschijnlijk ook een van de redenen dat dokters toch zo veel succes konden hebben bij de
Romeinen.106
Het vertrouwen in chirurgische ingrepen werd ook steeds groter, dit kwam onder
andere door de verbetering van de instrumenten die de Romeinse chirurgen tot hun
beschikking hadden. Daarnaast nam de kennis van de anatomie van de mens toe, vooral op het
gebied van de spieren in armen en benen.107
Het leger was echter ook een plaats waar veel goden werden vereerd en naast de goden
die algemeen geaccepteerd en veel vereerd werden in Rome, waren vooral Isis en Serapis
populair onder soldaten als het ging om genezing. Naast de rationele benadering van het
verzorgen van de zieken, was er dus ook een deel weggelegd voor de helende krachten van de
goden.108
De medicus was dus een concurrent van de goden, maar complementeerde de goden ook. Dit
betekende dat er zowel positieve als negatieve meningen waren over de medici. De gedachte
dat ook de patiënt verantwoordelijk was voor zijn leven is, zoals eerder gezegd, een belangrijk
punt binnen de geneeskunst en de status van het leven de van Romeinen zal kort belicht
worden om een beter beeld te krijgen van de rol van goden als het ging om het bewaren van
het leven.
105
Scarborough, 69.
E. D. Pellegrino, A. A. Pellegrino, ‘Humanism and Ethics in Roman Medicine: Translation and Commentary
on a Text of Scribonius Largus’. In: Literature and Medicine. (Baltimore: Johns Hopkins Press, 1988) ,
Vol. 7, 25.
107
Scarborough, 83.
108
Cruse, 109.
106
30
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
De waarde van het leven van de
Romeinen
Een goed begrip van de geneeskunst van de Romeinen is te verkrijgen door aandacht te
besteden aan de goden, dokters, rituelen en medicijnen die in geneeskunst een rol speelden.
Het doel van de geneeskunst, namelijk het herstellen van de gezondheid, moet daarbij echter
niet vergeten worden. De waarde die de Romeinen aan een gezond leven gaven is van invloed
op de manier waarop de Romeinen omgingen met de geneeskunst en op hoe de geneeskunst
zich ontwikkelde. De status van dokters, die ingrepen in het leven van de Romeinen, zal
bijvoorbeeld samengehangen hebben met de waarde die de Romeinen het leven gaven. Als de
Romeinen hun leven op lage waarde zouden schatten, zou een ingreep in het leven door een
dokter waarschijnlijk niet erg populair zijn geweest.109
Over de waarde die de Romeinen een gezond leven gaven is echter discussie onder
academici. Daarnaast blijft de vraag bestaan of de lagere bevolkingsklassen dezelfde waarde
aan het leven hechtten als de Romeinen van hogere sociale klassen. De meningen van de
auteurs die hier behandeld zullen worden zijn vooral gebaseerd op schriftelijke bronnen die
zijn geschreven voor en door Romeinen uit de hogere klassen van de samenleving. Dit waren
echter ook de klassen die invloed hebben gehad op de ontwikkeling van de geneeskunst en
zeker op de rol van dokters; het waren de hoger opgeleide Romeinen die goede dokters
konden inhuren. De behandeling van de waarde van het leven kan dus zeker een goed inzicht
geven in de ontwikkeling van de Romeinse geneeskundige traditie.
De waarde van het leven van de Romeinen
De meningen van auteurs over de waarde van een gezond leven,\ variëren van een grote
waarde tot een hele kleine waarde. Er was echter wel een waarde; de Romeinen namen
namelijk de moeite om zieners, dokters of de goden te raadplegen als hun gezondheid niet
optimaal was. Dit gold zowel voor het collectief als voor individuen. Dit kwam vooral omdat
de Romeinen belang in van hun functionaliteit sterk inzagen.110 Deze aandacht voor het
109
110
Flemming, 64.
Ibidem, 64.
