FILM EN EDUCATIE... INHOUDSTAFEL …in het vertoningscircuit van Lessen in het donker, in het kader van het festival Open Doek, een workshop ingericht door Jekino, een film in de klas… Film kreeg een plaats in het lessenpakket van heel wat scholen, en wij zorgen graag voor een goede programmatie en pedagogische omkadering. We maken jaarlijks een fijne selectie van een 30- tal films uit het afgelopen seizoen, richten op heel wat plaatsen vertoningen in en zorgen voor kant-en-klare lesmappen voor een boeiende verwerking in de klas. Daarbij spelen we in op de eindtermen en ontwikkelingsdoelen. In elke lesmap wordt aandacht besteed aan een filmtechnische en inhoudelijke benadering van de film, en leggen we de focus op één filmterm. We stimuleren jullie graag om de film met een frisse blik te bekijken. www.lesseninhetdonker.be - www.opendoek.be - www.jekino.be Doelgroep: DAS LEBEN DER ANDEREN: 3e graad secundair FEEDBACK! We horen graag je reactie over de film, de bespreking en de lesmap. Surf snel even naar de site www.lesseninhetdonker.be om een evaluatieformulier in te vullen. Ook de leerlingen kunnen nadien hun reactie kwijt op de film die ze gezien hebben. Alvast bedankt FILMFICHE Synopsis Technische kaart Festivalprijzen Uit de pers geplukt 4 4 4 4 4 OVER DE REGISSEUR EN DE PRODUCTIE De regisseur Florian Henckel von Donnersmarck Enkele weetjes Genre 6 6 7 7 INLEIDING OP DE FILM Het onstaan van de DDR De Berlijnse Muur Ministerium für Staatssicherheit Het einde van de DDR Hereniging Duitsland 8 8 8 9 10 10 HET DDR-REGIME EN DAS LEBEN DER ANDEREN Centraal thema: muziek en het belang van kunst 11 13 REACTIE VERZAMELEN BIJ DE LEERLINGEN 14 5 W-VRAGEN 15 BESPREKING VAN DE BELANGRIJKSTE PERSONAGES 15 DE BELANGRIJKSTE VERHAALLIJNEN Vertelstructuur Introductie Het eigenlijke verhaal Dreyman-Wiesler Epiloog 19 19 20 20 21 FOCUS OP ...REGIE 21 FICHE VOOR DE LEERLINGEN 22-23 FILMFICHE Kopieer de filmfiche op de volgende pagina’s voor je leerlingen. Zo zijn ze meteen goed voorbereid op de voorstelling! Ook voor je collega’s die de leerlingen vergezellen, kan het een handige leidraad zijn 2 3 UIT DE PERS GEPLUKT FILMFICHE SYNOPSIS Oost-Berlijn, 1984. De bevolking wordt in rangen gehouden door de Stasi, de Oost-Duitse geheime politie. Officier Gerd Wiesler krijgt de opdracht de succesvolle schrijver Georg Dreyman en diens vriendin af te luisteren. De Stasi voorziet zijn appartement van afluisterapparatuur, en Wiesler vestigt zich op de kale zolder in de hoop het koppel te betrappen op West-Duitse sympathieën. Wiesler, vrijgezel en zo goed als zonder privé-leven, wordt via zijn koptelefoon geconfronteerd met de voor hem vreemde wereld van liefde, literatuur en het vrije denken. Hij begint te twijfelen aan de rechtvaardigheid van zijn acties en doet het ondenkbare. TECHNISCHE KAART Duitsland, 2006, 137 min., Nederlands ondertiteld Regie en scenario: Florian Henckel von Donnersmarck Cast Martina Gedeck … Christa-Maria Sieland Ulrich Mühe ... Hauptman Gerd Wiesler Sebastian Koch … Georg Dreyman Ulrich Tukur … Oberstleutnant Anton Grubitz Thomas Thieme … Minister Bruno Hempf Hans-Uwe Bauer … Paul Hauser Volkmar Kleinert … Albert Jerska Matthias Brenner … Karl Wallner — DAS LEBEN DER ANDEREN vertelt een intrigerend verhaal over de vluchtwegen van individuele vrijheid en ethiek binnen een repressief systeem. Henckel von Donnersmarck dient het op in de vorm van een meeslepende thriller, op smaak gebracht met een vleugje romantiek. Zijn stijl is sober en rechtdoorzee: niets leidt af van de personages, en de acteurs krijgen alle ruimte te schitteren. De grootste kracht van de film schuilt in het scenario, dat geen woord te veel bevat. (DE VOLKSKRANT) — DAS LEBEN DER ANDEREN spiegelt beknottende intimidatie aan oprecht humanisme. In een decor van immense leegte en trieste glorie laat de cineast stilletjes een dramatische thriller ontluiken, waarin hartelijkheid en, zowaar, liefde de morele overwinnaars zijn. Het innemende relaas wordt gedragen door een uitmuntende cast. Een sober maar wezenlijk werk om een filmcarrière mee in te luiden. (FILMMAGIE) — DAS LEBEN DER ANDEREN heeft de Oscar voor beste buitenlandse film dubbel en dwars verdiend. Het is een prachtige en intense film over het Oost-Duitsland van na de Tweede Wereldoorlog. Het Oost-Duitsland waar je beste vriend je grootste vijand kon zijn en je eigen zusje je kon verraden bij de staat. Iedereen was verdacht. DAS LEBEN DER ANDEREN laat niet alleen het verhaal van een man zien die uiteindelijk de staat zijn rug toekeert. De film vertelt misschien nog wel meer het verhaal van al die mensen die door de Stasi zijn geschaduwd en na de val van de muur zijn geconfronteerd met deze realiteit. DAS LEBEN DER ANDEREN is een ijzersterke film waar je stil van wordt. (FILMVISIE) FESTIVALPRIJZEN DAS LEBEN DER ANDEREN is de winnaar van de Academy Award for Best Foreign Language (Beste niet-Engelstalige film) 2007 en won daarnaast nog tal van andere prijzen waaronder: David di Donatello Best European Union film - European Film Award Best Screenplay European Film Award Best Actor - European Film Award Best Film GLIMP VAN DE FILM De film speelt zich af tijdens de jaren tachtig in het communistische Oost-Duitsland. De bruingetinte film laat zien hoe diep de tentakels van de Stasi (de staatspolitie) in de samenleving waren doorgedrongen. Das Leben der Anderen vertelt een intrigerend verhaal over de vluchtwegen van individuele vrijheid binnen een repressief systeem. Je kan de filmtrailer bekijken op www.daslebenderanderen.nl. Zo krijg je meteen een eerste indruk van de film. 4 Op het moment van het schrijven van deze lesmap overleed Ulrich Mühe op amper 54-jarige leeftijd. Hij stierf op 22 juli 2007 aan de gevolgen van maagkanker. Mühe is internationaal vooral bekend geworden door DAS LEBEN ANDEREN. Voor de rol van Stasi-agent Gerd Wiesler werd hij uitgeroepen tot beste Europese acteur op de European Film Awards van 2006. Daarnaast speelde hij nog in tal van andere Duitse films van o.a Michael Haneke: Benny’s video, Funny Games en Das Schloss. In het revolutiejaar 1989 speelde Mühe een rol in de omwenteling in de DDR. Hij was één van de organisatoren van een grote demonstratie op de Alexanderplatz op 4 november. 