3.4 Het kloppend maken van reactievergelijkingen De regels Begrippen Index: staat rechtsonder de molecuulformule (aantal atomen) Coefficient: voor de molecuulformule (aantal moleculen) Bijvoorbeeld: 4 CO2 Tijdens een chemische reactie worden de atomen op een andere manier aan elkaar verbonden, het aantal atomen blijft gelijk Stappenschema 1 Schrijf het reactieschema op in woorden. 2 Vervang de woorden door symbolen. 3 Bekijk in de formules hoeveel atomen er van elke atoomsoort links en rechts van de pijl staan. Atoomsoorten die alleen staan maak je als laatste kloppend. 4 Om het aantal atomen kloppend te krijgen, moet je het aantal moleculen veranderen door voor de moleculen een getal te zetten. Let op dit moeten gehele getallen zijn (bij een ½ alle moleculen vermenigvuldigen met 2!) Wat je moet weten. - De symbolen van de atoomsoorten van tabel 99. - De symbolen van de atoomsoorten uit de wet van Brutus - Bij een verbranding moet er O2 voor de pijl staan. - Verbranding van CxHy geeft altijd na de pijl: CO2 + H2O Opgaven Geef de kloppende reactievergelijking voor de volgende reacties: De ontleding van calciumjodide, CaI2 (s) in jood(s) en calcium(s). De vorming van chloormethaan CH3Cl(l) uit koolstof, waterstof en chloor. De verbranding van ethanol (C2H6O(l)) tot koolstofdioxide en water. De verbranding van propaan C3H8 (l). De mol Uit hoeveel deeltjes bestaat 1 mol H2O? 6.022 ·1023 Wat is de molecuulmassa van H2O? MH2O = (1 x 16,00) + (2 X 1,008) = 18,02 u Wat is de molmassa van 1 mol H2O? MH2O= 18,02 g/mol (1 mol weegt 18,02 g) Hoeveel weegt 2 mol H2O? mH2O=2 x 18,02= 36,04 g Hoeveel mol H20 zit er in 1,0 kg H2O? nH2O = 1,0·103/ 18,02 = 5,5·101 mol Stappenschema 1 2 3 4 5 Reactievergelijking Reken de gegeven stof om in mol Leid uit de reactievergelijking de molverhouding af tussen de gegeven stof en de gevraagde stof Bereken uit het aantal mol gegeven stof en de verhouding het aantal mol gevraagde stof. Reken het aantal mol gevraagde stof om in de gevraagde eenheid Voorbeeld Bereken hoeveel gram CO2 ontstaat bij de verbranding van 10 gram C4H10 2 C4H10 + 13 O2 8 CO2 + 10 H2O Gegeven : 10 gram C4H10 = 0.2 mol C4H10 Gevraagd: ? Gram CO2 C4H10 CO2 Molverhouding: 2 8 Gegeven/ gevraagd 0.2 x x= (0,2 ∙ 8)/ 2= 0.8 mol CO2 0.8 mol CO2 = 35.2 gram CO2 Oefenopdracht 2 Cu2O3 4Cu + 3O2 Hoeveel gr koper kan worden verkregen uit 100 mg Cu2O3? Reactiewarmte De hoeveelheid warmte die vrijkomt bij een reactie of die voor een reactie nodig is Om dit te berekenen heb je de vormingswarmte nodig (zie Tabel 57A en 57B): De vormingswarmte is de warmte die vrijkomt (of nodig is) voor de vorming van 1 mol stof uit de elementen (J/ mol) Berekening reactiewarmte De vormingswarmte van elementen is nul Kijk naar het aantal mol (coefficient) Kijk naar het teken (vormen levert energie op: -; ontleden kost energie: +) Let op! Bij de beginstoffen moet je het teken omdraaien! Tel de getallen bij elkaar op Reactiewarmte CH4 (g) + 2 O2 (g) -> CO2 (g) + 2 H2O (l) • Ontleding van 1 mol methaan: CH4 (g) ( ΔE = + 0,76 · 105 J/mol ) • O2 is een element vormingswarmte: 0 J/ mol • Vorming van 1 mol koolstofdioxide: ( Δ E = - 3,93 · 105 J/mol ) • Vorming van 2 mol water: ( ΔE = 2( -2,86 · 105 J/mol ) TOTAAL: (+0,76 – 3,935 + (2x – 2,86)) · 105 = -8,895 · 105 J/mol (check in tabel 56)