31
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
functioneren van individuen en het collectief betekende volgens James. S. Elliott echter niet
dat het leven ook een grote waarde had.111
Volgens Elliott ontwikkelde de geneeskunst zich niet uitbundig en onder het hele volk
omdat het leven niet van erg grote waarde geacht werd.112 Elliott verklaart dit aan de hand van
de Romeinse leger, een van de belangrijkste instituties van Rome. De tijd waarin de kennis
van de geneeskunst toe begon te nemen in Rome, was ook de tijd waarin Rome veel
provincies had veroverd. Het belang van Romeinse soldaten en hun gezondheid werd minder
omdat er ook een toestroom was van goede soldaten uit onder andere Spanje en Brittannië.113
De Romeinse samenleving was echter niet beperkt tot het leger. Het publieke leven
was ook van groot belang. Volgens Michel Foucault, een Franse filosoof, zagen de Romeinen
wel degelijk het belang in van een gezond lichaam.114 Foucault refereert hierbij naar het ideaal
van een gezonde geest in een gezond lichaam. Een gezond lichaam was vooral van belang
omdat het invloed had op de ratio en dit belang werd steeds belangrijker in de Keizertijd. De
ontwikkeling van de geneeskunst en de toename van de rol van dokters werd volgens
Foucault daarom ook als een positieve ontwikkeling gezien door de Romeinen omdat de
geneeskunst de geest kon stimuleren door het lichaam te genezen.115
Ludwig Edelstein, een historicus die onder andere schreef over geneeskunst in de
Oudheid, is het met Foucault eens dat de gezondheid van groot belang werd geacht door de
Romeinen. Hij beweert zelfs dat gezondheid in de Oudheid als ‘grootste goed’ werd gezien.116
Volgens Edelstein is dit ook de reden dat de Romeinen bereid waren om dokters in te huren
om ze te genezen. Edelstein refereert hierbij naar het werk van Plinius de Jongere (61 tot 112
n. Chr.), waarin Plinius aan een zieke collega beschrijft hoe hij toen hij eens ziek was niet
alleen de voorschriften van zijn Medicus opvolgde, maar zo veel discipline hadden dat hij
zelfs de drank en een bad waar hij zo naar uitzag weigerde omdat het een negatieve invloed
zou hebben op zijn genezingsproces.117 Plinius geeft hier volgens Edelstein aan dat vooral
hijzelf bekommerd was om zijn gezondheid.
111
Elliott, 10.
Ibidem, 10.
113
Ibid., 10.
114
M. Foucault, The Use of Pleasure: The History of Sexuality II. Vertaald door R. Hurley (Londen; Penguin
1986), 108.
115
Foucault, The Use of Pleasure, 108.
116
L. Edelstein, ‘The dietics of antiquity’. In: O. Temkin, C. L. Temking, Ancient Medicine: Selected Papers of
Ludwig Edelstein (Baltimore: Johns Hopkins University Press, 1967), 314.
117
Plin. Ep. 7.1. (Vertaald door
112
32
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
Judith Perkins, auteur van The Suffering Self, geeft in tegenstelling tot Foucault die
schreef dat de geneeskunst tijdens de Keizertijd steeds belangrijker werd, aan dat de
Romeinen zich neerlagen bij ziekte. Gezondheid werd volgens Perkins overschaduwd door
ziekte en lijden als focus van het zelfbeeld.118 Volgens Perkins vond dit zelfbeeld van een
lijdend subject haar oorsprong in de tweede eeuw n. Chr. en heeft het een plaats gekregen
binnen het Christendom.119 De gerichtheid op lijden en het neerleggen bij ziekte duiden er op
dat de Romeinen niet erg bereid waren om de geneeskunst toe te passen in hun leven.
