DOC - Europa

advertisement
IP/10/1368
Brussel, 22 oktober 2010
Digitale agenda: onderzoek naar internetgebruik
door kinderen; wedstrijd voor online-inhoud van
hoge kwaliteit
Kinderen in Europa beginnen over het algemeen op zevenjarige leeftijd
gebruik te maken van het internet maar slechts één op de drie kinderen in de
leeftijdsgroep van 9 tot 12 vindt dat er online "genoeg leuke dingen voor
kinderen" van hun leeftijd te vinden zijn, aldus een Europees onderzoek dat
door de Europese Commissie is gepubliceerd. Uit het onderzoek blijkt tevens
dat één op de acht kinderen online schokkende ervaringen heeft opgedaan
en dat het kinderen nog steeds aan vaardigheden en zelfvertrouwen
ontbreekt om met het internet om te gaan. Om een oplossing te vinden voor
deze problemen, heeft de Commissie een wedstrijd uitgeschreven om de
creatie van online-inhoud van hoge kwaliteit voor kinderen te bevorderen. De
Commissie wil zich ervoor inzetten om in het kader van de digitale agenda
voor Europa, ouders en hun kinderen te helpen zich online veilig te voelen
(zie IP/10/581, MEMO/10/199 en MEMO/10/200).
Mevrouw Neelie Kroes,
vice-voorzitter van de Europese Commissie met
bevoegdheid voor de digitale agenda, verklaarde: “Kinderen gaan steeds op jongere
leeftijd online en we moeten ervoor zorgen dat ze zich online veilig voelen en er
spannende, veilige, educatieve en aan hun leeftijd aangepaste inhoud aantreffen
wanneer zij op het web surfen".
Kinderen langer en op jongere leeftijd online
Volgens het onderzoek daalt de leeftijd waarop kinderen online gaan steeds verder.
Kinderen die nu 15 of 16 zijn maakten voor het eerst gebruik van het internet toen zij
11 waren, terwijl kinderen van 9 of 10 verklaren dat zij voor het eerst gingen
internetten toen ze 7 waren. Deze trend verschilt per land: kinderen in de Noordse
landen, Estland, Nederland en het VK gaan op jongere leeftijd online terwijl dit in
Griekenland, Italië, Oostenrijk, Portugal en Roemenië op latere leeftijd is. De helft
van de kinderen gaat dagelijks gedurende gemiddeld anderhalf uur online. Voor 15en 16-jarigen is dit percentage nog hoger en gaat 77% dagelijks online.
De kinderen in het onderzoek verklaarden dat zij hoofdzakelijk voor schoolwerk
gebruik maakten van het internet of er video's gingen bekijken (respectievelijk 84%
en 83%). Op de tweede plaats kwam spelletjes spelen (74%), gevolgd door
communiceren via instant messaging (61%).
Kinderen maken hoofdzakelijk thuis gebruik van het internet (85%) en meer dan de
helft van de 13-16-jarigen heeft op zijn slaapkamer toegang tot het internet. Op de
tweede plaats komt internetten op school (63%). Hoewel de meeste kinderen online
gaan via pc's of laptops, heeft één op de drie nu toegang tot het internet via hun
mobiele telefoon of andere draagbare toestellen.
Online risico's nemen af maar het ontbreekt kinderen nog steeds aan
basisvaardigheden op het gebied van veiligheid
Het onderzoek laat ook zien dat kinderen nu aan minder online-risico's worden
blootgesteld dan vroeger het geval was. 5% van de kinderen in Europa verklaart dat
ze online gepest werden met een piek van 14% in Estland en Roemenië. Eén op de
acht kinderen heeft echter last gehad van, of was geschokt door iets dat ze online
hadden gezien.
Tegelijkertijd laat het verslag zien dat volwassenen weliswaar menen dat kinderen
tot de digitale generatie behoren, maar dat het de helft van de jongeren ontbreekt
aan basisvaardigheden op het gebied van veiligheid zoals weten hoe
privacyinstellingen moeten worden ingesteld of ongewenste contacten kunnen
worden geweerd.
30% van de 11-16-jarigen heeft te maken gehad met symptomen als gevolg van
buitensporig internetgebruik, zoals surfen op het internet wanneer ze eigenlijk niet
geïnteresseerd zijn, minder tijd doorbrengen met vrienden en familie of huiswerk
verwaarlozen omdat ze online zijn of geïrriteerd zijn wanneer dit niet kan. Het Safer
Internet Programma van de EU zal in 2011 financieel bijdragen aan een project dat
beoogt meer inzicht te krijgen in dit probleem.
Bevorderen van innovatieve en aan de leeftijd aangepaste inhoud
De Europese Commissie en de Safer Internet-centra in 14 landen hebben onlangs
een wedstrijd aangekondigd waarin kan worden meegedongen naar de Europese
prijs voor de beste online-inhoud voor kinderen. Aan deze wedstrijd kan worden
deelgenomen door producenten van online-inhoud in twee categorieën: 12-17jarigen en volwassenen en het is de bedoeling de productie en verspreiding van
online-inhoud van hoge kwaliteit die geschikt is voor kinderen en jongeren te
stimuleren. De wedstrijd wordt gehouden in 14 landen: België, Duitsland, Frankrijk,
Griekenland, Hongarije, IJsland, Italië, Letland, Nederland, Polen, Portugal,
Slovenië, Spanje en Tsjechië. De winnaars die in deze categorieën in de nationale
competitie uit de bus komen, dingen mee naar de Europese prijs die in juni 2011 zal
worden uitgereikt.
Achtergrond
Het EUKidsOnline-onderzoek werd uitgevoerd bij meer dan 23.000 kinderen en één
van hun ouders in de volgende landen: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken,
Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië,
Litouwen, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië,
Spanje, Tsjechië, Zweden, Turkije en het VK. Het onderzoek maakt deel uit van het
EUKidsOnline II-project, dat gefinancierd wordt in het kader van het Safer Internet
Programma en gecoördineerd wordt door de London School of Economics and
Political Science.
2
De Commissie heeft bemiddeld bij de totstandkoming van overeenkomsten voor
zelfregulering met een aantal van de grootste leveranciers van online-diensten die
het meest populair zijn onder de jongere generatie (sociale netwerken, exploitanten
van mobiele telefoon) (zie IP/10/144). De verdere ontwikkeling van zelfregulerende
maatregelen met betrekking tot online-veiligheid voor kinderen wordt beschouwd als
onderdeel van het beleid voor de digitale agenda om het vertrouwen in en de
veiligheid van nieuwe technologieën te verhogen.
In 2009 heeft de Europese Commissie steun verleend aan een campagne tegen
online-pesterij (cyberpesten) in alle EU-lidstaten die georganiseerd werd door het
INSAFE-netwerk van bewustmakingscentra (MEMO/09/58).
Het INSAFE-netwerk heeft ook hulplijnen opgericht waar kinderen, ouders en
docenten terecht kunnen voor advies op maat met betrekking tot veiligheidskwesties,
onder meer cyberpesten.
Voor meer informatie:
Het volledige verslag kan online worden geraadpleegd:
www.eukidsonline.net
Meer informatie over het Safer Internet Forum:
http://ec.europa.eu/information_society/activities/sip/events/forum/index_en.htm
Meer informatie over de wedstrijd:
http://ec.europa.eu/information_society/activities/sip/events/competition/index_en.htm
3
Annex
4
5
6
7
8
9
Download