5 OVER DE REGISSEUR EN DE PRODUCTIE DE REGISSEUR FLORIAN HENCKEL VON DONNERSMARCK “Het mooie aan het schrijven en regisseren is net dat je in andermans leven kunt stappen. In die zin doe ik eigenlijk hetzelfde als een agent van de Stasi. DAS LEBEN DER ANDEREN gaat over hoe het voelt als je privacy geschonden wordt, hoe het voelt om meer te weten over iemand anders dan je zelf wilt weten, hoe het voelt als mensen je onder druk zetten om iets te geloven dat je eigenlijk niet gelooft…” (F.H. von Donnersmarck) Florian Henckel von Donnersmarck werd geboren in 1973 in Keulen, Duitsland. Hij studeerde Russisch in St. Petersburg van 1991 tot 1993. Tussen 1993 en 1996 voltooide hij een studie filosofie, politieke wetenschappen en economie aan de Universiteit van Oxford en daarop volgde een regieopleiding aan de Film & Televisieacademie in Munchen. In 2000 won hij verschillende prijzen met zijn film Dobermann en dit maakte volgende projecten mogelijk. Op dit moment is hij bezig met het schrijven van de scripts voor twee nieuwe langspeelfilms. Uit een interview met regisseur Florian Henckel von Donnersmarck (FHvD): • FHvD vertelt wat z’n interesse heeft aangewakkerd om over dit thema een film te maken: zijn vele herinneringen aan Oost-Duitsland tijdens z’n kinderjaren hebben hierbij een rol gespeeld. FHvD heeft zelf nooit in Oost-Duitsland gewoond maar z’n ouders zijn beide afkomstig uit Oost-Duitsland. Voor de bouw van de Berlijnse muur zijn ze naar West-Duitsland verhuisd. “Nadien zijn ze echter nog verschillende keren teruggegaan om vrienden en familie te bezoeken, en ik ging dan meestal mee. Ik herinner me nog goed die angst die er in de lucht ging. Het begon al aan de grens, waar mijn ouders uren vastgehouden werden omdat ze zogezegd landverraders waren. Als we dan uiteindelijk het land in mochten en we onze vrienden en 6 kennissen zagen, zag je hen voortdurend over hun schouder kijken om zich ervan te vergewissen dat niemand hen aan het bespioneren was. Natuurlijk was dat ijdele hoop - Stasi zat overal.” Daarnaast was er nog een tweede element die FHvD er heeft toe aangezet tot het maken van deze film: al in 1997 had zich een beeld vastgezet in zijn hoofd: dat van een man met een koptelefoon op zijn hoofd, luisterend naar prachtige muziek die hij eigenlijk niet wilde horen. • FHvD verrichtte heel intensief opzoekingswerk voor deze film: “Ik ben op heel wat plaatsen geweest waar je nog steeds de geest van het verleden kan voelen zoals Hohenschönhausen Memorial, het voormalige ministerie van Staatsveiligheid. Plaatsen kunnen heel goed gevoelens bewaren en daarom bezorgden m’n bezoeken aan deze locaties vaak meer informatie dan de boeken en de documentaires die ik ook wel gelezen en gezien heb. Maar de gesprekken met de ooggetuigen waren voor mij doorslaggevend: van Stasi luitenant Kolonel Wolfgang Schmidt tot Stasi-prostituees en personen die twee jaar gevangen zaten in Stasi-gevangenissen. Ik trachtte zoveel mogelijk verschillende invalshoeken te benaderen en ik hoorde heel wat tegenstrijdige verhalen. Naar het einde toe had ik het gevoel een gedetailleerd en compleet beeld te hebben gevormd over die tijd en z’n problematiek.” • FHvD werkte samen met heel wat acteurs en productieleden afkomstig uit Oost-Duitsland. Ze brachten heel wat - vaak heel persoonlijke - ideeën en visies met zich mee. “Voor velen was dit tijdens mijn opzoekwerk en de opnames een mogelijkheid om er voor het eerst over te praten. Dit was echt wonderbaarlijk! 14 jaar na de eenmaking! Sommige wonden hebben echt veel tijd nodig om te helen!” • Hoewel de film in 2006 werd gedraaid, krijgen we een authentiek beeld te zien van hoe het voormalige Oost-Berlijn eruitzag. FHvD over de decors en het kleurgebruik in DAS LEBEN DER ANDEREN: “We hadden een heel uitgesproken idee over de kleuren die moesten gebruikt worden. We trachten de tendensen die de DDR domineerden te versterken. En doordat de groene kleur meer voorkwam in DDR dan blauw, vermeden we het blauw volledig. Er was ook meer oranje dan rood, dus we elimineerden de rode kleur. We gebruikten constant bruine schaduwtinten, beige, oranje, groen en grijs en zo kwamen we tot een esthetisch authentieke benadering van de DDR uit die periode. Ik vond dat de vormgeving van de set de perfecte achtergrond voor de emoties van de acteurs moest leveren, niet meer maar ook niet minder dan nodig.” ENKELE WEETJES ➡ Het duurde 4 jaar vooraleer F.H. von Donnersmarck met de opnames van DAS LEBEN DER ANDEREN kon starten. Het verzamelen van informatie en het afnemen van interviews nam ruim 4 jaar tijd in beslag. De film zelf werd in 37 dagen opgenomen. ➡ Florian Henckel von Donnersmarck is zowel de schrijver (scenarist) als de regisseur van DAS LEBEN DER ANDEREN ➡ Voor het eerst sinds de val van de Berlijnse muur mocht er in de gebouwen van het voormalige Ministerie van Staastveiligheid gefilmd worden. ➡ De acteur Ulrich Mühe (Stasi-agent Wiesler) kwam er pas enkele jaren geleden achter dat zijn vrouw een informele Stasi-informant was. Ulrich was zelf gematigd socialist maar had een hekel aan het repressieve regime. Zijn vrouw hield de Stasi op de hoogte van zijn doen en laten, wat hem het label ‘staatsgevaarlijk’ opleverde. In zijn theatergezelschap waren er maar liefst vier acteurs die de Stasi informeerden over zijn activiteiten. Hij werd door het regime gepest en moest tijdens zijn militaire dienst met een machinegeweer op de Berlijnse Muur staan om vluchtelingen neer te schieten. GENRE DAS LEBEN DER ANDEREN is een historisch maatschappelijk drama. Het is een combinatie tussen een politieke film en een liefdesverhaal. 7 INLEIDING OP DE FILM DAS LEBEN DER ANDEREN toont aan op welke drastische manier een overheid haar burgers kan controleren, zodanig dat ieder individu op den duur gedwongen wordt paranoïde te zijn. De film van Florian Henckel von Donnersmarck speelt zich af in 1984 in Oost-Duitsland (DDR, Deutsche Demokratische Republiek). Om de film goed te kunnen begrijpen is het noodzakelijk om wat achtergrondinformatie over de DDR, z’n geschiedenis en z’n regime mee te geven. HET ONTSTAAN VAN DE DDR Op het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945 werd het verslagen Duitsland verdeeld in verschillende bezettingszones; de Sovjetzone in het Oosten, de Britse, Amerikaanse en Franse zone in het Westen. De voornaamste reden voor deze opdeling in vier bezettingszones was het voorkomen dat Duitsland opnieuw als (militaire) macht zou herrijzen. In 1949 ontstaat de Duitse Democratische Republiek (DDR) onder invloed van de Sovjetunie, die als gevolg protesteert op de oprichting van de Duitse Bondsrepubliek (West-Duitsland) in het Westen. De DDR, in principe een socialistische ‘democratische’ arbeidsstaat, legt een autoritair, eerder dictatoriaal regime op, waar de communistische partij (SED, Sociale Eenheidspartij Duitsland) over onbeperkte macht beschikt. Gesteund door de Sovjetunie had de SED in de jaren na de oorlog een centrale machtspositie opgebouwd in Oost-Duitsland. De militaire en economische