Door deze tegengestelde interpretaties van de waarde van het leven, is het lastig om een goed
beeld te scheppen van hoe de Romeinen hun leven zagen en of ze bereid waren een dokter of
ander aspect van de geneeskunst invloed uit te laten oefenen op hun gezondheid. De
argumenten van Elliott en Foucault zijn goed voor te stellen binnen de context van de
hiervoor behandelde aspecten van de geneeskunst. Deze ideeën zouden naast elkaar een plaats
kunnen hebben gehad binnen de Romeinse samenleving. De meningen van Edelstein en
Perkins zijn lastiger voor te stellen.
Het citaat van Plinius waarnaar Edelstein refereert geeft nog niet aan dat gezondheid
als het grootste goed werd beschouwd en het geeft zeker niet aan dat dit voor alle Romeinen
geldt. Perkins mening over de Romein als lijdend subject dat niet interfereert als ziekte zich
voordoet, is ook lastig voor te stellen voor alle Romeinen. De bekendheid van dokters uit de
tweede eeuw n. Chr. geeft al aan dat niet alle Romeinen geloofden in opgeven als hun
gezondheid geschaad was. Door haar referentie naar het opkomende Christendom, met haar
focus op het lijdende subject, is het wel voor te stellen dat Perkins deze mening heeft. Het is
echter geen reden om dit te generaliseren naar het hele Romeinse volk.
118
J. Perkins, The Suffering Self: Pain and Narrative Representation in the Early Christian Era. (Londen,
Routledge 1995), 183.
119
J. Perkins, The Suffering Self, 31.
33
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
Conclusie
De Romeinse geneeskunst werd naarmate de jaren vorderden dus steeds omvangrijker. Niet
alleen speelden de oorspronkelijke Romeinse goden, zieners en rituelen een rol, maar ook
nieuwe goden, rituelen, medicijnen en dokters. De Romeinse geneeskundige traditie was zeer
dynamisch en veranderde naarmate de behoefte aan vernieuwing en verandering toenam, vaak
in het geval van een epidemie. Deze behoefte was het die de omvang van de geneeskunst liet
toenemen; oude methoden en gebruiken voldeden niet meer en dit zorgde er vooral voor dat
elementen uit de geneeskunst van andere culturen dan de Romeinse werden toegevoegd aan
de Romeinse geneeskundige traditie.
Als eerste ging het hierbij om goden, de Romeinen hadden niet genoeg aan hun eigen
goden en dit was vooral omdat deze niet specifiek verbonden waren met genezing. De
Romeinen kenden van oudsher slechts de vergoddelijkte ziekten die zij hadden geïntroduceerd
om bij ziekte toch een houvast te hebben aan een god of godin. Met de introductie van goden
uit andere culturen, vooral de Hellenistische, kwam hier verandering in.
Een andere verandering die plaatsvond door een invloed uit Griekenland was de komst
van dokters. Met de culten van de nieuwe geneeskundige goden, kwamen ook de eerste
Griekse Medici naar Rome. De reactie van auteurs uit deze tijd, onder andere Cato, was
echter erg sceptisch. Cato wil zelfs door de behandeling van Romeinse gebruiken binnen
genezing te laten zien dat de Romeinse geneeskundige traditie ook erg kundig was.
De komst van dokters was echter niet de enige ontwikkeling die de Romeinse
geneeskunst rationeler maakte. De medicijnen die de Romeinen kenden en die onder andere
tot de kennis van de Paterfamilias behoorden, zijn onder andere een deel van de kundigheid
van de Romeinen die Cato wil beschrijven. Toch bleven de goden ook verbonden met de
genezing. Spreuken, rituelen en magie werden in combinatie met geneesmiddelen toegepast
om de zieke te genezen. Deze rationalisering betekende dus niet dat de goden geen plaats
meer hadden. Galenus zag zelfs het belang in van een benadering die verband had met de
goden in zijn diagnose.
