GOEDGEKEURD STREEKCHARTER WESTHOEK DE VIRTUELE CYCLUS TUSSEN HERNIEUWDE ECONOMISCHE DYNAMIEK, KWALITEIT VAN WOON- EEN LEEFOMGEVING EN DE DOORBRAAK VAN DE KENNISECONOMIE december 2002 Streekplatform Westhoek vzw [ VOORWOORD ] Werk maken van een bewogen Westhoek "De Westhoek wenst een sociaal-economische ontwikkeling te realiseren met behoud van zijn troeven als plattelandsgebied (toerisme, landbouw en recreatie) en zijn ruimtelijke en ecologische kwaliteiten (open ruimte, aantrekkelijk landschap, geconcentreerde bebouwing en industrie)". Dit is én blijft de ambitieuze missie die het Streekplatform Westhoek zichzelf sinds zijn oprichting heeft toegemeten. Na de voorstelling van de ontwerp-beleidsvisie (dec. 1998) en het ontwerp-streekcharter (dec. 2000) zijn wij fier u het definitief streekcharter voor de Westhoek aan te bieden. Dit streekcharter werd enerzijds door de leden van de Raad van Beheer van het Streekplatform Westhoek vzw unaniem goedgekeurd en anderzijds ondertekend door de bevoegde Vlaamse ministers. Het werd tevens aan de achttien gemeenteraden van de Westhoekgemeenten en de provincieraad van West-Vlaanderen voorgelegd en goedgekeurd. Het is meer geworden dan enkel een socio-economische visie. Een ruime en integrerende kijk is immers het uitgangspunt voor de verdere kwaliteitsvolle ontwikkeling van de Westhoek. Vanuit deze visie werden dan ook een belangrijk aantal hefboomprojecten geformuleerd. Deze hefboomprojecten zullen de Westhoek ongetwijfeld nieuwe kansen bieden voor een verder socio-economische ontplooiing. Het document dat nu aan u voorligt is het levende bewijs van wat kan bereikt worden met een goed geïntegreerde werking van de diverse structuren die actief zijn in en voor de Westhoek. De aanwezigheid en/of vertegenwoordiging van de meeste actoren van de Westhoek in het ‘Streekhuis Esenkasteel’ en hun onderlinge positieve samenwerking enerzijds, de representatieve samenstelling van de Raad van Beheer van het Streekplatform Westhoek anderzijds, ligt aan de basis van dit streekcharter. De uitdaging voor het Streekplatform Westhoek vzw bestaat erin om alle beleidslijnen en hefboomprojecten mee te helpen realiseren met alle partners uit de Westhoek. Een boeiende uitdaging voor het Streekplatform én de Westhoek! Jan Durnez en Freddy Laplace Ondervoorzitters Streekplatform Westhoek vzw Diksmuide, 9/12/2002. [ INLEIDING ] Tussen de Vlaamse regering en de vzw Streekplatform Westhoek werd op 28 juni 2002 het streekcharter voor de Westhoek ondertekend. Dit charter is het sluitstuk van de visie en de voorstellen die geformuleerd werden in de laatste jaren. Deze visie en voorstellen zijn tot stand gekomen na een sociaal-economische analyse van de streek en na breed overleg tussen de ‘levende krachten’ werkzaam binnen de streek. Dit streekcharter vormt een gemeenschappelijke intentieverklaring tussen beide partijen. Ten aanzien van de Vlaamse regering heeft dit charter een belangrijke beleidsvoorbereidende functie, die evenwel in niets de bestaande of toekomstige wettelijke en decretale bepalingen, onder meer inzake budgettaire organisatie of bevoegdheidsverdeling binnen de Vlaamse regering, vermindert of evenmin juridisch afdwingbare rechten creëert, het vormt m.a.w. een moreel engagement. Het eerste deel van dit document bevat een samenvatting van de socio-economische visie die aan de basis ligt van het streekcharter. In een tweede deel wordt een overzicht gegeven van de strategische hefboomacties waarvan de Vlaamse regering akte heeft genomen. Het zal u onmiddellijk duidelijk worden dat we niet gewacht hebben op de ondertekening door de Vlaamse regering om reeds van start te gaan met de uitwerking van sommige projecten. Een aantal projecten staan in de startblokken, andere zijn in volle uitwerking, terwijl nog andere zelfs reeds gerealiseerd zijn. DE SOCIO-ECONOMISCHE VISIE VAN DE WESTHOEK De globale visie kunnen we als volgt formuleren: De Westhoek wenst een sociaal-economische ontwikkeling te realiseren met behoud van zijn troeven als plattelandsgebied (toerisme, landbouw en recreatie) en zijn ruimtelijke en ecologische kwaliteiten (open ruimte, aantrekkelijk landschap, geconcentreerde bebouwing en industrie) Dit algemeen ontwikkelingsperspectief is uitgewerkt in een aantal deelvisies, opgesplitst per beleidsdomein: De ruimtelijk-economische visie RUIMTELIJK-ECONOMISCHE POSITIONERING De mogelijkheden die een verschuiving van een grensregio in de Belgische context naar een centrale ligging in de Europese markt met zich meebrengt, wil de streek aangrijpen om haar economische ontwikkeling te bevorderen. De Westhoek wil zich dan ook ontwikkelen tot een flankerend gebied voor de vier regionaalstedelijke gebieden in West-Vlaanderen (Oostende, Brugge, Roeselare en Kortrijk), voor de Vlaamse Ruit (Antwerpen-Brussel-Leuven-Gent) en voor de grensoverschrijdende metropool Lille en de regio van Dunkerque. Om interactie met de Vlaamse Ruit te verkrijgen is de optimalisatie van het goederen-, personen- en informatieverkeer met deze Ruit heel belangrijk. Naar de Metropool van Lille toe wil de Westhoek optreden als verstrekker van specifieke dienstverlening. Er dient dus werk te worden gemaakt van de ontwikkeling van hoogwaardige locaties voor dienstverlenende bedrijven met een vlotte ontsluiting en gesteund door een bewuste inplantingsstrategie. Tenslotte opent de A18 verbinding met de havens Dunkerque en Calais eveneens een aantal economische ontwikkelingsmogelijkheden voor dienstverlenende en toeleverende bedrijven. RUIMTE OM KWALITEITSVOL TE ONDERNEMEN Om de economische dynamiek van de Westhoek te ondersteunen is er in de zeven economische knooppunten op korte termijn nood aan bijkomende bedrijventerreinen. Voorwaarde evenwel hierbij is dat de nieuwe zones maximaal aansluiten bij de bestaande terreinen en speciaal oog hebben voor mobiliteit, milieu, kwaliteit en inpasbaarheid in het landschap. Een goede landschappelijke integratie, aandacht voor de architectuur in de relatie tot de omgeving en een duurzame inrichting en beheer van de terreinen zijn dan ook noodzakelijke voorwaarden. Er moeten manieren gezocht worden om ruimtebesparend te werken: werken in de hoogte op bedrijventerreinen, delen van parkings, oprichten van bedrijfsverzamelgebouwen, inventarisering en herverdeling van overtollige grond … De inplanting van nieuwe gebouwen of