steun uit Moskou bleef ook daarna van groot belang voor de DDR. Vooral in de eerste jaren van haar bestaan kon de DDR op enige steun van de bevolking rekenen. De SED pretendeerde zichzelf als een antifascistische beweging te zijn die het ‘goede’ van de Duitse samenleving vertegenwoordigde. Vooral voor vele intellectuelen en kunstenaars was hierin in het begin de grote aantrekkingskracht van de DDR gelegen. Maar al snel voelden heel wat DDR- bewoners zich in hun vrijheden bedreigd door de druk van het repressieve regime en ontstaat er een massale vlucht naar het Westen. DE BERLIJNSE MUUR (1961) In deze context was de ligging van de hoofdstad van het voormalige Duitse Rijk, Berlijn bijzonder problematisch: geografisch situeerde Berlijn zich in Oost-Duitsland, maar de stad bleef verdeeld in vier bezette zones: de Sovjetzone, de Franse, Britse en Amerikaanse zone. In Berlijn waren al snel problemen tussen Oost- en West-Berlijn. Veel mensen uit Oost-Berlijn vluchtten naar West-Berlijn en het Russische gedeelte liep langzaam leeg. De Russen moesten hier iets tegen doen. Eerst probeerden de Russen ook West-Berlijn te nemen. In 1948 maakten de Russen een blokkade. Ze zorgden ervoor dat er geen goederen uit West-Europa en Amerika in West-Berlijn aankwamen (Berlijn lag namelijk helemaal in Oost-Duitsland). Deze blokkade duurde bijna een jaar, maar Amerika gaf zich niet gewonnen. Steeds meer Oost-Duitsers vluchtten naar West-Duitsland. Er waren er nu al bijna 2 miljoen gevlucht. 8 Geleidelijkaan werd het grote aantal vluchtelingen een serieuze bedreiging voor het voortbestaan van de DDR. De uittocht voor de arbeidskrachten betekent een aderlating voor de economie, en bovendien werd de politieke stabiliteit daarmee in gevaar gebracht. In 1961 besloot men een einde te maken aan deze leegloop. In de nacht van 12 op 13 augustus 1961 begon men met de bouw van de Berlijnse Muur. In enkele weken tijd werd een zwaarbewaakte betonnen hindernis opgeworpen rondom West-Berlijn. De Berlijnse Muur was 45,3 km lang en een onderdeel van de scheidingslijn tussen Oost- en West- Duitsland. De Muur was het meest bekende symbool van de Koude Oorlog en de scheiding van Duitsland. De grenswachten hadden bevel om te schieten op mensen die probeerden de grens over te steken. Toch werden gedurende de bijna dertig jaar dat de Berlijnse muur bestond talrijke pogingen ondernomen om uit de DDR te ontsnappen. Hierbij zijn naar schatting ongeveer tweehonderd doden gevallen en heel wat slachtoffers. In 1971 komt Erich Honnecker aan de macht, hij zal de economische moeilijkheden waarin de DDR zich bevindt ten gevolge van de planeconomie moeten oplossen. Hij zag in dat het zonder economische successen moeilijk was de Duitsers voor het socialisme te winnen. Maar tegelijk met een internationale ontspanning en een verbetering van de economie voerde Honecker in eigen land een politiek van “Abgrenzung”. De onderdrukking van tegenstanders van het regime werd opgevoerd. Talrijke intellectuelen en kunstenaars werden het zwijgen opgelegd. De Stasi, opgericht in 1950, werd in de jaren zeventig een steeds machtiger instelling. MINISTERIUM FÜR STAATSSICHERHEIT (STASI) De grote verantwoordelijke voor de cultuur van massaspionage was het in 1950 en naar Russisch model opgerichte Ministerium für Staatssicherheit, kortweg Stasi genoemd. Stasi is de geheime politie en informatiedienst van Oost-Duitsland met hoofdkwartier in OostBerlijn. Over gans de wereld stond Stasi al gauw bekend als één van de meest grondige en efficiënte inlichtingsdiensten, hetgeen in de film heel duidelijk naar voor komt. De Stasi had als hoofddoel het wapen te zijn van de SED (Socialistische Eenheidspartij Duitsland) en vijandige individuen op te sporen en uit te schakelen. Ze beschikten over een immens netwerk van agenten en informele medewerkers om de bevolking onder controle te houden. Vanaf de jaren tachtig, de periode waarin de film zich afspeelt, werd het aantal vaste medewerkers bij Stasi geraamd op 91.000, terwijl ook nog eens 300.000 informanten actief waren. Dat betekende dat ongeveer één vijfde van de inwoners van Oost-Duitsland op één of andere manier betrokken was bij Stasi. Hun taak bestond erin om ook maar het minste teken van politieke afwijking bij medeburgers te rapporteren aan de overheden. Maar ook werden veel spionnen naar West-Duitsland gestuurd, om er te infiltreren in de hoogste kringen van politici en industriëlen. Het feit dat de burgers wisten dat ze 24 uren per dag in de gaten werden gehouden, misschien wel door vrienden of verwanten, zorgde voor het uiteenvallen van vele families en grote emotionele stress. De lengte van het archief waarin alle informatie over ‘verdachten’ of ‘dissidenten’ was opgeslagen bedroeg maar liefst 180 kilometer. 9 HET DDR‐REGIME EN DAS LEBEN DER ANDEREN Dissident betekent letterlijk ‘andersdenkende’, of iemand met een andere overtuiging/geloof. In het Oostblok werd de term gebruikt voor al wie zich niet gedroeg volgens de praxis en stellingen van het socialistische systeem. Vanaf de jaren ’70 werden voornamelijk kunstenaars als dissident beschouwd; zij werden ofwel voorgoed het land uitgezet, ofwel gevangen genomen, ofwel geïnterneerd in psychiatrische inrichtingen. DAS LEBEN DER ANDEREN bevat een duidelijke politieke moraal: het beschuldigt expliciet de Stasi-politiepraktijken en zelfs breder het DDR-regime die zulke praktijken aanmoedigde. Op dat punt onderscheidt de film van Florian Henckel von Donersmarck zich met de andere Duitse film GOODBYE LENIN! van Wolfgang Becker (2003) waarin men met een sterk nostalgische blik terugkijkt op het verdwenen DDR-regime. DAS LEBEN DER ANDEREN van zijn kant ontsluiert de zwarte bladzijde uit de geschiedenis van de DDR, die van de politieke onderdrukking en de politiecontrole op de bevolking. HET EINDE VAN DE DDR Toen de Berlijnse muur er stond, ging het communisme steeds meer aftakelen. Tijdens de regeringsperiode van Sovjetleider Breznjev werd duidelijk dat het communisme tegen haar eigen regels inging. Dé basisregel van het communisme was immers dat er sociale gelijkheid moest zijn. Er waren echter de geprivilegieerden van de partij. Zij kregen veel meer dan de gewone mensen zoals betere huizen, meer comfort, westerse luxeproducten,… Er waren verschillende tekens die zeiden dat het Westen, ‘het paradijs’ betekenden: - Via de radio en televisie kwamen ze te weten dat er in het Westen wel genoeg eten was (in tegenstelling tot bij hen). - Ze kwamen ook te weten dat er in het westen wel ruimte was voor persoonlijke vrijheid en voor het individu. In de jaren tachtig verslechterde de situatie van de DDR verder. De