Er waren echter niet alleen dokters die een goede benadering van hun patiënten van
belang vonden, maar ook veel slechte dokters. De medische wereld van Rome was vol
kwakzalvers en oplichters waardoor de reputatie van dokters niet erg hoog was. Romeinen uit
34
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
de hogere klassen van de samenleving hadden vaak voldoende vermogen om een betrouwbare
dokter in te huren en goede medicijnen te kopen, maar voor het grootste deel van het
Romeinse volk, dat van lagere klassen was, was dit niet mogelijk. Voor de grote massa bleven
de goden de grootste rol spelen. Dit was niet slechts omdat ze voldoende hadden aan hun
goden, maar zoals gezegd omdat ze de middelen niet hadden om toegang te krijgen tot andere
manieren van genezing.
De rol van de goden binnen de Romeinse geneeskundige traditie was dus zeker niet
verdwenen, maar de Romeinen vonden hun eigen goden niet voldoende. Er werden constant
nieuwe elementen aan de geneeskunst toegevoegd zodra de kennis er was. De eerst gestelde
verwachting binnen het onderzoek naar de rol van goden in de geneeskunst kan dus bevestigd
worden. De tweede verwachting, dat de rol van goden afnam naarmate dokters hun intrede
deden binnen de geneeskunst, kan echter niet bevestigd worden. Hoewel dokters in de hogere
klassen van de samenleving ingehuurd werden om zieken te genezen, hadden lagere klassen
geen toegang tot goede dokters. De grote massa moest vooral vertrouwen op de goden. Dit
laatste wordt echter niet altijd belicht bij de behandeling van de Romeinse geneeskunst omdat
de Romeinse bronnen over geneeskunst door en voor mannen uit de hogere klassen van de
samenleving zijn geschreven. Met de behandeling van de tweede verwachting is de laatste
verwachting bevestigd; de goden bleven een rol spelen binnen de geneeskunde tot het
Christendom de Romeinse religie volledig overnam. Deze rol werd wellicht iets kleiner
naarmate er steeds meer nieuwe factoren een rol gingen spelen. Deze verkleining moet echter
misschien vooral gezien worden als een verandering in de rol van goden door de relatie tot
andere elementen van de geneeskunst.
De Romeinse geneeskunst is dus niet slechts te begrijpen door de belangrijkste
geneeskundige werken uit de Romeinse tijd, zoals Galenus en Celsus, te behandelen. Deze
werken omhelzen maar een deel van de dynamische geneeskunst die de Romeinen kenden.
Hoewel er kennis over genezing was die tegenwoordig nog steeds toegepast wordt, moet niet
uit het oog worden verloren dat maar weinig Romeinen toegang hadden tot deze kennis. In het
geval van ziekte zocht iedere Romein toch naar de kennis die hij zelf had en een van de meest
toegankelijke en bekende vormen van kennis was die over de goden. Versterkt door negatieve
reacties op en ervaringen met andere elementen van de geneeskunde, zullen de goden tot de
verdwijning van de Romeinse religie een van de grootste aandelen hebben gehad binnen de
Romeinse geneeskundige traditie.
35
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
Literatuurlijst
Barton, T. S., Power and Knowledge: Astrology, Physiognomics, and Medicine under the
ssRoman Empire. (Ann Arbor: University of Michigan Press 1994).
Cassini, L., 'Self-knowledge, Scepticism and the Quest for a new Method: Juan Luis Vives on
ssCognitio and the Impossibility.' In: G. Paganini, J. S. Maia Neto (red.), Renaissance
ssScepticisms (Dordrecht: Springer 2009).
Cruse, A., Roman Medicine. (Gloucesershire: Tempus Publishing 2004).
Dumézil, G., Archaic Roman religion: with an appendix on the religion of the Etruskans.
ss(Londen: Johns Hopkins University Press 1996).
Edelstein, L., ‘The dietics of antiquity’. In: O. Temkin, C. L. Temking, Ancient Medicine:
Selected Papers of Ludwig Edelstein (Baltimore: Johns Hopkins University Press, 1967).