uitbreiding van bestaande gebouwen voor agro-industrie gebeurt op voorwaarde dat de ruimtelijke draagkracht dat toelaat. Voor de andere bedrijven moeten er in de Westhoek specifieke bedrijventerreinen voor agro-industrie voorzien worden. Leegstaande hoevegebouwen kunnen gebruikt worden voor nieuwe landbouwactiviteiten, voor woonfuncties, plattelandstoerisme en para-agrarische bedrijven. Ook hier kan door kwaliteitsvolle relatie met de omgeving en het landschap een belangrijke meerwaarde worden gecreëerd. Bedrijfseconomische visie Opdat bedrijven zich verder zouden kunnen professionaliseren is er nood aan ondersteuning op vlak van milieubeleid, bedrijfs(investerings)strategie, vestiging- en uitbreidingspolitiek, marketing, promotie, export en netwerkvorming. Dit kan gebeuren via individuele bedrijfsbegeleiding en –ondersteuning, het dienstenpakket van bedrijvencentra, clusterbenadering …. Visie inzake arbeidsmarkt De Westhoek kent een lage werkloosheidsgraad. Men kan zelfs spreken van een schaarste op de arbeidsmarkt. Daartegenover staat dat de restgroep werklozen zeer moeilijk te integreren is in het reguliere circuit. Voor sommigen moet een plaats gevonden worden via de juiste sociale tewerkstellingsprojecten (buurt- en dorpsdiensten, onderhoud natuur en landschap, bemanning van een centraal telefoonnummer voor het openbaar vervoer, regionale projecten wonen en werken …). Wat de oprichting van de werkwinkels in de Westhoek betreft, moet vooral rekening gehouden worden met de eigenheid van het platteland. Voor de beide functies van de werkwinkel, nl. dienstverlening en dienstenwerkgelegenheid, is een goede samenwerking nodig tussen de gemeenten van de Westhoek en de VDAB. Een overkoepelend orgaan op Westhoekniveau kan de verschillende werkwinkels bundelen zodat een gemeenschappelijk arbeidsmarktbeleid voor een plattelandsregio tot stand komt. Om het tekort aan geschoolde arbeidskrachten op te vangen moet gewerkt worden aan een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. De aansluiting van opleidingen aangeboden door het regulier onderwijs en het volwassenonderwijs moet in directe communicatie gebeuren met het bedrijfsleven. De samenhang tussen opleidingsverstrekkers en bedrijfswereld moet versterkt worden. Momenteel zijn er verschillende databanken die het aanbod van opleidings- en tewerkstellingsprojecten in kaart brengen. De versnippering in educatieve kaarten maakt het aanbod niet direct toegankelijk voor de werkloze en/of trajectbegeleider. Daarom moet werk gemaakt worden van een overkoepelende databank van opleidings- en tewerkstellingsprojecten. Met www.leergids.be is daartoe een eerste aanzet gegeven. Tenslotte kan het tekort aan arbeidskrachten gecompenseerd worden met de hoge werkloosheidsgraad in Frankrijk. Wel moet dan gezocht worden naar oplossingen voor de taal- en pendelproblemen die daarmee gepaard gaan. Visie inzake mobiliteit en ontsluiting Zoals hierboven reeds vermeld, gaat de visie van de streek ook op mobiliteitsvlak uit van goede verbindingen met de vier regionaalstedelijke gebieden in West-Vlaanderen, de Vlaamse Ruit, de metropool Lille en Dunkerque. Hierbij zal wel gezocht moeten worden naar een evenwicht tussen bereikbaarheid en leefbaarheid voor de inwoner en de bezoeker door het invoeren van verkeerscirculatieplannen in steden, dorpen en recreatieve zones. Bij het opmaken van een mobiliteitsstudie door de gemeenten is een samenwerking tussen buurgemeenten noodzakelijk. Hierbij kan een mobiliteitsambtenaar voor de Westhoek helpen. Wegeninfrastructuur: de streek wil dringend een vlottere verbinding Ieper-Westkust omwille van de verkeersleefbaarheid in de verschillende dorpen en gans het gebied. Dit zal ook de economische ontwikkeling van de Westhoek ten goede komen. Deze verbinding moet rekening houden met diverse natuurgebieden en beschermde landschappen in deze streek. Wat de verbinding Ieper-PoperingeCalicannes-A25 betreft, moet deze weg uitgerust worden als een primaire weg van tweede categorie. Openbaar vervoer: een centraal telefoonnummer, waar alle vragen inzake mobiliteit gesteld kunnen worden, is noodzakelijk om aan de gebruiker tegemoet te komen. Een aantal treinverbindingen kunnen zowel op kwantitatief als op kwalitatief vlak verbeterd worden (Ieper-Kortrijk-Lille, Lille-Comines-Komen, Lijn 73 als alternatieve spoorverbinding tussen het Ruhrgebied-Antwerpen-Gent-Lichtervelde-Adinkerke-Dunkerque-Calais en Londen). Omdat er binnen de Westhoek geen noord-zuidverbindingen zijn via het spoor moeten deze gerealiseerd worden via het busvervoer. Er moet gezocht worden naar een aantal goed functionerende rechtstreekse verbindingen die samengaan met ontsluitende belbussen. Fietsvervoer: een overzichtelijk en kwaliteitsvol ontwikkeld fietsnetwerk binnen de Westhoek is noodzakelijk om zowel recreatief fietsvervoer als het woon-werk- en woon-schoolverkeer uit te bouwen. Men is reeds volop bezig met de uitbouw van het toeristisch fietsnetwerk dat, enkel waar mogelijk en zinvol, kan samenvallen met het utilitaire. Visie inzake toerisme en recreatie De streek maakt een onderscheid tussen het grootschalig toerisme aan de Westkust en het kleinschalig toerisme in landelijk gebied: DE WESTKUST (DE PANNE-KOKSIJDE-NIEUWPOORT) De Vlaamse kust moet haar aantrekkingskracht versterken door verhoging van de kwaliteit in het ondernemerschap en de renovatie van de kustgemeenten. Hierin wordt de verbetering van het toeristisch basisproduct voorzien, de verbetering van de toeristische infrastructuur, de verbetering van de communicatie- en promotieactiviteiten (op promotioneel vlak wordt gekozen voor een gerichte benadering van de belangrijkste doelgroepen, waarbij vooral Duitsers en Nederlanders worden aangesproken). DE LANDELIJKE WESTHOEK Een gecoördineerde aanpak van het Westhoektoerisme veronderstelt het structureren en ontwikkelen van attractiepunten op drie niveaus: Primaire regionale hefboomprojecten in het centrum of aan de rand van de centrumsteden: In Flanders Fields, Westoria, Bellewaerde. Secundair regionale hefboomprojecten in stedelijke kernen of dorpskernen. Hier mikt men op een bezoekersaantal van 15.000 tot 20.000. Deze projecten worden fysisch verbonden met de primaire projecten via routestructuren. Goede spreiding in de regio is noodzakelijk. Kleinschalige attractiepunten die de eigenheid van de Westhoek mee helpen