staatsschuld werd steeds groter en de industrie en infrastructuur waren sterk verouderd. De grootschalige exploitatie van bruinkool had tevens voor een enorme milieuoverlast gezorgd. Midden jaren tachtig werd het duidelijk dat de DDR zo niet langer kon doorgaan. De aanhoudende problemen zouden in 1989 door de hervormingen van de Russische leider Gorbatsjov leiden tot grote demonstraties en tenslotte tot het einde van de DDR. OPDRACHT Hieronder vind je een chronologische lijst met gebeurtenissen uit de film die het dictatoriale karakter van het DDR-regime weergeven. Bespreek deze gebeurtenissen met de leerlingen: welke gebeurtenissen vinden ze wel/niet te rechtvaardigen? Waarom? Welke zaken keuren ze meteen af? Hoe zou men het bestaan van dergelijke praktijken verklaren en op welke manier worden ze in verband gebracht met het communisme van de voormalige DDR? - HERENIGING DUITSLAND Na de val van de Berlijnse Muur op 9 november 1989 werd de hereniging van de beide Duitslanden snel geregeld. Dit werd formeel voltrokken op 3 oktober 1990, en de vier bezettende machten trokken zich officieel terug op 15 maart 1991. - 10 Een verdachte wordt 40 uur zonder onderbreking geïntimideerd. Hij moet met zijn handpalmen plat onder zijn bips stilzitten tijdens de ondervraging. De reden van z’n vasthouding is dat hij ervan verdacht wordt een kennis te hebben geholpen bij z’n ontsnapping naar het Westen. Tijdens een hoorcollege doceert Wielser z’n leerlingen dat al wie ondervraagd wordt ook schuldig bevonden wordt. Want als je beweert onschuldig te zijn, dan beschuldig je het systeem van onrechtvaardigheid en dus beschuldig je het systeem en zodoende ben je een vijand van het systeem en dus schuldig. Wiesler noteert bescheiden de naam van de student die de onmenselijke ondervragingstechniek kritisch in vraag stelde. Tijdens de theatervoorstelling (geschreven door Dreyman), zien we een decor dat in scène werd gezet, in de stijl van het ‘sociologisch realisme’ (met ‘arbeiders’ gekleed in blauwe overjassen) door een regisseur die de auteur niet erg apprecieert maar die hem werd opgedrongen. Minister Hempf draagt de Stasi-officier op om Dreyman te controleren omdat hij hem verdacht vindt. De waarheid is dat hij jaloers is op Dreyman, en alles in het werk stelt om Christa Maria voor zich te winnen. Minister Hempf heeft het werk van de regisseur Jerska verboden voor een onbeperkte periode, omdat hij aangeeft dat ‘mensen niet veranderen’. Later pleegt Jerska zelfmoord. Gerd Wiesler en zijn ploeg installeren overal in het appartement van Dreyman afluisterapparatuur. Bij het naar buiten gaan van het appartement van Dreyman merkt Wiesler een zeer nieuwsgierige buurvrouw op, Frau Meinecke. Hij chanteert haar: als ze haar mond niet houdt, zal haar dochter geen toegang tot de universiteit krijgen. 11 - - Dreyman krijgt tijdens z’n verjaardagsfeestje allerlei onbeduidende cadeaus, geen boeken uit angst dat als er een Stasi-informant tussen de genodigden zou zijn en er ‘foute boeken’ cadeau worden gedaan zodat Dreyman meteen verdacht zou zijn. In de refter zien we Grubitz en Wiesler samen met enkele studenten aan tafel. Na een korte onderbreking moedigt Grubitz de student aan om z’n grap verder te vertellen. De jonge agent, die duidelijk lager in de hiërarchie staat dan Grubitz, vertelt een mop over Honecker. De kolonel beschuldigt hem onmiddellijk van het belachelijk maken van de partij, maar uiteindelijk maakt hij ook een grap. Op het einde van de film zien we echter dezelfde agent achter Wiesler zitten, die zich voortaan moet bezighouden met het losweken van enveloppes. Als hij niet gedegradeerd zou zijn, heeft hij zeker ook geen promotie gemaakt. We twijfelen er sterk aan of kolonel Grubitz echt wel zo’n gevoel voor humor had. Minister Hempf verplicht Christa om in de auto te gaan zitten en hij dwingt haar om met hem de ‘liefde te bedrijven’. Hij draagt vervolgens zijn chauffeur op om Christa te bespioneren. Kapitein Wiesler betaalt een prostituee die in dienst is van de Stasi. Een kleine jongen in de lift vraagt Wiesler of hij voor de Stasi werkt en voegt daaraan toe dat z’n papa hem heeft verteld dat alle Stasi-agenten slechte mensen zijn. Als echte Stasi-agent zou hij onmiddellijk de naam van de vader noteren, hij bedenkt zich en doet het niet. Dreyman ontdekt dat de overheid sinds 1977 geen zelfmoordcijfers van de DDR publiceert. Dreyman publiceert anoniem z’n tekst over zelfmoordcijfers in de Bondsrepubliek (West-Duitsland) en niet in de DDR. Om na te gaan of z’n appartement van afluisterapparatuur is voorzien, laat Dreyman uitschijnen dat Hausser in het geheim naar het Westen zal vluchten. Wielser luistert het telefoongesprek af. Hij kent plaats en tijd, toch stuurt hij geen grenspolitie. De journalist van Der Spiegel overhandigt Dreyman een typmachine, want alle andere soorten typmachines zijn gekend bij de Stasi. Op het Stasibureau legt Grubitz Wiesler een nieuwe techniek uit om artiesten te doen afschrikken: hun voldoende lang opsluiten zonder enig proces, zodat ze voldoende afgeschrikt worden en nooit meer willen schrijven. Om te kunnen blijven acteren aanvaardt Christa het om voortaan te werken als informateur voor de Stasi en daarmee verraadt ze haar man. Kolonel Grubitz geeft haar op het moment dat ze vrijkomt een doosje met pillen. De Stasi-agenten hernemen op het appartement van Dreyman een huiszoeking op zoek naar de verdachte typmachine. Op het einde van het verhaal, zegt Grubitz aan Wiesler dat hij z’n dubbelspel doorheeft: “Je loopbaan is ten einde!” ➡ Kun je volgens de film, op eigen kracht carrière maken in een totalitaire staat? 12 CENTRAAL THEMA: MUZIEK EN HET BELANG VAN KUNST Voor zijn veertigste verjaardag krijgt Dreyman van Jerska een partituur cadeau: ‘Sonate van een goed mens’ van componist Gabriel Yared. Hij speelt die de eerste keer op de piano nadat hij verneemt dat Jerska zichzelf van het leven heeft beroofd. Zijn woede en droefheid over de dood van Jerska drukt hij uit tijdens het spelen van de sonate. Op dat moment luistert ook Wiesler mee en zal hij totaal veranderen. Van een genadeloze koele Stasi-agent verandert hij, zoals de sonate voorspelt, in een goed mens. De regisseur maakt op een aantal cruciale momenten gebruik van muziek: Na de première is er een feest, een muziekgroep speelt en Georg danst met zijn geliefde Christa-Maria. Hempf is duidelijk jaloers en laat de muziek plots onderbreken voor een ‘politieke’ speech en een politiek gesprek met Dreyman achteraf. Hij gunt hen de vrijheid niet om te genieten van de muziek en van hun relatie. Deze scène toont hoe kunst, in dit geval muziek, plaats moet