Document

advertisement
Gebedsviering mei 2017
‘Als wij samen op de hemel kloppen'
Welkom en kruisteken
Inleiding 'Breng ons niet in beproeving'
'En leid ons niet in bekoring': dit is de zin die ons van kindsbeen aan vertrouwd is. Wij
kunnen God er evenwel niet van verdenken dat hij ons zou verlokken tot het doen van
kwaad (Jacobus 1, 13). Sinds de advent bidden wij : 'En breng ons niet in beproeving'.
Het leven brengt ons in situaties waarin ons geloof op de proef gesteld wordt. Deze
woestijnervaringen zijn een test voor ons geloof. Het zijn situaties waarin wij moeten
kiezen: reageren wij als een gelovige mens? Of toch niet...
God kent de mens. Hij weet maar al te goed hoe onstandvastig wij zijn als ons geloof op
de proef wordt gesteld. Bidden wij dus dat God ons bijstaat in moeilijke momenten van
twijfel en ongeloof. Dat wij niet bezwijken. Dat wij niet ingaan op de beproeving om God
terzijde te laten.
Kyrie: Heer, kom naar ons toe!
Wij willen biddend tot u gaan,
ontferm u over ons bestaan.
Kyrie Eleison
Gij die uw trouw hebt
toegezegd,
ook als wij vallen onderweg.
Kyrie Eleison
Opdat de wereld dag aan dag
uw woord van vrede horen mag.
Kyrie Eleison.
Deel 1: De beproeving
Lezing 1: Uit de brief van Jacobus
Het moet u tot grote blijdschap stemmen, broeders en zusters, als u allerlei
beproevingen ondergaat. Want u weet: wanneer uw geloof op de proef wordt
gesteld, leidt dat tot standvastigheid. Als die standvastigheid ook daadwerkelijk
blijkt, zult u volmaakt en volkomen zijn, zonder enige tekortkoming.
Waar komt al die strijd, waar komen al die conflicten bij u toch uit voort? Is het niet
uit de hartstochten die strijd leveren in uw binnenste? U verlangt naar iets en u krijgt
het niet. U bent jaloers en moordlustig, maar bereikt uw doel niet. U bekvecht en
twist met elkaar. U krijgt niets omdat u niet bidt. En als u bidt ontvangt u niets,
omdat u verkeerd bidt: u wilt alleen uw eigen hartstochten bevredigen.
Trouwelozen!
Onderwerp u dus aan God en verzet u tegen de duivel, dan zal die van u
wegvluchten. Nader tot God, dan zal Hij tot u naderen.
Bedenking
Er bestaan krachten die ons willen afsplitsen van God, krachten die hopen dat wij ons van
God afkeren. Jezus zelf werd in de woestijn beproefd door de duivel. Jezus koos niet voor
hem maar voor zijn Vader. Ook de beproefde Job kreeg het van de duivel hard te verduren
maar hij bleef zich aan God vastklampen. De martelaar Stefanus koos ervoor om God
trouw te blijven en niet zijn geloof af te zweren.
Jacobus wijst ook op de krachten in onszelf die ons heen en weer slingeren. Wij hebben
trekjes die vredige relaties in de weg staan.
Wat kunnen wij beter doen dan met die moeilijkheden vóór God te komen, ons hart uit te
storten en te vragen om niet te bezwijken in de moeilijke momenten?
Bezinnen in stilte
– Met welke beproevingen heb ik het moeilijk? Dreigde ik al eens van God te
vervreemden?
– Welke eigen hartstochten spelen mij wel eens parten omdat zij conflicten voortbrengen?
– Waar glijden wij als geloofsgemeenschap gemakkelijk af?
Voorbede
Refr. Roep onze namen, dat wij u horen,
dat wij u ademen, dat wij u leven.
t. H.Oosterhuis / m. T.Löwenthal
Vader, wij willen tot u naderen
en bidden u om waakzaamheid,
dat wij u niet tegenwerken,
dat wij alert de beproevingen aftoetsen en er tegenin gaan. Refr.
Vader, wij willen tot u naderen
en bidden om standvastigheid,
dat wij u midden ons leven een plek waarborgen,
dat wij onze hartstochten in de hand houden,
dat er geen wig kan gedreven worden tussen u en ons. Refr.
Vader, wij willen tot u naderen
en bidden u om vreugde,
dat wij uw leerlingen zijn,
dat wij een concreet beeld van uw liefde mogen zijn,
dat wij het kwaad kunnen bestrijden met het goede. Refr.