bepalen (aanpassen van waardevolle gebouwen in de open ruimte tot kleinschalige attractiepunten). Binnen de voorgestelde toeristisch-recreatieve ontwikkelingen moeten de randvoorwaarden vanuit de sector natuur, milieu, landschap en cultureel erfgoed gesteund worden. Structureel overleg tussen de verschillende sectoren is noodzakelijk. Vlaanderen, Groot-Brittannië, Zuid-Nederland en Noord-Frankrijk zijn prioritaire markten die moeten aangeboord worden. Noord-Frankrijk is uiteraard belangrijk in het kader van het ééndagstoerisme. Visie inzake landbouw Om de landbouw in de Westhoek economisch leefbaar te houden moeten de lonende activiteiten met toekomstperspectief in de streek geconsolideerd en verbeterd worden. Dit kan onder meer door reconversie naar tuinbouw op de gronden die zich hiertoe lenen, door functieverbreding en door het verder denken dan enkel aan voedselvoorziening. Bij reconversiebewegingen moet de nodige aandacht besteed worden aan risico’s op marktverzadiging, contingentering van de productie, behoefte aan gespecialiseerde kennis/ervaring en de belangrijkheid van de uit te voeren investeringen. De afzet, marktorganisatie en het bereiken van een prijsniveau en –stabiliteit dat voldoende rendabiliteit waarborgt, is belangrijk. 7 Ook de bodemgesteldheid speelt een belangrijke rol. De bodem van de Westhoek is vooral geschikt voor extensieve groenteteelt. Dit is het geval voor het zandleemgebied. Voor de Polders is reconversie moeilijker en moet gezocht worden naar alternatieven voor de klassieke akkerbouwteelten. Functieverbreding kan gestalte krijgen in de inschakeling van de landbouwer in plattelandsvernieuwing. Voorbeelden zijn: hoevetoerisme, verwerking en verkoop van hoeveproducten, zorgboerderijen, initiatieven i.v.m. landbouweducatie,… Binnen de diversificatie van het landbouwersinkomen zijn er daarnaast ook mogelijkheden voor natuurbehoud en –vernieuwing. Indien men via convenants onderhouds- en controleactiviteiten over natuurgebieden en bossen overlaat aan landbouwers, dan wordt het natuurbeheer automatisch een instrument om de leefbaarheid van de landbouw in de Westhoek mede te helpen verzekeren. Visie inzake natuur, bos, landschap en water NATUUR, BOS, LANDSCHAP Ecologisch en landschappelijk zijn er in de Westhoek volgende prioritaire gebieden: de Kust, de IJzervallei en de Polders, de West-Vlaamse Heuvels, de waardevolle bosgordel van West-Vleteren tot Watou, de omgeving van Houthulst en Koekelare en het zuidoosten van Ieper-Zonnebeke. In deze gebieden schept de ruimtelijke ordening ruimte voor bos en natuur en legt ze randvoorwaarden op aan de verschillende sectoren. Grotere aandacht moet gaan naar de wisselwerking tussen de beleidssectoren natuur, bos en landschap. Dit vraagt om een gemeenschappelijke visie op het niveau van landschappelijk en ecologisch waardevolle entiteiten. 8 Op basis van de huidige en potentiële waarden moeten ontwikkelingsscenario’s worden uitgeschreven, die getoetst worden aan de maatschappelijke ontwikkelingen en telkens zoeken naar de toeristisch-recreatieve meekoppeling. De gekozen ontwikkelingsscenario’s worden nadien vertaald in een concreet meerjarenplan. WATER Voldoende en zuiver water is een belangrijke voorwaarde voor de verdere ontwikkeling van de Westhoek. De huidige bekkenwerking moet geëvalueerd en bijgestuurd worden met een duidelijke plaats voor de lokale besturen in de besluitvorming en een grotere ondersteuning en samenwerking van de lokale besturen bij het beheer van hun waterlopen. De gemeenten zullen moeten instaan voor de bouw en het beheer van de waterzuiveringsinstallaties van hun kleine kernen. Van het Vlaamse Gewest wordt een grotere bijdrage en ondersteuning gevraagd. Voor de bewoners in het buitengebied die individueel moeten instaan voor de zuivering wordt van het Vlaamse Gewest een duidelijker kader verwacht. Naast de planning van de noodzakelijke waterzuiveringsinfrastructuur, moet het zelfzuiverend vermogen van de waterlopen opgevoerd worden. Wat de watervoorziening betreft, vraagt de drink- en proceswatervoorziening uit oppervlakte- en grondwater om een afweging met andere sectoren en zorg voor de zuiverheid van het water. De watervoorziening voor land- en tuinbouw is heel belangrijk, alsook de noodzaak aan voldoende zuiver water voor het handhaven en ontwikkelen van kwetsbare natuur. Tenslotte moet het aanslibben van waterlopen voorkomen worden en moet er voldoende veiligheid ingebouwd worden tegen overstromingen. Visie inzake wonen Omdat open ruimte en groen een schaars goed worden in Vlaanderen, wordt het wonen op het platteland door een groeiende groep mensen als attractief beschouwd. Daardoor trekken plattelandskernen nieuwe inwonerstypes aan. Deze trends leiden tot verschillende dorpstypes: - dynamisch door aantrekkelijkheid: sterke positie op de woningmarkt door aantrekkelijke elementen als authenticiteit, karaktervolle woningen, mooie omgeving, nauwelijks leegstand; - dynamisch door mogelijkheden: vrij recente woningbouw, groeiend aantal jonge gezinnen, veilige woonomgeving en goede ligging in de buurt van de stedelijke centra; - oude centra: ooit knooppunten die hun centrale functie verloren hebben, leegstand, slechte woningvoorraad, het geheel oogt niet altijd aantrekkelijk; - kleine kernen: vaak kleine landbouwdorpjes zonder sterk punt of met handicaps die hun aantrekkelijkheid belemmeren: verkeersoverlast, slechte kwaliteit woningvoorraad of onverzorgdheid. Mits een benadering via schaaldifferentiatie is het duidelijk dat er op vlak van wonen nog wat mogelijkheden zijn voor de woonfunctie in de Westhoek. Een doorgedreven woonbeleid en het tegengaan van de verdere daling van de kwaliteit dringen zich hierbij op. Strategische actiedomeinen op vlak van wonen zijn: - nieuwe woningen concentreren in de kernen. Bijzondere aandacht moet hierbij besteed worden aan vernieuwbouw en functiewijziging van grotere gebouwencomplexen die in onbruik zijn geraakt; - de voorraad sociale woningen kan uitgebreid worden via het inschakelen van sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren. Ook kleinere dorpskernen moeten in dit proces betrokken worden; - overheidsmiddelen voor huisvesting kunnen aangewend worden voor een gemeenschappelijk investeringsproject voor de streek met een verdeling over de gemeenten en partners. Een afbakening van bijzondere gebieden kan