Elliott, J.S., Outlines of Greek and Roman Medicine. (Boston: Longwood Press 1978).
Flemming, R., Medicine and the Making of Roman Women: Gender, Nature and Authority
ssfrom Celsus to Galen. (New York: Oxford University Press 2000).
Foucault, M., The Use of Pleasure: The History of Sexuality II. Vertaald door R. Hurley (Londen;
Penguin 1986).
Good, J. M., The Study of medicine: Volume 1. (New York: Harper & Brothers 1864).
Hamilton, M., Incubation : or, The cure of disease in pagan temples and Christian churches.
ss(Londen: W. C. Henderson & son 1906).
36
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
Hays, J. N., Epidemics and pandemics: their impacts on human history. (Santa Barbara:
ssABC-Clio 2005).
Heitland, W.E., A Short History of the Roman Republic (Cambridge: Cambridge University
ssPress 1916).
Horster, M., 'Living on Religion: Professionals and Personnel'. In: J. Rüpke (red.), A
ssCompanion to Roman Religion. (Oxford:Blackwell Publishing 2011).
Jayne, W. A., The Healing Gods of Ancient Civilizations. (New York: University Books, Inc.
ss1925).
King, H., Greek and Roman Medicine. (Londen: Bristol Classial Press 2001).
Peaslee, E. R., ‘The Medical Practitioners of Ancient Rome.’ In: J. B. McCaw, G. A. Otis
ss(red.), The Maryland and Virginia medical Journal. (Richmond: Richie and Dunnavant
ss1859).
Pellegrino, E. D., A. A. Pellegrino, ‘Humanism and Ethics in Roman Medicine: Translation
ssand Commentary on a Text of Scribonius Largus’. In: Literature and Medicine (Baltimore:
ssJohns Hopkins Press, 1988) Vol. 7, 22-38.
Perkins, J., The Suffering Self: Pain and Narrative Representation in the Early Christian Era.
(Londen, Routledge 1995).
Prinzing, F., Epidemics resulting from wars. (Oxford: Oxford University Press 1916).
Renouard, P. V., History of Medicine, from its origin to the nineteenth century. (Cincinatti:
ssMoore, Wilstach, Keys & Co. 1856).
Robinson, O. F., Ancient Rome: City planning and administration. (Londen: Routledge 1992).
37
De geneeskunst van het antieke Rome
Onderzoeksseminar III – Urbs Roma
Dorien de Bruin
3463222
Rosen, R. M., J. Farrel , Nomodeiktes: Greek studies in honor of Martin Ostwald. (Michigan:
ssUniversity of Michigan Press 1993).
Sallares, R., Malaria and Rome: a history of malaria in ancient Italy. (Oxford: Oxford
ssUniversity Press 2002).
Schork, R. J., Latin and Roman Culture in Joyce. (Gainesville: University Press of Florida,
ss1997).
Primaire bronnen
Callicter, In: Greek Anthology. (vertaling: W. R. Patton, Loeb Classical Library, 1916).
Cato, De Agricultura (vertaling: W. D. Hooper, H. B. Ash, Harvard 1934).
Celsus, De Medicina. (vertaling: W. G. Spencer, Loeb Classical Library, Harvard 1938).
Cicero, De Divinatione (vertaling: W. A. Falconer, Loeb Classical Library, Harvard 1923).
Galenus, De Locis Affectis (vertaling: Ian Johnston, G. H. R. Horsley, Loeb Classical
Library, Harvard, 2011).
Livius, Ab Urbe Condita (vertaling: B. O. Foster, Loeb Classical Library, Harvard 1922).
Ovidius, Methamorphoseon Libri (vertaling M. d’Hane-Scheltema, Metamorphosen,
Athenaeum 1993).
Plinius. Epistulae.
Plinius. Naturalis Historiae (vertaling: W. H. S Jones, Loeb Classical Library, Harvard
1963).
Statius. Silvae.
38
Download