Lied ZJ 324 Waar is de plaats die vrede lacht?
Deel 2: Gods erbarmen
Inleiding
Wij zijn Gods schepselen. Hij heeft ons gemaakt met een vrije wil. Onze autonomie
maakt dat wij ons tegen God kunnen afzetten. Dan is de beproeving geen stap naar een
sterker geloof maar een stap naar vervreemding van God.
Lezing 2: Hosea 11, 1-9: Gods liefde is eindeloos
Toen Israël nog een kind was, had ik het lief;
uit Egypte heb ik mijn zoon weggeroepen.
Hoe harder ze geroepen werden
hoe meer zij hun eigen weg gingen.
Ze brachten offers aan de Baäls
en brandden wierook voor godenbeelden
terwijl Ik het toch was die Efraïm leerde lopen
en hem op mijn arm nam.
Maar zij beseften niet dat Ik hen verzorgde.
Zacht leidde ik hen bij de teugels,
aan koorden van liefde trok Ik hen mee...
Zouden zij niet naar Egypte terugkeren,
zou Assyrië niet over hen heersen,
nu zij weigeren naar Mij terug te keren?
Mijn volk bijt zich vast in ontrouw jegens Mij.
Al roepen zij tot Mij, de Allerhoogste,
Ik zal hun lot niet verlichten.
Ach Efraim, hoe zou Ik je ooit kunnen prijsgeven?
Hoe zou Ik je kunnen uitleveren, Israël?
Mijn hart wordt verscheurd,
door barmhartigheid word Ik bewogen.
Ik zal mijn toorn laten varen
en Efraïm niet opnieuw ten gronde richten.
Want God ben Ik, en geen mens.
Ik ben in jullie midden, Ik ben heilig,
Ik zal niet meer in woede ontsteken.
Toelichting
God laat hier in zijn ziel kijken. Hij toont zich als een tedere vader die zijn kindje op de arm
draagt, het leert lopen, het wil behoeden voor bedreigingen. Met veel liefde omringt Hij het
en geeft het alles om zich te ontplooien en gelukkig te zijn. Maar zijn kind, zijn volk, keert
zich van hem af en gaat eigen wegen. Wat doet dat met God? Hij wordt kwaad, heel erg
kwaad en wraakzuchtig. Hij is zo ontgoocheld over de afvalligheid, dat Hij zijn volk
vervloekt … om uiteindelijk te beseffen dat Hij het zo graag ziet dat Hij niet wil dat het ten
onder gaat. Dan staat Hij er weer: de trouwe God midden zijn mensen.
Oh Heer God
Oh Heer God,
erbarmend genadig lankmoedig,
rijk aan liefde, rijk aan trouw,
bewarend liefde tot het duizendste geslacht. (Bis)
t. H.Oosterhuis / m. A.Oomen
Bezinnen in stilte
–De beproeving om zonder God te leven is ook een hedendaagse beproeving. Waartoe
zou je God nog nodig hebben?! Vele van onze tijdgenoten hebben God achter zich
gelaten. Kennen wij deze beproeving?
– Afgoderij zoals macht, bezit en eigenwaan, is van alle tijden. Voor welke afgoden moeten
wij ons hoeden?
– Gods erbarmen is zo groot! Beroert ons dit?
Gebed
Vader,
soms ben ik een kind
dat u niet kennen wil.
Soms ontken ik uw bestaan
of doe ik alsof ik door het leven kan gaan zonder u.
Vader,
ik ben een klein en zoekend kind,
ik twijfel,
wellicht meer aan mezelf,
dan aan u.
Daarom wil ik u vragen:
Schenk mij uw liefde:
hou van mij,
ik hou van u.
Lied ZJ 540 Heer, onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig
Slotgebed
De Heer zij vóór ons
om ons de juiste weg te wijzen.
De Heer zij achter ons
om ons te bewaren voor de listen van het kwaad.
De Heer zij naast ons
om ons in de armen te sluiten,
om ons te beschermen tegen gevaar.
De Heer zij onder ons
om ons op te vangen wanneer wij dreigen te vallen.
De Heer zij in ons
om ons te troosten wanneer wij verdriet hebben.
De Heer zij om ons heen als een beschermende muur
wanneer anderen over ons heen vallen.
De Heer zij boven ons om ons te zegenen
op onze weg naar de toekomst.
(Ierse zegenbede van Sint-Patrick)
Download