middelen mobiliseren, aangezien de wetgever bij prioriteit meer in deze gebieden investeert; - dorpskernvernieuwing, vormkwaliteit en omgevingszorg dragen bij tot een verbetering van het uitzicht en de aantrekkelijkheid van de woondorpen. Kwaliteit op het architecturale vlak en een voortdurende aandacht voor de integratie in de historische en landschappelijke context van de dorpen zijn hierbij van groot belang. In de steden van de Westhoek is het belangrijk dat middelen en creativiteit worden samengebracht om grotere terreinen en vroegere gebouwencomplexen op een kwaliteitsvolle manier te herbestemmen. Visie inzake leefbaarheid plattelandsgemeenten De voortgaande integratie van plattelandsgebieden in de Europese samenleving brengt een verschuiving met zich mee van productieve naar consumptieve functies. Daarbij spelen rust, ruimte en groen een belangrijke rol. Dit heeft belangrijke gevolgen voor de streekstrategie. VOORZIENINGENBELEID De voorzieningenproblematiek spitst zich in hoofdzaak toe op vervoersafhankelijkheden (cfr. Mobiliteit) en op dorpen die op vrij grote afstand liggen van de basisvoorzieningen. Een slechte woningvoorraad en een onaantrekkelijke woonomgeving vormen soms de achtergrond voor een neerwaartse ontwikkeling op lokaal niveau. De uitbouw van een aantal basisvoorzieningen op lokaal vlak verhoogt de leefbaarheid van de kleine kernen in de Westhoek. PLATTELANDSVERNIEUWING Het verbeteren van de woonfunctie is één aspect van de sterkere aantrekkingskracht van de regio. De open ruimte, het landschappelijk waardevol gebied, het groen en de cultuurhistorische waarde van dorpen en steden laten heel wat nieuwere economische activiteiten tot stand komen: toerisme, verkoop van hoeveproducten, tuincentra, verhuur van fietsen, paarden, kajaks, bloei van horeca en kunstgalerijen enz. Het zijn allemaal uitingen van plattelandsvernieuwing die de basis vormt voor een tweede nieuwe economische drager voor de streek. VORMGEVING Regionale identiteit moet een belangrijk uitgangspunt worden voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen op het platteland. Het behoud en versterking van de eigen identiteit van de Westhoek moet vertaald worden naar technische en uitvoerende concepten om de historische dorpsstructuur te gebruiken als onderlegger voor nieuwe dorpsuitbreiding. Daarnaast moeten ook vernieuwende concepten ontwikkeld worden omtrent inpassing van bedrijventerreinen of zonevreemde bedrijven. Verdere ontwikkeling van de Westhoek vraagt om een goede kwaliteitszorg rond vormgeving en architectuur van gebouwen en infrastructurele ingrepen. Aandacht moet tegelijkertijd besteed worden aan een handhavings- en stimuleringsbeleid om de ‘verrommeling’ van de Westhoek tegen te gaan. HEFBOOMACTIES Vanuit de hiervoor geschetste beleidsvisie werden uiteindelijk, even ambitieus, een 20-tal hefboomprojecten geformuleerd. De meeste daarvan hebben integraal de goedkeuring meegekregen van de Vlaamse regering. De goedkeuring van deze hefboomprojecten zal de Westhoek ongetwijfeld nieuwe kansen bieden voor een verdere socio-economische ontplooiing. Voor de concretisering van onze hefbomen moet telkens gezocht worden naar partners die de hefboomprojecten ter uitvoering kunnen brengen. Ieder hefboomproject wordt bovendien gedragen door een peter of meter die officieel het peter- of meterschap op zich hebben genomen. Zij worden ondersteund door een stafmedewerker die dagdagelijks actief is binnen de betrokken materie. M.a.w. het is een samenwerking tussen diverse structuren die actief zijn binnen de Westhoek. 12 De Westhoek als kwaliteitsregio: een communicatiestrategie PETER: FREDDY LAPLACE, KAMER VOOR HANDEL EN NIJVERHEID MEDEWERKER: NIEK DE ROO, WVI De bedoeling is om een éénduidig beeld van de Westhoek op te bouwen als regio met een kwaliteitsvol woon-, werk- en leefklimaat en dit te verkopen aan de buitenwereld en aan de lokale bevolking. Een eerste aanzet hiertoe is reeds gegeven. Vanaf december 2002 kan via www.westhoek.streekhuis.be alle bestuurlijke info opgevraagd worden. Het is een prachtige site die kadert binnen de portaalsite van de Westhoek. In de toekomst zal er ook een werkgroep opgestart worden die de promotie van de Westhoek ter harte zal nemen. Daarin zal een analyse gemaakt worden van het op te bouwen beeld en de te bereiken doelgroepen. Op basis daarvan zal een communicatieplan opgesteld worden dat de interne en externe communicatie van de streek bevat. Een kenniscel wordt opgezet waar alle sectoren terecht kunnen voor logistieke ondersteuning en advies op het vlak van promotie. Lerend netwerk voor ruimtelijke planning en stedenbouw voor de Westhoek METER: LIEVE DONCK, WVI MEDEWERKER: NIEK DE ROO, WVI Gemeenten worden geconfronteerd met heel wat bijkomende opdrachten in het kader van de structuurplanning en het nieuw decreet ruimtelijke ordening. Vergunningenregister, plannenregister, gemeentelijke structuurplannen, uitvoeringsplannen, allemaal zaken die de gemeenten zomaar in de schoot worden gegooid. In de Westhoek, met zijn vele kleine gemeenten, tekent zich duidelijk de nood af naar ondersteuning op dit vlak. Ook op het vlak van ruimtelijk-economische visievorming moeten de gemeenten ergens kunnen aankloppen. 1 Verder zal aandacht besteed worden aan het ruimtelijk voorkomen van zogenaamde nieuwe economische dragers. Ook nieuwe ruimtelijke vraagstukken zoals o.m. het omgaan met gedesaffecteerde landbouwbedrijven komen in dit forum aan bod. Tenslotte is het wenselijk om goed te communiceren met en aan een draagvlak te bouwen bij de bevolking voor de ruimtelijke opties die voor de Westhoek worden genomen. De interne en externe ontsluiting en mobiliteit optimaliseren. Binnen Europa heeft onze Westhoek een heel centrale ligging. Dit brengt enorm veel kansen met zich mee voor onze streek. Het is dan ook de ambitie van de Westhoek om uit te groeien tot een flankerend gebied voor de regionaalstedelijke gebieden Kortrijk-Roeselare-Brugge-Oostende, de Vlaamse ruit Antwerpen-Brussel-Gent-Leuven, de metropool Lille en de regio Dunkerque. Maar om dit te kunnen waarmaken moet één en ander gebeuren op het vlak van ontsluiting van deze streek naar de verschillende gebieden toe. OPWAARDERING TREINVERKEER PETER: YVES LETERME, VOLKSVERTEGENWOORDIGER MEDEWERKER: MARTINE VANRYCKEGHEM, STREEKPLATFORM WESTHOEK VZW Het treinverkeer moet verbeteren. Om maar