ruimen voor partijpolitiek. Kunst (literatuur, theater, muziek) speelt een essentiële rol in deze film. Het verhaal speelt zich af in het Berlijnse kunstenmilieu dat door het Oost-Duitse regime streng werd gecontroleerd. Acteurs, regisseurs, schrijvers, journalisten, allen behoren ze tot de vriendenkring van de schrijver Georg Dreyman. In de film wordt er enkele keren verwezen naar de relatie tussen kunst en de communistische/ socialistische ideologie: - Bruno Hempf citeert Stalin: “Kunstenaars zijn de ingenieurs van de ziel.” - Dreyman citeert Lenin: “Als ik te lang naar de passionata van Beethoven had geluisterd, had ik nooit mijn revolutie kunnen beëindigen.” ➡ Wat betekenen deze citaten? ➡ Noem 4 personen uit de film en hun kunstvorm Kunstenaars waren een moeilijk volkje voor het DDR-regime (trouwens voor ieder dictatoriaal regime). Enerzijds moesten ze hen koesteren; ze waren het visitekaartje om aan de buitenwereld te tonen dat het communisme prachtige kunst voortbracht. Het hielp hen de schijn op houden van vrijheid van denken. Anderzijds moesten ze hen streng controleren en de ‘staatsgevaarlijke individu’s’ het zwijgen opleggen. Alleen kunst die het socialistische ideaal weerspiegelde werd getolereerd. Vaak leidde dit ertoe dat kunstenaars willekeurig ‘juist’ of ‘fout’ werden bevonden. Meestal lagen er persoonlijke redenen aan de basis van politieke arrestaties van kunstenaars. ➡ In totalitaire staten, zoals de DDR, worden kunstenaars en hun werk door de overheid gebruikt. Met welk doel gebruikt de regering van de DDR de kunstenaars en hoe komt dit in de film tot uiting? Aan de basis van Dreymans doorlichting liggen verschillende motieven: het feit dat Dreyman bevriend was met de dissidente journalist Hauser en met de regisseur Jerska. Maar alles draait rond het persoonlijk motief: het feit dat Hempf een affaire heeft met Dreymans vrouw. Hempf ziet Dreyman als een rivaal en wil hem uitschakelen. ➡ Welke louter persoonlijke motieven maakten Dreyman verdacht en zorgden ervoor dat hij doorgelicht werd? ➡ Kunstenaars worden streng gecontroleerd. Waarom, waar is de regering bang voor? Geef enkele voorbeelden van de manier waarop mensen onder druk worden gezet. ➡ Waarom heeft Albert Jerska ene beroepsverbod gekregen? Kon hij met dit beroepsverbod leven? 13 In de film worden er verschillende houdingen van de kunstenaar tegenover het repressieve systeem weergegeven: - De neutrale houding: Dreyman is een gematigde socialist en houdt zich aanvankelijk op de achtergrond wat politiek betreft. Hij schijnt niet te weten waartoe het regime in staat is. Hauser maakt zich boos over de neutrale houding van Dreyman. Christa-Maria verwijt Dreyman dat ook hij, ondanks zijn neutraliteit, slaapt met de machthebber. Immers, zij beslissen wie schrijft, wie regisseert en wie speelt. En Dreyman plukt daar voorlopig de vruchten van. - Literatuur als kritisch wapen: Hauser doet het als journalist, hij is openlijk een dissident. Dreyman wordt dissident na de dood van Jerska en publiceert zijn kritische artikel. De kunstenaar heeft als taak de waarheid aan het licht te brengen. - Meeheulen met de vijand: de regisseur die Jerska vervangt, blijkt een Stasi-medewerker te zijn. Om te kunnen regisseren heeft hij er alles voor over. Hij heeft zijn baan en is veilig, maar wat is hij als mens? - Zelfmoord: is de zelfmoord van Jerska een ultieme daad van verzet of het zich neerleggen bij de vijand? ➡ Welke van deze houdingen lijkt jullie de meest juiste? Waarom? ➡ Kan je begrip opbrengen voor de andere houdingen? Op welke manier? REACTIES VERZAMELEN BIJ DE LEERLINGEN ➡ Vond je de film spannend? Leefde je mee met de personages? ➡ Probeer in enkele regels je mening over de film te formuleren. ➡ Wat is het genre van de film: kan je hem vergelijken met andere films die je kent uit dat genre? 5 W‐VRAGEN Om het verhaal samen te vatten of te reconstrueren, kan je de leerlingen kort een antwoord laten geven op de 5 W-vragen. Daarmee breng je alle belangrijke info over de film samen. Dit is een techniek die ook wordt gebruikt door journalisten die een recensie schrijven. Meestal kan je de 5 W-vragen beantwoorden na het bekijken van de eerste 10 à 15 minuten. In die tijd wordt de basis gevormd van het verhaal: personages worden voorgesteld, de locatie, tijdsaanduiding en de verhaallijn worden geïntroduceerd. Dit heet de expositie van de film. - Over WIE gaat het verhaal? - Over WAT gaat het verhaal? - WAAR speelt het verhaal zich af? - WANNEER speelt het verhaal zich af? - WAAROM (OF WAARDOOR) krijgt het verhaal een plotse wending? (wat is de belangrijkste gebeurtenis die het verhaal een wending geeft?) VRAGEN AAN DE LEERLINGEN ➡ Wat vond je van de film? Wat vond je goed en minder goed? Motiveer je antwoord. ➡ Welke gevoelens had je na het bekijken van DAS LEBEN DER ANDEREN: was je ontroerd, verveeld, geïnteresseerd, verrast? ➡ Wat heb je onthouden? Welke scène is je bijgebleven? ➡ Welke situatie vond je sterk, aangrijpend, goed? ➡ Zou je de film aanraden aan vrienden? ➡ Was de film wat je ervan verwacht had? ➡ Wat heeft je getroffen? Wat heeft je gestoord? ➡ Wat vond je van het verhaal? Heb je het helemaal begrepen? ➡ Vergelijk deze film met een film die je meestal huurt of in de bioscoop ziet. Waar zitten de verschillen in manier van ‘kijken’ en ‘begrijpen’? 14 BESPREKING VAN DE BELANGRIJKSTE PERSONAGES GEORG DREYMAN (SEBASTIAN KOCH) Als winnaar van de nationale literatuurprijs van de DDR heeft hij aanvankelijk geen probleem met de repressieve Oost-Duitse staat. Hij is een idealist en gelooft in de oprechtheid en de haalbaarheid van de Socialistische staat. Zijn innerlijke twijfel begint wanneer hij achter de affaire komt tussen zijn geliefde Christa-Maria Sieland en de minister van cultuur Bruno Hempf. De druppel is echter de zelfmoord van zijn vriend, de regisseur Jerska. Dreyman beslist om niet meer te zwijgen en neemt een groot risico: hij laat clandestien een artikel publiceren in het Westen over zelfmoord in de DDR en het verband tussen zelfmoord in de DDR en de relatie tussen zelfdoding en het repressieve regime. 