Door pastor Ed Wassink Kerst 2014 Sterdrager Mark zit thuis op de bank naar muziek te luisteren. Hij is gek op Di-rect en nu Spike meester-dirigent is geworden kunnen ze al helemaal niet meer stuk. Zijn vader is bezig met de kerstversiering. Mark doet zijn oortjes uit en zegt tegen zijn vader dat hij baalt van de kerst en dat ze beter naar Haarlem kunnen gaan voor Serious Request…Maar vader zegt: Ach, Mark, het is toch heerlijk om samen te zijn, naar de kerk te gaan en er samen te zingen en daarna lekker te eten? Nee, zegt Mark, ik houd niet zo van dat traditionele gedoe. Mark doet zijn oortjes weer in en luistert verder naar Di-rect. Dat is toch beter dan die stomme herdertjes die bij nachte lagen! Dwars door de muziek heen hoort hij zijn vader roepen: Heb je nieuwe oordopjes gekocht? Je zou toch sparen? Had jij geen geld kunnen geven aan Serious Request? Mark knikt. Hij kleurt een beetje, want hij heeft ze niet gekocht, maar gepikt bij de MediaMarkt. De verpakking was niet helemaal in orde en hij kon de dopjes er zo uit halen…de verpakking ligt nu vast nog achter de magnetrons…och, wat kreeg hij het toen warm, nog heter dan de magnetron van 1350 Watt. Vader gebaart dat hij zijn oortjes moet uitdoen. Hij heeft zo’n donkerbruin vermoeden dat er hier iets niet klopt. Hij wil Mark daarom een verhaal vertellen…: Weet je eigenlijk, Mark, waarom jij Wichman als tweede voornaam hebt? Dat was de naam van één van onze voorvaderen, die hier op erve “Wassink” woonde, in “Het Rijsselt“, één van de 11 marken rondom Gorssel. Dat was in de 14e eeuw. Wichman was heel arm en hij dacht dat hij wel zou kunnen inbreken bij pastoor Coenradus. De pastorie was er niet ver vandaan. Op een avond in de kersttijd ging hij op dievenpad. Hij had niet in de gaten dat pastoor Coenradus daar voor het raam zat te bidden. De pastoor keek over de landerijen en de IJssel heen naar die prachtige nachtelijke hemel. Toen hoorde Coenradus iemand binnenkomen. Na een poosje zei hij: Als je geld nodig zoekt: het ligt in de tweede lade van de kast, maar neem niet alles mee. Ik moet morgen ook nog zelf eten…Wichman schrok zich een ongeluk, maar was zo verbaasd dat hij het geld pakte en wat liet liggen voor de pastoor. Toen hoorde hij Coenradus zeggen: Wat zou ik je graag zo’n prachtige ster meegeven die nu aan de hemel staat…je zou een sterdrager worden…dat zouden we allemaal moeten worden in deze kersttijd. Wichman wist zich geen raad met zo’n opmerking. Sterdrager worden? Kersttijd? Hij wilde zachtjes wegsluipen, maar weer hoorde hij de pastoor: Zeg, zou je me niet eens bedanken? Wichman had het niet meer en met een schorre stem klonk het ’d-ddank…u…wel…’ En maakte dat hij wegkwam. Hij kocht een warme jas van het geld. Toen hij in herberg De Drie Kieften kwam, dat aan de Hessenweg lag, vonden ze die jas heel verdacht en ze seinden de landwachter in. De landwachter zocht Wichman op en na een korte ondervraging bekende hij zijn diefstal. Samen gingen ze naar de pastoor… Pastoor Coenradus glimlachte tegen de landwacht en zei hem: Ik weet nergens van! Ik heb op die avond iemand gezegd waar het geld lag en vroeg hem nog wat voor mij achter te laten. Dat deed hij en hij bedankte me zelfs! Ik wilde hem nog een ster schenken, omdat we in deze kersttijd toch dragers van Gods Licht moeten worden…maar helaas ging dat niet. Niet wetend wat te doen, liet de landwacht Wichman in zijn warme jas achter bij Coenradus. Daar stonden ze allebei. Ineens zag Wichman dat de veters loszaten in de schoenen van de pastoor. Hij knielde voor hem neer en begon ze vast te maken. Maar wat was dat? Ineens voelde hij een druppel op zijn hoofd neerkomen. En nog één, en nog één… Uit de ogen van meneer pastoor daalden glinsterende tranen neer. En die glinsterende tranen daalden neer in het hart van Wichman als kleine lichtende sterretjes die hem vroegen een sterdrager te worden. Een ster die ons wijst naar het Licht der wereld, liggend in een kribbe. Je zou kunnen zeggen dat toen in zijn hart Jezus werd geboren, het licht en de liefde Gods voor ons mensen. Wichman werd een ander mens. Coenradus zag die