één voorbeeld te geven: een betere aansluiting en een vlottere verbinding Poperinge-Ieper-Kortrijk-Gent-Brussel-Zaventem is noodzakelijk. Het aantal treinen tijdens de piekuren moet herbekeken worden en de aansluiting met de lijn Antwerpen-Lille in Kortrijk moet geoptimaliseerd worden. Daarom zal met de NMBS rond de tafel worden gezeten om te zien hoe in de toekomst aan deze problemen kan verholpen worden. De opwaardering van de spoorwegverbinding Adinkerke-Dunkerque zal voor de uitbouw van het goederen- en personenvervoer per spoor en de ontsluiting naar Frankrijk toe een goede zaak zijn. 14 VLOT EN EFFICIËNT BUSVERVOER BINNEN EEN PLATTELANDSREGIO PETER: FERNAND JONCKHEERE, ACV MEDEWERKER: MARTINE VANRYCKEGHEM, STREEKPLATFORM WESTHOEK VZW Ook aan de interne ontsluiting moet de nodige aandacht besteed worden. Het openbaar vervoer in deze streek is immers minimaal. Zo is het niet mogelijk om zich binnen de Westhoek van het noorden naar het zuiden met de trein te verplaatsen. Hier kan de bus een oplossing bieden, maar het aantal lijnen dat regelmatig rijdt, is zeer beperkt. De voorgestelde oplossing is een combinatie tussen de rechtstreekse lijnen tussen de steden, waar enkel gestopt wordt op de knooppunten en een belbus die alle kernen aandoet en rijdt naar de knooppunten, waar de mensen dan kunnen overstappen op de snelle verbinding. Dit concept wordt als pilootproject uitgewerkt op de verbinding Oostende-Diksmuide-Ieper. Het project zal moeten leiden tot een uitbreiding van het aantal belbussen en belbusgebieden, het inrichten van aantrekkelijke overstapplaatsen - in de onmiddellijke buurt van lokale diensten en winkels - met voldoende parkeerplaatsen voor fietsen en wagens. Een tweede voorstel handelt over de uitbouw van een Huis van de Mobiliteit. Dergelijk huis zal twee functies hebben: - deskundige adviesfunctie inzake mobiliteit voor de regio; - centraal telefoonnummer waar alles over treinuren, busgegevens, fietsverhuurplaatsen, carpooling enz. kan opgevraagd worden. De huidige optie is om dit huis in Diksmuide te vestigen; dit project moet dus in samenwerking met de provincie West-Vlaanderen, De Lijn en de stad Diksmuide verder uitgediept worden. BEDRIJFSVERVOERPLANNEN METER: LIEVE VAN DAMME, BURGEMEESTER DIKSMUIDE MEDEWERKER: ANDY DE BRABANDER, STREEKPLATFORM WESTHOEK VZW De drie industrieparken Ieper, Veurne en Diksmuide zijn niet bereikbaar met het openbaar vervoer. Dit leidt tot overmatig autogebruik, dichtslibbing van de wegen en de onmogelijkheid voor werkzoekenden om in te gaan op werkaanbiedingen. De bedoeling is om per industrieterrein één bedrijfsvervoerplan op te maken. Het studiebureau Traject heeft reeds twee fasen van dit project afgerond: hierin werd het bereikbaarheidsprofiel (over de weg, openbaar vervoer, parkeerfaciliteiten, bedrijfsvervoer, verplaatsingsvergoedingen) in kaart gebracht, alsook het mobiliteitsprofiel (wat is de huidige verplaatsingswijze van de werknemers) en een enquêtering werd bij werkgevers en werknemers afgenomen. Aan de hand van de resultaten van het bereikbaarheids- en mobiliteitsprofiel en de enquêtes wordt een waaier van acties voorgesteld. Dit alles moet resulteren in de opmaak van één bedrijfsvervoerplan per industriegebied. Kwaliteitsvol ondernemen stimuleren door ondersteuning en begeleiding PETER: FREDDY LAPLACE, KAMER VOOR HANDEL EN NIJVERHEID MEDEWERKER: LUC DEGANDT, KAMER VOOR HANDEL EN NIJVERHEID Dit project wil de kwaliteit in het ondernemersschap in de Westhoek ondersteunen. Ondersteuning kan geboden worden op het vlak van milieubeleid, bedrijfsinvesteringsstrategie, vestigings- en uitbreidingsproblematiek, marketing, promotie, export, netwerkvorming.. Het is voor bedrijven een hele stap om bvb. advies te vragen over bedrijfsdoorlichting, innovatiemogelijkheden, exportbenadering, milieu- en kwaliteitszorg. En dan spreken we nog niet over de financiële drempels… Ook clustervorming kan hier een grote meerwaarde brengen. Met clustervorming wordt bedoeld het bundelen van krachten van bedrijven binnen een bepaalde sector in een bepaalde regio. Op dit vlak werd reeds uitstekend werk geleverd door de voedingscluster Veurne. Ook andere sectoren moeten overtuigd raken dat het uitwisselen van ervaringen, het samenwerken en overleggen soms van onschatbare waarde kunnen zijn. Bijkomende ruimte creëren om te ondernemen PETER: JACQUES HEMSCHOOTE, GOM WEST-VLAANDEREN MEDEWERKER: JACQUES HEMSCHOOTE, GOM WEST-VLAANDEREN De bedoeling is om in samenwerking met andere streekplatformen een visie op te maken en deze in te dienen bij de herziening van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen. In onze streek gaat het niet alleen om het verkrijgen van bijkomende ruimte voor bedrijventerreinen, maar moet de nadruk vooral gelegd worden op kwaliteit, respect voor de ruimtelijke en ecologische kwaliteiten van de streek en het behoud van de beeldkwaliteit in de regio. Ruimtebesparend werken moet hier het motto zijn. De GOM West-Vlaanderen heeft nu een ontwerp klaar voor wat betreft bijkomende bedrijventerreinen 2001-2007. Aangepaste architecturale, stedenbouwkundige en landschappelijke vormgeving voor de Westhoek moet hier een belangrijk aandachtspunt zijn. Andere acties die het succes van deze hefboom mede bepalen zijn: - een inventarisatie van onbenutte stationsgebouwen en –terreinen; - onderzoek naar mogelijkheden om in meerdere bouwlagen te werken; - oplossingen zoeken voor oneigenlijk gebruik van industriegronden (bvb door aannemers voor hun bouwafval); - delen van infrastructuur zoals parkings en containerparken; - een inventarisatie van ongebruikte percelen op bedrijventerreinen, eventuele terugkoop en het terug op de markt brengen ervan; - opzetten van bedrijfsverzamelgebouwen; - opzetten van pilootprojecten rond architecturale, stedenbouwkundige en landschappelijke vormgeving. Behoud en ontwikkeling van buurtwinkels stimuleren PETER: CHRIS WAEYAERT, UNIZO MEDEWERKER: KARL MORTIER, UNIZO Kleine kernen in de Westhoek hebben nood aan goede handelaars van goederen en diensten. Dit verhoogt de leefbaarheid in de Westhoekdorpen. Nochtans kunnen deze kleinhandelaars niet terugvallen op een globale commerciële uitstraling zoals dit in grote centra wel het geval is. De handelaar moet dus door zijn opleiding in staat zijn om de beperktheden van de markt om te buigen in opportuniteiten. Het project ‘netwerk buurtwinkels’ dat reeds een tijdje loopt, speelt hierop in. Dit project organiseert een netwerk tussen kleinhandelaars uit de Westhoekdorpen, waarin uitwisseling van ervaring en kennis centraal staat, naast het verschaffen van collectieve en individuele opleiding en advies. Duurzame werkgelegenheid garanderen door begeleiding en opleiding De werkloosheidsgraad in de Westhoek is zeer laag. Bedrijven hebben het soms moeilijk om geschoolde arbeidskrachten te vinden. Tegenover de schaarste op de arbeidsmarkt staat dat de restgroep werkzoekenden zeer moeilijk inzetbaar is. Een aantal van hen kan, mits begeleiding, opleiding en werkervaring toch nog terecht in het normaal arbeidscircuit. Andere groepen, zoals allochtonen, laaggeschoolde langdurig werkloze vrouwen en oudere werkzoekenden daarentegen kunnen moeilijk aan de slag binnen het traditioneel arbeidscircuit. LOKAAL ARBEIDSMARKTBELEID: EEN MEERSPORENBELEID PETER: BRUNO MONTEYNE, ABVV MEDEWERKER: NICK VANWALLEGHEM, STC OOSTENDE-WESTHOEK Een aantal acties moet ervoor zorgen dat deze restgroep werkzoekenden geminimaliseerd wordt door hen duurzame tewerkstelling te garanderen. • WERKWINKELS Diverse materies, structuren en reglementeringen vormen een kluwen voor de werkzoekenden. Om hierin de weg te vinden heeft de Vlaamse overheid voor gans Vlaanderen werkwinkels opgericht. Voor de Westhoek kwamen de volgende werkwinkels tot stand : - Ieper zorggebied (Mesen, Heuvelland, Zonnebeke en Langemark-Poelkapelle) - Poperinge-Vleteren - (Wervik-Menen) - Diksmuide (Diksmuide, Kortemark, Koekelare, Lo-Reninge en Houthulst) - Veurne-Koksijde (2 winkels, 1 lokaal forum) Deze werkwinkels dienen 2 functies uit te oefenen, nl. dienstverlening (onder regie van de VDAB) en dienstenwerkgelegenheid (onder regie van de gemeenten-VVSG). Het eerste luik, nl. gemeenschappelijke dienstverlening, wordt reeds gerealiseerd door een samenwerking tussen de VDAB, RVA, ATB, OCMW’s en de gemeenten. Wat het tweede luik betreft, nl. het tot stand komen van lokale diensteneconomie, is het belangrijk dat het Westhoekoverleg het voortouw neemt om een netwerk uit te bouwen dat de gemeenten van de Westhoek ondersteunt (cfr. Werkkracht 10 in de Brugse regio). Hierbij moet het Westhoekoverleg een samenwerking met de andere partners (STC, Samenlevingsopbouw Westhoek vzw, VVSG, VDAB en de werkwinkels zelf) uitwerken. • STARTCENTRUM DE WERKHOEK Onlangs werd het Startcentrum De Werkhoek opgericht, wat met een moeilijk woord ‘incubatiecentrum’ wordt genoemd. Ondernemingen die zich hier vestigen kunnen genieten van de daar aanwezige infrastructuur en know-how. Het hoofddoel blijft om via een economische aanpak en zelfstandige ondernemingsprojecten, het opstarten van bedrijven in de sociale economie te bevorderen en een democratisch bedrijfsbeleid, duurzame ontwikkeling en maatschappelijk verantwoord ondernemersschap te realiseren. • KINDEROPVANG Een aparte doelgroep binnen het tewerkstellingsbeleid blijven de vrouwen. Vermits momenteel de kinderlast en zorgtaken van het gezin nog steeds door vrouwen opgenomen worden, vraagt een tewerkstellingsbeleid naar gendergekleurde maatregelen. De bestaande kinderopvangmogelijkheden zijn niet aangepast aan de realiteit van de arbeidsmarkt. De uitbouw van kinderopvang speelt een belangrijke rol in het tewerkstellingsbeleid naar vrouwen toe. AANSLUITING EN AFSTEMMING ONDERWIJS-OPLEIDINGSWERELDARBEIDSMARKT PETER: GUNTER PERTRY, GEDEPUTEERDE PROVINCIE WEST-VLAANDEREN MEDEWERKER: SABINE DERCK, PROVINCIE WEST-VLAANDEREN Om aan dit probleem gedeeltelijk tegemoet te komen werd een vzw Regionaal technologisch Centrum Westhoek-Middenkust opgericht. Dit centrum is een aanspreekpunt om de aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt te optimaliseren. Het is de stimulator van nieuwe opleidingen en innovatieve projecten en zorgt ook voor de optimalisatie van het gebruik van de bestaande technologische apparatuur in de regio. Sensibiliseringsactie rond en promotie van TSO en BSO behoort tevens tot hun doelstellingen. Binnen de Europese Unie wordt de noodzaak aan opleidingen belangrijk gevonden. Er worden momenteel stappen gezet om een internationale samenwerking te realiseren. Vanuit de Communauté Urbaine de Dunkerque is de vraag gesteld om vanuit de Westhoek deel te nemen aan een onderzoeksproject hoe de grensoverschrijdende tewerkstelling kan bevorderd worden door samenwerkingsmodellen voor opleidingsverstrekkers. INTEGRATIE VAN FRANSTALIGEN IN DE REGIO METER: KRISTIEN BEYENS, ACV MEDEWERKER: RIA VAN HERCK, EDUFORUM OOSTENDE-WESTHOEK Aan de schaarste op de arbeidsmarkt wordt tegemoet gekomen door beroep te doen op Franstalige werknemers. Om deze mensen vlot te integreren worden kortlopende cycli Nederlandse lessen georganiseerd. Een geslaagd project hieromtrent is uitgevoerd door de voedingssector. Dergelijke lessen komen uiteraard de maatschappelijke integratie van de betrokken werknemers ten goede Daarnaast werd in de schoot van het Eduforum een NT2 (Nederlands Tweede Taal) werking voor de Westhoekuitgewerkt. Dit komt eveneens de integratie van Franstaligen in de Westhoek tegemoet. In de toekomst wensen we de reglementering inzake grensarbeid te verzamelen en als een bruikbaar instrument over te maken aan de personeelschefs en interimkantoren. Toerisme en het toeristisch product uitbouwen als volwaardige economische sector Toeristisch gezien kunnen we de Westhoek in twee verdelen: enerzijds de Westkust, anderzijds de landelijke Westhoek. Er werden dan ook twee soorten hefboomprojecten geformuleerd: REALISATIE VAN TOERISTISCH SECUNDAIRE REGIONALE HEFBOOMPROJECTEN. PETER: FREDDY LAPLACE, KAMER VOOR HANDEL EN NIJVERHEID MEDEWERKER: JOHAN MARTIN, WESTTOER In de Westhoek zijn reeds een aantal zeer grote toeristische attractiepunten uitgebouwd: Westoria, In Flanders Fields, Bellewaerde … Nu gaat de aandacht vooral naar projecten met een bezoekersaantal tussen de 15.000 en 20.000, die een heel eigen aantrekkingskracht uitoefenen op toeristen. Denken we aan de opwaardering van het Talbot House in Poperinge, het nieuwe museum ‘De Oude Kaasmakerij’ in Passendale, het Folkcentrum en de Folk Experience in Dranouter. Een nieuwe project is ‘Oorlog en Vrede in de Westhoek’, waarbij het gegeven van de Eerste Wereldoorlog gebundeld wordt in een gestructureerd netwerk. De realisatie van een Ecomuseum voor de Westhoek, waarbij