15 CHRISTA‐MARIA SIELAND (CHRISTA‐MARIA SIELAND) Christa-Maria Sieland is een bekende actrice in het nationale theater van Berlijn. Hoewel ze zeer gewaardeerd wordt door het publiek, twijfelt ze sterk aan haar eigen talent. Acteren is haar grote passie en een leven zonder het theater kan ze zich niet voorstellen. Haar andere grote liefde is de schrijver Georg Dreyman, de man met wie ze samenwoont. Christa-Maria is een onzekere en labiele vrouw. Van die zwakheid maakt de minister van cultuur, Bruno Hempf, misbruik. Hij zet haar onder druk en verplicht haar tot een seksuele relatie met hem. Haar liefde voor het theater en voor Georg doen haar zwichten voor de eisen van de machtige Bruno Hempf. Ze vreest immers zowel haar baan als haar man kwijt te raken als ze niet ingaat op de eisen van Hempf. Ze gaat gebukt onder schuldgevoelens en slikt daarom stiekem kalmeertabletten. Hierdoor raakt ze in een nog zwakkere positie. Hoe langer hoe meer raakt ze verstrikt in een web van chantage en verklikken. Als ze uiteindelijk doorslaat en Georg en zijn vrienden verraadt, loopt ze wanhopig de straat op, haar dood tegemoet. ALBERT JERSKA (VOLMAR KLEINERT) Albert Jerska is een zeer beroemde en getalenteerde theaterregisseur. Tengevolge van enkele kritische uitspraken over het regime krijgt hij een levenslang beroepsverbod. Zijn laatste geschenk aan zijn vriend Dreyman ter ere van diens veertigste verjaardag is de partituur “Sonate van een goed mens”. PAUL HAUSER (HANS‐UWE BAUER) Paul is een goede vriend van Georg, hij is journalist en staat bij het systeem bekend als dissident. Hauser neemt geen blad voor de mond, hij durft de Minister van Cultuur te beledigen, en beschuldigt op het verjaardagsfeest van Georg één van de aanwezige gasten als zijnde ‘Stasi-informant’. Paul Hauser staat dan ook op de lijst van de ‘afgeluisterden’. 16 Hoewel de drie goede vrienden zijn,vertonen ze enkel frappante verschillen: Paul Hauser neemt geen blad voor de mond. Hij heeft immers het voordeel journalist te zijn en veel connecties te hebben in het Westen, de vrije wereld. Waarschijnlijk is de staat bang dat hij informatie zal doorspelen naar het Westen. Hij is zeer strijdvaardig en consequent in zijn acties; hij weigert bv. nog bij Georg thuis te komen zolang er een bepaalde regisseur over de vloer komt waarvan hij beweert een Stasi-informant te zijn. Jerska is sinds hij door het regime op de zwarte lijst werd gezet al zijn strijdvaardigheid verloren. Voorheen was hij als Hauser, maar nu zwijgt hij en leeft hij teruggetrokken. Hij heeft alle hoop opgegeven en geeft uiteindelijk ook zijn leven op. Georg Dreyman zweeft ergens tussen de twee anderen. Hij is/was zelf socialist en houdt van Oost-Duitsland. Een aantal gebeurtenissen brengen hem echter aan het twijfelen. Hij heeft de keuze; ofwel even ontgoocheld eindigen als Jerska en voorgoed zwijgen. Of de strijd aangaan net als Hauser. GERD WIESLER ‐ HGW XX/7 (ULRICH MUHE) Gerd Wiesler, Stasi-agent en maakt deel uit van het hogere kader van het Ministerie van Staatsaangelegenheden (MFS). Hij staat bekend om zijn onvoorwaardelijke trouw aan de partij en het regime en om zijn ondervragingstechniek. Hij doceert verhoortechnieken aan de Juridische Hogeschool van de MFS. Hij komt over als een robot, een onvoorwaardelijk trouwe soldaat van het communisme. Iedere afwijking die zou kunnen wijzen op afvalligheid t.o.v. het systeem merkt hij op en noteert hij. Gerd Wiesler bijt zich vast in de zaak Dreyman “Operatie Lazlo” en slijt zijn dagen emotieloos en nauwgezet op zolder van Dreymans flat met een hoofdtelefoon. Maar de koele luistervink wordt een twijfelaar wanneer hij merkt dat aan zijn opdracht niet een politiek maar eerder een persoonlijk motief ten grondslag ligt. Uiteindelijk blijkt dat achter de koele soldaat-luistervink ook een mens schuilt. ANTON GRUBITZ (ULRICH TUKUR) Anton Grubitz is een intelligente maar gewetensloze MFS-luitenant. Hij leidt de afdeling xx/7 die verantwoordelijk is voor het departement cultuur. Louter uit promotionele overwegingen stapt hij in de ‘Operatie Lazlo’. Het welslagen van deze operatie zou hem promotie opleveren. In tegenstelling tot zijn collega Wiesler is Grubitz een apolitieke, cynische en gewetenloze carrièrezoeker; hét persoonlijkheidstype bij uitstek waardoor het DDR-regime overeind kon blijven. 17 BRUNO HEMPF (THOMAS THIEME) Als Minister van Cultuur en lid van het Centrale Comite is hij een machtige man. Zijn motief om Dreyman te ‘pakken’ is niet zozeer politiek dan wel persoonlijk. Hij begeert de actrice Christa-Maria Sieland, de partner van Georg Dreyman, en wil kost wat kost zijn rivaal uitschakelen. Hempf is het type politicus die zijn macht enkel gebruikt in zijn persoonlijke voordeel. Hoewel Bruno Hempf, Anton Grubitz en Gerd Wiesler alle drie overtuigd zijn van de noodzaak tot doorlichting van Georg Dreyman hebben ze toch elk een ander motief. Gerd Wiesler is de enige met een zuiver politiek-ideologisch motief. Hij gelooft in de noodzaak van het socialistische systeem. Hij wil kost wat kost alle vijanden van het systeem uitschakelen. Anton Grubitz is als gewetensloze carrièrejager enkel geïnteresseerd in de promotie die hem beloofd is indien hij Dreyman iets ten laste kan leggen. Bruno Hemp is de gewetensloze politicus. Zijn politiek is niet doordrongen van ideologie maar van persoonlijke belangen; in dit geval de begeerte voor de actrice ChristaMaria Sieland. Seksuele begeerte is zijn motief om zijn concurrent Dreyman uit te schakelen. VRAGEN: Over de acteerprestaties ➡ Wat vond je van de acteerprestaties? Waren ze allemaal goed of sprong er iemand uit? ➡ Som de belangrijkste personages op. Kan je in het kort iets vertellen over elk personage? ➡ Voor welk personage kan je sympathie opbrengen? (waarom wel/ niet?) ➡ Met wie zou je jezelf vergelijken? (Op wie lijk je het meest en waarom?) ➡ Vind je dat de personages realistisch en geloofwaardig worden voorgesteld? ➡ Vind je dat er een of meerdere personages sterker of zwakker zijn uitgewerkt? ➡ Is je mening over de personages veranderd naar het einde van de film toe? Zo ja, welk personage bekeek je anders en waarom denk je? ➡ Welke rol in de film leek je moeilijk om te spelen? Over de personages ➡ Wanneer begint Wiesler voor het eerst te twijfelen aan z’n opdracht? ➡ Hoe komt Dreyman erachter dat zijn vriendin een affaire heeft met Hempf? ➡ Hoe merk je dat Christa-Maria zich schuldig voelt? ➡ Zowel Dreyman als Wiesler veranderen in de loop van het verhaal. Wat is de aanleiding? ➡ Op welk moment vindt bij Wiesler de innerlijke ommekeer plaats, een ommekeer even groot als de val van de Berlijnse muur? Hoe toont de regisseur dit? ➡ Aan welke acties van Wiesler merken we dat hij veranderd is, dat hij geen koele Stasiagent meer is? ➡ Christa Maria Sieland verkoopt zich uiteindelijk voor de kunst. Wat wordt daarmee bedoeld? 