verandering in hem en nam hem aan als koster van zijn kerkje in Gorssel, waarvan zij de naam kenden, wij echter niet! Alleen een torenklok (1498) doet ons vermoeden dat de liefde tot Jezus en zijn Moeder groot waren. Vader is uitverteld. Mark Wichman kijkt peinzend voor zich uit en zegt: wat een mooi verhaal! Toch mooi dat zo’n verhaal in de familie is gebleven. Leuk dat ik naar hem genoemd ben….Vader kijkt hem glimlachend aan. Mark lacht terug en denkt: je lijkt die pastoor wel….In Marks hart begint het te knagen…hij heet niet alleen Wichman… hij is een dief net zoals hij… maar hij zou óók wel lichtdrager willen worden. Toen rees er een ster op in het hart van Mark. Hij ging terug naar de MediaMarkt. De verpakking van de oortjes lag nog steeds achter die magnetron, inmiddels een megadeal! Mark ging ook voor een megadeal, maar dan één die je met jezelf sluit. Hij deed de oortjes zo goed en kwaad als het kon terug in de verpakking. Dat zag er natuurlijk niet uit. Dan naar de kassa. Wil je niet een andere pakken? vraagt de caissière. Het is de laatste, liegt Mark. O, zegt het meisje, wacht even. Ze pakt haar mobieltje en belt met iemand. Hij krijgt het ontzettend warm, nog warmer dan die magnetron van de megadeal. Het meisje legt haar mobieltje neer en ze noemt een bedrag. Verbaasd kijkt Mark het meisje aan. Ze lacht en zegt: mijn chef vind het goed dat ik je korting geef…Mark wist niet hoe hij het had! In zijn hart begon de ster te stralen. Opgelucht verliet hij de winkel. Hij zag een paar jongens druk bezig voor Serious Request. Die korting is voor hen natuurlijk! Met een blij hart keerde hij terug naar huis. Met de kerst ging hij samen met de hele familie naar de kerk, hier in Joppe. De pastoor preekte natuurlijk over samen delen, lichtdrager zijn, Jezus geboren laten worden in je hart. Toen zongen ze over een straal van omhoog, een straal uit het kribje beneên…toen vlamd’ er een straal uit hun ogen… Zijn ogen straalden ook. Mark voelde een traantje over zijn wang lopen en veegde het snel weg. Niemand zag het gelukkig! Ook hij knielde bij Jezus neer…net als die stomme herdertjes! Als sterdrager! Zijn hart stroomde vol liefde en keek met die stralende ogen om zich heen…naar al die mooie mensen en fluisterde heel zacht: Zalig kerstfeest allemaal. Zalig kerstfeest! Bronnen: Nederlandse Rockband Di-rect, opgericht 1999, gitarist: Spike (=Frans van Zoest, 1984). Won december 2014 de gouden baton in AVROTROS programma Maestro. 3FM Serious Request , live actieprogramma op radio en televisie voor de Kerst ten behoeve van het Rode Kruis. In 2014 actie vanuit Haarlem voor misbruikte meisjes in Columbia: ‘Hands off our girls’. MediaMarkt, Boreelplein 38, 7411 EH Deventer. H.Jansen en G.Esseveld, Van Gerstlo tot Gorssel, uitg. Rabobank, 75 jaar, 1984. Erve ‘Het Wassink’, genoemd in 1337: a.w., p.33. Licht der Wereld: Jezus in Ev.Joh. 8,12 en wij in Ev.Matt. 5,14-16. Kribbe (=voederbak): Ev.Lukas 2,7.12.16. Ster: Ev.Lukas 2,2.9-10. Christus leeft in mij: Gal.2,20 Klok, opschrift: ‘Johannes Gerardus de Wou me fecit Anno Domini MCCCCMCVIII Jhesus Maria’, a.w., p.12. Wichman, voornaam eigenaar van erve ‘t Walle en het Rensinck (oudste erven van Gorssel in de Boschterhoek), a.w., p.22. ‘Wichman’ betekent: strijder. Pastoor Coenradus Roeze, genoemd in 1350, a.w., p.11. ‘Coenradus’ betekent: dappere, koene, wijze raadgever. De Drie Kieften aan de Hessenweg. (Moord op de waard in 1746), a.w., p.65. De herdertjes lagen bij nachte, kerstlied, GvL 422. Slot: couplet 2; Toen zij er te Bethlehem kwamen, daar schoten drie stralen dooreen: een straal van omhoog zij vernamen, een straal uit het kribje beneên. Toen vlamd’ er een straal uit hun ogen, en viel op het kindeke teer. Zij stonden tot schreiens bewogen, en knielden bij Jezus neer. Vertelling over de pastoor: Naar een verhaal over zenmeester Ryokan Daigu en naar een verhaal over zenmeester Shichiri Kojun, in: Tsai Chih Chung, De wijsheid van Zen, Den Haag 1996, p.49 en 33. De tranen: zenmeester Ryokan, in: John Stevens (ed.), “Dewdrops on a Lotus Leaf”, Zen Poems of Ryokan, Shambala 1993, p.ix.