het de bedoeling zou zijn om de verschillende streekmusea in de Westhoek samen te brengen, om tot een vernieuwde museale aanpak te komen, zou een goede zaak zijn voor de kwaliteit, de promotie, de begeleiding en uiteindelijk het behoud van die streekmusea. Verder valoriseren van cultuurhistorische stadjes, zoals bvb reeds uitgewerkt in Lo-Reninge met zijn bewegwijzerde stadswandeling staat op het programma. De ‘couleur locale’, d.i. een mengelmoes van het eigen karakter van de bevolking, de streekproducten en streekbieren, de gezellige landelijke herbergen…, moet verstevigd worden. Grotere projecten op dit gebied zijn het Folkcentrum van Dranouter met zijn Folk Experience en het centrum voor Beeldhouwkunst in Gijverinkhove. Voor beheerders van deze en andere attractiepunten moeten vormingsinitiatieven ontwikkeld worden om de professionaliteit te verbeteren. Het evenementenbeleid moet verder ondersteund worden. Wie kent er niet evenementen als het Folkfestival van Dranouter, de Poëziezomer van Watou en het Vredesconcert van Passendale? Het logiesaanbod in de Westhoek moet uitgebreid, gediversifieerd en opgewaardeerd worden. Vorming en adviesverlening van logiesverstrekkers is hierbij echt belangrijk. Vanaf 2001 wordt hier reeds werk van gemaakt. Het logiesaanbod van de Westhoek kent in de diverse sectoren een belangrijke stijging. Er wordt gewerkt aan de ontsluiting van natuurgebieden, monumenten, kastelen, molens en waardevolle hoeves, er wordt tevens gewerkt aan de creatie van fietsroutenetwerken en wandelgebieden. De verspreiding van het promotiemateriaal en de info rond die toeristische attractiepunten kan nog worden verbeterd. Ook de promotie zelf kan op een hoger peil worden gebracht. Om al het hierboven genoemde te promoten werd ondertussen een Centrum voor de Coördinatie en de Promotie van het Toerisme in de Westhoek opgericht. Dit centrum neemt de coördinatie op zich van alle inspanningen vanuit de publieke en private sector op het gebied van toerisme en recreatie en het bekend maken van onze regio als toeristische regio op de Nederlandse markt en als Battlefieldbestemming op de Britse markt. REVITALISATIE VAN HET TOERISTISCH APPARAAT AAN DE WESTKUST PETER: JAN LOONES, VLAAMS VOLKSVERTEGENWOORDIGER MEDEWERKER: ANNE VANDERMEULEN, WESTTOER Van de Panne tot Nieuwpoort werd in de voorbije decennia een indrukwekkend patrimonium uitgebouwd gericht op het kusttoerisme. Het is dan ook onze gezamenlijke opdracht en plicht om er zorg voor te dragen dat de Vlaamse Kust haar aantrekkingskracht kan versterken door verhoging van de kwaliteit op het ondernemersschap en de renovatie van de kustgemeenten. Naast de aantasting van het natuurlijk apparaat van de duinen kampt de Westkust ook met een veroudering van het toeristisch product en met belangrijke wijzigingen in de toeristisch-recreatieve vraag, zoals de grotere vraag naar kortere vakanties. De hefboomprojecten voor de Kust richten zich dan ook vooral op: - herstel, onderhoud en toegankelijk maken van strand, duinen en zee; - versterken van de eigenheid van de badplaatsen en verbeteren van hun omgevingskwaliteit, uitwerken van recreatieve verbindingen tussen deze badplaatsen; - ontwikkelen en verbreden van de toeristisch-recreatieve voorzieningen en dienstverlening; - behoud van een voldoende groot aanbod van logiesvormen van het korte type; - uitwerken van een project rond het visserijgebeuren. Om één en ander gestructureerd op te bouwen aan de Kust werd in maart 2002 een strategisch beleidsplan voor toerisme en recreatie aan de Kust voorgesteld. Dit beleidsplan wordt geconcretiseerd in een actieplan, dat zal afgewerkt zijn in het voorjaar van 2003. In dit actieplan worden o.a. enkele hefboomprojecten voor de Westkust naar voor geschoven. Economisch leefbare en duurzame landbouw uitbouwen PETER: MAARTEN STUER, BOERENBOND MEDEWERKER: LIEVEN LOUWAGIE, PROVINCIE WEST-VLAANDEREN Om de economische leefbaarheid van de bedrijven te verzekeren is gedeeltelijke omschakeling van klassieke teelten naar bvb. groenteteelt, kruidenteelt, kleinfruit, biologische teelt nodig. Ook verbreding van de landbouwactiviteiten kan hier een oplossing bieden door landbouwers in te schakelen in bvb. natuurbeheer, hoevetoerisme, productie van hoeveproducten. Het zal absoluut noodzakelijk zijn dat een team deze landbouwers hierin kan begeleiden via studiereeksen, voorlichtingsvergaderingen, praktijklessen, demonstratie en pilootprojecten. 60% van het landbouwinkomen komt uit de veehouderij. In de Westhoek moet de aandacht vooral ook uitgaan naar de mestproblematiek. Oplossingen kunnen gevonden worden in het aanduiden van een specifiek mestbedrijventerrein of de inplanting van een afvalverwerkend bedrijf. Misschien moet ook gedacht worden aan samenwerking tussen verschillende landbouwbedrijven voor het opzetten van een kleinschalig mestverwerkingssysteem. Het project "Boeren in nood" heeft in het verleden zijn nut meer dan bewezen. Het is dan ook de bedoeling om dit project opnieuw te starten. Hier staat een begeleidingscel klaar van maatschappelijke werkers en landbouwdeskundigen om landbouwers die uittreden of omschakelen sociaal te begeleiden en eventueel financieel te stimuleren. Wanneer een boer zijn bedrijf moet verlaten betekent dit niet alleen een financieel, maar zeker ook een menselijk drama. Begeleiding is dan zeker meer dan welkom. Valoriseren van traditionele landschappen: een kwaliteitsvol landschap als basisvoorwaarde voor streekontwikkeling PETER: JAN DURNEZ, GEDEPUTEERDE PROVINCIE WEST-VLAANDEREN MEDEWERKER: FILIP BOURY, PROVINCIE WEST-VLAANDEREN Wonen, toerisme en recreatie worden voor succesvolle landelijke dorpen steeds belangrijker. Ook de economische sector zoekt naar kwaliteitsvolle omgevingen. Het behoud en het versterken van de voor de Westhoek kenmerkende landschappen en het daarin integreren van nieuwe ontwikkelingen is een belangrijke uitdaging bij de verdere streekontwikkeling. Wanneer nieuwe kansen gecreëerd worden op vlak van inkomensvorming, landbouwontwikkeling, tewerkstellings-projecten, ontwikkeling van toerisme en recreatie, dan moeten deze dus telkens getoetst worden aan en inspelen op de ecologische en landschappelijke kwaliteiten van de streek. Een landschapscentrum Westhoek kan hier uitstekend werk verrichten. Het is de bedoeling dat dit centrum landschapsopdrachten uitvoert voor