18 DE BELANGRIJKSTE VERHAALLIJNEN VERTELSTRUCTUUR Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van de schrijver Georg Dreyman en de Stasi-agent Wiesler die vanop afstand het leven van de kunstenaar en zijn vrienden (de ‘anderen’ dus) observeert. Chronologisch wordt er een boog gemaakt van de DDR in de jaren ’80 (1984) tot aan de eenwording van Duitsland in 1991. Het verhaal speelt zich af in 1984-1985. Het eerste verhaal (de introductie) toont de praktijken van Stasi, en leert ons Wiesler kennen zoals hij was als koele Stasi-agent. Het tweede verhaal begint na de aankondiging van de titel ‘Das leben der anderen’, waarin Dreyman wordt afgeluisterd. Wiesler evolueert van koele luistervink naar een mens met emoties. Het derde deel, wordt ingeleid met de insert “twee jaar later”, is de epiloog waarin Dreyman de waarheid te weten komt, en zijn boek “Sonate voor een goed mens” schrijft en opdraagt aan Wiesler. De scenarist-regisseur toont in DAS LEBEN DER ANDEREN hoe verstikkend en beangstigend het leven was in de DDR, een Big Brother-huis als het ware vol met Stasi-agenten. Hij toont in de eerste plaats het politieke repressieve klimaat van de jaren ’80. Vervolgens toont hij hoe dat systeem persoonlijke relaties verziekte, hoe het wantrouwen veroorzaakte tegenover buren, vrienden, familie, partners... 19 INTRODUCTIE EPILOOG Net als bij een documentaire krijgen we eerst een tekstfragment te zien waarin nuttige informatie wordt verschaft over de periode en het politieke klimaat waarin het verhaal zich afspeelt. Dit wordt een ‘insert’ genoemd. In DAS LEBEN DER ANDEREN vertelt een eerste insert ons dat 100.000 Stasi-ambtenaren en 200.000 informanten ervoor zorgden dat de staat ‘alles wist’ om zo tijdig staatsvijandige elementen op te sporen om ze te kunnen uitschakelen. Het eigenlijke verhaal eindigt met het bericht op de radio van de val van de Berlijnse Muur. Wiesler en de anderen verlaten het gebouw. Nadien verschijnt de insert “twee jaar later”. We zien Dreyman terug in het theater tijdens een nieuwe opvoering van zijn stuk. Hij ontmoet er Bruno Hempf en komt te weten dat hij al die tijd werd afgeluisterd. Dreyman gaat naar het voormalige DDR-archief en komt tot de ontdekking dat hij gered werd door Stasi-agent HGW xx/7 en dat Christa-Maria hem verraden heeft. Dreyman zoekt naam en adres op van de Stasi-agent en gaat hem opzoeken, maar keert zonder hem aan te spreken terug naar huis. Hij schrijft een boek ‘Sonate van een goed mens’ en draagt het op aan xx/7. De allerlaatste scène komt luchtig over maar zit vol betekenis en overdekt bijna de hele film. In de boekhandel vraagt de verkoper aan Wiesler:“Is het een geschenk?” Waarop Wiesler antwoordt: “Neen, het is voor mij…” In de introductiescène leren we Gerd Wiesler kennen als docent verhoortechnieken aan een hogeschool van de MFS. Wiesler is een keiharde ondervrager die kost wat kost achter de gewenste informatie zal komen. We komen te weten hoe ze ‘verdachten’ onder druk zetten en via een systeem van verklikken de zogenaamde vijanden van het systeem uitschakelen. Alles wordt genoteerd; iedereen die ook maar één kritische opmerking maakt, wordt in het oog gehouden. Tijdens de introductiescène zien we Grubitz. Hij nodigt Wiesler uit voor de première van het stuk van Dreyman. Grubitz wil er vooral heen omdat de minister van cultuur er zal zijn en dat is belangrijk voor z’n verdere carrière. VRAGEN: ➡ Hoe komen Gerd Wielser en Anton Grubitz in de introductiescène over? Kun je sympathie voor hen opbrengen? ➡ Wat zijn de technieken die de Stasi gebruiken? Bespreek de ondervragingscène. HET EIGENLIJKE VERHAAL DREYMAN‐WIESLER VERKLARING VAN DE TITEL Het eigenlijke verhaal begint wanneer de filmtitel verschijnt ‘Das Leben der Anderen’. De titel verschijnt op het gepaste moment en heeft een dubbele betekenis: - Wiesler zal op dat moment het leven van anderen gaan uitpluizen en beïnvloeden. - Theater gaat over het leven van anderen, dat is de essentie van acteren. Dreyman verplaatst zich als schrijver in het leven van zijn roman en zijn theaterpersonages en Christa-Maria verplaatst zich als actrice in het leven van een personage. VRAGEN: ➡ Wat is het verschil tussen de manier waarop Wiesler en Dreyman/Christa Maria zich in andermans leven verplaatsen? ➡ Op welke manier pluist Dreyman het leven van Wiesler uit? 20 ➡ ➡ ➡ ➡ Welke belangrijke informatie komt Dreyman tijdens het inkijken van z’n dossier te weten? Vind je het terecht dat Dreyman zijn boek aan Wiesler opdraagt? Waar verwijst de titel van het boek naar? Hoe kijk je naar de personages, nu je het hele verhaal kent? FOCUS OP... REGIE Naast het schrijven van het scenario is Florian Henckel von Donnersmarck vooral ook regisseur van DAS LEBEN DER ANDEREN. “Het regisseren zelf is een heel gevarieerd werk en houdt enorm veel verschillende aspecten in; zoals het kader of de positionering van de camera, het sturen en begeleiden van de acteurs, richtlijnen geven i.v.m. hun kledij, het bepalen van de decors, de verlichting, het gebruik van de muziek, beslissen welke shots het best zijn en de wijze waarop deze shots gemonteerd moeten worden…” Enkele van deze aspecten die door de regisseur nauw werden overwogen en die tevens bepalend zijn voor de toon van de film, worden hieronder belicht. De kledij van Gerd Wiesler Wanneer Wiesler aan het werk is, draagt hij een dienstkostuum. Net als alle andere Stasi-agenten draagt hij uitsluitend grijze tinten. Als we het Stasi-team samen zien, valt de grauwheid van hun kledij onmiddellijk op. Z’n kledij ziet er degelijk en duurzaam uit: een nauw aansluitende jas in waterdichte stof, bedrukt met stiksels en een hoogopstaande kraag. Wiesler lijkt gevangen te zitten in een harnas. De kledij dient hem te beschermen tegen de buitenwereld, maar het belet anderen om met hem te communiceren, net alsof hij een pantser draagt. Zijn verschijning staat in fel contrast met die van het Dreyman-koppel. Dreyman en de andere kunstenaars zijn veel individueler gekleed, non-conformistisch en creatiever. Je kan van hun uiterlijk afleiden tot welk milieu ze behoren (het artistieke, alternatieve milieu). 