verschillende besturen onder politieke verantwoordelijkheid van het provinciebestuur. Taken die voor dit centrum weggelegd zijn, zijn o.a. zorgen voor afstemming binnen het landschapsbeheer, advies geven aan gemeenten en particulieren, opvolgen van overheidsprogramma’s, stimuleren van vrijwilligerswerk en opzetten van tewerkstellingsprojecten. Naar het voorbeeld van het huidige Regionaal Landschap West-Vlaamse Heuvels vzw moeten in de waardevolste landschappen gelijkaardige samenwerkingsverbanden opgezet worden, die zorg voor natuur en landschap meekoppelen aan initiatieven rond landbouw, toerisme en recreatie. Prioriteit gaat naar de IJzervallei en de Kust. Tenslotte kunnen agrarische verenigingen voor natuur- en landschapszorg worden opgericht. Als voornaamste taak hebben deze het zoeken naar oplossingen op maat van land- en tuinbouwers. Zij kunnen o.a. volgende projecten aanpakken: opmaak van landschapsbedrijfsplannen, geven van deskundig advies bij nieuwbouw, bewustmaking en opleiding van architecten, gemeentelijke ambtenaren en bouwfirma’s. Duurzaam watergebruik stimuleren PETER: JAN DURNEZ, GEDEPUTEERDE PROVINCIE WEST-VLAANDEREN MEDEWERKER: FILIP BOURY, PROVINCIE WEST-VLAANDEREN De Westhoek ziet zich geplaatst voor volgende uitdagingen: - voldoende watervoorziening van de landbouw; - veiligheid tegen overstromingen; - voorkomen van aanslibbing van de waterlopen; - behalen van een basis-ecologische kwaliteit voor alle waterlopen; - noodzaak aan voldoende zuiver water voor het handhaven van onze kwetsbare natuur. Een aantal acties bepalen het succes van deze hefboom: - de uitbouw van een wetenschappelijk onderbouwd beregeningsadviessysteem; - het uitwerken van een conserverings- en verdeelsysteem d.m.v. captatie van vooral regenwater; na grondig onderzoek naar behoefte en locatie kunnen waterspaarbekkens en een verdeelsysteem aangelegd worden en een reglement worden opgesteld betreffende de uitbating; - de intergemeentelijke samenwerking kan gestimuleerd worden om te komen tot enerzijds een dienst die de gemeenten ondersteunt bij de bouw en het beheer van kleinschalige waterzuiveringsinstallaties en anderzijds een dienst die de inwoners adviseert en instaat voor de opvolging van de individuele waterzuiveringsinstallaties door controle en het onderzoeken van mogelijkheden voor gemeenschappelijk beheer; - het creëren van ruimte voor water om overstromingen en aanslibben te voorkomen en de ecologische kwaliteit van de waterlopen te verhogen. Water moet als randvoorwaarde voor ruimtegebruik meer aan bod komen in de opmaak en uitvoering van structuurplannen. Via pilootprojecten kan ervaring opgedaan worden voor bv. het randbeheer via beheersovereenkomsten, de aankoop van bufferstroken bij de waardevolste waterlopen, het koppelen van waterbeheer aan de uitbouw van groengebieden,… - begeleiding van landbouwbedrijven op vlak van waterbesparende maatregelen. Aangenaam wonen in een landelijke regio METER: MARIA VANDENBUSSCHE, BURGEMEESTER HOUTHULST MEDEWERKER: STEFAAN LOMBAERT, PROVINCIE WEST-VLAANDEREN Op het vlak van woningen kent de Westhoek een zeer krappe markt, veel huizen van slechte kwaliteit, onvoldoende huurwoningen en zeer weinig sociale huurwoningen. Een specifieke problematiek is die van de kleine huisjes, waarmee weinig te doen valt. Deze hefboom wil al deze knelpunten aanpakken met volgende acties: - de oprichting van een aantal regionale woonwinkels met zitdag in de kleinere gemeenten: daar kan men terecht voor elke vorm van informatie en begeleiding rond wonen; - oprichting van drie regionale sociale verhuurkantoren: zij coördineren niet alleen het binnenhalen en opnieuw verhuren van de woningen, maar werken ook met renovatieteams: deze verhuurkantoren zijn reeds volop in werking; - om het probleem van de kleine huisjes aan te pakken kan een architectuurwedstrijd uitgeschreven worden door de Vlaamse Bouwmeester of kan een wedstrijd voor private bouwheren georganiseerd worden; - zoeken naar vernieuwde woonvormen voor senioren in de Westhoek: onderzoek van de toekomstige noden en mogelijkheden voor deze doelgroep. [ SLOTBESCHOUWING ] Het is een onmogelijke klus om alle hierboven vermelde hefboomprojecten tegelijkertijd op te starten, op te volgen en te enthousiasmeren. Bepaalde projecten lopen reeds heel goed. Andere staan nog in de startblokken. Planning zal hier zeer belangrijk zijn. Om garanties in te bouwen dat alle projecten aan bod zullen komen, wordt per project een medewerker aangeduid en vanuit de Raad van Beheer van het Streekplatform Westhoek wordt een peter of meter aangeduid. Werk en vreugde voor jaren….. [ RAAD VAN BEHEER & SECRETARIAAT ] Durnez Jan David Wim Florizoone Guy Goos Johny Hemschoote Jacques Jonckheere Fernand Kesteleyn Joost Leterme Yves Loones Jan Monteyne Bruno Pertry Gunter Stuer Maarten Tytgat-Donck Lieve Van Damme Lieve Waeyaert Chris West-Vlaamse Intercommunale Gedeputeerde Provincie West-Vlaanderen Ondervoorzitter Streekplatform Westhoek vzw Kamer voor Handel en Nijverheid West-Vlaanderen Ondervoorzitter Streekplatform Westhoek vzw ACV Ministerie Vlaamse Gemeenschap, Administratie Economie, Cel Regionaal Beleid ACV Kamer voor Handel en Nijverheid West-Vlaanderen Burgemeester Wervik GOM West-Vlaanderen ACV UNIZO Volksvertegenwoordiger Vlaams Volksvertegenwoordiger ABVV Gedeputeerde Provincie West-Vlaanderen Boerenbond West-Vlaamse Intercommunale Burgemeester Diksmuide STC, UNIZO waarnemers Boury Filip Vandenbussche Maria Venus Danny Vanwalleghem Nick Provincie West-Vlaanderen Burgemeester Houthulst Agalev STC voor het secretariaat Streekplatform Westhoek vzw De Brabander Andy Sioen Dorine Vanryckeghem Martine Regiocoördinator Secretariaat Regiocoördinator Laplace Freddy Beyens Kristien Candaele Bart [ GEGEVENS EN EDITORIAAL ] Deze brochure is een samenvatting van de socio-economische beleidsvisie en de goedgekeurde hefboompro-jecten voor de Westhoek. redactie: Andy De Brabander, Dorine Sioen, Martine Vanryckeghem met dank aan: de medewerkers van de provincie West-Vlaanderen en de WVI lay-out: Verstraete Graphics Gegevens uit deze brochure mogen gebruikt worden met uitdrukkelijke vermelding van de bron Diksmuide, december 2002 meer inlichtingen: Secretariaat Streekplatform Westhoek vzw Esenkasteel Woumenweg 100 8600 Diksmuide tel. 051/51 93 56 fax 051/51 93 51 e-mail [email protected] www.westhoek.streekhuis.be