21 Een zelfverzekerde minister De keuze van de acteur die het personage van minister Hempf moest vertolken gebeurde niet zomaar. Zijn lichaamsbouw moest fel contrasteren met die van Dreyman of met de slanke lijn van Wiesler. (Kolonel Grubitz bevindt zich tussen beiden, aangezien het lichaamsgewicht evenredig toeneemt met de sociale status...). Zwaarlijvigheid staat echter niet synoniem met lompheid, maar het geeft hem daarentegen wel een vorm van brute en dierlijke macht. Dit kwam vooral tot uiting tijdens de receptie wanneer hij onbeschoft naar de micro grijpt, en ook tijdens de scène wanneer hij Christa verplicht om in de auto te stappen. Zijn verschijning vertelt ook iets over z’n zelfzekerheid die hij wil uitstralen. Ook typerend: tijdens een discussie met Dreyman op de receptie grijpt hij gulzig naar de koekjes die hem voorgeschoteld worden. Dreyman vraagt hem of er nog hoop is voor z’n vriend Jerska: met volle mond antwoordt Hempf hierop ironisch: “Zolang er leven is, is er hoop.” Een ‘voorzichtige’ agent Wiesler Punctueel, gereserveerd, zelfbeheerst, kil, bescheiden…Met deze kenmerken kan je zonder twijfel de persoon Wiesler beschrijven. Wellicht is ‘voorzichtigheid’ het begrip dat het meest bij deze geheimzinnige agent past, die blijkbaar nooit zal laten uitschijnen wat hij echt denkt of voelt. Zijn overste, kolonel Grubitz, is eveneens heel voorzichtig als hij met minister Hempf praat. Op andere momenten zie je hem veel meer op z’n gemak, z’n sigaar rokend, en laat zich leiden door ofwel z’n goed ofwel z’n slecht humeur, met veel grote gebaren. De houdingen van Wiesler daarentegen worden voortdurend afgewogen met een extreme precisie en een grote zuinigheid, zelf ten opzichte van z’n onderdanen. We betrappen hem amper op een 2- à 3-tal ongecontroleerde momenten: de tranen die hem ontsnappen tijdens het luisteren naar “De sonate van een goed mens” of z’n hand die naar z’n koptelefoon grijpt wanneer er een champagnefles wordt ontkurkt en tenslotte zien we hem onbewust zijn vuist spannen wanneer hij wordt gebeld door Grübitz en hem onhandig antwoord geeft op het artikel dat in der Spiegel is verschenen. Tijdens de andere momenten mist z’n gelaatsuitdrukking voortdurend iedere vorm van beweging en houdt hij z’n armen stijf naast z’n lichaam. Wieslers voortdurende onbeweeglijkheid staat in fel contrast met de expressieve bewegingen van de andere personages. Het decor Hoewel de film in 2006 werd gedraaid, krijgen we een authentiek beeld te zien van hoe het voormalige Oost-Berlijn eruitzag. De decors van de DDR werden minutieus gereconstrueerd. En een belangrijk deel van de film werd opgenomen in de voormalige gebouwen van het MSF (Ministerie van Staatsaangelegendheden) in de Normannenstrasse. Het appartement van Wiesler werd ingericht in de typische stijl, enerzijds modernistisch maar anderzijds heel goedkoop uitziend. Zijn flat is louter functioneel ingericht: geen enkele luxe, enkel wat een vrijgezel nodig heeft. Trouw aan de socialistische ideologie veroorlooft hij zich geen luxe of overbodige zaken. Het licht is er koel en functioneel. De reconstructie werd eveneens heel sober gehouden en te veelvuldige assescoires uit die tijd werden vermeden. In fel contrast staat de flat van Georg en Christa-Maria: het appartement is creatief ingericht, vazen, portretten, foto’s enz. fleuren het appartement op, en uiteraard massa’s foto’s en een platenspeler (idem bij Hauser en Jerska). Het licht is er warm en straalt gezelligheid uit. Het kleurgebruik DAS LEBEN DER ANDEREN wordt gedomineerd door een groen-grijs, dat we terugvinden in de uniformen van de agenten, de lokalen van Stasigebouwen en in de zolder waar Wiesler Dreyman bespioneert. De 22 andere kleur die domineert, is een bruin-oranje dat opvalt in het appartement van Dreyman en eveneens in de kledij van Georg en Christa-Maria. We vinden er geen enkele levendige kleur terug met uitzondering van het rode lint in de typmachine van Dreyman (hetzelfde kleur dat we terugvinden in z’n pamflet). De lichtinval van een aanhoudende bewolkte lucht en van een zuinig elektrisch licht draagt bij tot een duistere sfeer. Het spionageplan Wiesler tekent op de houten zoldervloer de indeling van Dreymans appartement. Opvallend zijn de afmetingen van het grondplan, want die stemmen volledig overeen met de ware grootte van die van het appartement. Deze overdreven grote afmetingen (een eenvoudig plan op papier zou ook volstaan) symboliseert het waanzinnige van deze spionageopdracht die alles tracht te weten te komen van de mensen, van hun leven en hun meest intieme gedachten. De ontrouw Georg werd gealarmeerd door de deurbel die kapitein Wiesler met opzet heeft ingeschakeld. Zo ontdekt hij dat Christa een affaire heeft. Dreyman verstopt zich naast de deur (links in beeld), en Christa loopt hem voorbij zonder hem op te merken. Dit werd zo in scène gezet om een onhandige mondelinge situatie te vervangen: wat zou Georg op zo’n moment moeten zeggen? De regisseur maakt hiervoor gebruik van een heel sterk visueel beeld: de positie van de personages symboliseert hun nabijheid maar ook de kloof die hen van elkaar scheidt. Op het einde van de film herhaalt deze scène zich: kapitein Wiesler verstopt zich naast de deur wanneer Georg binnenkomt. Wiesler houdt de typmachine stevig in z’n handen vast. Het afluisteren Wanneer Christa in bed ligt, vraagt ze Georg om haar in z’n armen te nemen. Hij doet dit en gaat naast haar liggen en neemt zo diagonaal het beeld in (van links onder naar rechtsboven). Onmiddellijk erna zien we Wiesler met gesloten ogen naar links hellend op z’n stoel, een gelijkaardige houding die Georg op dat moment aanneemt. Zoals de regisseur het beeld heeft gekaderd van links, met de lege ruimte (rechts van het scherm) lijkt hij de plaats van Christa te willen aanduiden, weliswaar leeg. De ontmoeting Voor de eerste keer komt Wiesler Christa tegemoet (dit in tegenstrijd met wat z’n missie inhoudt). Het is een erg ambigue situatie en de dialogen spelen hierbij een belangrijke rol. Eén detail springt meteen in het oog: Christa’s zonnebril. Het is een grote zonnebril met lichtjes gefumeerde glazen, daterend uit de jaren ‘70. De zonnebril lijkt wat ongepast - het is nacht - en zelfs wat belachelijk, want haar persoonlijkheid lijkt hierdoor enorm uitvergroot. De zonnebril vertelt eveneens iets over Christa’s labiliteit, die zich wil verbergen voor de buitenwereld (en zonder twijfel ook haar tranen), maar de bril verraadt haar. FICHE VOOR DE LEERLINGEN Op de volgende pagina is een fiche voor de leerlingen toegevoegd. Daarop staan een aantal trefwoorden, citaten en vragen die met de film te maken hebben. Deze vormen een leidraad voor de leerlingen tijdens de verwerking. 23 FICHE VOOR DE LEERLINGEN 3 kunstenaars: Hoe gaan zij om met het repressief DDR-regime ? Oscar voor beste niet-Engelstalige film BRD (West-Duitsland)DDR (Oost-Duitsland) ‘Sonate van een goed mens’ Welke betekenis geef je aan de ‘sonate van een goed mens’ bij Wiesler, Jerska en Dreyman? De Berlijnse Muur Christa-Maria Sieland Hoe zou je haar persoonlijkheid omschrijven? Stasi “Is het een geschenk?” “Neen, het is voor mij.” Wiesler, Grubitz en Hempf zien de noodzaak ervan in om Georg Dreyman door te lichten. Toch hebben ze elk een ander motief hiervoor. Bespreek het motief van elk personage. Wij horen graag je reactie over deze film. Laat die achter op: www.lesseninhetdonker.be (selecteer de film op de homepage). Surftip: http://www.daslebenderanderen.nl/